su nart
LOPERS
Televisie in VS zorgde voor
gratis bloembollenreclame
O
Voorzitter C.H.U. antwoordt op
suggestie van prof. Oud
EEEI
Groot succes voor
Toki Horvath en
zijn orkest
De negen Muzen
Geen basis voor een kabinet
van K. V.P. en A.R.
Drie koren zongen in
de Begijnhofkapel
DONDERDAG 25 APRIL 1957
5
Jhr. van Nispen over het succes van
de collectieve propaganda
De hersengymnastiek-wedstrijden van de televisiemaatschappijen, waarbij
de deelnemers ware fortuinen kunnen verdienen door het juist beantwoorden
van een aantal vragen, genieten in Amerika een enorme populariteit. Miljoenen
Mijnenveger „Woerden" in
dienst gesteld
als briljanten
Twee Nederlandse soldaten
in Duitsland ondergedoken
Katholieke leraren bijeen
Instelling van bedrijf
schappen
Kwetsbare situatie der drie
noordelijke provincies
moderne
interieurkunst
(Van een onzer redacteuren)
volgen deze uitzendingen met een bijna onvoorstelbare passie en tienduizenden
anderen nemen via de pers kennis van deze evenementen. Enige weken ge
leden werd een deelnemer aan zo'n televisie „quiz" de volgende vraag gesteld:
„In 1625 was de tulpenmanie in Holland op zijn hoogtepunt. Weet u de naam
van de tulpenbol die toen voor dertienduizend gulden verhandeld is?"
De man wist het antwoord niet en'verspeelde daardoor de kans op een
prijs van zestigduizend gulden. Maar terwijl miljoenen Amerikanen aan hun
t.v. toestellen met ongeduld op het antwoord wachtten, moest de leider van
het programma tot zijn schande bekennen dat hij het ook niet wist. Hij had
namelijk zijn briefje met de antwoorden thuis laten liggen.
Nog voor de uitzending ten einde was
werd het Centrale bloembollen-propagan-
dabureau in New York al overstroomd
met telefoontjes van kijkers uit alle delen
der Verenigde Staten die met alle geweld
de naam van de mysterieuze tulp wilden
weten, die nu ten tweeden male een for
tuin gekost had. Dit bureau begreep welke
kans het hier in de schoot geworpen
werd en verzuimde niet, dit uit te buiten.
Ogenblikkelijk werd er een perscommuni
qué samengesteld met een afbeelding en de
naam van de tulp in kwestie, de „Semper
Augustus" waarvan exemplaren per expres
se naar vrywel alle Amerikaanse dag
bladen verzonden werden. In de bijgaande
tekst werden de vragen van de televisic-
„Quiz" herhaald, nu met het juiste ant
woord ernaast. Alle Amerikaanse kranten
namen dit bulletin in zijn geheel over en
zo werd de „duurste tulp uit de wereldge
schiedenis" maar ook de Hollandse bollen,
weer eens op een heel spectaculaire manier
in het middelpunt van de publieke belang
stelling geplaatst.
Het verhaal van dit buitenkansje ver
telde de voorzitter van Bloembollencultuur,
jhr. dr. O. F. A. H. van Nispen tot Panner-
dèn, hedenmiddag in geuren en kleuren aan
de ruim honderdtien deelnemers van het
achtste congres der Fédération Internatio
nale des Clubs de Publicité dat vandaag in
het Tropeninstituut te Amsterdam begon
nen is. Maar hij voegde er aan toe dat
zulke meevallers helaas slechts witte raven
zijn in het wereldje der „free publicity".
Deze actie zou, indien zij via de normale
reclamekanalen gevoerd had kunnen wor
den, stellig vele tienduizenden dollars ge
kost hebben.
Hoofddoel: goodwill
Maar ook normaliter vergt de intensieve
propaganda voor onze bollen in het buiten
land zeer veel geid en fantasie, doch geluk
kig zijn die allebei in het bollenvak ruim
schoots voorhanden geweest sinds men een
twintig jaar geleden besloot, de reclame
in den vreemde gezamenlijk te gaan voe
ren. Over de collectieve bollenpropaganda
sprak jhr. Van Nispen op een wijze die zijn
terzake zeer kundige gehoor stellig heeft
kunnen waarderen. „Niet directe omzet-
vergroting is het hoofddoel van onze ge
meenschappelijke werfacties", zo zei hij,
„maar veeleer het kweken van goodwill,
sympathie en populariteit voor de bloem
bollencultuur in al zijn aspecten, ook op
lange termijn. Dat de tulp thans overal ter
wereld als een symbool voor Holland geldt,
is voor een groot deel aan onze collectieve
propaganda te danken. Wij nemen deel met
collectieve inzendingen aan allerlei ten
toonstellingen over de gehele wereld. Gra
tis beplanten wij pleinen, plantsoenen en
parken in buitenlandse steden met duizen
den narcissen, hyacinten en tulpen, waar
van zowel de tuinen van het Rockefeller
Center in New York als de Parijse Tuile-
rieën en de gazons voor het Buckingham
Palace, maar ook de magere groenstroken
in arme Engelse mijnwerkersdorpen mee
profiteren. Wij kopen en verspreiden duur
kleurendrukwerk en idem kleurenfilms die
de schoonheid van onze bolbloemen en hun
cultuur op aantrekkelijke wijze in beeld
brengen. Zulke kleurenfilms worden gratis
beschikbaar gesteld aan talloze clubs en
verenigingen van bloemenkwekers en ama
teur-tuiniers. In de Verenigde Staten waar
duizenden van zulke clubs floreren, rou
leren thans honderden van dergelijke pro-
pagandafilmpjes.
Voorts onderhoudt de organisatie harte
lijke relaties met vele invloedrijke journa
listen in diverse landen, die van tijd tot
tijd, veelal in samenwerking met de K.L.
M., voor een excursie naar het bollenland
uitgenodigd worden en aan wie men ove
rigens regelmatig gegevens verschaft over
de kleurrijke historie van het bollenvak,
de techniek van het kweken en dergelijken.
Jhr. Van Nispen onthulde dat dit alles wel
een vrij kostbare geschiedenis is, maar dat
een en ander toch ruimschoots gecompen
seerd wordt door de gratis publiciteit die
eruit voortvloeit. „Nu leent de bollen-
branche zich inderdaad bij uitstek voor dit
soort kostenloze krantenreclame: zij is ty-
pisch-Hollands, zij appelleert aan de na
genoeg universele liefde voor bloemen en
fraaie kleuren en zij kan bogen op een ro
mantisch verleden; zaken die zich vooral
in de belangstelling van het grote publiek
verheugen mogen."
Strubbelingen
Jhr. Van Nispen schetste vervolgens de
geschiedenis van de collectieve bollen-pro-
paganda, waarvoor het plan ontworpen
werd door wijlen dr. Krelage, de eerste
voorzitter van Bloembollcncutuur. In 1925
bracht deze zijn plannen ter tafel nadat hij
eerst de krachttoer verricht had om alle in
het bollenvak bestaande organisaties onder
één dak: het Centraal Bloembollen Comité
samen te brengen. Een kleine commissie
uit het bestuur van dit overkoepelend
lichaam zorgde voor de uitwerking van het
project, dat door de kwekers en de expor
teurs gezamenlijk gefinancierd moest wor
den. Aanvankelijk stuitte men op grote re
serves, vooral van de zijde der exporteurs
die toch in de eerste plaats van de collec
tieve reclame in het buitenland zouden
gaan profiteren. Maar ook enkele kwekers
weigerden hun medewerking en hun bij
drage in de kosten te leveren. Aan alle
strubbelingen kwam echter een einde toen
de beroepsorganisatie in de crisisjaren be
kleed werd met beperkte wetgevende be
voegdheden waarvan zij gebruik maakte
om een verplichte bijdrage van alle be
trokkenen te ordonneren, op basis van het
cultuurareaal en de omzetcijfers der indi
viduele vakgenoten. Deze „hoofdelijke om
slag" bedraagt op het ogenblik twee per
cent van de omzet. Zij wordt geheven bij
de exporteurs die op hun beurt Weer een
zeker percentage van de factuurbedragen
die zij hun kwekers schuldig zijn, aftrek
ken.
Psychologische reclame
De aldus verkregen middelen worden
ter beschikking gesteld van de propaganda-
commissie in het Centraal Bloembollen
comité die het budget vaststelt en het plan-
de-campagne ontwerpt in overleg met de
experts van het propagandabureau dat
voor de uitvoering der plannen zorgt. Aan
het hoofd van dit bureau staat een Hol
landse reclamechef onder wie ook het New
Yorkse filiaal van de propagandadienst
ressorteert. De dagelijkse leiding van het
laatstgenoemde kantoor is in handen van
een Amerikaanse deskundige die als ken
ner van de „American way of life" veel
beter het „psychologische reclameklavier"
kan bespelen dan enige vreemdeling dit
zou kunnen doen. Hetzelfde geldt voor de
werf- en goodwill-campagnes die de collec
tieve bloembollenpropaganda in andere
landen dan de V.S. voert; steeds worden
deze geleid door landslieden die de men
taliteit van hun eigen volk van a tot z
kennen en die deze wetenschap als erva
ren publiciteits „managers" tenvolle kun
nen uitbuiten. Een typisch voorbeeld
daarvan vermeldde jhr. Van Nispen aan
het slot van zijn betoog: In Zweden, van
oudsher een der beste bloembollenafne
mers, kregen de vrouwelijke klanten van
de bloemisten enkele jaren geleden bij hun
bloemenaankoop ook een kleine enveloppe
waarin zich een vijftal kleurige vouw
blaadjes van verschillende vorm bevonden.
Een daarvan, in de vorm van een hart,
vertoonde, opengevouwen, in zeer verzorgd
lettertype de volgende tekst „Hoe lang is
het al geleden dat je voor het laatst tulpen
voor mij meebracht?" Een bijgevoegde tip
adviseerde de dames, deze sierlijke vouw
blaadjes „in een der zakken van het cos-
tuum van uw echtgenoot" te steken, dan
wel ze op de wastafel te deponeren.
Deze actie sloeg geweldig in, niet alleen
als een origineel idee, maar evenzeer als
een stimulans voor de verkoop van onze
bolbloemen. Vrijwel alle Zweedse kranten
besteedden er aandacht aan en prezen het
als een uitstekende vondst die van goede
smaak en fantasie getuigt. In een ander
land met een minder „romantische" volks
aard had een dergelijke stunt wellicht geen
enkele weerklank gevonden: een bewijs
temeer van hoeveel belang de kennis van
de „locale" psychologie is bij het ontwer
pen en bedrijven van grootscheepse pro-
paganda-offensieven.
Het congres is vanmorgen geopend door
de nieuwe voorzifter van de organiserende
vereniging, De Club van Veertig, de heer
S. Meijer.
De Hongaarse muziek heeft weer een
beschermer gevonden in een nieuwe
„koning der Tziganen" - de zigeunerviolist
Toki Horvath, die deze eretitel mag dra
gen. Met nog twaalf andere zigeunermuzi
kanten, die hij om zich verenigd heeft, zet
Toki Horvath de roemrijke traditie van
zigeunerorkesten voort. Het aandeel dat
deze „primas" en zijn orkest in die voort
zetting hebben, zal al even glorieus worden
als dat van beroemde ensembles uit het
verleden. Tot deze overtuiging moet wel
ieder gekomen zijn, die tegenwoordig was
bij het concert, dat Toki Horvath en zijn
„banda" woensdagavond in de gemeente
lijke Concertzaal te Haarlem hebben ge
geven.
Wij, West-Europeanen, zijn geneigd al
lereerst onder de indruk te komen van de
verbluffende virtuositeit, waarmede deze
zigeuners hun muziek in volstrekte vrijheid
vertolken. Maar het Hongaarse volk, dat al
ruim vijf eeuwen met de zigeuners in
nauwe verbondenheid leeft, weet wel dat
het daar bij deze muzikanten niet in de
eerste plaats omgaat. Zij spelen niet om
een verstandelijke waardering te verwer
ven: hun musiceren bedoelt de betovering
en de bevrijding van een mensenhart, dat
velerlei spanningen kent en die de zigeu
nermuzikanten met fijne intuïtie aanvoe
len. Is het een wonder dat juist op dit
concert zovele Hongaren als toehoorders
aanwezig waren? Zij konden zich weer
„thuis" gevoelen in een vertrouwde sfeer.
En de nuchterheid van de concertzaal kon
men spoedig vergeten bij de overstelpende
vloed van bewogen klanken, van fascine
rende ritmen, verrassende stuwingen en
melodische wendingen, alles in schijnbaar
grillige afwisseling. Want in deze inter
pretatie kwam toch de orde der innerlijke
emotie-ontwikkeling, die hoogtepunten be
reikte van vervoering, maar die ook kon
terugvallen in sombere weemoedigheid.
Toki Horvath liet zijn viool juichen en
klagen. Vonkenspattende muziek liet hij
klinken, verijlde klanken der flageolet-
tonen horen. Moeilijkheden bestonden voor
hem niet, maar zijn verbazingwekkende
technische beheersing was geen doel van
zijn spel. Elke vertolking van hem werd
dienstbaar gemaakt aan de bewogenheid
en op dit beginsel berustte ook het spel
van het orkest en van de muzikanten in
dividueel. Ieder van hen was een meester
op zijn instrument, al kreeg niet ieder een
zelfde mogelijkheid om dit te demonstreren.
Van de cymbalist Gyula Szitai hoorde men
voortreffelijke, ja meesterlijke vertolkin
gen. Zijn collega Ferencz Zso'.nai toonde
eveneens een grote vaardigheid op zijn in
strument. De drie klarinettisten wedijver
den met elkaar in ongelofelijke virtuositeit
en twee violisten konden met evenveel be
heersing der techniek de „primas" terzijde
staan bij een duizelingwekkend spel klan
kenspel bij een „csardas".
Als ensemble toonde het orkest een
prachtige eenheid. Het begeleidde ook de
zang van de zigeuner-zangeres Czinka
Panna, die Hongaarse liederen en zigeuner
zangen vertolkte met klare sopraanstem
van metalen timbre, met natuurlijke be
wogenheid in klank, zegging en gebaar.
Haar succes was groot. Maar ook Toki
Horvath en zijn orkest oogstten stormach
tige bijval, welke hen noopten enkele toe
giften te geven.
Toki Horvath werd nog in het Hongaars
toegesproken en met een tulp bedacht door
Coby Marlens, als eerste der Haarlemse
bloemenmeisjes, die op haar beurt alle
overige leden van het orkest een tulp op
spelden. In de pauze kon trouwens ieder,
die maar wilde, van de bloemenmeisjes een
tulpentooi krijgen. En dit bewex-kte begrij
pelijk een ongedwongen, feestelijke stem
ming.
P. Zwaanswijk
Kamermuziek. Ter gelegenheid van
de overdracht der baten van het eerste
lustrumtournee ten behoeve van het Uni
versitair Asielfonds en het Nederlands
Studenten Sanatorium geven leden van het
Nederlands Studenten Orkest vrijdagavond
26 april in de Larense Concertzaal voor de
leden van de Singer Memorial Foundation
een kamermuziekavond waaraan medewer
king wordt verleend door de pianist George
van Renesse.
ADVERTENTIE
WOL BOUCLé, 50 br5.50
70 br8.50
HAAR BOUCLé, 50 br3.50
ANTHRAC1ET met ingeweven
dessin, 70 br11.90
HAARVELOURS, 50 br12.75
met dessin, 70 br. 18.00
HAARVELOURS, 50 br15.25
ANTHRACIET met ingeweven
dessin, 70 br18.50
KRUISSTRAAT 11
HAARLEM
TELEFOON 11491
ff
In zijn jaarlijkse rede op de algemene
vergadering van de Christelijk-Historische
Unie, vandaag te Amsterdam gehouden,
heeft de voorzitter, de heer H. W. Tilanus,
geantwoord op de vraag, die prof. Oud
onlangs heeft gesteld, namelijk waarom de
rechterzijde niet alleen een kabinet vormt.
De heer Tilanus zei dat hij de critiek van
prof. Oud wel eens zou willen horen indien
zo'n kabinet inderdaad zou zijn opgetreden.
Van zijn beide meest dierbare liberale
wensen, een verruiming van de Crematie-
wet en afschaffing van de Zondagswet, zou
dan zeker niets terecht komen naar de
mening van de heer Tilanus, die een
K.V.P.- en A.R.-kabinet nog niet geboren
zag worden. Het gaat er zijns inziens mee
als met het rapport van de liberale Telders-
stichting over het afremmen van de P.B.O.
Hierover werd geschreven: „Het rapport
heeft een knuppel in het hoenderhok ge
worpen door te stellen dat het met de
P.B.O. wat kalmer aan moet. Dit is zeker
een origineel geluid. De vraag is echter of
het ook het juiste geluid is. Wij menen dit
te moeten betwijfelen van liberaal stand
punt". Die passage uit de liberale N.R.C.
acht de heer Tilanus ook geldig voor de
crisis- en kabinetsplannen van prof. Oud.
Ten aanzien van het huurvraagstuk zei
de heer Tilanus dat bij een volksreferen
dum in Nederland over de vraag vóór of
tegen de blokkering van een gedeelte van
de huur, een overweldigende meerderhéid
zich „tegen" zou uitspreken en conform de
wensen van het C.N.V. en de K.A.B. liever
een huurverhoging van 10 a 15 pet. zonder
blokkering zou begeren, ook in verband
met de loonkwesties.
De heer Tilanus. die thans 72 jaar is,
werd als hoofdbestuurslid herkozen. Hij
deelde mee, dat hij op aandrang van het
hoofdbestuur heeft besloten nog één jaar
zijn functie als voorzitter van het dagelijks
bestuur te vervullen, opdat men volgend
jaar bij het vijftigjarig bestaan van de
C.H.U. deze' belangrijke functie kan over
dragen aan een opvolger.
In de vacature van de 74-jarige prof. J.
de Zwaan, die zijn functie in het C.H.U.-
bestuur neerlegde, koos men mr. J. W. van
Gelder uit Nieuwer-Amstel, lid van de
Provinciale Staten van Noordholland.
Prof. dr. J. de Zwaan werd benoemd tot
adviserend lid van het hoofdbestuur.
Men besloot een telegram te zenden aan
de Koningin, waarin de diepe eerbied en
aanhankelijkheid jegens haar wordt uit
gesproken en waarin haar Gods onmisbare
Laatste schip van Nederlands
A merikaans bouwprogramma
Op de Rotterdamse werf van de dok- en
werfmaatschappij „Wilton-Fijenoord" is
woensdag in aanwezigheid van onder
andere de minister van Marine, ir. C. Staf,
de •mijnenveger „Woerden", de laatste van
de 32, die krachtens een Nederlands-
Amerikaans bouwprogramma in ons land
ten behoeve van de Koninklijke Marine
zijn gebouwd, overgedragen en in dienst
gesteld. Het eerste schip van deze serie,
de „Dokkum" is op 26 juli 1955 in dienst
gesteld.
Nadat het schip door de Haarlemse
Scheepsbouwmaatschappij was overgedra
gen aan schout-bij-nacht W. J. Kruys,
vlagofficier materieel, heeft deze het schip
op zijn beurt overgedragen aan kapitein
ter-zee Hugh P. Webster, hoofd van het
„United States Navy Shipbuilding Liaison
Office". Het document van overdracht is
toen aan ir. Staf ter hand gesteld, die de
„Woerden" met een rede aanvaardde. Ver
volgens droeg hij vice-admiraal H. H. L.
Pröpper op het schip in dienst te doen
stellen, hetgeen gedaan werd door luite-
nant-ter-zee der tweede klasse H. Mioulet,
commandant van het schip.
Tijdens de receptie aan boord van de
„Erasmus" heeft de minister van Marine,'
ir. C. Staf, een aantal onderscheidingen
uitgereikt aan bij de bouw van de mijnen
vegers betrokkenen. Het heeft de Koningin
behaagd, zo sprak de minister, de „chief of
the United States navy bureau of ships",
In Rotterdam is de laatste van de 32
voor Amerikaanse rekening in Neder
land gebouwde kustmijnenvegers, de
„Woerden" in dienst gesteld en over
gedragen aan de Koninklijke Marine.
Foto links: (van onder naar boven)
minister Staf, de commandant van de
„Woerden", luitenant ter zee der twee
de klasse H. Mioulet, schout bij nacht
W. J. Kruis en twee vertegenwoordi
gers van de Amerikaanse regering bij
de inspectie van het schip. Foto rechts:
-De burgemeester van Woerden, de heer
H. H. C. Vos, bood een geschenk aan
voor de nieuwe mijnenveger.
ADVERTENTIE
rear-admiral Mumma, die in Amerika
zetelt, te benoemen tot groot-officier in de
orde van Oranje-Nassau met de zwaarden.
Tot officieren in de orde van Oranje Nas
sau zijn benoemd: kapitein-ter-zee P. Rie
del, hoofd afdeling aanbouw mijnenvegers
van het ministerie van Marine, ir. J. E.
Woltjer, directeur van de dok- en werf
maatschappij „Wilton Fijenoord" en ir. F.
Sprey, directeur van de scheepswerf v/h
De Groot en Van Vliet n.v. te Slikkerveer.
Tot ridder in de orde van Oranje Nassau
is benoemd B. B. Zinkberg, ingenieur bij
„Wilton Fijenoord" te Schiedam.
Twee Nederlandse soldaten die op 3 april
uit het Nederlandse leger deserteerden en
zich over de Duitse grens naar Nedersak-
sen begaven, zijn opnieuw spoorloos uit
Oldenburg verdwenen. De 20-jarige S. A.
en de 21-jarige J. van der M. kwamen op
3 april in Oldenburg aan. Zij beweerden
dat het hun in het Nederlandse leger niet
beviel.
Het gerecht in Oldenburg gaf hen een
korte vrijheidsstraf wegens het zonder pas
overschrijden van de grens. Daarna werden
beiden door het ministerie van de provincie
Nedersaksen in een daklozentehuis onder
gebracht en van burgerkleding voorzien.
Toen beide jongemannen echter hoorden
dat ze niet voor niets mochten blijven
logeren, maar dat ze op aanwijzing van het
arbeidsbureau moesten gaan werken, ver
dwenen ze. Intussen onderzoeken de Duitse
autoriteiten nog steeds de vraag of de
deserteurs als politieke vluchtelingen moe
ten worden beschouwd en als zodanig recht
op asiel hebben of dat ze uitgeleverd moe
ten worden.
De Nederlandse ambassade te Bonn heeft
verklaard dat A. afkomstig is uit Ferwer-
deradeel en Van der M. uit Tjietjerkstera-
deel, eveneens Friesland. (UP.)
H. W'. Tilanus
steun en wijsheid wordt toegebeden bij de
beslissingen over de veie moeilijke inter
nationale en nationale vraagstukken van
deze tijd.
In de middagbijeenkomst zijn talrijke
voorstellen van de plaatselijke kiesvereni
gingen behandeld.
Bij de bespreking van de voorstellen dei
kiesverenigingen Dordrecht, Arnhem en
Maasland om zich uit te spreken voor het
toewijzen van zendtijd aan de politieke
partijen, deelde de heer H. Kikkert, lid
van de Tweede Kamer mede, dat men in
de federatie van omroepverenigingen vrij
wel tot overeenstemming is gekomen over
een in onderling overleg geregelde toewij
zing van ..politieke" zendtijd.
Stil verwijt van minister Cals
De r.-k. lerarenvereniging „St. Bonaven-
tura" heeft woensdag in Valkenburg haar
algemene vergadering gehouden. In zijn
openingsrede vroeg de voorzitter, drs. J.
Konig, bijzondere aandacht voor het
salarisprobleem der leraren. Een snelle
oplossing achtte hij van het grootste ge
wicht. De leraren moeten hetzelfde maxi
mum kunnen bereiken als andere acade
misch gevormden of daarmee gelijk te
stellen ambtenaren in overheidsdienst,
meende hij.
Aan het begin van de vergadering las de
voorzitter een brief van minister Cals voor.
Deze sprak zijn leedwezen uit over het feit,
dat hij de vergadering niet kon bijwonen
wegens een vergadering van de minister
raad. „Ik heb uw uitnodiging echter zeer
op prijs gesteld, al is het mij niet geheel
duidelijk hoe deze in overeenstemming te
brengen is met de moties, die mij in de
eerste aprildagen van de zijde van ver
scheidene uwer afdelingen bereikten.
Gaarne hoop ik dat u de inzenders van
deze moties op uw algemene vergadering
ervan kunt overtuigen, dat de minister
grote waardering heeft voor de wijze,
waarop de leraren hun zware en verant
woordelijke taak verrichten. Wellicht kan
dit er tevens toe leiden dat men in de
toekomst iets voorzichtiger is bij het uit
spreken van „grote verontwaardiging" over
door mij gesproken woorden".
De minister van Binnenlandse Zaken,
Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Be
drijfsorganisatie, mr. Struijcken, beraadt
zich over de vraag, of niet alsnog door
wetswijziging de mogelijkheid moet worden
geopend, ook in bedrijfstakken, waarin een
voldoende representatief organisatorische
vertegenwoordiging van de werknemers
niet mogelijk is, bedrijfschappen bij alge
mene maatregel van bestuur in te stellen,
wanneer vaststaat, dat een representatief
gedeelte van de bedrijfsgenoten meent, dat
er een bedrijfschap moet komen en overi
gens aan alle andere voorwaarden daar
voor wordt voldaan.
Hij meent dat de instelling van een twee
tal bedrijfschappen, waarin zich deze
situatie voordoet en waarvan de voorberei
ding reeds was voltooid, op een eventueel
tot stand te brengen wetswijziging niet be
hoort te wachten. Hij zal daarom de spoe
dige indiening bij de Staten-Genëraal van
daartoe strekkende ontwerpen bevorderen.
Dit deelt de minister mede in zijn Me
morie van Antwoord aan de Eerste Kamer
over de begroting van zijn departement.
In het voorlopig verslag is de vrees ger
uit, dat de stagnatie in de voortgang van
de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie in
een enkele bedrijfstak, waarbij met name
de sigarenindustrie werd genoemd, ver
band zou houden met het niet voldoen aan
de wensen der bedrijfsgenoten waf de ver
houding tussen bedrijfslichamen en de be
trokken privaatrechtelijke organisaties be
treft. De minister antwoordt hierop, dat hij
redenen heeft te vertrouwen, dat het over
leg tussen de organisatie-commissie van de
Sociaal-Economische Raad en de organi
saties in de desbetreffende bedrijfstakken
tot een resultaat zal kunnen leiden, dat
voor deze organisaties materieel bevredi
gend kan worden geacht.
Mr. J. Cramer te Meppel:
Tijden? een rede, uitgesproken ter ge
legenheid van de officiële ingebruikstelling
van nieuwe kantoorgebouwen van de
Kamer van Koophandel en Fabrieken voor
Drente, heeft de Commissaris der Koningin
in de provincie Drente, mr. J. Cramer,
woensdag gezegd dat de huidige positie van
Drente en van de drie noordelijke provin
cies in het algemeen kwetsbaar is als men
haar toetst aan de inhoud van het rapport
„Het westen des lands en overig Neder
land". De spreker zei dat in dit rapport
j Nederland wordt verdeeld in vier rayons
I en dat het noorden hierbij „op het schel
linkje zit." Niettemin is het bedrijfsleven
en de provinciale en gemeentelijke over-
heden tot taak gesteld het agrarisch over
schot en de bevolkingsaanwas op te vangen.
De migratie uit de drie noordelijke pro
vincies is door het Centraal Planbureau
voor de periode 19501970 geraamd op
26.000. De situatie is thans zo, aldus de
spreker, dat in feite dit cijfer reeds in 1956
is bereikt, dus veertien jaar eerder. Indien
men in de woningtelling ook de kwalita
tieve gegevens betrekt, dan is in het wes
ten des lands het woningtekort 40 percent,
in overig Nederland 37 percent, maar in
het noorden 88 percent. De commissaris
vertelde verder dat in de periode van 1950
tot 1956 het totaai aantal van in de indu
strie werkzame personen toenam met
85.000. In het noorden bedroeg dit aantal
echter 7500 tegen 25.000 in het westen en
52.500 in overig Nederland. De industriële
ontwikkeling van het noorden, hoe belang
rijk ook op zichzelf, bleef speciaal op die
van het zuiden ten achter, zei de commis
saris. „Het enige wat wij vragen is, dat
ook voor het noorden de voorwaarden wor
den geschapen voor een krachtige en ge
zonde sociaal-economische ontwikkeling".
ADVERTENTIE
zeergrote
verscheidenheid
MS VRAAGT ONZE FOLDER
Sunart de speciaal moderne afd van
r' m
^WONINGINRICHTING f
BE VER W IJ K
Breestjr^ZA-SA 250 modelkgmef-s
Geoppnd.8-I2.30en |/j-i8.u. Dinsdag 8-1? u.
Drie koren werkten mee aan het con
cert, dat woensdagavond in de Begijnhof
kapel te Haarlem werd gegeven: het ge
mengd koor Polyhymnia en het dubbel-
mannenkwartet Harmonie, beide onder lei
ding staande van Henk Arisz, alsmede het
jongedameskoor Clematis onder aaanvoe-
ring van Anny Bonarius.
Het is ondoenlijk en ook niet noodzake
lijk om alle eenentwintig nummers van dit
programma te bespreken. Polyhymnia
maakte met het altijd effectrijke „echolied"
van Lassus een goede indruk. Daarentegen
is „Padre Nost.ro" van Verdi een werk
waarop dit koor naar mijn mening nog
niet uitgestudeerd is: modulaties en tempo
wisselingen klonken wat aarzelend en het
geheel maakte een weinig positieve indruk.
De uitvoering van een „Sanctus" van Hoo-
gerwerf kon ik helaas niet bijwonen.
Harmonie zong met goede voordracht
waarbij de toonvastheid ook in het pianis-
simo opviel „Liebe" van Schubert, maar
dit ensemble was in het hierna volgende
„Grab und Mond" minder gelukkig. Een
muzikale groepering die zich „Harmonie"
noemt, mag het zich wel dubbel tot een
plicht rekenen Schuberts eigenaardigheden
op dit punt klankschoon tot hun recht te
laten komen! Veel succes behaalde het
ensemble uiteraard met het populaire „Pa-
nis angelicus" van Franck in een zetting
voor mannenstemmen. Wel wat overladen
was overigens de opeenvolging van drie
gedragen stukken in de tweede helft van
i het programma.
Clematis tenslotte liet een aardige koor-
j klank horen in „Standchen" van Mozart
(een bewerking van de opera-aria „Reich
mir die Hand, mein Leben") en bracht met
frisse voortvarendheid twee liedjes van
Dalcroze ten gehore. Misschien zou wat
meer zorg voor de uitspraak (vooral van
het Frans) en wat extra aandacht voor de
stemvorming nog meer betekenis geven
aan de muzikale vrijetijdsbesteding van
deze meisjes.
Sas Bunge