Stations in het groot en in het klein BRYLCREEH r Boeiende confrontatie in Rotterdams Bouwcentrum BRYLCREE GROOT SPEL <~Praatótoel Van dag tot dag\ r Hoe is het ontstaan?^ 3 K. Een kimst Vroeger en nu Twee ernstig gewonden bij motorongeluk Vlinderkap A bstracte plastieken Seizoenvensters Brandschade van vier ton in Nobel-schoenfabriek „Renate" - goudtor en weer vaarklaar Zevenhonderd aandeel houders krijgen minder Voor een zorgeloze vakantie: VAKANTIEPAKKET "ïfie perfect hairdressing &p de Twee broers zochten dief om zich van verdenking te zuiveren Prins Bernhard tot 12 juni in Frankrijk Dit woord: PALJAS DONDERDAG 6 JUNI 19 5 7 Tijdens een congres voor openbare ge zondheidsregeling te Utrecht is het onder werp „Recreatie en Volksgezondheid" be handeld, waarbij werd uitgegaan van de overtuiging dat de recreatiemogelijkheden jn Nederland een ernstig vraagstuk der toekomst zullen vormen. Wij zouden willen onderstrepen, dat dit vraagstuk reeds in indrukwekkende om vang bestaat, ofschoon men het met het congres ten volle eens moet zijn over het feit, dat in de toekomstige Nederlandse samenleving geïndustrialiseerd en ge commercialiseerd tot het uiterste als Euro pese bedrijfspartner dit vraagstuk nog vele malen gecompliceerder zal zijn. Voor de aandacht, die door het Utrechtse congres aan dit onderwerp wordt besteed, kan men dankbaar zijn. Want van weinig hangt de menselijke levensvreugde en dus de menselijke prestatie in de ruimste zin zozeer af als van de vraag, of die mens zich voldoende en op de juiste manier kan ontspannen. Daar komt echter iets bij de mogelijk heid tot ontspanning is namelijk niet de enige factor: de kunst van het zich ont spannen is zeker even belangrijk en ook hierover is in Utrecht het een en ander gezegd dat de moeite waard is. Volgens de heer H. J. Dijkhuis, directeur van de Volksgezondheid, klaagt de maat schappelijke en intellectuele bovenlaag van het Nederlandse volk er over, dat zij door de massa verdrongen wordt uit de recrea tiegebieden en dat haar geen mogelijk heden overblijven, zich te ontspannen op de voor haar voldoeninggevende manier. Deze zeer in het algemeen gestelde con statering roept talrijke vragen op. In de eerste plaats: onderscheidt die maatschap pelijke en intellectuele bovenlaag zich in de keuze van haar ontspanning wel zozeer van wat zij „de massa" noemt dat zij in derdaad een aparte, hogergestelde soort van ontspanning nastreeft? En zo ja, wordt zij dan ook daar door de massa verdron gen? Wanneer men nagaat wat die boven laag vaak als het ideaal van ontspanning beschouwt, is het geen wonder dat de mas sa in haar kielzog volgt! Nederland kan geen gereserveerde stranden en bossen ter beschikking stellen aan de enkelingen, die menen dat zij daar recht hebben op rust en intimiteit. Het buitenland kan de mas sale invasies van vreemdelingen in de vakantiecentra niet weren. De goedkope reisgelegenheden en de snelle verbindingen stellen steeds meer mensen in staat, dat zelfde te genieten wat vroeger slechts de welgestelde als privilege bezat. Doch wan neer men over deze ontwikkeling klaagt, vergeet men dat een werkelijk op hoger niveau liggende ontspanning, geboren uit een werkelijk fijner besnaarde geest, ge vonden wordt op het gebied waar de massa zichzelf de toegang ontzegt, omdat zij niet gebonden is aan een geografische plaats, doch aan een innerlijke gesteldheid. De kunst van het zich ontspannen is een moeilijke, delicate kunst, die door weinigen beoefend wordt en wier beoefenaren sterke lieden moeten zijn, die weerstand kunnen bieden aan de dwang van de meeslepende maséa-vermaken. Een zondag van huiselijke rust, een va kantie op het water, .een wandeling langs binnenwegen, een week in een afgelegen Frans dorpje, een dag van zalig niets doen, een paar uren genieten van goede lectuur, het is een greep uit de bescheiden, doch waardevolle mogelijkheden om lichaam en geest de noodzakelijke onthechting te ge ven van de jachtige werkzaamheden die hoofd en handen te doen hebben in het maatschappelijk bestel. Zo zijn er nog tal loos meer. Wanneer men echter wil zién, geniéten, reizen, indrukken opdoen, sensaties be leven, geprikkeld worden door vreemde omgeving en de halve wereld in veertien dagen wil leren kennen dan moet men met de massa mee, bovenlaag of niet. Daar is de wereld van vandaag nu eenmaal op ingesteld. Maatschappelijke of intellectuele onder scheidingen doen, naar ons dunkt, niets terzake bij de vraag, of men de kunst van de recreatie machtig is. Want ook de ge baande „bovenlaag" behoort in feite tot ''e massa, als zij zich er niet op eigen gees telijke kracht boven weet te verheffen. Wie weet nog dat de straatverlichting uit en eenzaam petroleumpitje bestond en :at een reis van Haarlem naar Amster- am een halve dag duurde? Kijk eens naar e toestand van vandaag en lach eens goed- toedig spottend om die primitieve toe- banden van voorheen. Wie weet nog dat de meisjes tennisten 'n rokken tot over de enkels en grote voile-hoeden op? En dat een fiets een sen sationele verschijning was waarvoor ieder een de straat opliep? Kijk eens naar 1957 en glimlach erom. Wie weet nog dat de P.T.T. viermaal per dag brievenbussen liet lichten en vier maal per dag brieven liet bestellen en ook zondagsmorgens nog een bestelling uitvoerde? Zodat het schrijven van brie ven een alleszins doelmatig contact tussen de mensen bevorderde? Zo was het name lijk vroeger. Kijk eens naar 1957 en lach erom, maar dan om 1957: want vandaag aan de dag zijn er maar twee bestellingen en lich tingen en zondags gebeurt er niets in uw brievenbus. En met Pinksteren rijden er drie nachten lang geen posttreinen, zodat een brief die zaterdags gepost wordt, zo om en om woensdag op de plaats van bestem ming wordt besteld. Dat is iets om het glimlachen te doen vergaan. Op de Kleiweg te Rijswijk had heden morgen een ernstig verkeersongeval plaats. "7abij de Burgemeester Elsenlaan verleen- 'e de motorrijder M. van K. uit Rotter- 'am, met op de duo K. van B., eveneens 'it Rotterdam, geen voorrang aan een zes- vielige vrachtauto, bestuurd door J. P. M. 'it Leimuiden. Laatstgenoemde trachtte 'aor krachtig remmen en het stuur om te 'ooien nog een ongeluk te voorkomen. De motor reed echter in volle vaart tegen het chtergedeelte van de wagen. De motorrijder Van K. kreeg een sche- lelbasisfractuur. Zijn duopassagier be kwam een hersenschudding, een shock en vonden aan gelaat en handen. Beiden werden in het ziekenhuis Westeinde in Don Haag opgenomen. Van een onzer redacteuren) In Haarlem bestudeert de Verkeerscommissie de drie schetsen welke namens de N.Z.H., de Nederlandse Spoorwegen en door een paar leden van de Ver keerscommissie zelf zijn gemaakt voor een nieuwe indeling van het Stations plein te Haarlem, rekening houdende met het verdwijnen van de opstallen van de vroegere fabriek van spoor- en tramwegmaterieel, waarvan de morsige contouren nog steeds de eerste en de laatste indruk vormen van degenen die Haarlem per trein binnenkomen of eruit vertrekken. De studies van de Verkeerscommissie zullen voorlopig een onschuldig spel zonder consequenties blijven: er is in de verste verte nog geen denken aan, dat er voor een werkelijk blijvende reorganisatie van het Stationsplein ook maar één cent beschikbaar zal zijn. Intussen tonen de inwoners van Hengelo en Enschedé, Zutphen en Arnhem, ook wel die van Nijmegen, 's Hertogenbosch en Vlissingen en vooral die van Eindhoven en Leiden met trots hun stations, terwijl thans ook de Rotterdammers zich niet behoeven te schamen voor hun „Centraal" en de Ven- loërs zich gereed maken het hunne met feestgedruis in te wijden. De Verkeerscommissie kan dus een paar aardige studiereisjes ondernemen, want elk station had z'n eigen stedebouwkundige op lossingen nodig. Wanneer zij echter alles in een notedop overzichtelijk gerangschikt wil vinden om zo tijd en moeite te sparen, raden wij' haar een bezoek aan de kleine expositie „Het Station" in de koepel van het Bouwcen trum op een steenworp afstand van het fonkelnieuwe Rotterdamse C.S. van harte aan. Het onderwerp van deze beknopte ten toonstelling, welke voorlopig tot 21 juni duurt, is uit zichzelf reeds boeiend, het arrangement van de N.S.-binnenhuisarchi tect A. Frederiks is fascinerend. Alles is er op gericht om door middel van voortreffelijke foto's, een paar maquettes en heel weinig cijfermate riaal en andere exacte gegevens de samen hang tussen de stad, haar economisch leven en haar bewoners en de plaats van het station duidelijk te maken. De alge mene relatie tussen de Nederlandse bevol king en haar nationaal vervoerbedrijf wordt kort en krachtig uitgedrukt in de volgende statistiek van slechts zes getallen: in 1900 telde ons land ruim vijf miljoen inwoners, die tezamen 1200 miljoen reizi gerskilometers aflegden. In 1928 legden 7.626.000 Nederlanders 3900 .miljoen reizi gerskilometers af, welke beweeglijkheid in 1955 bijna zou verdubbelen. Onze 10.822.000 Nederlanders hadden toen 7700 miljoen reizigerskilometers nodig. Bondiger konden de gestegen welvaart, de ontwikkelde reis lust en het vaak noodgedwongen forensis me niet worden geconcretiseerd. Het be lang van het station nam daarmee in even redigheid toe, ook al zijn de koninklijke treinen zo zeldzaam geworden, dat konink lijke wachtkamers in onbruik raken: de tienduizenden anonieme reizigerè wensen slechts vlot en emotieloos te worden ver voerd en de architectuur van onze na 1945 verrezen 'stations 'dragen 'daarvan het' stempel. Vandaar misschien, dat het nieuwe .Rot terdamse Centraal Station, van buiten be zien, op de beschouwer een ietwat iele in druk zal maken, dertien meter hoog in de schaduw van het tot veertig meter van de begane grond oprijzende Groothandelsge bouw. De symmetrische ligging tussen dit laatste en het toekomstige hoge spoorweg postkantoor bewerkt toch nog een stede bouwkundig bevredigende afsluiting van het honderdvijftig meter diepe en honderd vijfenzestig meter lange stationsplein. De term „functioneel" is helaas een modewoord geworden, zodat we schromen dit te gebruiken, maar wanneer we zeggen, dat de esthetische vormgeving door de spoorwegarchitect ir. S. van Ravesteyn - die in Rotterdam blijkbaar zonder barokke bagage is aangekomen, omdat hij die in Nijmegen en 's Hertogenbosch had laten staan - onmiddellijk voortkwam uit en uit drukking verleende aan de technische en economische gegevenheden van zijn op dracht, bedoelen we tenslotte hetzelfde. Een voorbeeld daarvan vormen de paraplu- beter nog vlindervormige stations-over kappingen, opmerkelijk door haar con structie uit gewapend beton, welke een milde indirecte verlichting mogelijk maken. Men lette evenwel inzonderheid op de be vestiging van dit vlindervormig dak van het eerste perron aan het stationsgebouw: wat vrijstaande op het eerste gezicht uit zonderlijk leek, blijkt in wezen een „shed- dak" te zijn, zoals men dat ook op fabrie ken en werkplaatsen vindt. De romantische overwelving van de zes perrons door een gigantische glazen kap, verkleefd aan het stoomtijdperk, kwam ook al niet in aanmerking, omdat de per rons één voor één gebouwd moesten wor den en ook nu, na de officiële opening, zijn er nog twee welke slechts op papier be staan. Wat de architectuur van het eigenlijke stationsgebouw betreft, valt het grote be lang van de horizontale lijnen daarin en de daarop gebaseerde verhoudingen onmiddel lijk op. Zelfs de anderhalve meter hoge neonletters, die het woord Centraal Station vormen, dat de middenpartij van de voor gevel bekroont, kan men niet weglaten zonder het ensemble te schaden. Dat geldt ook voor de beide luifels met vlaggemasten, dat geldt zeker voor de een weinig grimmig aandoende plastieken van vijf meter hoog en dertien meter lang op de poorten welke het gebouw aan weerszijden een passende overgang verschaffen naar de omgeving en tevens tegemoet komen aan het heimwee dergenen, die in een stationsgebouw nog een soort monumentale stadspoort willen zien. Die plastieken stellen inderdaad niets voor; men kan er dus van alles bij denken. De vriendelijke, maar ook uitstekend ge documenteerde spoorwegpropagandist op de expositie in het Bouwcentrum, W. Herfst - die de propaganda voor Rotterdam in tussen niet versmaadt - ziet in de figuren gaande .en komende reizigers, sommige Rotterdammers hebben er de worsteling in gezien met de boze machten welkede stationsbouw naar hun sxhaak zo lang heb ben vertraagd. De twee verdiepingen van de dertig meter lange vleugels ter weerszijden van het hoofdgebouw maken door de raam- indeling van telkens twee ramen per ver dieping boven elkaar de indruk van vier etages. Ir. Van Ravesteyn schaamt zich niet voor dit souvenir van zijn reisje naar het Stazione di Termini in Rome. Maar deze navolging heeft dan ook zin wegens haar nuttig effect, voor de licht-inval. Zomers, bij hoge zonnestand, komt het licht via de laaggelegen ramen getemperd binnen, in de winter, bij lage zonnestand, wordt door middel van de hooggelegen ramen toch vol op profijt van het zonlicht getrokken. De Rotterdamse stationsbouw vormt een uitermate boeiend verhaal, vooral wanneer men kennis maakt met de talloze en tijd rovende civiele werken welke daaraan vooraf gingen. Was ir. Van Ravesteyn de man die het station gestalte gaf, ir. S. Noyon, chef van het bouwbureau te Rot terdam der n.v. Spoorwegopbouw, legde de fundamenten. Daarom vulden de inleidin gen welke de beide heren woensdagmiddag in het Bouwcentrum over hun arbeid hiel den, elkaar zo schitterend aan. De stedebouwkundige facetten van de stationsbouw zijn vooral van verkeerstech- nisché aard. Men kan op de expositie in het Bouwcentrum veel leren van de ma quettes van de werken in Nijmegen en Venlo, maar vooral van de model-maquette van het ideale stationsplein. Neonbuizen geven in de vloer van de maquette de beste routes aan voor allerlei soorten weggebrui kers met de trein als einddoel (c.q. uit gangspunt), inzonderheid tramlijnen, stads en streekvervoerbussen en taxi's. Deze routes kan men zelf of gezamenlijk of af zonderlijk laten oplichten. Een aardig spel letje, maar men kan er ook veel van leren. Zoals trouwens van geheel Rotterdam. Er is brand uitgebroken in de Nobel- schoenfabriek van de firma W. J. Aussems, in de Hoofdstraat te Kaatsheuvel. De brandweer kon door krachtig ingrijpen de brand tot het achtergedeelte van de fa briek beperken, maar de grote voorraad schoenen, klaar voor de export, alsmede grote leervoorraden gingen in vlammen op, of kregen grote rook- en waterschade. Ook het machinepark heeft door vuur en water veel geleden. De schade bedraagt vermoedelijk ongeveer vier ton. Goudvisser Piet Visser van de Coöpera tieve Vereniging „Renate Leonhardt" is weer op zee geweest. Vorige week en be gin van deze week heeft hij weer boeien uitgezet boven het wrak van de Duitse stomer „Renate Leonhardt" bij de Haaks- gronden. „Dit jaar gaat het er echt van ko men", merkte de heer P. Visser gisteren in een gesprek op. „Er moeten nog een paar dingen boven het wrak gebeuren en dus mogten we eerst nog een keer met de kotter naar zee, maar na Pinksteren is alles er weer klaar voor. De toren ligt in het Noordzeekanaal bij de sluis gereed. Wanneer het nu mooi weer wordt gaan we er uit", aldus nog steeds de heer Visser. De jaarlijkse ledenvergadering, die zater dag in het gebouw voor Kunsten en We tenschappen te Utrecht zou worden gehou den gaat niet door. Deze vergadering wordt nu na de berging van het door de heer Visser in het wrak verwachte goud gehou den. „Dan kunnen we de leden meer ver tellen", zei de heer Visser. Op onze vraag of het Renate-bestuur nog 700 leden zou gaan vervolgen, omdat zij weigeren f 15 achterstallige contributie te betalen, merkte de heer Visser op: „Dat plan hebben we opgegeven. Deze zeven honderd leden krijgen echter 50 percent minder van hetgeen hen na een gèslaagde berging was toegekomen. We hebben ander kapitaal aangetrokken voor het voltooien van de berging; dus voor het betalen van de sleepboten en de verzekering". Met Bureau Wijsmuller of Rijkswater staat had de heer Visser nog geen contact gehad. Eerst wachten op mooi weer, was zijn devies. Het knopen tellen is weer be gonnen in IJmuiden. ADVERTENTIE met kans op GRATIS reis-voor-twee naar zonnig Italië! Trakteer uzelf! Twee grote tubes Brylcreem om geen „haarzorgen" mee te nemen op vakantie. Ook. fn zon, zand en zee blijft uw haar glanzend en gezond met Engelands beroemde Brylcreem. Zorgeloze vakantie! En als u twee van die droomreizen naar gondels, palmen en blauwe zee wint Dan wordt uw vakantie helemaal een féést! Doe mee: ieder Brylcreem vakantiepakket geeft u gratis reent'óp deelname, 't Kost zelfs geen postzegel I it :?v. <1! ib il .•4^ Het cadeau voor Vaderdag 1957 een zorgeloze vakantie met een Brylcreem vakantiepakket! De vakantie op de bekende perfecte wijze verzorgd door Neerlands oudste reisbureau LISSONE/LINDEMAN Beecham Nederland) N. V. - Voor engros: Jacq. Mot N. V. - Amsterdam Zoals het kind in de speel kamer een stuk van het hem bekendgeworden leven na bootst en daarin zijn spel van incidenten regisseert, zo blijft ook de volwassene in zijn se rieuze bestaansbezigheden het element van spel en regie trouw. Want de nabootsing en het arrangement zijn twee elementen in zijn levensaan vaarding, die hem de reali teit van zijn ontluisterd be staan doen vergeten en hem de stimulans geven, vrijwillig te blijven leven tot zijn dood toe. Zo is veel, van wat wij om ons heen zien gebeuren onder het stempel van ernst en noodzaak, slechts een spel. Men kan zeggen dat het kind bij het volwassen worden niet zijn speelkamer ontgroeit en vergeet, doch dat het, groter wordend, zijn speelkamer ziet uitgebreid tot de ganse we reld. Het blijft Spelen, regis seren, arrangeren en inciden ten provoceren voor zover het maatschappelijk bestel hem daartoe de gelegenheid niet ontneemt. Het grote kind blijft zijn tinnen soldaten op rijen zetten en zijn kegels om werpen, het blijft plezier scheppen in het bouwen van decors en het stapelen van blokken. In de grote speelkamer, die ons omvat onder de doodern stige titel van maatschappe lijke orde, is de strijd tussen de mensen niets anders dan een strijd om te ontkomen aan de status van speelgoed en te worden tot speler. Desalniettemin blijven ve len speelgoed tot hun dood toe en in vele gevallen is het speelgoed gedoemd tot een voortijdige dood door de ruwheid van degenen, die er mee spelen. Vijftien jonge kerels ver loren in West-Duitsland hun leven, toen grote kinderen op de gedachte kwamen, hun speelgoed een snelstromende rivier te doen doortrekken. Een kind laat zijn speelgoed auto van de tafel rijden om het genoegen te beleven van het neerstortende mecaniekje, dat met een klap op de vloer belandt. En als het in dig gelen valt, komen de tranen van spijt en angst. De commandanten van de vijftien verdronkenen zagen met tranen van spijt en angst de wegspoelende recruten in het schuim van de woeste ri vier. Moeder koopt een nieuw autootje de minister van Defensie roept nieuwe recru ten op. De schitterende parade van Britse garde-regimenten op de komende verjaardag van Hare Majesteit de Koningin van Groot-Brittannië en Ier land, „Trooping The Colour", heeft reeds ettelijke repetities vereist. Onder een gouden zon marcheerden en stonden de met mensen gevulde uni formen in al hun kleuren pracht in strakke gelederen. De spelende mens genoot van een arrangement, dat de her innering aan de kinderkamer levendiger maakte dan ooit. Uit het stijve front dei- kleurige poppen met hun hoge kolbaks viel nu en dan een stukje speelgoed voorover op het hete plaveisel. Het viel voorover, omdat het niet ste vig genoeg stond. Er vielen gaten in het schone, kleurige decor zoals vroeger de ke gels zonder aanwijsbare re den omvielen op de vloer van de kinderkamer. Toen zette men hen recht doch bij „Trooping The Colour" wor den zij vlug en geruisloos verwijderd, omdat het niet mogelijk is hen weer overeind in het gelid te zetten. Hoe trots kon men zijn als kind, wanneer men zijn ganse voorraad van kleurige en sierlijke dingen uit de speel goedkast in charmante orde had opgesteld in een nage bootst stukje wereld, met bergen en huizen en straten en mensen en bomen. Hoe trots vooral, wanneer men ouders en vrienden naar de uitstalling kon lokken om haar te bewonderen. Straks stalt Engeland uit en menigeen komt kijken. „Troo ping The Colour" wordt een schitterend festijn, als ten minste op het hoogtepunt niet teveel poppen omvallen op het hete plaveisel. Ergens in het Gooi is een spookstad gebouwd, zo ge noemd om haar lugubere uiter lijk van afgebrokkelde huizen muren en ontglaasde ramen, om haar volkomen ontluisterd uiterlijk als gehavende, gedode woonstee van louter ruïnes. Zij is niet, zoals alle andere ruï nes, door de oorlog of de tijd tot deze gehavendheid ver- knaagd, doch zij is uit nieuwe materialen met overleg en be kwaamheid opgetrokken, zorg vuldig als ruïne getekend en uitgevoerd, met alle merkteke nen van haar geschondenheid opzettelijk en ingenieus gecon strueerd. Zij dient als oefenobject ener militaire reddingseenheid, die hier ervaring zal moeten op doen in het verlossen van men sen uit gebombardeerde en stukgeschoten huizen. Een ernstig motief dus, vol komen verantwoord, ligt aan haar stichting ten grondslag en zo men bezwaren zou heb ben tegen het gebruik van kostbaar bouwmateriaal voor een doel als dit, krijgt men het argument van de absolute noodzakelijkheid als een prop in de mond. En toch is het een curieus staaltje van kinderspel, onder het mom van de ernst der tij den opgevoerd en met ernstige gezichten verdedigd als onver mijdelijk. Een spel uit de gro teske kinderkamer, van kinde ren die dromen over de moge lijkheden van een komende oorlog en niet kunnen wach ten tot de muren onder reëel geweld worden verbrijzeld. Een spel met imposante requi- sieten, zo getrouw mogelijk nagebootste ramptoestanden en met grote zorg geregisseerde ongelukken. Men zou de spe lenden kunnen ontmoedigen door te zeggen dat zij het ver leden hebben nagebootst en dat dit verleden uit oefenings oogpunt waardeloos heten moet, aangezien het de toe komst is, waarop men zich moet prepareren - doch waar om zou men hen ontmoedigen? Wij weten dat een toekom stige oorlog situaties zal bren gen, die niemand van ons heeft kunnen dromen en die anders zijn dan alle situaties die wij ooit in vorige oorlogen hebben gekend. Wij weten dat alle oe fening, gebaseerd op verouder de omstandigheden, de paraat heid geen stap naderbij brengt. Wij weten ook, dat in alle vo rige oorlogen diezelfde erva ring is opgedaan - waarbij de mensen altijd weer op 't heil loze, kritieke moment tot de ontdekking kwamen dat alles anders was dan het ooit was geweest of verwacht, en dat paraatheid op dat ogenblik slechts kon geboren worden uit onmiddellijke tegenwoordig heid van geest en vindingrijk heid. Doch welke volwassene kan het presteren, de kinderkamer binnen te gaan en het spelende kind te vertellen dat zijn blok ken geen echte huizen zijn en de strepen op het linoleum geen echte trottoirs - dat de rechtopstaande kegels geen lantaarnpalen kunnen wezen en dat een paard met wieltjes onder de benen geen echte stappen maken kan? Het is overigens toch niet waar, dat de strijd om het be staan geheel en al te herleiden is tot een gevecht tussen speel goed en speler. Er is nóg een categorie: die van de welwil lende, goedmoedige en begrij pende toeschouwer, die gaarne meebetaalt aan het speelgoed om het kind het genoegen van zijn spel te geven. Een categorie, die inderdaad en volledig aan de kinderka mer ontwassen is en de kind- gebleven groten hun spel niet misgunt. Doch deze categorie schudt het hoofd en voelt zich bezorgd, wanneer het speel goed nodeloos wordt vernield en vele levensnoodzakelijkhe den achterwege blijven door een al te kostbare aanschaf. En vooral, wanneer de kin deren het verschil tussen spel materiaal en mensenlevens niet meer vermogen te zien. Wanneer zij elkander met mensenlevens om de oren slaan en mensenlevens tegen de mu ren van de grote kinderkamer te pletter gooien, onder het voorwendsel dat zij hun eigen, kinderlijke beschaving wensen te verdedigen. Dan - wordt het tijd dat de derde categorie met forse hand de kinderen naar een Lagere School voor Echte Beschaving stuurt J. L. Reizen Straks is het weer zover, mensen. Dan moeten we weerNaar Seefeld, Interlaken of de Koot Azuur, terwijl de buitenlanders in de rij staan voor Volendam, de Nacht wacht en de Amsterdamse rondvaartboot jes. We gaan weer vrolijk stuivertje ver wisselen hoewel we de rekening moeten betalen met biljetten van honderd. Ik wil op deze plaats niet dieper ingaan op de oorzaken, die leiden tot deze epide misch optredende kwaal, die wij „met- vakantie-gaan" noemen. Maar wel wil ik in dit verband even met u praten over twee uiterst belangrijke factoren, namelijk he t w e er en h et eten. Wat het eerste onderwerp betreft: her innert u zich de vakantiegangers anno 1956 nog? Ziet u ze weer mistroostig zitten op de caféterrasjes, waar het zonnescherm dienst deed als een enorme parapluie? Weet u nog hoe ze zich, stevig ingebakerd, voortbewogen langs de boulevards van onze badplaatsen, met niets anders dan een zakje patates frites om de vakantiestem ming erin te houden? We kwamen hen tegen in het Rijks museum en in de leesbibliotheek van Doornspijk (bij Nxinspeet), zij doemden op uit de groene schemering van het Aqua rium in Artis. Maar evenzeer troffen wij hen aan in de leesbibliotheken van Mook, Vierhouten en Ellekom. Overal, waar zij met plastic regenjas en een door weer en wind geteisterd uiterlijk binnentraden werden zij het voorwerp van onze oprech te deelneming. Totdat er, tragisch genoeg, een moment kwam, waarop wij ons geheel vrijwillig bij dat leger der gedoemden aansloten omdat ook bij ons de vakantie was uitgebroken. Maar de uitbundige sport hemden bleven in de koffer, bij de snoe zige strandpakjes, de zonnepakjes, de bad pakjes; en met weemoed dachten wij aan onze truien, onze pelzên en bivakmutsen, die veilig doch nutteloos in de mottenzak waren opgeslagen. En hoe spoedig kregen wij dan in onze ogen die melancholieke blik van een cocker-spaniel, die eigenlijk een rotbaas heeft en die toch steeds weer braaf opzit en een pootje geeft. Maar als het dit jaar nu eens een mooie, warme, zonnige zomer wordt, zult ge zeg gen. Waarom zouden wij dan niet op reis gaan, vreemde landen zien, ons zwervers- bloed laten spreken...? Welnu, als er dan niets meer aan uw plannen te veranderen valt, wanneer de kaartjes voor de Zon- expres al besteld zijn of de hoedjes en feestneuzen reeds klaar liggen voor de reis per luxe autocar, laat ik u dan nog één goede raad mee mogen geven: pas op voor het vreemde eten! In Italië gebrxdken ze teveel olijfolie en in Frank rijk teveel knoflook. Het Duitse voedsel is te zwaar, terwijl de Zwitserse keuken alle genoemde bezwaren in zich verenigt aan gezien er zowel op z'n Duits als op z'n Frans en Italiaans wordt gekookt. Het is daarom raadzaam vooraf de woordenboek jes te raadplegen en de vertalingen te noteren van ons nationale g er echt. Want of we nu straks de maaltijd ge bruiken in het Arabische restaurant van de Parijse Moskee, in Lyons Corner Hou se, Oxford Street, Londen, in het kleine Ristorante te Santa MarQherita of in Ivótél Alpenblick in Grindelwald, er kan ons echt niets gebeuren als we maar ferm in het buitenlands tegen de ober zeggen: „Geeft u mij maar biefstuk met gebak ken aardappels en. doperretjes!" Am. de Vita Twee broers, die het niet konden ver kroppen dat ze van diefstal verdacht wer den, en daarom zelf voor amateur-detec tive waren gaan spelen, hebben daarbij de werkelijke dader ontdekt en hem ten slotte tussen zich in op het politiebureau afgeleverd. Er was te Rotterdam een zo goed als nieuwe fiets ontvreemd. Het rijwiel werd kort geleden bij een hondenkoopman ont dekt en door de politie in beslag genomen. De man vertelde echter het vehikel te heb ben gekocht van de 18-jarige kistenmaker J. S., die op zijn beurt verklaarde, dat zijn 25-jarige broer M. M. S. de vorige eigenaar was geweest. De broers beweerden vrijuit te gaan. Al lang geleden zou de fiets op de markt gekocht zijn van een onbekende man, wiens gezicht zij zich echter nog wel konden herinneren. Toen zij het wantrou wen van de betrokken rechercheur zagen, namen zij op zich de bewuste verkoper op te zoeken. Zij vonden hem op de markt. Met een smoesje wist de oudste broer de man mee naar huis te lokken, waar zich de jongere broer bevond. Samen hebben zij toen de verkoper tussen zich in ge nomen en naar het hoofdbureau van po litie gebracht. Het was de 54-jarige losse werkman P. V., die inmiddels de diefstal heeft bekend. Prins Bernhard zal vandaag het oplei dingscentrum voor de Franse luchtmacht in Salon (Provence) bezoeken. Vervolgens vliegt de prins door naar Cannes om het congres van Europees-Amerikaanse ver enigingen, waarvan hij erevoorzitter is„ bij te wonen. Na dit congres zal de Prins een tweedaagse vergadering van de inter nationale ruitersportfederatie in Parijs pre sideren. Woensdag 12 juni keert hij in Nederland terug. Het woord paljas hangt samen met het Franse paille: stro. De oorspronke lijke betekenis is dan ook: strozak. Ook gebruikte men het in de zin van: stro, dat voor paarden in de stal werd ge spreid. De paljas maken betekende: stro spreiden. Later ging men het woord paljas en de bijvorm pias gebruiken voor een met stro opgetuigde potsenmaker of hans worst en vandaar kreeg het de alge mene betekenis van grappenmakker, iemand die anderen vermaakte met zijn dwaasheden. Dikwijls gebruikt men het woord in minachtende zin voor iemand ^die zich wonderlijk gedraagt. j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 5