Professor E. van Slogteren
veertig jaar „bollendokter"
„Forum" wekte met „Rigoletto
een gunstige indruk
Bestedingsbeperking is een
steun voor de prijspolitiek
Baanbrekend vorsingswerk in
laboratorium te Lisse
Muzikale leiding van Paul Pella
DONDERDAG 28 MAART 1957
11
In Willemstad staan vier
Zweedse huizen leeg
O lie leiding naar Eilath
Minister Zijlstra
in Eerste Kamer
Min. Staf dreigt met sancties
tegen reserve-officieren
Wegens critiek op zijn beleid
in hun maandblad
„Europese verdragen wel
wat snel opgesteld"
Minister Algera sprak
over veilig verkeer
Congres Nationale Raad
Maatschappelijk Werk
Wij staan naast professor Van Slogteren bij een narcissenveld in bloei. De
goudgele bloemen gloeien in de stralende voorjaarszon. De stevige stengels zijn
zijn glad en gaaf. Peinzend strijkt de professor over zijn grijzende baard. „Heel
mooi zijn ze dit jaar", zegt hij. „Sterk en kerngezond. We hebben het wel eens
anders gekend".
Hij doelt op de tijd omstreeks het begin van deze eeuw toen een micros
copische parasiet het beruchte narcissenaaltje de cultuur aan de rand van
de ondergang gebracht had. Niets kon de verraderlijke ziekte stuiten; ieder jaar
werd de opbrengst minder en het produkt slechter. De aangetaste bollen, onder
mijnd en krachteloos, produceerden slechts armetierige spruiten; hun bladeren
kromden zich als in doodskramp. Niemand kocht de zieke narcissen en tal van
kwekers stonden aan de rand van het bankroet.
ADVERTENTIE
5.50
8.55
2.98
5.06
5.95
0.98
64.00
11.25
Mach. Smyrna
Karpet, 280 x 200 125.
Marquisette,
met schulp, 90 br1.70
Damast, 120 br5.85
Linofeit, 200 br6.90
Mod. Cretonne, 90 br. 5-90
Chenille Sprei, 2 pers. 25.25
Verende Matras,
1 pers., 15 j. gar57.50
Telefoon 11491
Toen de nood het hoogst was kreeg de
Plantenziektenkundige Dienst opdracht,
een wetenschappelijk gevormd man aan
te wijzen, wiens taak zou bestaan uit het
zoeken naar middelen om het „aaltjes-
ziek" te bestrijden en, zo mogelijk, uit te
bannen. De keus viel op de jonge Groning
se botanicus Egbert van Slogteren, die
juist tot doctor in de plant- en dierkunde
gepromoveerd was. Aanvankelijk voelde
deze er weinig voor om „bollendokter" te
worden. Liever wilde hij carrière maken
in Indië waar de rijke tropische flora hem
een onuitputtelijk arbeidsterrein zou bie
den. Maar de wereldoorlog maakte Indië
onbereikbaar, zeker voor dr. Egbert van
Slogteren, die als reserve-officier het
vaderland moest helpen beschermen.
Na een jaar soldatenleven begonnen de
dienst, de verveling en het nietsdoen hem
echter zo tegen te staan, dat hij besloot,
de hem aangeboden kans te grijpen. Hij
verwisselde uniform en koppelriem voor
de witte jas en verhuisde naar Lisse, waar
hem een heel klein schuurtje achter de
Rijkstuinbouwschool als „laboratorium"
werd toegewezen.
Daar, in dat hokje van drie bij vier me
ter, begon hij op 12 april 1917 dus nu
veertig jaar geleden zijn offensief tegen
Narcissen-Aaltje. Het werd een langdurige
strijd met vele tegenslagen en misluk
kingen, maar tenslotte moest Aaltje het
onderspit delven. Na vele proefnemingen
bleek namelijk, dat de kleine parasiet een
warmwaterbad niet overleefde. Men moest
de bollen eenvoudig koken, precies zoals
de huisvrouw de melk kookt om de bac
teriën te doden. Natuurlijk kwam er wel
meer bij kijken, want het was oppassen
geblazen, dat men mèt Aalje, niet ook de
bloembol doodde.
Deze methode wordt nog altijd toegepast,
hoewel men tegenwoordig lang zou moe
ten zoeken om nog één aaltje te vinden.
De kokerij bleek namelijk ook funest voor
een andere bollenplaag: de narcissen-
vliegen, wier maden ook de bol aanvreten.
Half miljoen per jaar
Toen dr. Van Slogteren dit werk vol
tooid had, zou hij natuurlijk de bollen
streek vaarwel hebben kunnen zeggen om
alsnog naar de tropen te gaan. Maar in
middels waren er vele andere problemen
en bollenziekten gekomen, die zijn aan
dacht opeisten. In 1924 werd er trouwens
op rijkskosten een beter laboratorium ge
bouwd, dat gunstiger condities schiep voor
zijn onderzoek. Maar erg veel armslag had
hij ook toen nog niet, omdat de regering
voortdurend beknibbelde op zijn werk-
budget. Ook de kwekers waren niet be
paald scheutig met hun steun: aanvanke
lijk mocht „de dokter" alleen naar hun
zieke planten kijken en wat hun finan
ciële bijdragen betreft, moest hij maar
zien uit te komen van een paar honderd
gulden per jaar! Later werd dat beter en
tegenwoordig voteert „het vak" per jaar
zelfs een half miljoen gulden voor het
werk in het laboratorium voor bloem-
bollenonderzoek!
Export problemen
Zo is dr. Van Slogteren in de bollen
blijven „hangen" en dat heeft kwekers
en handelaars geen windeieren gelegd. In
de loop der jaren heeft hij vrijwel alle
ernstige bedreigingen van de narcissen, de
tulpen, de hyacinten en andere bolgewas
sen onderzocht en bezworen, zodat deze
thans, menselijkerwijs gesproken, ziekte-
ADVERTENTIE
Geopende 12.30 en i4 -lauur. Dinsd.tot nu sss
Het Tweede Kamerlid mej. Ten Broecke
Hoekstra (V.V.D.) heeft de ministers van
Binnenlandse Zaken en van Volkshuisves
ting en Bouwnijverheid gevraagd waarom
in de gemeente Willemstad vier van de
vijf door Zweden geschonken woningen
nog steeds niet bewoond worden door de
daartoe gerechtigde slachtoffers van de
watersnood 1953. Zij verzoekt de ministers
een uiteenzetting te geven van de aard
van de moeilijkheden, waardoor deze vier
huizen nog altijd niet voldoen aan hun
eigenlijke bestemming.
vrij zijn. Dat was van het allergrootste be
lang voor de export, want alleen gezonde
bollen hebben een kans in het buitenland
en dikwijls is het ook dan nog moeilijk
genoeg om de vereiste invoervergunningen
los te krijgen. Een belangrijk deel van
prof. Van Slogterens werk was dan ook,
zijn collega's van de plantenquarantaine-
diensten in den vreemde ervan te over
tuigen, dat het Nederlandse produkt rede
lijk gezond was. Daartoe heeft hij sinds
de twintiger jaren talloze reizen gemaakt
naar vrijwel alle Europese landen en voor
al ook naar Amerika. Hoeveel succes hij
daarmee had, blijkt uit de gestage stijging
van de exportcijfers, die thans een record-
waarde van honderdnegentig miljoen gul
den bereikt hebben!
De uitvoer naar alle delen van de we
reld maakte het ook nodig, de bollen aan
te passen aan de meest-uiteenlopende kli
matologische omstandigheden. Dat gebeurt
in de klimaatcellen in het Lisser laborato
rium, waar de professor en zijn assistenten
thans bij machte zijn, de bloeitijd door
voorkoeling of voorverwarming naar wil
lekeur te verlengen, te vervroegen of te
vertragen. Ieder klimaat kan daar geïmi
teerd worden en deze techniek maakt
het mogelijk, de hyacinten en de narcissen
overal ter wereld op de gunstigste tijd in
bloei te krijgen. Bovendien kan men in
deze klimaatcellen de eventuele tekorten
aan warmte tijdens de groeiperiode in ons
land, alsook een teveel aan warmte tijdens
het transport naar het buitenland, vol
komen compenseren!
Geen wonder dan ook, dat de bollen
streek nagenoeg in rep en roer stond,
toen dr. Van Slogteren in 1924 het aanbod
kreeg om hoogleraar in Groningen te wor
den. Om hem voor de bollen te behouden
werd het zo geplooid, dat „de dokter" een
professoraat in Wageningen kreeg, maar
overigens bleef waar hij was: in Lisse.
Vier jaar later werd het inmiddels op
nieuw uitgebreide laboratorium door
brand verwoest. De gebouwen waren
rijkseigendom en dus niet verzekerd, maar
gelukkig had de commissie voor het we
tenschappelijk onderzoek toch maar een
flinke verzekering afgesloten. Daardoor
kon in 1930 een nieuw gebouw verrijzen.
Virusonderzoek
Gelukkig liet „de praktijk" zich uit
welbegrepen eigenbelang van een roya
le kant kennen, met het resultaat dat
het laboratorium thans een hele reeks
van gebouwen omvat die het tot de best-
geoutilleerde inrichting van zijn soort in
Nederland gemaakt hebben. Een uitge
breide wetenschappelijke staf van specia
listen bestudeert en ontleedt hier tegen
woordig in hoofdzaak de oudste en hard
nekkigste van alle plantenkwalen: de vi
rusziekten en zij beschikt daarbij over
de modernste apparaten en hulpmiddelen.
Hier staat onder andere de kapitale ultra
centrifuge, waarin de verschillende soor
ten eiwitten voor het virusonderzoek ge
scheiden worden bij toerentallen van zes
tigduizend omwentelingen per minuut. En
hier vindt men ook het elektronenmikro-
skoop dat enkele jaren geleden als eerste
in Nederland in gebruik gesteld werd en
het lieve sommetje van zestig mille gekost
heeft. Stel u voor, over hoeveel schijven
die aanschaf had moeten lopen als het
laboratorium dat de jure nog steeds een
onderdeel is van de Rijkslandbouwhoge
school in Wageningen geheel of voor het
grootste deel van rijksmiddelen afhanke
lijk zou zijn. Nu was de zaak al na een
kwartiertje praten met de voormannen
van „het vak" beklonken: „Koop dan maar
zo'n ding, professor", zeiden zij, „maar zeg,
dat ze het zo gauw mogelijk afleveren!"
Landbouw profiteert mee
Het zou te ver voeren, hier diep op het
virusonderzoek in te gaan, zoals dat in
Lisse verricht wordt. Heel in het kort komt
het hierop neer: voor virusziekten bij
planten bestaan practisch geen genees
middelen. Ook de diagnostiek is moeilijk,
omdat er vrijwel geen karakteristieke
symptomen zijn. Toch is het zaak, de aan
getaste planten snel te herkennen en te
verwijderen, omdat zij anders hun gezon
de soortgenoten besmetten. In Lisse is
men er nu na veel moeilijkheden in ge
slaagd, met behulp van enkele weinige
proefdieren, antisera te ontwikkelen,
waarmee „virusziek" tijdig en on
afhankelijk van symptomen ontdekt
kan worden. Dit baanbrekende werk, in
1937 begonnen, heeft rijke vruchten afge
worpen en niet alleen voor de bloem
bollencultuur.
Ook de teelt van voedingsgewassen pro
fiteert ervan. Van de twintig antisera die
thans in Lisse bereid worden, gaan er vele
naar de proefstations voor de landbouw,
die daardoor in staat zijn, diverse virus
ziekten bij aardappelen, uien, tomaten en
bonen vast te stellen voor zij een ernstige
bedreiging kunnen worden. De gevreesde
vergelingsziekte bij de suikerbieten, die
vaak oogstverliezen tot veertig percent
veroorzaakte, is met de antisera van Lisse
reeds in de kiem te smoren. En de export
van pootaardappelen, die een waarde van
honderd miljoen gulden per jaar ver
tegenwoordigt, drijft zelfs geheel op het
serologisch onderzoek. Zo levert dit labo
ratorium tegenwoordig een zeer belang
rijke bijdrage aan onze volkshuishouding
en tevens door de uitvoer van antisera
ook aan de wereldeconomie en aan de
bestrijding van de hongersnood in de
onderontwikkelde gebieden.
De huldiging
Professor Van Slogteren's grote ver
diensten voor de wetenschap en de prak
tijk zijn reeds vele malen gehonoreerd
met hoge onderscheidingen. In Washing
ton werd hij voor enkele jaren begiftigd
Prof. E. van Slogteren
een zeldzaamheid voor een buiten
lander! met het ere-certificaat van de
American Horticultural Council. Koningin
Wilhelmina benoemde hem in 1937 tot
ridder in de orde van de Nederlandse
Leeuw en de Koninklijke Akademie voor
Wetenschappen nam hem als lid van de
afdeling Natuurkunde in haar exclusieve
broederschap op. Op 11 april zal hem in
het Krelagehuis opnieuw een huldi
ging ten deel vallen ter gelegenheid van
zijn veertigjarige arbeid als „bollendok
ter". De voorzitter van „Bloembollencul
tuur", jhr. mr. dr. O. F. A. H. van Nispen
tot Pannerden en diverse andere sprekers
zullen dan die veertig jaren van pioniers
arbeid nog eens de revue laten passeren
en de professor daarbij stellig alle lof toe
zwaaien, die hem toekomt.
Zelf ziet hij, eerlijk gezegd, wel wat
tegen al dit huldebetoon op. „Natuurlijk
heb ik hard gewerkt, maar dat is op zich
zelf geen verdienste. Wat ik bereikt heb
met pionieren en experimenteren, dat is
slechts voor een miniem gedeelte het
resultaat van inspiratie; de rest was
transpiratie. Heel veel dank ik aan mijn
trouwe medewerkers van vroeger en nu.
Aan mijn eerste assistent de heer Bakker,
een natuurtalent, met wie ik meer dan
dei'tig jaar op ideale wijze heb samenge
werkt, maar ook aan mijn huidige staf,
de plantenziektekundige dr. Beijer, de pfy-
sioloog drs. Kamerbeek, biochemicus ir.
Van der Veken, de mycologen ir. Schenk
en drs. A. F. G. Slootweg, mijn zoon ir. D.
van Slogteren, die hier als viroloog werkt,
de hoofdassistente mej. Cremer, de cul
tuurchef en vele anderen, zonder wier toe
wijding en vakkennis ons werk niet moge
lijk zou zijn en die dus ook in de hulde
delen, die men mij betonen wil".
Zulke woorden tekenen professor Van
Slogteren, die ondanks al zijn successen
bleef zoals hij veertig jaar geleden
begon: een nuchtere, hardwerkende en
bescheiden man-van-de-wetenschap. Ook
in de tropen zou hij baanbrekend werk
hebben kunnen doen, maar hij bleef „in
de bollen". Toch bouwde hij zich als vor
ser een wereldreputatie: de UNO zond
hem in 1948 naar de Goudkust om daar
de door ziekte geteisterde cacaocultuur te
saneren - en in zijn kassen doktert de
professor nu weer aan een andere uit
heemse patiënt: suikerriet uit Australië,
dat door de kwekers aldaar voor herstel
van gezondheid naar het verre Lisse ge
stuurd is!
Israel legt met spoed een pijpleiding
aan naar de haven van Eilath aan de
Golf van Akaba om een miljoen dollar
transportkosten te kunnen besparen
op de helft van zijn jaarlijkse verbruik.
Deze foto geeft een beeld van de be
drijvigheid op een fabriek van stalen
buizen te Ramel.
EXAMENS
AMSTERDAM (Gemeente Universiteit):
Bevorderd tot arts: P C. Kors, Raden Hard-
janto en J C. Birkenhager, allen te Amster
dam. Artsexamen 1ste gedeelte: M. D. Orlins,
Den Haag; J. Grimberg, Haarlem; C. S. D.
de Heer, Bloemendaal.
GRONINGEN; Kandidaatsexamen sociale
wetenschappen: mejuffrouw A. A. A. Grol,
Groningen. Kandidaatsexamen wis- en na
tuurkunde (A): B. A. van der Neut, Doetin-
chem. Doctoraalexamen scheikunde: J.
Bergsma.Sauverd; S. H. Hagen, Groningen
(cum laude); P. Paulusma, Boornbergum; P.
Plieger, Groningen. Doctoraalexamen bio
logie: C. M. Ballintijn, Assen; H. van der
Heide, Zeist.
NIJMEGEN: Kandidaatsexamen rechten:
R. A. F. van Lonkhuyzen, Wychen; A. J. M.
Poelman, Oldenzaal; E. H. A. M. Donders,
Arnhem. Doctoraalexamen rechten: O. J. H.
L. Hooft v. Iddekinge, Arnhem; P. M. Peters
Wychen; L. J. M. Stieger, Goes.
AMSTERDAM (Gem. Universiteit): Be
vorderd tot doctor in de letteren en wijsbe
geerte: de heer C. J. Ruygh (met lof).
GRONINGEN: Gepromoveerd tot doctor
in de geneeskunde de heer S. P. Keijser, ge
boren te Groningen op een proefschrift, ge
titelde „Stralenbehandeling van' „germinal
tumors" van de testis".
De Eerste Kamer heeft gisteren de be
groting van Economische Zaken zonder
hoofdelijke stemming goedgekeurd, nadat
minister Zijlstra had geantwoord op de
dinsdag door de senatoren gemaakte op
merkingen.
De minister zette uiteen hoe de tegen
woordige toestand is ontstaan. De economie
heeft zich na 1949 tot 1955 zodanig ontwik
keld, dat een toestand van onderbesteding
ontstond. Die toestand werd enige keren
door de Koreacrisis onderbroken. Er werd
meer geproduceerd dan er werd verbruikt
en er ontstond een deviezenspaarpot. In
1956-'57 kwam men van onderbesteding in
overbesteding. De liquiditeit was toegeno
men, lonen namen toe, de bestedingen na
men sterk toe.
Men is nu gekomen tot een bewuste be-
stedingspolitiek, waarbij wordt gepoogd
tot een evenwichtige verdeling te komen,
tot een bewust kappen aan de iets te uit
bundige verdeling. Als laatste wapen heeft
men dan nog de monetaire politiek.
De prijspolitiek heeft volgens de minis
ter het dubbele gezicht van een conjunc
tuur - en een structuurpolitiek
De bestedingsbeperking is een rugge
steun voor de prijspolitiek, welke beide
samen krassere maatregelen zullen kunnen
voorkomen, aldus de minister, die van me
ning was, dat de investeringen zullen te
ruglopen.
Het was voor hem moeilijk cijfers over
een prognose te noemen. Wel kan hij als
een globale aanwijzing zeggen, dat het
Planbureau voor 1957 verwacht, dat er dan
een evenwicht is en misschien zelfs een
klein overschotje.
In antwoord op opmerkingen van de
heer Geugjes (C.P.N.) over de prijzen van
olieprodukten gaf de minister enkele cij
fers van de stijging van de benzine in
andere landen na de Suezcrisis. Die ver
hoging bedroeg in Zwitserland 8 cent, in
Engeland 4in België 2lh en in Neder
land 1,6 cent. Thans wordt de prijs in
Zwitserland met 2 cent verlaagd.
De minister was niet van plan over te
gaan tot een gedetailleerde prijsbeheer-
sing. Dat zou alleen het geval zijn bij
grote externe verstoringen, zoals bij oor
log. Er wordt een globale prijspolitiek ge
volgd, bedrijfstaksgewijze. Maar de minis
ter blijft openstaan voor een verzoek van
een individuele ondernemer, als deze zich
door bijzondere omstandigheden tot hem
wendt.
Zoals de toestand zich nu gaat ontwik
kelen is er volgens de minister een even
redige verdeling van de lasten, hoewel er
in bepaalde gevallen wel eens van grotere
Prima Cocos, 70 br.
Prima Cocos, 100 br.
Cretonne, 120 br.
Balatum, 200 br.
Vikingtapijt, 100 br.
Marquisette, 90 br.
Mach. Smyrna
Tafelkleden
Haarvelours
Traplopers, 50 br.
KRUISSTRAAT 11
HAARLEM
moeilijkheden kan gesproken worden. Hij
was bereid met een bepaalde branche van
de middenstand van gedachten te wisselen
over het opvangen van de premie voor de
oudedagsvoorziening.
De bewindsman had de indruk, dat men
in de werkgeversorganisaties niet onte
vreden is over het prijsbeleid.
Het bedrijfsleven kan in sterke mate tot
een goed prijsbeleid bijdragen, maar de
minister had wel eens de indruk, dat men
te snel naar het ministerie gaat om over
prijsverhoging te spreken. Bij een beleid
van prijsbeheersing bestaat het gevaar dat
men komt tot willekeur of tot een gede
tailleerde prijsbeheersing. Dan is de rechts
zekerheid in het gedrang. De minister be
sefte, dat het wel eens schaatsen op dun
ijs is. Hij zag bezwaren in het voorstel van
prof. Hellema, een commissie van advies
te vormen, teneinde te voorkomen, dat de
rechtszekerheid in gevaar wordt gebracht.
Hij wilde het concrete voorstel echter wel
overwegen.
Over een huurverhoging van 12V2 per
cent, niet geblokkeerd, zoals door een der
senatoren was aanbevolen, durfde de mi
nister zich niet uit te laten.
De minister van Oorlog en Marine heeft
de Algemene Vereniging van Nederlandse
Reserve-Officieren gedreigd met sancties,
wanneer de critiek op zijn beleid in het
maandblad van deze vereniging niet wordt
gestaakt. „Dit is een aanval op de persvrij
heid, die grondwettelijk niet is te verde
digen", zei de heer F. J. ter Woort tijdens
de algemene jaarvergadering van de afde
ling Twente. De heer Ter Woort, die dezer
dagen ontslag heeft genomen als hoofdre
dacteur van het maandblad „De Reserve
officier", het orgaan van de A.V.N.R.O.,
verklaarde dat de laatste vijf jaar steeds
door de chefstaf of de minister er op was
gewezen, dat bepaalde artikelen ongewenst
waren. Nog geen jaar geleden had de mi
nister geëist, dat het hoofdbestuur stelling
zou nemen tegen een bepaald stuk, dat uit
een dagblad was overgenomen en waarin
critiek werd geoefend op het beleid van
de minister.
Thans, zo zei de heer Ter Voort, heeft
de minister het hoofdbestuur gedwongen
een artikel te plaatsen tegen het in het
decembernummer afgedrukte artikel over
generaal Speidel. In dit artikel had de heer
Ter Voort als hoofdredacteur de vraag ge
opperd, of het psychologisch juist was op
dit moment generaal Speidel te benoemen,
zonder evenwel deze vraag te beantwoor
den. De minister heeft nu opnieuw ge
dreigd met sancties, welke het voortbe
staan van de vereniging zeer zullen be
moeilijken, wanneer niet aan zijn eis wordt
voldaan. Reeds eerder had de minister
gedreigd met een straf-overplaatsing van
een der nog in actieve dienst zijnde be
stuursleden.
Volgens de heer Ter Woort stelt de mi
nister zich op het standpunt, dat de leden
van de vereniging onder de krijgtucht
staan en dus niet kunnen publiceren wat
zij willen. De opvatting van de heer Ter
Woort was, dat de leden van de vereniging
als vrije burgers zich kunnen beroepen op
de vrijheid van drukpers.
Over deze opmerkingen ontstond een
langdurige discussie, waaruit bleek, dat
niet ieder het met de heer Ter Woort eens
was. Een bepaald standpunt werd evenwel
niet ingenomen.
Minister Luns op Schiphol
Op een druilerig en donker Schiphol is
woensdag de minister van Buitenlandse
Zaken, mr. J. M. A. H. Luns aangekomen
uit Rome, waar hij tezamen met zijn colle
ga's uit Frankrijk, West-Duitsland, Italië,
België en Luxemburg negentien maal zijn
handtekening heeft gezet onder de verdra
gen van de Europese Economische Ge
meenschap en de Euratoom.
Na zfjn aankomst op de Amsterdamse
luchthaven deelde de bewindsman mee wel
voldaan te zijn over het tot dusver bereik
te resultaat. „Politiek is de kunst van een
juiste keuze. Het alternatief is voor de
meeste landen en zeer speciaal voor
Nederland bepaald minder aantrekkelijk
naar mijn mening", zo zei mr. Luns. Hy
achtte de verdragen met het oog op de in
gewikkeldheid der materie wel wat te snel
opgesteld.
„Ik heb heus niet iedere letter gelezen
van deze uitvoerige stukken, alvorens ik
mijn handtekeningen zette", zo merkte de
minister lachend op. Hij zei, dat ook Ne
derland evenwel doordrongen was van de
politieke noodzaak de verdragen snel ge
reed te hebben, mede in verband met de
op handen zijnde verkiezingen in West-
Duitsland.
Hoewel er op bepaalde onderdelen nog
wensen en verlangens waren bij de deelne
mende landen, achtte men het in het alge
meen toch beter de opgestelde verslagen te
tekenen en verder uitstel te voorkomen.
Men is bij de onderhandelingen steeds uit
gegaan van de positieve instelling, dat een
nauwe economische samenwerking voor
Europa levensnoodzaak is.
De bewindsman zei ten slotte het logisch
te achten, dat het gerechtshof straks in
Den Haag zal worden gevestigd. Hoewel
gestreefd wordt naar een zo groot moge
lijke centralisatie van alle bij de Europese
samenwerking betrokken organen, is het
noodzakelijk het gerechtshof elders onder
te brengen. De minister acht daarvoor Den
Haag de aangewezen plaats.
„Zonder mezelf in cijfers te begeven ben
ik overigens geneigd te geloven, dat
de verkeersveiligheidspropaganda rijke
vrucht begint te dragen. Ik acht dan ook
een krachtige voortzetting van de propa
ganda zeer noodzakelijk". Deze woorden
sprak mr. J. Algera, minister van Verkeer
en Waterstaat, op een woensdag in de
Rivièrahal gehouden propaganda-avond
van de Rotterdamse Vereniging voor Vei
lig Verkeer, de grootste in het land.
Het is de taak van de rijksoverheid er
voor te zorgen, dat wetten en maatregelen
tot stand komen, die gericht zijn op het
zo harmonisch mogelijk verwerken van
de verkeersstromen om ongelukken te
voorkomen. Het naleven is evenwel een
andere zaak: de beste wet werkt niets uit,
als de weggebruikers er zich niet aan hou
den. Voorkomen, zo zeide de bewindsman,
is beter dan genezen en in dit voorkomen
zag hy de belangrijkste taak van de ver
eniging.
Als een goed voorbeeld van samenwer
king van ambtenaren van zijn departe
ment, autoriteiten van politie en justitie
en onderwijskringen noemde de minister
de schoolverkeersexamens, die thans in
volle gang zijn en waaraan niet minder
dan 190.000 scholieren deelnemen. Spre
kende over het gedrag van de weggebrui
kers herinnerde mr. Algera aan wat Prin
ses Wilhelmina noemde „eerbied voor het
leven". Tenslotte wekte hij op zich als
medewerker op te geven ter bestrijding
van de volksvijand: het onveilige verkeer.
Later op de avond bood een firma uit
Zaandam het dit jaar 25-jaar bestaande
Verbond voor Veilig Verkeer een film aan,
die tevens voor de eerste maal werd ver
toond. In de film wordt de voetgangers
duidelijk gemaakt welke rechten en plich
ten zij hebben, wanneer de wettelijke be
schermde oversteekplaats een feit zal zijn
der de naam van Pietro del Sol zou men
dat gezien zijn stemgehalte en de Ita
liaanse instelling van zijn zingen ge
redelijk kunnen aanvaarden. Hij bracht
een Hertog van Mantua op de planken, die
in gezelschap van goede Italiaanse solisten
een goed figuur zou kunnen maken. Zwak
ker was de partij van Rigoletto, door Bert
Bijnen vertolkt. Niet dat zij zwakker van
geluid was, want deze zanger kan echt wat
men noemt een strot opzetten, maar zijn
stem mist de lenigheid en de veelzijdige
karakteristiek om een zo verpletterende
rol in zijn contrasterende facetten naar
waarde te verklanken. Maar wie weet wat
deze nog wat ruwe zanger bereiken kan,
wanneer hij ontbolsterd zal zijn.
Jaap de Vries was een aannemelijke
Monterone, die echter in een statiger hou
ding en met spaarzamer beweging meer
indruk zal maken. De Ceprano van Anton
Eldering was te prijzen. De Sparafucile van
Jan Duiveman en de Maddalena van An
nie Steiner hadden mede veel verdiensten.
Het „open doekje" dat het publiek gunde
aan het fameuze kwartet in III, was in
menig opzicht verdiend. Het decor van
prof. Charles Roelofsz kon praktisch vol
doen. Al met al was onze indruk, dat men
de opera-instelling „Forum" van harte
krediet mag geven.
Jos. de Klerk
Brandweerraad. Bij Koninklijk Be
sluit is mr. J. Klaasesz, Commissaris der
Koningin in de provincie Zuid-Holland, be
noemd tot voorzitter van de Brandweerraad.
De Nationale Raad voor Maatschappelijk
Werk die vorige week is opgericht, heeft
onder voorzitterschap van mr. Quarles van
Ufford in het conferentieoord „Woudscho-
ten" een congres gehouden over de proble
matiek rond de specialisatie of de alge
meenheid in het maatschappelijk werk.
Nadat mr. J. F. Beekman en dr. J. F. de
Jongh de onderwerpen hadden ingeleid,
wiselde men uitvoerig van gedachten. Men
heeft verschillende criteria gevonden in de
specialisatie ten aanzien van de categorie
van mensen in sociale moeilijkheden die
men benadert en met betrekking tot het
kader waarin men het maatschappelijk
werk kan opbouwen, alsmede in verband
met de methoden waarmee kan worden
gewerkt. Tijdens het congres heeft men
tevens het belang ingezien van een alge
mene opzet en van een vereenvoudiging,
teneinde overorganisatie te voorkomen.
Het congres werd door ongeveer tweehon
derd topmensen uit het maatschappelijk
werk bezocht.
99
Het operagezelschap „Forum" uit En
schedé gaf woensdagavond aan het publiek
van Haarlem en omstreken gelegenheid
een opvoering van Verdi's succesopera
„Rigoletto" in de Stadsschouwburg bij te
wonen. De belangstelling hiervoor was
matig, wat we slechts kunnen verklaren
uit de ervaring dat het zogenaamde ope-
rapubliek zich slechts voor de kassa ver
dringt wanneer het een troepje Italianen
geldt, ongeacht wat het waard is. Men
maakt zich over dit laatste meestal geen
zorgen, men neemt in ieder geval het
risico. Het kan meevallen, maar het valt
ook wel eens tegen. En dan beklaagt men
het feit, dat het met de operacultuur in
Nederland niet best wil vlotten. Geen
wonder, wanneer zelfs bij ernstige pogin
gen om haar op te stuwen de onontbeer
lijke prikkel der belangstelling ontbreekt.
Een ernstig streven kan men het Oost
nederlandse gezelschap niet ontzeggen.
Het brengt weliswaar niet een aantal ster
ren van eerste grootte voor het publiek
waar gebeurt dit wel? maar het kan
toch een zeer fatsoenlijke bezetting pre-«'
senteren, waaronder een paar sujetten die
een glansrol met glans kunnen verdedigen.
Daarnaast echter toont „Forum" zijn dege
lijkheid in de montering, die voor een reis
opera lang niet gering is. En bijzonder
gunstig komt het voor de dag op het stuk
van muzikale verantwoording, waartoe de
verzorging van het koor, doch vooral van
het orkest behoort. Wat het Overijsels
Philharmonisch Orkest woensdagavond in
de orkestbak van de Haarlemse Schouw
burg onder leiding van Paul Pella pres
teerde, mag met ere genoemd worden.
Trouwens wat deze doorgewinterde opera
dirigent aan samenwerking bereikte in
een zeer verantwoorde opvatting van Ver
di's partituur, was het tegendeel van
routinewerk.
De sopraan Anneke van de Graaf en de
tenor Peter van Zon bleken de sterren van
het gezelschap. Sinds ik haar het laatst
hoorde, heeft de stem va:i Anneke van de
Graaf zich gunstig ontwikkeld en vooral
aan mildheid gewonnen wat ze aan scherp
te verloor. Dit maakte dat we een opmer
kelijke Gilda-partij hoorden, die, psycho
logisch uitgediept, voortdurend veel beko
ring had. Alleen het stretto aan het eind
van het tweede bedrijf verlokte de zange
res tot een geforceerd zingen dat aan het
vroegere „Anneke" herinnerde. Wanneer
de tenor Peter van Zon zou optreden on-