Professor E. van Slogteren veertig jaar „bollendokter" „Forum" wekte met „Rigoletto een gunstige indruk Bestedingsbeperking is een steun voor de prijspolitiek Baanbrekend vorsingswerk in laboratorium te Lisse Muzikale leiding van Paul Pella DONDERDAG 28 MAART 1957 11 In Willemstad staan vier Zweedse huizen leeg O lie leiding naar Eilath Minister Zijlstra in Eerste Kamer Min. Staf dreigt met sancties tegen reserve-officieren Wegens critiek op zijn beleid in hun maandblad „Europese verdragen wel wat snel opgesteld" Minister Algera sprak over veilig verkeer Congres Nationale Raad Maatschappelijk Werk Wij staan naast professor Van Slogteren bij een narcissenveld in bloei. De goudgele bloemen gloeien in de stralende voorjaarszon. De stevige stengels zijn zijn glad en gaaf. Peinzend strijkt de professor over zijn grijzende baard. „Heel mooi zijn ze dit jaar", zegt hij. „Sterk en kerngezond. We hebben het wel eens anders gekend". Hij doelt op de tijd omstreeks het begin van deze eeuw toen een micros copische parasiet het beruchte narcissenaaltje de cultuur aan de rand van de ondergang gebracht had. Niets kon de verraderlijke ziekte stuiten; ieder jaar werd de opbrengst minder en het produkt slechter. De aangetaste bollen, onder mijnd en krachteloos, produceerden slechts armetierige spruiten; hun bladeren kromden zich als in doodskramp. Niemand kocht de zieke narcissen en tal van kwekers stonden aan de rand van het bankroet. ADVERTENTIE 5.50 8.55 2.98 5.06 5.95 0.98 64.00 11.25 Mach. Smyrna Karpet, 280 x 200 125. Marquisette, met schulp, 90 br1.70 Damast, 120 br5.85 Linofeit, 200 br6.90 Mod. Cretonne, 90 br. 5-90 Chenille Sprei, 2 pers. 25.25 Verende Matras, 1 pers., 15 j. gar57.50 Telefoon 11491 Toen de nood het hoogst was kreeg de Plantenziektenkundige Dienst opdracht, een wetenschappelijk gevormd man aan te wijzen, wiens taak zou bestaan uit het zoeken naar middelen om het „aaltjes- ziek" te bestrijden en, zo mogelijk, uit te bannen. De keus viel op de jonge Groning se botanicus Egbert van Slogteren, die juist tot doctor in de plant- en dierkunde gepromoveerd was. Aanvankelijk voelde deze er weinig voor om „bollendokter" te worden. Liever wilde hij carrière maken in Indië waar de rijke tropische flora hem een onuitputtelijk arbeidsterrein zou bie den. Maar de wereldoorlog maakte Indië onbereikbaar, zeker voor dr. Egbert van Slogteren, die als reserve-officier het vaderland moest helpen beschermen. Na een jaar soldatenleven begonnen de dienst, de verveling en het nietsdoen hem echter zo tegen te staan, dat hij besloot, de hem aangeboden kans te grijpen. Hij verwisselde uniform en koppelriem voor de witte jas en verhuisde naar Lisse, waar hem een heel klein schuurtje achter de Rijkstuinbouwschool als „laboratorium" werd toegewezen. Daar, in dat hokje van drie bij vier me ter, begon hij op 12 april 1917 dus nu veertig jaar geleden zijn offensief tegen Narcissen-Aaltje. Het werd een langdurige strijd met vele tegenslagen en misluk kingen, maar tenslotte moest Aaltje het onderspit delven. Na vele proefnemingen bleek namelijk, dat de kleine parasiet een warmwaterbad niet overleefde. Men moest de bollen eenvoudig koken, precies zoals de huisvrouw de melk kookt om de bac teriën te doden. Natuurlijk kwam er wel meer bij kijken, want het was oppassen geblazen, dat men mèt Aalje, niet ook de bloembol doodde. Deze methode wordt nog altijd toegepast, hoewel men tegenwoordig lang zou moe ten zoeken om nog één aaltje te vinden. De kokerij bleek namelijk ook funest voor een andere bollenplaag: de narcissen- vliegen, wier maden ook de bol aanvreten. Half miljoen per jaar Toen dr. Van Slogteren dit werk vol tooid had, zou hij natuurlijk de bollen streek vaarwel hebben kunnen zeggen om alsnog naar de tropen te gaan. Maar in middels waren er vele andere problemen en bollenziekten gekomen, die zijn aan dacht opeisten. In 1924 werd er trouwens op rijkskosten een beter laboratorium ge bouwd, dat gunstiger condities schiep voor zijn onderzoek. Maar erg veel armslag had hij ook toen nog niet, omdat de regering voortdurend beknibbelde op zijn werk- budget. Ook de kwekers waren niet be paald scheutig met hun steun: aanvanke lijk mocht „de dokter" alleen naar hun zieke planten kijken en wat hun finan ciële bijdragen betreft, moest hij maar zien uit te komen van een paar honderd gulden per jaar! Later werd dat beter en tegenwoordig voteert „het vak" per jaar zelfs een half miljoen gulden voor het werk in het laboratorium voor bloem- bollenonderzoek! Export problemen Zo is dr. Van Slogteren in de bollen blijven „hangen" en dat heeft kwekers en handelaars geen windeieren gelegd. In de loop der jaren heeft hij vrijwel alle ernstige bedreigingen van de narcissen, de tulpen, de hyacinten en andere bolgewas sen onderzocht en bezworen, zodat deze thans, menselijkerwijs gesproken, ziekte- ADVERTENTIE Geopende 12.30 en i4 -lauur. Dinsd.tot nu sss Het Tweede Kamerlid mej. Ten Broecke Hoekstra (V.V.D.) heeft de ministers van Binnenlandse Zaken en van Volkshuisves ting en Bouwnijverheid gevraagd waarom in de gemeente Willemstad vier van de vijf door Zweden geschonken woningen nog steeds niet bewoond worden door de daartoe gerechtigde slachtoffers van de watersnood 1953. Zij verzoekt de ministers een uiteenzetting te geven van de aard van de moeilijkheden, waardoor deze vier huizen nog altijd niet voldoen aan hun eigenlijke bestemming. vrij zijn. Dat was van het allergrootste be lang voor de export, want alleen gezonde bollen hebben een kans in het buitenland en dikwijls is het ook dan nog moeilijk genoeg om de vereiste invoervergunningen los te krijgen. Een belangrijk deel van prof. Van Slogterens werk was dan ook, zijn collega's van de plantenquarantaine- diensten in den vreemde ervan te over tuigen, dat het Nederlandse produkt rede lijk gezond was. Daartoe heeft hij sinds de twintiger jaren talloze reizen gemaakt naar vrijwel alle Europese landen en voor al ook naar Amerika. Hoeveel succes hij daarmee had, blijkt uit de gestage stijging van de exportcijfers, die thans een record- waarde van honderdnegentig miljoen gul den bereikt hebben! De uitvoer naar alle delen van de we reld maakte het ook nodig, de bollen aan te passen aan de meest-uiteenlopende kli matologische omstandigheden. Dat gebeurt in de klimaatcellen in het Lisser laborato rium, waar de professor en zijn assistenten thans bij machte zijn, de bloeitijd door voorkoeling of voorverwarming naar wil lekeur te verlengen, te vervroegen of te vertragen. Ieder klimaat kan daar geïmi teerd worden en deze techniek maakt het mogelijk, de hyacinten en de narcissen overal ter wereld op de gunstigste tijd in bloei te krijgen. Bovendien kan men in deze klimaatcellen de eventuele tekorten aan warmte tijdens de groeiperiode in ons land, alsook een teveel aan warmte tijdens het transport naar het buitenland, vol komen compenseren! Geen wonder dan ook, dat de bollen streek nagenoeg in rep en roer stond, toen dr. Van Slogteren in 1924 het aanbod kreeg om hoogleraar in Groningen te wor den. Om hem voor de bollen te behouden werd het zo geplooid, dat „de dokter" een professoraat in Wageningen kreeg, maar overigens bleef waar hij was: in Lisse. Vier jaar later werd het inmiddels op nieuw uitgebreide laboratorium door brand verwoest. De gebouwen waren rijkseigendom en dus niet verzekerd, maar gelukkig had de commissie voor het we tenschappelijk onderzoek toch maar een flinke verzekering afgesloten. Daardoor kon in 1930 een nieuw gebouw verrijzen. Virusonderzoek Gelukkig liet „de praktijk" zich uit welbegrepen eigenbelang van een roya le kant kennen, met het resultaat dat het laboratorium thans een hele reeks van gebouwen omvat die het tot de best- geoutilleerde inrichting van zijn soort in Nederland gemaakt hebben. Een uitge breide wetenschappelijke staf van specia listen bestudeert en ontleedt hier tegen woordig in hoofdzaak de oudste en hard nekkigste van alle plantenkwalen: de vi rusziekten en zij beschikt daarbij over de modernste apparaten en hulpmiddelen. Hier staat onder andere de kapitale ultra centrifuge, waarin de verschillende soor ten eiwitten voor het virusonderzoek ge scheiden worden bij toerentallen van zes tigduizend omwentelingen per minuut. En hier vindt men ook het elektronenmikro- skoop dat enkele jaren geleden als eerste in Nederland in gebruik gesteld werd en het lieve sommetje van zestig mille gekost heeft. Stel u voor, over hoeveel schijven die aanschaf had moeten lopen als het laboratorium dat de jure nog steeds een onderdeel is van de Rijkslandbouwhoge school in Wageningen geheel of voor het grootste deel van rijksmiddelen afhanke lijk zou zijn. Nu was de zaak al na een kwartiertje praten met de voormannen van „het vak" beklonken: „Koop dan maar zo'n ding, professor", zeiden zij, „maar zeg, dat ze het zo gauw mogelijk afleveren!" Landbouw profiteert mee Het zou te ver voeren, hier diep op het virusonderzoek in te gaan, zoals dat in Lisse verricht wordt. Heel in het kort komt het hierop neer: voor virusziekten bij planten bestaan practisch geen genees middelen. Ook de diagnostiek is moeilijk, omdat er vrijwel geen karakteristieke symptomen zijn. Toch is het zaak, de aan getaste planten snel te herkennen en te verwijderen, omdat zij anders hun gezon de soortgenoten besmetten. In Lisse is men er nu na veel moeilijkheden in ge slaagd, met behulp van enkele weinige proefdieren, antisera te ontwikkelen, waarmee „virusziek" tijdig en on afhankelijk van symptomen ontdekt kan worden. Dit baanbrekende werk, in 1937 begonnen, heeft rijke vruchten afge worpen en niet alleen voor de bloem bollencultuur. Ook de teelt van voedingsgewassen pro fiteert ervan. Van de twintig antisera die thans in Lisse bereid worden, gaan er vele naar de proefstations voor de landbouw, die daardoor in staat zijn, diverse virus ziekten bij aardappelen, uien, tomaten en bonen vast te stellen voor zij een ernstige bedreiging kunnen worden. De gevreesde vergelingsziekte bij de suikerbieten, die vaak oogstverliezen tot veertig percent veroorzaakte, is met de antisera van Lisse reeds in de kiem te smoren. En de export van pootaardappelen, die een waarde van honderd miljoen gulden per jaar ver tegenwoordigt, drijft zelfs geheel op het serologisch onderzoek. Zo levert dit labo ratorium tegenwoordig een zeer belang rijke bijdrage aan onze volkshuishouding en tevens door de uitvoer van antisera ook aan de wereldeconomie en aan de bestrijding van de hongersnood in de onderontwikkelde gebieden. De huldiging Professor Van Slogteren's grote ver diensten voor de wetenschap en de prak tijk zijn reeds vele malen gehonoreerd met hoge onderscheidingen. In Washing ton werd hij voor enkele jaren begiftigd Prof. E. van Slogteren een zeldzaamheid voor een buiten lander! met het ere-certificaat van de American Horticultural Council. Koningin Wilhelmina benoemde hem in 1937 tot ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw en de Koninklijke Akademie voor Wetenschappen nam hem als lid van de afdeling Natuurkunde in haar exclusieve broederschap op. Op 11 april zal hem in het Krelagehuis opnieuw een huldi ging ten deel vallen ter gelegenheid van zijn veertigjarige arbeid als „bollendok ter". De voorzitter van „Bloembollencul tuur", jhr. mr. dr. O. F. A. H. van Nispen tot Pannerden en diverse andere sprekers zullen dan die veertig jaren van pioniers arbeid nog eens de revue laten passeren en de professor daarbij stellig alle lof toe zwaaien, die hem toekomt. Zelf ziet hij, eerlijk gezegd, wel wat tegen al dit huldebetoon op. „Natuurlijk heb ik hard gewerkt, maar dat is op zich zelf geen verdienste. Wat ik bereikt heb met pionieren en experimenteren, dat is slechts voor een miniem gedeelte het resultaat van inspiratie; de rest was transpiratie. Heel veel dank ik aan mijn trouwe medewerkers van vroeger en nu. Aan mijn eerste assistent de heer Bakker, een natuurtalent, met wie ik meer dan dei'tig jaar op ideale wijze heb samenge werkt, maar ook aan mijn huidige staf, de plantenziektekundige dr. Beijer, de pfy- sioloog drs. Kamerbeek, biochemicus ir. Van der Veken, de mycologen ir. Schenk en drs. A. F. G. Slootweg, mijn zoon ir. D. van Slogteren, die hier als viroloog werkt, de hoofdassistente mej. Cremer, de cul tuurchef en vele anderen, zonder wier toe wijding en vakkennis ons werk niet moge lijk zou zijn en die dus ook in de hulde delen, die men mij betonen wil". Zulke woorden tekenen professor Van Slogteren, die ondanks al zijn successen bleef zoals hij veertig jaar geleden begon: een nuchtere, hardwerkende en bescheiden man-van-de-wetenschap. Ook in de tropen zou hij baanbrekend werk hebben kunnen doen, maar hij bleef „in de bollen". Toch bouwde hij zich als vor ser een wereldreputatie: de UNO zond hem in 1948 naar de Goudkust om daar de door ziekte geteisterde cacaocultuur te saneren - en in zijn kassen doktert de professor nu weer aan een andere uit heemse patiënt: suikerriet uit Australië, dat door de kwekers aldaar voor herstel van gezondheid naar het verre Lisse ge stuurd is! Israel legt met spoed een pijpleiding aan naar de haven van Eilath aan de Golf van Akaba om een miljoen dollar transportkosten te kunnen besparen op de helft van zijn jaarlijkse verbruik. Deze foto geeft een beeld van de be drijvigheid op een fabriek van stalen buizen te Ramel. EXAMENS AMSTERDAM (Gemeente Universiteit): Bevorderd tot arts: P C. Kors, Raden Hard- janto en J C. Birkenhager, allen te Amster dam. Artsexamen 1ste gedeelte: M. D. Orlins, Den Haag; J. Grimberg, Haarlem; C. S. D. de Heer, Bloemendaal. GRONINGEN; Kandidaatsexamen sociale wetenschappen: mejuffrouw A. A. A. Grol, Groningen. Kandidaatsexamen wis- en na tuurkunde (A): B. A. van der Neut, Doetin- chem. Doctoraalexamen scheikunde: J. Bergsma.Sauverd; S. H. Hagen, Groningen (cum laude); P. Paulusma, Boornbergum; P. Plieger, Groningen. Doctoraalexamen bio logie: C. M. Ballintijn, Assen; H. van der Heide, Zeist. NIJMEGEN: Kandidaatsexamen rechten: R. A. F. van Lonkhuyzen, Wychen; A. J. M. Poelman, Oldenzaal; E. H. A. M. Donders, Arnhem. Doctoraalexamen rechten: O. J. H. L. Hooft v. Iddekinge, Arnhem; P. M. Peters Wychen; L. J. M. Stieger, Goes. AMSTERDAM (Gem. Universiteit): Be vorderd tot doctor in de letteren en wijsbe geerte: de heer C. J. Ruygh (met lof). GRONINGEN: Gepromoveerd tot doctor in de geneeskunde de heer S. P. Keijser, ge boren te Groningen op een proefschrift, ge titelde „Stralenbehandeling van' „germinal tumors" van de testis". De Eerste Kamer heeft gisteren de be groting van Economische Zaken zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd, nadat minister Zijlstra had geantwoord op de dinsdag door de senatoren gemaakte op merkingen. De minister zette uiteen hoe de tegen woordige toestand is ontstaan. De economie heeft zich na 1949 tot 1955 zodanig ontwik keld, dat een toestand van onderbesteding ontstond. Die toestand werd enige keren door de Koreacrisis onderbroken. Er werd meer geproduceerd dan er werd verbruikt en er ontstond een deviezenspaarpot. In 1956-'57 kwam men van onderbesteding in overbesteding. De liquiditeit was toegeno men, lonen namen toe, de bestedingen na men sterk toe. Men is nu gekomen tot een bewuste be- stedingspolitiek, waarbij wordt gepoogd tot een evenwichtige verdeling te komen, tot een bewust kappen aan de iets te uit bundige verdeling. Als laatste wapen heeft men dan nog de monetaire politiek. De prijspolitiek heeft volgens de minis ter het dubbele gezicht van een conjunc tuur - en een structuurpolitiek De bestedingsbeperking is een rugge steun voor de prijspolitiek, welke beide samen krassere maatregelen zullen kunnen voorkomen, aldus de minister, die van me ning was, dat de investeringen zullen te ruglopen. Het was voor hem moeilijk cijfers over een prognose te noemen. Wel kan hij als een globale aanwijzing zeggen, dat het Planbureau voor 1957 verwacht, dat er dan een evenwicht is en misschien zelfs een klein overschotje. In antwoord op opmerkingen van de heer Geugjes (C.P.N.) over de prijzen van olieprodukten gaf de minister enkele cij fers van de stijging van de benzine in andere landen na de Suezcrisis. Die ver hoging bedroeg in Zwitserland 8 cent, in Engeland 4in België 2lh en in Neder land 1,6 cent. Thans wordt de prijs in Zwitserland met 2 cent verlaagd. De minister was niet van plan over te gaan tot een gedetailleerde prijsbeheer- sing. Dat zou alleen het geval zijn bij grote externe verstoringen, zoals bij oor log. Er wordt een globale prijspolitiek ge volgd, bedrijfstaksgewijze. Maar de minis ter blijft openstaan voor een verzoek van een individuele ondernemer, als deze zich door bijzondere omstandigheden tot hem wendt. Zoals de toestand zich nu gaat ontwik kelen is er volgens de minister een even redige verdeling van de lasten, hoewel er in bepaalde gevallen wel eens van grotere Prima Cocos, 70 br. Prima Cocos, 100 br. Cretonne, 120 br. Balatum, 200 br. Vikingtapijt, 100 br. Marquisette, 90 br. Mach. Smyrna Tafelkleden Haarvelours Traplopers, 50 br. KRUISSTRAAT 11 HAARLEM moeilijkheden kan gesproken worden. Hij was bereid met een bepaalde branche van de middenstand van gedachten te wisselen over het opvangen van de premie voor de oudedagsvoorziening. De bewindsman had de indruk, dat men in de werkgeversorganisaties niet onte vreden is over het prijsbeleid. Het bedrijfsleven kan in sterke mate tot een goed prijsbeleid bijdragen, maar de minister had wel eens de indruk, dat men te snel naar het ministerie gaat om over prijsverhoging te spreken. Bij een beleid van prijsbeheersing bestaat het gevaar dat men komt tot willekeur of tot een gede tailleerde prijsbeheersing. Dan is de rechts zekerheid in het gedrang. De minister be sefte, dat het wel eens schaatsen op dun ijs is. Hij zag bezwaren in het voorstel van prof. Hellema, een commissie van advies te vormen, teneinde te voorkomen, dat de rechtszekerheid in gevaar wordt gebracht. Hij wilde het concrete voorstel echter wel overwegen. Over een huurverhoging van 12V2 per cent, niet geblokkeerd, zoals door een der senatoren was aanbevolen, durfde de mi nister zich niet uit te laten. De minister van Oorlog en Marine heeft de Algemene Vereniging van Nederlandse Reserve-Officieren gedreigd met sancties, wanneer de critiek op zijn beleid in het maandblad van deze vereniging niet wordt gestaakt. „Dit is een aanval op de persvrij heid, die grondwettelijk niet is te verde digen", zei de heer F. J. ter Woort tijdens de algemene jaarvergadering van de afde ling Twente. De heer Ter Woort, die dezer dagen ontslag heeft genomen als hoofdre dacteur van het maandblad „De Reserve officier", het orgaan van de A.V.N.R.O., verklaarde dat de laatste vijf jaar steeds door de chefstaf of de minister er op was gewezen, dat bepaalde artikelen ongewenst waren. Nog geen jaar geleden had de mi nister geëist, dat het hoofdbestuur stelling zou nemen tegen een bepaald stuk, dat uit een dagblad was overgenomen en waarin critiek werd geoefend op het beleid van de minister. Thans, zo zei de heer Ter Voort, heeft de minister het hoofdbestuur gedwongen een artikel te plaatsen tegen het in het decembernummer afgedrukte artikel over generaal Speidel. In dit artikel had de heer Ter Voort als hoofdredacteur de vraag ge opperd, of het psychologisch juist was op dit moment generaal Speidel te benoemen, zonder evenwel deze vraag te beantwoor den. De minister heeft nu opnieuw ge dreigd met sancties, welke het voortbe staan van de vereniging zeer zullen be moeilijken, wanneer niet aan zijn eis wordt voldaan. Reeds eerder had de minister gedreigd met een straf-overplaatsing van een der nog in actieve dienst zijnde be stuursleden. Volgens de heer Ter Woort stelt de mi nister zich op het standpunt, dat de leden van de vereniging onder de krijgtucht staan en dus niet kunnen publiceren wat zij willen. De opvatting van de heer Ter Woort was, dat de leden van de vereniging als vrije burgers zich kunnen beroepen op de vrijheid van drukpers. Over deze opmerkingen ontstond een langdurige discussie, waaruit bleek, dat niet ieder het met de heer Ter Woort eens was. Een bepaald standpunt werd evenwel niet ingenomen. Minister Luns op Schiphol Op een druilerig en donker Schiphol is woensdag de minister van Buitenlandse Zaken, mr. J. M. A. H. Luns aangekomen uit Rome, waar hij tezamen met zijn colle ga's uit Frankrijk, West-Duitsland, Italië, België en Luxemburg negentien maal zijn handtekening heeft gezet onder de verdra gen van de Europese Economische Ge meenschap en de Euratoom. Na zfjn aankomst op de Amsterdamse luchthaven deelde de bewindsman mee wel voldaan te zijn over het tot dusver bereik te resultaat. „Politiek is de kunst van een juiste keuze. Het alternatief is voor de meeste landen en zeer speciaal voor Nederland bepaald minder aantrekkelijk naar mijn mening", zo zei mr. Luns. Hy achtte de verdragen met het oog op de in gewikkeldheid der materie wel wat te snel opgesteld. „Ik heb heus niet iedere letter gelezen van deze uitvoerige stukken, alvorens ik mijn handtekeningen zette", zo merkte de minister lachend op. Hij zei, dat ook Ne derland evenwel doordrongen was van de politieke noodzaak de verdragen snel ge reed te hebben, mede in verband met de op handen zijnde verkiezingen in West- Duitsland. Hoewel er op bepaalde onderdelen nog wensen en verlangens waren bij de deelne mende landen, achtte men het in het alge meen toch beter de opgestelde verslagen te tekenen en verder uitstel te voorkomen. Men is bij de onderhandelingen steeds uit gegaan van de positieve instelling, dat een nauwe economische samenwerking voor Europa levensnoodzaak is. De bewindsman zei ten slotte het logisch te achten, dat het gerechtshof straks in Den Haag zal worden gevestigd. Hoewel gestreefd wordt naar een zo groot moge lijke centralisatie van alle bij de Europese samenwerking betrokken organen, is het noodzakelijk het gerechtshof elders onder te brengen. De minister acht daarvoor Den Haag de aangewezen plaats. „Zonder mezelf in cijfers te begeven ben ik overigens geneigd te geloven, dat de verkeersveiligheidspropaganda rijke vrucht begint te dragen. Ik acht dan ook een krachtige voortzetting van de propa ganda zeer noodzakelijk". Deze woorden sprak mr. J. Algera, minister van Verkeer en Waterstaat, op een woensdag in de Rivièrahal gehouden propaganda-avond van de Rotterdamse Vereniging voor Vei lig Verkeer, de grootste in het land. Het is de taak van de rijksoverheid er voor te zorgen, dat wetten en maatregelen tot stand komen, die gericht zijn op het zo harmonisch mogelijk verwerken van de verkeersstromen om ongelukken te voorkomen. Het naleven is evenwel een andere zaak: de beste wet werkt niets uit, als de weggebruikers er zich niet aan hou den. Voorkomen, zo zeide de bewindsman, is beter dan genezen en in dit voorkomen zag hy de belangrijkste taak van de ver eniging. Als een goed voorbeeld van samenwer king van ambtenaren van zijn departe ment, autoriteiten van politie en justitie en onderwijskringen noemde de minister de schoolverkeersexamens, die thans in volle gang zijn en waaraan niet minder dan 190.000 scholieren deelnemen. Spre kende over het gedrag van de weggebrui kers herinnerde mr. Algera aan wat Prin ses Wilhelmina noemde „eerbied voor het leven". Tenslotte wekte hij op zich als medewerker op te geven ter bestrijding van de volksvijand: het onveilige verkeer. Later op de avond bood een firma uit Zaandam het dit jaar 25-jaar bestaande Verbond voor Veilig Verkeer een film aan, die tevens voor de eerste maal werd ver toond. In de film wordt de voetgangers duidelijk gemaakt welke rechten en plich ten zij hebben, wanneer de wettelijke be schermde oversteekplaats een feit zal zijn der de naam van Pietro del Sol zou men dat gezien zijn stemgehalte en de Ita liaanse instelling van zijn zingen ge redelijk kunnen aanvaarden. Hij bracht een Hertog van Mantua op de planken, die in gezelschap van goede Italiaanse solisten een goed figuur zou kunnen maken. Zwak ker was de partij van Rigoletto, door Bert Bijnen vertolkt. Niet dat zij zwakker van geluid was, want deze zanger kan echt wat men noemt een strot opzetten, maar zijn stem mist de lenigheid en de veelzijdige karakteristiek om een zo verpletterende rol in zijn contrasterende facetten naar waarde te verklanken. Maar wie weet wat deze nog wat ruwe zanger bereiken kan, wanneer hij ontbolsterd zal zijn. Jaap de Vries was een aannemelijke Monterone, die echter in een statiger hou ding en met spaarzamer beweging meer indruk zal maken. De Ceprano van Anton Eldering was te prijzen. De Sparafucile van Jan Duiveman en de Maddalena van An nie Steiner hadden mede veel verdiensten. Het „open doekje" dat het publiek gunde aan het fameuze kwartet in III, was in menig opzicht verdiend. Het decor van prof. Charles Roelofsz kon praktisch vol doen. Al met al was onze indruk, dat men de opera-instelling „Forum" van harte krediet mag geven. Jos. de Klerk Brandweerraad. Bij Koninklijk Be sluit is mr. J. Klaasesz, Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland, be noemd tot voorzitter van de Brandweerraad. De Nationale Raad voor Maatschappelijk Werk die vorige week is opgericht, heeft onder voorzitterschap van mr. Quarles van Ufford in het conferentieoord „Woudscho- ten" een congres gehouden over de proble matiek rond de specialisatie of de alge meenheid in het maatschappelijk werk. Nadat mr. J. F. Beekman en dr. J. F. de Jongh de onderwerpen hadden ingeleid, wiselde men uitvoerig van gedachten. Men heeft verschillende criteria gevonden in de specialisatie ten aanzien van de categorie van mensen in sociale moeilijkheden die men benadert en met betrekking tot het kader waarin men het maatschappelijk werk kan opbouwen, alsmede in verband met de methoden waarmee kan worden gewerkt. Tijdens het congres heeft men tevens het belang ingezien van een alge mene opzet en van een vereenvoudiging, teneinde overorganisatie te voorkomen. Het congres werd door ongeveer tweehon derd topmensen uit het maatschappelijk werk bezocht. 99 Het operagezelschap „Forum" uit En schedé gaf woensdagavond aan het publiek van Haarlem en omstreken gelegenheid een opvoering van Verdi's succesopera „Rigoletto" in de Stadsschouwburg bij te wonen. De belangstelling hiervoor was matig, wat we slechts kunnen verklaren uit de ervaring dat het zogenaamde ope- rapubliek zich slechts voor de kassa ver dringt wanneer het een troepje Italianen geldt, ongeacht wat het waard is. Men maakt zich over dit laatste meestal geen zorgen, men neemt in ieder geval het risico. Het kan meevallen, maar het valt ook wel eens tegen. En dan beklaagt men het feit, dat het met de operacultuur in Nederland niet best wil vlotten. Geen wonder, wanneer zelfs bij ernstige pogin gen om haar op te stuwen de onontbeer lijke prikkel der belangstelling ontbreekt. Een ernstig streven kan men het Oost nederlandse gezelschap niet ontzeggen. Het brengt weliswaar niet een aantal ster ren van eerste grootte voor het publiek waar gebeurt dit wel? maar het kan toch een zeer fatsoenlijke bezetting pre-«' senteren, waaronder een paar sujetten die een glansrol met glans kunnen verdedigen. Daarnaast echter toont „Forum" zijn dege lijkheid in de montering, die voor een reis opera lang niet gering is. En bijzonder gunstig komt het voor de dag op het stuk van muzikale verantwoording, waartoe de verzorging van het koor, doch vooral van het orkest behoort. Wat het Overijsels Philharmonisch Orkest woensdagavond in de orkestbak van de Haarlemse Schouw burg onder leiding van Paul Pella pres teerde, mag met ere genoemd worden. Trouwens wat deze doorgewinterde opera dirigent aan samenwerking bereikte in een zeer verantwoorde opvatting van Ver di's partituur, was het tegendeel van routinewerk. De sopraan Anneke van de Graaf en de tenor Peter van Zon bleken de sterren van het gezelschap. Sinds ik haar het laatst hoorde, heeft de stem va:i Anneke van de Graaf zich gunstig ontwikkeld en vooral aan mildheid gewonnen wat ze aan scherp te verloor. Dit maakte dat we een opmer kelijke Gilda-partij hoorden, die, psycho logisch uitgediept, voortdurend veel beko ring had. Alleen het stretto aan het eind van het tweede bedrijf verlokte de zange res tot een geforceerd zingen dat aan het vroegere „Anneke" herinnerde. Wanneer de tenor Peter van Zon zou optreden on-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 11