Stations in het groot en in het klein
BRYLCREEH
r
Boeiende confrontatie in
Rotterdams Bouwcentrum
BRYLCREE
GROOT
SPEL
<~Praatótoel
Van dag tot dag\
r Hoe is het ontstaan?^
3
K.
Een kimst
Vroeger en nu
Twee ernstig gewonden
bij motorongeluk
Vlinderkap
A bstracte plastieken
Seizoenvensters
Brandschade van vier ton
in Nobel-schoenfabriek
„Renate" - goudtor en
weer vaarklaar
Zevenhonderd aandeel
houders krijgen minder
Voor een zorgeloze vakantie:
VAKANTIEPAKKET
"ïfie perfect hairdressing
&p de
Twee broers zochten dief
om zich van verdenking
te zuiveren
Prins Bernhard tot 12 juni
in Frankrijk
Dit woord: PALJAS
DONDERDAG 6 JUNI 19 5 7
Tijdens een congres voor openbare ge
zondheidsregeling te Utrecht is het onder
werp „Recreatie en Volksgezondheid" be
handeld, waarbij werd uitgegaan van de
overtuiging dat de recreatiemogelijkheden
jn Nederland een ernstig vraagstuk der
toekomst zullen vormen.
Wij zouden willen onderstrepen, dat dit
vraagstuk reeds in indrukwekkende om
vang bestaat, ofschoon men het met het
congres ten volle eens moet zijn over het
feit, dat in de toekomstige Nederlandse
samenleving geïndustrialiseerd en ge
commercialiseerd tot het uiterste als Euro
pese bedrijfspartner dit vraagstuk nog
vele malen gecompliceerder zal zijn.
Voor de aandacht, die door het Utrechtse
congres aan dit onderwerp wordt besteed,
kan men dankbaar zijn. Want van weinig
hangt de menselijke levensvreugde en dus
de menselijke prestatie in de ruimste zin
zozeer af als van de vraag, of die mens
zich voldoende en op de juiste manier kan
ontspannen.
Daar komt echter iets bij de mogelijk
heid tot ontspanning is namelijk niet de
enige factor: de kunst van het zich ont
spannen is zeker even belangrijk en ook
hierover is in Utrecht het een en ander
gezegd dat de moeite waard is.
Volgens de heer H. J. Dijkhuis, directeur
van de Volksgezondheid, klaagt de maat
schappelijke en intellectuele bovenlaag van
het Nederlandse volk er over, dat zij door
de massa verdrongen wordt uit de recrea
tiegebieden en dat haar geen mogelijk
heden overblijven, zich te ontspannen op
de voor haar voldoeninggevende manier.
Deze zeer in het algemeen gestelde con
statering roept talrijke vragen op. In de
eerste plaats: onderscheidt die maatschap
pelijke en intellectuele bovenlaag zich in
de keuze van haar ontspanning wel zozeer
van wat zij „de massa" noemt dat zij in
derdaad een aparte, hogergestelde soort
van ontspanning nastreeft? En zo ja, wordt
zij dan ook daar door de massa verdron
gen? Wanneer men nagaat wat die boven
laag vaak als het ideaal van ontspanning
beschouwt, is het geen wonder dat de mas
sa in haar kielzog volgt! Nederland kan
geen gereserveerde stranden en bossen ter
beschikking stellen aan de enkelingen, die
menen dat zij daar recht hebben op rust
en intimiteit. Het buitenland kan de mas
sale invasies van vreemdelingen in de
vakantiecentra niet weren. De goedkope
reisgelegenheden en de snelle verbindingen
stellen steeds meer mensen in staat, dat
zelfde te genieten wat vroeger slechts de
welgestelde als privilege bezat. Doch wan
neer men over deze ontwikkeling klaagt,
vergeet men dat een werkelijk op hoger
niveau liggende ontspanning, geboren uit
een werkelijk fijner besnaarde geest, ge
vonden wordt op het gebied waar de massa
zichzelf de toegang ontzegt, omdat zij niet
gebonden is aan een geografische plaats,
doch aan een innerlijke gesteldheid.
De kunst van het zich ontspannen is een
moeilijke, delicate kunst, die door weinigen
beoefend wordt en wier beoefenaren sterke
lieden moeten zijn, die weerstand kunnen
bieden aan de dwang van de meeslepende
maséa-vermaken.
Een zondag van huiselijke rust, een va
kantie op het water, .een wandeling langs
binnenwegen, een week in een afgelegen
Frans dorpje, een dag van zalig niets doen,
een paar uren genieten van goede lectuur,
het is een greep uit de bescheiden, doch
waardevolle mogelijkheden om lichaam en
geest de noodzakelijke onthechting te ge
ven van de jachtige werkzaamheden die
hoofd en handen te doen hebben in het
maatschappelijk bestel. Zo zijn er nog tal
loos meer.
Wanneer men echter wil zién, geniéten,
reizen, indrukken opdoen, sensaties be
leven, geprikkeld worden door vreemde
omgeving en de halve wereld in veertien
dagen wil leren kennen dan moet men
met de massa mee, bovenlaag of niet. Daar
is de wereld van vandaag nu eenmaal op
ingesteld.
Maatschappelijke of intellectuele onder
scheidingen doen, naar ons dunkt, niets
terzake bij de vraag, of men de kunst van
de recreatie machtig is. Want ook de ge
baande „bovenlaag" behoort in feite tot
''e massa, als zij zich er niet op eigen gees
telijke kracht boven weet te verheffen.
Wie weet nog dat de straatverlichting uit
en eenzaam petroleumpitje bestond en
:at een reis van Haarlem naar Amster-
am een halve dag duurde? Kijk eens naar
e toestand van vandaag en lach eens goed-
toedig spottend om die primitieve toe-
banden van voorheen.
Wie weet nog dat de meisjes tennisten
'n rokken tot over de enkels en grote
voile-hoeden op? En dat een fiets een sen
sationele verschijning was waarvoor ieder
een de straat opliep? Kijk eens naar 1957
en glimlach erom.
Wie weet nog dat de P.T.T. viermaal per
dag brievenbussen liet lichten en vier
maal per dag brieven liet bestellen en
ook zondagsmorgens nog een bestelling
uitvoerde? Zodat het schrijven van brie
ven een alleszins doelmatig contact tussen
de mensen bevorderde? Zo was het name
lijk vroeger.
Kijk eens naar 1957 en lach erom, maar
dan om 1957: want vandaag aan de dag
zijn er maar twee bestellingen en lich
tingen en zondags gebeurt er niets in uw
brievenbus. En met Pinksteren rijden er
drie nachten lang geen posttreinen, zodat
een brief die zaterdags gepost wordt, zo om
en om woensdag op de plaats van bestem
ming wordt besteld.
Dat is iets om het glimlachen te doen
vergaan.
Op de Kleiweg te Rijswijk had heden
morgen een ernstig verkeersongeval plaats.
"7abij de Burgemeester Elsenlaan verleen-
'e de motorrijder M. van K. uit Rotter-
'am, met op de duo K. van B., eveneens
'it Rotterdam, geen voorrang aan een zes-
vielige vrachtauto, bestuurd door J. P. M.
'it Leimuiden. Laatstgenoemde trachtte
'aor krachtig remmen en het stuur om te
'ooien nog een ongeluk te voorkomen. De
motor reed echter in volle vaart tegen het
chtergedeelte van de wagen.
De motorrijder Van K. kreeg een sche-
lelbasisfractuur. Zijn duopassagier be
kwam een hersenschudding, een shock en
vonden aan gelaat en handen. Beiden
werden in het ziekenhuis Westeinde in
Don Haag opgenomen.
Van een onzer redacteuren)
In Haarlem bestudeert de Verkeerscommissie de drie schetsen welke namens
de N.Z.H., de Nederlandse Spoorwegen en door een paar leden van de Ver
keerscommissie zelf zijn gemaakt voor een nieuwe indeling van het Stations
plein te Haarlem, rekening houdende met het verdwijnen van de opstallen
van de vroegere fabriek van spoor- en tramwegmaterieel, waarvan de morsige
contouren nog steeds de eerste en de laatste indruk vormen van degenen
die Haarlem per trein binnenkomen of eruit vertrekken.
De studies van de Verkeerscommissie zullen voorlopig een onschuldig spel
zonder consequenties blijven: er is in de verste verte nog geen denken aan,
dat er voor een werkelijk blijvende reorganisatie van het Stationsplein ook maar
één cent beschikbaar zal zijn.
Intussen tonen de inwoners van Hengelo
en Enschedé, Zutphen en Arnhem, ook wel
die van Nijmegen, 's Hertogenbosch en
Vlissingen en vooral die van Eindhoven en
Leiden met trots hun stations, terwijl thans
ook de Rotterdammers zich niet behoeven
te schamen voor hun „Centraal" en de Ven-
loërs zich gereed maken het hunne met
feestgedruis in te wijden.
De Verkeerscommissie kan dus een paar
aardige studiereisjes ondernemen, want elk
station had z'n eigen stedebouwkundige op
lossingen nodig.
Wanneer zij echter alles in een notedop
overzichtelijk gerangschikt wil vinden om
zo tijd en moeite te sparen, raden wij' haar
een bezoek aan de kleine expositie „Het
Station" in de koepel van het Bouwcen
trum op een steenworp afstand van het
fonkelnieuwe Rotterdamse C.S. van harte
aan.
Het onderwerp van deze beknopte ten
toonstelling, welke voorlopig tot 21 juni
duurt, is uit zichzelf reeds boeiend, het
arrangement van de N.S.-binnenhuisarchi
tect A. Frederiks is fascinerend.
Alles is er op gericht om door
middel van voortreffelijke foto's, een
paar maquettes en heel weinig cijfermate
riaal en andere exacte gegevens de samen
hang tussen de stad, haar economisch
leven en haar bewoners en de plaats van
het station duidelijk te maken. De alge
mene relatie tussen de Nederlandse bevol
king en haar nationaal vervoerbedrijf
wordt kort en krachtig uitgedrukt in de
volgende statistiek van slechts zes getallen:
in 1900 telde ons land ruim vijf miljoen
inwoners, die tezamen 1200 miljoen reizi
gerskilometers aflegden. In 1928 legden
7.626.000 Nederlanders 3900 .miljoen reizi
gerskilometers af, welke beweeglijkheid in
1955 bijna zou verdubbelen. Onze 10.822.000
Nederlanders hadden toen 7700 miljoen
reizigerskilometers nodig. Bondiger konden
de gestegen welvaart, de ontwikkelde reis
lust en het vaak noodgedwongen forensis
me niet worden geconcretiseerd. Het be
lang van het station nam daarmee in even
redigheid toe, ook al zijn de koninklijke
treinen zo zeldzaam geworden, dat konink
lijke wachtkamers in onbruik raken: de
tienduizenden anonieme reizigerè wensen
slechts vlot en emotieloos te worden ver
voerd en de architectuur van onze na 1945
verrezen 'stations 'dragen 'daarvan het'
stempel.
Vandaar misschien, dat het nieuwe .Rot
terdamse Centraal Station, van buiten be
zien, op de beschouwer een ietwat iele in
druk zal maken, dertien meter hoog in de
schaduw van het tot veertig meter van de
begane grond oprijzende Groothandelsge
bouw. De symmetrische ligging tussen dit
laatste en het toekomstige hoge spoorweg
postkantoor bewerkt toch nog een stede
bouwkundig bevredigende afsluiting van
het honderdvijftig meter diepe en honderd
vijfenzestig meter lange stationsplein.
De term „functioneel" is helaas een
modewoord geworden, zodat we schromen
dit te gebruiken, maar wanneer we zeggen,
dat de esthetische vormgeving door de
spoorwegarchitect ir. S. van Ravesteyn -
die in Rotterdam blijkbaar zonder barokke
bagage is aangekomen, omdat hij die in
Nijmegen en 's Hertogenbosch had laten
staan - onmiddellijk voortkwam uit en uit
drukking verleende aan de technische en
economische gegevenheden van zijn op
dracht, bedoelen we tenslotte hetzelfde.
Een voorbeeld daarvan vormen de paraplu-
beter nog vlindervormige stations-over
kappingen, opmerkelijk door haar con
structie uit gewapend beton, welke een
milde indirecte verlichting mogelijk maken.
Men lette evenwel inzonderheid op de be
vestiging van dit vlindervormig dak van
het eerste perron aan het stationsgebouw:
wat vrijstaande op het eerste gezicht uit
zonderlijk leek, blijkt in wezen een „shed-
dak" te zijn, zoals men dat ook op fabrie
ken en werkplaatsen vindt.
De romantische overwelving van de zes
perrons door een gigantische glazen kap,
verkleefd aan het stoomtijdperk, kwam
ook al niet in aanmerking, omdat de per
rons één voor één gebouwd moesten wor
den en ook nu, na de officiële opening, zijn
er nog twee welke slechts op papier be
staan.
Wat de architectuur van het eigenlijke
stationsgebouw betreft, valt het grote be
lang van de horizontale lijnen daarin en de
daarop gebaseerde verhoudingen onmiddel
lijk op. Zelfs de anderhalve meter hoge
neonletters, die het woord Centraal Station
vormen, dat de middenpartij van de voor
gevel bekroont, kan men niet weglaten
zonder het ensemble te schaden. Dat geldt
ook voor de beide luifels met vlaggemasten,
dat geldt zeker voor de een weinig grimmig
aandoende plastieken van vijf meter hoog
en dertien meter lang op de poorten welke
het gebouw aan weerszijden een passende
overgang verschaffen naar de omgeving en
tevens tegemoet komen aan het heimwee
dergenen, die in een stationsgebouw nog
een soort monumentale stadspoort willen
zien. Die plastieken stellen inderdaad niets
voor; men kan er dus van alles bij denken.
De vriendelijke, maar ook uitstekend ge
documenteerde spoorwegpropagandist op
de expositie in het Bouwcentrum, W. Herfst
- die de propaganda voor Rotterdam in
tussen niet versmaadt - ziet in de figuren
gaande .en komende reizigers, sommige
Rotterdammers hebben er de worsteling in
gezien met de boze machten welkede
stationsbouw naar hun sxhaak zo lang heb
ben vertraagd.
De twee verdiepingen van de dertig
meter lange vleugels ter weerszijden van
het hoofdgebouw maken door de raam-
indeling van telkens twee ramen per ver
dieping boven elkaar de indruk van vier
etages. Ir. Van Ravesteyn schaamt zich niet
voor dit souvenir van zijn reisje naar het
Stazione di Termini in Rome. Maar deze
navolging heeft dan ook zin wegens haar
nuttig effect, voor de licht-inval. Zomers,
bij hoge zonnestand, komt het licht via de
laaggelegen ramen getemperd binnen, in de
winter, bij lage zonnestand, wordt door
middel van de hooggelegen ramen toch vol
op profijt van het zonlicht getrokken.
De Rotterdamse stationsbouw vormt een
uitermate boeiend verhaal, vooral wanneer
men kennis maakt met de talloze en tijd
rovende civiele werken welke daaraan
vooraf gingen. Was ir. Van Ravesteyn de
man die het station gestalte gaf, ir. S.
Noyon, chef van het bouwbureau te Rot
terdam der n.v. Spoorwegopbouw, legde de
fundamenten. Daarom vulden de inleidin
gen welke de beide heren woensdagmiddag
in het Bouwcentrum over hun arbeid hiel
den, elkaar zo schitterend aan.
De stedebouwkundige facetten van de
stationsbouw zijn vooral van verkeerstech-
nisché aard. Men kan op de expositie in
het Bouwcentrum veel leren van de ma
quettes van de werken in Nijmegen en
Venlo, maar vooral van de model-maquette
van het ideale stationsplein. Neonbuizen
geven in de vloer van de maquette de beste
routes aan voor allerlei soorten weggebrui
kers met de trein als einddoel (c.q. uit
gangspunt), inzonderheid tramlijnen, stads
en streekvervoerbussen en taxi's. Deze
routes kan men zelf of gezamenlijk of af
zonderlijk laten oplichten. Een aardig spel
letje, maar men kan er ook veel van leren.
Zoals trouwens van geheel Rotterdam.
Er is brand uitgebroken in de Nobel-
schoenfabriek van de firma W. J. Aussems,
in de Hoofdstraat te Kaatsheuvel. De
brandweer kon door krachtig ingrijpen de
brand tot het achtergedeelte van de fa
briek beperken, maar de grote voorraad
schoenen, klaar voor de export, alsmede
grote leervoorraden gingen in vlammen
op, of kregen grote rook- en waterschade.
Ook het machinepark heeft door vuur en
water veel geleden. De schade bedraagt
vermoedelijk ongeveer vier ton.
Goudvisser Piet Visser van de Coöpera
tieve Vereniging „Renate Leonhardt" is
weer op zee geweest. Vorige week en be
gin van deze week heeft hij weer boeien
uitgezet boven het wrak van de Duitse
stomer „Renate Leonhardt" bij de Haaks-
gronden. „Dit jaar gaat het er echt van ko
men", merkte de heer P. Visser gisteren in
een gesprek op.
„Er moeten nog een paar dingen boven
het wrak gebeuren en dus mogten we eerst
nog een keer met de kotter naar zee, maar
na Pinksteren is alles er weer klaar voor.
De toren ligt in het Noordzeekanaal bij de
sluis gereed. Wanneer het nu mooi weer
wordt gaan we er uit", aldus nog steeds de
heer Visser.
De jaarlijkse ledenvergadering, die zater
dag in het gebouw voor Kunsten en We
tenschappen te Utrecht zou worden gehou
den gaat niet door. Deze vergadering wordt
nu na de berging van het door de heer
Visser in het wrak verwachte goud gehou
den. „Dan kunnen we de leden meer ver
tellen", zei de heer Visser.
Op onze vraag of het Renate-bestuur nog
700 leden zou gaan vervolgen, omdat zij
weigeren f 15 achterstallige contributie te
betalen, merkte de heer Visser op: „Dat
plan hebben we opgegeven. Deze zeven
honderd leden krijgen echter 50 percent
minder van hetgeen hen na een gèslaagde
berging was toegekomen. We hebben ander
kapitaal aangetrokken voor het voltooien
van de berging; dus voor het betalen van
de sleepboten en de verzekering".
Met Bureau Wijsmuller of Rijkswater
staat had de heer Visser nog geen contact
gehad. Eerst wachten op mooi weer, was
zijn devies. Het knopen tellen is weer be
gonnen in IJmuiden.
ADVERTENTIE
met kans op GRATIS
reis-voor-twee
naar zonnig Italië!
Trakteer uzelf! Twee
grote tubes Brylcreem om geen
„haarzorgen" mee te nemen op vakantie. Ook.
fn zon, zand en zee blijft uw haar glanzend
en gezond met Engelands beroemde Brylcreem.
Zorgeloze vakantie! En als u twee van die droomreizen
naar gondels, palmen en blauwe zee wint
Dan wordt uw vakantie helemaal
een féést! Doe mee: ieder Brylcreem
vakantiepakket geeft u gratis reent'óp
deelname, 't Kost zelfs geen postzegel I
it :?v. <1! ib il
.•4^
Het cadeau voor Vaderdag 1957
een zorgeloze vakantie met een
Brylcreem vakantiepakket!
De vakantie op de bekende perfecte wijze
verzorgd door Neerlands oudste reisbureau
LISSONE/LINDEMAN
Beecham Nederland) N. V. - Voor engros: Jacq. Mot N. V. - Amsterdam
Zoals het kind in de speel
kamer een stuk van het hem
bekendgeworden leven na
bootst en daarin zijn spel van
incidenten regisseert, zo blijft
ook de volwassene in zijn se
rieuze bestaansbezigheden het
element van spel en regie
trouw. Want de nabootsing en
het arrangement zijn twee
elementen in zijn levensaan
vaarding, die hem de reali
teit van zijn ontluisterd be
staan doen vergeten en hem
de stimulans geven, vrijwillig
te blijven leven tot zijn dood
toe.
Zo is veel, van wat wij om
ons heen zien gebeuren onder
het stempel van ernst en
noodzaak, slechts een spel.
Men kan zeggen dat het kind
bij het volwassen worden niet
zijn speelkamer ontgroeit en
vergeet, doch dat het, groter
wordend, zijn speelkamer ziet
uitgebreid tot de ganse we
reld. Het blijft Spelen, regis
seren, arrangeren en inciden
ten provoceren voor zover het
maatschappelijk bestel hem
daartoe de gelegenheid niet
ontneemt. Het grote kind
blijft zijn tinnen soldaten op
rijen zetten en zijn kegels om
werpen, het blijft plezier
scheppen in het bouwen van
decors en het stapelen van
blokken.
In de grote speelkamer, die
ons omvat onder de doodern
stige titel van maatschappe
lijke orde, is de strijd tussen
de mensen niets anders dan
een strijd om te ontkomen
aan de status van speelgoed
en te worden tot speler.
Desalniettemin blijven ve
len speelgoed tot hun dood
toe en in vele gevallen is
het speelgoed gedoemd tot
een voortijdige dood door de
ruwheid van degenen, die er
mee spelen.
Vijftien jonge kerels ver
loren in West-Duitsland hun
leven, toen grote kinderen op
de gedachte kwamen, hun
speelgoed een snelstromende
rivier te doen doortrekken.
Een kind laat zijn speelgoed
auto van de tafel rijden om
het genoegen te beleven van
het neerstortende mecaniekje,
dat met een klap op de vloer
belandt. En als het in dig
gelen valt, komen de tranen
van spijt en angst.
De commandanten van de
vijftien verdronkenen zagen
met tranen van spijt en angst
de wegspoelende recruten in
het schuim van de woeste ri
vier.
Moeder koopt een nieuw
autootje de minister van
Defensie roept nieuwe recru
ten op.
De schitterende parade van
Britse garde-regimenten op
de komende verjaardag van
Hare Majesteit de Koningin
van Groot-Brittannië en Ier
land, „Trooping The Colour",
heeft reeds ettelijke repetities
vereist. Onder een gouden
zon marcheerden en stonden
de met mensen gevulde uni
formen in al hun kleuren
pracht in strakke gelederen.
De spelende mens genoot van
een arrangement, dat de her
innering aan de kinderkamer
levendiger maakte dan ooit.
Uit het stijve front dei-
kleurige poppen met hun
hoge kolbaks viel nu en dan
een stukje speelgoed voorover
op het hete plaveisel. Het viel
voorover, omdat het niet ste
vig genoeg stond. Er vielen
gaten in het schone, kleurige
decor zoals vroeger de ke
gels zonder aanwijsbare re
den omvielen op de vloer van
de kinderkamer. Toen zette
men hen recht doch bij
„Trooping The Colour" wor
den zij vlug en geruisloos
verwijderd, omdat het niet
mogelijk is hen weer overeind
in het gelid te zetten.
Hoe trots kon men zijn als
kind, wanneer men zijn ganse
voorraad van kleurige en
sierlijke dingen uit de speel
goedkast in charmante orde
had opgesteld in een nage
bootst stukje wereld, met
bergen en huizen en straten
en mensen en bomen. Hoe
trots vooral, wanneer men
ouders en vrienden naar de
uitstalling kon lokken om
haar te bewonderen.
Straks stalt Engeland uit en
menigeen komt kijken. „Troo
ping The Colour" wordt een
schitterend festijn, als ten
minste op het hoogtepunt niet
teveel poppen omvallen op
het hete plaveisel.
Ergens in het Gooi is een
spookstad gebouwd, zo ge
noemd om haar lugubere uiter
lijk van afgebrokkelde huizen
muren en ontglaasde ramen,
om haar volkomen ontluisterd
uiterlijk als gehavende, gedode
woonstee van louter ruïnes. Zij
is niet, zoals alle andere ruï
nes, door de oorlog of de tijd
tot deze gehavendheid ver-
knaagd, doch zij is uit nieuwe
materialen met overleg en be
kwaamheid opgetrokken, zorg
vuldig als ruïne getekend en
uitgevoerd, met alle merkteke
nen van haar geschondenheid
opzettelijk en ingenieus gecon
strueerd.
Zij dient als oefenobject ener
militaire reddingseenheid, die
hier ervaring zal moeten op
doen in het verlossen van men
sen uit gebombardeerde en
stukgeschoten huizen.
Een ernstig motief dus, vol
komen verantwoord, ligt aan
haar stichting ten grondslag
en zo men bezwaren zou heb
ben tegen het gebruik van
kostbaar bouwmateriaal voor
een doel als dit, krijgt men het
argument van de absolute
noodzakelijkheid als een prop
in de mond.
En toch is het een curieus
staaltje van kinderspel, onder
het mom van de ernst der tij
den opgevoerd en met ernstige
gezichten verdedigd als onver
mijdelijk. Een spel uit de gro
teske kinderkamer, van kinde
ren die dromen over de moge
lijkheden van een komende
oorlog en niet kunnen wach
ten tot de muren onder reëel
geweld worden verbrijzeld.
Een spel met imposante requi-
sieten, zo getrouw mogelijk
nagebootste ramptoestanden en
met grote zorg geregisseerde
ongelukken. Men zou de spe
lenden kunnen ontmoedigen
door te zeggen dat zij het ver
leden hebben nagebootst en
dat dit verleden uit oefenings
oogpunt waardeloos heten
moet, aangezien het de toe
komst is, waarop men zich
moet prepareren - doch waar
om zou men hen ontmoedigen?
Wij weten dat een toekom
stige oorlog situaties zal bren
gen, die niemand van ons heeft
kunnen dromen en die anders
zijn dan alle situaties die wij
ooit in vorige oorlogen hebben
gekend. Wij weten dat alle oe
fening, gebaseerd op verouder
de omstandigheden, de paraat
heid geen stap naderbij brengt.
Wij weten ook, dat in alle vo
rige oorlogen diezelfde erva
ring is opgedaan - waarbij de
mensen altijd weer op 't heil
loze, kritieke moment tot de
ontdekking kwamen dat alles
anders was dan het ooit was
geweest of verwacht, en dat
paraatheid op dat ogenblik
slechts kon geboren worden uit
onmiddellijke tegenwoordig
heid van geest en vindingrijk
heid.
Doch welke volwassene kan
het presteren, de kinderkamer
binnen te gaan en het spelende
kind te vertellen dat zijn blok
ken geen echte huizen zijn en
de strepen op het linoleum
geen echte trottoirs - dat de
rechtopstaande kegels geen
lantaarnpalen kunnen wezen
en dat een paard met wieltjes
onder de benen geen echte
stappen maken kan?
Het is overigens toch niet
waar, dat de strijd om het be
staan geheel en al te herleiden
is tot een gevecht tussen speel
goed en speler. Er is nóg een
categorie: die van de welwil
lende, goedmoedige en begrij
pende toeschouwer, die gaarne
meebetaalt aan het speelgoed
om het kind het genoegen van
zijn spel te geven.
Een categorie, die inderdaad
en volledig aan de kinderka
mer ontwassen is en de kind-
gebleven groten hun spel niet
misgunt. Doch deze categorie
schudt het hoofd en voelt zich
bezorgd, wanneer het speel
goed nodeloos wordt vernield
en vele levensnoodzakelijkhe
den achterwege blijven door
een al te kostbare aanschaf.
En vooral, wanneer de kin
deren het verschil tussen spel
materiaal en mensenlevens
niet meer vermogen te zien.
Wanneer zij elkander met
mensenlevens om de oren slaan
en mensenlevens tegen de mu
ren van de grote kinderkamer
te pletter gooien, onder het
voorwendsel dat zij hun eigen,
kinderlijke beschaving wensen
te verdedigen.
Dan - wordt het tijd dat de
derde categorie met forse hand
de kinderen naar een Lagere
School voor Echte Beschaving
stuurt
J. L.
Reizen
Straks is het weer zover, mensen. Dan
moeten we weerNaar Seefeld, Interlaken
of de Koot Azuur, terwijl de buitenlanders
in de rij staan voor Volendam, de Nacht
wacht en de Amsterdamse rondvaartboot
jes. We gaan weer vrolijk stuivertje ver
wisselen hoewel we de rekening moeten
betalen met biljetten van honderd.
Ik wil op deze plaats niet dieper ingaan
op de oorzaken, die leiden tot deze epide
misch optredende kwaal, die wij „met-
vakantie-gaan" noemen. Maar wel wil ik
in dit verband even met u praten over
twee uiterst belangrijke factoren, namelijk
he t w e er en h et eten.
Wat het eerste onderwerp betreft: her
innert u zich de vakantiegangers anno 1956
nog? Ziet u ze weer mistroostig zitten op
de caféterrasjes, waar het zonnescherm
dienst deed als een enorme parapluie?
Weet u nog hoe ze zich, stevig ingebakerd,
voortbewogen langs de boulevards van
onze badplaatsen, met niets anders dan een
zakje patates frites om de vakantiestem
ming erin te houden?
We kwamen hen tegen in het Rijks
museum en in de leesbibliotheek van
Doornspijk (bij Nxinspeet), zij doemden op
uit de groene schemering van het Aqua
rium in Artis. Maar evenzeer troffen wij
hen aan in de leesbibliotheken van Mook,
Vierhouten en Ellekom. Overal, waar zij
met plastic regenjas en een door weer en
wind geteisterd uiterlijk binnentraden
werden zij het voorwerp van onze oprech
te deelneming. Totdat er, tragisch genoeg,
een moment kwam, waarop wij ons geheel
vrijwillig bij dat leger der gedoemden
aansloten omdat ook bij ons de vakantie
was uitgebroken. Maar de uitbundige sport
hemden bleven in de koffer, bij de snoe
zige strandpakjes, de zonnepakjes, de bad
pakjes; en met weemoed dachten wij aan
onze truien, onze pelzên en bivakmutsen,
die veilig doch nutteloos in de mottenzak
waren opgeslagen. En hoe spoedig kregen
wij dan in onze ogen die melancholieke
blik van een cocker-spaniel, die eigenlijk
een rotbaas heeft en die toch steeds weer
braaf opzit en een pootje geeft.
Maar als het dit jaar nu eens een mooie,
warme, zonnige zomer wordt, zult ge zeg
gen. Waarom zouden wij dan niet op reis
gaan, vreemde landen zien, ons zwervers-
bloed laten spreken...? Welnu, als er dan
niets meer aan uw plannen te veranderen
valt, wanneer de kaartjes voor de Zon-
expres al besteld zijn of de hoedjes en
feestneuzen reeds klaar liggen voor de reis
per luxe autocar, laat ik u dan nog één
goede raad mee mogen geven: pas op
voor het vreemde eten! In Italië
gebrxdken ze teveel olijfolie en in Frank
rijk teveel knoflook. Het Duitse voedsel is
te zwaar, terwijl de Zwitserse keuken alle
genoemde bezwaren in zich verenigt aan
gezien er zowel op z'n Duits als op z'n
Frans en Italiaans wordt gekookt. Het is
daarom raadzaam vooraf de woordenboek
jes te raadplegen en de vertalingen te
noteren van ons nationale g er echt.
Want of we nu straks de maaltijd ge
bruiken in het Arabische restaurant van
de Parijse Moskee, in Lyons Corner Hou
se, Oxford Street, Londen, in het kleine
Ristorante te Santa MarQherita of in Ivótél
Alpenblick in Grindelwald, er kan ons echt
niets gebeuren als we maar ferm in het
buitenlands tegen de ober zeggen:
„Geeft u mij maar biefstuk met gebak
ken aardappels en. doperretjes!"
Am. de Vita
Twee broers, die het niet konden ver
kroppen dat ze van diefstal verdacht wer
den, en daarom zelf voor amateur-detec
tive waren gaan spelen, hebben daarbij
de werkelijke dader ontdekt en hem ten
slotte tussen zich in op het politiebureau
afgeleverd.
Er was te Rotterdam een zo goed als
nieuwe fiets ontvreemd. Het rijwiel werd
kort geleden bij een hondenkoopman ont
dekt en door de politie in beslag genomen.
De man vertelde echter het vehikel te heb
ben gekocht van de 18-jarige kistenmaker
J. S., die op zijn beurt verklaarde, dat zijn
25-jarige broer M. M. S. de vorige eigenaar
was geweest. De broers beweerden vrijuit
te gaan. Al lang geleden zou de fiets op
de markt gekocht zijn van een onbekende
man, wiens gezicht zij zich echter nog wel
konden herinneren. Toen zij het wantrou
wen van de betrokken rechercheur zagen,
namen zij op zich de bewuste verkoper
op te zoeken. Zij vonden hem op de markt.
Met een smoesje wist de oudste broer de
man mee naar huis te lokken, waar zich
de jongere broer bevond. Samen hebben
zij toen de verkoper tussen zich in ge
nomen en naar het hoofdbureau van po
litie gebracht. Het was de 54-jarige losse
werkman P. V., die inmiddels de diefstal
heeft bekend.
Prins Bernhard zal vandaag het oplei
dingscentrum voor de Franse luchtmacht
in Salon (Provence) bezoeken. Vervolgens
vliegt de prins door naar Cannes om het
congres van Europees-Amerikaanse ver
enigingen, waarvan hij erevoorzitter is„
bij te wonen. Na dit congres zal de Prins
een tweedaagse vergadering van de inter
nationale ruitersportfederatie in Parijs pre
sideren.
Woensdag 12 juni keert hij in Nederland
terug.
Het woord paljas hangt samen met
het Franse paille: stro. De oorspronke
lijke betekenis is dan ook: strozak. Ook
gebruikte men het in de zin van: stro,
dat voor paarden in de stal werd ge
spreid. De paljas maken betekende: stro
spreiden.
Later ging men het woord paljas en
de bijvorm pias gebruiken voor een met
stro opgetuigde potsenmaker of hans
worst en vandaar kreeg het de alge
mene betekenis van grappenmakker,
iemand die anderen vermaakte met zijn
dwaasheden. Dikwijls gebruikt men het
woord in minachtende zin voor iemand
^die zich wonderlijk gedraagt. j