Scheidende nazorg-directeur ziet de kroon
nog niet op levenswerk geplaatst
NEUROTONIC
- ZENUWEN
Opmerkelijk mooi bejaardentehuis te Haifa
met fondsen der Joles-stichting gebouwd
Door bestedingsbeperking kan nieuwe
werkinrichting niet worden afgebouwd
Leerlingen Haarlems
Muziekinstituut
7
HAARLEM MET NAZORG AAN TOP
Jongen onder stapel
kisten bedolven
M.s. „Banggai" over
gedragen aan mij.
„Nederland"
niet verdovend
maar genezend
TRIOMF VAN DE VOORUITGANG
HOLLANDSCHE SOCIËTEIT
Duitse jongens verdacht
van reeks diefstallen
Geen nertsfarms in
bebouwde kom
HAARLEMMERS BIJ OPENINGSPLECHTIGHEID
Zilveren jubileum
bij het P.E.N.
In „De Waag"
Een Hongaarse schilder
exposeert in Haarlem
„Sursum" boekte successen
in Dordrecht
Tekeningen van Horsman
in de Hoofdwacht
ZATERDAG 1 JUNI 195 7
HAARLEMS DAGBLAD
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
OP DONDERDAG 6 JUNI zal de heer E. P. Schuyt te Haarlem, directeur
van de gemeentelijke nazorg en secretaris van de particuliere nazorgfondsen,
de 65-jarige leeftijd bereiken. Na veertig jaar zijn kracnten aan het buitengewoon
lager onderwijs en de nazorg te hebben gegeven zal hij op die dag afscheid
nemen van het particuliere nazorg-werk. Daarna zal de heer Schuyt nog
enkele maanden werkzaam blijven als directeur van de gemeentelijke nazorg,
welke functie hij aan het einde van het jaar neerlegt. Dan neemt hij afscheid
van een levenswerk, waaraan hij zich gedurende veertig jaar „met hoofd en
hart" heeft gewijd. Op 6 juni zal hem en de nazorgcontribuanten in het Concert
gebouw een concert door het Noordhollands Philharmonisch Orkest worden aan
geboden. Die avond zal de heer Schuyt afscheid nemen van de particuliere in
stellingen. De tewerkgestelden in de afdelingen zullen in oktober afscheid van
de heer Schuyt nemen. Voorts wordt hem ten stadhuize een receptie aange
boden.
De scheidende directeur was aanvanke
lijk werkzaam in het gewoon lager onder
wijs, doch hij voelde zich tot het buiten
gewoon lager onderwijs aangetrokken en
daarom aanvaardde hij in 1917 de functie
van onderwijzer aan een b.l.o. school in
Leiden. Een jaar later werd hij als onder
wijzer bij het b.l.o. te Haarlem benoemd,
op 1 oktober 1918. Vanaf dit ogenblik heeft
hij zich onschatbare verdiensten verwor
ven door zijn werk ten behoeve van de
geestelijk- en lichamelijk gehandicapten.
Hij heeft het nazorg-apparaat van de
grond af opgebouwd, heeft moeten vech
ten tegen vooroordelen en wanbegrip,
maar uiteindelijk heeft hij veel bereikt
van wat hij zich ten doel heeft gesteld.
Zijn vurig idealisme, zijn warme mensen
liefde, gepaard gaande aan een nuchter
Werkelijkheidsbesef, gaven hem hierbij de
richting aan.
De heer Schuyt heeft niet alleen het
leeuwe-aandeel gehad in de uitbouw van
de gemeentelijke nazorgdienst; ook wist hij
zich de steun te verwerven van vele parti
culieren, die verenigingen en stichtingen in
het leven riepen tot steun van het werk
voor de gehandicapten. Er is misschien
geen gemeente in ons land, waar de grens
tussen gemeentelijk en particulier initiatief
zo moeilijk valt te trekken: wat de ge
meente tot stand brengt, wordt door parti
culiere instellingen gesteund. Als de over
heidshulp niet ver genoeg kon reiken, dan
springen de particuliere organisaties bij:
bazaars werden georganiseerd, verlotingen
cn uitvoeringen gehouden. Hoe belangrijk
deze vrijwillige steun is, wordt wel duide
lijk, als men weet, dat sinds 1925 een
kwart miljoen gulden is bijeengebracht ter
ondersteuning van het gemeentelijke na
zorg-werk. De heer Schuyt voelde zich
altijd geruggesteund door deze particuliere
instellingen. „Dit sociale werk moet leven
in de maatschappij, er moeten duizenden
mensen achter staan, daarom kunnen wij
deze vrijwillige hulp niet missen", aldus de
heer Schuyt, die ons in de werkinrichting
aan de Botermarkt een terugblik heeft ge
geven op de weg, die de gemeentelijke
nazorg in de afgelopen tientallen jaren
heetf afgelegd.
Onvoltooid werk
Na de oorlog heeft de scheidende direc
teur geijverd voor het project beschutten
de werkplaatsen aan de Schalkwijkerweg,
dat als het plan Schuyt bekend zal blijven.
Na een studiereis door ons land langs
enige beschuttende werkplaatsen, heeft de
heer Schuyt dit plan in nauwe samenwer
king met de wethouder van financiën en
volksgezondheid, de heer W. C. Bakker,
uitgewerkt. De raad aanvaardde het plan,
waarmee een bedrag van twee miljoen
gulden is gemoeid, en in -1955 werd aan de
Schalkwijkerweg de eerste spade voor het
complex van beschuttende werkplaatsen
voor lichamelijk gehandicapten in de grond
gezet. Reeds zijn twee werkplaatsen in
gebruik en honderdtwintig minder-validen
vinden hier hun werk en worden er, zo
mogelijk, geschikt gemaakt voor een func
tie in het vrije bedrijf. Enige gebouwen,
zoals een administratiegebouw, een ketel
huis en loodsen, zullen spoedig gereed ko
men en over een maand officieel in ge
bruik worden gesteld. Doch dan ontbreken
nog acht werkplaatsen, een revalidatie, en
recreatiezaal en een tehuis voor alleen
staande tewerkgestelden.
De nog ontbrekende gebouwen zullen
echter voorlopig niet worden afgebouwd
als gevolg van de bestedingsbeperking.
„Den Haag" heeft namelijk met een rood
potlood een streep door de verdere plannen
gehaald. Spoedig zal de aannemer het
bouwterrein aan de Schalkwijkerweg ver
laten en dan ligt het object onvoltooid te
wachten op het tijdstip, dat uit Den Haag
een andere wind zal waaien. Binnen twee
jaar zou dit complex gereed zijn en dan zou
de heer Schuyt zijn levenstaak zien afge
rond ook al zou hij het tot stand komen
van dit plan niet meer in zijn functie van
directeur der nazorg meemaken.
De scheidende directeur moge hierover
teleurgesteld zijn, toch is hij er van over
tuigd, dat het project uiteindelijk zal wor
den voltooid. Uiteraard spijt het hem, dat
door de maatregelen in verband met de
bestedingsbeperking voorlopig nog aan
honderdzestig gehandicapten een plaats in
de beschuttende werkplaatsen moe'" wor
den onthouden. „Ten koste van alles moet
dit project, dat landelijk zeer sterk de aan
dacht heeft getrokken, worden verwezen
lijkt. Men vergeet dat door het stopzetten
van de bouw enorm veel geld verloren
gaat, omdat nu geldelijke steun moet wor
den verleend aan minder-validen, die zich
hier anders produktief zouden hebben kun
nen maken. Twintig jaar lang is voor de
totstandkoming van dit project gewerkt en
daarom vormen de maatregelen tot stop
zetten van de bouw, waardoor veel levens
geluk aan gehandicapten wordt onthouden,
een des te grotere teleurstelling", vertelde
de heer Schuyt.
Strijd tegen wanbegrip
Toen de scheidende directeur bijna veer-
fig jaar geleden als onderwijzer bij het
buitengewoon lager onderwijs te Haarlem
werd benoemd, trof hij hier de b.l.o. school
aan in het slechtste, reeds afgekeurd ge
bouw, dat men zich maar kon denken. Er
'esfde trouwens een mening, dat de school
beter kon worden opgeheven. In antwoord
daarop vroeg de jeugdige, idealistische on
derwijzer Schuyt niet alleen om betere
huisvesting, doch diende hij een verzoek
in om twee b.l.o.-scholen, betere salarië
ring van het schoolpersoneel en avondver
zorging voor de kinderen, die buitenge
woon lager onderwijs hadden gevolgd.
Deze voorstellen werden niet met onver
deeld enthousiasme ontvangen. In een ver
gadering van Burgemeester en Wethouders
werd de heer Schuyt zelfs het advies ge
geven, elders te solliciteren teneinde on
eervol ontslag te vermijden. Geleidelijk
groeide het begrip voor de ideeën van de
enthousiaste onderwijzer en kreeg hij steun
van enige wethouders, met als resultaat
dat de gemeenteraad voorstellen tot sala
risverbetering aannam. Op 1 oktober 1919
werd met avondverzorging gestart en in
1922 nam de raad het besluit, de buiten
gewone school te splitsen en een einde te
maken aan de slechte huisvesting. Spoedig
daarna kwam een r.k. b.l.o.-school tot
stand. Thans telt de Spaarnestad zeven
b.l.o.-scholen met ongeveer negenhonderd
leerlingen, waarvan één r.k. en één pro
testants-christelijke school.
In 1922 stelde de gemeenteraad een com
missie in, die een onderzoek moest instel
len naar de oud-leerlingen der b.l.o.-scho
len. Het resultaat van het onderzoek was,
dat een nazorgdienst werd opgericht en de
heer Schuyt hiervan op 4 maart 1925 tot
directeur werd benoemd. In 1919 reeds was
de avondverzorging aangepakt, en van dat
jaar af werd op vijf avonden per week aan
de oud-leerlingen les gegeven: in een on
gedwongen sfeer kunnen zij zich 's avonds
ontspannen en wordt vervolg-onderwijs
gegeven in op het dagelijks leven afge
stemde bezigheden. Soms wordt een excur
sie gehouden en ook gaan de leerlingen
van de avondverzorging vier dagen per
jaar kamperen. Sinds de oprichting van de
eerste b.l.o.-school te Haarlem in 1909
volgden ongeveer 2700 leerlingen dit on
derwijs en met ongeveer de helft heeft de
nazorg nog een geregelde bemoeiing. Het
deelnemen aan de avondverzorging is voor
de oud-leerlingen uiteraard geheel vrijblij
vend, doch de intense belangstelling hier
voor bewijst wel, dat zii dit werk waarde
ren. Het baanbrekende werk van de schei
dende directeur heeftzich .overigens niet
tot de Spaarnestad beperkt. Landelijk heeft
de heer Schuyt de nazorg-dienst gepropa
geerd, hij is voorzitter van de Neder
landse vereniging van nazorg voor oud-
b.l.o.-leerlingen. Ook deze functie zal hij
dit jaar neerleggen en wel in de najaars
vergadering, die te Haarlem wordt gehou
den.
Eerste arbeidsinrichting
In juli 1925 werd gestart met een ar-
E. P. Schuyt
gaan, temeer omdat ook de tweede wereld
oorlog de oprichting in de weg stond. Na
de oorlog vond de directeur voor zijn
denkbeelden een goed oor bij wijlen wet
houder mr. Sake van der Wall en later bij
wethouder W. C. Bakker die met kracht
aan de totstandkoming van een arbeidsin
richting voor minder-validen werkten;
deze kwam in 1955 tot stand. In dat jaar
werd voorts opgericht de „E. P. Schuyt-
stichting", het centrale nazorg-fonds voor
minder-validen, waarin vijf fondsen en
stichtingen ten behoeve van gehandicap
ten onder leiding van wethouder W. C.
Bakker samenwerken.
Moge de heer Schuyt de grote stuw
kracht van het gemeentelijk en particulier
nazorg-werk zijn geweest, hij is er zich
van bewust, dat hij zijn werk steeds heeft
kunnen verrichten dank zij een krachtige
steun van anderen, in het bijzonder van
enige wethouders en van de particuliere
stichtingen. Uiteraard valt het hem moei
lijk afscheid te nemen van zijn levenswerk,
doch als hij hierover spreekt, voegt hij er
onmiddellijk aan toe: „De dankbaarheid
voor de medewerking en het medeleven
zal echter overheersen. Haarlem staat met
zijn nazorg in ons land aan de top. Het
stemt tot voldoening, dat zoveel begrip
voor deze vorm van sociale zorg is ge
groeid en men algemeen tot het besef is ge
komen, dat men gehandicapte mensen be
ter kan laten werken, en zo mogelijk in
het vrije bedrijf, dan hen in ledigheid te
ondersteunen" aldus de heer Schuyt,
wiens verdiensten ondermeer zijn erkend
door zijn benoeming tot ridder in de orde
van Oranje-Nassau.
Toen een veertienjarige jongen woens
dagavond om half tien op de Koudenhorn
ter hoogte van de Catharijnebrug te Haar
lem hielp bij het lossen van een stapel
kisten van een auto, viel hij, en werd be
dolven onder enige kisten, die van de wa
gen aftuimelden. De jongen werd met een
hersenschudding naar het Grote Gasthuis
overgebracht.
Een vierjarige jongen, die woensdag
middag omstreeks half vier plotseling,
waarschijnlijk zonder voldoende op het
verkeer te letten, de Prins Bernhardlaan
overstak, werd aangereden door een perso
nenauto en tegen het wegdek gesmakt.
Met inwendige bloedingen en een hersen
schudding werd de kleuter in het Diaco-
nessenhuis opgenomen.
Het m.s. „Banggai", dat door de machine
fabriek en scheepswerf van P. Smit jr. n.v.
te Rotterdam is gebouwd voor de n.v.
Stoomvaartmaatschappij „Nederland" te
Amsterdam, is woensdagmiddag bij de
Parkhaven te Rotterdam met de gebruike
lijke vlagwisseling overgedragen. Het schip
is één van een serie van vijf en de laatste
van de drie, die door bovengenoemde werf
zijn gebouwd. De „Banggai" gaat varen
voor de Nederland-Lloyd-lijn.
Kapitein K. Harder van het schip, dat
geadopteerd is door het Marnix van St.
Aldegonde lyceum te Haarlem, kreeg van
een deputatie van de school, bestaande uit
één der leraren, dr. G. van Zoest, en de
meisjes Eline Broos, Bep van Nood en
Loes Smid een ets aangeboden, die een
plaatsje in het officieren verblijf zal krijgen.
De „Banggai" heeft een lengte van 145,34
meter bij een breedte van ruim 19 meter.
Het draagvermogen bedraagt circa 10.400
ton en de dienstsnelheid is ruim 16 mijl
per uur. De lading wordt vervoerd in vijf
ruimen. Op het bovendek is laadruimte
ingericht voor het vervoer van auto's. Het
schip is voorzien van uitgebreid laadgerei
en van de modernste navigatiemiddelen.
Voor de opvarenden zijn voor het meren
deel eenpersoons hutten gebouwd. Verder
zijn er vier hutten, elk voor twee passa
giers. Alle verblijven zijn aangesloten op
de air-conditioningsinstallatie. Het maxi
mumvermogen van de enkelwerkende
tweetakt motor is 8750 apk.
ADVERTENTIE
wordt U volledig de baas met
het zenuwpreparaat dezer tijden
ADVERTENTIE
Amsterdam 1839. „Aanvangende Dinsdag,
den 24sten September 1839. zullen tot na
dere kennisgeving wagentreinen de dienst
tussen Amsterdam en Haarlem onderhou
den. Met deze stoomslepers zullen reizigers
dagelijks vier malen van Amsterdam naar
Haarlem vice versa worden vervoerd. Aan
de reizigers wordt verzocht zich vijftien
minuten van te voren op de stationsplaatsen
te bevinden."
Bovenstaande mededeling spreekt voor zich
zelf. Minnaars van de vooruitgang kunnen
van nu voortaan genieten van een snelle
overtocht. Het door velen geopperde be
zwaar, dat in de koude jaargetijden de reizi
gers, die in open wagons worden vervoerd
althans die der tweede en derde klasse
te zeer van de koude en van de rook van de
stoomwagen te lijden hebben, dunkt ons
geen steek te houden. Men kan zich immers
door gepaste
kledij tegen de
koude beschut-,
ten.
In het jaar van
de eerste Neder
landse spoorweg en het jaar daarvoor had
de leiding van de Hollandsche Sociëteit
van Levensverzekeringen een en andermaal
een onderhoud met Zijne Excellentie de
Minister van Binnenlandse Zaken te 's-Gra-
ven ha ge'.
Op 18 Juli 1840 volgde op deze besprekin
gen een Koninklijk Besluit, inhoudende de
naamlijst van de goedgekeurde en niet goed
gekeurde instellingen. Eerst werden vermeld
zes goedgekeurde instellingen, vooraan de
Hollandsche Sociëteit van Levensverzeke
ringen.
Anderhalve Eeuw Levensverzekering
VAN LEVENSVERZEKERINGEN N.V.
HERENGRACHT 475 - AMSTERDAM-C. - TELEFOON 49100
De Haarlemse politie heeft drie Duitse
jongens aangehouden, die ervan verdacht
worden in Zandvoort en Alkmaar enige
diefstallen te hebben gepleegd. De jongens
(negentien, zeventien en zestien jaar oud)
hielden zich dinsdagnacht omstreeks twee
uur op verdachte wijze op bij een winkel
in de Generaal Cronjéstraat in Haarlem.
De Haarlemse politie heeft hen aan een
verhoor onderworpen; zij verklaarden hun
ouderlijke woningen te hebben verlaten
zonder eerst hun ouders hiervan in kennis
te hebben gesteld. Zij zijn toen de grens
overgetrokken, hebben enige tijd door
Nederland gezworven, om tenslotte in
Zandvoort te belanden. Daar hebben zij
ingebroken in een slagerswinkel, waar zij
twintig gulden buitmaakten. Ook zouden
zij een (ongewenst) bezoek hebben gebracht
aan een Alkmaarse slagerswinkel, waar
zij negentien gulden ontvreemdden. Uit
een toonbankla van een café in Alkmaar
stalen zij vijf gulden. Voorts bleek een van
de jongens niet in het bezit te zijn van
geldige grenspapieren. De Haarlemse re
cherche heeft hen aan de Zandvoortse po
litie overgegeven.
Wegens ondragelijke stank
Verscheidene mensen, die in Haarlem in
de onmiddellijke nabijheid van een nerts
farm wonen hebben bij B. en W. van
Haarlem klachten ingediend over de on
draaglijke stank, die deze farms ver
spreiden. Het college heeft deze klachten
onderzocht en gegrond bevonden. Met het
oog hierop is aan de raad voorgesteld het
houden van nertsen en zilvervossen in de
bebouwde kom der gemeente te verbieden,
behoudens vergunning van B. en W.
Op de berg Karmel te Haifa staat een
opvallend mooi gebouwd bejaardenhuis, dat
in juli 1956 reeds zijn deuren opende. De
gasten op weg naar de Karmel voor de
beidsinrichting in een oud pakhuis aan het officiële plechtigheid behoefden op 21 mei
Donkere Spaarne. Hier werden zes jongens
te werk gesteld. Vier jaar later werd een
afdeling voor blinden ingesteld. De huis
vesting was echter zeer slecht en daarom
was het een ongekende verbetering, toen
in 1935 het gebouw aan de Botermarkt kon
worden betrokken.
In 1929 stelde de heer Schuyt een onder
zoek in naar de positie van de lichameliik
frebrekkigen in de Spaarnestad. Met dr. W-
Mol, orthopedisch chirurg, ondernam hij
een huis-aan-huis-onderzoek, waarmee
vele uren gemoeid waren en dat schrijnen
de gevallen aan het licht bracht. Dr. Mol
en de heer Schuyt legden hun bevindingen
vast in het boekwerk „Over lichamelijke
gebrekkigheid", dat ondermeer onthulde,
dat de Spaarnestad ruim negenhonderd
minder-validen binnen haar wallen had,
waarvan zeshonderd in de leeftijd van 21
tot 65 jaar.
Ook in diverse andere publikaties toonde
de nazorg-directeur voor de belangen van
de geestelijk en lichameliik gehandicapten
op de bres te staan. Hoewel de ervaringen
van dr. Mol en de heer Schuyt een klem
mend betoog vormden voor de oprichting
van een werkinrichting voor lichamelijk
gehandicapten, zou het echter, als gevolg
van de economische crisis en de daarmee
gepaard gaande bezuinigingsdrang vele ja
ren duren, voordat hiertoe werd overge-
Ter gelegenheid van zijn zilveren jubi
leum in dienst van het PEN te Bloemen-
daal is de heer P. van Lis, technisch hoofd
ambtenaar en wonende Bloemendaalse- j 2e ruime en gezellig ingerichte zalen heb-
slechts naar het „Hollandse bejaardenhuis"
te vragen en hun werd door de Karmel-
bewoners dadelijk de weg gewezen naar
een met Israëlische en Nederlandse vlag
gen versierd gebouw, dat met Nederlandse
gelden en hoofdzakelijk dan met fondsen
uit de Joles-stichting te Haarlem werd op
gericht.
Voor de plechtige overdracht aan het
dagelijks Bestuur in Israel van dit tehuis
was een groep van twaalf Nederlanders
onder wie de arts D. Heymans, adjunct
directeur der G.G.D. te Haarlem en voor
zitter van deze Joods-Haarlemse stichting
naar Israel overgekomen. De Nederlandse
gezant in Israel, jonkheer Bas Backer, de
loco-burgemeester van Haifa, de voorzitter
van het dagelijks bestuur en de voorzitter
van de Organisatie voor Immigranten uit
Nederland, prof. A. de Leeuw, voerden het
woord. Talrijke Israeli's en uit Nederland
afkomstige immigranten waren uit Tel-
Aviv, Jeruzalem en Haifa voor deze be
langrijke gebeurtenis aanwezig.
De zorg voor ouden van dagen is overal
ter wereld een probleem en dit is zeker het
geval in het economisch arme Israel, waar
dagelijks nieuwe immigranten zonder geld
middelen binnenstromen. Ik heb verschei
dene bejaardenhuizen in een soms prach
tige omgeving gezien, maar weinig geluk
kige gezichten. En dat is begrijpelijk, want
meestal slaapt men met zijn vieren op een
kamer en het is zodoende wel erg moeilijk
een eigen sfeer te scheppen. Vaak liggen
de bejaardenhuizen ver van de stad en
voelt er ieder, dat hij geen taak meer heeft
en niet meer opgenomen is in het dage
lijkse leven.
Het bejaardenhuis op de berg Karmel
ligt er als een mooi en modern geoutilleerd
vakantiepaleisje temidden van eeuwig
groene dennen en sparren. De ramen van
straatweg 12 te Santpoort, vrijdagmorgen
door de directie ontvangen en gelukgewenst
door de directeur, ir. J. den Boesterd, die
hem een gratificatie overhandigde. Van het
Provinciaal Bestuur ontving hij een bloe
menhulde. Ook op de afdeling hoogspan-
ningkabelnetten, waar de jubilaris werk
zaam is, is hij gehuldigd en onder meer
toegesproken door zijn chef, de heer P. J.
de Wit.
Vrijdagmiddag recipieerde de heer Van
Lis te zijnen huize, waar hij namens de
jubileumcommissie van het PEN werd ge
complimenteerd door drs. J. Ober.
Op maandag 3 juni zal de heer J. G.
Visser, wonende te Amstelveen, chef-mon
teur bij het PEN te Bloemendaal de dag
herdenken, waarop hij gedurende veertig
jaar de elektriciteitsvoorziening van Noord-
holland zal hebben gediend.
„ZANG VEREDELT"EERSTE
Op het nationale zang- en muziekcon
cours in Bunnik heeft het Haarlems ge
mengd koor „Zang Veredelt" donderdag de
eerste prijs gekregen. De jury bestond uit
de heer R. van IJperen, kapelmeester van
de Koninklijke Militaire Kapel in Den
Haag, de heer Meindert Boekei, koordiri
gent en organist in Hilversum en de heer
Fr. van Amelsvoort in Den Bosch.
ben geen gordijnen zodat niemand iets
van het prachtige uitzicht op de blauwe
Middellandse Zee en het dynamische Haifa
hoeft te missen. Er is iedere dag opnieuw
een grote bedrijvigheid onder deze ouderen.
De voortreffelijke Nederlandse leiding sti
muleert allen door te gaan met het ver
vullen van de een of andere taak Tot de
inwonenden behoort bijvoorbeeld een vroe
ger bekende Berlijnse operazangeres, die
in 1933 naar Palestina emigreerde en ver
scheidene keren met het Israëlisch Phil
harmonisch Orkest optrad. Nu verdient zij
in een speciaal hiervoor ingerichte werk
kamer v^an deze instelling een aardig zak
centje als coupeuse. Een vitale oude heer
vertelde mij hoe hij er nog iedere morgen
om halfacht voor zijn agenturen op uit
trekt en in de administratiekamer trof ik
één der dames, die niet meer zo vlug
ter been als boekhoudster vrijwillig
haar nuttige dagelijkse bijdrage levert. Van
dit rustpunt uit kunnen verscheidenen hun
vaak kleinbehuisde en hardwerkende kin
deren in de stad komen helpen en in hun
eigen sfeer kunnen ze volop gasten ont
vangen. Er heerst in dit tehuis inderdaad
een sfeer van gelukkige mensen. De ge
kozen cultuurcommissie van deze ouderen
is bijzonder actief: er wordt naar platen-
concerten geluisterd, men trekt naar de
stad voor muziek en toneel en verschei
dene bekende artiesten zijn reeds uit
voeringen komen geven.
Bouw en interieur hebben tweehonderd
veertigduizend Israëlische ponden gekost.
Het inleggeld bedraagt vijftienhonderd Is
raëlische ponden per persoon en de maan
delijkse huurprijs van de ruim twee bij
vier meter grote kamers is honderdvijftien
Israëlische ponden (ongeveer tweehonderd
veertig gulden) per maand. Elke kamer
heeft een eigen terrasje, stromend warm
water en centrale verwarming. De inge
bouwde kasten en wastafel en het gezellige
lichte blauw en geel van het plastic be
hang en de zoldering geven de kamers een
buitengewoon gezellige atmosfeer. Aan het
moderne interieur van dit paleisje is bui
tengewoon veel aandacht besteed.
Vijfendertig mensen kunnen wonen in
dit tehuis, waarvan de exploitatie extra
kostbaar is omdat het negentien éénper
soonskamers telt. De aanvragen juist voor
éénpersoonskamers zijn bijzonder talrijk,
daar velen graag in hun eigen meubelen
en sfeer deel van deze grote familie wen
sen uit te maken. Dit bejaardenhuis, dat
reeds op verscheidene internationale con
gressen als voorbeeld is gesteld, is een
uiting van visie, enthousiasme en samen
werking tussen Nederlandse en Israëlische
instellingen, zakenfirma's en particulieren.
Het bejaardenhuis „Beith Zekeniem" te
Groningen heeft een bijdrage verstrekt en
verscheidene particulieren en zakenlieden
in Nederland zorgden ervoor, dat de in
richting op de beste en de goedkoopst mo
gelijke wijze in Nederland tezamen ge
bracht werd. Het gezellige servies komt
bijvoorbeeld uit Nederland. Ook de schil
derijen aan de wanden zün schenkingen.
Opmerkelijk mooi is het geschilderde
bloemstuk van de Haarlemse kunstschilder
Jules Chapon, die deel uitmaakt van de ge
noemde groep Nederlandse gasten. Hoofd
zakelijk echter is het aan het besluit van
voorzitter en bestuur van de Joles-stich
ting te Haarlem te danken, dat het grote
plan uitgevoerd kon worden.
Sociaal fonds
Na de oorlog bleek, dat de gedecimeerde
Joodse bevolking te Haarlem geen behoefte
meer had aan een Joods ziekenhuis, zoals
de heer Mozes Joles in 1927 dit in zijn
testament bestemd had. Zodoende ging men
er toe over om dit ziekenhuis, dat dank zij
de bemoeiingen van (thans wijlen) rabbijn
De Vries reeds in 1930 gereed was gekomen,
aan de gemeente Haarlem te verkopen. De
fondsen van deze stichting waren bestemd
voor een Joodse instelling, waarin geen
onderscheid in klasse zou mogen heersen.
Voor een gelijkwaardige behandeling van
derde klas-patiënten werd een sociaal
fonds in het leven geroepen. De Organi
satie van Nederlandse Immigranten in Is
rael besloot na de oorlog eens te onder
zoeken in hoeverre deze zogenaamde sla
pende fondsen weer tot leven geroepen
konden worden en in Israel een nieuwe
bestemming konden krijgen. Het resultaat
van de initiatiefnemers, professor en me
vrouw A. de Leeuw te Jeruzalem en de
arts D. Heymans te Haarlem, werd een
voorbeeldig bejaardenhuis te Haifa. Een
maquette in de hall van dit huis geeft blijk
van de Israëlische dankbaarheid voor de
hulp van de Haarlemse stichting. Een ver
rassing voor de meeste aanwezigen was het
uit twintig leden bestaande kinderorkest
van de gemeente Haifa, dat voor deze ge
legenheid in keurig gestreken zwart-witte
uniformen naar de Karmel ontboden was
om er zijn beste klassieke nummers te
spelen.
Er zijn op het ogenblik weinig Neder
landers in het tehuis omdat voor sommigen
de kosten nog wat te hoog liggen en ver
scheidene der gegadigden in Nederland tij
dens de recente spanningen de grote sprong
hierheen niet aandurfden.
Menig gebouw, dat in Israel is voltooid,
blijkt al spoedig te klein te worden. Men
hoopt in Israel, dat nieuwe gelden en
wegen van samenwerking met Nederland
gevonden kunnen worden om met de bouw
van een dependance te beginnen aangezien
deze instelling aan een dringende behoefte
hier voorziet. Allereerst echter zal men
trachten een speciaal sociaal fonds in het
leven te roepen om, in de geest van de
Haarlemmer Mozes Joles, ook voor minder
kapitaalkrachtigen een gelukkige oude dag
te Haifa mogelijk te maken.
Mirjam Gerzon
De 139ste leerlingenuitvoering van
Haarlems Muziekinstituut had woensdag
avond in de tuinzaal van het gemeentelijk
Concertgebouw plaats. Het was de eerste
van de reeks audities, die op gebruikelijke
wijze het schooljaar besluiten. Uiteraard
kwamen de elementah-e klassen aan de
beurt, Men hoorde pianoleerlingen van de
dames Doornebosch, Visser, Bosch en Le-
piet, discipelen uit de vioolklassen van de
heren Viervijzer en Hoeben, blokfluitisten,
accordeonisten en trompettisten, respectie
velijk uit de klasen van de heren Wild
schut, Vrugt en Hoogerwerf, waarbij als
bijzondere tractatie een viool-cello-piano
trio uit de samenspelklasse van mej. F.
Hoogerwerf kwam.
Bij de aankomende pianistjes hoorde
men opvallend veel goede beloften. Eigen
lijk bleef geen der optredenden onder de
maat van de primaire scholing. Er waren
zelfs een paar die er glansrijk bovenuit
kwamen. Wie dat precies waren, vertel ik
nul iever niet. In de toekomst zullen deza
door de natuur bevoorrechte uitblinkers
wel op het voorplan komen, althans wan
neer hun ijver èn doorzettingsvermogen
evenredig is aan hun aanleg. Violistische
wonderen treden niet zo gauw aan de dag.
Maar wat wij van de jeugdige „fiedelaaxs"
hoorden was wel in de richting van goed
vakmanschap- Ook wat op de blokfluit ge
presteerd werd mocht er wezen, vooral dan
wat wij hoorden in een sonate van Roehr.
Het accordeonspel stond eveneens op
een behoorlijk peil. En hetgeen een trom
pettrio aan het slot van de avond presteer
de was aanmerkelijk beter dan men kon
verwachten onder leiding van een dirigent,
die van het begrip-maatslaan niet de min
ste notie bleek te hebben. Hoe kon de
leraar dat zo aan een onbevoegde toever
trouwen!
Josde Klerk
De Hongaarse schilder prof. Aladar Edvi
Illés (van wie in De Waag te Haarlem tot
8 juni werk te zien is) en wijlen de grote
Franse schilder Bonnard moeten ongeveer
gelijktijdig geboren zijn. Gezien beider
werk is dat nogal verbazingwekkend. Voor
ons echter een troost: niet alléén in Hol
land gebeurde alles later. Illés' werk kan
men vergelijken met dat van de Haagse
School, die in enkele niet zo belangrijke
schilderijtjes van vandaag nog uitlopers
vindt. Men trof dit soort schilderijtjes wel
bij Kunst zij ons Doel, waarvan Illés de
gast nu is. Het ware misschien een elegant
gebaar zijn tentoonstelling in De Waag
van een klein affiche te voorzien en niet
alleen naar de eigen tentoonstelling in
„Het Huis Van Looy" te verwijzen. Illés
verdient niet slechts door zijn leeftijd enige
égards en het is wat onplezierig dat hij
voor de opening van zijn eigen tentoon
stelling, die van twee tot vijf uur 's mid
dags te zien is, moest wachten tot tenmin
ste kwart voor drie, de tijd dat de twee
aanwezige verslaggevers die dag verder
moesten.
Illés werk is bescheiden. Het getuigt van
kennis van eigen beperktheden. Illés moge
zich moeten beperken tot het uiterlijk der
dingen, in enkele aquarellen naar koeien
of kalveren brengt hij dan toch veel op aan
intense aandacht. Bijzonder mooi zijn een
paar stille schilderijtjes van drogende net
ten, een landschap bij boerderij en van bo
men bij het meer. Smakelijk geschilderd
werden een paar oude keukeninterieurs.
Mij ontroerde een zelfportretje. Het is niet
groots, maar heeft een aantrekkelijke ge
trouwheid.
Studies naar de folklore zijn evenals de
ook in reproduktie te bekijken landschap
pen van Hongarije minder aantrekkelijk
voor ons dan de werkjes, die een ons meer
vertrouwde grijze atmosfeer weergeven.
Bob Buys
De christelijke muziekvereniging „Sur
sum" te Bloemendaal heeft op Hemel
vaartsdag deelgenomen aan het concours,
dat in Dordrecht werd gehouden ter ge
legenheid van het gouden jubileum van
„Kunst na Arbeid" aldaar. „Sursum" kwam
voor de eerste keer uit in de afdeling uit
muntendheid en tevens voor de eerste keer
onder leiding van dirigent C. Fijma.
De vereniging behaalde In de concert
wedstrijd de eerste prijs met 332 punten.
De tamboers, die onder leiding stonden
van de heer W. A. van Roosmalen, kregen
in de tamboerswedstrijd eveneens de eer
ste prijs met 96 punten. Bij de marswed
strijd behaalde „Sursum" de tweede prijs
met 88 punten.
De vereniging keerde huiswaarts met
het op één na hoogste aantal punten, dat
op het concours werd behaald.
In de Hoofdwacht aan de Grote Markt
in Haarlem wordt van 8 tot 23 juni onder
auspiciën van de Vereniging Haerlem een
tentoonstelling gehouden van tekeningen
van Willem Horsman naar het interieur
van de Grote Kerk en stadsgezichten van
Haarlem. De expositie wordt vrijdagavond
7 juni geopend door ds. G. J. Waardenburg.