EEN VLAAMSE LEVENSKUNSTENAAR
©,6 tu.Lee.de Haay&e VAedeiconftekeritLe
(aê/ -
Litteraire
Kanttekeningen
ATMOSFERISCH TAPIJT
ONZE PUZZEL
IKE hersteld
ZATERDAG 15 JUNI 1957
Erbij
PAGINA TWEE
üVlaurice Roelants
Danscongres 1957: weinig Kijk vooral naar de tekeningen in de Nieuwe Vleugel
praten en veel dansen
VIJFTIC JAAR CELEDEN
Vijftien verdragen
FRIVOOL AANHANGSEL VAN
HET VOORBIJGLIJDENDE NIEUWS
R. Agteran
Sterke teleurstelling
IN EEN VERZAMELING „Keurboeken mensen, het leven in zijn familiaire intimi-
uit het werk van Maurice Roelants" (uit
gave A. Manteau, Brussel) is het eerste
drietal van de twaalf aangekondigde delen
verschenen: behalve „Gebed om een goed
einde" en „Alles komt terecht" nog een
bundel voor het eerst in boekvorm bijeen
gebrachte litteraire beschouwingen „Schrij
vers, wat is er van de mens?" De volgorde
van verschijnen is blijkbaar niet chronolo
gisch bedoeld: de beide romans dateren
respectievelijk van 1944 en 1937, de critie-
ken werden voor het merendeel in de jaren
na de tweede wereldoorlog geschrevenDe
ontwikkelingsgang van Roelants, het rij
pingsproces van zijn schrijverschap, zal
voor zijn incidentele lezers dus pas Xe over
zien zijn zodra deze keuruitgave haar be
slag heeft gekregen. En dan nog maar ten
dele: zijn gedichten, een kwarteeuw gele
den in een zelfkeur herver schenen, zijn
blijkens de aankondiging in deze „verza
melde werken" helaas niet opgenomen. En
toch debuteerde Roelants als dichter - als
dichter van het befaamde „Fonteintje", van
die kleine groep jongeren, die in hun mi
nuscule tijdschrift anno 1921 front maakten
tegen de Vlaamse expressionistische revo
lutie, welke de oorlogservaring, de con
frontatie met de dood, in de jaren 1914-
1918 had ontketend
DE JONGE dichter Roelants, die „de
vaste grond" prees en welluidend dichtte
hoe zoet het was weer aan de arm der
geliefde te „schrijden", was een dynami
sche, militante poëzie als van Paul van
Ostayen, een „omhelzing van de absurdi
teit, de grote konkubine", waaraan Victor
J. Bunclair zich in de roes der vernieu
wing had overgegeven, of het „demoni
sche" sarcasme van Gaston Burssens even
vreemd als de „vlamingerende" levenslust
van een Pallieter. Tóén al, in die lyrische
teit en beproeving, in zijn moeilijke vrede
en onvermijdelijk verdriet, gaf hem stof te
over, stof genoeg om te getuigen van zijn
onverwoestbaar geloof in het zinvolle, in
een loutering, een aanvaarden, een herbe
ginnen, een mogelijk geluk klein mis
schien, broos altijd, maar waard om er
voor te leven. Hij maakte er mensen van,
die hij al schrijvende ontdekte. Hij sprak,
juichte, treurde, leed met hen mense
lijk, op voet van vriendschap. Ze verras
ten, ze troostten, ze vertederden hem, als
of niet hij het was die hen de wereld in
zond, maar zij tot hèm waren gekomen. En
zo is het dan ook wel: ze groeiden uit
zijn ervaring, zoals een bloem uit zijn
knop groeit, bitter dan wel zoet. En hij
hield van ze. Hij hield zo intiem van ze,
dat hij hen bijna angstvallig behoedde
voor het lot van de hemelbestormers en de
verlorenen, de profeten en de nihilisten.
Wat hij daarmee in de breedte prijs gaf,
won hij in de diepte. En waar hem ook
déze te donker werd, vermande hij zich
tot een wijs aanvaarden van de ondoor
grondelijkheden van dit bestaan, dat
Goethe een van zijn ontroerendste „Alter -
gedichte" deed besluiten met een: „hoe het
ook is, het leven, het is goed".
Het Danscongres 1957, dat zoals gemeld
op zaterdag 22 juni a.s. wordt gehouden in
gebouw Marcanti in Amsterdam, is ge
organiseerd door het Centraal Donsberaad
met steun van het ministerie van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen, van de
gemeente Amsterdam en van het Prins
Bernhardfonds. Het ligt in de bedoeling
der organisatoren de aanwezigen aan con
gres en dansavond zo veel mogelijk zelf te
laten deelnemen en zo weinig mogelijk
theoretische beschouwingen te doen hou
den. Na het openingswoord van de voor
zitter van het Centraal Dansberaad, prof.
dr. L. J. van Holk, en een uiteenzetting
van de congresvoorzitter de heer J. C.
Wilmans volgt een praktische beoefening
van de gezelschaps-, volks- en kunstdans,
onder leiding van respectievelijk de heer
Th. W. Bus uit Groningen, mevrouw F.
van Doorn-Last uit Amsterdam en me
vrouw E. Wijdeveld-Harss uit Amsterdam.
Deze docenten zullen met de heren H.
Kwekkeboom, K. Poons en J. C. Wilmans
een forum vormen ter beantwoording van
vragen op dansgebied. Prof. dr. Van Holk
geeft een samenvatting en zal daarna af
scheid nemen van het centraal dansberaad
als voorzitter. Hij wordt opgevolgd door
de heer Wilmans. 's Avonds wordt een op
voering gegeven van het spel „De Wereld
een Dansfeest?" van J. H. W. Veenstra en
door leden van de vier grote Nederlandse
balletten, Ballet der Lage Landen, Ballet
der Nederlandse Opera en het Nederlands
Ballet en Scapino zullen nummers uit
eigen repertoire worden uitgevoerd.
In de Nieuwe Vleugel van het Stedelijk
Museum te Amsterdam exposeren tot 30
juni twee verenigingen: de Nederlandse
Kiring van Tekenaars en Stuwing, vooral
schilders omvattend, maar ook tekeningen
exposerend. Bij beide verenigingen zijn dit
keer ook beeldhouwers te gast. Belangrijk
is de vertegenwoordiging van Charlotte
van Pallandt en vooral die van Hubert van
Lith, schepper van het PhiLips-monument.
P. Kingma's felle „Haan" en een fijn meis
jeskopje van J. H. Ido mogen zeker niet
voorbijgelopen worden.
De aantrekkelijkheid van beide tentoon
stellingen is dat het aantal exposerende fi
guren betrekkelijk klein is en dat der in
zendingen dus groter, hetgeen de zaak in
teressanter maakt wanneer er waardering
voor bepaald werk kan bestaan. Verschei
dene figuren blijken van beide vereni
gingen lid te zijn en konden zodoende,
waar ze met hun schilderijen wat minder
gelukkig waren, met tekeningen de indruk
verbeteren. Ik dacht dit het geval bijvoor
beeld met A. Buytendijk, wiens met geest
getekende „Kerkdienst" en „Apenfamilie"
me meer waard zijn dan zijn naar mijn
gevoel wat te drukke schilderijen. Toch
lijkt mij zijn expressionistische visie op
een gezelschap in een bekend Amsterdams
artiestencafé een winst. Kouwer, onder
meer een even aan Soutine herinnerende
„Vis" exposerend, blijkt ook een uitsteken
de tekenaar. Storks zeker te waarderen
aquarellen worden misschien toch over
troffen door zijn tekeningen. Bij Van Ge-
mert is dat zeker het geval.
Bij Stuwing zijn het vooral een aantal
grote drukbeschilderde doeken, die een
goede indruk van het totaal niet bevorde
ren. Stekelenburgs smaakvolle werken
moet ik hierbij uitzonderen en ook „Ha
ven met dok" van H. Willemse, een bijna
Appel-achtig geschilderd geval, maar met
voldoende beheerste spanning tot een goed
einde gebracht in tegenstelling tot zijn an
dere, overspannen te noemen doeken.
De aantrekkelijkheid van de tentoonstel
ling der „Tekenaars" is voor mij weer in
de vertegenwoordiging van bekende figu
ren als Maaike Braat, Paul Citroen, Rut^
Fischer, de Zandvoorter Pieter Giltay, w.
S. van de Kerke, Ger Langeweg en S. Rood
gelegen. Men maakte bij deze vereniging
nogal eens op verrassende wijze kennis
met debuterende figuren. Voor Amsterdam
bijvoorbeeld begon Giltay's faam in dit
milieu. Dit keer vielen me voorts op vlot
neergeschreven schetsen van Fien de
Brueijs, knappe stadsgezichten van Ria
Exel, fijne portretjes van Dinie Hendrix,
leuke circusschetsen van Guus Inckel|
fraaie tekeningen naar het Colosseum van
J. Ploos van Amstel, tekeningen waarmee
Esther Roelofsz in Amsterdam debuteert,
met geest neergezette schetsen van Jan
Sanders en een fijn gezicht op een Amster
damse wallekant van Pauline Zwart.
Bob Buys
ROELANTS IS een mild schrijver
mild in zijn oordeel, mild van toon. Hij be.
droog zich met illusies, hij verloor zich
niet in naargeestigheden. De ingevingen
van zijn hart luisterden altijd naar de teu-
AL HEEL SPOEDIG na de sluiting van de eer
ste Haagse Vredesconferentie van 1899, bijeen
gekomen op initiatief van tsaar Nicolaas II van
Rusland, werd op de internationale vredescon
gressen gepleit voor de bijeenroeping van een
tweede conferentie. Op de van 12 tot 14 septem
ber 1904 te St. Louis gehouden vergadering van
de in 1888 opgerichte Interparlementaire Unie -
een organisatie, bestaande uit leden van wet
gevende lichamen ter bevordering van internatio
nale samenwerking - werd een resolutie aange
nomen, waarin het congres „met het oog op de
omstandigheid dat zowel de openbare mening als
Bij een handweverij in Baarn wordt
thans in opdracht van de K.L.M. een ta
pijt geweven van enorme afmetingen. Het
is voor de lounge van een nieuw K.L.M.- „lwm,6
j gel van zijn intelligentie en zijn verstand gebouw op het New Yorkse vliegveld Idle- 00j^ geest der moderne beschaving verlangen
jeugdjaren, was hij een man van het m - voncj ajtijd zijn hart bereid om hem te be- wild bestemd. Het ontwerp hiervoor is van dat. geschillen tussen naties op dezelfde wijze be-
«i» de heer H de Vos in Rotterdam. slecht zullen worden als tussen personen, name-
Als op 15 juli het tapijt klaar zal zijn lijk door de op de gebruikelijke wijze vastgestel-
zullen vier meisjes zesduizend tot zeven- de wetten steunende rechtspraak" de regeringen
den, voor wie matigheid als voorwaarde
tot harmonie gold en harmonie het waar
merk betekende van een waardig leven:
volwaardig en éérwaardig. Men heeft hem,
traditioneel dichter, wel eens een burger
genoemd. En dat was hij en bleef hij, in
Maurice Roelants
de zin van „levensburger" dan; die boven
al het leven liefheeft, als de verwerkelij
king van een „schone orde" waarin „alles
terecht komt". Dat is geen goedkoop opti
misme en evenmin een dogmatisch geloof.
Het was een overtuiging, waaruit hij ge
leefd en geschreven heeft. Nederlagen en
ontgoochelingen, onvree en vertwijfeling
bleven hem waarachtig niet bespaard en kritieken schreef, als een innerlijke
levensgetrouw als hij schreef be
spaarde hij ze ook zijn romanfiguren
niet. Maar hij liet zich en zijn „mensen"
niet verkommeren. Hij richtte zich op en
hij richtte hen op. „Ik glimlach"
schreef hij in „Alles komt terecht"
„maar dan van waarachtig geluk, als de
gebroken boom voortbloeit, als de platge
trapte plant toch bloemen draagt. De
hoeden voor een kille vernuftigheid. Van
daar dat men zijn werk wel klassiek heeft
genoemd, al is daarmee te veel en te wei
nig gezegd. Teveel: omdat men bij het
klassieke aan werken denkt, waarin de
evenmaat van geest en gevoel, van vorm
en inhoud, op een hoger niveau werd be
reikt dan het zijne. Te weinig: omdat de
menselijkheid van zijn schriftuur, de le
vensechtheid ervan, in een zone ligt die
door letterkundige onderscheidingen maar
zeer ten dele wordt bestreken. Leven heeft
voor hem altijd meer betekend dan schoon,
heid: Laat mij het altijd opnemen voor
het leven, Geef dat ik het leven nooit ver
raad dergelijke uitspraken (te vinden
in zijn rijpste en gaafste werk „Gebed om
een goed einde") kwamen regelrecht van-
binnen-uit, vanwaar hem steeds meer
wijsheid is toegestroomd dan uit de over
wegingen van zijn spits intellect. De criti-
cus-Roelants bevestigt dat. Waar hij wikt
en weegt, waar hij betoogt, is zijn beschou
wing eerder interessant dan boeiend. Maar
hij slaat de gevoelstoon nog niet aan
zoals in hetgeen hij schreef over Karei
van de Woestijne, over Gilliams en Minne
of hij overtuigt: niet met kracht van
rede, maar met het con brio van zijn hart.
Roelants heeft over de taak van de criticus,
over diens normen en netelige bezigheid,
behartenswaardige woorden geschreven in
zijn inleiding tot de „essayistische speur
tochten". Hij heeft objectieve normen ge
zocht en ze niet gevonden. Hij is bij de lit
teratuurwetenschap, bij de geleerden en
zelfverzekerde beroepscritici te rade ge
gaan en is tot zijn vreugde met lege han
den teruggekomen, om het te houden bij
wat hem, of hij nu romans, gedichten of
na
tuurwet tot maatstaf diende: „ik kan niet
anders". En dat betekent voor hem: eer
lijk zijn en echt.
„De norm voor alle schoonheid" (zegt
hij in „Schrijvers, wat is er van de mens")
„ligt in de kunstenaar en in het leven,
waar het zich ook bevinden mag. Maar de
norm van die andere kunst, de kritiek-
beoefening, ligt in de derde en laatste in-
van de wereld verzocht hun vertegenwoordigers
naar een internationale samenkomst te zenden
ter bespreking van de aangelegenheden, die in
dertijd de Haagse Conferentie had behandeld,
onderhandeling over arbitrageverdragen tussen
de bij de conferentie aangesloten landen en stich
ting van een intergouvernementeel congres, dat
van tijd tot tijd ter beraadslaging van internatio
nale vraagstukken bijeen zou kunnen komen.
duizend werkuren voor deze opdracht aan
het weefgetouw hebben doorgebracht. De
hoofdkleuren van het tapijt, dat bijna drie
meter hoog wordt en acht meter lang, zijn
zwart, rood, blauw, groen en wit. Er ko
men bijna honderd tussentinten op voor.
Het tapijt heeft een „atmosferische" voor
stelling. Er staan verscheidene hemel
lichamen op afgebeeld en twee vliegende
figuren, waarvan de een een grote snelheid
figureert en de ander juist loskomt van
de aarde. Voordat het tapijt naar de Ver- De Interparlementaire Unie richtte tot de pre-
enigde Staten wordt overgebracht zal het sident van de Verenigde Staten van Amerika het
op een nader te bepalen plaats en tijd in verzoek alle landen uit te nodigen aan die con-
Nederland worden tentoongesteld. ferentie deel te nemen. Op 29 september 1904
werd die resolutie in het Witte Huis aan presi
dent Theodore Roosevelt overhandigd en deze
beloofde zijn medewerking te zullen verlenen.
Reeds de 21ste oktober zond John Hay, de Ameri
kaanse minister van Buitenlandse Zaken, een
nota aan de Amerikaanse gezanten van de staten,
die het Haagse Vredesverdrag hadden onder
tekend, gevolgd door een tweede nota op 16
december 1904. Het voorstel werd overal sympa
thiek ontvangen, maar Rusland wenste de bijeen
komst uit te stellen tot de oorlog met Japan
geëindigd was. Dadelijk na de beëindiging daar
van, op 28 augustus 1905, liet de Russische rege
ring weten dat zij bereid was de verdere stappen
voor de bijeenkomst van de tweede conferentie
te doen, waarmede de Amerikaanse regering zich
akkoord verklaarde.
Op 3 april 1906 richtte daarop de Russische
regering een nota aan de staten van het Haagse
verdrag, maar omdat de Amerikaanse republie
ken in augustus 1906 voor het derde Pan-Ameri-
kaanse congres in Rio de Janeiro bijeen zouden
komen, werd op hun verzoek de tweede Vredes
conferentie naar 1907 verschoven. Op 2 april 1907
zond de Russische regering een nieuwe nota aan
de daarvoor in aanmerking komende regeringen
en tevens werd aan de Nederlandse regering ver
zocht de uitnodigingen te verzenden, waaraan
gevolg werd gegeven nadat de Staten-Generaal
een bedrag van vijfenzeventigduizend gulden
voor de organisatie van deze conferentie hadden
gevoteerd.
Tsaar Nicolaas de Tweede
Horizontaal: 1. insect; 8. ontken
ning (Eng.); 9. goud (Fr.); 10. onge
veer (afk.); 12. gemeenschappelijke
weide; 15. jongensnaam; 16. beet;
18. meisjesnaam; 19. vragend vnw.;
20. kledingstuk; 22. voor; 24. vel;
25. verwerping; 26. roem; 28. Euro
peaan; 29. belemmering; 31. groet,
33. dicht; 35. voorzetsel; 36. mu
ziektempel; 38. pers.vnw.; 39. voor
zetsel; 40. landbouwgereedschap; 42.
beslist.
Vertikaal: 1. onbezorgd; 2. de on
bekende (afk.); 3. plakmiddel; 4.
voorteken; 5. voorzetsel; 6. titel
(afk.); 7. geridderd; 11. water in
N.-Br.; 13. boom; 14. drinkgerei;
15. voedsel; 17. schoenmakerswerk
tuig; 19. ruw; 21. lyrisch lofdicht;
23. radio vereniging (afk.); 27. wiel;
28. rivier (Sp.); 30. water in Fries
land; 32. half (Fr.); 34. voorzetsel;
36. telwoord (Eng.); 37. ontken
ning; 39. hetzelfde (afk.); 41. pers.
vnw.
ZO KWAMEN in de namiddag van
zaterdag 15 juni 1907 dus nu vijftig jaar
geleden - de afgevaardigden van vieren
veertig staten in de grafelijke zaal op het
Haagse Binnenhof bijeen onder voorzitter
schap van de Russische graaf Nelidov, die
op 30 juli van dat jaar de eerste steen legde
voor het Vredespaleis, waarbij de Neder
landse minister van Buitenlandse Zaken,
jhr. mr. D. A. W. Tets van Goudriaan, als
ere-voorzitter optrad. Vertegenwoordigd
waren Argentinië, België, Bolivia, Bulga
rije, Chili, China, Columbia, Cuba, Dene
marken, Duitsland, Ecuador, Frankrijk,
Griekenland, Groot-Brittannië en Ierland,
Guatemala, Haïti, Italië, Japan, Luxem
burg, Montenegro, Nederland, Nicaragua,
Noorwegen, Oostenrijk-Hongarije, Panama,
Paraguay, Peru, Perzië, Portugal, Roeme
nië, Rusland, San Salvador, Servië, Siam,
Spanje, St. Domingo, Turkije, Uraguay,
de Verenigde Staten van Amerika, de Ver
enigde Staten van Brazilië, de Verenigde
Staten van Mexico, Zweden (en Noorwegen)
en Zwitserland.
schoonste weerwraak op het spel, dat het stantie in de criticus: in de levende mens
lot met ons speelt, begint als wat een Aan déze gaf hij, wat hij ook schreef, het
drama dreigde te worden in ordelijk ritme laatste woord. Ja, Roelants is ^een levens
van leven en sterven overgaat". Dat klinkt kunstenaar en zijn
humanistisch en het is humanistisch, maar Hoe zei Goethe dat
dan zonder leerstelligheid en zonder een des Erwachen" ook weer? „Het leven zelf
andere leermeester dan dè ervaring. dichtte hij „is levend slechts door
Het uitzonderlijke heeft Roelants nooit mij"
gezocht. Het dagelijkse, de „gewone"
Om in aanmerking te komen voor een woord wist te geven hebben wij, zoals wij
van deze geldprijzen dient men uiterlijk vorige week reeds aankondigden, deze keet-
dinsdag 17 uur de oplossing per briefkaart extra prijzen uitgeloofd: f7.50 mejuffrouw rentie "werd gehouden waren er "vitf tien
in te zenden aan een van onze bureaus in B. Kleefman, Kruisstraat 44 (Hofje van vprdra<rpn nnwsW/i <in ir, r,nh„0J
Haarlem, Grote Houtstraat 93 en Soenda- Oorschot) te Haarlem; f5 W. van Gelder, SirSa^?Sf een verdrae vo?r
kunst is levenskunst, plein; in IJmuiden, Lange Nieuwstraat 427. Bloemendaalse Straatweg 48 Santpoort en vreedzame beslechting van internati male
in fcijn „Des Epimeni- Oplossing vorige puzzel: Oldenburg, Van Spej-kstraat 39 IJmui- gesohillpn ppn vpHrao nnnonc. Ho v,or,a»-_
„Eigen haard is goud waard". den! f 2-50 mevrouw J. Kooy-Kooymans,
Aelbertsbergstraat 108 Haarlem en C. van
Prijswinnaars: Omdat bij de puzzel van Doorn-Dedel, Amsterdamse Vaart 54 zw.
C. J. E. Dinaux 1 juni slechts èèn inzender het juiste ant- Haarlem.
Toen op 18 oktober de sluitingsvergade-
ring van de tweede Haagse Vredesconfe-
1
D"C IKE heeft ons daar even
een lelijke schrik bezorgd. Nu
alles weer achter de rug is.
kunnen we er een beetje
witjes om de neus om glim
lachen. Mijn Olietjes en Gene
ral Motortjes zien er intussen
weer gezond uit, nadat ze en
kele dagen geleden verflensd
en vergeeld in hun safe-loket
ten od apegapen lagen. Ze
trillen nog een beetje na van
de doorgestane depressie, doch
ieder nieuw krantenbericht
over Ike geeft hun nieuwe
bloedsomloop.
Het is jammer dat de be
richtgeving der kranten over
dergelijke, uiterst belangrijke
gebeurtenissen, altijd zo sum
mier blijft. De dagbladredac
ties beseffen blijkbaar niet,
welke oceanen van angst en
leed zij ontketenen door de
simpele mededeling, die het
begin vormde van de Ike-tra-
gedie: „President Eisenhower
lijdt aan een maagstooi-nis".
Als ze wisten wat dat voor
mensen als u en ik, met een
maatschappelijke ondergrond
van Olietjes en Anacondacop-
pertjes en zo, betekent, zouden
zij zich onmiddellijk haasten
om meer bizonderheden te
vermelden. Bijvoorbeeld, wat
Eisenhower de laatste drie da
gen gegeten had, of hij water
had gedronken bij het avond
maal, of hij zijn pantoffels aan
had toen hij de trap opging,
hoe laat hij de laatste drie we
ken naar bed is gegaan, of zijn
vrouw een boze bui had gedu
rende een der laatste dagen,
of misschien de aardappelen
een keer aangebrand waren op
senator betrof. Hi.ö|
merkwaardig ,.<laf
wijze bemoeit
lek van nnilere la
errt In haai*
krlflek
>nd. „Morgm
blaJet"
net Noorwi
»ci#om
isluk vee I
At ir
egen wenso
rMi alt)
gebruikt".!
flrvolgc
dat de Ru4
Ki zuri
irlraclit vanj
ge alge
r Verenig®
Naties
Hongarije»
brug tc
geen .-.piJB
Ie be 10
op zijn pJb.i
b"
het vubr|
el vai
onbesara.
mrtbeid
nu tij#
)rdt, elf
len. da
l'ashing
politici,
-lel ij (les
afkomstig
jkhani brei veel lil
ereiugde Staten
bezig is. neb op tc
ylgeivle Amerikaan
tdet besluit met ld
WASIlIXfiTOV. tl juni (Keuter. AP)
President Kisenhouer is volledig her
steld van z.i.in ninagsliiornis Vanmiddag
keerde bi.) terug in zijn werkkamer op
het Witte Huis met de opmerking. „Ik
zou best een paar osselapjes lusten."
HIJ lachte hartelijk toen ren persfoto
graaf opmerkte* ..Ik deuk dat u alleen
maar een dagje vrij tvilde hebben."
Herder op de dag bad de geneesheer
van bet Witte Huis. genoraal-tuajoor Sny
der. dit roniimini(|iié uitgegeven: „De
president heeft een goede nacht gehad
Ni) sliep met slechts een onderbreking
langer dan negen uur en werd verfrist
■n hongerig wakker lti| ontbeet met
pruimen, een gekookte meelspijs warme
ni'dk. toast en honing /.i|n temperatuur,
mis ademhaling en bloeddruk zijll nor
maal lln is zo goed als hersteld van zun
inaagstoornls. maar op advies van zip)
lokter zal hij vandaag geen afspraken
nakomen
Mét Kiseuhnw er herstelde zich de
beur. Wal 1st reet meldde stijgingen tot
Irie dot.ai van olie*, slual- en automobiel-
ind
geen satelliet is
aandeld kan worde
and zou holer moet'!
'e wijze een blaam
teallleerdt/i en d
:anisnUe
Herald T
en wiist
lent in Kn
vele mog<
ingen om
e doen afnr
Washington
ïes Herald"
te geloven
*ak toen hl)
an Noor,we
Russische t
e Hel b
ds plan o
sof Noorwt
merikilis op dezel
•ije van nle Soviet-'J
Na de\ afstraffing
berger verklaard,
tan zdn voorstel on
Irallseren „een veil
geven. Mij wenste
eenkoinst met de Sc
dien Noorwegen er
sing.
het Witte Huis, hoeveel siga
retten de president gerookt
had op de dag van de stoornis
en of hij pepermuntjes had ge
slikt. Wanneer we al die din
gen volledig zouden vernemen,
zouden we onze houding kun
nen bepalen en zou de beurs
niet zo heftig reageren. Zoals
het feit nu bruutweg in onze
gezichten wordt geslingerd, is
het in staat om de gehele
maatschappelijke orde te doen
wankelen. Een maagstoornis
kan van alles zijn. Het is on
begrijpelijk dat men er niet
even aan toegevoegd heeft,
dat de president wat teveel
gegeten had. Dat zou tenmin
ste vier of vijf punten ge
scheeld hebben op de beurs.
Het is nog een geluk, dat
men zo spoedig met geruststel
lende mededelingen is geko
men, ofschoon ook die mede
delingen te kort en te weinig
gespecialiseerd waren. Het
communiqué bijvoorbeeld, dat
hierbij nog eens is afgedrukt,
is belachelijk beknopt. Er staat
niet bij waarom de president
des nachts een keer wakker is
geweest. Evenmin is erin te
vinden waarover hij gedroomd
heeft als hij althans gedroomd
heeft. En hoeveel pruimen
heeft hij bij dat ontbijt gege
ten? Dat moet toch volledig
heidshalve worden gemeld, als
men tenminste enig gevoel
heeft voor het leed van beurs
mensen.
Bovendien, het mysterie van
de gekookte meelspijs heeft
bijna opnieuw een krach ver
oorzaakt. Wat is een „gekook
te meelspijs"? Achteraf blijkt,
dat het gewone havermout
was, maar waarom moet men
daar zo geheimzinnig me^
doen?
Ik heb vernomen dat op het
moment, waarop dit communi
qué verscheen, een groot aan
tal houders van aandelen nog
steeds weifelend heen en weer
wandelde aan de oever van de
St. Laurens, ontdaan van
boord en das, met afscheids
briefjes in de borstzak. Een
andere groep had het Empire
State Building beklommen, dat
naar men weet zeer hoog is.
Bij het verschijnen van de
eerste alinea van het commu
niqué, die over de pruimen,
zag men een aantal dezer
wanhopigen een blik van
voorzichtige moed in de ogen
krijgen. Men begon aarzelend
dassen om te doen en briefjes
te verscheuren, terwijl ook de
lift naar beneden toenemen
de klandizie kreeg. Bij de ali
nea over de gekookte meelspijs
gingen er weer dassen af en
stopte de lift halverwege. De
warme melk bracht opnieuw
enige weifelendeverademing,
de toast bracht zelfs glimlach
jes tevoorschijn en de honing
wekte enig optimisme.
Toen bleek dat de president
al zijn afspraken aan zijn laars
lapte, ontstond er nieuwe ver
twijfeling, doch deze kon on
derdrukt worden met de me
dedeling, dat hij die dag toe
vallig met allerlei onbelangrij
ke sujetten had afgesproken.
Intussen is wel duidelijk ge
worden, dat Ike een beetje
moet oppassen met zijn doen
en laten. De krach op de beurs
in New York begon reeds in te
zetten toen de president de
hand tussen de derde en vier
de knoop van zijn vest wrong,
zakte even af toen Ike een be
heerste oprisping kreeg en
sloeg in volle zwaarte door
toen hij met een noritje naar
bed ging.
Die Olietjes zijn een angstig
bezit geworden, nu gebleken is
dat de steun en toeverlaat van
de hoge koersen, ons aller Ike,
zich niet ontziet méér te eten
dan hij verdragen kan. Straks
loopt hij zonder shawl het
Witte Huis uit en kunnen wij,
aandeelhouders, op de straat
hoeken met lucifers gaan
leuren.
Ik lees met groot genoegen
nog eens die romantische, ont
roerende geschiedenis over de
pruimen en de meelspijs. Ik
heb nooit geweten, dat lezen
een mens zoveel innerlijke
rust kan bezorgen. Wat heer
lijk toast met honing. Wat
gezond. Wat duidelijk gezond.
Het wachten is nu op de vol
gende menu's uit het Witte
Huis. Wij zullen ze met kin
derlijke opwinding vernemen.
Stel je eens voor dat vandaag
of morgen een fikse rijsttafel
op de proppen komt! Dat is
dan meteen het bewijs, hoe
gezond mijn Olietjes zijn.
Rijsttafel, voedsel voor krach
tige persoonlijkheden, met veel
bier, drank voor door en door
gezonde mensen. En als klap
op de stevige maagstreek nog
een kopje koffie met een in
drukwekkende portie Chinese
gember
geschillen, een verdrag nopens de beper
king van het wapengeweld bij het innen
van schulden uit overeenkomst, een ver
drag nopens de opening van vijandelijk
heden, .een verdrag nopens de wetten en
gebruiken van de oorlog te land, een ver
drag nopens de rechten en verplichtingen
van de onzijdige mogendheden en personen
in geval van oorlog te land, een verdrag
nopens de rechtstoestand van de vijande
lijke handelsvaartuigen bij de aanvang van
de vijandelijkheden, een verdrag nopens de
verandering van handelsvaartuigen in oor
logsschepen, een verdrag nopens het stellen
van onderzeese zelfwerkende contact-
mijnen, een verdrag nopens het bombarde
ment door een scheepsmacht in tijd van
oorlog, een verdrag voor de toepassing op
de zee-oorlog van de beginselen van het
Verdrag van Genève, een verdrag nopens
zekere beperkingen van de uitoefening van
het buitrecht in de zee-oorlog, een verdrag
nopens de rechten en verplichtingen van de
onzijdige mogendheden in geval van zee
oorlog, een verklaring nopens het verbod
om projectielen en ontplofbare stoffen uit
ballons te werpen, een verdrag nopens de
stichting van een internationaal prijzenhof
en een sluitingsakte, bevattende een ver
klaring, waarin de conferentie zich una
niem uitspreekt om te erkennen het prin
cipe van de verplichte arbitrage, dat zekere
geschillen en voornamelijk degene, betrek
king hebbende op de interpretatie en op de
toepassing van internationale conventio
nele bepalingen vatbaar zijn om onderwor
pen te worden aan de verplichte arbitrage
zonder enig voorbehoud.
Tenslotte was er een aanbeveling van de
conferentie aan de mogendheden de samen
komst van een derde Vredesconferentie
te bevorderen, die zou kunnen plaats heb
ben na een periode gelijk aan die, welke
verlopen was sedert de voorgaande confe
rentie.
IN HET ALGEMEEN zijn de resultaten
van de tweede Haagse Vredesconferentie
ondanks de indrukwekkende lijst van ver
dragen, resoluties, verklaringen en aanbe
velingen, niet te vergelijken met de confe
rentie van 1899, die hoge verwachtingen
had opgewekt. Toen deze niet werden ver
wezenlijkt, deed zich een sterke teleurstel
ling gevoelen. Maar in 1907 was men op te
leurstellingen voorbereid. Wel volgde men
het werk der conferentie over de gehele
wereld met meer belangstelling, doch
tevens met minder hoop op een goed resul
taat. En vooral ten aanzien van beperking
der bewapeningen verwachtte men niets.
In 1899 was met vrijwel algemene onder
tekening aanvaard de verklaring betreffen
de het verbod van het werpen van projec
tielen uit luchtballons en luchtvaartuigen,
doch in 1907 was het vraagstuk van de
bestuurbare luchtballon en van het vlieg
tuig aanmerkelijk dichter bij de oplossing
gekomen. Vandaar dat men voor de oorlog
ook dit middel wilde reserveren en vrij
heid voorbehouden. Het belang van deze
verklaring, in 1899 voor vijf jaren gesloten,
mocht dan niet overwegend groot zijn. dit
voorbeeld spreekt voor de geest van de
gehele tweede Vredesconferentie.
De tweede Haagse Vredesconferentie
sprak welisvjaar de ivens uit dat haar ar
beid op periodieke tijden zou worden
voortgezet, doch deze wens bleek slechts
een wensdroom te zijn, want de eerste
wereldoorlog kwam in 1914 een spaak in
het wiel van het maar nauwelijks op gang
gekomen vredeskarretje steken
P. C. H.