CELEERDEN GAAN MOEDER AARDE WELDRA DE MAAT NEMEN Ook Nederland speelt een rol Spanning tussen statische vorm en bewegelijke inhoud Naaldwerk en houtsneden Internationaal Geofysisch Jaar Fysica-professor met „grotcomplex De negen Muzen j ticem een paar. ZATERDAG 23 MAART 1957 HAARLEMS DAGBLAD 5 POTTER'S LINIA Graf van 36 Egyptenaren bij Gaza gevonden Goudschat in tuin gevonden De oudste metingen Snellius: nauwkeuriger Om twee kilometer Nieuw instrument Problematiek van de grote stad Prof. S. Groenman sprak voor de Sociale Interacademiale De Paleispost voor de jeugd Dit jaar weer expositie van beeldende kunst Litteraire biljart keu op Haarlemse lakens GAZA (UP) Palestijnse boeren hebben de vorige week in Gaza, nabij de Israe- lisch-Egyptische grens, een massagraf in een verlaten loopgraaf ontdekt. Het graf bevatte 36 burgers uit Gaza, die volgens de burgemeester van die stad op 10 november door de Israëlische bezettingstroepen tij dens een razzia uit hun woningen werden verdreven, en buiten de stad op een heu vel in de woestijn zijn vermoord. De bur gemeester beweert dat 700 inwoners van Gaza sinds de Israëlische bezetting ver mist worden. De lichamen werden onder toezicht van de twee UNO-waarnemers, die het onderzoek instellen, herbegraven. Volgens een Egyptische arts die de licha men heeft onderzocht, zijn de slachtoffers vier tot vijf maanden geleden gestorven. Verwondingen en botbreuken wijzen er op dat de burgers doodgeschoten zijn. Een menigte van vijfduizend Arabieren heeft vandaag een pelgrimstocht gemaakt naar „de heldenbegraafplaats". (AFP) Een Israëlische militaire woordvoerder heeft meegedeeld dat er in het noorden van het land schoten zijn ge wisseld tussen een Israëlische patrouille en geschutstellingen op Jordaans gebied. Een alleenwonende dame in Den Helder heeft in de tuin van haar woning een goudschat gevonden, bestaande uit 700 gouden tientjes en 800 Engelse ponden. Verondersteld wordt, dat de inmiddels overleden vader van de vindster deze schat daar in bezettingstijd heeft begraven. Een gepensioneerde hoog leraar in de fysica, die zich dermate voor de speleologie interesseert dat hij door deze hobby wordt meege sleept en er niet over kan zwijgen, en die bovendien lid is van de „Club der Ex centrieken", kan alleen een Brit zijn. Het was dan ook een En gelsman, prof. L. S. Palmer, die donderdagavond in restaurant Brinkman aan het Houtplein te Haarlem voor een klein, maar ge boeid luisterend gehoor, be staande uit leden van de afdeling Haarlem van het genootschap Nederland-En- geland, sprak over „Oude en moderne grotmensen". In het eerste deel van zijn voordracht die geïllustreerd werd met een groot aantal lichtbeelden, gaf prof. Pal mer een overzicht van de Dude grotbewoners in En geland: de Neanderthal- mensen, die omstreeks 50.000 jaar voor Christus de grotten als woningen ge bruikten, de latere mensen soort, die er slechts ere diensten hield en de oude Kelten, die de grotten tot aan de komst van de Ro meinen als toevluchtsoord beschouwden. Op aangrijpende wijze vertelde prof. Palmer van een oude Keltische stam, die vrouwen en kinderen naar een grottencomplex stuurde ter beveiliging tegen de gevolgen van een invasie van de Belgen, een volk uit Noord-Frankrijk. Deze grot stortte in en het zou 2000 jaar duren voor grottenonderzoekers het massagraf ontdekten. In het tweede gedeelte van zijn voordracht schets te de amateur-speleoloog (het woord amateur hier ge bruikt in de beste zin van het woord) de moeilijk heden, die de moderne on derzoekers ondervinden bij hun exploratietochten. Films illustreerden het be toog, waarbij unieke opna men werden vertoond van modern uitgeruste duikers in onderaardse meren. In Engeland bestaat grote be langstelling voor grotten- onderzoek. Iedere plaats in de omgeving van Bristol heeft zijn eigen „cave-club" waarbij mannen en vrou wen zijn aangesloten, die op eigen houtje de uitgebreide grotcomplexen gaan ver kennen. Het gevolg hiervan is geweest, dat er ook plaat selijke „cave-rescue-teams" moesten worden gevormd, die tot taak hadden ver dwaalde of vastgeraakte amateurs weer levend aan de oppervlakte te brengen. Thans zijn er zelfs lande lijke organisaties op dit ge bied. Prof. Palmer, die zelf van jongs af aan geïnteresseerd is geweest in alles wat met grotten te maken heeft, is er zelfs toe overgegaan in zijn woonplaats Wells in Somerset een museum in te richten met bijzonderheden uit de grotten. Woning bouwverenigingen hebben zijn hulp ingeroepen ten einde te kunnen vaststellen of zich onder terreinen waar men wilde gaan bou wen, grotten bevonden, die gevaar voor instorten op leverden. Hiermee toonde prof. Pal mer tevens het nut aan van een bezigheid, die, door hem aanvankelijk als hobby ondernomen, slechts bevre diging heeft kunnen geven, toen zij kon worden ge stoeld op een wetenschap pelijke basis. Hetgeen duidelijk weer spreekt de mening van één der leden van de „Club der Excentrieken", die prof. Palmer, zonder hem te ken nen, eens in vertrouwen heeft gezegd, dat speleolo gen toch eigenlijk niet in de club thuishoorden, om dat zij niet „zonderling", maar rondweg „gek" waren. Het is geen eenvoudig karwei de om trek van de aarde te meten. De geschie denis bewijst dit. Zelfs nu is de omtrek slechts op twee kilometers nauwkeurig bekend. Ook onze kennis van de vorm van de aarde laat nog te wensen over. Daarom zal tijdens het geofysische jaar een poging worden gedaan om deze lacunes in onze kennis aan te vullen. Twintig kijkers van bijzondere makelij zullen de gegevens ver zamelen, die nodig zijn voor de correctie van de thans bekende afmetingen van het aardlichaam. Tweeëntwintighonderd jaar geleden werd Egypte bestuurd door Griekse ambtenaren. Alexandrië was het centrum van de we reldhandel en tevens een middelpunt van wetenschap. In het „Meseum", de tempel der muzen, bevond zich een grote biblio theek waar de kostbaarste geschriften waren verzameld. Eratosthenes, een aard rijkskundige, was een van de eerste leiders van deze bibliotheek. Hem komt de eer toe, moeder Aarde voor het eerst de maat genomen te hebben. Volgens zijn schatting zou de omtrek van de aarde 250.000 sta diën bedragen. Het was Eratosthenes ter ore gekomen dat in de stad Syene niet ver van de plaats waar thans de Assoean- dam wordt gebouwd de bodem van een diepe put slechts te zien was op de langste dag van het jaar, omdat dan de zon op het middaguur recht op de put scheen. De zon stond daar dus in top op de langste dag. In Alexandrië echter wezen de zonne wijzers aan dat de zon op de langste dag een vijftigste deel van een cirkel ten zui den van het toppunt stond (zie figuur 1). Dus moet, zo rede neerde Eratosthenes, de afstand AlexandriëSyene een vijftig ste deel van de aardomtrek zijn. Te oordelen naar de tijd die "s konings boden nodig hadden, moest deze afstand 5000 stadiën bedragen. Bijgevolg moest de omtrek van de aarde 50 X 5000 250.000 stadiën zijn. Jammer genoeg verkeren wij tot. op de huidige dag in het onzekere over de lengte van een „stadië", die toen in zwang was. Als zij die beweren dat een stadië gelijk is aan 157 meters, gelijk hebben, dan heeft Eratosthenes de omtrek van de aarde begroot op 39.000.000 meters. Zijn uitkomst is dan vrijwel gelijk aan het cijfer dat ons op de lagere school is ingeprent. In 1617 verscheen een boekje, getiteld „Eratosthenes batavus" (de bataafse Eratosthenes). Hierin werd beschreven hoe de drie hoeksmeting kon worden toegepast om de omtrek van de aarde te meten. Deze nieuwe methode werd bedacht door de Leidse hoogleraar Willebrordus Snel van Royen, beter bekend als Snellius. Hijzelf en anderen hebben deze methode toegepast om de lengte van een breedtegraad het driehonderdzestigste deel van de omtrek van de aarde nauwkeurig te meten. Snellius vond dat een breedtegraad overeenstemt met ruim 69 Engelse mijlen, dus met honderdelf kilometer. Op grond daarvan be sloot men dat de omtrek van de aarde bijna 40.000 kilometer bedraagt. Deze metingen waren aanmerkelijk zuiverder dan die van Eratosthenes, maar toch kon men er niet voor instaan dat de uitkomst niet enkele tientallen kilometers bezijden de waarheid was. Nadien zijn de instrumenten steeds meer verfijnd en hebben diverse waarnemers nieuwe methoden bedacht. De omtrek van de aarde, gemeten langs de evenaar, wordt thans gesteld op 40.069 km, doch de werkelijke omtrek kan zoals gezegd wel twee kilometer groter of kleiner zijn. dan dit bedrag. Is het niet vreemd dat voor dit eeuwenoude vraagstuk nog steeds geen juiste oplossing gevonden is? Oordeel niet te snel! Als u de lengte van uw huiskamer meet en daarbij twee tienden van een millimeter mis bent, begaat u, naar verhouding, een even grote fout als de onderzoekers, die de omtrek van de aarde twee kilometer te groot of te klein hebben gemeten. Zo beschouwd is de fout slechts gering. Dus bent u geneigd te zeg gen: „Laat de onderzoekers nu maar tevreden zijn, het komt toch niet op een paar kilometer aan?" De organisatoren van het internationale geofysische jaar denken er anders over. Zij vinden dat de afmetingen van de aarde zo goed moeten worden gemeten als met de huidige middelen mogelijk is. Is er dan meer dan één afmeting? Ongetwijfeld, want de aarde is afgeplat, haar middellijn van pool tot pool ge meten is kleiner dan de middellijn van de evenaar. Wetenschappelijk bezien is het noodzakelijk, niet alleen de omtrek van de evenaar, maar ook de vorm van de aarde nauw keurig te kennen. Daartoe zijn nieuwe metingen nodig. Deze metingen moeten liefst worden uitgevoerd met nieuwe instrumenten, en wel zodanig dat moeilijkheden, waarmee vroegere onderzoekers te kampen hadden, ditmaal worden vermeden. Er is een nieuw instrument. Het is een kijker, ontworpen door dr. W. Markowitz, directeur van de tijddienst van het United States Naval Observatory te Washington. Deze sterrenwacht van de marine heeft twintig gelijke kijkers laten bouwen en stelt deze ter beschikking van twintig onderzoekers, die over de gehele wereld zijn verspreid. Voor het merendeel zullen de instrumenten op bestaande sterren wachten worden opgesteld, doch een aantal gaat naar waarnemingsposten, die in het bijzonder voor het geofysische jaar worden ingericht. Een van deze tijdelijke stations verrijst thans op het eiland Curasao (zie maquette). Kort en bondig gezegd komt het hierop neer: zet de kijker van Markowitz ergens neer. fotografeer er herhaaldelijk de maan en de om haar heen staande sterren mee enna verloop van tijd zal de kijker zoveel gegevens hebben verzameld, dat precies kan worden berekend op welk plekje op aarde .de kijker zich bevindt. Mocht dit u wat wonderlijk in de oren klinken, dan vraag ik u, even aan onze zeelieden te denken. Doen zij niet iets soortgelijks? De stuurman richt zijn sex tant op een paar sterren, hij leest hun stand op de verdeelde cirkel af. hij kijkt tegelijkertijd op zijn klok en na enig reke nen weet hij te vertellen waar het schip zich op dat tijdstip op zee bevindt. De kijker van Markowitz verricht langs foto grafische weg alle handelingen die we de stuurman zagen uitvoeren. Het behoeft geen betoog dat de grote kijker, die on wrikbaar is opgesteld, veel zuiverder uit komsten geeft dan de kleine sextant op het schommelende schip. Of heeft u zich verbaasd over de on nozelheid van de waarnemers. Zij weten toch waar ze hun kijker neerzetten? Toe gegeven: de waarnemers op Curaqao bij voorbeeld, weten precies waar zij zijn. Zij weten ook, hoever hun kijker van het hartje van Willemstad verwijderd is en wel op de centimeter nauwkeurig. Maar weten zij even precies, hoever zij van het Naval Observatory te Washington of van de sterrenwacht van Leiden verwijderd zijn? Nee: want de afmetingen van de aarde zijn nog niet nauwkeurig genoeg bekend! Dezer dagen zullen de geodetisch in- toppunt kijker van Markowitz ligt reeds in Cura- gao op hen te wachten. De waarnemingen die op Curagao zullen worden verricht, bestaan niet uitsluitend uit het maken van foto's met de kijker van Markowitz. Er zullen ook, eveneens in internationale samenwerking, zeer nauw keurige tijdsbepalingen worden gedaan. Er gaan drie kostbare kwartsklokken en een bijzonder mooie chronograaf (tijdschrijver) mee. De chronograaf drukt de waarge nomen tijdstippen op een strook wit pa pier, waarvan ze met een nauwkeurigheid van minder dan een honderdste seconde kunnen worden afgelezen. Deze tijdsbepalingen dienen voor ver scheidene doeleinden. Een hiervan is een nauwgezette controle op het wentelen van de aarde. Het is reeds geruime lijd bekend dat de aarde in de loop van de tijden ge stadig langzamer gaat draaien, ja zelfs ge heel onverwachts sprongsgewijze haar om- 'wentelingstijd wijzigt. „Moeder aarde" zou geen vrouw zijn, als ze niet ook haar gril len had! genieurs J. Rolff en A. C. Scheepmaker naar Curagao vertrekken om daar de Ne derlandse waarnemingspost te betrekken en in te richten. Hun instrumenten, die tezamen een be drag van tweehonderdduizend gulden ver tegenwoordigen, reizen met hen mee. De BIJ DE ILLUSTRATIES Van links naar rechts: prof. R. Roelofs, ir. J. Rolff en ir. A. C. Scheepmaker. Prof. Roelofs is de leider van de expeditie. Op de voorgrond zijn op de maquette de beide woningen te zien, met daartussen het ge bouwtje waar de klokken, de chronograaf en de ontvangtoestellen worden onderge bracht. Achter het linker woonhuis het gebouw voor de maankijker. Prof. Roelofs wijst naar het gebouwtje waarin het in strument zal worden opgesteld, dat links van hem op een voetstuk tentoongesteld is. Een van de twintig kijkers waarmee tijdens het Internationaal Geofisische Jaar de af metingen en de gedaante van de aarde zeer nauwkeurig zullen worden bepaald. De foto is genomen in de tuin van het Naval Observatory in Washington D.C. Het ver nuftige van deze kijker is. dat hij de maan en de sterren rondom de maan tegelijk volkomen scherp afbeeldt. Dit is een kunst stukje. dat anderen niet en dr. W. Markowitz wel gelukt is. Een diepe put in Syene (s) en een zonne wijzer in Alexandrië (a) zijde eenvou dige hulpmiddelen, die Eratosthenes ge bruikte om de omtrek van de aarde te schatten. ADVERTENTIE In de spoorwegtunnel te Velsen past men een nieuwe methode toe bij het leggen van de rails. De spoorbanen worden namelijk gelast volgens het procédé van een Duits ingenieur. De gebruikelijke methode is ze met ver bindingsstukken aan elkaar te klinken. Daar er in de tunnel geen tempera tuursverschillen zijn worden de sta ven nu gelast. Men ziet. de ingenieur zijn vinding op de foto zelf in praktijk brengen. Venetiaans nachtfeest Het genootschap Nederland-Italië zal op 29 maart zijn 25- jarig bestaan vieren met een Venetiaans nachtfeest in hot Kurhaus in Schevenin- gen. Het programma vermeldt ondermeer optreden van het ballet Carrasz, fragmen ten uit Carlo Goldoni's „De leugenaar" door leerlingen van het Nederlands Ly ceum en een show van Italiaanse mode. Jazzweek. De Dordrechtse Jazzsociëteit zal van 23 tot en met 30 april, ter gelegen heid van haar tienjarig bestaan, een jazz week houden. Een hoogtepunt van het pro gramma zal een expositie zijn onder de titel „Jazz in woord en beeld". Deze ex positie zal kunstwerken en litteratuur be vatten, geïnspireerd op de oude klassieke jazzmuziek. Ereleden. Dr. Eduard van Beinum, Eduard Flipse en dr. Rudolf Mengelberg hebben het erelidmaatschap van het „In ternational!? Gustav Mahler Gezelschap" aanvaard. „Malhias Kempprijs" Het bestuur van de stichting „Mathias Kempprijs" in Maas tricht heeft besloten de termijn van inzen ding voor deze litteraire prijs met drie maanden (tot 1 juli) te verlengen. Brief van Beethoven Op een veiling in Brunswijk (West-Duitsland) heeft een brief van Beethoven aan zijn uitgever Ar- taria zesduizend mark opgebracht. Het stuk werd gekocht door het Beethovenhuis in Bonn. Ambassadeur-auteur. Mevrouw Clare Booth Luce, die vóór haar benoeming tot Amerikaans ambassadeur in Rome reeds toneelstukken heeft geschreven, heeft thans een nieuw stuk vervaardigd: „The little dipper", dat in oktober in Broadway in première zal gaan. In Leiden is het zesde jaarlijkse congres gehouden van de Sociale Interacademiale, de Nederlandse federatie van universitaire studieverengingen in de sociale weten schappen, die alle studieverenigingen in de sociale wetenschappen aan de Nederlandse universiteiten en hogescholen omvat. Zij heeft ten doel de bevordering van het on derling contact tussen de toekomstige be oefenaren van de sociale wetenschappen en de verdieping van hun kennis en inzicht in de sociale werkelijkheid. Voor het be reiken van deze doelstelling wordt ieder jaar in een van de universiteitssteden dooi de studenten in de sociale wetenschappen een congres gehouden. Dit jaar waren de Leidse studenten aan de beurt voor de or ganisatie van dit congres, dat in het con ferentieoord „De Haven" te Wassenaar werd gehouden. Als onderwerp was geko zen „De grote stad", waarover prof. dr. S. Groenman een causerie hield. Een dei- centrale problemen van de planologie, zei hij, is de spanning die bestaat tussen vorm en inhoud. De vorm is statisch, de inhoud daarentegen bewegelijk. Planologie brengt vormen, maar het maatschappelijk verkeer fs bewegelijk en verzet zich er tegen in vaste vormen te worden gegoten. Deze pro blematiek doet zich het sterkst voor in de grote stad, waar kapitale bestemmingen worden gegeven voor lange duur, die niet met de bewegelijkheid van de menselijke geest in overeenstemming zijn. In de grote stad is het leven intensief en er zijn grote aantallen mensen bij betrok ken. Alles wijst er op dat in het steden- Bij Santee Landweer in Amsterdam ex poseert tot 28 maart mevrouw Jacq._ Ver- spyck, echtgenote van de Parijs-Neder- landsche schilder van die naam. Haar ten toonstelling is zeker al de moeite waard voor onze lezeressen daar mevrouw Ver- spyck naaldwerken exposeert: naaldwer ken, die iets hebben van kleine decoratieve schilderijtjes van een kwaliteit, die deze verzameling ongeacht de techniek al aan trekkelijk maakt. Jacq. Verspyck borduurt op verschil lend gekleurde ondergrond, appliqueert met onder meer verscheidene soorten band, waaronder zelfs veterband. Het ver schil in al de gebruikte materialen geeft aan haar werk een schilderachtige rijk dom. Door een éénkleurig stuk band op verscheidene plekken over te werken en vast te hechten met uiteenlopende kleuren bereikt zij geraffineerde nuanceverschil len. De dikte van veterband, andere stof fen, waaronder ook de wol waarmee ze eveneens borduurt, geeft nog enig relief hier en daar. Voor liefhebsters valt hier zeker wat te leren. Maar Jacq. Verspeycks werk is interes sant om meer dan de techniek alleen, zo als ik al zei. Het is in de eerste plaats mooi, mede door een bijzondere en per soonlijke, kleurgeving. Hoewel ik even vergeleek met schilderijtjes moet ik zeg gen, dat dit werk me zozeer bevalt omdat het geheel uit het beschikbare materiaal gedacht is en dit passend behandeld werd. Het werd niet gelijmd op papier of aan elkaar. Het is puur naaldwerk. De vorm geving is in haar gebondenheid aan het materiaal vaak verrassend. Veel moet van te voren wel overdacht zijn, want dit soort werk laat niet zo veel improviseren toe. Een verkeerde kleur in het borduur sel moet weer uitgehaald worden. Omdat mevrouw Verspyck haar werk blijkbaar een bescheidener functie toedenkt dan het schillderij, zoekt zij haar onderwerp veelal in symbolen. Zo heeft ze de dierenriem compleet en voorts andere voorstellingen als bijvoorbeeld Venetië gesymboliseerd door een caleidoscoop van bekende gebou wen van die stad. Tot dezelfde datum exposeert in Santee Landweer's tuinhuis de Duitser Alfred Luyken houtsneden, merendeels in kleur. Werk als dit is ons niet onbekend. Want het lijkt op veel van prof. Jan Wiegers en de invloed van Kirchner blijkt duide lijk. Hoe lang blijft deze invloed doorwer ken, als we bedenken, dat Luykens scho ling wel een hele tijd kwam na Wiegers enthousiasme voor deze Duitse expressio nist, die hij in Zwitserland meemaakte! Evenals bij Wiegers zijn de landschappen vaak verrassend van compositie. Enkele koppen trokken me bijzonder aan. Luy ken gebruikt nogal eens generfd hout, waardoor zekere nuanceringen bereikt worden. Bob Buys Imp. Fa. H. ten HERKEL HILVERSUM rijke Nederland het probleem van de span ning tussen leven en vorm onoplosbaar is geworden, tenzij men zich door ingrijpen de maatregelen nieuwe vrijheid verwerft, bijvoorbeeld door stichting van nieuwe steden, die beter niet satellietsteden ge noemd kunnen worden, omdat het er om gaat zelfstandige eenheden te creëren. Door dit te doen ontstaat de mogelijkheid het vraagstuk van de verkeerscongestie, die volgens prof. Groenman gaat gelijken op een rampsituatie, op te lossen. Tevens kan een stadseenheid ontstaan die beant woordt aan de normen van de mens. In houd en vorm dienen daarbij op elkaar af gestemd te zijn. De vermetelheid, waarmee een stad wordt ontworpen en het geloof, dat daarbij tot uitdrukking wordt gebracht in het sla gen van de onderneming, is in hoge mate bepalend voor de ontwikkeling van de welvaartsbronnen in de nieuwe stad. Niet alleen de behoeften van de bevolking, maar ook het vertrouwen in de juistheid van een ontwerp moeten hoekstenen van de plannen zijn. De nieuwe stad wordt daardoor zowel een omhulde eenheid als een gevulde vorm, aldus prof. Groenman. Bevolkingsaanwas Drs. C. S. Kruijt, hoofd van de afdeling onderzoek van de Rijksdienst voor het Nationale Plan. sprak over „De grote stad als planologisch probleem". Het opvan gen van de bevolkingsaanwas in het wes ten van ons land zou naar zijn mening niet door een grootscheepse stadssancring op te lossen zijn. Hij stelde drie alternatieven: het uit breiden van de bestaande grote steden, het stichten van satellieten en decentrali satie buiten het westen, welke mogelijk heden hij zowel van technisch-stedebouw- kundige, economische, sociologische en administratief-rechtelijke zijde bezag. Hij betoogde, dat bij verdere uitgroei der grote steden de overheid door een krachtig pla nologisch beleid de ruimte tussen de ste den moet trachten open te houden. Bij stichting van satellieten dienen bestaande kernen t: worden ingeschakeld. Vestiging op niet te korte afstand is wenselijk, daar de satelliet anders tot woonwijk van de moederstad dreigt te worden. Mocht decentralisatie buiten het westen gelukken, dan dient volgens drs. Kruijt het principe van regionale concentratie in acht te worden genomen. Een te grote ver snippering van de bevolking zal het moei lijk maken de noodzakelijke voorzieningen voor deze bevolking vooral op cultureel gebied te treffen. Midden april verschijnt ter gelegenheid van de komende verjaardag van Koningin Juliana bij de Uitgevers-Compagnie „De Branding" in Amsterdam de geïllustreerde uitgave „De Paleispost voor de jeugd" on der redactie van P. de Zeeuw JGzn. en J. Nowee, in onderwijskringen en als schrij vers van talrijke jeugdboeken niet onbe kend. met medewerking van Hella S. Haas- se, Caroline Euwe, D. Wijnbeek, C. C. Geertsema, Ernst Crone, Mary Joy Aukes, en met gelukwensen van Suriname, de An tillen en Nieuw-Guinea. O penluchttheater 'n Paar tabletjes in de mond doen wonderen Krachtige bestrijding bij hoest en keelpijn. Bovendien frisse adem, óók na gebruik van cigaretten of 'n borreltje. In handige platte strooidoosjes k 55 cent. Alle Apothekers en Drogisten verkopen ze. Gezien het succes van verleden jaar zal er ook dit jaar in het Bloemendaalse Open luchttheater een expositie van werken van Bloemendaalse beeldende kunstenaars wor den ingericht onder auspiciën van het ge meentebestuur. Dank zij de medewerking van de „Stichting Openluchttheater Bloe- mendaal" zal er deze keer van twee lokali teiten gebruik gemaakt kunnen worden. Deze tentoonstelling zal op zaterdag 11 mei 's middags om half drie worden geopend en zal duren tot en met zondag 26 mei. Zij is dagelijks geopend van tien tot vijf uur. .'CCCCCOCCCCCCCCCC03COOCCOOOCOCOCCOCCCCXXOOCCCOOCCOOCCCCC De biljartkeu, waarmee achtereenvol gens de letterkundigen Is. Querido, A. M. de Jong en Dirk Coster, hebben ge biljart is door een vriendelijke gever aan Godfried Romans geschonken. Het is bekend, dat het speelgemiddelde van zijn drie voorgangers aanzienlijk hoger ivas dan het zijne, maar misschien is juist de keu daar de oorzaak van. Het speeltuig is uitschr oef baar; maar dat is van ondergeschikte betekenis voor hel spel, zeggen kenners.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 7