Scheidende nazorg-directeur ziet de kroon nog niet op levenswerk geplaatst NEUROTONIC - ZENUWEN Opmerkelijk mooi bejaardentehuis te Haifa met fondsen der Joles-stichting gebouwd Door bestedingsbeperking kan nieuwe werkinrichting niet worden afgebouwd Leerlingen Haarlems Muziekinstituut 7 HAARLEM MET NAZORG AAN TOP Jongen onder stapel kisten bedolven M.s. „Banggai" over gedragen aan mij. „Nederland" niet verdovend maar genezend TRIOMF VAN DE VOORUITGANG HOLLANDSCHE SOCIËTEIT Duitse jongens verdacht van reeks diefstallen Geen nertsfarms in bebouwde kom HAARLEMMERS BIJ OPENINGSPLECHTIGHEID Zilveren jubileum bij het P.E.N. In „De Waag" Een Hongaarse schilder exposeert in Haarlem „Sursum" boekte successen in Dordrecht Tekeningen van Horsman in de Hoofdwacht ZATERDAG 1 JUNI 195 7 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT OP DONDERDAG 6 JUNI zal de heer E. P. Schuyt te Haarlem, directeur van de gemeentelijke nazorg en secretaris van de particuliere nazorgfondsen, de 65-jarige leeftijd bereiken. Na veertig jaar zijn kracnten aan het buitengewoon lager onderwijs en de nazorg te hebben gegeven zal hij op die dag afscheid nemen van het particuliere nazorg-werk. Daarna zal de heer Schuyt nog enkele maanden werkzaam blijven als directeur van de gemeentelijke nazorg, welke functie hij aan het einde van het jaar neerlegt. Dan neemt hij afscheid van een levenswerk, waaraan hij zich gedurende veertig jaar „met hoofd en hart" heeft gewijd. Op 6 juni zal hem en de nazorgcontribuanten in het Concert gebouw een concert door het Noordhollands Philharmonisch Orkest worden aan geboden. Die avond zal de heer Schuyt afscheid nemen van de particuliere in stellingen. De tewerkgestelden in de afdelingen zullen in oktober afscheid van de heer Schuyt nemen. Voorts wordt hem ten stadhuize een receptie aange boden. De scheidende directeur was aanvanke lijk werkzaam in het gewoon lager onder wijs, doch hij voelde zich tot het buiten gewoon lager onderwijs aangetrokken en daarom aanvaardde hij in 1917 de functie van onderwijzer aan een b.l.o. school in Leiden. Een jaar later werd hij als onder wijzer bij het b.l.o. te Haarlem benoemd, op 1 oktober 1918. Vanaf dit ogenblik heeft hij zich onschatbare verdiensten verwor ven door zijn werk ten behoeve van de geestelijk- en lichamelijk gehandicapten. Hij heeft het nazorg-apparaat van de grond af opgebouwd, heeft moeten vech ten tegen vooroordelen en wanbegrip, maar uiteindelijk heeft hij veel bereikt van wat hij zich ten doel heeft gesteld. Zijn vurig idealisme, zijn warme mensen liefde, gepaard gaande aan een nuchter Werkelijkheidsbesef, gaven hem hierbij de richting aan. De heer Schuyt heeft niet alleen het leeuwe-aandeel gehad in de uitbouw van de gemeentelijke nazorgdienst; ook wist hij zich de steun te verwerven van vele parti culieren, die verenigingen en stichtingen in het leven riepen tot steun van het werk voor de gehandicapten. Er is misschien geen gemeente in ons land, waar de grens tussen gemeentelijk en particulier initiatief zo moeilijk valt te trekken: wat de ge meente tot stand brengt, wordt door parti culiere instellingen gesteund. Als de over heidshulp niet ver genoeg kon reiken, dan springen de particuliere organisaties bij: bazaars werden georganiseerd, verlotingen cn uitvoeringen gehouden. Hoe belangrijk deze vrijwillige steun is, wordt wel duide lijk, als men weet, dat sinds 1925 een kwart miljoen gulden is bijeengebracht ter ondersteuning van het gemeentelijke na zorg-werk. De heer Schuyt voelde zich altijd geruggesteund door deze particuliere instellingen. „Dit sociale werk moet leven in de maatschappij, er moeten duizenden mensen achter staan, daarom kunnen wij deze vrijwillige hulp niet missen", aldus de heer Schuyt, die ons in de werkinrichting aan de Botermarkt een terugblik heeft ge geven op de weg, die de gemeentelijke nazorg in de afgelopen tientallen jaren heetf afgelegd. Onvoltooid werk Na de oorlog heeft de scheidende direc teur geijverd voor het project beschutten de werkplaatsen aan de Schalkwijkerweg, dat als het plan Schuyt bekend zal blijven. Na een studiereis door ons land langs enige beschuttende werkplaatsen, heeft de heer Schuyt dit plan in nauwe samenwer king met de wethouder van financiën en volksgezondheid, de heer W. C. Bakker, uitgewerkt. De raad aanvaardde het plan, waarmee een bedrag van twee miljoen gulden is gemoeid, en in -1955 werd aan de Schalkwijkerweg de eerste spade voor het complex van beschuttende werkplaatsen voor lichamelijk gehandicapten in de grond gezet. Reeds zijn twee werkplaatsen in gebruik en honderdtwintig minder-validen vinden hier hun werk en worden er, zo mogelijk, geschikt gemaakt voor een func tie in het vrije bedrijf. Enige gebouwen, zoals een administratiegebouw, een ketel huis en loodsen, zullen spoedig gereed ko men en over een maand officieel in ge bruik worden gesteld. Doch dan ontbreken nog acht werkplaatsen, een revalidatie, en recreatiezaal en een tehuis voor alleen staande tewerkgestelden. De nog ontbrekende gebouwen zullen echter voorlopig niet worden afgebouwd als gevolg van de bestedingsbeperking. „Den Haag" heeft namelijk met een rood potlood een streep door de verdere plannen gehaald. Spoedig zal de aannemer het bouwterrein aan de Schalkwijkerweg ver laten en dan ligt het object onvoltooid te wachten op het tijdstip, dat uit Den Haag een andere wind zal waaien. Binnen twee jaar zou dit complex gereed zijn en dan zou de heer Schuyt zijn levenstaak zien afge rond ook al zou hij het tot stand komen van dit plan niet meer in zijn functie van directeur der nazorg meemaken. De scheidende directeur moge hierover teleurgesteld zijn, toch is hij er van over tuigd, dat het project uiteindelijk zal wor den voltooid. Uiteraard spijt het hem, dat door de maatregelen in verband met de bestedingsbeperking voorlopig nog aan honderdzestig gehandicapten een plaats in de beschuttende werkplaatsen moe'" wor den onthouden. „Ten koste van alles moet dit project, dat landelijk zeer sterk de aan dacht heeft getrokken, worden verwezen lijkt. Men vergeet dat door het stopzetten van de bouw enorm veel geld verloren gaat, omdat nu geldelijke steun moet wor den verleend aan minder-validen, die zich hier anders produktief zouden hebben kun nen maken. Twintig jaar lang is voor de totstandkoming van dit project gewerkt en daarom vormen de maatregelen tot stop zetten van de bouw, waardoor veel levens geluk aan gehandicapten wordt onthouden, een des te grotere teleurstelling", vertelde de heer Schuyt. Strijd tegen wanbegrip Toen de scheidende directeur bijna veer- fig jaar geleden als onderwijzer bij het buitengewoon lager onderwijs te Haarlem werd benoemd, trof hij hier de b.l.o. school aan in het slechtste, reeds afgekeurd ge bouw, dat men zich maar kon denken. Er 'esfde trouwens een mening, dat de school beter kon worden opgeheven. In antwoord daarop vroeg de jeugdige, idealistische on derwijzer Schuyt niet alleen om betere huisvesting, doch diende hij een verzoek in om twee b.l.o.-scholen, betere salarië ring van het schoolpersoneel en avondver zorging voor de kinderen, die buitenge woon lager onderwijs hadden gevolgd. Deze voorstellen werden niet met onver deeld enthousiasme ontvangen. In een ver gadering van Burgemeester en Wethouders werd de heer Schuyt zelfs het advies ge geven, elders te solliciteren teneinde on eervol ontslag te vermijden. Geleidelijk groeide het begrip voor de ideeën van de enthousiaste onderwijzer en kreeg hij steun van enige wethouders, met als resultaat dat de gemeenteraad voorstellen tot sala risverbetering aannam. Op 1 oktober 1919 werd met avondverzorging gestart en in 1922 nam de raad het besluit, de buiten gewone school te splitsen en een einde te maken aan de slechte huisvesting. Spoedig daarna kwam een r.k. b.l.o.-school tot stand. Thans telt de Spaarnestad zeven b.l.o.-scholen met ongeveer negenhonderd leerlingen, waarvan één r.k. en één pro testants-christelijke school. In 1922 stelde de gemeenteraad een com missie in, die een onderzoek moest instel len naar de oud-leerlingen der b.l.o.-scho len. Het resultaat van het onderzoek was, dat een nazorgdienst werd opgericht en de heer Schuyt hiervan op 4 maart 1925 tot directeur werd benoemd. In 1919 reeds was de avondverzorging aangepakt, en van dat jaar af werd op vijf avonden per week aan de oud-leerlingen les gegeven: in een on gedwongen sfeer kunnen zij zich 's avonds ontspannen en wordt vervolg-onderwijs gegeven in op het dagelijks leven afge stemde bezigheden. Soms wordt een excur sie gehouden en ook gaan de leerlingen van de avondverzorging vier dagen per jaar kamperen. Sinds de oprichting van de eerste b.l.o.-school te Haarlem in 1909 volgden ongeveer 2700 leerlingen dit on derwijs en met ongeveer de helft heeft de nazorg nog een geregelde bemoeiing. Het deelnemen aan de avondverzorging is voor de oud-leerlingen uiteraard geheel vrijblij vend, doch de intense belangstelling hier voor bewijst wel, dat zii dit werk waarde ren. Het baanbrekende werk van de schei dende directeur heeftzich .overigens niet tot de Spaarnestad beperkt. Landelijk heeft de heer Schuyt de nazorg-dienst gepropa geerd, hij is voorzitter van de Neder landse vereniging van nazorg voor oud- b.l.o.-leerlingen. Ook deze functie zal hij dit jaar neerleggen en wel in de najaars vergadering, die te Haarlem wordt gehou den. Eerste arbeidsinrichting In juli 1925 werd gestart met een ar- E. P. Schuyt gaan, temeer omdat ook de tweede wereld oorlog de oprichting in de weg stond. Na de oorlog vond de directeur voor zijn denkbeelden een goed oor bij wijlen wet houder mr. Sake van der Wall en later bij wethouder W. C. Bakker die met kracht aan de totstandkoming van een arbeidsin richting voor minder-validen werkten; deze kwam in 1955 tot stand. In dat jaar werd voorts opgericht de „E. P. Schuyt- stichting", het centrale nazorg-fonds voor minder-validen, waarin vijf fondsen en stichtingen ten behoeve van gehandicap ten onder leiding van wethouder W. C. Bakker samenwerken. Moge de heer Schuyt de grote stuw kracht van het gemeentelijk en particulier nazorg-werk zijn geweest, hij is er zich van bewust, dat hij zijn werk steeds heeft kunnen verrichten dank zij een krachtige steun van anderen, in het bijzonder van enige wethouders en van de particuliere stichtingen. Uiteraard valt het hem moei lijk afscheid te nemen van zijn levenswerk, doch als hij hierover spreekt, voegt hij er onmiddellijk aan toe: „De dankbaarheid voor de medewerking en het medeleven zal echter overheersen. Haarlem staat met zijn nazorg in ons land aan de top. Het stemt tot voldoening, dat zoveel begrip voor deze vorm van sociale zorg is ge groeid en men algemeen tot het besef is ge komen, dat men gehandicapte mensen be ter kan laten werken, en zo mogelijk in het vrije bedrijf, dan hen in ledigheid te ondersteunen" aldus de heer Schuyt, wiens verdiensten ondermeer zijn erkend door zijn benoeming tot ridder in de orde van Oranje-Nassau. Toen een veertienjarige jongen woens dagavond om half tien op de Koudenhorn ter hoogte van de Catharijnebrug te Haar lem hielp bij het lossen van een stapel kisten van een auto, viel hij, en werd be dolven onder enige kisten, die van de wa gen aftuimelden. De jongen werd met een hersenschudding naar het Grote Gasthuis overgebracht. Een vierjarige jongen, die woensdag middag omstreeks half vier plotseling, waarschijnlijk zonder voldoende op het verkeer te letten, de Prins Bernhardlaan overstak, werd aangereden door een perso nenauto en tegen het wegdek gesmakt. Met inwendige bloedingen en een hersen schudding werd de kleuter in het Diaco- nessenhuis opgenomen. Het m.s. „Banggai", dat door de machine fabriek en scheepswerf van P. Smit jr. n.v. te Rotterdam is gebouwd voor de n.v. Stoomvaartmaatschappij „Nederland" te Amsterdam, is woensdagmiddag bij de Parkhaven te Rotterdam met de gebruike lijke vlagwisseling overgedragen. Het schip is één van een serie van vijf en de laatste van de drie, die door bovengenoemde werf zijn gebouwd. De „Banggai" gaat varen voor de Nederland-Lloyd-lijn. Kapitein K. Harder van het schip, dat geadopteerd is door het Marnix van St. Aldegonde lyceum te Haarlem, kreeg van een deputatie van de school, bestaande uit één der leraren, dr. G. van Zoest, en de meisjes Eline Broos, Bep van Nood en Loes Smid een ets aangeboden, die een plaatsje in het officieren verblijf zal krijgen. De „Banggai" heeft een lengte van 145,34 meter bij een breedte van ruim 19 meter. Het draagvermogen bedraagt circa 10.400 ton en de dienstsnelheid is ruim 16 mijl per uur. De lading wordt vervoerd in vijf ruimen. Op het bovendek is laadruimte ingericht voor het vervoer van auto's. Het schip is voorzien van uitgebreid laadgerei en van de modernste navigatiemiddelen. Voor de opvarenden zijn voor het meren deel eenpersoons hutten gebouwd. Verder zijn er vier hutten, elk voor twee passa giers. Alle verblijven zijn aangesloten op de air-conditioningsinstallatie. Het maxi mumvermogen van de enkelwerkende tweetakt motor is 8750 apk. ADVERTENTIE wordt U volledig de baas met het zenuwpreparaat dezer tijden ADVERTENTIE Amsterdam 1839. „Aanvangende Dinsdag, den 24sten September 1839. zullen tot na dere kennisgeving wagentreinen de dienst tussen Amsterdam en Haarlem onderhou den. Met deze stoomslepers zullen reizigers dagelijks vier malen van Amsterdam naar Haarlem vice versa worden vervoerd. Aan de reizigers wordt verzocht zich vijftien minuten van te voren op de stationsplaatsen te bevinden." Bovenstaande mededeling spreekt voor zich zelf. Minnaars van de vooruitgang kunnen van nu voortaan genieten van een snelle overtocht. Het door velen geopperde be zwaar, dat in de koude jaargetijden de reizi gers, die in open wagons worden vervoerd althans die der tweede en derde klasse te zeer van de koude en van de rook van de stoomwagen te lijden hebben, dunkt ons geen steek te houden. Men kan zich immers door gepaste kledij tegen de koude beschut-, ten. In het jaar van de eerste Neder landse spoorweg en het jaar daarvoor had de leiding van de Hollandsche Sociëteit van Levensverzekeringen een en andermaal een onderhoud met Zijne Excellentie de Minister van Binnenlandse Zaken te 's-Gra- ven ha ge'. Op 18 Juli 1840 volgde op deze besprekin gen een Koninklijk Besluit, inhoudende de naamlijst van de goedgekeurde en niet goed gekeurde instellingen. Eerst werden vermeld zes goedgekeurde instellingen, vooraan de Hollandsche Sociëteit van Levensverzeke ringen. Anderhalve Eeuw Levensverzekering VAN LEVENSVERZEKERINGEN N.V. HERENGRACHT 475 - AMSTERDAM-C. - TELEFOON 49100 De Haarlemse politie heeft drie Duitse jongens aangehouden, die ervan verdacht worden in Zandvoort en Alkmaar enige diefstallen te hebben gepleegd. De jongens (negentien, zeventien en zestien jaar oud) hielden zich dinsdagnacht omstreeks twee uur op verdachte wijze op bij een winkel in de Generaal Cronjéstraat in Haarlem. De Haarlemse politie heeft hen aan een verhoor onderworpen; zij verklaarden hun ouderlijke woningen te hebben verlaten zonder eerst hun ouders hiervan in kennis te hebben gesteld. Zij zijn toen de grens overgetrokken, hebben enige tijd door Nederland gezworven, om tenslotte in Zandvoort te belanden. Daar hebben zij ingebroken in een slagerswinkel, waar zij twintig gulden buitmaakten. Ook zouden zij een (ongewenst) bezoek hebben gebracht aan een Alkmaarse slagerswinkel, waar zij negentien gulden ontvreemdden. Uit een toonbankla van een café in Alkmaar stalen zij vijf gulden. Voorts bleek een van de jongens niet in het bezit te zijn van geldige grenspapieren. De Haarlemse re cherche heeft hen aan de Zandvoortse po litie overgegeven. Wegens ondragelijke stank Verscheidene mensen, die in Haarlem in de onmiddellijke nabijheid van een nerts farm wonen hebben bij B. en W. van Haarlem klachten ingediend over de on draaglijke stank, die deze farms ver spreiden. Het college heeft deze klachten onderzocht en gegrond bevonden. Met het oog hierop is aan de raad voorgesteld het houden van nertsen en zilvervossen in de bebouwde kom der gemeente te verbieden, behoudens vergunning van B. en W. Op de berg Karmel te Haifa staat een opvallend mooi gebouwd bejaardenhuis, dat in juli 1956 reeds zijn deuren opende. De gasten op weg naar de Karmel voor de beidsinrichting in een oud pakhuis aan het officiële plechtigheid behoefden op 21 mei Donkere Spaarne. Hier werden zes jongens te werk gesteld. Vier jaar later werd een afdeling voor blinden ingesteld. De huis vesting was echter zeer slecht en daarom was het een ongekende verbetering, toen in 1935 het gebouw aan de Botermarkt kon worden betrokken. In 1929 stelde de heer Schuyt een onder zoek in naar de positie van de lichameliik frebrekkigen in de Spaarnestad. Met dr. W- Mol, orthopedisch chirurg, ondernam hij een huis-aan-huis-onderzoek, waarmee vele uren gemoeid waren en dat schrijnen de gevallen aan het licht bracht. Dr. Mol en de heer Schuyt legden hun bevindingen vast in het boekwerk „Over lichamelijke gebrekkigheid", dat ondermeer onthulde, dat de Spaarnestad ruim negenhonderd minder-validen binnen haar wallen had, waarvan zeshonderd in de leeftijd van 21 tot 65 jaar. Ook in diverse andere publikaties toonde de nazorg-directeur voor de belangen van de geestelijk en lichameliik gehandicapten op de bres te staan. Hoewel de ervaringen van dr. Mol en de heer Schuyt een klem mend betoog vormden voor de oprichting van een werkinrichting voor lichamelijk gehandicapten, zou het echter, als gevolg van de economische crisis en de daarmee gepaard gaande bezuinigingsdrang vele ja ren duren, voordat hiertoe werd overge- Ter gelegenheid van zijn zilveren jubi leum in dienst van het PEN te Bloemen- daal is de heer P. van Lis, technisch hoofd ambtenaar en wonende Bloemendaalse- j 2e ruime en gezellig ingerichte zalen heb- slechts naar het „Hollandse bejaardenhuis" te vragen en hun werd door de Karmel- bewoners dadelijk de weg gewezen naar een met Israëlische en Nederlandse vlag gen versierd gebouw, dat met Nederlandse gelden en hoofdzakelijk dan met fondsen uit de Joles-stichting te Haarlem werd op gericht. Voor de plechtige overdracht aan het dagelijks Bestuur in Israel van dit tehuis was een groep van twaalf Nederlanders onder wie de arts D. Heymans, adjunct directeur der G.G.D. te Haarlem en voor zitter van deze Joods-Haarlemse stichting naar Israel overgekomen. De Nederlandse gezant in Israel, jonkheer Bas Backer, de loco-burgemeester van Haifa, de voorzitter van het dagelijks bestuur en de voorzitter van de Organisatie voor Immigranten uit Nederland, prof. A. de Leeuw, voerden het woord. Talrijke Israeli's en uit Nederland afkomstige immigranten waren uit Tel- Aviv, Jeruzalem en Haifa voor deze be langrijke gebeurtenis aanwezig. De zorg voor ouden van dagen is overal ter wereld een probleem en dit is zeker het geval in het economisch arme Israel, waar dagelijks nieuwe immigranten zonder geld middelen binnenstromen. Ik heb verschei dene bejaardenhuizen in een soms prach tige omgeving gezien, maar weinig geluk kige gezichten. En dat is begrijpelijk, want meestal slaapt men met zijn vieren op een kamer en het is zodoende wel erg moeilijk een eigen sfeer te scheppen. Vaak liggen de bejaardenhuizen ver van de stad en voelt er ieder, dat hij geen taak meer heeft en niet meer opgenomen is in het dage lijkse leven. Het bejaardenhuis op de berg Karmel ligt er als een mooi en modern geoutilleerd vakantiepaleisje temidden van eeuwig groene dennen en sparren. De ramen van straatweg 12 te Santpoort, vrijdagmorgen door de directie ontvangen en gelukgewenst door de directeur, ir. J. den Boesterd, die hem een gratificatie overhandigde. Van het Provinciaal Bestuur ontving hij een bloe menhulde. Ook op de afdeling hoogspan- ningkabelnetten, waar de jubilaris werk zaam is, is hij gehuldigd en onder meer toegesproken door zijn chef, de heer P. J. de Wit. Vrijdagmiddag recipieerde de heer Van Lis te zijnen huize, waar hij namens de jubileumcommissie van het PEN werd ge complimenteerd door drs. J. Ober. Op maandag 3 juni zal de heer J. G. Visser, wonende te Amstelveen, chef-mon teur bij het PEN te Bloemendaal de dag herdenken, waarop hij gedurende veertig jaar de elektriciteitsvoorziening van Noord- holland zal hebben gediend. „ZANG VEREDELT"EERSTE Op het nationale zang- en muziekcon cours in Bunnik heeft het Haarlems ge mengd koor „Zang Veredelt" donderdag de eerste prijs gekregen. De jury bestond uit de heer R. van IJperen, kapelmeester van de Koninklijke Militaire Kapel in Den Haag, de heer Meindert Boekei, koordiri gent en organist in Hilversum en de heer Fr. van Amelsvoort in Den Bosch. ben geen gordijnen zodat niemand iets van het prachtige uitzicht op de blauwe Middellandse Zee en het dynamische Haifa hoeft te missen. Er is iedere dag opnieuw een grote bedrijvigheid onder deze ouderen. De voortreffelijke Nederlandse leiding sti muleert allen door te gaan met het ver vullen van de een of andere taak Tot de inwonenden behoort bijvoorbeeld een vroe ger bekende Berlijnse operazangeres, die in 1933 naar Palestina emigreerde en ver scheidene keren met het Israëlisch Phil harmonisch Orkest optrad. Nu verdient zij in een speciaal hiervoor ingerichte werk kamer v^an deze instelling een aardig zak centje als coupeuse. Een vitale oude heer vertelde mij hoe hij er nog iedere morgen om halfacht voor zijn agenturen op uit trekt en in de administratiekamer trof ik één der dames, die niet meer zo vlug ter been als boekhoudster vrijwillig haar nuttige dagelijkse bijdrage levert. Van dit rustpunt uit kunnen verscheidenen hun vaak kleinbehuisde en hardwerkende kin deren in de stad komen helpen en in hun eigen sfeer kunnen ze volop gasten ont vangen. Er heerst in dit tehuis inderdaad een sfeer van gelukkige mensen. De ge kozen cultuurcommissie van deze ouderen is bijzonder actief: er wordt naar platen- concerten geluisterd, men trekt naar de stad voor muziek en toneel en verschei dene bekende artiesten zijn reeds uit voeringen komen geven. Bouw en interieur hebben tweehonderd veertigduizend Israëlische ponden gekost. Het inleggeld bedraagt vijftienhonderd Is raëlische ponden per persoon en de maan delijkse huurprijs van de ruim twee bij vier meter grote kamers is honderdvijftien Israëlische ponden (ongeveer tweehonderd veertig gulden) per maand. Elke kamer heeft een eigen terrasje, stromend warm water en centrale verwarming. De inge bouwde kasten en wastafel en het gezellige lichte blauw en geel van het plastic be hang en de zoldering geven de kamers een buitengewoon gezellige atmosfeer. Aan het moderne interieur van dit paleisje is bui tengewoon veel aandacht besteed. Vijfendertig mensen kunnen wonen in dit tehuis, waarvan de exploitatie extra kostbaar is omdat het negentien éénper soonskamers telt. De aanvragen juist voor éénpersoonskamers zijn bijzonder talrijk, daar velen graag in hun eigen meubelen en sfeer deel van deze grote familie wen sen uit te maken. Dit bejaardenhuis, dat reeds op verscheidene internationale con gressen als voorbeeld is gesteld, is een uiting van visie, enthousiasme en samen werking tussen Nederlandse en Israëlische instellingen, zakenfirma's en particulieren. Het bejaardenhuis „Beith Zekeniem" te Groningen heeft een bijdrage verstrekt en verscheidene particulieren en zakenlieden in Nederland zorgden ervoor, dat de in richting op de beste en de goedkoopst mo gelijke wijze in Nederland tezamen ge bracht werd. Het gezellige servies komt bijvoorbeeld uit Nederland. Ook de schil derijen aan de wanden zün schenkingen. Opmerkelijk mooi is het geschilderde bloemstuk van de Haarlemse kunstschilder Jules Chapon, die deel uitmaakt van de ge noemde groep Nederlandse gasten. Hoofd zakelijk echter is het aan het besluit van voorzitter en bestuur van de Joles-stich ting te Haarlem te danken, dat het grote plan uitgevoerd kon worden. Sociaal fonds Na de oorlog bleek, dat de gedecimeerde Joodse bevolking te Haarlem geen behoefte meer had aan een Joods ziekenhuis, zoals de heer Mozes Joles in 1927 dit in zijn testament bestemd had. Zodoende ging men er toe over om dit ziekenhuis, dat dank zij de bemoeiingen van (thans wijlen) rabbijn De Vries reeds in 1930 gereed was gekomen, aan de gemeente Haarlem te verkopen. De fondsen van deze stichting waren bestemd voor een Joodse instelling, waarin geen onderscheid in klasse zou mogen heersen. Voor een gelijkwaardige behandeling van derde klas-patiënten werd een sociaal fonds in het leven geroepen. De Organi satie van Nederlandse Immigranten in Is rael besloot na de oorlog eens te onder zoeken in hoeverre deze zogenaamde sla pende fondsen weer tot leven geroepen konden worden en in Israel een nieuwe bestemming konden krijgen. Het resultaat van de initiatiefnemers, professor en me vrouw A. de Leeuw te Jeruzalem en de arts D. Heymans te Haarlem, werd een voorbeeldig bejaardenhuis te Haifa. Een maquette in de hall van dit huis geeft blijk van de Israëlische dankbaarheid voor de hulp van de Haarlemse stichting. Een ver rassing voor de meeste aanwezigen was het uit twintig leden bestaande kinderorkest van de gemeente Haifa, dat voor deze ge legenheid in keurig gestreken zwart-witte uniformen naar de Karmel ontboden was om er zijn beste klassieke nummers te spelen. Er zijn op het ogenblik weinig Neder landers in het tehuis omdat voor sommigen de kosten nog wat te hoog liggen en ver scheidene der gegadigden in Nederland tij dens de recente spanningen de grote sprong hierheen niet aandurfden. Menig gebouw, dat in Israel is voltooid, blijkt al spoedig te klein te worden. Men hoopt in Israel, dat nieuwe gelden en wegen van samenwerking met Nederland gevonden kunnen worden om met de bouw van een dependance te beginnen aangezien deze instelling aan een dringende behoefte hier voorziet. Allereerst echter zal men trachten een speciaal sociaal fonds in het leven te roepen om, in de geest van de Haarlemmer Mozes Joles, ook voor minder kapitaalkrachtigen een gelukkige oude dag te Haifa mogelijk te maken. Mirjam Gerzon De 139ste leerlingenuitvoering van Haarlems Muziekinstituut had woensdag avond in de tuinzaal van het gemeentelijk Concertgebouw plaats. Het was de eerste van de reeks audities, die op gebruikelijke wijze het schooljaar besluiten. Uiteraard kwamen de elementah-e klassen aan de beurt, Men hoorde pianoleerlingen van de dames Doornebosch, Visser, Bosch en Le- piet, discipelen uit de vioolklassen van de heren Viervijzer en Hoeben, blokfluitisten, accordeonisten en trompettisten, respectie velijk uit de klasen van de heren Wild schut, Vrugt en Hoogerwerf, waarbij als bijzondere tractatie een viool-cello-piano trio uit de samenspelklasse van mej. F. Hoogerwerf kwam. Bij de aankomende pianistjes hoorde men opvallend veel goede beloften. Eigen lijk bleef geen der optredenden onder de maat van de primaire scholing. Er waren zelfs een paar die er glansrijk bovenuit kwamen. Wie dat precies waren, vertel ik nul iever niet. In de toekomst zullen deza door de natuur bevoorrechte uitblinkers wel op het voorplan komen, althans wan neer hun ijver èn doorzettingsvermogen evenredig is aan hun aanleg. Violistische wonderen treden niet zo gauw aan de dag. Maar wat wij van de jeugdige „fiedelaaxs" hoorden was wel in de richting van goed vakmanschap- Ook wat op de blokfluit ge presteerd werd mocht er wezen, vooral dan wat wij hoorden in een sonate van Roehr. Het accordeonspel stond eveneens op een behoorlijk peil. En hetgeen een trom pettrio aan het slot van de avond presteer de was aanmerkelijk beter dan men kon verwachten onder leiding van een dirigent, die van het begrip-maatslaan niet de min ste notie bleek te hebben. Hoe kon de leraar dat zo aan een onbevoegde toever trouwen! Josde Klerk De Hongaarse schilder prof. Aladar Edvi Illés (van wie in De Waag te Haarlem tot 8 juni werk te zien is) en wijlen de grote Franse schilder Bonnard moeten ongeveer gelijktijdig geboren zijn. Gezien beider werk is dat nogal verbazingwekkend. Voor ons echter een troost: niet alléén in Hol land gebeurde alles later. Illés' werk kan men vergelijken met dat van de Haagse School, die in enkele niet zo belangrijke schilderijtjes van vandaag nog uitlopers vindt. Men trof dit soort schilderijtjes wel bij Kunst zij ons Doel, waarvan Illés de gast nu is. Het ware misschien een elegant gebaar zijn tentoonstelling in De Waag van een klein affiche te voorzien en niet alleen naar de eigen tentoonstelling in „Het Huis Van Looy" te verwijzen. Illés verdient niet slechts door zijn leeftijd enige égards en het is wat onplezierig dat hij voor de opening van zijn eigen tentoon stelling, die van twee tot vijf uur 's mid dags te zien is, moest wachten tot tenmin ste kwart voor drie, de tijd dat de twee aanwezige verslaggevers die dag verder moesten. Illés werk is bescheiden. Het getuigt van kennis van eigen beperktheden. Illés moge zich moeten beperken tot het uiterlijk der dingen, in enkele aquarellen naar koeien of kalveren brengt hij dan toch veel op aan intense aandacht. Bijzonder mooi zijn een paar stille schilderijtjes van drogende net ten, een landschap bij boerderij en van bo men bij het meer. Smakelijk geschilderd werden een paar oude keukeninterieurs. Mij ontroerde een zelfportretje. Het is niet groots, maar heeft een aantrekkelijke ge trouwheid. Studies naar de folklore zijn evenals de ook in reproduktie te bekijken landschap pen van Hongarije minder aantrekkelijk voor ons dan de werkjes, die een ons meer vertrouwde grijze atmosfeer weergeven. Bob Buys De christelijke muziekvereniging „Sur sum" te Bloemendaal heeft op Hemel vaartsdag deelgenomen aan het concours, dat in Dordrecht werd gehouden ter ge legenheid van het gouden jubileum van „Kunst na Arbeid" aldaar. „Sursum" kwam voor de eerste keer uit in de afdeling uit muntendheid en tevens voor de eerste keer onder leiding van dirigent C. Fijma. De vereniging behaalde In de concert wedstrijd de eerste prijs met 332 punten. De tamboers, die onder leiding stonden van de heer W. A. van Roosmalen, kregen in de tamboerswedstrijd eveneens de eer ste prijs met 96 punten. Bij de marswed strijd behaalde „Sursum" de tweede prijs met 88 punten. De vereniging keerde huiswaarts met het op één na hoogste aantal punten, dat op het concours werd behaald. In de Hoofdwacht aan de Grote Markt in Haarlem wordt van 8 tot 23 juni onder auspiciën van de Vereniging Haerlem een tentoonstelling gehouden van tekeningen van Willem Horsman naar het interieur van de Grote Kerk en stadsgezichten van Haarlem. De expositie wordt vrijdagavond 7 juni geopend door ds. G. J. Waardenburg.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 11