grieven aan de redactie Courantiers van de Oprechte over de Ruyters daden Expositie geeft heldere Stijlvolle herdenking van De Ruyter in Vlissingen doorkijk op gouden eeuw „Van het wiel tot het graf' Koningin en Prins legden krans Augustusdagen van 1673 herleven Krantenberichten over slag bij Kijkduin „De Ruytermedaille" Engelse schrijver komt in ons land spreken Zó boeiend is nu PANORAMA ZATERDAG 2 3 MAART 1957 7 „Er ligt een groot gevaar in het herden- Zijn trouw: „Hij is zo loyaal, dat hij zelfs ken. Het laten herleven van grote figuren uit het verleden in het heden kan een soort historische optocht worden. Als zij voorbij is, leven wy weer rustig verder zonder dat er iets veranderd is. „Ik geloof dat herdenken alleen waarde heeft, wanneer wy de mens, die herdacht wordt, tot ons geweten laten spreken en dan moet er altijd iets in ons veranderen." Met deze woorden opende de waarne mend hoofdvlootpredikant, ds. J. W. Sep- meijer, gistermiddag in de Sint Jacobskerk te Vlissingen de herdenking van Michiel Adriaanszoon de Ruyter's geboortedag, 350 jaar geleden. Onder het gehoor bevonden zich Koningin Juliana en Prins Bernhard en talrijke re geringspersonen en andere autoriteiten. Het was een herdenkingsbijeenkomst - in geleid door Vlissingens burgemeester mr. B. Kolff - die stijl had en allure. Reeds in de ochtenduren waren de Koningin en de Pi'ins per auto in Zeeland gearriveerd. Aan de grens van de provincie verwelkomde de Commissaris der Koningin jhr. mr. A. F. C. de Casembroot de vorste lijke personen. In hotel „Brittannia" te Vlissingen bood het gemeentebestuur het Koninklijk paar een noenmaal aan, waar aan 140 gasten aanzaten. Na de lunch be gaven Koningin en Prins zich per auto naar de St. Jacobskerk. Het was een glorie rijke tocht. Vele honderden kinderen, waar onder enkele groepjes Ambonneesjes, wuifden de hoge gasten met vlaggetjes toe; Bij de kerk bood de vijftienjarige Marjolijn de Ruyter de Wildt uit Den Haag - een nazaat van Michiel Adriaanszoon - onze vorstin een fraaie ruiker gele tulpen aan en burgemeester Kolff een welkomstwoord sprak. Nadat de Marinierskapel een dei- liederen uit Valerius „Gedenckklank" ge speeld had, sprak ds. Sepmeijer zijn her denkingsrede uit voor zijn gehoor: vele oude dragers van de De Ruyter-medaille' talrijke marine-autoriteiten in groot tenue. Ds. Sepmeijer schetste in zijn rede enkele karaktertrekken van de grote vlootvoogd. anvppTPWTtr in Restaurant Dreefzicht Fonteinlaan 1, Haarlem op zondag van 10.30 tot 22.00 uur op maandag van 10.30 tot 16.00 uur Zondagavond 9.00 uur FILMVOORSTELLING GRATIS TOEGANG De „De Ruyter-medaille", het ere-teken voor schippers, stuurlieden en verdere le den der bemanning van koopvaardijsche pen en vissersvaartuigen en voor andere personen, die zich door verdienstelijke da den voor de Nederlandse scheepvaart heb ben onderscheiden, is toegekend aan de heer W. H. De Monchy te Hulshorst, oudste directeur van de N.V. Nederlandsch-Ameri- kaanse Scheepvaart Maatschappij „H-ol- land-Amerika-Lijn" (in goud); aan prof. mr. J. Offerhaus te Amstelveen, voorzitter van de Raad voor de Scheepvaart (in goud) en prof. dr. ir. W. P. A. van Lammeren te Wageningen, directeur van het Neder- landsch Scheepsbouwkundig Proefstation. De „De Ruytermedaille" in zilver is ver leend aan: de heer C. van den Blink te Rotterdam, gezagvoerder bij de N.V. Ver- eenigde Nederlandsche Scheepvaart Maat schappij; de heer A. Haitsma te Haarlem, gezagvoerder bij de N.V. Stoomvaart Maat schappij „Nederland"; dr. L. B. J. Stuyt te 's Gravenhage, paler P. G. A. Koevoets, di recteur-havenaalmoezenier van het haven district Rotterdam, mevrouw C. E. Schok king-De Visser te Rotterdam, de heer J. Th. Verstelle te 's Gravenhage. cartograaf- hoofdambtenaar bij het ministerie van Marine en aan de heer A. W.-Ph. Weitzel te Hilversum, verbonden aan Radio Neder land Wereldomroep. In brons is de medaille verleend aan de heer J. Dijkhuizen te Katwijk aan Zee, schipper ter zeevisvaart. geen critiek op de regering kan verdragen." Zijn eenvoud: „hij wordt geen parvenue.. en hield het meest van eenvoudige kost hij was zeker geen renaissance-mens. hij gaf weinig om kunst". Zijn barmhartig heid: „Hij was snel tot medelijden bewo gen, maar had niets slaps of zwaks in zich." „De Ruyter was een groot mens. Hij was trouw in alle dingen van het leven, waarin niets kan verwerkelijkt worden zonder trouw." Na de predikant sprak prof. dr. T. H. Milo, hoogleraar in de geschiedenis der Een overziet it tijdens de kranslegging bij het monument. drukwekkende, groots-opgebouwde rede uit over de zeeman De Ruyter. Een levendig voorgedragen beschrijving, die culmineerde in een schildering van De Ruyter's sneu velen. Kranslegging I Te voet begaven Vorstin en Prins zich vervolgens - luide toegejuicht door vele duizenden - naar De Ruyters vroegere woning, het „Huis Lampsens" aan de Nieu we Dijk, waar de thee werd gebruikt en Morgen is het dus precies driehonderd vijftig jaar geleden, dat Michiel Adriaens- zoon de Ruyter werd geboren. Vanmiddag is de al aangekondigde herdenkingsten toonstelling in het Rijksmuseum in Am sterdam in bijzijn van genodigden officieel geopend. Vrijdagmiddag hebben wij de gelegenheid gehad te kijken wat het resul taat is van maandenlange voorbereiding, die voornamelijk in maar ook buiten ons land heeft plaatsgehad. Dat resultaat is naar ons oordeel meer dan bevredigend. Men krijgt een heldere doorkijk naar een eeuw, die in de Nederlandse geschiedenis boeken als de „gouden" staat vermeld en men verlaat de zalen met een indrukwek kend beeld van de man, die daarin een zó belangrijke plaats had, dat zonder her denking aan zijn nagedachtenis te kort zou zijn gedaan. De inrichters hebben zich weldadig be perkt. De expositie is niet groot, maar groot genoeg. Zij steunt op de collectie schilderijen van zeeslagen en portretten van De Ruyter, zijn naaste medewerkers en zijn vijanden. De rekwisieten die daar naast worden getoond bepalen de leven digheid, waardoor de schilderijen geen ..museumstukken" meer zijn maar verha len worden. De gouden eeuw krijgt hier sfeer. Het decor, dat in die eeuw zo onge looflijk belangrijk was, gaat er leven en De Ruyter loopt er dwars doorheen, met een onverbiddelijk gezicht van de ene hei waar de' burgemeester de Koninklijke be- 1 dendaadI naar de andere. Men moet de zoekers de gouden De Ruyter-gedenkpen- ning aanbood. Tegen half vijf vond de kranslegging plaats bij het De Ruyter-standbeeld, waar de Hongaarse predikant ds. J. A. I. Zaborsky herinnerde aan het feit, dat De Ruyter kort voor zijn dood 26 Hongaarse predikanten, gedeporteerd en geketend als galeislaven, bevrijd had. „Ik heb vele overwinningen behaald, maar het is wel de schoonste dat overzeese gebiedsdelen en het zeewezen ik onschuldigen uit de boeien heb verlost", aan de rijksuniversiteit te Leiden, een in- zo heeft De Ruyter later gezegd. schilderijen van hem vooral vergelijken. Aanvankelijk is hij geportretteerd als een wel zelfbewuste maar toch ook zachtaar dig, man. Later wordt hij vastberaden. Zijn ogen zijn koel: een berekende vechtjas zonder medelijden, hij groeit tot een man van gezag, die geen rivalen duldt en wordt tenslotte, als zijn roem verzekerd is, heel vreemd, weer een zachtaardige man. Dit laatste kan natuurlijk een verkeerde inter pretatie van de schilder zijn. Aan het naturalisme in de schilderkunst Zondag is het 350 jaar geleden, dat Michiel Adriaensz de Ruyter in Vlissin gen werd geboren. Om de betekenis van deze „vader" van 's lands vloot in uiterst kritieke tijden te schetsen is in ons blad reeds eerder een artikel aan hem gewijd. Wij voegen daar, nu de officiële herden king begonnen is, een aantal berichten aan toe uit de Oprechte Haerlemse Cou rant van juli en aïigustus 1673, die een beeld geven van de beklemmendste dagen uit de oorlog met. Engeland, Frankrijk, Munster en Keulen: de da gen, voorafgaande aan de zeeslag bij Kijkduin en de dag van de slag zelf. Het wereldnieuws blijft de gehele voor kant van het blad. in beslag nemen en een deel van de achterpagina, gezet in kleinere letters onder het opschrift NEDERLANDEN, geeft een schril beeld van de toestand, waarin ons land ver keerde: het front van de aanvallende troepen van Frankrijk en. de kleinere vorstendommen ligt over een aanzienlijk deel van ons land verspeld en voor de kust verschijnt een gecombineerde Frans—Engelse vloot, die de weg schijnt te moeten vrijmaken voor een invasie van Britse militie in Holland. Er is namvelijks iets, dat de sfeer van die dagen beter kan oproepen als de be richtgeving in dat oudste nog bestaande blad ter wereld. Wij laten hieronder enige berichten die het verloop van de ontwik keling voor de Nederlandse kust het best tekenen, in chronologische orde volgen. Men moet zich hiertoe even voor de geest halen, dat de Nederlandse vloot zich op hield ter hoogte van Schoonevelt voor de Vlaamse kust, waar zij in juni. twee keer op bijzonder succesvolle wijze slag had geleverd met de Franse en Engelse een heden. Extraordinaire Courant no. 31 Haerlemse Donderdaeghse VLISSINGEN den 28 July: Op heeden komt hier een snauw uyt 's Landts Vloot, medebrengende wel 60 Vrouwen, alsoo men Tydinge heeft bekomen, dat des Vyants Vloot weder in Zee is: een Advys- jacht. die deselve heeft weten recongno- seeren, segt dat 120 Zeylen heeft getelt. 'S-GRAVENHAGE 1 Aug.: Van de Vloot is niet nader; dan soo aenstonds komen hier twee a drie Passagiers, met het Pac- quet-Boot uyt Engelandt overgekomen, zijnde op gisteren door den Engelssen Ad- mirael aengehaelt en wel 4 uren opgehou den, den Schipper had soo lange aen 't Boort van Prins Robbert moeten blijven: deze relateren, dat des Vyandts Vloot be staat in 90 capitaele Schepen en 80 Vaer- tuygen; dat Prins Robbert was op de groote Souverain, gemonteerd met 102 Stucken, en op hebbende 1100 Mannen.... Oprechte Haerlemse Saterdaegse Courant no. 31 MIDDELBURG den 2 Augusti. Op Gis teren meynde men, dat onse Vloot met die van de Vyanden weder in Actie geraeckt soude hebben, als wanneer den Lt. Admi- rael Tromp, hebbende de Avant-guarde eerst aen den Vyandt was, die aenstonts van de andere getrouwelijck wierdt ge- secondeert, maer daer op begaf den Vyandt sigh aenstonts seer confuselijck op de vlucht en weeck. 'S GRAVENHAGE den 3 Augusti. Giste ren tegens den Avont bequam men Ty- dinghe, dat van ter Heyden eenighe Oor log-schepen met veel kleyn Vaertuigh uyt- ter Zee wierd ontdeckt, af-sackende nae de Maes of Schevelingen, zijnde, soo men verstont, Engelsse: waer op haer Hoog Mog: en Ed: Groot Mog: vergaderden en tot in de Nacht te samen bleven, stellende voort soo veel ordre als doenlijck was .tegens het geene d'Engelsse met-een Lan- dinge soude willen ondernemen. Daer zijn eenige Expressen nae den Lt. Admirael de Ruyter gesonden, hem ken- nisse gevende, dat den Vyandt hier op de kust is; wat nu daer op sal volgen, moet den tijdt leeren. HAERLEM den 4 Augusti. Gisteren om trent de middagh quamen de Vlooten van Engelandt en Vranckrijck hier voor de Kust, omtrent drie Myl van de Wal, cours set lende na 't Noorden: men kon die per fect van de Duynen en Strant sien. oock een groot gedeelte tellen; twee Kitsen quamen byzonder nae aen Strant en deeden verscheyde Schooten, ondertussen, al- schoon men hier geene Landinge ver wachte, soo wierd echter het Lant-volck ■~zc<xt^cc/yxy-:c<xv?<^ccc<xxyx>~~rc^s-cc<yyxx<xcccccc-c~ s In de kleine, vergeelde blaadjes van 8 de Oprechte Hearlemsche Courant her- p leeft voor de huidige lezer het beeld van de van alle zijden belaagde-Neder landen uit het jaar 1673. Toen heeft 8 8 luitenant-admiraal De Ruyter vlak voor onze kust getoond wat hij waard 8 was in de moordende zeeslag bij Kijk- 8 duin op 21 augustus. Een keuze uit de 8 ij berichten, die onze benarde, maar 8 geenszins verslagen vaderen toen onder 8 ogen kregen, is hierbij afgedrukt. De R 8 Oprechte kwam iedere week onder <5 één nummer in drie edities uit, een 8 8 dinsdagse, een extra donderdagse en R 8 een zaterdagse. OCO0X*XX>D3OOCXX»D^3OOOD0COO5D3CCO0Oa>3OOC«XOO3COC>3CO: nae Strant op de Zee-Dorpen gecomman- deert en op alles ordre gestelt; doch deze voorleden nacht ten 3 uren hebben het de Vyanden verder in Zee gesteecken. Oprechte no 31 Haerlemse Dinsdaegse Courant HAERLEM den 7 Augusti: Syn Hoog- heyt, gevolght van een goet aental Ruyteri.j, is voorleden Saterdagh voor de middagh gepasseert voorbij Santvoort, en vervolgens langst de Zee-Kust Oprechte Haerlemse Donderdaeghse Cou rant no. 32 HARW1TZ den 3 Augusti. Onse Vloot bestaende in wel 200 Zeylen, is in Zee ge- gaen, daer-en-boven leggen- wel 15000 Man Lant-Militie ge-embarequeert in een groot getal Koolschepen, benoorden Soltsbaey tot bij Iarmuyden, wachtende op ordre van Prins Robbert. 'S GRAVENHAGE den 8 Augusti. Desen morgen heeft men onse Vloot, komende van Schoonevelt, hier voor Schevelingen gesien, omtrent 120 of 130 Zeylen sterk, op deselve wyse als d'Engelse hier te vooren was gesien, men meynt deselve d'Engelse gaet volgen, en staet alsoo alle dagen een generael Treffen te verwachten. HAERLEM den 9 Augusti. Onse Vloot heeft men Gisteren voor de middagh van Zantvoort beginnen te sien, settende het naeder op nae het Noorden, doch heeft vermits de contrarie Windt sedert niet veel konnen vorderen, deselve schijnt in seer goede ordre: d'Engelsse is Gisteren nog boven Petten geweest; soo dat men niet anders kan te gemoet sien, als in *t korte een groote Zee-Battailje, nae wel- ckers uytslagh men by-na in gants Europa siet Extraordinaire Haerlemse Donderdaeghse Courant no. 33 HAERLEM den 16 Augusti. Sedert laetst heeft men tydinghe gehad, dat 's Landts Vloot, nae dat men dier die niet meer sien konde, op Maendag was voor Egmont en vervolgens voort is geseylt tot omtrent De Helder, alwaer gisteren wiert gesien, zijn de de Brandtwachten maer weynigh uren van de Vyandt, apparent tot nu toe het harde We'er belet hebbende, dat noch geen naeder Zee-Battailje is voorgevallen Oprechte no. 34 Haerlemse Dinsdaegse Courant HAERLEM den 21 Augusti. Nae dat men eenigen tijdt heeft verwacht gehad een naeder Rescontre ter Zee, heeft men eyn- delingh dese Morgen al met het lumieren van den dagh het schieten beginnen te hooren, 't welck van 7 tot half tien uren soo perfect met een ongemeen klaer geluyt is gehoort, dat by niemand werdt getwijf- felt, of 's Landts Vloot is op deselve tijdt met die van de vyanden aen den ander geraeckt; waer op heden hier by Publi catie is geordineert de Gebeden dese Nae- middagh in de publijcke Kercken te doen, omme de Goddelijcke Zegen over 's Landts Vloote van Godt de Heere af te bidden, gelijck oock geschiet is Extraordinaire Haerlemse Donderdaeghse Courant no. 34 't SCHIP DE SEVEN PROVINTIEN, vier mijlen van Tessel, den 22 Augusti. 't Heeft God belieft ons eyndelingh een Zuyd-Oosten Windt te geven, daermede wij op Maendagh den 21 deser de Vyanden, van die eeuw hebben wij het te danken, dat we zo uitvoerig en precies tot in de details worden ingelicht over zijn leven en over de manier waarop in die tijd een zeeslag werd gevoerd. Er hangen werke lijk prachtige exemplaren. De meest op vallende zijn wel twee schilderijen, waar op Willem Schellink (1627-1678) het ver branden van de Engelse vloot bij Chatham in beeld heeft gebracht, een keer van zee uit en een keer van land uit. De nauw keurigheid waarmee de handeling en de plaats van handeling is geschilderd en de enorme afmetingen van de doeken ver raadt de trots, die in de zeven provinciën heerste nadat De Ruyter de moed had ge demonstreerd de zware ketting over de Theems stuk te varen. Dr. L. van Lutter- velt, conservator van de afdeling geschie denis van het Rijksmuseum, heeft tijdens de voorbereidingen een reis naar Enge land gemaakt en heeft onder meer nagegaan of er van de ketting nog iets bewaard is gebleven, maar hij heeft geen schakel kun nen vinden. Men vindt op de expositie wel een stuk hout van de „Royal Charles" het Engelse admiraalsschip, dat De Ruyter als buit naar Hellevoetsluis heeft gevaren, benevens de spiegelversiering van hetzelf de schip. Men ziet ook aan de wanden enkele verschoten, geschonden Engelse vlaggen, die als bewijsstukken van de overwinning naar ons land zijn gebracht. Er is veel aandacht besteed aan de zee slagen. uiteraard, maar zo treffend, dat men. na een uur in de zalen goed te hebben rondgekeken, in de verte de kanonnen hoort bulderen en het zout proeft van de zee. Dit lijkt ons een waarborg voor de kwaliteit van de expositie. Aan het slot van deze'korte en als frag ment bedoelde indruk moeten wij nog de aandacht vestigen op de bijzonder verzorg de catalogus. Deze bevat behalve kant tekeningen bij de tentoongestelde stukken een compact overzicht met jaartallen van de geschiedenis tussen De Ruyters geboorte en zijn sterfdatum. Het materiaal voor deze tot 17 juni durende expositie is onder meer afkomstig uit het bezit van Koningin Juliana en musea in Greenwich, Londen, Parijs, München en ons land, van particu lieren. uit archieven en bibliotheken. Dick Elffers heeft de wanden der expositieruim te felle moderne kleuren gegeven, waar tegen schilderijen en voorwerpen duidelijk uitkomen. Na de voorbezichtiging werd ons vrijdagmiddag een oorlam met scheeps beschuit aangeboden. De lezer zal onze tractatie worden onthouden maar ook zon der dat is de expositie een bezoek bijzon der waard. Het gevreesde wapen in de zeeslagen van De Ruyters tijd, de brander, waar van ook in de Slag bij Kijkduin veel vuldig gebruik werd gemaakt, ziet men hier toegepast tijdens de Slag bij Sole- bay, die ruim een jaar eerder geleverd werd en waarbij de Fransen evenals bij Kijkduin, voortijdig de wijk namen. De commandanten van het Britse es kader der Blauwe Vlagh, zijn er noch in het eerstgenoemde, noch in het laatstgenoemde gevecht goed afgeko men. Dit schilderij van Willem van der Velde de jonge, toont hoe de be manning van de Royal James, het vlaggeschip van Montagu, de comman dant van de Blauwe Vlagh in de Slag bij Solebay, ijlings het schip verlaat by een brander-aanval van de Neder landers. Daprbij verdronk deze bevel hebber zelf, zoals later bij Kijkduin de toenmalige commandant van de Blauwe Vlagh, Sir Edward Spragge, ook al verdronk na het verlaten van zijn benarde vlaggeschip, déze echter doordat een Hollandse kogel zijn sloep doormidden spleet. 's morgens ten 8 uren, aentasten, en geen Vader-ons soude men gelesen hebben of alle Schepen waren in 't Gevecht: onsen Heer Lt. Admirael de Ruyter tegen Prins Robbert, die, als een Salamander, rontom met veel Branders béwaert wierdt, t'elc- kens als wy hem wilden acndoen, het ont- leyde; doch tegens den middagh vermees terden onse Chaloupen 3 van sijne Bran ders en sijne Secondes voort dapper be groet zynde, begonde te retireren; gelijck Verkort weergegeven) Afstammeling van De Ruyter. In „Erbij" van 16 maart 1957 heeft de heer J. G. de Boer van der Ley in zijn bekende en inte ressante rubriek „Onze namen" over de honderden nakomelingen van Admiraal de Ruyter geschreven. Inderdaad leven er thans nog vele nazaten van de vermaarde zeeheld, echter bestaan er ook verschil lende misverstanden over wie daar wel en met toebehoren. Bij de De Ruyterheden- king in 1907 is van de hand van A. A. Vor- sterman van Oyen het boek „Voor- en na geslacht van Michiel Adriaansz. de Ruyter" verschenen waarin alle afstammelingen van de vlootvoogd tot dat jaar zijn ver meld. Nadien zijn er geen aanvullingen meer op dat werk verschenen. In 1893 huwde een juffrouw van Hall met de heer Van Tienhoven, afstammeling van De Ruyter en in 1869 huwde een juf frouw Hasselman met een lid van de fa milie De Ruyter de Wildt, eveneens een nakomeling van de admiraal. Deze twee feiten zijn oorzaak van verkeerde conclu sies. Bovengenoemde echtparen hadden wel nakomelingen, maar er bestaan geen naam- dragers Van Hall en Hasselman, die tot af stammelingen van Michiel de Ruyter zou den behoren, dus ook niet de nieuwe bur gemeester van Amsterdam, mr. G. van Hall en generaal B. R. F. P. Hasselman. Voor zover mij tot dusver bekend is, be horen tot de huidige afstammelingen van admiraal De Ruyter takken van de vol gende geslachten: De graven Van Rand- wijck, Van Lynden van Sandenburg, waar toe de huidige commissaris van de koningin van de provincie Utrecht behoort, Van Bylandt-Rheydt, Van Limburg Stirum, de baronnen Van Boetzelaer, Van Harden- broek, Taets van Amerongen, Van der Feltz, Van Wassenaar, Van Lijnden, Mac- kay, Van Heeckeren van Brandsenburg, Van Ittersum.thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg, Van Tuyl van Seroosker- ken, Van Pallandt, verder Freiherr von Heydweiller in Duitsland, Lord Reay, En geland, de jonkheren Roëll, Elias, Rutgers van Rozenburg. Ortt, Van Schuylenburgh, Van Lennep, Van Weede, Huydekoper, De Brauw, De Beaufort, Hooft Graafland. Ve- gelin van Claerbergen, Van Holthe tot Ech ten. Tot de niet-adellijke afstammelingen behoren de families: 's Jacob, Des Tombe, Doude van Troostwijk, Crommelin, De Reiff,, Ruysch, Suermondt, Dijckmeester, Doornbos. Pardede, Bloemendal, De Josse- lin de Jong, Barbas, Van Hamel, Nahuijs, Star Busmann, Couvé, Andreae, Van Aalst, Van Bemmelen, Guépin, De Kruyff, Ras, Fangman, Patijn, Hacke, Van Tienhoven, Kuipers, Van Woensel Kooy, Van der Schooren, Paets, Liebmann. Corporaal, Alva Morrison, Vermeulen. Kalff, Visser, Gerret- sen„ Harloff, Van Wessem. Al deze takken van bovengenoemde geslachten hebben „De Ruyterbloed" in hun aderen stromen. Hier toe behoren dus vele Nederlandse families met thans ook vertakkingen in het buiten land. Tot de inmiddels weer uitgestorven takken hebben behoord Thorbecke en Wol- terbeek. Op de plechtige herdenking van 22 maart zijn de nakomelingen, die het familiewa pen van Michiel de Ruyter voeren, name lijk De Ruyter de Wildt, De Ruyter van Steveninck en Elias, officieel genodigd. Het is te wensen, dat er spoedig weer eens een volledig overzicht verschijnt van alle na zaten van de vermaarde zeeheld. Mochten er meer families zijn, die menen van Mi chiel de Ruyter af te stammen, dan ver neem ik dat gaarne. C. ROODENBURG (Contactdienst van de Nederlandse Genealogische Vereniging). als ondertusschen den Heer Banckert, met geen minder couragie, de Fransse furie hadde bejegent, hebbende die getracht door Branders d'onse te verschricken, en also setten 't een grooten Brander stoute- lijck op gemelden Heer aen, en daer nae op Capit. Carseboom; maer wierdt soo be groet, dat met groote warmte ten Hemel voer, en daer nae gingen de Franssen eerst deur: by den Heer Tromp is ongelooffelijck gevochten, en wonder dat met de Blaeuwe Vlagh1) niet en is gebleven; dan wy mis sen tot noch geen Schepen; maer van de Blaeuwe Vlaghe verscheyde. daer van een groot Schip gesoncken is en ettelijcke ver brandt, men acht Sr. Spragh2) doodt is, alsoo op de laetste Laegen van den Heer Tromp niet en antwoordden en sijn Vlagge nergens weder opgeset is; Den Vyandt kreegh op de middagh met het omlopen van de Windt de Loef als wanneer, hem wat herstelt hebbende, weder sterek wierdt gevochten; doch de Fransse bleven boven windt leggen, en d'andere setten het met de Nacht op vluchten. Het is wonder, hoe genadigh onse Vloot van God de Heere is beschermt, zijnde onder de gemeene Man nae advenant van 't Ge vecht seer weynigh Dooden, en de Sche pen meest bequaem, omme als vooren dienst te doen. 1) Een Brits eskader. 2) Sir Edward Spragge. de dappere comman dant van de Blauwe Vlagh, wilde zich met een sloep van de tot wrak geschoten „St. George" naar een ander schip begeven, maar de sloep werd doormidden geschoten en hij zelf is later verdronken uit het water opgehaald. De Britse schrijver-uitgever en redacteui John Lehmann zal van 24 maart tot 6 april voor de British Council in universiteitsste den in België, Luxemburg en Nederland lezingen houden over Shelley" en „Groot Brittannië en de Engelse litteratuur van onze tijd". John Lehmann gaat eerst naar België. Na Luxemburg te hebben bezocht, zal hij in Nederland in Groningen. Leiden, Nijmegen en Nijenrode lezingen houden. ADVERTENTIE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 9