Clubje
Premier Mollet van Frankrijk
stelt de vertrouwenskwestie
Van dag tot dag
Uitgerekend
Tucht
Assemblee kan hem moeilijk ten val
brengen omdat er geen keuze is
v. Weert
SOp de
^Qraatótoel
Exclusieve
Aantal Indonesische politici
verhoord
Nasution pakt corruptie
aan
Militaire censuur geldt
ook het P.T.T.-verkeer
Hongaarse kerken onder
scherpe staatscontrole
Kort nieuws
Boelganin: Warschaupact
moet versterkt worden
Kadar dankt Russen weer
voor ingrijpen bij opstand
Kerkelijk Nieuws
DONDERDAG 28 MAART
1957
Minister Zijlstra heeft de Eerste Kanier
een openhartig rekensommetje voorgelegd,
waaruit overduidelijk is gebleken dat men
de Staat niet over één kam mag scheren
met een particulier grootbedrijf ook niet
wat betreft de berekening van winstmar
ges en de methodes van inkomstenverwer
ving.
Het ging over de kostprijs van een pakje
sigaretten en de minister vertelde daar
over, dat niet minder dan 67 percent van de
detailhandelsprijs als accijns in de Staats
kas vloeit. Dertien percent is voor de han
del grossier en detaillist en twintig
percent voor de industrie, die daaruit zo
wel grondstoffen als produktiekosten moet
betalen en haar winst moet putten.
Een artikel, dat in het particuliere be
drijf wordt vervaardigd en in de particu
liere handel wordt verkocht, zonder dat
de Staat met deze produktie of verhande
ling ook maar in het minst te maken heeft,
wordt door de Staat dus buiten alle ver
houdingen belast, terwijl het afgezien
van alle medische en maatschappelijke be
zwaren tegen misbruik van tabak een
onmisbaar verbruiksartikel is.
De Staat kan zich natuurlijk trachten
te rechtvaardigen door te zeggen, dat deze
belasting een preventieve is, gericht op
matiging van het verbruik. Doch deze vlie
ger gaat niet op, aangezien tabak een ar
tikel is waarvan het verbruik niet in de
eerste plaats door de kosten ervan wordt
bepaald. Wie geen dure sigaretten kan ro
ken, rookt shag of pijptabak. Een doorge
winterd roker zal weinig of niet geremd
worden door hoge kosten een matig ro
ker zal niet méér gaan roken als de sigaret
goedkoper zou worden.
Nu de pakjes sigaretten een dubbeltje
duurder aan het worden zijn, vloeit van
deze prijsverhoging bijna zeven cent in de
Staatskas, twee cent komt de industrie ten
goede en anderhalve cent wordt de handel
toegestopt. Doch wie zich de aankondiging
van deze prijsverhoging herinnert, zal we
ten dat deze door de minister werd gemo
tiveerd met de mededeling dat de grond
stoffen zo duur waren geworden!
Zoveel duurder zijn die grondstoffen dus
geworden, dat met twee cent per pakje al
le daaruit voortvloeiende hogere kosten
kunnen worden gedekt. Doch nu blijkt wel
waarom de minister zo gevoelig was voor
het verzoek tot prijsverhogingsvergunning
van de tabaksindustrie.
Zeven cent per pakje voor de Staat
steek nog eens op!
Tijdens de jaarvergadering van de af
deling Twente der Algemene Vereniging
van Nederlandse Reserve-officieren zijn
mededelingen gedaan, die grote bezorgd
heid moeten wekken ten aanzien van het
beleid van minister Staf. Wanneer de door
de vroegere hoofdredacteur van het
maandblad der vereniging genoemde feiten
op waarheid berusten, tracht de minister
van oorlog overwegende invloed uit te
oefenen op de publikaties in dit blad en op
het beleid van het hoofdbestuur der ver
eniging, teneinde te voorkomen dat critiek
wordt geuit op zijn eigen beleid. Volgens
de heer Ter Voort, die ontslag genomen
heeft als hoofdredacteur van „De Reserve
officier", heeft de minister het hoofdbe
stuur zelfs gedwongen een artikel te plaat
sen dat stelling nam tegen een eerder ge
plaatst artikel. Bovendien zou de minister
gedreigd hebben met straf-overplaatsing en
andere sancties, die volgens de krijgstucht
binnen zijn bevoegdheid liggen.
Dit alles werpt de vraag op, of de vrij
heden die de grondwet aan alle Nederland
se burgers toestaat, niet gelden voor hen
die in militaire dienst zijn. Doch afgezien
van deze principieel te stellen kwestie
druist een dergelijke ministeriële taktiek
in tegen alle argumenten, waarmee het
bestaansrecht van een officierenvereniging
en een publiciteitsorgaan van zulk een ver
eniging te verdedigen is. Wanneer een bui
ten het militaire verband staande beroeps
vereniging en een daai-mede verbonden
maandblad niets anders kunnen zijn dan
vertolkers van een ministeriële mening,
vervalt het nut van dergelijke organen en
organisaties. Wanneer de redactie van het
maandblad de minister zelf als censor moet
aanvaarden, is de verschijning ervan over
bodig en zelfs ongewenst. En wanneer
leden van verenigingen of redacties gevaar
lopen door krijgstuchtelijke straffen te
worden getroffen, indien zij niet nauwkeu
rig de instructies van de minister in hun
organisatorisch of redactioneel beleid vol
gen, dan is daarmee de vrijheid van druk
pers voor een groot deel der Nederlandse
burgers een fictie geworden.
Men kan het betreuren dat de heer Staf
in de veronderstelling verkeert, dat een
minister van Oorlog critiek op zijn beleid
mag dempen door maatregelen, die hem
voor heel andere doeleinden ter beschik
king zijn gesteld. Maar meer te betreuren
is het, dat hij daardoor nog veel meer
aanleiding tot critiek geeft dan zijn beleid
reeds heeft ondervonden.
(Van onze correspondent in Parijs)
De Franse minister-president Guy Mol
let heeft in de afgelopen nacht weer eens
het gewicht van zijn kabinet in de weeg
schaal geworpen om het parlement te
dwingen zijn politiek te blijven volgen. Dit
besluit heeft de premier genomen aan het
einde van een der langdurigste debatten,
die de Nationale Vergadering sedert jaren
had gehouden. Twee weken terug zijn alle
aspecten van het regeringsbeleid econo
mische en financiële politiek, Algerije,
Egypte uitvoerig beschouwd en afge
wogen.
Als laatste woord- en pleitvoerders van
de regering hebben gistermiddag en -avond
de minister van Buitenlandse Zaken, Pi-
neau en Mollet zelf het spreekgestoelte be
klommen. N
Pineau kwam nogmaals op de Suezkwes-
tie terug en gaf de kamer de verzekering
dat hij niet zou toestaan, dat er bij even
tuele nieuwe conflicten in de Gaza-zone
sancties tegen Israel zouden worden geno
men. Hij protesteerde tegen Nasser's pre
tenties, dat alle doorvaartgelden aan Egyp
te zouden moeten worden uitbetaald. Veel
indruk maakten deze krachtige woorden
niet op de vergadering. De rede van Guy
Mollet was eerder te kenschetsen als een
zeer geflatteerde balans, dan als een pro
gramma van Frankrijk, dat zich voor zware
economische problemen gesteld ziet. Ten
aanzien van Algerije herhaalde de premier
dat de banden met dit „departement" nooit
verbroken zouden kunnen en mogen wor
den. Aan de steeds onverzettelijker houding
van de Algerijnse nationalisten verspilde
de minister-president niet veel woorden.
Enige geestdrift wekte Mollet evenmin
als Pineau. Hij ontving na afloop slechts
een flauw applaus. De papieren van het
kabinet-Mollet zijn de laatste weken eer
der gedaald dan gestegen en wanneer in
de komende nacht over zijn voortbestaan
zal moeten worden gestemd, staan de kan
sen ongeveer een op een. Mollet's kracht
ligt in de verdeeldheid van de oppositie en
haar onvermogen een wisselmeerderheid te
vormen. Mocht Mollet het parlementaire
veld moeten ruimen, dan zal hij waar
schijnlijk door een andere deur en met een
ietwat herziene ploeg, doch met hetzelfde
programma, weer spoedig zijn opwachting
maken. In het vooruitzicht van die klucht
zal het parlement zich er vermoedelijk nog
wel voor wachten de huidige regering ten
val te brengen, ofschoon men in Frankrijk
nooit iets met volstrekte zekerheid kan
voorspellen.
(Reuter) Mollet verklaarde dat de
exploitatie van de bodemschatten van de
Sahara zal geschieden ten bate van Afrika
en Frankrijk. Op binnenlands gebied, aldus
de premier, zal de regering de consumptie
beperken.
ADVERTENTIE
Grote Houtstr. 116 - Tel. 13339 - Haarlem vangen.
De staatsuitgaven zullen met 250 miljard
frank (2,5 miljard gulden) worden vermin
derd, hetgeen hoofdzakelijk de militaire
uitgaven zal betreffen, zonder dat dit ech
ter afbreuk zal doen aan „de internationale
verplichtingen en de nationale noodzake
lijke behoeften" van Frankrijk. Zo nodig
zullen de inkomsten uit belastingen moeten
worden vermeerderd. De regering heeft een
program op lange termijn opgezet voor her
stel van de betalingsbalans. „Het pogram
van de regering is streng, maar het zal de
handhaving van een klimaat van expansie
verzekeren. De discipline, welke wij van u
vragen wordt reeds lange tijd in vele buur
landen in acht genomen", aldus Mollet.
DJAKARTA (ANP) Naar de corres
pondent van het A.N.P. in Djakarta van
betrouwbare zijde heeft vernomen, heeft
de militaire politie in Bandung een aan
tal vooraanstaande Indonesische politici
van verschillende partijen, waaronder ex-
ministers en ex-parlementsleden voor een
ondervraging ontboden. Dinsdag heeft de
chef-staf van de landmacht, generaal-ma-
joor Nasution bekend gemaakt, dat tegen
„corruptors strenge maatregelen zullen
worden getroffen".
Volgens het in Djakarta verschijnende
dagblad „Merdeka" behoorden tot degenen,
die worden opgeroepen, onder meer de
vroegere vice-premier Zainul Arifin, van
de Nahdatul Ulama, Arudji Kartawinata,
de voorzitter van de Islamietische P.S.I.I.,
verschillende leden van de Masjumi en van
de socialistische P.S.I. Ook oud-minister
Sumitro Djojohadikusumo van de P.S.I.,
oud-minister Iskaq van de nationalistische
P.N.I. en de vroegere minister van Ver
bindingen Gani, eveneens van de P.N.I.,
zouden een oproep hebben ontvangen.
Volgens de woordvoerder van het plaat
selijk militair commando in Djakarta,
werden de betrokkenen door de militaire
autoriteiten in Bandung opgeroepen met
het oog op het zogenaamde „Hongkong-
Barter"-schandaal.
In Djakarta hebben echter nog geen
verhoren of arrestaties plaats gehad.
Aanleiding tot de verhoren zouden zijn
de verklaringen van de, gearresteerde,
directeur van een Chinese handelszaak in
Djakarta, die mede betrokken was in de
„Hongkong Barter", waarmede een bedrag
van honderden miljoenen rupiah's gemoeid
zou zijn geweest.
Staat van oorlog in Indonesië
DJAKARTA (ANP) Het hoofd van de
afdeling telecommunicatie van het hoofd
bestuur van de post-, telegraaf- en tele
foondienst in Bandung, Raden Samdjun,
heeft dinsdag verklaard dat de militaire
autoriteiten een censuur hebben ingesteld
op briefpost, interlocale telefoongesprek
ken en telegrammen.
Hij zeide. dat hem dit was gebleken uit
berichten, die hij van postkantoren in ver
schillende delen'van het land had ont-
ADVERTENTIE
BOEDAPEST (Reuter) Volgens een
decreet, dat reeds was aangekondigd door
de Hongaarse regering, is voor de benoe
ming van de hoogste functionarissen in de
rooms-kathoiieke en de protestantse ker
ken en de synagogen vooraf de goedkeu
ring nodig van de presidentiële raad. Voor
het benoemen van lagere kerkelijke func
tionarissen moet de minister van Cultuur
zijn toestemming geven.
Dit decreet geldt met terugwerkende
kracht vanaf een oktober van vorig jaar,
drie weken voordat de opstand uitbrak.
Waarnemers zien in de maatregel een
machtsmiddel van de staat om „onaan
vaardbare" benoemingen en ontslagen van
de laatste maanden ongedaan te maken.
Volgens het Oostenrijkse katholieke
persbureau is de Hongaarse bisschop Josef
Petery van Vacs in Noord-Hongarije op
last van de communistische autoriteiten
geïnterneerd. Voorts werden Endredy, abt
van de Cistercienser abdij te Zirc, en Za-
kar, een voormalig secretaris van kardi
naal Mindszenty, gearresteerd.
Lasser bij explosie gedood. De 68-jarige
lasser A. Rietberg te Zwolle is om het leven
gekomen bij het lassen van een vat. In dit
vat hebben zich vermoedelijk resten van een
explosief cellulose verdimningsmiddel be
vonden.
Wie tussen het voorpagina
nieuws der laatste dagen de
mededelingen over de verder-
gegroeide eenheid in Europa
heeft opgemerkt, zal zich
wellicht verbaasd hebben af
gevraagd en waarlijk niet
voor het eerst waaraan toch
de moeizaamheid te wijten
kan zijn, waarmede de staats
lieden op het terrein der
Europese samengroeiing te
kampen hebben.
Voor talrijke verwikke
lingen op het politieke gebied
kan men voordehandliggende
redenen onderscheiden, doch
voor de traagheid, waarmee
Europa nu al sinds eeuwen
bezig is Europa te worden,
zijn de argumenten onmoge
lijk in een logische gevolg
trekking te rangschikken
Het verschijnsel verbaast
de waarnemer meer dan dat
het hem verontrust. Hij ziet
niet in, waarom het zoveel
bezwaren met zich zou moe
ten- brengen, dat kleine ge
meenschappen als die der
Europese landen tot één grote
zouden samenvloeien, wan
neer immers alle factoren
voor die ineenvloeiing voor
handen zijn.
Naast en boven alle be
redeneerde en ongetwijfeld
gegronde verklaringen, die
men dagelijks in politieke be
schouwingen over het Euro
pese eenheidsbeeld aantreft,
moet het elementaire begin
sel der Europese traagheid
welhaast met zekerheid wor
den gezocht in een fictie.
Want alleen ficties zijn in
staat, de logica te overwinnen
en een volkomen vanzelf
sprekende ontwikkeling tegen
te houden.
Op zoek naar deze fictie
komt men bij een zeer een
voudige en traditionele men
selijke eigenschap uit, name
lijk de onweerstaanbare en
niet met redeneringen te ver
delgen neiging om zichzelf te
verliezen in een groep en het
behoud van de begrenzing
dezer groep als een soort van
levenskwestie voor zichzelf
te beschouwen.
Dat heb ik waargenomen in
ons gymnastiekclub je, eer
gisteravond tijdens het kwar
tiertje handballen.
En daarmee ziet men hoe
de meest verheven problemen
des levens zichzelf altijd la
ten terugleiden tot de een
voudigste.
Eergisteravond waren we
met twintig man bijeen in het
vertrouwde turnzaaltje van
onze buurtschool, waar we
steevast verschijnen in het
avondlijke uur om ons weke
lijkse periode van noodzake
lijke lichaamsbeweging te
genieten. Men weet hoe dat
gaat: men kraakt een weinig
in de gewrichten en men ver
telt zichzelf dan, dat men te
weinig beweging heeft. Men
hoort hoe de buurman al
maanden lid is van een clubje
en men begeeft zich ook
daarheen, schuchter en ge
geneerd, met een paar tennis
schoenen en een verbleekt
kampeerbroekje onder de
arm.
En later is men opgenomen
in de club en beijvert men
zich om de oefeningen zo
goed mogelijk uit te voeren.
De leden zijn allemaal een
beetje aan de kant van de
veertig of aan de overkant, ze
zijn allemaal een beetje bleek
van de plek af, waar het over
hemdsboordje pleegt te zitten
en zij hebben bijna allemaal
een aankomend buikje.
Dat laatste moet eraf, daar
is het om begonnen en nie
mand kan beweren dat de
heren er niet hun uiterste
best voor doen. Zij zullen
nooit keurturners worden, dat
lijkt uitgesloten, maar er is
alle kans dat zij over een jaar
of wat hun gevallen potlood
kunnen oprapen zonder te
kraken, en dat het buikje zal
zijn verdwenen of althans
stationair zal zijn gebleven.
We zijn allemaal goede
vrinden, we kennen elkaar
min of meer en we doen het
allemaal in een soort van
goedmoedige spotstemming,
4g%
w
want we hebben elkaar niets
te verwijten en we zitten alle
maal in het zelfde krakende
schuitje.
Maar dan komt het laat
ste kwartiertje balspel. En nu
is het zo merkwaardig, dat
een grijnzende duivel van ge
heimzinnige kom-af op dat
moment de goedmoedige sfeer
verdrijft, waarin de vrije
oefeningen hebben plaatsge
vonden. Hij is er al bij de
verdeling der ploegen. Zodra
de docent de club in tweeën
hakt, voelen de leden van de
ene helft zich vervreemden
van hun tegenstanders.
De tegenover elkaar opge
stelde ploegen worden bezield
door een mysterieuze doods
nood, een bittere rivaliteit,
die een volkomen aanhanke
lijkheid aan het ploegverband
wekt en een onberedeneerde
jaloezie voortbrengt, waar
door de speelbal het symbool
van zelfbehoud wordt. De
strijd om de bal wordt een
strijd om het voortbestaan.
De clubleden, de minzame
huurlieden, die op andere
avonden in hun tuintjes
vriendelijke opmerkingen
over het gewas en het weer
wisselen, zijn echte vijanden
geworden.
Waarom?
Niemand kan met ernst be
weren, dat het bezit van de
bal en het produceren van
doelpunten in dat kwartiertje
van enig belang zijn voor
ieder van de spelers afzon
derlijk. Doch en dat is het
geheim zij bestaan niet
meer afzonderlijk. Hun per
soonlijkheid is opgeslorpt
door de groep en de groep
vecht voor zijn leven. Doel
punten betekenen voedsel
voor de groep. Zonder doel
punten verhongert de groep.
En dus zwoegen de lede
maten van de groep zonder
eigen wil in dienst van hun
meesteres, wier enige be
staansreden gezocht moet
worden in een fictie.
Want ook die groep bestaat
eigenlijk niet eens. Zij is
slechts de projectie van een
waandenkbeeld op het
scherm der gedachten, die
zichzelf hebben stopgezet.
Ik heb mijn goede huur
lieden als tijgers om die bal
zien vechten. Zij vochten har
der dan zij ooit in hun leven
zullen hebben gedaan.
Op hun verbeten gezichten
las ik de macht van de fictie.
En de macht van hem, die op
het juiste moment een bal
opwerpt tussen twee groepen.
Maar daaruit volgt, dat
men in het leven grote en
schijnbaar onoverbrugbare
tegenstellingen zou kunnen
dempen door eenvoudig de
bal in een kast te sluiten.
Dat doet onze docent op
dinsdagavond ook altijd.
Dan kijken wij elkander
verhit en enigszins be
schaamd aan en we glim
lachen om de herinnering aan
onze verbetenheid. Die glim
lach is de erkenning van onze
terugkeer in eigen persoon
lijkheid, en de herkenning
van de fictie die ons eruit
weggesleurd heeft.
De Europese landen zijn
geen gymnastiekclubs van
bedaagde heren, doch zij zijn
wel en het doet er weinig
toe waardoor zij het gewor
den zijn groepen die vech
ten om de doelpunten. Groe
pen die vechten om het
voortbestaan niet het
voortbestaan der mensen
doch het voortbestaan dei-
groepen, wat een fictieve be
weegreden mag worden ge
noemd.
Want niet het strikte be
houd van begrensde samen
levingen eens in de nevelen
der historie door onnaspeur
lijke omstandigheden tot
stand gekomen doch het
behoud van ieder mens af
zonderlijk is de elementaire
strijd om het bestaan waard.
Wanneer de Europese lan
den elkander doelpunten be
twisten, doen zij dat in een
fictieve wedstrijd tussen niet-
bestaande belangengroepen.
Want niet de onderling ge
scoorde doelpunten, doch de
in het grote stadion der we
reldeconomie behaalde winst
bepaalt het voortbestaan.
Als onze docent op dins
dagavond de bal zou opwer
pen tussen onze club en die
van een andere stadswijk,
zouden we eensgezind tot het
uiterste vechten.
Het gaat er slechts om, de
grenzen van het groepsbelang
te trekken op de reeds door
de geschiedenis getrokken
lijnen van de uiterste rivali
teit.
En nu het onafhankelijk
voortbestaan der kleine lan
den een fictie is geworden,
die helaas echter nog dapper
ondersteund wordt door de
sentimentaliteit van een aan
tal symbolen, is het levens
belang van het spel met de
bal verschoven naar het gro
tere terrein van Europa. Na
tionalisme is provincialisme
geworden waarvan som
mige elementen heilzaam en
vruchtbaar kunnen blijven
en vaderlandsliefde heeft de
functionele bereidheid tot het
offeren van de grenzen als
voorwaarde tot doelmatigheid
erbij gekregen.
Doch de fictie is nog niet
overwonnen. En het zal tijd
kosten. Want bij het opwer
pen van de bal komt de dui
vel binnen. Hij is de schuld
van alles.
Dinsdagavond gaan we er
weer op los. En wie zal het
ons kwalijk nemen?
Jeugd
Het is een ontnuchterende gedachte, dat
elke twintig jaar een nieuw geslacht vol
wassen wordt. Twintig jaar later zijn die
dan van. middelbare leeftijd en voelen ze
zich bekocht en bedreigd door de nieuwe
golf van jongeren die nieuwe jazz-muziek
spelen, nieuwe kledingstukken kiezen,
nieuwe stoutigheden uithalen, trouwen,
kinderen krijgen en op hun beurt de 'mid
delbare leeftijd bereiken.
Zo oogst men vijf mensengeneraties per
eeuw, vijftig in duizend jaar, vijf honderd
in elke tienduizend. „Ik weet niet wat er
met de jeugd aan de hand is", zegt knorre-
papa van achtdriizend voor Chr. „Wat ze
daar allemaal dansen en zingen, waar dat
heen moet
Waar dat heen moest, dat bent u en ik.
En waar het nu heen moet, dat zijn onze
nakomelingen in het jaar negentienduizend.
Ze vliegen dan al tussen ontbijt en avond
maal om de maan heen, maar ooms en
tantes zullen nog altijd klagen, dat „de
jeugd van tegenwoordig" verwilderd en
beginselloos is.
Als de jeugd niet verwilderd en begin
selloos was, was het mensenras reeds sedert
duizenden jaren uitgestorven. Tenslotte
hangen we van haar voor het voortbestaan
van het mensdom af. Als zij er de brui
aan geeft, verdwijnt de mens even wis en
waarachtig van de aardbodem als dat met
de brontosaurus is gebeurd. Voordat de
rebellerende jeugd zich in het juk der
voortplanting buigt, heeft zij het recht
zich enigszins individualistisch te gedra
gen. De taak, die zij te vervullen krijgt,
is immers zo traditioneel en onverander
lijk.
En, lieve hemel, welk een wereld moeten
de jongeren overnemen! Een chaotische
maatschappij, met veel goeds en veel ver
wildering. Ja, het mensdom zelf is in een
soort paardestaarten- en nozemstaat. Het
kan nog alle kanten uit en het is geens
zins gezegd, dat het de gevaarlijke leeftijd
te boven komt.
Toen ik jong was, 'n twee generaties
geleden, was ik ook wild en ongediscipli
neerd. Ik ondervind er nog de schade van
anders was ik nu bankdirecteur.
Als u dus wilt, dat uw kinderen slagen,
verbiedt hun dan te verwilderen. Maar
als u wilt, dat ze later stukjes in de krant
schrijven, laat ze dan vrij rond lopen.
Maar, wat u ook doet, probeer niet te
klagen over de verwildering van de jeugd.
Het is al te veel eeuwen lang gedaan en
zal nog te veel eeuwen lang geschieden.
Tenminste, als het mensdom zijn over
gangsjaren te boven komt.
Herman Fortuin
LONDEN (Reuter) Premier Boelganin
van de Sovjet-Unie heeft woensdag op
een bijeenkomst in het Kremlin ter ere
van het bezoek van de Hongaarse premier
Janos Kadar aan Moskou verklaard, dat
de regeringsleiders van Engeland en de
V.S. na hun besprekingen op Bermuda
hebben bevestigd, dat zij „hun politiek van
militaire blokken en de bewapeningswed
loop zullen voortzetten". Ook hadden deze
leiders de Russische voorstellen betreffen
de het beëindigen van de proeven met
kernwapens van de hand gewezen en zelfs
een akkoord gesloten voor de levering van
Amerikaanse geleide projectielen aan
Engeland.
Gezien de omstandigheden en „de toege
nomen internationale spanning als gevolg
van een intensivering van de ondermijnen
de activiteit van de Westelijke imperialis
tische mogendheden tegen de landen van
het socialistische kamp", alsmede „de mi
litaire maatregelen van de imperialisten
in West-Europa, het Nabije en het Mid
den-Oosten en in het gebied van de Stille
Oceaan", waren de Sovjet-Unie en Honga
rije tot de slotsom gekomen, dat het ver
drag van Warschau zoveel mogelijk moest
worden versterkt, ter verdediging van
Hongarije en het gehele socialistische
kamp".
„Het Sovjet-volk is trots op de wijze,
waarop zijn roemrijke leger zijn heilige
plicht jegens het Hongaarse volk heeft
vervuld", aldus maarschalk Boelganin. Hij
voegde hieraan toe, dat men het er bij de
jongste besprekingen over eens was ge
weest, dat de twee landen elkaar moeten
steunen.
Premier Kadar oefende critiek op twee
Joegoslavische leiders de vice-presi
dent Kardelj en de minister van Buiten
landse Zaken Popovic die tegenover de
opstand in Hongarije een „niet-marxisti-
sche houding" hadden aangenomen. Hun
oordeel had meer geleken op dat van mi
nister Dulles en radio-„Vrij Europa", zo
meende Kadar.
Hij zei dat de Sovjet-Unie en de Sovjet
strijdkrachten in zijn land nooit een aan
slag hadden gedaan op de soevereiniteit
van Hongarije, maar integendeel de natio
nale integriteit en onafhankelijkheid van
dit land hadden verdedigd.
Gercf. kerken
Beroepen te Kamerik Th. W. A. Rijper,
kand. te Amersfoort.
Chr. Geref. kerken
Beroepen te Sassenheim W. v. Heest te
Rozenburg.
Bedankt voor Hengelo (O.) Th. Rutters
te Wildervank.
Geref. Gemeenten in Nederland
Bedankt voor Ede H. Ligtenberg te Rot
terdam-West.
Ned. Herv. Kerk
Beeroepen te Noordlaren (toez.) A. van
der Woude, kand. te Groningen.
Bedankt voor Oudega en Eernewoude
(Small.) (toez. W. van der Ven te Zaan
dijk.
Ds. E. Pijlman
Ds. E. Pijlman, gereformeerd predikant
te Bandung, zal in mei naar Nederland
komen. Ds. Pijlman was, vóór hij naar
Indonesië vertrok, predikant te Lopik en te
Schiebroek-Hillegersberg-C. Daarna werd
hij legerpredikant in Indonesië.
De classis Grootegast der Geref. Kerken
heeft ds. S. J. Verveld, laatstelijk Doops
gezind predikant te Den Hom, die naar de
Geref. Kerken overging, preekconsent ver
leend binnen haar ressort, om hem na drie
maanden in de gereformeerde dogmatiek
te examineren.