CELEERDEN GAAN MOEDER AARDE
WELDRA DE MAAT NEMEN
Ook Nederland speelt een rol
Spanning tussen statische vorm
en bewegelijke inhoud
Naaldwerk en
houtsneden
Internationaal Geofysisch Jaar
Fysica-professor met „grotcomplex
De negen Muzen j
ticem een paar.
ZATERDAG 23 MAART 1957
HAARLEMS DAGBLAD
5
POTTER'S LINIA
Graf van 36 Egyptenaren
bij Gaza gevonden
Goudschat in tuin gevonden
De oudste metingen
Snellius: nauwkeuriger
Om twee kilometer
Nieuw instrument
Problematiek van de grote stad
Prof. S. Groenman sprak voor
de Sociale Interacademiale
De Paleispost voor
de jeugd
Dit jaar weer expositie
van beeldende kunst
Litteraire biljart keu op
Haarlemse lakens
GAZA (UP) Palestijnse boeren hebben
de vorige week in Gaza, nabij de Israe-
lisch-Egyptische grens, een massagraf in
een verlaten loopgraaf ontdekt. Het graf
bevatte 36 burgers uit Gaza, die volgens de
burgemeester van die stad op 10 november
door de Israëlische bezettingstroepen tij
dens een razzia uit hun woningen werden
verdreven, en buiten de stad op een heu
vel in de woestijn zijn vermoord. De bur
gemeester beweert dat 700 inwoners van
Gaza sinds de Israëlische bezetting ver
mist worden. De lichamen werden onder
toezicht van de twee UNO-waarnemers,
die het onderzoek instellen, herbegraven.
Volgens een Egyptische arts die de licha
men heeft onderzocht, zijn de slachtoffers
vier tot vijf maanden geleden gestorven.
Verwondingen en botbreuken wijzen er op
dat de burgers doodgeschoten zijn.
Een menigte van vijfduizend Arabieren
heeft vandaag een pelgrimstocht gemaakt
naar „de heldenbegraafplaats".
(AFP) Een Israëlische militaire
woordvoerder heeft meegedeeld dat er in
het noorden van het land schoten zijn ge
wisseld tussen een Israëlische patrouille
en geschutstellingen op Jordaans gebied.
Een alleenwonende dame in Den Helder
heeft in de tuin van haar woning een
goudschat gevonden, bestaande uit 700
gouden tientjes en 800 Engelse ponden.
Verondersteld wordt, dat de inmiddels
overleden vader van de vindster deze schat
daar in bezettingstijd heeft begraven.
Een gepensioneerde hoog
leraar in de fysica, die zich
dermate voor de speleologie
interesseert dat hij door
deze hobby wordt meege
sleept en er niet over kan
zwijgen, en die bovendien
lid is van de „Club der Ex
centrieken", kan alleen een
Brit zijn.
Het was dan ook een En
gelsman, prof. L. S. Palmer,
die donderdagavond in
restaurant Brinkman aan
het Houtplein te Haarlem
voor een klein, maar ge
boeid luisterend gehoor, be
staande uit leden van de
afdeling Haarlem van het
genootschap Nederland-En-
geland, sprak over „Oude
en moderne grotmensen".
In het eerste deel van zijn
voordracht die geïllustreerd
werd met een groot aantal
lichtbeelden, gaf prof. Pal
mer een overzicht van de
Dude grotbewoners in En
geland: de Neanderthal-
mensen, die omstreeks
50.000 jaar voor Christus de
grotten als woningen ge
bruikten, de latere mensen
soort, die er slechts ere
diensten hield en de oude
Kelten, die de grotten tot
aan de komst van de Ro
meinen als toevluchtsoord
beschouwden.
Op aangrijpende wijze
vertelde prof. Palmer van
een oude Keltische stam,
die vrouwen en kinderen
naar een grottencomplex
stuurde ter beveiliging
tegen de gevolgen van een
invasie van de Belgen, een
volk uit Noord-Frankrijk.
Deze grot stortte in en het
zou 2000 jaar duren voor
grottenonderzoekers het
massagraf ontdekten.
In het tweede gedeelte
van zijn voordracht schets
te de amateur-speleoloog
(het woord amateur hier ge
bruikt in de beste zin van
het woord) de moeilijk
heden, die de moderne on
derzoekers ondervinden bij
hun exploratietochten.
Films illustreerden het be
toog, waarbij unieke opna
men werden vertoond van
modern uitgeruste duikers
in onderaardse meren. In
Engeland bestaat grote be
langstelling voor grotten-
onderzoek. Iedere plaats in
de omgeving van Bristol
heeft zijn eigen „cave-club"
waarbij mannen en vrou
wen zijn aangesloten, die op
eigen houtje de uitgebreide
grotcomplexen gaan ver
kennen. Het gevolg hiervan
is geweest, dat er ook plaat
selijke „cave-rescue-teams"
moesten worden gevormd,
die tot taak hadden ver
dwaalde of vastgeraakte
amateurs weer levend aan
de oppervlakte te brengen.
Thans zijn er zelfs lande
lijke organisaties op dit ge
bied.
Prof. Palmer, die zelf van
jongs af aan geïnteresseerd
is geweest in alles wat met
grotten te maken heeft, is
er zelfs toe overgegaan in
zijn woonplaats Wells in
Somerset een museum in te
richten met bijzonderheden
uit de grotten. Woning
bouwverenigingen hebben
zijn hulp ingeroepen ten
einde te kunnen vaststellen
of zich onder terreinen
waar men wilde gaan bou
wen, grotten bevonden, die
gevaar voor instorten op
leverden.
Hiermee toonde prof. Pal
mer tevens het nut aan van
een bezigheid, die, door
hem aanvankelijk als hobby
ondernomen, slechts bevre
diging heeft kunnen geven,
toen zij kon worden ge
stoeld op een wetenschap
pelijke basis.
Hetgeen duidelijk weer
spreekt de mening van één
der leden van de „Club der
Excentrieken", die prof.
Palmer, zonder hem te ken
nen, eens in vertrouwen
heeft gezegd, dat speleolo
gen toch eigenlijk niet in
de club thuishoorden, om
dat zij niet „zonderling",
maar rondweg „gek" waren.
Het is geen eenvoudig karwei de om
trek van de aarde te meten. De geschie
denis bewijst dit. Zelfs nu is de omtrek
slechts op twee kilometers nauwkeurig
bekend. Ook onze kennis van de vorm van
de aarde laat nog te wensen over. Daarom
zal tijdens het geofysische jaar een poging
worden gedaan om deze lacunes in onze
kennis aan te vullen. Twintig kijkers van
bijzondere makelij zullen de gegevens ver
zamelen, die nodig zijn voor de correctie
van de thans bekende afmetingen van het
aardlichaam.
Tweeëntwintighonderd jaar geleden werd
Egypte bestuurd door Griekse ambtenaren.
Alexandrië was het centrum van de we
reldhandel en tevens een middelpunt van
wetenschap. In het „Meseum", de tempel
der muzen, bevond zich een grote biblio
theek waar de kostbaarste geschriften
waren verzameld. Eratosthenes, een aard
rijkskundige, was een van de eerste leiders
van deze bibliotheek. Hem komt de eer
toe, moeder Aarde voor het eerst de maat
genomen te hebben. Volgens zijn schatting
zou de omtrek van de aarde 250.000 sta
diën bedragen. Het was Eratosthenes ter
ore gekomen dat in de stad Syene niet
ver van de plaats waar thans de Assoean-
dam wordt gebouwd de bodem van een
diepe put slechts te zien was op de langste
dag van het jaar, omdat dan de zon op het
middaguur recht op de put scheen. De zon
stond daar dus in top op de langste dag.
In Alexandrië echter wezen de zonne
wijzers aan dat de zon op de langste dag
een vijftigste deel van een cirkel ten zui
den van het toppunt stond (zie figuur 1). Dus moet, zo rede
neerde Eratosthenes, de afstand AlexandriëSyene een vijftig
ste deel van de aardomtrek zijn. Te oordelen naar de tijd die
"s konings boden nodig hadden, moest deze afstand 5000 stadiën
bedragen. Bijgevolg moest de omtrek van de aarde 50 X 5000
250.000 stadiën zijn.
Jammer genoeg verkeren wij tot. op de huidige dag in het
onzekere over de lengte van een „stadië", die toen in zwang
was. Als zij die beweren dat een stadië gelijk is aan 157 meters,
gelijk hebben, dan heeft Eratosthenes de omtrek van de aarde
begroot op 39.000.000 meters.
Zijn uitkomst is dan vrijwel gelijk aan het cijfer dat ons
op de lagere school is ingeprent.
In 1617 verscheen een boekje, getiteld „Eratosthenes batavus"
(de bataafse Eratosthenes). Hierin werd beschreven hoe de drie
hoeksmeting kon worden toegepast om de omtrek van de aarde
te meten. Deze nieuwe methode werd bedacht door de Leidse
hoogleraar Willebrordus Snel van Royen, beter bekend als
Snellius. Hijzelf en anderen hebben deze methode toegepast om
de lengte van een breedtegraad het driehonderdzestigste deel
van de omtrek van de aarde nauwkeurig te meten. Snellius
vond dat een breedtegraad overeenstemt met ruim 69 Engelse
mijlen, dus met honderdelf kilometer. Op grond daarvan be
sloot men dat de omtrek van de aarde bijna 40.000 kilometer
bedraagt. Deze metingen waren aanmerkelijk zuiverder dan die
van Eratosthenes, maar toch kon men er niet voor instaan dat
de uitkomst niet enkele tientallen kilometers bezijden de
waarheid was.
Nadien zijn de instrumenten steeds meer verfijnd en hebben
diverse waarnemers nieuwe methoden bedacht. De omtrek van
de aarde, gemeten langs de evenaar, wordt thans gesteld op
40.069 km, doch de werkelijke omtrek kan zoals gezegd wel
twee kilometer groter of kleiner zijn. dan dit bedrag.
Is het niet vreemd dat voor dit eeuwenoude vraagstuk nog
steeds geen juiste oplossing gevonden is? Oordeel niet te snel!
Als u de lengte van uw huiskamer meet en daarbij twee tienden
van een millimeter mis bent, begaat u, naar verhouding, een
even grote fout als de onderzoekers, die de omtrek van de
aarde twee kilometer te groot of te klein hebben gemeten. Zo
beschouwd is de fout slechts gering. Dus bent u geneigd te zeg
gen: „Laat de onderzoekers nu maar tevreden zijn, het komt
toch niet op een paar kilometer aan?"
De organisatoren van het internationale geofysische jaar
denken er anders over. Zij vinden dat de afmetingen van de
aarde zo goed moeten worden gemeten als met de huidige
middelen mogelijk is.
Is er dan meer dan één afmeting? Ongetwijfeld, want de
aarde is afgeplat, haar middellijn van pool tot pool ge
meten is kleiner dan de middellijn van de evenaar.
Wetenschappelijk bezien is het noodzakelijk, niet alleen de
omtrek van de evenaar, maar ook de vorm van de aarde nauw
keurig te kennen. Daartoe zijn nieuwe metingen nodig. Deze
metingen moeten liefst worden uitgevoerd
met nieuwe instrumenten, en wel zodanig
dat moeilijkheden, waarmee vroegere
onderzoekers te kampen hadden, ditmaal
worden vermeden.
Er is een nieuw instrument. Het is een
kijker, ontworpen door dr. W. Markowitz,
directeur van de tijddienst van het United
States Naval Observatory te Washington.
Deze sterrenwacht van de marine heeft
twintig gelijke kijkers laten bouwen en
stelt deze ter beschikking van twintig
onderzoekers, die over de gehele wereld
zijn verspreid. Voor het merendeel zullen
de instrumenten op bestaande sterren
wachten worden opgesteld, doch een aantal
gaat naar waarnemingsposten, die in het
bijzonder voor het geofysische jaar worden
ingericht. Een van deze tijdelijke stations
verrijst thans op het eiland Curasao (zie
maquette).
Kort en bondig gezegd komt het hierop
neer: zet de kijker van Markowitz ergens
neer. fotografeer er herhaaldelijk de maan
en de om haar heen staande sterren mee
enna verloop van tijd zal de kijker
zoveel gegevens hebben verzameld, dat
precies kan worden berekend op welk
plekje op aarde .de kijker zich bevindt.
Mocht dit u wat wonderlijk in de oren
klinken, dan vraag ik u, even aan onze
zeelieden te denken. Doen zij niet iets
soortgelijks? De stuurman richt zijn sex
tant op een paar sterren, hij leest hun
stand op de verdeelde cirkel af. hij kijkt
tegelijkertijd op zijn klok en na enig reke
nen weet hij te vertellen waar het schip
zich op dat tijdstip op zee bevindt. De
kijker van Markowitz verricht langs foto
grafische weg alle handelingen die we de
stuurman zagen uitvoeren. Het behoeft
geen betoog dat de grote kijker, die on
wrikbaar is opgesteld, veel zuiverder uit
komsten geeft dan de kleine sextant op
het schommelende schip.
Of heeft u zich verbaasd over de on
nozelheid van de waarnemers. Zij weten
toch waar ze hun kijker neerzetten? Toe
gegeven: de waarnemers op Curaqao bij
voorbeeld, weten precies waar zij zijn. Zij
weten ook, hoever hun kijker van het
hartje van Willemstad verwijderd is en
wel op de centimeter nauwkeurig. Maar
weten zij even precies, hoever zij van het
Naval Observatory te Washington of van
de sterrenwacht van Leiden verwijderd
zijn? Nee: want de afmetingen van de
aarde zijn nog niet nauwkeurig genoeg
bekend!
Dezer dagen zullen de geodetisch in-
toppunt
kijker van Markowitz ligt reeds in Cura-
gao op hen te wachten.
De waarnemingen die op Curagao zullen
worden verricht, bestaan niet uitsluitend
uit het maken van foto's met de kijker
van Markowitz. Er zullen ook, eveneens in
internationale samenwerking, zeer nauw
keurige tijdsbepalingen worden gedaan. Er
gaan drie kostbare kwartsklokken en een
bijzonder mooie chronograaf (tijdschrijver)
mee. De chronograaf drukt de waarge
nomen tijdstippen op een strook wit pa
pier, waarvan ze met een nauwkeurigheid
van minder dan een honderdste seconde
kunnen worden afgelezen.
Deze tijdsbepalingen dienen voor ver
scheidene doeleinden. Een hiervan is een
nauwgezette controle op het wentelen van
de aarde. Het is reeds geruime lijd bekend
dat de aarde in de loop van de tijden ge
stadig langzamer gaat draaien, ja zelfs ge
heel onverwachts sprongsgewijze haar om-
'wentelingstijd wijzigt. „Moeder aarde" zou
geen vrouw zijn, als ze niet ook haar gril
len had!
genieurs J. Rolff en A. C. Scheepmaker
naar Curagao vertrekken om daar de Ne
derlandse waarnemingspost te betrekken
en in te richten.
Hun instrumenten, die tezamen een be
drag van tweehonderdduizend gulden ver
tegenwoordigen, reizen met hen mee. De
BIJ DE ILLUSTRATIES
Van links naar rechts: prof. R. Roelofs, ir.
J. Rolff en ir. A. C. Scheepmaker. Prof.
Roelofs is de leider van de expeditie. Op
de voorgrond zijn op de maquette de beide
woningen te zien, met daartussen het ge
bouwtje waar de klokken, de chronograaf
en de ontvangtoestellen worden onderge
bracht. Achter het linker woonhuis het
gebouw voor de maankijker. Prof. Roelofs
wijst naar het gebouwtje waarin het in
strument zal worden opgesteld, dat links
van hem op een voetstuk tentoongesteld is.
Een van de twintig kijkers waarmee tijdens
het Internationaal Geofisische Jaar de af
metingen en de gedaante van de aarde zeer
nauwkeurig zullen worden bepaald. De
foto is genomen in de tuin van het Naval
Observatory in Washington D.C. Het ver
nuftige van deze kijker is. dat hij de maan
en de sterren rondom de maan tegelijk
volkomen scherp afbeeldt. Dit is een kunst
stukje. dat anderen niet en dr. W.
Markowitz wel gelukt is.
Een diepe put in Syene (s) en een zonne
wijzer in Alexandrië (a) zijde eenvou
dige hulpmiddelen, die Eratosthenes ge
bruikte om de omtrek van de aarde te
schatten.
ADVERTENTIE
In de spoorwegtunnel te Velsen past
men een nieuwe methode toe bij het
leggen van de rails. De spoorbanen
worden namelijk gelast volgens het
procédé van een Duits ingenieur. De
gebruikelijke methode is ze met ver
bindingsstukken aan elkaar te klinken.
Daar er in de tunnel geen tempera
tuursverschillen zijn worden de sta
ven nu gelast. Men ziet. de ingenieur
zijn vinding op de foto zelf in praktijk
brengen.
Venetiaans nachtfeest Het genootschap
Nederland-Italië zal op 29 maart zijn 25-
jarig bestaan vieren met een Venetiaans
nachtfeest in hot Kurhaus in Schevenin-
gen. Het programma vermeldt ondermeer
optreden van het ballet Carrasz, fragmen
ten uit Carlo Goldoni's „De leugenaar"
door leerlingen van het Nederlands Ly
ceum en een show van Italiaanse mode.
Jazzweek. De Dordrechtse Jazzsociëteit
zal van 23 tot en met 30 april, ter gelegen
heid van haar tienjarig bestaan, een jazz
week houden. Een hoogtepunt van het pro
gramma zal een expositie zijn onder de
titel „Jazz in woord en beeld". Deze ex
positie zal kunstwerken en litteratuur be
vatten, geïnspireerd op de oude klassieke
jazzmuziek.
Ereleden. Dr. Eduard van Beinum,
Eduard Flipse en dr. Rudolf Mengelberg
hebben het erelidmaatschap van het „In
ternational!? Gustav Mahler Gezelschap"
aanvaard.
„Malhias Kempprijs" Het bestuur van
de stichting „Mathias Kempprijs" in Maas
tricht heeft besloten de termijn van inzen
ding voor deze litteraire prijs met drie
maanden (tot 1 juli) te verlengen.
Brief van Beethoven Op een veiling
in Brunswijk (West-Duitsland) heeft een
brief van Beethoven aan zijn uitgever Ar-
taria zesduizend mark opgebracht. Het
stuk werd gekocht door het Beethovenhuis
in Bonn.
Ambassadeur-auteur. Mevrouw Clare
Booth Luce, die vóór haar benoeming tot
Amerikaans ambassadeur in Rome reeds
toneelstukken heeft geschreven, heeft thans
een nieuw stuk vervaardigd: „The little
dipper", dat in oktober in Broadway in
première zal gaan.
In Leiden is het zesde jaarlijkse congres
gehouden van de Sociale Interacademiale,
de Nederlandse federatie van universitaire
studieverengingen in de sociale weten
schappen, die alle studieverenigingen in de
sociale wetenschappen aan de Nederlandse
universiteiten en hogescholen omvat. Zij
heeft ten doel de bevordering van het on
derling contact tussen de toekomstige be
oefenaren van de sociale wetenschappen
en de verdieping van hun kennis en inzicht
in de sociale werkelijkheid. Voor het be
reiken van deze doelstelling wordt ieder
jaar in een van de universiteitssteden dooi
de studenten in de sociale wetenschappen
een congres gehouden. Dit jaar waren de
Leidse studenten aan de beurt voor de or
ganisatie van dit congres, dat in het con
ferentieoord „De Haven" te Wassenaar
werd gehouden. Als onderwerp was geko
zen „De grote stad", waarover prof. dr. S.
Groenman een causerie hield. Een dei-
centrale problemen van de planologie, zei
hij, is de spanning die bestaat tussen vorm
en inhoud. De vorm is statisch, de inhoud
daarentegen bewegelijk. Planologie brengt
vormen, maar het maatschappelijk verkeer
fs bewegelijk en verzet zich er tegen in
vaste vormen te worden gegoten. Deze pro
blematiek doet zich het sterkst voor in de
grote stad, waar kapitale bestemmingen
worden gegeven voor lange duur, die niet
met de bewegelijkheid van de menselijke
geest in overeenstemming zijn.
In de grote stad is het leven intensief en
er zijn grote aantallen mensen bij betrok
ken. Alles wijst er op dat in het steden-
Bij Santee Landweer in Amsterdam ex
poseert tot 28 maart mevrouw Jacq._ Ver-
spyck, echtgenote van de Parijs-Neder-
landsche schilder van die naam. Haar ten
toonstelling is zeker al de moeite waard
voor onze lezeressen daar mevrouw Ver-
spyck naaldwerken exposeert: naaldwer
ken, die iets hebben van kleine decoratieve
schilderijtjes van een kwaliteit, die deze
verzameling ongeacht de techniek al aan
trekkelijk maakt.
Jacq. Verspyck borduurt op verschil
lend gekleurde ondergrond, appliqueert
met onder meer verscheidene soorten
band, waaronder zelfs veterband. Het ver
schil in al de gebruikte materialen geeft
aan haar werk een schilderachtige rijk
dom. Door een éénkleurig stuk band op
verscheidene plekken over te werken en
vast te hechten met uiteenlopende kleuren
bereikt zij geraffineerde nuanceverschil
len. De dikte van veterband, andere stof
fen, waaronder ook de wol waarmee ze
eveneens borduurt, geeft nog enig relief
hier en daar. Voor liefhebsters valt hier
zeker wat te leren.
Maar Jacq. Verspeycks werk is interes
sant om meer dan de techniek alleen, zo
als ik al zei. Het is in de eerste plaats
mooi, mede door een bijzondere en per
soonlijke, kleurgeving. Hoewel ik even
vergeleek met schilderijtjes moet ik zeg
gen, dat dit werk me zozeer bevalt omdat
het geheel uit het beschikbare materiaal
gedacht is en dit passend behandeld werd.
Het werd niet gelijmd op papier of aan
elkaar. Het is puur naaldwerk. De vorm
geving is in haar gebondenheid aan het
materiaal vaak verrassend. Veel moet van
te voren wel overdacht zijn, want dit
soort werk laat niet zo veel improviseren
toe. Een verkeerde kleur in het borduur
sel moet weer uitgehaald worden. Omdat
mevrouw Verspyck haar werk blijkbaar
een bescheidener functie toedenkt dan het
schillderij, zoekt zij haar onderwerp veelal
in symbolen. Zo heeft ze de dierenriem
compleet en voorts andere voorstellingen
als bijvoorbeeld Venetië gesymboliseerd
door een caleidoscoop van bekende gebou
wen van die stad.
Tot dezelfde datum exposeert in Santee
Landweer's tuinhuis de Duitser Alfred
Luyken houtsneden, merendeels in kleur.
Werk als dit is ons niet onbekend. Want
het lijkt op veel van prof. Jan Wiegers
en de invloed van Kirchner blijkt duide
lijk. Hoe lang blijft deze invloed doorwer
ken, als we bedenken, dat Luykens scho
ling wel een hele tijd kwam na Wiegers
enthousiasme voor deze Duitse expressio
nist, die hij in Zwitserland meemaakte!
Evenals bij Wiegers zijn de landschappen
vaak verrassend van compositie. Enkele
koppen trokken me bijzonder aan. Luy
ken gebruikt nogal eens generfd hout,
waardoor zekere nuanceringen bereikt
worden.
Bob Buys
Imp. Fa. H. ten HERKEL HILVERSUM
rijke Nederland het probleem van de span
ning tussen leven en vorm onoplosbaar is
geworden, tenzij men zich door ingrijpen
de maatregelen nieuwe vrijheid verwerft,
bijvoorbeeld door stichting van nieuwe
steden, die beter niet satellietsteden ge
noemd kunnen worden, omdat het er om
gaat zelfstandige eenheden te creëren.
Door dit te doen ontstaat de mogelijkheid
het vraagstuk van de verkeerscongestie,
die volgens prof. Groenman gaat gelijken
op een rampsituatie, op te lossen. Tevens
kan een stadseenheid ontstaan die beant
woordt aan de normen van de mens. In
houd en vorm dienen daarbij op elkaar af
gestemd te zijn.
De vermetelheid, waarmee een stad
wordt ontworpen en het geloof, dat daarbij
tot uitdrukking wordt gebracht in het sla
gen van de onderneming, is in hoge mate
bepalend voor de ontwikkeling van de
welvaartsbronnen in de nieuwe stad. Niet
alleen de behoeften van de bevolking,
maar ook het vertrouwen in de juistheid
van een ontwerp moeten hoekstenen van
de plannen zijn. De nieuwe stad wordt
daardoor zowel een omhulde eenheid als
een gevulde vorm, aldus prof. Groenman.
Bevolkingsaanwas
Drs. C. S. Kruijt, hoofd van de afdeling
onderzoek van de Rijksdienst voor het
Nationale Plan. sprak over „De grote stad
als planologisch probleem". Het opvan
gen van de bevolkingsaanwas in het wes
ten van ons land zou naar zijn mening niet
door een grootscheepse stadssancring op
te lossen zijn.
Hij stelde drie alternatieven: het uit
breiden van de bestaande grote steden, het
stichten van satellieten en decentrali
satie buiten het westen, welke mogelijk
heden hij zowel van technisch-stedebouw-
kundige, economische, sociologische en
administratief-rechtelijke zijde bezag. Hij
betoogde, dat bij verdere uitgroei der grote
steden de overheid door een krachtig pla
nologisch beleid de ruimte tussen de ste
den moet trachten open te houden. Bij
stichting van satellieten dienen bestaande
kernen t: worden ingeschakeld. Vestiging
op niet te korte afstand is wenselijk, daar
de satelliet anders tot woonwijk van de
moederstad dreigt te worden.
Mocht decentralisatie buiten het westen
gelukken, dan dient volgens drs. Kruijt
het principe van regionale concentratie in
acht te worden genomen. Een te grote ver
snippering van de bevolking zal het moei
lijk maken de noodzakelijke voorzieningen
voor deze bevolking vooral op cultureel
gebied te treffen.
Midden april verschijnt ter gelegenheid
van de komende verjaardag van Koningin
Juliana bij de Uitgevers-Compagnie „De
Branding" in Amsterdam de geïllustreerde
uitgave „De Paleispost voor de jeugd" on
der redactie van P. de Zeeuw JGzn. en J.
Nowee, in onderwijskringen en als schrij
vers van talrijke jeugdboeken niet onbe
kend. met medewerking van Hella S. Haas-
se, Caroline Euwe, D. Wijnbeek, C. C.
Geertsema, Ernst Crone, Mary Joy Aukes,
en met gelukwensen van Suriname, de An
tillen en Nieuw-Guinea.
O penluchttheater
'n Paar tabletjes in de mond doen
wonderen Krachtige bestrijding
bij hoest en keelpijn. Bovendien
frisse adem, óók na gebruik van
cigaretten of 'n borreltje.
In handige platte strooidoosjes
k 55 cent.
Alle
Apothekers
en
Drogisten
verkopen ze.
Gezien het succes van verleden jaar zal
er ook dit jaar in het Bloemendaalse Open
luchttheater een expositie van werken van
Bloemendaalse beeldende kunstenaars wor
den ingericht onder auspiciën van het ge
meentebestuur. Dank zij de medewerking
van de „Stichting Openluchttheater Bloe-
mendaal" zal er deze keer van twee lokali
teiten gebruik gemaakt kunnen worden.
Deze tentoonstelling zal op zaterdag 11 mei
's middags om half drie worden geopend en
zal duren tot en met zondag 26 mei. Zij is
dagelijks geopend van tien tot vijf uur.
.'CCCCCOCCCCCCCCCC03COOCCOOOCOCOCCOCCCCXXOOCCCOOCCOOCCCCC
De biljartkeu, waarmee achtereenvol
gens de letterkundigen Is. Querido, A.
M. de Jong en Dirk Coster, hebben ge
biljart is door een vriendelijke gever
aan Godfried Romans geschonken. Het
is bekend, dat het speelgemiddelde van
zijn drie voorgangers aanzienlijk hoger
ivas dan het zijne, maar misschien is
juist de keu daar de oorzaak van. Het
speeltuig is uitschr oef baar; maar dat
is van ondergeschikte betekenis voor
hel spel, zeggen kenners.