su nart LOPERS Televisie in VS zorgde voor gratis bloembollenreclame O Voorzitter C.H.U. antwoordt op suggestie van prof. Oud EEEI Groot succes voor Toki Horvath en zijn orkest De negen Muzen Geen basis voor een kabinet van K. V.P. en A.R. Drie koren zongen in de Begijnhofkapel DONDERDAG 25 APRIL 1957 5 Jhr. van Nispen over het succes van de collectieve propaganda De hersengymnastiek-wedstrijden van de televisiemaatschappijen, waarbij de deelnemers ware fortuinen kunnen verdienen door het juist beantwoorden van een aantal vragen, genieten in Amerika een enorme populariteit. Miljoenen Mijnenveger „Woerden" in dienst gesteld als briljanten Twee Nederlandse soldaten in Duitsland ondergedoken Katholieke leraren bijeen Instelling van bedrijf schappen Kwetsbare situatie der drie noordelijke provincies moderne interieurkunst (Van een onzer redacteuren) volgen deze uitzendingen met een bijna onvoorstelbare passie en tienduizenden anderen nemen via de pers kennis van deze evenementen. Enige weken ge leden werd een deelnemer aan zo'n televisie „quiz" de volgende vraag gesteld: „In 1625 was de tulpenmanie in Holland op zijn hoogtepunt. Weet u de naam van de tulpenbol die toen voor dertienduizend gulden verhandeld is?" De man wist het antwoord niet en'verspeelde daardoor de kans op een prijs van zestigduizend gulden. Maar terwijl miljoenen Amerikanen aan hun t.v. toestellen met ongeduld op het antwoord wachtten, moest de leider van het programma tot zijn schande bekennen dat hij het ook niet wist. Hij had namelijk zijn briefje met de antwoorden thuis laten liggen. Nog voor de uitzending ten einde was werd het Centrale bloembollen-propagan- dabureau in New York al overstroomd met telefoontjes van kijkers uit alle delen der Verenigde Staten die met alle geweld de naam van de mysterieuze tulp wilden weten, die nu ten tweeden male een for tuin gekost had. Dit bureau begreep welke kans het hier in de schoot geworpen werd en verzuimde niet, dit uit te buiten. Ogenblikkelijk werd er een perscommuni qué samengesteld met een afbeelding en de naam van de tulp in kwestie, de „Semper Augustus" waarvan exemplaren per expres se naar vrywel alle Amerikaanse dag bladen verzonden werden. In de bijgaande tekst werden de vragen van de televisic- „Quiz" herhaald, nu met het juiste ant woord ernaast. Alle Amerikaanse kranten namen dit bulletin in zijn geheel over en zo werd de „duurste tulp uit de wereldge schiedenis" maar ook de Hollandse bollen, weer eens op een heel spectaculaire manier in het middelpunt van de publieke belang stelling geplaatst. Het verhaal van dit buitenkansje ver telde de voorzitter van Bloembollencultuur, jhr. dr. O. F. A. H. van Nispen tot Panner- dèn, hedenmiddag in geuren en kleuren aan de ruim honderdtien deelnemers van het achtste congres der Fédération Internatio nale des Clubs de Publicité dat vandaag in het Tropeninstituut te Amsterdam begon nen is. Maar hij voegde er aan toe dat zulke meevallers helaas slechts witte raven zijn in het wereldje der „free publicity". Deze actie zou, indien zij via de normale reclamekanalen gevoerd had kunnen wor den, stellig vele tienduizenden dollars ge kost hebben. Hoofddoel: goodwill Maar ook normaliter vergt de intensieve propaganda voor onze bollen in het buiten land zeer veel geid en fantasie, doch geluk kig zijn die allebei in het bollenvak ruim schoots voorhanden geweest sinds men een twintig jaar geleden besloot, de reclame in den vreemde gezamenlijk te gaan voe ren. Over de collectieve bollenpropaganda sprak jhr. Van Nispen op een wijze die zijn terzake zeer kundige gehoor stellig heeft kunnen waarderen. „Niet directe omzet- vergroting is het hoofddoel van onze ge meenschappelijke werfacties", zo zei hij, „maar veeleer het kweken van goodwill, sympathie en populariteit voor de bloem bollencultuur in al zijn aspecten, ook op lange termijn. Dat de tulp thans overal ter wereld als een symbool voor Holland geldt, is voor een groot deel aan onze collectieve propaganda te danken. Wij nemen deel met collectieve inzendingen aan allerlei ten toonstellingen over de gehele wereld. Gra tis beplanten wij pleinen, plantsoenen en parken in buitenlandse steden met duizen den narcissen, hyacinten en tulpen, waar van zowel de tuinen van het Rockefeller Center in New York als de Parijse Tuile- rieën en de gazons voor het Buckingham Palace, maar ook de magere groenstroken in arme Engelse mijnwerkersdorpen mee profiteren. Wij kopen en verspreiden duur kleurendrukwerk en idem kleurenfilms die de schoonheid van onze bolbloemen en hun cultuur op aantrekkelijke wijze in beeld brengen. Zulke kleurenfilms worden gratis beschikbaar gesteld aan talloze clubs en verenigingen van bloemenkwekers en ama teur-tuiniers. In de Verenigde Staten waar duizenden van zulke clubs floreren, rou leren thans honderden van dergelijke pro- pagandafilmpjes. Voorts onderhoudt de organisatie harte lijke relaties met vele invloedrijke journa listen in diverse landen, die van tijd tot tijd, veelal in samenwerking met de K.L. M., voor een excursie naar het bollenland uitgenodigd worden en aan wie men ove rigens regelmatig gegevens verschaft over de kleurrijke historie van het bollenvak, de techniek van het kweken en dergelijken. Jhr. Van Nispen onthulde dat dit alles wel een vrij kostbare geschiedenis is, maar dat een en ander toch ruimschoots gecompen seerd wordt door de gratis publiciteit die eruit voortvloeit. „Nu leent de bollen- branche zich inderdaad bij uitstek voor dit soort kostenloze krantenreclame: zij is ty- pisch-Hollands, zij appelleert aan de na genoeg universele liefde voor bloemen en fraaie kleuren en zij kan bogen op een ro mantisch verleden; zaken die zich vooral in de belangstelling van het grote publiek verheugen mogen." Strubbelingen Jhr. Van Nispen schetste vervolgens de geschiedenis van de collectieve bollen-pro- paganda, waarvoor het plan ontworpen werd door wijlen dr. Krelage, de eerste voorzitter van Bloembollcncutuur. In 1925 bracht deze zijn plannen ter tafel nadat hij eerst de krachttoer verricht had om alle in het bollenvak bestaande organisaties onder één dak: het Centraal Bloembollen Comité samen te brengen. Een kleine commissie uit het bestuur van dit overkoepelend lichaam zorgde voor de uitwerking van het project, dat door de kwekers en de expor teurs gezamenlijk gefinancierd moest wor den. Aanvankelijk stuitte men op grote re serves, vooral van de zijde der exporteurs die toch in de eerste plaats van de collec tieve reclame in het buitenland zouden gaan profiteren. Maar ook enkele kwekers weigerden hun medewerking en hun bij drage in de kosten te leveren. Aan alle strubbelingen kwam echter een einde toen de beroepsorganisatie in de crisisjaren be kleed werd met beperkte wetgevende be voegdheden waarvan zij gebruik maakte om een verplichte bijdrage van alle be trokkenen te ordonneren, op basis van het cultuurareaal en de omzetcijfers der indi viduele vakgenoten. Deze „hoofdelijke om slag" bedraagt op het ogenblik twee per cent van de omzet. Zij wordt geheven bij de exporteurs die op hun beurt Weer een zeker percentage van de factuurbedragen die zij hun kwekers schuldig zijn, aftrek ken. Psychologische reclame De aldus verkregen middelen worden ter beschikking gesteld van de propaganda- commissie in het Centraal Bloembollen comité die het budget vaststelt en het plan- de-campagne ontwerpt in overleg met de experts van het propagandabureau dat voor de uitvoering der plannen zorgt. Aan het hoofd van dit bureau staat een Hol landse reclamechef onder wie ook het New Yorkse filiaal van de propagandadienst ressorteert. De dagelijkse leiding van het laatstgenoemde kantoor is in handen van een Amerikaanse deskundige die als ken ner van de „American way of life" veel beter het „psychologische reclameklavier" kan bespelen dan enige vreemdeling dit zou kunnen doen. Hetzelfde geldt voor de werf- en goodwill-campagnes die de collec tieve bloembollenpropaganda in andere landen dan de V.S. voert; steeds worden deze geleid door landslieden die de men taliteit van hun eigen volk van a tot z kennen en die deze wetenschap als erva ren publiciteits „managers" tenvolle kun nen uitbuiten. Een typisch voorbeeld daarvan vermeldde jhr. Van Nispen aan het slot van zijn betoog: In Zweden, van oudsher een der beste bloembollenafne mers, kregen de vrouwelijke klanten van de bloemisten enkele jaren geleden bij hun bloemenaankoop ook een kleine enveloppe waarin zich een vijftal kleurige vouw blaadjes van verschillende vorm bevonden. Een daarvan, in de vorm van een hart, vertoonde, opengevouwen, in zeer verzorgd lettertype de volgende tekst „Hoe lang is het al geleden dat je voor het laatst tulpen voor mij meebracht?" Een bijgevoegde tip adviseerde de dames, deze sierlijke vouw blaadjes „in een der zakken van het cos- tuum van uw echtgenoot" te steken, dan wel ze op de wastafel te deponeren. Deze actie sloeg geweldig in, niet alleen als een origineel idee, maar evenzeer als een stimulans voor de verkoop van onze bolbloemen. Vrijwel alle Zweedse kranten besteedden er aandacht aan en prezen het als een uitstekende vondst die van goede smaak en fantasie getuigt. In een ander land met een minder „romantische" volks aard had een dergelijke stunt wellicht geen enkele weerklank gevonden: een bewijs temeer van hoeveel belang de kennis van de „locale" psychologie is bij het ontwer pen en bedrijven van grootscheepse pro- paganda-offensieven. Het congres is vanmorgen geopend door de nieuwe voorzifter van de organiserende vereniging, De Club van Veertig, de heer S. Meijer. De Hongaarse muziek heeft weer een beschermer gevonden in een nieuwe „koning der Tziganen" - de zigeunerviolist Toki Horvath, die deze eretitel mag dra gen. Met nog twaalf andere zigeunermuzi kanten, die hij om zich verenigd heeft, zet Toki Horvath de roemrijke traditie van zigeunerorkesten voort. Het aandeel dat deze „primas" en zijn orkest in die voort zetting hebben, zal al even glorieus worden als dat van beroemde ensembles uit het verleden. Tot deze overtuiging moet wel ieder gekomen zijn, die tegenwoordig was bij het concert, dat Toki Horvath en zijn „banda" woensdagavond in de gemeente lijke Concertzaal te Haarlem hebben ge geven. Wij, West-Europeanen, zijn geneigd al lereerst onder de indruk te komen van de verbluffende virtuositeit, waarmede deze zigeuners hun muziek in volstrekte vrijheid vertolken. Maar het Hongaarse volk, dat al ruim vijf eeuwen met de zigeuners in nauwe verbondenheid leeft, weet wel dat het daar bij deze muzikanten niet in de eerste plaats omgaat. Zij spelen niet om een verstandelijke waardering te verwer ven: hun musiceren bedoelt de betovering en de bevrijding van een mensenhart, dat velerlei spanningen kent en die de zigeu nermuzikanten met fijne intuïtie aanvoe len. Is het een wonder dat juist op dit concert zovele Hongaren als toehoorders aanwezig waren? Zij konden zich weer „thuis" gevoelen in een vertrouwde sfeer. En de nuchterheid van de concertzaal kon men spoedig vergeten bij de overstelpende vloed van bewogen klanken, van fascine rende ritmen, verrassende stuwingen en melodische wendingen, alles in schijnbaar grillige afwisseling. Want in deze inter pretatie kwam toch de orde der innerlijke emotie-ontwikkeling, die hoogtepunten be reikte van vervoering, maar die ook kon terugvallen in sombere weemoedigheid. Toki Horvath liet zijn viool juichen en klagen. Vonkenspattende muziek liet hij klinken, verijlde klanken der flageolet- tonen horen. Moeilijkheden bestonden voor hem niet, maar zijn verbazingwekkende technische beheersing was geen doel van zijn spel. Elke vertolking van hem werd dienstbaar gemaakt aan de bewogenheid en op dit beginsel berustte ook het spel van het orkest en van de muzikanten in dividueel. Ieder van hen was een meester op zijn instrument, al kreeg niet ieder een zelfde mogelijkheid om dit te demonstreren. Van de cymbalist Gyula Szitai hoorde men voortreffelijke, ja meesterlijke vertolkin gen. Zijn collega Ferencz Zso'.nai toonde eveneens een grote vaardigheid op zijn in strument. De drie klarinettisten wedijver den met elkaar in ongelofelijke virtuositeit en twee violisten konden met evenveel be heersing der techniek de „primas" terzijde staan bij een duizelingwekkend spel klan kenspel bij een „csardas". Als ensemble toonde het orkest een prachtige eenheid. Het begeleidde ook de zang van de zigeuner-zangeres Czinka Panna, die Hongaarse liederen en zigeuner zangen vertolkte met klare sopraanstem van metalen timbre, met natuurlijke be wogenheid in klank, zegging en gebaar. Haar succes was groot. Maar ook Toki Horvath en zijn orkest oogstten stormach tige bijval, welke hen noopten enkele toe giften te geven. Toki Horvath werd nog in het Hongaars toegesproken en met een tulp bedacht door Coby Marlens, als eerste der Haarlemse bloemenmeisjes, die op haar beurt alle overige leden van het orkest een tulp op spelden. In de pauze kon trouwens ieder, die maar wilde, van de bloemenmeisjes een tulpentooi krijgen. En dit bewex-kte begrij pelijk een ongedwongen, feestelijke stem ming. P. Zwaanswijk Kamermuziek. Ter gelegenheid van de overdracht der baten van het eerste lustrumtournee ten behoeve van het Uni versitair Asielfonds en het Nederlands Studenten Sanatorium geven leden van het Nederlands Studenten Orkest vrijdagavond 26 april in de Larense Concertzaal voor de leden van de Singer Memorial Foundation een kamermuziekavond waaraan medewer king wordt verleend door de pianist George van Renesse. ADVERTENTIE WOL BOUCLé, 50 br5.50 70 br8.50 HAAR BOUCLé, 50 br3.50 ANTHRAC1ET met ingeweven dessin, 70 br11.90 HAARVELOURS, 50 br12.75 met dessin, 70 br. 18.00 HAARVELOURS, 50 br15.25 ANTHRACIET met ingeweven dessin, 70 br18.50 KRUISSTRAAT 11 HAARLEM TELEFOON 11491 ff In zijn jaarlijkse rede op de algemene vergadering van de Christelijk-Historische Unie, vandaag te Amsterdam gehouden, heeft de voorzitter, de heer H. W. Tilanus, geantwoord op de vraag, die prof. Oud onlangs heeft gesteld, namelijk waarom de rechterzijde niet alleen een kabinet vormt. De heer Tilanus zei dat hij de critiek van prof. Oud wel eens zou willen horen indien zo'n kabinet inderdaad zou zijn opgetreden. Van zijn beide meest dierbare liberale wensen, een verruiming van de Crematie- wet en afschaffing van de Zondagswet, zou dan zeker niets terecht komen naar de mening van de heer Tilanus, die een K.V.P.- en A.R.-kabinet nog niet geboren zag worden. Het gaat er zijns inziens mee als met het rapport van de liberale Telders- stichting over het afremmen van de P.B.O. Hierover werd geschreven: „Het rapport heeft een knuppel in het hoenderhok ge worpen door te stellen dat het met de P.B.O. wat kalmer aan moet. Dit is zeker een origineel geluid. De vraag is echter of het ook het juiste geluid is. Wij menen dit te moeten betwijfelen van liberaal stand punt". Die passage uit de liberale N.R.C. acht de heer Tilanus ook geldig voor de crisis- en kabinetsplannen van prof. Oud. Ten aanzien van het huurvraagstuk zei de heer Tilanus dat bij een volksreferen dum in Nederland over de vraag vóór of tegen de blokkering van een gedeelte van de huur, een overweldigende meerderhéid zich „tegen" zou uitspreken en conform de wensen van het C.N.V. en de K.A.B. liever een huurverhoging van 10 a 15 pet. zonder blokkering zou begeren, ook in verband met de loonkwesties. De heer Tilanus. die thans 72 jaar is, werd als hoofdbestuurslid herkozen. Hij deelde mee, dat hij op aandrang van het hoofdbestuur heeft besloten nog één jaar zijn functie als voorzitter van het dagelijks bestuur te vervullen, opdat men volgend jaar bij het vijftigjarig bestaan van de C.H.U. deze' belangrijke functie kan over dragen aan een opvolger. In de vacature van de 74-jarige prof. J. de Zwaan, die zijn functie in het C.H.U.- bestuur neerlegde, koos men mr. J. W. van Gelder uit Nieuwer-Amstel, lid van de Provinciale Staten van Noordholland. Prof. dr. J. de Zwaan werd benoemd tot adviserend lid van het hoofdbestuur. Men besloot een telegram te zenden aan de Koningin, waarin de diepe eerbied en aanhankelijkheid jegens haar wordt uit gesproken en waarin haar Gods onmisbare Laatste schip van Nederlands A merikaans bouwprogramma Op de Rotterdamse werf van de dok- en werfmaatschappij „Wilton-Fijenoord" is woensdag in aanwezigheid van onder andere de minister van Marine, ir. C. Staf, de •mijnenveger „Woerden", de laatste van de 32, die krachtens een Nederlands- Amerikaans bouwprogramma in ons land ten behoeve van de Koninklijke Marine zijn gebouwd, overgedragen en in dienst gesteld. Het eerste schip van deze serie, de „Dokkum" is op 26 juli 1955 in dienst gesteld. Nadat het schip door de Haarlemse Scheepsbouwmaatschappij was overgedra gen aan schout-bij-nacht W. J. Kruys, vlagofficier materieel, heeft deze het schip op zijn beurt overgedragen aan kapitein ter-zee Hugh P. Webster, hoofd van het „United States Navy Shipbuilding Liaison Office". Het document van overdracht is toen aan ir. Staf ter hand gesteld, die de „Woerden" met een rede aanvaardde. Ver volgens droeg hij vice-admiraal H. H. L. Pröpper op het schip in dienst te doen stellen, hetgeen gedaan werd door luite- nant-ter-zee der tweede klasse H. Mioulet, commandant van het schip. Tijdens de receptie aan boord van de „Erasmus" heeft de minister van Marine,' ir. C. Staf, een aantal onderscheidingen uitgereikt aan bij de bouw van de mijnen vegers betrokkenen. Het heeft de Koningin behaagd, zo sprak de minister, de „chief of the United States navy bureau of ships", In Rotterdam is de laatste van de 32 voor Amerikaanse rekening in Neder land gebouwde kustmijnenvegers, de „Woerden" in dienst gesteld en over gedragen aan de Koninklijke Marine. Foto links: (van onder naar boven) minister Staf, de commandant van de „Woerden", luitenant ter zee der twee de klasse H. Mioulet, schout bij nacht W. J. Kruis en twee vertegenwoordi gers van de Amerikaanse regering bij de inspectie van het schip. Foto rechts: -De burgemeester van Woerden, de heer H. H. C. Vos, bood een geschenk aan voor de nieuwe mijnenveger. ADVERTENTIE rear-admiral Mumma, die in Amerika zetelt, te benoemen tot groot-officier in de orde van Oranje-Nassau met de zwaarden. Tot officieren in de orde van Oranje Nas sau zijn benoemd: kapitein-ter-zee P. Rie del, hoofd afdeling aanbouw mijnenvegers van het ministerie van Marine, ir. J. E. Woltjer, directeur van de dok- en werf maatschappij „Wilton Fijenoord" en ir. F. Sprey, directeur van de scheepswerf v/h De Groot en Van Vliet n.v. te Slikkerveer. Tot ridder in de orde van Oranje Nassau is benoemd B. B. Zinkberg, ingenieur bij „Wilton Fijenoord" te Schiedam. Twee Nederlandse soldaten die op 3 april uit het Nederlandse leger deserteerden en zich over de Duitse grens naar Nedersak- sen begaven, zijn opnieuw spoorloos uit Oldenburg verdwenen. De 20-jarige S. A. en de 21-jarige J. van der M. kwamen op 3 april in Oldenburg aan. Zij beweerden dat het hun in het Nederlandse leger niet beviel. Het gerecht in Oldenburg gaf hen een korte vrijheidsstraf wegens het zonder pas overschrijden van de grens. Daarna werden beiden door het ministerie van de provincie Nedersaksen in een daklozentehuis onder gebracht en van burgerkleding voorzien. Toen beide jongemannen echter hoorden dat ze niet voor niets mochten blijven logeren, maar dat ze op aanwijzing van het arbeidsbureau moesten gaan werken, ver dwenen ze. Intussen onderzoeken de Duitse autoriteiten nog steeds de vraag of de deserteurs als politieke vluchtelingen moe ten worden beschouwd en als zodanig recht op asiel hebben of dat ze uitgeleverd moe ten worden. De Nederlandse ambassade te Bonn heeft verklaard dat A. afkomstig is uit Ferwer- deradeel en Van der M. uit Tjietjerkstera- deel, eveneens Friesland. (UP.) H. W'. Tilanus steun en wijsheid wordt toegebeden bij de beslissingen over de veie moeilijke inter nationale en nationale vraagstukken van deze tijd. In de middagbijeenkomst zijn talrijke voorstellen van de plaatselijke kiesvereni gingen behandeld. Bij de bespreking van de voorstellen dei kiesverenigingen Dordrecht, Arnhem en Maasland om zich uit te spreken voor het toewijzen van zendtijd aan de politieke partijen, deelde de heer H. Kikkert, lid van de Tweede Kamer mede, dat men in de federatie van omroepverenigingen vrij wel tot overeenstemming is gekomen over een in onderling overleg geregelde toewij zing van ..politieke" zendtijd. Stil verwijt van minister Cals De r.-k. lerarenvereniging „St. Bonaven- tura" heeft woensdag in Valkenburg haar algemene vergadering gehouden. In zijn openingsrede vroeg de voorzitter, drs. J. Konig, bijzondere aandacht voor het salarisprobleem der leraren. Een snelle oplossing achtte hij van het grootste ge wicht. De leraren moeten hetzelfde maxi mum kunnen bereiken als andere acade misch gevormden of daarmee gelijk te stellen ambtenaren in overheidsdienst, meende hij. Aan het begin van de vergadering las de voorzitter een brief van minister Cals voor. Deze sprak zijn leedwezen uit over het feit, dat hij de vergadering niet kon bijwonen wegens een vergadering van de minister raad. „Ik heb uw uitnodiging echter zeer op prijs gesteld, al is het mij niet geheel duidelijk hoe deze in overeenstemming te brengen is met de moties, die mij in de eerste aprildagen van de zijde van ver scheidene uwer afdelingen bereikten. Gaarne hoop ik dat u de inzenders van deze moties op uw algemene vergadering ervan kunt overtuigen, dat de minister grote waardering heeft voor de wijze, waarop de leraren hun zware en verant woordelijke taak verrichten. Wellicht kan dit er tevens toe leiden dat men in de toekomst iets voorzichtiger is bij het uit spreken van „grote verontwaardiging" over door mij gesproken woorden". De minister van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Be drijfsorganisatie, mr. Struijcken, beraadt zich over de vraag, of niet alsnog door wetswijziging de mogelijkheid moet worden geopend, ook in bedrijfstakken, waarin een voldoende representatief organisatorische vertegenwoordiging van de werknemers niet mogelijk is, bedrijfschappen bij alge mene maatregel van bestuur in te stellen, wanneer vaststaat, dat een representatief gedeelte van de bedrijfsgenoten meent, dat er een bedrijfschap moet komen en overi gens aan alle andere voorwaarden daar voor wordt voldaan. Hij meent dat de instelling van een twee tal bedrijfschappen, waarin zich deze situatie voordoet en waarvan de voorberei ding reeds was voltooid, op een eventueel tot stand te brengen wetswijziging niet be hoort te wachten. Hij zal daarom de spoe dige indiening bij de Staten-Genëraal van daartoe strekkende ontwerpen bevorderen. Dit deelt de minister mede in zijn Me morie van Antwoord aan de Eerste Kamer over de begroting van zijn departement. In het voorlopig verslag is de vrees ger uit, dat de stagnatie in de voortgang van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie in een enkele bedrijfstak, waarbij met name de sigarenindustrie werd genoemd, ver band zou houden met het niet voldoen aan de wensen der bedrijfsgenoten waf de ver houding tussen bedrijfslichamen en de be trokken privaatrechtelijke organisaties be treft. De minister antwoordt hierop, dat hij redenen heeft te vertrouwen, dat het over leg tussen de organisatie-commissie van de Sociaal-Economische Raad en de organi saties in de desbetreffende bedrijfstakken tot een resultaat zal kunnen leiden, dat voor deze organisaties materieel bevredi gend kan worden geacht. Mr. J. Cramer te Meppel: Tijden? een rede, uitgesproken ter ge legenheid van de officiële ingebruikstelling van nieuwe kantoorgebouwen van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Drente, heeft de Commissaris der Koningin in de provincie Drente, mr. J. Cramer, woensdag gezegd dat de huidige positie van Drente en van de drie noordelijke provin cies in het algemeen kwetsbaar is als men haar toetst aan de inhoud van het rapport „Het westen des lands en overig Neder land". De spreker zei dat in dit rapport j Nederland wordt verdeeld in vier rayons I en dat het noorden hierbij „op het schel linkje zit." Niettemin is het bedrijfsleven en de provinciale en gemeentelijke over- heden tot taak gesteld het agrarisch over schot en de bevolkingsaanwas op te vangen. De migratie uit de drie noordelijke pro vincies is door het Centraal Planbureau voor de periode 19501970 geraamd op 26.000. De situatie is thans zo, aldus de spreker, dat in feite dit cijfer reeds in 1956 is bereikt, dus veertien jaar eerder. Indien men in de woningtelling ook de kwalita tieve gegevens betrekt, dan is in het wes ten des lands het woningtekort 40 percent, in overig Nederland 37 percent, maar in het noorden 88 percent. De commissaris vertelde verder dat in de periode van 1950 tot 1956 het totaai aantal van in de indu strie werkzame personen toenam met 85.000. In het noorden bedroeg dit aantal echter 7500 tegen 25.000 in het westen en 52.500 in overig Nederland. De industriële ontwikkeling van het noorden, hoe belang rijk ook op zichzelf, bleef speciaal op die van het zuiden ten achter, zei de commis saris. „Het enige wat wij vragen is, dat ook voor het noorden de voorwaarden wor den geschapen voor een krachtige en ge zonde sociaal-economische ontwikkeling". ADVERTENTIE zeergrote verscheidenheid MS VRAAGT ONZE FOLDER Sunart de speciaal moderne afd van r' m ^WONINGINRICHTING f BE VER W IJ K Breestjr^ZA-SA 250 modelkgmef-s Geoppnd.8-I2.30en |/j-i8.u. Dinsdag 8-1? u. Drie koren werkten mee aan het con cert, dat woensdagavond in de Begijnhof kapel te Haarlem werd gegeven: het ge mengd koor Polyhymnia en het dubbel- mannenkwartet Harmonie, beide onder lei ding staande van Henk Arisz, alsmede het jongedameskoor Clematis onder aaanvoe- ring van Anny Bonarius. Het is ondoenlijk en ook niet noodzake lijk om alle eenentwintig nummers van dit programma te bespreken. Polyhymnia maakte met het altijd effectrijke „echolied" van Lassus een goede indruk. Daarentegen is „Padre Nost.ro" van Verdi een werk waarop dit koor naar mijn mening nog niet uitgestudeerd is: modulaties en tempo wisselingen klonken wat aarzelend en het geheel maakte een weinig positieve indruk. De uitvoering van een „Sanctus" van Hoo- gerwerf kon ik helaas niet bijwonen. Harmonie zong met goede voordracht waarbij de toonvastheid ook in het pianis- simo opviel „Liebe" van Schubert, maar dit ensemble was in het hierna volgende „Grab und Mond" minder gelukkig. Een muzikale groepering die zich „Harmonie" noemt, mag het zich wel dubbel tot een plicht rekenen Schuberts eigenaardigheden op dit punt klankschoon tot hun recht te laten komen! Veel succes behaalde het ensemble uiteraard met het populaire „Pa- nis angelicus" van Franck in een zetting voor mannenstemmen. Wel wat overladen was overigens de opeenvolging van drie gedragen stukken in de tweede helft van i het programma. Clematis tenslotte liet een aardige koor- j klank horen in „Standchen" van Mozart (een bewerking van de opera-aria „Reich mir die Hand, mein Leben") en bracht met frisse voortvarendheid twee liedjes van Dalcroze ten gehore. Misschien zou wat meer zorg voor de uitspraak (vooral van het Frans) en wat extra aandacht voor de stemvorming nog meer betekenis geven aan de muzikale vrijetijdsbesteding van deze meisjes. Sas Bunge

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 7