P. v. d. A.wil voor bedrijfspanden
maximaal 15 pet verhoging
Goed-Zo-Actie bracht in totaal
2.87 miljoen gulden op
Huurdebat in Tweede Kamer
Amendement maakt een goede
kans aangenomen te worden
":*NDRECORDERS
JAN SIERHUIS
EXPOSEER T
KUERTENS N.V.
Vergunning voor autorij
school in strijd met de
Grondwet?
Televisie in cijfers
NTS <yaf vorig iaar
f 3.3 müWn uit
Parlementair commentaar
Man veroordeeld wegens
auto-ongeluk waarbij
zijn vrouw omkwam
Vier en een half jaar voor
IJmuidense zeeman
Den Haag verzet zich tegen
opgraving van N.S.B/er
Eerste Kamer
Begroting voor Zaken
Overzee goedgekeurd
pONDER DAG 6 JUNI 19 5 7
(Van onze Kamerverslaggever)
In de Tweede Kamer heeft gisteren de woordvoerder van de P.v.d.A., de heer
Bommer, de blokkering van de helft van de huurverhoging verdedigd. De meeste
woningen (hij zei 90 percent) zijn in handen van onzakelijke amateurs, mensen, die
een huis alleen beschouwen als een beleggingsobject en zich niet bekommeren om
afschrijving voor vernieuwing en reservering voor het aanbrengen van verbete
ringen, betoogde hij. Dit is bedroevend, omdat de woningvoorziening een eerste
levensbehoefte betreft. Daarom vond de heer Bommer het alleszins noodzakelijk
maatregelen te treffen om de huiseigenaren te prikkelen gelden te reserveren ten
einde het woningbestand op peil te houden en te verbeteren.
Bedrijfspanden zijn van de verplichte huurverhoging met 25 percent uitgezonderd.
Voor zover in onderling overleg huurverhogingen tot stand komen, wordt de helft
ervan'niet geblokkeerd. Bij vorige huurverhogingen is echter de huur van bedrijfs
panden in onderling overleg algemeen verhoogd met het maximum-percentage. Als
dat nu weer zou gebeuren zou de heer Bommer dat besljst onredelijk vinden, omdat
voor bedrijfspanden de helft van de huurverhoging niet wordt geblokkeerd. Daarom
diende hij een amendement in, volgens hetwelk de huur van bedrijfspanden met
maximaal 15 percent mag worden verhoogd. Het amendement maakt zeer grote
kans te worden aangenomen.
De maatregel gelden te reserveren voor
verbetering van het woningpeil is geen
socialistisch denkbeeld, zei de heer Bom
mer, want de gedachte is gerezen in andere
kring en het vorig jaar overgenomen bij
de kabinetsformatie. Oorspronkelijk was
daarbij sprake van een reservering met
een bestemmingsverplichting, maar die is
gewijzigd in een bestemmingsdrang. De
P.v.d.A. had voor een bestemmingsheffing
liever een andere en meer eenvoudige
methode gevolgd (verhoging van de grond
belasting), maar het blokkeringsvoorstel is
althans een poging iets goeds tot stand te
brengen ter verbetering van de woning
voorziening. Daarom kan de P.v.d.A. er
mee akkoord gaan.
Tegen de suggestie van kleine huurver
hogingen met korte tussenpozen had de
heer Bommer beslist bezwaar. Hij vindt,
dat er na de komende huurverhoging wel
enige behoefte is aan rust, ook met het
oog op de prijzen. Bij een volgende huur
verhoging zou de heer Bommer verschil
lende percentages willen vaststellen naar
gelang van de kwaliteit van de woningen.
Hij wenste, evenals de heer Van Vliet
(K.V.P.), thans reeds een onderzoek naar
de wenselijkheid van, een verschillend per
centage huurverhoging op basis van de
gemeenteklassen.
Morele plicht
Ook de heer T i 1 a n u s (C.H.U.) was van
mening, dat een goed onderhoud en ver
betering van de oude woningen van emi
nent belang is voor ons huiselijk volk.
Maar dat daarvoor een blokkering van de
helft van de huurverhoging nodig is, ge
paard gaande met administratieve romp
slomp, betreurde hij toch wel heel erg. In
zijn hart is' hij het er mee eens, dat van
de blokkering niets goeds valt te zeggen,
maar het verstand spreekt toch ook een
woordje mee. Er moet in het belang van
de volkshuisvesting een aanzienlijke huur
verhoging komen.
Niettegenstaande alle agitatie vermocht
de heer Tilanus niet in te zien waarom zo
heftig tegen de blokkering is geprotesteerd
als de laatste weken is gebeurd. Indien de
regering alsnog genoegen zou willen nemen
met een huurverhoging van tien of vijftien
percent, zonder blokkering, zou dat de heer
Tilanus verheugen, maar als de regering
dat niet verantwoord vindt, dan voelde hij
(evenals enige leden van zijn fractie) zich
moreel verplicht het gegeven woord van
vorig jaar zomer tijdens de kabinetsforma
tie gestand te doen.
„Wetgevend wangedrocht"
Een heel ander geluid liet de heer Van
Rijckevorsel (K.V.P.) horen. „Mogen wij
dit wetgevend wangedrocht op de natie
(ADVERTENTIE)
■uütraat 5 - Haarlem - Tel. 15220
...ca.ve Groenmarkt 2 - Haarlem - 'fel. 15228
Proefproces voor kantongerecht
te Gouda
Voor het kantongerecht te Gouda is een
principiële zaak behandeld tegen de auto
rijschoolhouder J A. Hippe uit Amstel
veen, die, volgens de dagvaarding in strijd
met de algemene politieverordening van de
gemeente Gouda daar een rijschool had
gevestigd zonder vergunning van het col
lege van B. en W. De lieer Hippe, die voor
zitter is van de afdeling rijscholen Federa
tie van Nederlandse Organisaties voor Per
sonenvervoer (F.N.O.P.), heeft dit proefpro
ces uitgelokt op verzoek van de minister
van Verkeer en Waterstaat met het oog op
een in te dienen wetsontwerp, ten einde
uitgemaakt te zien of de verordening van
de gemeente Gouda, waarbij is bepaald dat
voor het vestigen van een rijschool een
vergunning nodig is, in strijd is met artikel
208, tweede lid, van de Grondwet, dat de
vrijheid van onderwijs waarborgt.
De officier van Justitie, mr. De Saint
Aulair, ging in zijn requisitoir uitvoerig in
op de historische achtergronden bij de tot
standkoming van dit artikel. De rationa
listische geest die toen heerste op de scho
len en die het ontstaan van vrijheid van
onderwijs nodig maakte, werd hierbij in
het geding gebracht. Met „onderwijs" in
art. 208 wordt naar de mening van de
officier van Justitie bedoeld dat onder
wijs, dat van invloed is op de levens- en
wereldbeschouwing. Omdat dit volgens
hem bij het rijschoolonderwijs niet het ge
val is, acht hij de Goudse politieverorde
ning bindend. Hij eiste daarom een boete
van één gulden.
Op 19 juni zal de kantonrechter schrif
telijk vonnis wijzen.
loslaten?" vroeg hij. Hij had geen ver
trouwen in het stelsel van huurronden en
loonronden. Hij voelde iets voor het Bel
gische stelsel om bij stijgende draagkracht
van de bevolking geleidelijk de huren los
te laten; eerst de hoogste huurMassen en
in de loop van jaren geleidelijk de lagere
huurklassen.
Voorts vroeg de heer Van Rijckevorsel
of het mogelijk zou zijn de verbetering van
de woningen te animeren door toe te staan
dat van de kosten van verbeteringen jaar
lijks 12 1/2 percent voor de inkomstenbe
lasting mag worden afgeschreven.
Hoe ingewikkeld de regeling is zette de
heer Versteeg (A.R.) in een juridisch
betoog uiteen. Ook de heer W e 11 e r
(K.V.P.) meende, dat de advocaten' het
meest van de huurblokkering zullen pro
fiteren. De heer Van de Wetering (C.H.U.)
sprak van een voortschrijdende onteige
ning van het bezit, die niets verbetert aan
het woningtekort.
De looncompensatie
De compensatie voor de huurverhoging
zal twee percent van het loon bedragen,
maar voor vele loontrekkenden zal het per
centage hoger zijn, zei de heer VanMas-
trigt (C.H.U.). Op een weekloon van 80
gulden is 2 percent f 1,60, maar de com
pensatie bedraagt in de vijfde gemeente
klasse tenminste f2,10 en in de eerste ge
meenteklasse f3,10. Wanneer de minimum
bijslagen later in- de loonovereenkomsten
worden verwerkt, wordt de loonsverhoging
voor velen dus in feite meer dan twee per
cent en aldus wordt de loonopbouw ver
stoord. Het verschil tussen arbeiders,
die compensatie krijgen én de nog' niet 23-
jarigen aan wie geen compensatie wordt
verleend, vergroot hét verschil tussen deze
groepen. In de toekomst zal er uit de jong
ste groep dus aandrang komen om het ver
schil te verkleinen, waaruit een verdere
loonsverhoging zal voortvloeien. Al met al
vreesde de heer Van Mastrigt daarom ge
vaar voor de prijsstabilisatie.
De heer Roemers (P.v.d.A.) vond de
compensatieregeling bevredigend, omdat
zij aan de lagere loontrekkers volledige
vergoeding geeft voor de huurverhoging.
Hij zag geen gevaar voor prijsstijging,
want omdat de huurverhoging en de daar
mede gepaard gaande compensatie op
1 augustus ingaan en de premie voor de
kinderbijslag met 0,4 percent wordt ver
laagd, zullen over het gehele jaar 1957 ge
rekend de lasten voor de werkgevers stij
gen met gemiddeld 0,8 percent over de
totale loonsom. Die last is te dragen, om
dat de werkgevers volgens het S.E.R.-
advies hadden gerekend op 1 percent las
tenverzwaring en zich bereid hadden ver
klaard die last te dragen zonder de prijzen
te verhogen. Inderdaad werkt de mini
mum-bijslag minder fraai ten opzichte van
de loonopbouw, maar die invloed kan vol
gens de heer Roemers worden gecorrigeerd
als de economische omstandigheden daar
toe de mogelijkheid scheppen.
Vandaag zal de minister van Volkshuis
vesting en Bouwnijverheid, ir. Witte, de
in de Kamer gemaakte opmerkingen be
antwoorden.
rjo Mo^ovi3nd«p televisiezender is in 1956
biim ""'T uur in 8» hwht geweest. Dat komt
neer op een gemiddelde zendduur per week
van ongeveer twaalf uur en drie kwartier.
In deze zendtijd werden 651 uitzendingen
verzorgd, waarvan 386 door de Nederlandse
Televisie Stichting (journaal, weerover-
zicht, filmavonden, Eurovisie). Deze cijfers
zijn ontleend aan het verslag over 1956 van
de Nederlandse Televisie Stichting.
Het N.T.S.-journaal, dat vorig jaar januari
is begonnen, verzorgde 163 uitzendingen,
waarvan er twintig zijn uitgezonden als
extra-programma's. Deze uitzendingen na
men in totaal 43 uur en 15 minuten in
beslag, waarin begrepen dertien uitzendin
gen over de gebeurtenissen in Hongarije en
het Midden-Oosten, waarmee in een perio
de van elf dagen één uur en veertig minu
ten waren gemoeid.
De Eurovisie-programma's hebben 134
uur, dat is 18.79 percent van de totale zend
tijd, in beslag genomen. Er zijn 126 pro
gramma's gerelayeerd, waarvan 26 aan de
Olympische winterspelen in Cortina d'Am
pezzo gewijd waren.
Van de door het N.T.S.-journaal vervaar
digde binnenlandse onderwerpen werden er
99 naar het buitenland gezonden als onder
deel van de uitwisseling van journaalpro
gramma's met het buitenland.
De N.T.S. heeft in 1956 in totaal
3.313.999.12 uitgegeven, 172.129.88 min
der dan was begroot. Van deze uitgaven is
837.489.74 besteed voor investeringen. Bij
de exploitatie waren de grootste lasten de
technische dienst 796.901,06) en de pro-
grammadienst 1.206.839.26). De omroep
organisaties, zo vermeldt het verslag van
de N.T.S., hebben in 1956 aan televisie uit
gegeven 847.014 voor voorbereiding en
795.219 voor de programma's zelf.
Van onze parlementaire redacteur)
Woensdagavond viel er in de rede van de
heer Tilanus, de leider van de C.H.-fractie,
veel goeds te beluisteren. Heel nuchter de
vraagstukken, waarom het bij de voorstel
len inzake de huurverhoging gaat, in be
schouwing nemend, verwees deze afgevaar
digde het verhaal als zou er thans met de
blokkeringsregeling zo iets als een koude
socialisatie gaande zijn, naar het rijk dei-
sprookjes. De heer Tilanus, een rustig,
evenwichtig man, bleek heel wat demago
gie, welke er in de jongste tijd rondom de
huurverhogingskwestie ten beste is ge
geven, ten volle te doorzien.
In één opzicht intussen was er echter
iets wonderlijks in zijn beschouwingen. Hij
viel er over, dat een van de kranten had
geschreven, dat nu de anti-revolutionaire
afgevaardigde de heer Eibergen, zo kalm
gesproken had, daarmee wel was komen
vast te staan, dat de anti-revolutionaire
ministers rustig konden aanblijven. Deze
opmerking was de heer Tilanus onwelge
vallig, omdat ministers dienaren zijn van
de Kroon en in een kabinet geen zitting
hebben als mandatarissen van hun partij.
Dit laatste moge tot op zekere hoogte waar
zijn, het is beslist in strijd met de werke
lijkheid, het te doen voorkomen, alsof er
tussen de ministers en de partijen waartoe
zij behoren, geen enkele band meer bestaat.
Tenslotte is het toch zo, dat er tussen de
samenstelling van een kabinet en de partij
verhoudingen in het parlement een samen
hang bes'taat. Indien nu een partij onom
wonden haar vertrouwen opzegt aan haar
in een kabinet zittende geestverwanten,
dan ligt het voor de hand, dat deze daaruit
de consequenties trekken. Het is daarom
waarlijk niet nodig om, gelijk de heer
Tilanus deed, het te doen voorkomen alsof
men in een dergelijk geval met een af
schrikwekkende navolging .van minder ge
lukkige politieke verschijnselen elders te
doen zou hebben.
De geest van het parlementaire stelsel
brengt met zich mee, dat een kabinet, dat
heeft samen te werken met een Kamer,
waaraan het kabinet verantwoording ver
schuldigd is, acht heeft te slaan op de door
de Kamer, dus door de groepen, waarop het
kabinet steunt, aangenomen houding.
Dronken achter het stuur
De rechtbank te Arnhem heeft de ko
perslager Th. P. N. uit Arnhem veroor
deeld tót. zes maanden gevangenisstraf
voorwaardelijk en een proeftijd van drie
jaar. De rechtbank bevond N. schuldig
aan een auto-ongeluk te Hummelo op 16
maart. Als gevolg van dit ongeluk kwam
de echtgenote van N. om het leven, hijzelf
en twee inzittenden werden zwaar gewond.
N. zou grovelijk onachtzaam onder de in
vloed van sterke drank hebben gereden.
De officier van Justitie had zes maanden
gevangenisstraf geëist en vijf jaar intrek
king van het rijbewijs.
Tijdens een intieme bijeenkomst in het
Amsterdamse Rijksmuseum is woens
dagmiddag de kunsthistoricus prof. dr.
M. J. Friedlander ter gelegenheid van
zijn negentigste verjaardag gehuldigd.
Hierbij werden hem door de loco-
secretaris-generaal bij het ministerie
van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen, mr. H. J. Schölvinck, de ver
sierselen uitgereikt behorende bij de
onderscheiding van ridder in de orde
van de Nederlandse Leeuw, welke de
kunsthistoricus dezer dagen bij K.B. is
verleend.
»ooooooocoococoococoooooocio(x»5r»oo(xoocoocooocioocoooco(
WEEKABONNEMENTEN
dienen uiterlijk op Woensdag te worden
betaald, daar de bezorgers op Donder
dag moeten afrekenen.
DE ADMINISTRATIE
jÓCOCC«X»OOCOOOOOCXXDOOOOOOOOOOUXXXXXXX)OOCOt>OCCCCCOCCC<X
Puttense overval berecht
De rechtbank te Zwolle heeft de 25-jarige
losarbeider W. van der W. uit Amsterdam
en de 37-jarige stuurman van de grote
vaart W. E. G. van den E. uit IJmuiden,
wegens het plegen van een groot aantal
inbraken, comform de eis, elk veroordeeld
tot vier jaar en zes maanden gevangenis
straf.
Op 19 januari j.l. zagen zij in Amster
dam een eierhandelaar uit Putten een gro
te som gelds in zijn zak steken. Zij volg
den hem per auto naar Putten. Daar werd
de wagen van de eierhandelaar aangehou
den van den E. trok daarbij zijn revolver
en schoot er mee in de lucht. De eierhande
laar, die in gezelschap was van zijn beide
zoons, overhandigde hierop zijn portefeuille,
die-echter-slechts-honderd* guldenbevatte..
De zoon, die het grote bedrag bij zich had,
wist te ontkomen. De overvallers gingen er
ijlingkvaTidboï,' maar in huff haast reden'
zij tegen een paal. Ze vervolgden te voet
hun weg en werden kort daarna gegrepen.
Van der W. was 5 september uit de straf
gevangenis te scheveningen ontvlucht. Met
van den E. en vaak samen met een derde,
een zekere S. E. H. heeft hij sinds half de
cember ongeveer 24 inbraken gepleegd.
Deze inbraken "Waren mede vermeld in de
dagvaarding.
Raad van State behandelde
beroep van weduwe
Voor de afdeling Geschillen van Bestuur
van de Raad van State is het beroep
behandeld, ingesteld door mevrouw F. S.
Rost van Tonningen-Heubel te Velp, tegen
een beslissing van de burgemeester van
Den Haag waarbij verlof tot opgraving van
de stoffelijke resten van haar echtgenoot,
mr. M. M. Rost van Tonningen, werd ge
weigerd. Mr. Rost van Tonningen, een dei-
voormannen der NSB, die na de bevrijding
werd gearresteerd, overleed op 6 juni 1945
en werd met 128 anderen in een massagraf
op de algemene begraafplaats in Den Haag
begraven. Mevrouw Rost van Tonningen
wil de stoffelijke resten naar een eigen
graf doen overbrengen. Namens de ge
meente Den Haag werd medegedeeld dat
dc zich in het massagraf bevindende stof
felijke resten niet meer kunnen worden
geïdentificeerd. Mevrouw Rost van Ton
ningen is evenwel van oordeel dat identifi
catie wel mogelijk is aangezien haar man
is begraven in een deel van de begraaf
plaats waarvan de grond een mummifice
rende werking zou hebben, hetgeen echter
door deskundigen van de gemeente wordt
ontkend.
Gedeputeerde Staten hadden de Raad
van State in overweging gegeven het be
roep ongegrond te verklaren, doch appèl-
lante in de gelegenheid te stellen bij de
ruiming van het desbetreffende gedeelte
der begraafplaats aanwezig te zijn.
Mevrouw Rost van Tonningen betoogde
dat zij over gegevens beschikt waaruit de
juiste plaats van het stoffelijk overschot
van haar man dat volgens haar in een
graf van 16 personen zou zijn begraven
kan worden opgemaakt.
Namens de gemeente werd verklaard dat
tegen inwilliging van dit verzoek bezwa
ren bestaan. Het nagaan van alle stoffe
lijke overschotten zou de rust in het des
betreffende graf verstoren.
De directeur van de begraafplaats bleef
bij zijn verklaring dat' in het graf waar
schijnlijk 129 overschotten zijn begraven,
'waardoor identificatie niet mogelijk zou
zijn. Hiertegenover stelde mevrouw Rost
van Tonningen echter, dat zij over meer
authentieke gegevens beschikt, en dat de
mening van de gemeente gebaseerd is op
verklaringen van de huidige directeur en
niet op die van de vroegere directeur van
de begraafplaats.
De Raad van State zal over deze zaak
advies uitbrengen aan de Koningin.
De nationale radio-actie „Goed Zo", die
de N.C.R.V. het afgelopen seizoen via radio
en televisie heeft gevoerd ten bate van
lichamelijk gehandicapte kinderen, heeft in
totaal 2.870.439,65 opgebracht. In liet
Amsterdamse Concertgebouw heeft Johan
Bodegraven woensdagavond met heel zijn
hart het motto van deze slotavond kunnen
uitroepen: „Eind goed zo al goed zo".
Het eindbedrag is door de voorzitter van
de N.C.R.V., mr. A. B. Roosjen symbolisch
aangeboden aan de vertegenwoordigers van
de instellingen, waarvoor de actie was be
doeld: mr. J. Klaasesz, voorzitter van het
Prinses Beatrix Poliofonds nam het leeu
wendeel in ontvangst namelijk ruim één
miljoen gulden; prof. dr. I. A. Diepenhorst,
voorzitter van het instituut voor blinden-
en slechtzienden „Bartimeus" te Zeist kreeg
ruim een half miljoen gulden; prof. dr.
L. H. van der Meiden, voorzitter van het
instituut voor doofstomme kinderen „Ef-
fatha" te Voorburg eenzelfde bedrag en ds.
A. Keers, voorzitter van de stichting voor
spastische kinderen, de Johannastichting
ruim vierhonderdduizend gulden. In het to
taal bedrag is ook begrepen twee ton, die
bijeengebracht is voor de Hongaarse jeugd
en die reeds waren afgedragen aan het
Nationaal Comité Hulpverlening Hongaarse
Vluchtelingen
De verrassingen waren in het Concert
gebouw talrijk. Aan de blinde kinderen van
Bartimeus werd een kostbare Bechstein-
vleugel aangeboden, die dit nieuwe instru
ment dankbaar aanvaardden en onder lei
ding van Mees van Huis enkele liedjes
zongen, begeleid aan deze vleugel. Enkele
doofstomme welpen uit Effatha namen
mede voor hun kameraadjes tien tenten
met volledige uitrusting in ontvangst en de
ongelukkige kinderen uit de Johanna
stichting, die het podium opstrompelden,
waren zichtbaar verrast met de afbeelding
van een achtpersoons autobusje, dat straks
eigendom van de stichting zal zijn en waar
mee zij dan vervoerd kunnen worden. De
grootste verrassing was te lezen van de ge
zichten van twee verpleegsters uit het
Zuider Ziekenhuis in Rotterdam. Zij staar
den vol verbazing naar hun eigen beel-
Niet minder dan 2.870.439,65 bracht de
Goed Zo-actie op, welke onder leiding
van Johan Bodegraven door de N.C.
R.V. is gevoerd ten bate van lichame
lijk gehandicapte Nederlandse kinde
ren. Het resultaat werd op de hierbij
uitgebeelde wijze bekend gemaakt op
de slotavond van de actie, woensdag
avond in het tot de nok gevulde Con
certgebouw te Amsterdam. Achter de
microfoon Johan Bodegraven.
Er is op het ogenblik een aantal, meren
deels jongere schilders, die uitgaan van ge
lijke schilderkunstige principes en wat be
treft voorkeur voor bepaalde kleurengam
ma's elkaar lijken te beïnvloeden. Wan
neer dit zo mocht doorgaan zou jnen kun
nen spreken van een nieuwe Amsterdamse
School een school, die gelijk de Bergen
se, steunt, hetzij direct of indirect, op
de ideeën van Cézanne.
De later gekomen Fransman Villon wees
met zijn werk naar een verdere uitwerking
van Cézannes principes en dit werk is niet
zonder invloed op Groenestein en enigs
zins ook op Zwier geweest. Lataster heeft
het werk van Matisse er op bekeken hoe
in andere richting één en ander uit dat
van Cézanne ontwikkeld kon worden. Die
deren, wiens laatste tentoonstelling nog
vers in het geheugerï kan liggen, stond
dicht bij Lataster en beet zich vaster in de
meer of minder gemeenschappelijk ver
worven uitdrukkingswijze, die ook die van
Nols werd. Iets minder bekommerd om de
uitdrukkingsvorm, meer bezeten misschien
door de inhoud, tonen zich Reneman, En
gelman en Jutta Metzger, wier werk niet
te denken is zonder 't expressionisme, dat
ook voor Defesche een aanwijzing was. De
meer nog zoekende Kouwer Boomkens
lijkt iets van zichzelf in het werk van de
voorlaatsten te herkennen. In aansluiting
bij al deze figuren moet nog Bierman ge
noemd worden, al is hij in dit gezelschap
de meest uitzonderlijke persoonlijkheid.
Een lange inleiding voor het werk van
Jan Sierhuis, die tot 20 juni bij Magdalena
Sothmann in Amsterdam exposeert. Maar
hij heeft dan ook alles te maken met de
anderen, met wie hij wel bij „Start"-expo-
sities of die van De Keerkring optrad.
Sterk doet een enkel landschap van hem
denken aan wat Nols liet zien. In een
Bretons havengezicht („Guivelec") ont
moet men een wijze van bouwen van het
schilderij, die ons uit het werk van Groe
nestein en Zwier bekend was. In weer an
dere doeken schilderde Sierhuis luchten,
die aan die van Diederen herinneren. Hij
neigt op eenzelfde intuïtieve wijze naar het
expressionisme als Jutta Metzger, Engel
man en Reneman met zijn stadsgezichten.
Sierhuis heeft zich daarmee niet laten lei
den door de anderen maar hij wordt ge
leid door een zelfde geest als die welke
achter het werk der anderen staat. Wel
heeft Sierhuis iets van dat eigene verloren,
dat mij bij vroeger optreden van hem zo
boeide. Al schildert hij nog met dezelfde
vaart zijn dingen, zijn zeggen is vergeleken
bij voorheen meer in een bepaalde vorm
gepast en het komt mij voor dat dit nog
niet zijn meest eigene is. Deze opmerking
betreft vooral mijn indruk van het totaal
dezer expositie. Want nóg spreken mij
Sierhuis' enkele tekeningen direct aan.
Het boeiendst waren voor mij de in zijn
directe omgeving geschilderde werken,
met vermoedelijk dus een groter contact
met het onderwerp. Een gezicht op het
Singel uit zijn raam, het gezicht op de
Stroomarkt, waar hij woont, of de Brou
wersgracht gezien in de richting van zijn
huis zijn voor mij de beste schilderijen
naast dat van Oppijnen, dat ook de indruk
maakt in levendiger verband met het on
derwerp te staan, meer geïnspireerd te
zijn.
Sierhuis bevindt zich in een bepaalde
fase van een ontwikkeling. Hij heeft aan
beheersing van de schilderkunstige mid--
delen in het algemeen gewonnen. Met
minder bijgedachten op den duur aan de
uitdrukkingsvorm zal hij zeker weer per
soonlijker, maar dan meer gerijpt, worden.
Nog hecht hij iets te zeer aan het manuaal,
hangt zijn structuur iets te zeer af van
een zeker automatisme, waarmee hij lijnen
en vegen neerzet. Zijn etsen werden hier
door wel sterk spiegelbeelden en hebben
iets onnatuurlijks nu, terwijl ze toch op
natuurlijke wijze werden neergezet. Sterk
voelt men in zijn schilderijen hoe alles
van links naar rechts werd aangebracht,
hoe geborsteld werd in een richting die
neigt van rechtsboven naar linksbeneden
of omgekeerd. Het gevolg is een ietwat té
gelijke beweging in alle schilderijen, een
beweging, die soms de compositie mede
bepaalde. Het wijst er echter ook op dat
Sierhuis begrijpt dat zijn natuurlijkheid
van doen niet verloren mag gaan bij zijn
streven naar een grotere beheersing van
zijn vak.
Bob Buys
tenis op niet minder dan twaalf televisie
toestellen, die op het podium waren aan
gebracht en de uitzending direct weerga
ven en die bestemd zijn voor de beademing
centra voor polio-patiëntjes, te verdelen
door het Prinses Beatrix Poliofonds. Dit
fonds krijgt behalve de 1,1 miljoen gulden
uit de actie goed-zo ook de opbrengst van
150.000 aan effecten, die eerdaags op de
Effectenbeurs te Amsterdam in het open
baar ten bate van deze zieke kinderen zul
len worden verkocht.
Voor Johan Bodegraven is „Goed-Zo"
voorlopig de laatste actie, want hij krijgt
bij de N.C.R.V. de functie van hoorspel
regisseur als opvolger van Dirk Ferèl die
met pensioen gaat.
Bij de behandeling van de begroting
voor zaken Overzee in de Eerste Kamer
heeft minister Helders verklaard, niets te
kunnen mededelen over de thans in Den
Haag aan de gang zijnde onderhandelin
gen met een Antilliaanse delegatie over
de verbreding van de welvaartsbasis. Van
ganser harte hoopt hij, dat de besprekin
gen zullen leiden tot volledige bevrediging
van beide partijen.
Over de kwestie van de uitwijzing van
een journalist en het ontslag van de waar
nemend procureur-generaal van de An
tillen zei de minister, dat deze aangele
genheid er een is van overleg binnen de
regering van de Antillen, dus tussen de
regering en de gouverieur. Het zou thans
niet passen aan deze commissie deel te
nemen. Er is nog geen oordeel over de
vraag, in hoeverre deze kwestie op basis
van het statuut de regering van het
koninkrijk aangaat. Het is evenwel zeer
wel mogelijk, dat deze kwestie daarin aan
de orde zal komen.
Naar aanleiding van door de heer Cam-
melbeeck (P.v.d.A.) gemaakte opmerkin
gen verklaarde de bewindsman, dat er
geen concrete plannen zijn genoemd voor
het werk van de nieuwe Sticusa. Cultu
rele samenwerking is echter een zaak van
zoeken en tasten. Overigens heeft het
werk van de Sticusa, zowel de oude als de
nieuwe, meer waardering dan critiek on
dervonden. De culturele samenwerking
staat overigens reeds in het brandpunt
van het beleid en zal dit ook blijven.
De heer Cammelbeeck was teleurgesteld
over dit antwoord. Sinds 1948 wordt al
„gezocht en getast" en uit de gemaakte
fouten had reeds lang lering kunnen wor
den getrokken. Hij vroeg of er eindelijk
een plan komt, waarbij in het oog moet
worden gehouden op het feit, dat in Su
riname een veel groter affiniteit jegens
Zuid-Amerika dan het westen bestaat. Mi
nister Helders zegde toe, dat hij overleg
zal plegen met de minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen over het
werk van de Sticusa.
De begroting werd goedgekeurd met de
aantekening dat de communisten geacht
wensen te worden te hebben tegengestemd.