Clubje Premier Mollet van Frankrijk stelt de vertrouwenskwestie Van dag tot dag Uitgerekend Tucht Assemblee kan hem moeilijk ten val brengen omdat er geen keuze is v. Weert SOp de ^Qraatótoel Exclusieve Aantal Indonesische politici verhoord Nasution pakt corruptie aan Militaire censuur geldt ook het P.T.T.-verkeer Hongaarse kerken onder scherpe staatscontrole Kort nieuws Boelganin: Warschaupact moet versterkt worden Kadar dankt Russen weer voor ingrijpen bij opstand Kerkelijk Nieuws DONDERDAG 28 MAART 1957 Minister Zijlstra heeft de Eerste Kanier een openhartig rekensommetje voorgelegd, waaruit overduidelijk is gebleken dat men de Staat niet over één kam mag scheren met een particulier grootbedrijf ook niet wat betreft de berekening van winstmar ges en de methodes van inkomstenverwer ving. Het ging over de kostprijs van een pakje sigaretten en de minister vertelde daar over, dat niet minder dan 67 percent van de detailhandelsprijs als accijns in de Staats kas vloeit. Dertien percent is voor de han del grossier en detaillist en twintig percent voor de industrie, die daaruit zo wel grondstoffen als produktiekosten moet betalen en haar winst moet putten. Een artikel, dat in het particuliere be drijf wordt vervaardigd en in de particu liere handel wordt verkocht, zonder dat de Staat met deze produktie of verhande ling ook maar in het minst te maken heeft, wordt door de Staat dus buiten alle ver houdingen belast, terwijl het afgezien van alle medische en maatschappelijke be zwaren tegen misbruik van tabak een onmisbaar verbruiksartikel is. De Staat kan zich natuurlijk trachten te rechtvaardigen door te zeggen, dat deze belasting een preventieve is, gericht op matiging van het verbruik. Doch deze vlie ger gaat niet op, aangezien tabak een ar tikel is waarvan het verbruik niet in de eerste plaats door de kosten ervan wordt bepaald. Wie geen dure sigaretten kan ro ken, rookt shag of pijptabak. Een doorge winterd roker zal weinig of niet geremd worden door hoge kosten een matig ro ker zal niet méér gaan roken als de sigaret goedkoper zou worden. Nu de pakjes sigaretten een dubbeltje duurder aan het worden zijn, vloeit van deze prijsverhoging bijna zeven cent in de Staatskas, twee cent komt de industrie ten goede en anderhalve cent wordt de handel toegestopt. Doch wie zich de aankondiging van deze prijsverhoging herinnert, zal we ten dat deze door de minister werd gemo tiveerd met de mededeling dat de grond stoffen zo duur waren geworden! Zoveel duurder zijn die grondstoffen dus geworden, dat met twee cent per pakje al le daaruit voortvloeiende hogere kosten kunnen worden gedekt. Doch nu blijkt wel waarom de minister zo gevoelig was voor het verzoek tot prijsverhogingsvergunning van de tabaksindustrie. Zeven cent per pakje voor de Staat steek nog eens op! Tijdens de jaarvergadering van de af deling Twente der Algemene Vereniging van Nederlandse Reserve-officieren zijn mededelingen gedaan, die grote bezorgd heid moeten wekken ten aanzien van het beleid van minister Staf. Wanneer de door de vroegere hoofdredacteur van het maandblad der vereniging genoemde feiten op waarheid berusten, tracht de minister van oorlog overwegende invloed uit te oefenen op de publikaties in dit blad en op het beleid van het hoofdbestuur der ver eniging, teneinde te voorkomen dat critiek wordt geuit op zijn eigen beleid. Volgens de heer Ter Voort, die ontslag genomen heeft als hoofdredacteur van „De Reserve officier", heeft de minister het hoofdbe stuur zelfs gedwongen een artikel te plaat sen dat stelling nam tegen een eerder ge plaatst artikel. Bovendien zou de minister gedreigd hebben met straf-overplaatsing en andere sancties, die volgens de krijgstucht binnen zijn bevoegdheid liggen. Dit alles werpt de vraag op, of de vrij heden die de grondwet aan alle Nederland se burgers toestaat, niet gelden voor hen die in militaire dienst zijn. Doch afgezien van deze principieel te stellen kwestie druist een dergelijke ministeriële taktiek in tegen alle argumenten, waarmee het bestaansrecht van een officierenvereniging en een publiciteitsorgaan van zulk een ver eniging te verdedigen is. Wanneer een bui ten het militaire verband staande beroeps vereniging en een daai-mede verbonden maandblad niets anders kunnen zijn dan vertolkers van een ministeriële mening, vervalt het nut van dergelijke organen en organisaties. Wanneer de redactie van het maandblad de minister zelf als censor moet aanvaarden, is de verschijning ervan over bodig en zelfs ongewenst. En wanneer leden van verenigingen of redacties gevaar lopen door krijgstuchtelijke straffen te worden getroffen, indien zij niet nauwkeu rig de instructies van de minister in hun organisatorisch of redactioneel beleid vol gen, dan is daarmee de vrijheid van druk pers voor een groot deel der Nederlandse burgers een fictie geworden. Men kan het betreuren dat de heer Staf in de veronderstelling verkeert, dat een minister van Oorlog critiek op zijn beleid mag dempen door maatregelen, die hem voor heel andere doeleinden ter beschik king zijn gesteld. Maar meer te betreuren is het, dat hij daardoor nog veel meer aanleiding tot critiek geeft dan zijn beleid reeds heeft ondervonden. (Van onze correspondent in Parijs) De Franse minister-president Guy Mol let heeft in de afgelopen nacht weer eens het gewicht van zijn kabinet in de weeg schaal geworpen om het parlement te dwingen zijn politiek te blijven volgen. Dit besluit heeft de premier genomen aan het einde van een der langdurigste debatten, die de Nationale Vergadering sedert jaren had gehouden. Twee weken terug zijn alle aspecten van het regeringsbeleid econo mische en financiële politiek, Algerije, Egypte uitvoerig beschouwd en afge wogen. Als laatste woord- en pleitvoerders van de regering hebben gistermiddag en -avond de minister van Buitenlandse Zaken, Pi- neau en Mollet zelf het spreekgestoelte be klommen. N Pineau kwam nogmaals op de Suezkwes- tie terug en gaf de kamer de verzekering dat hij niet zou toestaan, dat er bij even tuele nieuwe conflicten in de Gaza-zone sancties tegen Israel zouden worden geno men. Hij protesteerde tegen Nasser's pre tenties, dat alle doorvaartgelden aan Egyp te zouden moeten worden uitbetaald. Veel indruk maakten deze krachtige woorden niet op de vergadering. De rede van Guy Mollet was eerder te kenschetsen als een zeer geflatteerde balans, dan als een pro gramma van Frankrijk, dat zich voor zware economische problemen gesteld ziet. Ten aanzien van Algerije herhaalde de premier dat de banden met dit „departement" nooit verbroken zouden kunnen en mogen wor den. Aan de steeds onverzettelijker houding van de Algerijnse nationalisten verspilde de minister-president niet veel woorden. Enige geestdrift wekte Mollet evenmin als Pineau. Hij ontving na afloop slechts een flauw applaus. De papieren van het kabinet-Mollet zijn de laatste weken eer der gedaald dan gestegen en wanneer in de komende nacht over zijn voortbestaan zal moeten worden gestemd, staan de kan sen ongeveer een op een. Mollet's kracht ligt in de verdeeldheid van de oppositie en haar onvermogen een wisselmeerderheid te vormen. Mocht Mollet het parlementaire veld moeten ruimen, dan zal hij waar schijnlijk door een andere deur en met een ietwat herziene ploeg, doch met hetzelfde programma, weer spoedig zijn opwachting maken. In het vooruitzicht van die klucht zal het parlement zich er vermoedelijk nog wel voor wachten de huidige regering ten val te brengen, ofschoon men in Frankrijk nooit iets met volstrekte zekerheid kan voorspellen. (Reuter) Mollet verklaarde dat de exploitatie van de bodemschatten van de Sahara zal geschieden ten bate van Afrika en Frankrijk. Op binnenlands gebied, aldus de premier, zal de regering de consumptie beperken. ADVERTENTIE Grote Houtstr. 116 - Tel. 13339 - Haarlem vangen. De staatsuitgaven zullen met 250 miljard frank (2,5 miljard gulden) worden vermin derd, hetgeen hoofdzakelijk de militaire uitgaven zal betreffen, zonder dat dit ech ter afbreuk zal doen aan „de internationale verplichtingen en de nationale noodzake lijke behoeften" van Frankrijk. Zo nodig zullen de inkomsten uit belastingen moeten worden vermeerderd. De regering heeft een program op lange termijn opgezet voor her stel van de betalingsbalans. „Het pogram van de regering is streng, maar het zal de handhaving van een klimaat van expansie verzekeren. De discipline, welke wij van u vragen wordt reeds lange tijd in vele buur landen in acht genomen", aldus Mollet. DJAKARTA (ANP) Naar de corres pondent van het A.N.P. in Djakarta van betrouwbare zijde heeft vernomen, heeft de militaire politie in Bandung een aan tal vooraanstaande Indonesische politici van verschillende partijen, waaronder ex- ministers en ex-parlementsleden voor een ondervraging ontboden. Dinsdag heeft de chef-staf van de landmacht, generaal-ma- joor Nasution bekend gemaakt, dat tegen „corruptors strenge maatregelen zullen worden getroffen". Volgens het in Djakarta verschijnende dagblad „Merdeka" behoorden tot degenen, die worden opgeroepen, onder meer de vroegere vice-premier Zainul Arifin, van de Nahdatul Ulama, Arudji Kartawinata, de voorzitter van de Islamietische P.S.I.I., verschillende leden van de Masjumi en van de socialistische P.S.I. Ook oud-minister Sumitro Djojohadikusumo van de P.S.I., oud-minister Iskaq van de nationalistische P.N.I. en de vroegere minister van Ver bindingen Gani, eveneens van de P.N.I., zouden een oproep hebben ontvangen. Volgens de woordvoerder van het plaat selijk militair commando in Djakarta, werden de betrokkenen door de militaire autoriteiten in Bandung opgeroepen met het oog op het zogenaamde „Hongkong- Barter"-schandaal. In Djakarta hebben echter nog geen verhoren of arrestaties plaats gehad. Aanleiding tot de verhoren zouden zijn de verklaringen van de, gearresteerde, directeur van een Chinese handelszaak in Djakarta, die mede betrokken was in de „Hongkong Barter", waarmede een bedrag van honderden miljoenen rupiah's gemoeid zou zijn geweest. Staat van oorlog in Indonesië DJAKARTA (ANP) Het hoofd van de afdeling telecommunicatie van het hoofd bestuur van de post-, telegraaf- en tele foondienst in Bandung, Raden Samdjun, heeft dinsdag verklaard dat de militaire autoriteiten een censuur hebben ingesteld op briefpost, interlocale telefoongesprek ken en telegrammen. Hij zeide. dat hem dit was gebleken uit berichten, die hij van postkantoren in ver schillende delen'van het land had ont- ADVERTENTIE BOEDAPEST (Reuter) Volgens een decreet, dat reeds was aangekondigd door de Hongaarse regering, is voor de benoe ming van de hoogste functionarissen in de rooms-kathoiieke en de protestantse ker ken en de synagogen vooraf de goedkeu ring nodig van de presidentiële raad. Voor het benoemen van lagere kerkelijke func tionarissen moet de minister van Cultuur zijn toestemming geven. Dit decreet geldt met terugwerkende kracht vanaf een oktober van vorig jaar, drie weken voordat de opstand uitbrak. Waarnemers zien in de maatregel een machtsmiddel van de staat om „onaan vaardbare" benoemingen en ontslagen van de laatste maanden ongedaan te maken. Volgens het Oostenrijkse katholieke persbureau is de Hongaarse bisschop Josef Petery van Vacs in Noord-Hongarije op last van de communistische autoriteiten geïnterneerd. Voorts werden Endredy, abt van de Cistercienser abdij te Zirc, en Za- kar, een voormalig secretaris van kardi naal Mindszenty, gearresteerd. Lasser bij explosie gedood. De 68-jarige lasser A. Rietberg te Zwolle is om het leven gekomen bij het lassen van een vat. In dit vat hebben zich vermoedelijk resten van een explosief cellulose verdimningsmiddel be vonden. Wie tussen het voorpagina nieuws der laatste dagen de mededelingen over de verder- gegroeide eenheid in Europa heeft opgemerkt, zal zich wellicht verbaasd hebben af gevraagd en waarlijk niet voor het eerst waaraan toch de moeizaamheid te wijten kan zijn, waarmede de staats lieden op het terrein der Europese samengroeiing te kampen hebben. Voor talrijke verwikke lingen op het politieke gebied kan men voordehandliggende redenen onderscheiden, doch voor de traagheid, waarmee Europa nu al sinds eeuwen bezig is Europa te worden, zijn de argumenten onmoge lijk in een logische gevolg trekking te rangschikken Het verschijnsel verbaast de waarnemer meer dan dat het hem verontrust. Hij ziet niet in, waarom het zoveel bezwaren met zich zou moe ten- brengen, dat kleine ge meenschappen als die der Europese landen tot één grote zouden samenvloeien, wan neer immers alle factoren voor die ineenvloeiing voor handen zijn. Naast en boven alle be redeneerde en ongetwijfeld gegronde verklaringen, die men dagelijks in politieke be schouwingen over het Euro pese eenheidsbeeld aantreft, moet het elementaire begin sel der Europese traagheid welhaast met zekerheid wor den gezocht in een fictie. Want alleen ficties zijn in staat, de logica te overwinnen en een volkomen vanzelf sprekende ontwikkeling tegen te houden. Op zoek naar deze fictie komt men bij een zeer een voudige en traditionele men selijke eigenschap uit, name lijk de onweerstaanbare en niet met redeneringen te ver delgen neiging om zichzelf te verliezen in een groep en het behoud van de begrenzing dezer groep als een soort van levenskwestie voor zichzelf te beschouwen. Dat heb ik waargenomen in ons gymnastiekclub je, eer gisteravond tijdens het kwar tiertje handballen. En daarmee ziet men hoe de meest verheven problemen des levens zichzelf altijd la ten terugleiden tot de een voudigste. Eergisteravond waren we met twintig man bijeen in het vertrouwde turnzaaltje van onze buurtschool, waar we steevast verschijnen in het avondlijke uur om ons weke lijkse periode van noodzake lijke lichaamsbeweging te genieten. Men weet hoe dat gaat: men kraakt een weinig in de gewrichten en men ver telt zichzelf dan, dat men te weinig beweging heeft. Men hoort hoe de buurman al maanden lid is van een clubje en men begeeft zich ook daarheen, schuchter en ge geneerd, met een paar tennis schoenen en een verbleekt kampeerbroekje onder de arm. En later is men opgenomen in de club en beijvert men zich om de oefeningen zo goed mogelijk uit te voeren. De leden zijn allemaal een beetje aan de kant van de veertig of aan de overkant, ze zijn allemaal een beetje bleek van de plek af, waar het over hemdsboordje pleegt te zitten en zij hebben bijna allemaal een aankomend buikje. Dat laatste moet eraf, daar is het om begonnen en nie mand kan beweren dat de heren er niet hun uiterste best voor doen. Zij zullen nooit keurturners worden, dat lijkt uitgesloten, maar er is alle kans dat zij over een jaar of wat hun gevallen potlood kunnen oprapen zonder te kraken, en dat het buikje zal zijn verdwenen of althans stationair zal zijn gebleven. We zijn allemaal goede vrinden, we kennen elkaar min of meer en we doen het allemaal in een soort van goedmoedige spotstemming, 4g% w want we hebben elkaar niets te verwijten en we zitten alle maal in het zelfde krakende schuitje. Maar dan komt het laat ste kwartiertje balspel. En nu is het zo merkwaardig, dat een grijnzende duivel van ge heimzinnige kom-af op dat moment de goedmoedige sfeer verdrijft, waarin de vrije oefeningen hebben plaatsge vonden. Hij is er al bij de verdeling der ploegen. Zodra de docent de club in tweeën hakt, voelen de leden van de ene helft zich vervreemden van hun tegenstanders. De tegenover elkaar opge stelde ploegen worden bezield door een mysterieuze doods nood, een bittere rivaliteit, die een volkomen aanhanke lijkheid aan het ploegverband wekt en een onberedeneerde jaloezie voortbrengt, waar door de speelbal het symbool van zelfbehoud wordt. De strijd om de bal wordt een strijd om het voortbestaan. De clubleden, de minzame huurlieden, die op andere avonden in hun tuintjes vriendelijke opmerkingen over het gewas en het weer wisselen, zijn echte vijanden geworden. Waarom? Niemand kan met ernst be weren, dat het bezit van de bal en het produceren van doelpunten in dat kwartiertje van enig belang zijn voor ieder van de spelers afzon derlijk. Doch en dat is het geheim zij bestaan niet meer afzonderlijk. Hun per soonlijkheid is opgeslorpt door de groep en de groep vecht voor zijn leven. Doel punten betekenen voedsel voor de groep. Zonder doel punten verhongert de groep. En dus zwoegen de lede maten van de groep zonder eigen wil in dienst van hun meesteres, wier enige be staansreden gezocht moet worden in een fictie. Want ook die groep bestaat eigenlijk niet eens. Zij is slechts de projectie van een waandenkbeeld op het scherm der gedachten, die zichzelf hebben stopgezet. Ik heb mijn goede huur lieden als tijgers om die bal zien vechten. Zij vochten har der dan zij ooit in hun leven zullen hebben gedaan. Op hun verbeten gezichten las ik de macht van de fictie. En de macht van hem, die op het juiste moment een bal opwerpt tussen twee groepen. Maar daaruit volgt, dat men in het leven grote en schijnbaar onoverbrugbare tegenstellingen zou kunnen dempen door eenvoudig de bal in een kast te sluiten. Dat doet onze docent op dinsdagavond ook altijd. Dan kijken wij elkander verhit en enigszins be schaamd aan en we glim lachen om de herinnering aan onze verbetenheid. Die glim lach is de erkenning van onze terugkeer in eigen persoon lijkheid, en de herkenning van de fictie die ons eruit weggesleurd heeft. De Europese landen zijn geen gymnastiekclubs van bedaagde heren, doch zij zijn wel en het doet er weinig toe waardoor zij het gewor den zijn groepen die vech ten om de doelpunten. Groe pen die vechten om het voortbestaan niet het voortbestaan der mensen doch het voortbestaan dei- groepen, wat een fictieve be weegreden mag worden ge noemd. Want niet het strikte be houd van begrensde samen levingen eens in de nevelen der historie door onnaspeur lijke omstandigheden tot stand gekomen doch het behoud van ieder mens af zonderlijk is de elementaire strijd om het bestaan waard. Wanneer de Europese lan den elkander doelpunten be twisten, doen zij dat in een fictieve wedstrijd tussen niet- bestaande belangengroepen. Want niet de onderling ge scoorde doelpunten, doch de in het grote stadion der we reldeconomie behaalde winst bepaalt het voortbestaan. Als onze docent op dins dagavond de bal zou opwer pen tussen onze club en die van een andere stadswijk, zouden we eensgezind tot het uiterste vechten. Het gaat er slechts om, de grenzen van het groepsbelang te trekken op de reeds door de geschiedenis getrokken lijnen van de uiterste rivali teit. En nu het onafhankelijk voortbestaan der kleine lan den een fictie is geworden, die helaas echter nog dapper ondersteund wordt door de sentimentaliteit van een aan tal symbolen, is het levens belang van het spel met de bal verschoven naar het gro tere terrein van Europa. Na tionalisme is provincialisme geworden waarvan som mige elementen heilzaam en vruchtbaar kunnen blijven en vaderlandsliefde heeft de functionele bereidheid tot het offeren van de grenzen als voorwaarde tot doelmatigheid erbij gekregen. Doch de fictie is nog niet overwonnen. En het zal tijd kosten. Want bij het opwer pen van de bal komt de dui vel binnen. Hij is de schuld van alles. Dinsdagavond gaan we er weer op los. En wie zal het ons kwalijk nemen? Jeugd Het is een ontnuchterende gedachte, dat elke twintig jaar een nieuw geslacht vol wassen wordt. Twintig jaar later zijn die dan van. middelbare leeftijd en voelen ze zich bekocht en bedreigd door de nieuwe golf van jongeren die nieuwe jazz-muziek spelen, nieuwe kledingstukken kiezen, nieuwe stoutigheden uithalen, trouwen, kinderen krijgen en op hun beurt de 'mid delbare leeftijd bereiken. Zo oogst men vijf mensengeneraties per eeuw, vijftig in duizend jaar, vijf honderd in elke tienduizend. „Ik weet niet wat er met de jeugd aan de hand is", zegt knorre- papa van achtdriizend voor Chr. „Wat ze daar allemaal dansen en zingen, waar dat heen moet Waar dat heen moest, dat bent u en ik. En waar het nu heen moet, dat zijn onze nakomelingen in het jaar negentienduizend. Ze vliegen dan al tussen ontbijt en avond maal om de maan heen, maar ooms en tantes zullen nog altijd klagen, dat „de jeugd van tegenwoordig" verwilderd en beginselloos is. Als de jeugd niet verwilderd en begin selloos was, was het mensenras reeds sedert duizenden jaren uitgestorven. Tenslotte hangen we van haar voor het voortbestaan van het mensdom af. Als zij er de brui aan geeft, verdwijnt de mens even wis en waarachtig van de aardbodem als dat met de brontosaurus is gebeurd. Voordat de rebellerende jeugd zich in het juk der voortplanting buigt, heeft zij het recht zich enigszins individualistisch te gedra gen. De taak, die zij te vervullen krijgt, is immers zo traditioneel en onverander lijk. En, lieve hemel, welk een wereld moeten de jongeren overnemen! Een chaotische maatschappij, met veel goeds en veel ver wildering. Ja, het mensdom zelf is in een soort paardestaarten- en nozemstaat. Het kan nog alle kanten uit en het is geens zins gezegd, dat het de gevaarlijke leeftijd te boven komt. Toen ik jong was, 'n twee generaties geleden, was ik ook wild en ongediscipli neerd. Ik ondervind er nog de schade van anders was ik nu bankdirecteur. Als u dus wilt, dat uw kinderen slagen, verbiedt hun dan te verwilderen. Maar als u wilt, dat ze later stukjes in de krant schrijven, laat ze dan vrij rond lopen. Maar, wat u ook doet, probeer niet te klagen over de verwildering van de jeugd. Het is al te veel eeuwen lang gedaan en zal nog te veel eeuwen lang geschieden. Tenminste, als het mensdom zijn over gangsjaren te boven komt. Herman Fortuin LONDEN (Reuter) Premier Boelganin van de Sovjet-Unie heeft woensdag op een bijeenkomst in het Kremlin ter ere van het bezoek van de Hongaarse premier Janos Kadar aan Moskou verklaard, dat de regeringsleiders van Engeland en de V.S. na hun besprekingen op Bermuda hebben bevestigd, dat zij „hun politiek van militaire blokken en de bewapeningswed loop zullen voortzetten". Ook hadden deze leiders de Russische voorstellen betreffen de het beëindigen van de proeven met kernwapens van de hand gewezen en zelfs een akkoord gesloten voor de levering van Amerikaanse geleide projectielen aan Engeland. Gezien de omstandigheden en „de toege nomen internationale spanning als gevolg van een intensivering van de ondermijnen de activiteit van de Westelijke imperialis tische mogendheden tegen de landen van het socialistische kamp", alsmede „de mi litaire maatregelen van de imperialisten in West-Europa, het Nabije en het Mid den-Oosten en in het gebied van de Stille Oceaan", waren de Sovjet-Unie en Honga rije tot de slotsom gekomen, dat het ver drag van Warschau zoveel mogelijk moest worden versterkt, ter verdediging van Hongarije en het gehele socialistische kamp". „Het Sovjet-volk is trots op de wijze, waarop zijn roemrijke leger zijn heilige plicht jegens het Hongaarse volk heeft vervuld", aldus maarschalk Boelganin. Hij voegde hieraan toe, dat men het er bij de jongste besprekingen over eens was ge weest, dat de twee landen elkaar moeten steunen. Premier Kadar oefende critiek op twee Joegoslavische leiders de vice-presi dent Kardelj en de minister van Buiten landse Zaken Popovic die tegenover de opstand in Hongarije een „niet-marxisti- sche houding" hadden aangenomen. Hun oordeel had meer geleken op dat van mi nister Dulles en radio-„Vrij Europa", zo meende Kadar. Hij zei dat de Sovjet-Unie en de Sovjet strijdkrachten in zijn land nooit een aan slag hadden gedaan op de soevereiniteit van Hongarije, maar integendeel de natio nale integriteit en onafhankelijkheid van dit land hadden verdedigd. Gercf. kerken Beroepen te Kamerik Th. W. A. Rijper, kand. te Amersfoort. Chr. Geref. kerken Beroepen te Sassenheim W. v. Heest te Rozenburg. Bedankt voor Hengelo (O.) Th. Rutters te Wildervank. Geref. Gemeenten in Nederland Bedankt voor Ede H. Ligtenberg te Rot terdam-West. Ned. Herv. Kerk Beeroepen te Noordlaren (toez.) A. van der Woude, kand. te Groningen. Bedankt voor Oudega en Eernewoude (Small.) (toez. W. van der Ven te Zaan dijk. Ds. E. Pijlman Ds. E. Pijlman, gereformeerd predikant te Bandung, zal in mei naar Nederland komen. Ds. Pijlman was, vóór hij naar Indonesië vertrok, predikant te Lopik en te Schiebroek-Hillegersberg-C. Daarna werd hij legerpredikant in Indonesië. De classis Grootegast der Geref. Kerken heeft ds. S. J. Verveld, laatstelijk Doops gezind predikant te Den Hom, die naar de Geref. Kerken overging, preekconsent ver leend binnen haar ressort, om hem na drie maanden in de gereformeerde dogmatiek te examineren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 5