FRANCO BOUWDE MIDDEN IN SPANJE ZIJN EIGEN GRAF hfs ■IMI mm I ■HÉPH ONDERVOEDING INDETROPEN OUDE LEGENDEN EN FAMILIEKRONIEKEN HET KASTEEL RECHTEREN fiSS 'i|§ Ehrenburg verdedigt Amerikaanse kunst Overvoeding in het westen WSsWMk w •ÉIS mm In Thailand bezoeken ver pleegsters en vroedvrouwen van de Wereldgezondheids organisatie de jonge moeders in haar bamboewoningen. Men ziet hieronder het on derzoek van een baby in beeld gebracht. De vroed vrouw geeft de moeder aan wijzingen voor de verzorging. De plaat boven dit artikel toont een dokter ven het W.H.O.-team tijdens het on derzoeken in Guatemala van een Indiaans kind. In derge lijke arme «treken worden via het Kinder-Noodfonds van de UNO ook «choolvoedingen op grote «chaal verstrekt. DESKUNDIGEN van alle landen der wereld, artsen en verpleegsters, werken sinds enkele jaren onder toezicht van de UNO in de Wereld - Gezondheids - Organisatie (W. H. O.) samen. Op 7 april 1948 trad het statuut van deze Wereldgezondheidsorganisatie in wer king. Dit feit wordt elk jaar herdacht door op die datum Wereldgezondheidsdag te vieren, waarbij telkens voor een ander probleem de aandacht wordt gevraagd. Dit jaar staat de voeding in het middelpunt der belangstelling. Dit onderwerp behoort niet alleen tot de zorg van de WHO (die tot doel heeft te bereiken, dat de volken een zo hoog mogelijk gezond- heidspeil hebben) - maar ook tot de zorg van een andere gespecialiseerde organisatie van de UNO, de Voedsel- en Landbouworga nisatie (F.A.O.) namelijk. Deze heeft onder meer tot taak het voedingsniveau en de levensstandaard van de volkeren te verhogen. Daarom staat de viering van de Wereldge zondheidsdag dit jaar onder auspiciën van de W.H.O. en de F.A.O. gezamenlijk. IN VELE DELEN van de wereld, zoals in West, Cen traal en Zuid Afrika, het nabije Oosten, India, Indo china en andere Aziatische gebieden en in Centraal en Zuid Amerika, heeft men te kampen met een chronisch tekort aan voedsel en mist men de financiën voor de aanschaffing van de hulpmiddelen, die nodig zijn om de consumptie op een gewenst niveau te handhaven. Ge brek aan essentiële voedingsstoffen of nutriënten ver oorzaakt zwakte, chronisch onvermogen tot werken door tropische ziekten als kwashiorkor (te wijten aan gebrek aan volwaardig eiwit), beri-beri (veroorzaakt door ge brek aan vitamine B) of pellagra (gevolg van gebrek aan nicotinezuur en volwaardig eiwit). Dat men bij de hulp aan ondervoede streken op vele, onder andere door bijgeloof veroorzaakte moeilijkheden stuit, moge blijken uit de woorden van dr. Cicely Williams: „In Oost Afrika, waar kwashiokor zeer veel voorkomt, zijn op enkele plaatsen de eiwitrijke produkten vlees en melk wel ver krijgbaar, maar vrouwen en kinderen krijgen ze niet. De vrouwen is bovendien bijgebracht, dat zij door het eten van eieren onvruchtbaar zullen worden, dat ze, als ze gevogelte eten, zullen gaan kraaien en dat ze, als ze geitevlees gebruiken, baarden krijgen. De beschik bare eiwitrijke produkten worden haar dus onthouden". Dit zijn extreme voorbeelden, doch het zou niet moeilijk zijn minder sprekende gevallen dichter bij huis te vinden. Hiertegenover staat, dat men in de meer welvarende westerse landen te maken heeft met het probleem van de overvoeding. Recente onderzoekingen wijzen erop, dat de eetlust zich niet aanpast aan vermindering van lichamelijke arbeid, zodat de mens meer voedsel tot zich neemt dan hij nodig heeft en daardoor te dik wordt. Overtollig lichaamsgewicht verhoogt in vele ge vallen, vooral op middelbare leeftijd, de kans op het krijgen van suikerziekte en van aandoeningen aan lever, hart en bloedvaten, terwijl de kans op een kortere levensduur toeneemt. Terwijl dus in bepaalde delen van de wereld de mens nog steeds aan honger en onder voeding lijdt, verhaast hij elders door overvoeding zijn dood. In vele landen is de calorische waarde van de voeding te laag en blijft men, ook wat de noodzakelijke voedingsstoffen betreft, beneden de behoefte. Nederland verkeert, wat.de voeding betreft, in een gunstige positie. Melk, groente, vruchten, vlees, vis en eieren zijn hier volop verkrijgbaar. Slechts weinig andere landen in de wereld delen in deze gunstige omstandigheden. Vele kleine kinderen in tropische streken krijgen moedermelk tot ze groot genoeg zijn om het voedsel van de volwassenen mee te eten. Zij zijn dan vaak twee drie jaar oud en vertonen duidelijk tekenen van onder voeding, want moedermelk hoe uitstekend zij ook is is alleen niet voldoende om een kleuter gezond te laten opgroeien. Heeft de moeder niet voldoende melk voor haar kind dan is droge rijst het enige wel zeer een zijdige vervangmiddel, waaraan onder meer vitamine B, kalk en vitamine C ontbreken. Een papoea-baby gaat pas van de borst, als hij de knollen of sagopap mee kan eten, die zijn ouders als voedsel gebruiken. Van extra melkgebruik als aanvulling op de ontbrekende stoffen is bij deze kinderen geen sprake. Het grootste (ongeveer tweederde) deel van de kinderen in de wereld moet de noodzakelijke dierlijke eiwitten en béschermende stof fen in hun voeding missen. De W.H.O. en de F.A.O. trachten met gezamenlijke inspanning verbeteringen in deze toestand te bewerken. De Wereldgezondheidsorganisatie doet dit door de ver breiding van kennis omtrent de behoefte van de mens aan een evenwichtige voeding en door voorlichting om trent de behandeling en verwerking van voedingsmid delen. De Voedsel- en Landbouworganisatie nicht haar werkzaamheden vooral op verbetering van de produktie en de verdeling van alle voedings- en landbouwpro- dukten en streeft naar uitbreiding van de welvaart, in de wereld. Zij houdt zich tevens bezig met het be vorderen van het schoolmelkprogramma en het geven van voorlichting, ook huishoudelijk. Een verbetering van de voeding in een gezin kan immers vaak alleen tot stand komen, wanneer de gehele gang van zaken in de huishouding wordt verbeterd. Nederland heeft vele deskundigen ten behoeve van de Wereld-Gezondheids-Organisatie afgestaan. In de Arabische landen, waar de hygiënische omstandigheden bijzonder slecht zijn, -werken Nederlandse artsen en verpleegsters in teams van de Wereld-Gezondheids-Or- ganisatie, het Koninklijk Instituut voor de Tropen te Amsterdam leverde vaccins tot bestrijding van tropische ziekten als gele koorts en pokken in Zuidamerikaanse (Van onze correspondent in Madrid) DIT VOORJAAR zal er in de grimmige bergen van Guadarrama, zestig kilometer van Madrid, een monu ment worden „onthuld", waaraan ruim vijftien jaar is gewerkt. Eigenlijk is het een heel complex van monu menten, dat de officiële verzamelnaam kreeg van „De vallei der gevallenen". En zoals deze naam al aantoont wil men hier de doden eren. Kort na het einde van de burgeroorlog wees Franco zelf deze troosteloze plaats aan, die precies in het geografische midden van Spanje ligt. De dood neemt in het gedachten- en gevoelsleven van de Spanjaarden een grote plaats in en toen dan ook de gedachte werd geboren om de gevallenen van de burger oorlog te eren, werd dat plan op zeer grootscheepse wijze aangepakt. Franco zelf zocht, zoals gezegd, de plaats uit en zijn keus viel op dit onherbergzame oord van grijsbruine rotsmassa's. Ontwerper Diego Méndez gaf de plannen een vaster vorm en in 1941, toen men in de rest van de wereld wel wat anders had om aan te denken, ging hier de eerste spade in de grond, zeer figuurlijk gezegd. Nu is het van verre al te zien: een honderdvijftig meter hoog kruis, met armen van vieren twintig meter en met een gewicht van 138.000 kilo aan graniet uit Segovia. Dit gevaarte zal verlicht worden en tegen de nachtelijke hemel zichtbaar zijn, zelfs in Madrid. DAT KRUIS is nog maar een bescheiden onderdeel van „De vallei der gevallenen". Er is nooit veel over gezegd en aan slechts weinig Spanjaarden zijn tot nu toe de details bekend. Slechts enkele foto's zijn er ge maakt van de enorme beeldengroep aan de voet van het landen. De Wereld-Gezondheids-Organisatie houdt zich ook bezig met de internationale ijking en standaardi sering van geneesmiddelen. Daardoor wordt bereikt, dat overal ter wereld de toediening van geneesmiddelen volgens dezelfde maten geschiedt en geen verwarring ontstaat als men in Amsterdam, Londen of Tokio een bepaalde hoeveelheid van een geneesmiddel moet ge bruiken. Zo is de Wereld-Gezondheids-Organisatie in de korte tijd van zijn bestaan geworden tot. een internationaal instituut van groot nut voor alle volken, waarin artsen, verpleegsters en andere deskundigen van meer dan zeventig landen samenwerken voor dat grote goed voor alle mensen: de gezondheid. kruis, waarin de vier evangelisten veel meer dan levensgroot zijn weergegeven. Uitgehouwen in de rotsen is nog een imponerend deel van het monument: een crypte, met rechts de kapellen voor de Spaanse helden en links die voor de martelaren. Een ondergrondse kerk met een middellijn van tweeënveertig meter sluit daarop aan en Santiago Padrés, een Catelaan, maakte de moza ïeken voor de gewelven. Het geheel moest groots en indrukwekkend worden en Padrés kreeg de opdracht om de mozaieken van Italië in de schaduw te stellen, hetgeen hij in ieder geval heeft geprobeerd. Beelden van albast, deuren van brons, geraffineerde effecten met licht en schaduw, alles is aangewend ter onder streping van de overmoedige verklaring, dat zelfs de pyramiden in het niet moeten verzinken bij dit monu ment. Daarvoor zijn wegen aangelegd op plaatsen, waar voordien geen mensen kwamen. Daarom werden de rotsen opgeblazen met dynamiet. Daarom moest ook een kruisweg worden aangelegd van niet minder dan negen kilometer lang. Beeldengroepen langs de wegen geven de staties aan. De laatste statie werd het granieten al taar, midden in de ondergrondse kerk. Een fantastisch klooster ligt vlak bij dit monument, ook volkomen nieuw en voorzien van alle moderne gemakken. Maar er wonen nog geen monniken en zelfs is nog niet bekend welke orde het zal mogen bevolken. Wanneer precies de „onthulling" zal geschieden is nog niet bekend gemaakt, vermoedelijk binnen enkele maanden. Ook Franco's lichaam zal eens rusten in de crypte, onder het enorme kruis, en daarom leek het soms alsof hier een man liet bouwen aan zijn eigen graf kelder, hetgeen ook wel werd beweerd. Wanneer Franco echter zijn zin krijgt wordt het ook een monument van verzoening, een fantastisch en té enorm monument. 4 IN die streek van ons land, waar eens de meeste oude vertellingen en sagen de ron de deden en opgetekend zijn over reuzen, witte wiven en kabouters, ligt aan de weg van Dalfsen naar Ommen het kasteel Rechteren, de eertijds zo zwaar bewapende vesting. Een van de sagen vermeldt, dat de reuzen, die in het oos ten woonden, strijd voerden met de goden die in het noorden hun verblijf hadden. Twee van de reuzen trokken er op uit om een andere woonplaats te zoeken. Een pijnboom, zo luidt de verta ling, was hun wandelstok. Elk had een stenen bijl in de gordel en een mantel om, die uit stierenhuid vervaardigd was. In de ene slip van hun mantel droegen ze zand en in de andere koren om hun brood te bakken. Ze liepen op grote klompen. Toen ze in deze streken aangekomen waren en over de Vecht stap ten verloor de een uit de slip van zijn mantel wat zand en dat is de Bestemerberg ge worden. Bij het overstappen van de Regae gebeurde het zelfde waardoor de Lemeler- berg en Luttenberg ontston den. Vele verhalen van witte wiven doen hier ook de ron de. Witte wiven waren voor boeren zoiets als muizen voor sommige vrouwen. Men weet nooit of de boeren het bang ste waren of de wiven. Alleen als de boer genoeg bier op had, was hij even weinig bang als de wiven, die zich volgens de sagen ook aardig aan het door de boer qebrou- wen bier te buiten konden gaan. Zo riep een boer vol dik Deventers bier op een goede nacht: „Witte wiven wit.' 'k Wol oew wal broan, Maar hebbe geen spit. En urn da'k neet hcbbeen spit Roop ik moar: witte wiven wit!'' Waarop de wiven aniwoord- den: „Wacht, tot daw'we d'ene schoband to eknupt en d'oare to erukt hebt!" Maar de boer dacht er niet over te wachten op het dichtbinden van hun schortebanden, reed in volle galop naar zijn hoeve en nog waren de wiven bijna op zijn paard gesprongen. SfeMSSgjJg PU CV SKweSGSX m! Jöhan van Heeckeren, genaamd van liechteren, met diens echtgenote Agnes van den Clooster, geschilderd omstreeks 1570. MERKWAARDIG is het clan ook daar tegenover de uiterst realistische sfeer, die de geschiedenis kenmerkt van dit kasteel in deze buurt. Zes eeuwen lang werd het kasteel door geslachten van Rechteren be woond. Het is begrijpelijk dat het archief ervan zeer omvangrijk is. Zodat jhr. dr. D. P. M. Graswinckel en mr. IT. Harden- berg er een lijvig boek over hebben samen gesteld, waar liefhebbers van oude koop akten en dergelijke hun hart aan kunnen ophalen. In het jaar 1654 werd het ge slacht door Margaretha van Haersolte en Joachim Adolf van Rechteren voor goed bevestigd, daar eerstgenoemde in de loop van haar leven zeventien jonge Rechterens, waarvan twaalf zonen en vijf dochters, daaraan toevoegde. In het belangrijke ar chief vindt men dan ook niet alleen de verwantschappen met de ons uit de ge schiedenis zo bekende namen, maar even eens zeer vele financiële overzichten en huishoudboekjes. Robidé van der Aa is de enige van de geschiedschrijvers, een zeer betrouwbare overigens, die aankondigt dat Rechteren al in het jaar 1100 vermeld werd. In het jaar 1233 was het al bekend als een gevreesd roofslot. In dat jaar ruil de Johannes graaf van Benthem het bezit voor twee boerenerven, die Herman van Voorst hem afstond. Waarna hij tezamen met deze Herman het kasteel Rechteren aan de bisschop van Utrecht opdroeg. Dit alleen, omdat de bisschop de heer van Voorst in staat stelde het kasteel zodanig te doen verbouwen, uitbreiden en ver sterken, dat het onder de machtigste ver sterkingen van Overijssel kon worden ge rangschikt. Er waren gedurig grote ge vechten met de Zwollenaren, doordat de Van Rechterens uit hun veste aanvallen ondernamen. In het jaar 1361 verbonden de geslachten zich voorgoed aan elkaar, toen Luitgard van Voorst haar hand reikte aan Frederik van Heeckeren, de stam vader van de tak die later met weglating van deze naam die van Van Rechteren tot Rechteren zou voeren. En wel te beginnen met. graaf Jan, die omstreeks 1520 huwde met Agnes van den Clooster, die één zoon kregen, Zeger genaamd. Deze naam ging door huwelijk in 1711 over in Van Rechte ren Limpurg. Het succes werd de Zwollenaren gunstig in 1483, toen zij de vesting bezetten. In 1524 vocht Rechteren alweer met Hertog Karei van Gelder, die op zijn beurt met de bisschop van Utrecht slaags raakte. Naar aanleiding daarvan spraken de Sta len van Overijssel met de stad Deventer twee jaar later over de ontmanteling van het gevreesde slot. Het kasteel werd som tijds ontruimd, andertijds werd de Heren van Rechteren toegestaan er te blijven. Doch altijd keerden zij weer. Ook in 1585 was er volop strijd bij de bezetting ervan door de Spaanse hopman Taxis, die zes jaar duurde, tot de Staatsgezinden er bin nenkwamen. Maar de strijdlust week niet voor Prins Maurits het machtige slot van zijn versterkingen liet ontdoen. Alleen de krachtige toren bleef bestaan. Daarna leefde men zo rustig, dat Van Lennep van de volgende Heer van Rechteren aantekent: „Hij leefde, nam een vrouw en stierf". Dit kon niet gezegd worden van een der gra ven Johan, want deze nam twee vrouwen. Na de dood van Joachima van Wijhe, die vele goederen te Echteld had ingebracht, hertrouwde hij met. een vrouw van dezelfde stam, namelijk een Van Heeckeren, ge- naamd Johanna, voor haar huwelijk abdis van het klooster te Weerselo, waarna zij tot de hervormde kerk overging. Het is een van de kleinzonen van Margaretha van Haersolte, weer een Johan. die de gravin Van Limpurg huwde en blijk gaf nog ple zier te hebben in de oude vechtlust: toen bedienden van deze Johan. graaf van Rech teren, die met groot gevolg als gevolmach tigde van de Algemene Staten in 1712 in Utrecht verbleef, slaags raakten met per soneelsleden van de Franse gezant, die op hun koning snoefden. De Fransen leden de nederlaag, want de UI rechtenaren lieten zich niet onbetuigd en de graaf bleek aan deze overwinning aardigheid he hebben. Helaas bemoeide de koning zich met dit voorval en moest de graaf Van Rechteren Utrecht verlaten. In 1714 werd hij echter opnieuw benoemd voor onderhandelingen over het Barrièretractaat en gaf men hem een belangrijke opdracht. In het geslacht kwamen nog meer familiehuwelijken voor. De zoon van deze graaf Johan huwde de gravin Van Rechteren Almelo en een der kleindochters van Margaretha van Haer solte, te weten Joachima van Rechteren, trouwde weer een Van Haersolte, stam de en droefheid, moederziel alleen in het eenzame land. Niemand spreekt hen toe, hun persoon wordt gemeden. En die langs een heksenbehuizinge gaat spuwt als voor behoedmiddel drie malen uit. Oude Besse- moor had als jonge vrouw op een vlas braak de lucht doorgereden. Wreed was de jonge vrouw gefolterd, geplaagd, nakend had ze de waterproef moeten doorstaan. En was hel bij Bessemoor tot de brand stapel niet gekomen, oude Beppe, jong ge broken, was niet langer zoo wel bij 't hoofd. Van moeder fluisterde men dat ze jaren geleden een klein kind betjoekste. Nog waren er getuigen. Ze beweerden dat kind had een pad en een hagedis uitgebraakt. Kwaadwillig was de vróuw door haar man toen verlaten en ook met moeder had de wereld afgedaan, al heel lang. Op jonge Geerte was niet dat, ook niet het geringste te zeggen, toch werd ze opgenomen in den kring van haat en ellende. En omdat je heksen alleen met zilveren messen kunt raken, wierp een man naar haar met- een venijnigen dolk. Ze liep weken lang met de wonde, maar het leed had de moeder Het kasteel Rechteren in zijn huidige gedaante. mend uit de Haerst, zodat een heel stuk Overijssels leven in deze families ver ankerd ligt. Uit de laatste jaren kent men de figuur van de in 1952 gestorven, eminente schrijf ster Amoene van Haersolte, die in Huize Gerner, dichtbij het kasteel Rechteren, woonde niet alleen door haar naam, maar ook door haar werk, waarvan het grootste gedeelte diep geworteld is in het Overijsselse leven en de sagen ervan, ver bonden tegelijkertijd met dat van kasteel vrouwen in haar omgeving. Ook hierdoor is het door haar geschrevene uniek in de Nederlandse letterkunde. In de schets „De Stemmen" uit „Sophia in de Koestraat" van Amoene van Haersolte komt een ge deelte voor, dat men in nieuwe vorm zou kunnen vereenzelvigen met deze sagen: „Ze waren al in drie generaties een fa milie van tjoensters geweest. Het rustte op die vrouwen als een vloek, als een blaam. Eenzaam had zich de levensweg voltrokken van dezulken. Heel de bescher mende nabers-rilus, de onderlinge steun bij geboorte en huwen en sterven, is voor haar niet bestemd. Zoo staan ze, in vreug- een gevaarlijke hardheid gegeven. Ook ge wond joeg ze haar dochter op tot het zwoegen voor 't brood." Over een kasteel zegt ze: „Twee halfengelen in houten handjes heffen het blazoen van 't Weem- selo'sche huis". OVER HET uiterlijk en binnenste van dit interessante slot Rechteren, waarvan men sommige zalen en op het bovenportaal met die van een paleis, respectievelijk museum heeft vergeleken kan men uit voerige beschrijvingen in „Buiten" van 1909 en enige bij Moes en Sluylerman vin den. Wat het uiterlijk betreft: volgens prof. Ter Kuile bestaat de oude vestingtoren sinds het begin of midden van de "veer tiende eeuw. Wat de oorspronkelijke positie was van deze donjon is niet geheel duide lijk. De muren hebben een zwaarte die de twee meter nadert. Een ernstige verzak king van de toren heeft na vijf eeuwen een consolidatie noodzakelijk gemaakt, die de laatste jaren is uitgevoerd. Zodat nu weer deze toren rijzig en hoog boven de om geving uitstijgt. Verbouwingen aan het ge heel zijn zowel in de zeventiende, achttien de en negentiende eeuw geschied, evenals er uitbreidingen gemaakt zijn. Desondanks heeft het kasteel na de ontmanteling van ongeveer 1600 geen veranderingen onder gaan die het minder indrukwekkend ge maakt hebben. Het tegendeel is waar. In het jaar 1878 heeft Adolf Zeyger, graaf van Rechteren Limpurg, het kasteel dat in de loop der tijden enigszins verwaarloosd was geheel bewoonbaar laten maken. Hij is erin geslaagd het slot het statige aanzien terug te geven. Bij dit breken, uitbreiden en graven is allerlei oud krijgstuig ge vonden, dat is bewaard gebleven. Op de hogere verdiepingen kan men ver uit over de IJssel, de Lemelerberg, de oostelijk gelegen heuvels en de Vecht uit zien. Gaat men de slotbrug over, die tot de oprijlaan en het voorplein toegang geelt, dan ziet men aan het einde twee door ge beeldhouwde wapens bekroonde dubbele pijlers. Ook de bijgebouwen hebben hoge met. fronton gedekte inrijpoorten. Het voorgebouw van Rechteren is achttiende- eeuws en bestaat, zoals niet ongebruikelijk is, uit een imposant middenstuk en twee naar voren tredende zijvleugels. Een breed bordes met balustraden verleent de toe gang. Binnen komt men in een zeer lang gerekte vestibule. Voorhuis en bovenver dieping bevatten zeer vele schilderijen, antieke meubelen, prachtig porselein en Oosterse tapijten. Dat de muren wit zijn en glad, evenals de zoldering en de vloer van marmer, verhoogt de rust en de kunst zinnigheid van het geheel en doet de kleur rijkheid van deze zalen uitkomen. De zo genaamde witte zaal vormt nog een extra attractie, rijk door de damasten en flu welen bekledingen van de meubels en door het zwaar verguldsel. Ieder die er van houdt een van de be sloten gedeelten van ons land te bezoeken en een kasteel, dat door een opeenvolging van dezelfde geslachten zes eeuwen be woond werd, kan dit doen met een voor dit doel aangevraagde introductie bij de dienst der rijksmusea. HelmaWolf-Catz De Russische schrijver Ilja Ehrenburg heeft in het blad „Literatoernaja Gazeta" stelling genomen tegen de verklaring van een uit de Verenigde Staten teruggekeerde Witrus, dat „de Verenigde Staten geen ech te nationale kunst hebben geschapen". De Witrus, Alexander Kazembck, heeft in de Verenigde Staten gewoond en is vorig jaar naar de Sovjet-Unie teruggekeerd. Hij heeft in een artikel in het officiële tijd schrift „Literatoernaja Gazeta" zijn critiek op de Amerikaanse kunst geuit. Ehrenburg wijst in een open brief aan het blad op het werk van Whitman, Twain, London, Lewis, Hemingway en Steinbeck. Ook al heeft men critiek op veel aspecten van de Ame rikaanse activiteit, aldus Ehrenburg, men kan toch geen aanval doen op de grote waarden waar elk volk terecht trots op is". Ehrenburg betreurde de publikatie van Kazembek's artikel, dat volgens hem in strijd is „met de beginselen van het inter nationalisme, de buitenlandse politiek van de Sovjet-Unie en de diepe liefde voor de vrede van het Sovjetvolk". De redactie van ..Literatoernaja Gazeta" heeft de brief gepubliceerd met de toevoeging, dat zij het niet met Ehrenburg eens is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 18