Voor en tegen EEN ZESTAL VERHALEN VAN MAURITS DEKKER Op zwart stramien Litteraire Kanttekeningen C~3rievcn aan de redactie Ver woerd meent, dat hij kerken moet beschermen Een indrukwekkende ere-promotie Voor niet-Amsterdammers Tram in Zandvoort botst tegen vrachtauto Een doktersdil emina De Valera beëdigd Minister Zijlstra naar Zuid-Afrika Hoofd van Nederlandse industriële missie VIJFENZEVENTIG JAAR HET „MIDDELPUNT" VAN HET LEIDSEPLEIN IN AMSTERDAM De stad Lyon viert feest VRIJDAG 22 MAART 1957 99 99 HET IS ME EEN raadsel, dat er tot dusver zo weinig aandacht werd besteed aan de bundel verhalen, die Maurits Dekker onder de titel „Op zwart stramien" bij de uitgeverij Van Munster (Amsterdam) heelt laten verschijnen. Enige ruchtbaarheid werd er niet aan gegeven, de boekhandel kent het boek nauwelijks en de critiek is er stilzwijgend aan voorbijgegaan. Dat verbaast allemaal des te meer, omdat dit zestal vertellingen niet alleen tot het beste van het beste behoort, dat Maurits Dekker heeft geschreven, maar bovendien zowel naar inhoud als naar vorm gerekend moet worden lot de schaarse proeven van volwaardige novellistische kunst, waarop onze moderne litteratuur kan bogen. En daar komt dan nog bij, dat elk van dit zestal in hoge mate actueel is, als men onder „actualiteit" een strekking en een uitdrukkingswijze wil verstaan, die voor de menselijke situatie van het ogenblik, voor de mens die het spoor zo noodlottig dreigt bijster te raken, representatief zijn. In hoever „Op zwart stramien" autobio grafisch is, doet in dezen niet ter zake. Elke schrijver is een exponent van zich zelf èn zijn tijd en behoeft, meer of min der gemaskeerd, alleen maar van zichzelf te spreken om het algemene, het mense lijke aspect van zijn generatie, te vertol ken. Kunst is een klankbord, dat de tril lingen registxfffert, die voor de grote schare niet of onbestemd waarneembaar zijn. Kunst is in haar „effect" en dat recht vaardigt, los van alle esthtica, haar maat schappelijke functie een proces van be wustwording. Ze signaleert. En het is niet in dé laatste plaats uit hoofde daarvan, dat ze een ethische waarde vertegenwoordigt: het bovenpersoonlijk geweten, dat ze des te dringender doet spreken, naarmate ze minder moraliseert. Haar zedelijke kracht is haar ongewilde getuigenis. Getuigen heeft Maurits Dekker sinds zijn eerste pennevrucht gedaan. Het zit hem in het bloed. Hij, de „outcast", de uit gestotene en welke kunstenaar wordt uit het oogpunt van de „goede zeden" en de „gevestigde orde" niét, alle „hulde" ten spijt, meer of minder als zodanig gebrand merkt? was de geboren „protestant": in zijn jonge jaren tegen de sociale misstand van de armoede en de geestelijke gevolgen daarvan. En later, mettertijd onverzoen lijker, van alles wat naar onrecht; macht, demagogie, versteende dogma's, listige leuzen, schijnbare kennis en misbruikte wetenschap zweemt. Hij was en bleef de gezworen vijand van allen, die zo goed weten hoe laat het is, terwijl ze er zich ternauwernood van bewust zijn, dat het wel eens op een noodlottige manier tè laat kon zijn: te laat voor het leven, voor een schijn van geluk, voor het restje mense lijke waardigheid, dat nog niet bij de fail liete boedel is ingedeeld. Ik zeg, meen ik, niet te veel als ik in hem, in Dekkers werk, de angst voor dit dreigende telaat belichaamd zie een angst, die zich niet door een illusie on schadelijk laat maken en elke vlucht er voor met een satanische grimlach de pas afsnijdt. In zijn oeuvre, in deze zes ver- halen op een allerindrukwekkendste wijze, maakt hij zich en zijn lezers van deze angst bewust, door het onbewuste -deze doofpot van hetgeen men voor zijn „ziele- rust" maar liever niet wil weten wagenwijd voor zijn verbeelding open te zetten en daarmee een waarheid, een on- dergi'ondse werkelijkheid aan het daglicht te brengen, die men met maatschappelijke verboden en geboden nu wel de wet heeft willen stellen, maar die zich door alle re ten en spleten van ons menszijn als een miskende en zich wrekende realiteit mani festeert. Natuurlijk, we weten wel dat ons aller leven geclicheerd staat op „zwart stramien": op de achtergrond staat de dood. We mógen hem niet, deze Hein. We ontkennen hem zo gogd en,zo kwaad als het gaat, in plaats van hem in ons leven te verdisconteren, in plaats van ten over staan van zijn onvermijdelijkheid het leven en wat des levens is het volle pond te geven van vreugde, liefde, welwillend heid, menselijkheid en waardigheid. We organiseren hem als oorlog, we belijden hem als ziekte, we ontwijken hem in een illusie en kénnen hem niet, omdat we in het onzekere zijn omtrent de zin van het leven, omtrent de waarheid van bestaan en vergaan. En daarmee herleid ik de vele motieven van deze bundel tot een hoofd motief. Naar die waarheid is in de langste novelle „Er moet iets gebeurd zijn" Eduard vergeefs op zoek. Men kan deze Eduard geredelijk als een broer van Kafka's „Jo seph K" beschouwen. Ook hij is een bui tenstaander, die zich wanhopig toegang tracht te verschaffen tot het leven, het ge luk, de liefde, de gemeenschap, die zich met huid en haar in de waagschaal stelt om de watfheid op het spoor te komen van zijn op-aax-de-zijn, zijn schuld, zijn plicht, zijn taak, zijn tekort, zijn verlan- gen, zijn onmacht en zijn geweten. In een doolhof van straten en gebouwen, van zie kenhuizen en musea, van zalen, gangen, kamers en verdiepingen, dwaalt hij, op de hielen gezeten door het onheil, tastend rond. steeds bedrogen in zijn verwachting, steeds beschuldigd, steeds belemmerd door officiële levensemployé's als politieman nen, suppoosten, pox'tiei's,' geleerden en functionarissen, die als „fait accompli" fungeren, waartegenover geen „legitima tie" baat. Eenzaamheid is geen persoons- bewijs, wel een bewijs van persoonlijk heid. Maurits Dekker. Dat alles is in hoge mate beklemmend, maar in zijn beklemming tegelijk bevrij dend. Ook de onmogelijkheid van een te achterhalen waarheid, van een ontken ning van de dood en zijn trawanten, van een ontkomen aan een ingekapseld leven, is een waarheid, die, als men er door Mau rits Dekker in een half surrealistisch ver loop van menselijke wederwaardigheden met de neus bovenop wordt gedrukt, aan het leven een zin geeft en wel deze: het waardig te leven en te dragen. Ik beperkte mij tot een aanduiding want meer dan dat laten deze voortreffe lijke verhalen niet toe van de motieven, die zich tegen de achtex'grond van het eeuwige zwarte stramien aftekenen. Ze zijn in hun algemene geldigheid indruk wekkend, in hun symbolische zinrijkheid menselijk, des te indrukwekkender en menselijker door de ongekunsteldheid, waarmee deze vex-tellingen in een surrea listische vorm van zeer eigen maaksel zijn gegoten. „Wie zich voor de dood interes seert" heeft Thomas Mann eens ge schreven „interesseert zich bovenal voor het leven". Is het nog nodig om naar aanleiding van deze eminente bundel, die op ruime schaal verbreid diende te wor den, nóg' eens te herhalen, dsit Maurits -Dekker nooit anders gedaan heeft dan in het aangezicht van de dood, van de ont luistering en het dreigend telaat, cie men selijke waardigheid te verdedigen? Zoja, dan dit: deze bundel is meer dan littera tuur. Ze vertegenwoordigt een levenshou ding. Eén waarmee men niet bedrogen uit komt. C. J. E. Dinaux KAAPSTAD (Reuter) - De Zuidafrikaan- se minister van Naturellenzaken, dr. Ver woerd, heeft donderdag beschuldigingen van een aantal vooraanstaande kerkelijke functionarissen tegengesproken, volgens welke de Zuidafrikaanse regering de vrij heid van godsdienst in gevaar brengt. Bij het indienen van een gewijzigd amen dement op de wet op de naturellen in de Volksraad, zei minister Vex-woex-d, dat er ongegronde critiek is geuit op een artikel, volgens hetwelk een naturel toestemming moet hebben voor het bijwonen van kerk diensten in blanke stadswijken. Het wetsontwerp beperkt in geen enkel opzicht het recht bijeen te komen voor openbare godsdienstoefeningen. „De be doeling is de blanke gemeenschap te be schermen tegen de aanwezigheid van een ongewenst groot aantal naturellen," aldus minister Verwoerd. Het Volksraadlid dr. Douglas Smit van de Verenigde Partij, die in de oppositie is, sprak zich uit tegen het wetsontwerp, dat de minister, naar hij zei, het recht zal geven te verhinderen, dat een naturel bui ten de woongebieden van de natux-ellen een kerk of een godsdienstige bijeenkomst be zoekt. De afdeling Natal van de Px-esbyteriaan- se kerk heeft minister Ver woerd donderdag een resolutie gezonden, waarin wordt ge-' zegd, dat zij géén verordening zal aan vaarden, die in strijd is met de wetten van de kerk. Minister Verwoerd had de omstreden bepaling in het wetsontwerp woensdag ge wijzigd in die zin, dat de kerken zich niet schuldig zullen maken aan een inbreuk op de wet als zij naturellen, die geen toe stemming van de minister hebben, tot godsdienstoefeningen toelaat. Wie woensdag te Groningen het voor- x-echt heeft gehad de promotie van jhr. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer tot doctor honoris causa in de letteren en wijs begeerte bij te wonen, moet wel sterk on der de indruk zijn geraakt van wat hij daar beleefde. Ik doel geenszins op het op zich zelf natuurlijk fraaie en plechtige karak ter van de promotie. Neen, meer nog gaan mijn gedachten uit naar de voortreffelijke toespraak van de promotor, prof. Van Win ter, die zich opnieuw een begaafd en te vens strikt eerlijk historicus toonde in zijn schets van leven, werken en kunnen van de jonge doctor. En dan was daar diens rede. Helder van inhoud, zonder enige zweem van de zucht om zich bezig te hou den met algemeenheden, iets wat de heer Tjarda trouwens ook allerminst ligt, zich zelf volkomen op de achtergrond plaatsend en zich bezighoudend met een belangwek kende belichting van hedendaagse moderne geschiedenis. Hij stond namelijk geenszins of in hoofdzaak stil bij het jongste verle den, bij wat zich in Indonesië voltrokken had. Neen, hij wijdde de nodige aandacht zo wel aan de figuur van de samenwerking in de NAVO alsook nog aan enige aspec ten van hetgeen men wel noemt de Euro pese samenwerking. Zo vex-toefde hij dan in gedachten bij de hedendaagse moderne geschiedenis, door hemzelf in zijn jongste functies nog van nabij meegemaakt. Hij wees erop hoe de omstandigheden Neder land ertoe hadden gebracht, zijn zelfstan- digheidspolitiek van weleer vaarwel te zeg gen, daar onmiddellijk aan toevoegende dat hier overigens de andere staten in feite in eenzelfde positie zijn gaan verkeren. In dit verband was zeker ook wel van belang zijn vaststelling dat er in West-Europa fei telijk niet meer grote-mogendhedenpolitiek bestaat, terwijl hij er bovendien aan toe voegde. dat zelfs de Verenigde Staten van Amerika, wier steunende hand Europa no dig heeft, ook niet in staat zijn om louter op zichzelf temidden van de internationale samenleving hun taak te vervullen. Natuurlijk liet hij niet na eraan te her inneren dat de NAVO ontstaan was in het bijzonder als uitvloeisel van de gevaren die Sovjet-Rusland oplevert, maar tevens maakte hij duidelijk dat ook daarzonder de NAVO onmisbaar zou zijn. Hier doelde hij op de omstandigheid dat in de wereld nog steeds een organisatie ontbreekt, die wei-kelijk de nodige waai-borgen voor de rechtsorde en voor haar handhaving bevat. Hierin achtte hij in elk geval de NAVO onmisbaar want daar zonder zou men moe ten vervallen in bondgenootschappen op smallere basis. En nu was het heel duide lijk, zowel in dit gedeelte van de toespraak van de jonge doctor als ook verderop, toen 'hij het over Europese samenwerking had, dat op grond van verstandelijke overwe gingen zijn hax-t uitgaat naar wat men mag betitelen samenwerking op brede basis. Dit schetste hij nader nog toen hij het had over de betekenis van de West-Europese Unie, dus van de zogenaamde zes samenwerken de Europese landen met Engeland en dan weer de West-Europese Unie samen met de Verenigde Staten. En verder borduurde hij door op hetzelfde stramien toen hij nog stilstond bij de Europese economische sa menwerking, waarvan hij kennelijk ook van oordeel was dat die zo bi-eed mogelijk zou moeten zijn. Hij stipte namelijk aan dat met aaneen sluiting van bij voorbeeld zes of zeven staten tegelijkertijd gepaard gaat buiten sluiting der niet aangeslotenen. Dit nu kan ten gevolge hebben dat de winst van de samenwerking alleen bereikbaar is als zij voordeliger te achten valt dan het nadeel van de buitensluiting. Welnu, de heer Van Starkenborgh liet niet in het ongewisse, dat hij in elk geval ten aanzien van be doelde samenwerking op economisch ter rein van oordeel was dat de gemeenschap pelijke Europese markt van de zes het zoëven bedoelde nadeel zou kunnen over treffen. Dr. E. van Ra alt Zondagmiddag 31 maart wordt in het Amsterdams Concertgebouw weer een concert gegeven voor niet-Amsterdam- I mex-s. De uitvoering wordt gegeven door het Nederlands Kamerorkest en zal wor- den gedirigeerd door de Zwitserse dirigent Paul Sacher. Het programma vermeldt de Symfonie in F van Haydn, het Pianocon cert in A, K.V. 44 en de Symfonie in b, K.V. 319 van Mozai't. De Amerikaanse pia- i nist Leon Fleisher verleent solistische medewerking. HEIMANS-THIJSSEPRIJS De gecombineerde besturen van de Hei mansstichting en het dr. Jac. P. Thijsse- fonds hebben een Heimans-Thijsseprijs toegekend aan het museum „Natuer en Gea" in Dokkum en aan de heren G. Bosch (Leeuwarden), C. Swennen Den Haag), B. J. J. R. Walbrecht (Biez,elinge), B. J. Lempke (Amsterdam) en K. Zweeres (Halfweg). De Iieimans-Thijsseprijzen worden eens per jaar toegekend aan ama- teur-vcldbiologen, die zich onderscheiden hebben door werk in de geest van E. Iiei- ïrxans en dr. Jac. P. Thijsse. Meningen over belangwekkende onderwerpen, ter redactie ontvangen en hierbij in de vorm van een forum-discussie aar onze lezers aangeboden. Niemand liet) enig letsel op Met een hevige klap is donderdagmiddag om twee uur een uit Haarlem komend tramstel van drie wagens bij de overgang van de Koninginneweg te Zandvoort ge botst op een uit Katwijk komende vracht auto, geladen met puin, die naderde uit de richting Haarlemmerstraat. De voorzijde van de tram werd zwaar beschadigd en de vele passagiei's bleken hevig geschrokken. Doordat de chauffeur van de auto vol gas gaf om te voorkomen, dat de cabine zou worden geraakt-, werd zijn wagen aan de achterzijde opzij gedrukt, waardoor de signaal-lichtmast uit de grond werd ge rukt. Ook de auto liep zware schade op en bleek geheel te zijn oixtzet. Wonder boven wonder liep niemand enig letsel op, ook de bestuurder van de tram bleek niet ge wond, hoewel de voorruit versplinterd was. De tram ontspoorde niet, zodat geen stagnatie in het tramverkeer optrad. Di rectieleden van de N.Z.H.V.M. waren spoe dig na het ongeval aanwezig; de politie stelt naar de oox-zaak een onderzoek in. Vei-moedelijk heeft de chauffeur het rode stoplicht van de sein-installatie niet gezien, doox-dat het zonlicht ex-in weerkaatste. Nog dagelijks ontvangen wij brieven van lezers naar aanleiding van de discus sies in deze rubriek over „een dokters dilemma". Daar het om redenen van plaatsruimte ondoenlijk is, deze alle te publiceren en daar bovendien de voor- en tegenstanders ampel gelegen heid gehad hebben om hun standpun ten in dit forum te verdedigen willen wij deze discussies afsluiten met een brief van de Amsterdamse medicus dr. R. A. B. Oosterhuis, die zijn opinie over proe ven op mensen als volgt formuleert: „Al te veel lijkt de ethiek van de aids op die van de natuurwetenschappelijke in stelling, dat wil zeggen op een ethiekloze I wetenschap; en het schijnt wel dat iemand, j die van een dergelijke instelling geheel i doordrongen is - mits hij naar beste weten j handelt - z.i. zich ook gevrijwaard acht j voor mislukkingen en fouten, die hij op zijn I weg begaat. Niet dat hij de aanwezigheid I daax-van zal ontkennen, maar ze mogen i hem niet worden aangerekend. Een op- I vatting die helemaal lijkt op het arrogante Nazisme en ook op het tegenwoordige com munisme. Ook daar hoort men telkens van fouten, gemaakt door de drager van de I uniform van het regime, die ze zelf bekent - ook zónder „hersenspoeling" - en die dan grif verschoonbaar zou zijn. Een uiterst gevaarlijke opvatting omdat ze autoriteit en autonomie verlenen aan een medische wetenschap, die niet exact is en aan i-ela- ties gebonden. Waar nu'Einstein het rela tivisme in de exacte natuurwetenschappen heeft aangetoond, is het ondenkbaar het reatieve karakter vaxi de medische weten- schap te loochenen. De ex*kentenis hiervan dwingt tot bescheidenheid en de mening I van een der forum-schrijvers, dat het wen- I selijk zou zijn, proefpersonen op de hoogte te brengen van hetgeen hun - al of niet met hun instemming - te wachten staat, is alleszins juist. Zelfs in klinieken, waar het mogelijk is op zeer deskundige en meer ongevaarlijke wijze nieuwe medicamenten of methoden op patiënten te beproeven, zou het ook op ethische gronden aanbeveling i verdienen de patiënten, of als het kinderen zijn, hun familieleden, in te lichten. Nu zijn er methoden, waar het weglaten j van dergelijke informaties a priori ver geeflijk is, of tenminste verschoonbaar lijkt. Zuurstof is, in ovex-dx-achtelijke zin: „gasvormige" voeding voor de longen. Een teveel of te weinig hiervan kan invloed hebben op de gezondheid, maar het is niet te verwachten, dat zulke gezonde lucht als zuurstofrijke lucht is, ontstekingsreacties op de bindvliezen van het oog zal teweeg brengen. Niettemin de uitkomst moge een gevaars-sein zijn voor de toekomst. Niet 1 alleen op de zuivere kwaliteit, maar ook op de kwantiteit komt het aan. De les van Göttingen Tot welke bedroevende resultaten een I ongebx-eideld onderzoek, zelfs aan een goede kliniek, kan leiden, levert ons de j volgende mededeling van dr. H. Spiess uit het Duitse „Medizinische Wochenschrift", nr. 25-26, die wij geciteerd vonden in „Ge- sundheitsspiegel" van febx-uari 1957. Aan de kinderkliniek van de universiteit van Göttingen werd voor enige jaren opge- dragen de „Peteosthor'-behandeling in een j sanatorium voor tuberculose te onderzoe ken op werkzaamheid en eventuele schade- lijke gevolgen. Peteosthor is een middel tegen tuberculose en kanker, dat behalve j andex-e bestanddelen de kqrt-werkzame i radio-actieve isotoop thorium X bevat. Het i werd aan t.b.c. lijdende kinderen in de vorm van injecties toegediend. Maar nadat enige der behandelde kinderen waren aan getast door kanker en andere waren ge- storven, werd begonnen met het ondex-zoek van alle met dit klaarblijkelijk kwaadaar- I dige middel behandelde 53 kinderen. De groei van deze kinderen bleek opval lend vertraagd te zijn. De oorzaak lag aan de eigenschap van het thorium, zich in het beendergestel vast te zetten en hier de ker nen van de kx-aakbeencellen, van waaruit de groei plaatsvindt, aan te tasten. Het aantal kwaadaardige gezwellen bij deze kindex-en wox-dt ontstellend groot ge noemd. Zij ontstonden vier tot zeven jaar na het begin der behandeling. Nu heette het, dat thorium X na 3J/- dag niet meer werkzaam .zou zijn, maar met behulp van een speciale Geigerteller kon men vast stellen, dat de ampullen, behalve thorium X ook sporen bevatten van een stralen- substantie met langdurige werking. Van elf kindex-en, die aan kanker leden, waren er reeds negen gestorven en lijden nog heden ten dage twee aan beenkanker. Door het contact met een Engelse onder zoeker is naderhand gebleken dat de voor de kindei-en toegestane dosis bij de Pe- teosthor-behandeling wel vijf tot tien maal was ovex-schx-eden. Men was in Göttingen verder onkundig van het feit, dat het skelet van de patiënt in hoofdzaak l'ungeex-t als depot voor de thorium X. Dit geval is een voorbeeld van het on verantwoordelijk omgaan met een nieuw medicament, dat als wondermiddel tegen tuberculose werd aanbevolen, zonder dat de vereiste vooi-zorgen werden getroffen of de ouders der kinderen werden ingelicht. Indien echter een dergelijke catastrophe aan een wetenschappelijk goed-geoutilleex'- de inrichting kan voorkomen, dan moge dit als een sprekend bewijs gelden, dat aan de individuele arts omvangrijke proeven in zijn praktijk met „nieuwe" middelen moe ten worden onthouden. Trouwens hoe rela tief de werkzaamheid van vele aangepre zen nieuwe middelen is, blijkt wel uit het gx-ote aantal van deze middelen die steeds op de markt worden gebrachten het spooxdoos verdwijnen van oude „gerenom meerde" middelen uit de catalogi. Iedex-e kwart eeuw brengt ons een totaal ver anderde index! De individuele dokter zij dus op zijn hoede en de patiënten mogen op hun hoede zijn voor de dokter, die „groepsgewijze" middelen onderzoekt. Uit het medegedeelde is verder de conclusie te trekken, welk onheil de mensheid beschoren kan zijn, wanneer bij het conserveren of behandelen van levensmiddelen met radio-actieve iso topen van aangegeven kort-dux-ende werkzaamheid, toch nog isotoppen met langer durende werkzaamheid aanwezig zouden blijken te zijn." Dr. R. A. BENTHEM OOSTERHUIS. Wij ontvingen verder nog uitvoerige reacties van de heren J. Gaymans en F. E. Spiering te Haaxdem, L. van Ammers uit Zandvoort en P. W. van Oudhaarlem te Rotterdam, van mevrouw M. C. van Bueren te 's Gravenhage, van de Haarlemse mag netiseur de heer H. C. L. van der Laan en van diverse andere lezers, die allen op verschillende gronden stelling nemen tegen experimenten met mensen en dieren en in meerderheid pleiten voor een leerstoel in de. vivisectievrije geneeskunst, zoals on langs vooi-gesteld is door de Anti-Vivisec- tiestichting in Den Haag. Gaarne hadden wij ook uit deze brieven nog enkele pas sages vermeld, maar dit bleek onmogelijk zonder schade te doen aan hun betoog. Wij hopen, dat de betrokkenen dit zullen kun nen billijken en willen tenslotte alle brief schrijvers gaarne dank zeggen voor hun medewerking aan dit forum dat, zoals ons uit vele reacties gebleken is, door de lezers met grote belangstelling gevolgd is. (Eén ding moeten wij tenslotte nog aan stippen: diverse briefschrijvers hebben in de discussie gewag gemaakt van dr. Albert Schweitzer en diens px-incipe „Eerbied voor het leven" als een argument voor hun anti-vivisectionistische instelling. Men doet ons echter opmerken, dat dr. Schweit zer in zijn hospitaal in Lambax-ene ook aangewezen is op allopathische geneesmid delen en in die zin dus stellig geen „vivi sectievrije" arts kan zijn. - Redactie.) Eamon De Valera, de nieuwgekozen premier van de Ierse republiek is woensdag, ten huize van de Ierse pre sident Sean T. O'Kelly, te Dublin be ëdigd. De president (links) was de eer ste die De Valera na zijn beëdiging gelukwenste. De Valera is voor de zevende maal minister-president van Ierland (Eire) geworden. Op 7 april zal een industriële missie naar de Unie van Zuid-Afrika gaan met het doel de industriële banden tussen de Unie van Zuid-Afrika en Nederland te verstevigen. De minister van Economische Zaken, prof. dr. J. Zijlstra, zal als hoofd van de Nederlandse industriële missie optreden. Van industriële zijde zal de missie worden geleid door de heer T. J. Twijnstra, voor zitter van het Verbond van Nederlandse Werkgevers. De missie zal onder meer de opening bij wonen van de Rand Easter Show in Johan nesburg, een jaarlijkse industi'iële exposi tie, waaraan vele landen deelnemen. Op 9 april zal daar het nieuwe Nederlandse paviljoen worden geopend. De missie zal tot 18 april in de Unie van Zuid-Afrika blijven. (Verkort weergegeven) Aanbevolen. Nog steeds gaat de stroom van Nederland-vaarders voort; de einde loze stroom van mannen en vrouwen, vol wassenen en kinderen, die node Indonesië verlaten en op de boot stappen naar het kille, dikwijls totaal vreemde Nederland. Duizenden, tienduizenden die in Indonesië geworteld waren, die daar als klein-amb- tenaar of klein-landbouwer hun 'oi"ood ver dienden en die nu óf niet meer van hun pensioentje kunnen leven óf zich hun mid delen van bestaan zagen ontvallen en toch een westers gerichte opvoeding voor hun kindex-en onontbeex-lijk achten, willen on der de druk uit, waaronder zij in Indone sië leven. Duizenden worden nog verwacht, die het aan alles ontbi-eekt. Zeker, deze gex-epa- triëerden wox-den door de ovex-heid opge vangen en op dezelfde wijze geholpen als hun voorgangers, maar nu beschikken zij als regel niet over enige resex-ves aan geld en/of goed, noch over familie in Ne derland, waarop zij kunnen tei-ugvallen. Waar ovex-heidshulp nu eenmaal niet af doende kan zijn, wordt voor aanvullende hulp in de vorm van nieuwe kleding, dek king, brandstof, enz., in steeds toenemende mate een beroep gedaan op onze Stich ting. Een beroep, dat wij jax-enlang in ruime mate hebben kunnen honoreren en dat nu dreigt tevergeefs te worden gedaan, omdat ons helaas de middelen om daaraan te blijven voldoen gaan ontbreken. Toch wil len en kunnen wij onze deuren nog niet voorgoed sluiten. Het Nederüandse volk mag niet blind zijn voor dat tx-ieste probleem. Doel van dit schrijven is, ten behoeve van de Neder- landex-s overzee, die wij zien als onze vluchtelingen, een beroep te doen op uw begrip en hulpvaardigheid en u te vragen ons door uw bijdrage in staat te steilen onze arbeid voort te zetten. Uw bijdrage kan gestort worden op giro rekening 500500 van onze Stichting, dan wel op onze rekening bij het Bankierskan toor Landry Van Till, Parkstx-aat 6, 's-Gravenhage. Uit naam van duizenden gerepatriëerde Nederlanders danken wij u bij voorbaat. STICHTING „ZORG VOOR GEREPATRIEERDEN" AMERICAIN in Amsterdam bestaat dezer dagen vijfenzeven tig jaar. De prent, die wij hierbij afdrukken, staat in dc ju bileumuitgave „Gasten op het Leidseplcin" een album, waarin de journalist Fred Thomas de geschiedenis van het bekende hotel-café-restaurant beschrijft. De prent geeft de sitxiatie weer op het Leidseplein in het einde van de vorige eeuw. Het huis met het scherm links was café Hollandais, tegenwoordig mode huis Hirsch geheten. Evenals in Americain, dat hier schuil gaat achter de facade van de Stadsschouwburg, zaten in Hollandais achter de hoge ramen de acteurs, de schrijvers, de critici, die in die dagen iets te betekenen hadden. Er kwamen daar alleen wat „mindere goden" dan in Americain, zegt de auteur. Op het Leidseplein en in de onmiddellijke omgeving heeft nooit een ge legenheid met Americain kunnen concurreren. De voornaamsten van de voornaamsten hebben het altijd daar gezocht. Of dat nog zo is zullen de dagbladschrijvers van 1982 bjj het honderd jarig bestaan van Americain misschien kunnen zeggen. Wij dur ven het in ieder geval niet. Hoe zag het er vroeger uit? Thomas schrijft: „In de zalen van het hotel, met zijn intieme hoekjes en zitjes, ontmoetten elkaar in het middaguur of 's avonds bij het gelig licht der suizende gasbalonnen niet alleen de acteurs en toneelliefhebbers, maar ook musici, litteratoren, Wagneria- nen, leden van de balie, architecten, politici en sportlui, de high- life van Amsterdam en de jeunesse dorée, deftige heren met h e zjjden en jaquet naast jongelui van de rijwielschool in een flatteus fietskostuum. Men dronk er zijn bittertje, zijn koffie, zijn glas Stout, men bestelde er een „ronde" pannekoek, een „puist" pasteitje, een „uitgeknepen kogel" uitgeperste ci troen, een „schutter" klein glas bier, een „zacht of hard kalf" een zacht of hard broodje kalfsvlees of een „zacht graatje" zacht broodje garnalen, er was een genoegelijk va et vienl van bezoekers, heen en weer geloop van kelners. En de arties ten krvamen in de couranten snuffelen om te zien of er ook een critiek in stond „waar ze niets om gaven" tenzij die gunstig was Is er veel veranderd? Sommige dingen zijn veranderd, som mige niet. Uit Thomas' schildering van het Leidseplein, die ook bijzonder de moeite waard is, wordt het beeld van een door er door gezellig Amsterdams centrum in het onbezorgde „fin dc siècle" volledig: „De heren droegen hoeden en de mannen pet ten, allen gelijkelijk snorren en knevels. Jonge meisjes ver toonden zich in lange stijve jurken-en hadden het haar lang op de rug. De jongens waren gekleed in nauwsluitende buisjes en smalle, sluike broeken tot ver over de knie. Tussen hen door bewogen zich de Burgerwezen in rood en zwart kostuum, liep een dienstbode met strakgestreken boezel en hagelwit kornet het boodschappenmandje onder de arm. En de rode kiosken waren er nog en overal voor de vensters de lange gele lancaster gordijnen. Om elke boom stond een keurig houten hekje er 's avonds deed de lantaarnopsteker zijn ronde". Het is een aardig verhaal waaruit we de geschiedenis van Americain en dus van het Leidseplein Ieren kennen. Het is met foto's, schetsen en prenten, waaronder enkele van Isaac Israels, geïllustreerd. Wie de prachtige prent heeft gemaakt, die wij hierbij reproduceren, staat er helaas niet bij, zoals er meer ongesigneerde afbeeldingen in voorkomen. De industriestad Lyon aan de Rhone in Frank rijk viert dit jaar het 'eest van haar tweedui zendjarig bestaan. In het jaar 43 voor Christus werd hier namelijk de Colonia Copia Lugdu- num gesticht, waaruit 'ater de stad Lyon ont stond. De feesten begin nen in oktobei-, maar het comité, dat met de or ganisatie werd belast, is reeds maandenlang be zig een attractief pro gramma op te stellen. Enkele punten van dit orogramma heeft men bekend gemaakt: de op- -ichting van een Gallo- Romeins museum, ver der restaux-atie van het uit de vijftiende eeuw daterend gildehuis en 't inrichten van een oude drukkerij of boekhandel

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 9