EEN VLAAMSE LEVENSKUNSTENAAR ©,6 tu.Lee.de Haay&e VAedeiconftekeritLe (aê/ - Litteraire Kanttekeningen ATMOSFERISCH TAPIJT ONZE PUZZEL IKE hersteld ZATERDAG 15 JUNI 1957 Erbij PAGINA TWEE üVlaurice Roelants Danscongres 1957: weinig Kijk vooral naar de tekeningen in de Nieuwe Vleugel praten en veel dansen VIJFTIC JAAR CELEDEN Vijftien verdragen FRIVOOL AANHANGSEL VAN HET VOORBIJGLIJDENDE NIEUWS R. Agteran Sterke teleurstelling IN EEN VERZAMELING „Keurboeken mensen, het leven in zijn familiaire intimi- uit het werk van Maurice Roelants" (uit gave A. Manteau, Brussel) is het eerste drietal van de twaalf aangekondigde delen verschenen: behalve „Gebed om een goed einde" en „Alles komt terecht" nog een bundel voor het eerst in boekvorm bijeen gebrachte litteraire beschouwingen „Schrij vers, wat is er van de mens?" De volgorde van verschijnen is blijkbaar niet chronolo gisch bedoeld: de beide romans dateren respectievelijk van 1944 en 1937, de critie- ken werden voor het merendeel in de jaren na de tweede wereldoorlog geschrevenDe ontwikkelingsgang van Roelants, het rij pingsproces van zijn schrijverschap, zal voor zijn incidentele lezers dus pas Xe over zien zijn zodra deze keuruitgave haar be slag heeft gekregen. En dan nog maar ten dele: zijn gedichten, een kwarteeuw gele den in een zelfkeur herver schenen, zijn blijkens de aankondiging in deze „verza melde werken" helaas niet opgenomen. En toch debuteerde Roelants als dichter - als dichter van het befaamde „Fonteintje", van die kleine groep jongeren, die in hun mi nuscule tijdschrift anno 1921 front maakten tegen de Vlaamse expressionistische revo lutie, welke de oorlogservaring, de con frontatie met de dood, in de jaren 1914- 1918 had ontketend DE JONGE dichter Roelants, die „de vaste grond" prees en welluidend dichtte hoe zoet het was weer aan de arm der geliefde te „schrijden", was een dynami sche, militante poëzie als van Paul van Ostayen, een „omhelzing van de absurdi teit, de grote konkubine", waaraan Victor J. Bunclair zich in de roes der vernieu wing had overgegeven, of het „demoni sche" sarcasme van Gaston Burssens even vreemd als de „vlamingerende" levenslust van een Pallieter. Tóén al, in die lyrische teit en beproeving, in zijn moeilijke vrede en onvermijdelijk verdriet, gaf hem stof te over, stof genoeg om te getuigen van zijn onverwoestbaar geloof in het zinvolle, in een loutering, een aanvaarden, een herbe ginnen, een mogelijk geluk klein mis schien, broos altijd, maar waard om er voor te leven. Hij maakte er mensen van, die hij al schrijvende ontdekte. Hij sprak, juichte, treurde, leed met hen mense lijk, op voet van vriendschap. Ze verras ten, ze troostten, ze vertederden hem, als of niet hij het was die hen de wereld in zond, maar zij tot hèm waren gekomen. En zo is het dan ook wel: ze groeiden uit zijn ervaring, zoals een bloem uit zijn knop groeit, bitter dan wel zoet. En hij hield van ze. Hij hield zo intiem van ze, dat hij hen bijna angstvallig behoedde voor het lot van de hemelbestormers en de verlorenen, de profeten en de nihilisten. Wat hij daarmee in de breedte prijs gaf, won hij in de diepte. En waar hem ook déze te donker werd, vermande hij zich tot een wijs aanvaarden van de ondoor grondelijkheden van dit bestaan, dat Goethe een van zijn ontroerendste „Alter - gedichte" deed besluiten met een: „hoe het ook is, het leven, het is goed". Het Danscongres 1957, dat zoals gemeld op zaterdag 22 juni a.s. wordt gehouden in gebouw Marcanti in Amsterdam, is ge organiseerd door het Centraal Donsberaad met steun van het ministerie van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen, van de gemeente Amsterdam en van het Prins Bernhardfonds. Het ligt in de bedoeling der organisatoren de aanwezigen aan con gres en dansavond zo veel mogelijk zelf te laten deelnemen en zo weinig mogelijk theoretische beschouwingen te doen hou den. Na het openingswoord van de voor zitter van het Centraal Dansberaad, prof. dr. L. J. van Holk, en een uiteenzetting van de congresvoorzitter de heer J. C. Wilmans volgt een praktische beoefening van de gezelschaps-, volks- en kunstdans, onder leiding van respectievelijk de heer Th. W. Bus uit Groningen, mevrouw F. van Doorn-Last uit Amsterdam en me vrouw E. Wijdeveld-Harss uit Amsterdam. Deze docenten zullen met de heren H. Kwekkeboom, K. Poons en J. C. Wilmans een forum vormen ter beantwoording van vragen op dansgebied. Prof. dr. Van Holk geeft een samenvatting en zal daarna af scheid nemen van het centraal dansberaad als voorzitter. Hij wordt opgevolgd door de heer Wilmans. 's Avonds wordt een op voering gegeven van het spel „De Wereld een Dansfeest?" van J. H. W. Veenstra en door leden van de vier grote Nederlandse balletten, Ballet der Lage Landen, Ballet der Nederlandse Opera en het Nederlands Ballet en Scapino zullen nummers uit eigen repertoire worden uitgevoerd. In de Nieuwe Vleugel van het Stedelijk Museum te Amsterdam exposeren tot 30 juni twee verenigingen: de Nederlandse Kiring van Tekenaars en Stuwing, vooral schilders omvattend, maar ook tekeningen exposerend. Bij beide verenigingen zijn dit keer ook beeldhouwers te gast. Belangrijk is de vertegenwoordiging van Charlotte van Pallandt en vooral die van Hubert van Lith, schepper van het PhiLips-monument. P. Kingma's felle „Haan" en een fijn meis jeskopje van J. H. Ido mogen zeker niet voorbijgelopen worden. De aantrekkelijkheid van beide tentoon stellingen is dat het aantal exposerende fi guren betrekkelijk klein is en dat der in zendingen dus groter, hetgeen de zaak in teressanter maakt wanneer er waardering voor bepaald werk kan bestaan. Verschei dene figuren blijken van beide vereni gingen lid te zijn en konden zodoende, waar ze met hun schilderijen wat minder gelukkig waren, met tekeningen de indruk verbeteren. Ik dacht dit het geval bijvoor beeld met A. Buytendijk, wiens met geest getekende „Kerkdienst" en „Apenfamilie" me meer waard zijn dan zijn naar mijn gevoel wat te drukke schilderijen. Toch lijkt mij zijn expressionistische visie op een gezelschap in een bekend Amsterdams artiestencafé een winst. Kouwer, onder meer een even aan Soutine herinnerende „Vis" exposerend, blijkt ook een uitsteken de tekenaar. Storks zeker te waarderen aquarellen worden misschien toch over troffen door zijn tekeningen. Bij Van Ge- mert is dat zeker het geval. Bij Stuwing zijn het vooral een aantal grote drukbeschilderde doeken, die een goede indruk van het totaal niet bevorde ren. Stekelenburgs smaakvolle werken moet ik hierbij uitzonderen en ook „Ha ven met dok" van H. Willemse, een bijna Appel-achtig geschilderd geval, maar met voldoende beheerste spanning tot een goed einde gebracht in tegenstelling tot zijn an dere, overspannen te noemen doeken. De aantrekkelijkheid van de tentoonstel ling der „Tekenaars" is voor mij weer in de vertegenwoordiging van bekende figu ren als Maaike Braat, Paul Citroen, Rut^ Fischer, de Zandvoorter Pieter Giltay, w. S. van de Kerke, Ger Langeweg en S. Rood gelegen. Men maakte bij deze vereniging nogal eens op verrassende wijze kennis met debuterende figuren. Voor Amsterdam bijvoorbeeld begon Giltay's faam in dit milieu. Dit keer vielen me voorts op vlot neergeschreven schetsen van Fien de Brueijs, knappe stadsgezichten van Ria Exel, fijne portretjes van Dinie Hendrix, leuke circusschetsen van Guus Inckel| fraaie tekeningen naar het Colosseum van J. Ploos van Amstel, tekeningen waarmee Esther Roelofsz in Amsterdam debuteert, met geest neergezette schetsen van Jan Sanders en een fijn gezicht op een Amster damse wallekant van Pauline Zwart. Bob Buys ROELANTS IS een mild schrijver mild in zijn oordeel, mild van toon. Hij be. droog zich met illusies, hij verloor zich niet in naargeestigheden. De ingevingen van zijn hart luisterden altijd naar de teu- AL HEEL SPOEDIG na de sluiting van de eer ste Haagse Vredesconferentie van 1899, bijeen gekomen op initiatief van tsaar Nicolaas II van Rusland, werd op de internationale vredescon gressen gepleit voor de bijeenroeping van een tweede conferentie. Op de van 12 tot 14 septem ber 1904 te St. Louis gehouden vergadering van de in 1888 opgerichte Interparlementaire Unie - een organisatie, bestaande uit leden van wet gevende lichamen ter bevordering van internatio nale samenwerking - werd een resolutie aange nomen, waarin het congres „met het oog op de omstandigheid dat zowel de openbare mening als Bij een handweverij in Baarn wordt thans in opdracht van de K.L.M. een ta pijt geweven van enorme afmetingen. Het is voor de lounge van een nieuw K.L.M.- „lwm,6 j gel van zijn intelligentie en zijn verstand gebouw op het New Yorkse vliegveld Idle- 00j^ geest der moderne beschaving verlangen jeugdjaren, was hij een man van het m - voncj ajtijd zijn hart bereid om hem te be- wild bestemd. Het ontwerp hiervoor is van dat. geschillen tussen naties op dezelfde wijze be- «i» de heer H de Vos in Rotterdam. slecht zullen worden als tussen personen, name- Als op 15 juli het tapijt klaar zal zijn lijk door de op de gebruikelijke wijze vastgestel- zullen vier meisjes zesduizend tot zeven- de wetten steunende rechtspraak" de regeringen den, voor wie matigheid als voorwaarde tot harmonie gold en harmonie het waar merk betekende van een waardig leven: volwaardig en éérwaardig. Men heeft hem, traditioneel dichter, wel eens een burger genoemd. En dat was hij en bleef hij, in Maurice Roelants de zin van „levensburger" dan; die boven al het leven liefheeft, als de verwerkelij king van een „schone orde" waarin „alles terecht komt". Dat is geen goedkoop opti misme en evenmin een dogmatisch geloof. Het was een overtuiging, waaruit hij ge leefd en geschreven heeft. Nederlagen en ontgoochelingen, onvree en vertwijfeling bleven hem waarachtig niet bespaard en kritieken schreef, als een innerlijke levensgetrouw als hij schreef be spaarde hij ze ook zijn romanfiguren niet. Maar hij liet zich en zijn „mensen" niet verkommeren. Hij richtte zich op en hij richtte hen op. „Ik glimlach" schreef hij in „Alles komt terecht" „maar dan van waarachtig geluk, als de gebroken boom voortbloeit, als de platge trapte plant toch bloemen draagt. De hoeden voor een kille vernuftigheid. Van daar dat men zijn werk wel klassiek heeft genoemd, al is daarmee te veel en te wei nig gezegd. Teveel: omdat men bij het klassieke aan werken denkt, waarin de evenmaat van geest en gevoel, van vorm en inhoud, op een hoger niveau werd be reikt dan het zijne. Te weinig: omdat de menselijkheid van zijn schriftuur, de le vensechtheid ervan, in een zone ligt die door letterkundige onderscheidingen maar zeer ten dele wordt bestreken. Leven heeft voor hem altijd meer betekend dan schoon, heid: Laat mij het altijd opnemen voor het leven, Geef dat ik het leven nooit ver raad dergelijke uitspraken (te vinden in zijn rijpste en gaafste werk „Gebed om een goed einde") kwamen regelrecht van- binnen-uit, vanwaar hem steeds meer wijsheid is toegestroomd dan uit de over wegingen van zijn spits intellect. De criti- cus-Roelants bevestigt dat. Waar hij wikt en weegt, waar hij betoogt, is zijn beschou wing eerder interessant dan boeiend. Maar hij slaat de gevoelstoon nog niet aan zoals in hetgeen hij schreef over Karei van de Woestijne, over Gilliams en Minne of hij overtuigt: niet met kracht van rede, maar met het con brio van zijn hart. Roelants heeft over de taak van de criticus, over diens normen en netelige bezigheid, behartenswaardige woorden geschreven in zijn inleiding tot de „essayistische speur tochten". Hij heeft objectieve normen ge zocht en ze niet gevonden. Hij is bij de lit teratuurwetenschap, bij de geleerden en zelfverzekerde beroepscritici te rade ge gaan en is tot zijn vreugde met lege han den teruggekomen, om het te houden bij wat hem, of hij nu romans, gedichten of na tuurwet tot maatstaf diende: „ik kan niet anders". En dat betekent voor hem: eer lijk zijn en echt. „De norm voor alle schoonheid" (zegt hij in „Schrijvers, wat is er van de mens") „ligt in de kunstenaar en in het leven, waar het zich ook bevinden mag. Maar de norm van die andere kunst, de kritiek- beoefening, ligt in de derde en laatste in- van de wereld verzocht hun vertegenwoordigers naar een internationale samenkomst te zenden ter bespreking van de aangelegenheden, die in dertijd de Haagse Conferentie had behandeld, onderhandeling over arbitrageverdragen tussen de bij de conferentie aangesloten landen en stich ting van een intergouvernementeel congres, dat van tijd tot tijd ter beraadslaging van internatio nale vraagstukken bijeen zou kunnen komen. duizend werkuren voor deze opdracht aan het weefgetouw hebben doorgebracht. De hoofdkleuren van het tapijt, dat bijna drie meter hoog wordt en acht meter lang, zijn zwart, rood, blauw, groen en wit. Er ko men bijna honderd tussentinten op voor. Het tapijt heeft een „atmosferische" voor stelling. Er staan verscheidene hemel lichamen op afgebeeld en twee vliegende figuren, waarvan de een een grote snelheid figureert en de ander juist loskomt van de aarde. Voordat het tapijt naar de Ver- De Interparlementaire Unie richtte tot de pre- enigde Staten wordt overgebracht zal het sident van de Verenigde Staten van Amerika het op een nader te bepalen plaats en tijd in verzoek alle landen uit te nodigen aan die con- Nederland worden tentoongesteld. ferentie deel te nemen. Op 29 september 1904 werd die resolutie in het Witte Huis aan presi dent Theodore Roosevelt overhandigd en deze beloofde zijn medewerking te zullen verlenen. Reeds de 21ste oktober zond John Hay, de Ameri kaanse minister van Buitenlandse Zaken, een nota aan de Amerikaanse gezanten van de staten, die het Haagse Vredesverdrag hadden onder tekend, gevolgd door een tweede nota op 16 december 1904. Het voorstel werd overal sympa thiek ontvangen, maar Rusland wenste de bijeen komst uit te stellen tot de oorlog met Japan geëindigd was. Dadelijk na de beëindiging daar van, op 28 augustus 1905, liet de Russische rege ring weten dat zij bereid was de verdere stappen voor de bijeenkomst van de tweede conferentie te doen, waarmede de Amerikaanse regering zich akkoord verklaarde. Op 3 april 1906 richtte daarop de Russische regering een nota aan de staten van het Haagse verdrag, maar omdat de Amerikaanse republie ken in augustus 1906 voor het derde Pan-Ameri- kaanse congres in Rio de Janeiro bijeen zouden komen, werd op hun verzoek de tweede Vredes conferentie naar 1907 verschoven. Op 2 april 1907 zond de Russische regering een nieuwe nota aan de daarvoor in aanmerking komende regeringen en tevens werd aan de Nederlandse regering ver zocht de uitnodigingen te verzenden, waaraan gevolg werd gegeven nadat de Staten-Generaal een bedrag van vijfenzeventigduizend gulden voor de organisatie van deze conferentie hadden gevoteerd. Tsaar Nicolaas de Tweede Horizontaal: 1. insect; 8. ontken ning (Eng.); 9. goud (Fr.); 10. onge veer (afk.); 12. gemeenschappelijke weide; 15. jongensnaam; 16. beet; 18. meisjesnaam; 19. vragend vnw.; 20. kledingstuk; 22. voor; 24. vel; 25. verwerping; 26. roem; 28. Euro peaan; 29. belemmering; 31. groet, 33. dicht; 35. voorzetsel; 36. mu ziektempel; 38. pers.vnw.; 39. voor zetsel; 40. landbouwgereedschap; 42. beslist. Vertikaal: 1. onbezorgd; 2. de on bekende (afk.); 3. plakmiddel; 4. voorteken; 5. voorzetsel; 6. titel (afk.); 7. geridderd; 11. water in N.-Br.; 13. boom; 14. drinkgerei; 15. voedsel; 17. schoenmakerswerk tuig; 19. ruw; 21. lyrisch lofdicht; 23. radio vereniging (afk.); 27. wiel; 28. rivier (Sp.); 30. water in Fries land; 32. half (Fr.); 34. voorzetsel; 36. telwoord (Eng.); 37. ontken ning; 39. hetzelfde (afk.); 41. pers. vnw. ZO KWAMEN in de namiddag van zaterdag 15 juni 1907 dus nu vijftig jaar geleden - de afgevaardigden van vieren veertig staten in de grafelijke zaal op het Haagse Binnenhof bijeen onder voorzitter schap van de Russische graaf Nelidov, die op 30 juli van dat jaar de eerste steen legde voor het Vredespaleis, waarbij de Neder landse minister van Buitenlandse Zaken, jhr. mr. D. A. W. Tets van Goudriaan, als ere-voorzitter optrad. Vertegenwoordigd waren Argentinië, België, Bolivia, Bulga rije, Chili, China, Columbia, Cuba, Dene marken, Duitsland, Ecuador, Frankrijk, Griekenland, Groot-Brittannië en Ierland, Guatemala, Haïti, Italië, Japan, Luxem burg, Montenegro, Nederland, Nicaragua, Noorwegen, Oostenrijk-Hongarije, Panama, Paraguay, Peru, Perzië, Portugal, Roeme nië, Rusland, San Salvador, Servië, Siam, Spanje, St. Domingo, Turkije, Uraguay, de Verenigde Staten van Amerika, de Ver enigde Staten van Brazilië, de Verenigde Staten van Mexico, Zweden (en Noorwegen) en Zwitserland. schoonste weerwraak op het spel, dat het stantie in de criticus: in de levende mens lot met ons speelt, begint als wat een Aan déze gaf hij, wat hij ook schreef, het drama dreigde te worden in ordelijk ritme laatste woord. Ja, Roelants is ^een levens van leven en sterven overgaat". Dat klinkt kunstenaar en zijn humanistisch en het is humanistisch, maar Hoe zei Goethe dat dan zonder leerstelligheid en zonder een des Erwachen" ook weer? „Het leven zelf andere leermeester dan dè ervaring. dichtte hij „is levend slechts door Het uitzonderlijke heeft Roelants nooit mij" gezocht. Het dagelijkse, de „gewone" Om in aanmerking te komen voor een woord wist te geven hebben wij, zoals wij van deze geldprijzen dient men uiterlijk vorige week reeds aankondigden, deze keet- dinsdag 17 uur de oplossing per briefkaart extra prijzen uitgeloofd: f7.50 mejuffrouw rentie "werd gehouden waren er "vitf tien in te zenden aan een van onze bureaus in B. Kleefman, Kruisstraat 44 (Hofje van vprdra<rpn nnwsW/i <in ir, r,nh„0J Haarlem, Grote Houtstraat 93 en Soenda- Oorschot) te Haarlem; f5 W. van Gelder, SirSa^?Sf een verdrae vo?r kunst is levenskunst, plein; in IJmuiden, Lange Nieuwstraat 427. Bloemendaalse Straatweg 48 Santpoort en vreedzame beslechting van internati male in fcijn „Des Epimeni- Oplossing vorige puzzel: Oldenburg, Van Spej-kstraat 39 IJmui- gesohillpn ppn vpHrao nnnonc. Ho v,or,a»-_ „Eigen haard is goud waard". den! f 2-50 mevrouw J. Kooy-Kooymans, Aelbertsbergstraat 108 Haarlem en C. van Prijswinnaars: Omdat bij de puzzel van Doorn-Dedel, Amsterdamse Vaart 54 zw. C. J. E. Dinaux 1 juni slechts èèn inzender het juiste ant- Haarlem. Toen op 18 oktober de sluitingsvergade- ring van de tweede Haagse Vredesconfe- 1 D"C IKE heeft ons daar even een lelijke schrik bezorgd. Nu alles weer achter de rug is. kunnen we er een beetje witjes om de neus om glim lachen. Mijn Olietjes en Gene ral Motortjes zien er intussen weer gezond uit, nadat ze en kele dagen geleden verflensd en vergeeld in hun safe-loket ten od apegapen lagen. Ze trillen nog een beetje na van de doorgestane depressie, doch ieder nieuw krantenbericht over Ike geeft hun nieuwe bloedsomloop. Het is jammer dat de be richtgeving der kranten over dergelijke, uiterst belangrijke gebeurtenissen, altijd zo sum mier blijft. De dagbladredac ties beseffen blijkbaar niet, welke oceanen van angst en leed zij ontketenen door de simpele mededeling, die het begin vormde van de Ike-tra- gedie: „President Eisenhower lijdt aan een maagstooi-nis". Als ze wisten wat dat voor mensen als u en ik, met een maatschappelijke ondergrond van Olietjes en Anacondacop- pertjes en zo, betekent, zouden zij zich onmiddellijk haasten om meer bizonderheden te vermelden. Bijvoorbeeld, wat Eisenhower de laatste drie da gen gegeten had, of hij water had gedronken bij het avond maal, of hij zijn pantoffels aan had toen hij de trap opging, hoe laat hij de laatste drie we ken naar bed is gegaan, of zijn vrouw een boze bui had gedu rende een der laatste dagen, of misschien de aardappelen een keer aangebrand waren op senator betrof. Hi.ö| merkwaardig ,.<laf wijze bemoeit lek van nnilere la errt In haai* krlflek >nd. „Morgm blaJet" net Noorwi »ci#om isluk vee I At ir egen wenso rMi alt) gebruikt".! flrvolgc dat de Ru4 Ki zuri irlraclit vanj ge alge r Verenig® Naties Hongarije» brug tc geen .-.piJB Ie be 10 op zijn pJb.i b" het vubr| el vai onbesara. mrtbeid nu tij# )rdt, elf len. da l'ashing politici, -lel ij (les afkomstig jkhani brei veel lil ereiugde Staten bezig is. neb op tc ylgeivle Amerikaan tdet besluit met ld WASIlIXfiTOV. tl juni (Keuter. AP) President Kisenhouer is volledig her steld van z.i.in ninagsliiornis Vanmiddag keerde bi.) terug in zijn werkkamer op het Witte Huis met de opmerking. „Ik zou best een paar osselapjes lusten." HIJ lachte hartelijk toen ren persfoto graaf opmerkte* ..Ik deuk dat u alleen maar een dagje vrij tvilde hebben." Herder op de dag bad de geneesheer van bet Witte Huis. genoraal-tuajoor Sny der. dit roniimini(|iié uitgegeven: „De president heeft een goede nacht gehad Ni) sliep met slechts een onderbreking langer dan negen uur en werd verfrist ■n hongerig wakker lti| ontbeet met pruimen, een gekookte meelspijs warme ni'dk. toast en honing /.i|n temperatuur, mis ademhaling en bloeddruk zijll nor maal lln is zo goed als hersteld van zun inaagstoornls. maar op advies van zip) lokter zal hij vandaag geen afspraken nakomen Mét Kiseuhnw er herstelde zich de beur. Wal 1st reet meldde stijgingen tot Irie dot.ai van olie*, slual- en automobiel- ind geen satelliet is aandeld kan worde and zou holer moet'! 'e wijze een blaam teallleerdt/i en d :anisnUe Herald T en wiist lent in Kn vele mog< ingen om e doen afnr Washington ïes Herald" te geloven *ak toen hl) an Noor,we Russische t e Hel b ds plan o sof Noorwt merikilis op dezel •ije van nle Soviet-'J Na de\ afstraffing berger verklaard, tan zdn voorstel on Irallseren „een veil geven. Mij wenste eenkoinst met de Sc dien Noorwegen er sing. het Witte Huis, hoeveel siga retten de president gerookt had op de dag van de stoornis en of hij pepermuntjes had ge slikt. Wanneer we al die din gen volledig zouden vernemen, zouden we onze houding kun nen bepalen en zou de beurs niet zo heftig reageren. Zoals het feit nu bruutweg in onze gezichten wordt geslingerd, is het in staat om de gehele maatschappelijke orde te doen wankelen. Een maagstoornis kan van alles zijn. Het is on begrijpelijk dat men er niet even aan toegevoegd heeft, dat de president wat teveel gegeten had. Dat zou tenmin ste vier of vijf punten ge scheeld hebben op de beurs. Het is nog een geluk, dat men zo spoedig met geruststel lende mededelingen is geko men, ofschoon ook die mede delingen te kort en te weinig gespecialiseerd waren. Het communiqué bijvoorbeeld, dat hierbij nog eens is afgedrukt, is belachelijk beknopt. Er staat niet bij waarom de president des nachts een keer wakker is geweest. Evenmin is erin te vinden waarover hij gedroomd heeft als hij althans gedroomd heeft. En hoeveel pruimen heeft hij bij dat ontbijt gege ten? Dat moet toch volledig heidshalve worden gemeld, als men tenminste enig gevoel heeft voor het leed van beurs mensen. Bovendien, het mysterie van de gekookte meelspijs heeft bijna opnieuw een krach ver oorzaakt. Wat is een „gekook te meelspijs"? Achteraf blijkt, dat het gewone havermout was, maar waarom moet men daar zo geheimzinnig me^ doen? Ik heb vernomen dat op het moment, waarop dit communi qué verscheen, een groot aan tal houders van aandelen nog steeds weifelend heen en weer wandelde aan de oever van de St. Laurens, ontdaan van boord en das, met afscheids briefjes in de borstzak. Een andere groep had het Empire State Building beklommen, dat naar men weet zeer hoog is. Bij het verschijnen van de eerste alinea van het commu niqué, die over de pruimen, zag men een aantal dezer wanhopigen een blik van voorzichtige moed in de ogen krijgen. Men begon aarzelend dassen om te doen en briefjes te verscheuren, terwijl ook de lift naar beneden toenemen de klandizie kreeg. Bij de ali nea over de gekookte meelspijs gingen er weer dassen af en stopte de lift halverwege. De warme melk bracht opnieuw enige weifelendeverademing, de toast bracht zelfs glimlach jes tevoorschijn en de honing wekte enig optimisme. Toen bleek dat de president al zijn afspraken aan zijn laars lapte, ontstond er nieuwe ver twijfeling, doch deze kon on derdrukt worden met de me dedeling, dat hij die dag toe vallig met allerlei onbelangrij ke sujetten had afgesproken. Intussen is wel duidelijk ge worden, dat Ike een beetje moet oppassen met zijn doen en laten. De krach op de beurs in New York begon reeds in te zetten toen de president de hand tussen de derde en vier de knoop van zijn vest wrong, zakte even af toen Ike een be heerste oprisping kreeg en sloeg in volle zwaarte door toen hij met een noritje naar bed ging. Die Olietjes zijn een angstig bezit geworden, nu gebleken is dat de steun en toeverlaat van de hoge koersen, ons aller Ike, zich niet ontziet méér te eten dan hij verdragen kan. Straks loopt hij zonder shawl het Witte Huis uit en kunnen wij, aandeelhouders, op de straat hoeken met lucifers gaan leuren. Ik lees met groot genoegen nog eens die romantische, ont roerende geschiedenis over de pruimen en de meelspijs. Ik heb nooit geweten, dat lezen een mens zoveel innerlijke rust kan bezorgen. Wat heer lijk toast met honing. Wat gezond. Wat duidelijk gezond. Het wachten is nu op de vol gende menu's uit het Witte Huis. Wij zullen ze met kin derlijke opwinding vernemen. Stel je eens voor dat vandaag of morgen een fikse rijsttafel op de proppen komt! Dat is dan meteen het bewijs, hoe gezond mijn Olietjes zijn. Rijsttafel, voedsel voor krach tige persoonlijkheden, met veel bier, drank voor door en door gezonde mensen. En als klap op de stevige maagstreek nog een kopje koffie met een in drukwekkende portie Chinese gember geschillen, een verdrag nopens de beper king van het wapengeweld bij het innen van schulden uit overeenkomst, een ver drag nopens de opening van vijandelijk heden, .een verdrag nopens de wetten en gebruiken van de oorlog te land, een ver drag nopens de rechten en verplichtingen van de onzijdige mogendheden en personen in geval van oorlog te land, een verdrag nopens de rechtstoestand van de vijande lijke handelsvaartuigen bij de aanvang van de vijandelijkheden, een verdrag nopens de verandering van handelsvaartuigen in oor logsschepen, een verdrag nopens het stellen van onderzeese zelfwerkende contact- mijnen, een verdrag nopens het bombarde ment door een scheepsmacht in tijd van oorlog, een verdrag voor de toepassing op de zee-oorlog van de beginselen van het Verdrag van Genève, een verdrag nopens zekere beperkingen van de uitoefening van het buitrecht in de zee-oorlog, een verdrag nopens de rechten en verplichtingen van de onzijdige mogendheden in geval van zee oorlog, een verklaring nopens het verbod om projectielen en ontplofbare stoffen uit ballons te werpen, een verdrag nopens de stichting van een internationaal prijzenhof en een sluitingsakte, bevattende een ver klaring, waarin de conferentie zich una niem uitspreekt om te erkennen het prin cipe van de verplichte arbitrage, dat zekere geschillen en voornamelijk degene, betrek king hebbende op de interpretatie en op de toepassing van internationale conventio nele bepalingen vatbaar zijn om onderwor pen te worden aan de verplichte arbitrage zonder enig voorbehoud. Tenslotte was er een aanbeveling van de conferentie aan de mogendheden de samen komst van een derde Vredesconferentie te bevorderen, die zou kunnen plaats heb ben na een periode gelijk aan die, welke verlopen was sedert de voorgaande confe rentie. IN HET ALGEMEEN zijn de resultaten van de tweede Haagse Vredesconferentie ondanks de indrukwekkende lijst van ver dragen, resoluties, verklaringen en aanbe velingen, niet te vergelijken met de confe rentie van 1899, die hoge verwachtingen had opgewekt. Toen deze niet werden ver wezenlijkt, deed zich een sterke teleurstel ling gevoelen. Maar in 1907 was men op te leurstellingen voorbereid. Wel volgde men het werk der conferentie over de gehele wereld met meer belangstelling, doch tevens met minder hoop op een goed resul taat. En vooral ten aanzien van beperking der bewapeningen verwachtte men niets. In 1899 was met vrijwel algemene onder tekening aanvaard de verklaring betreffen de het verbod van het werpen van projec tielen uit luchtballons en luchtvaartuigen, doch in 1907 was het vraagstuk van de bestuurbare luchtballon en van het vlieg tuig aanmerkelijk dichter bij de oplossing gekomen. Vandaar dat men voor de oorlog ook dit middel wilde reserveren en vrij heid voorbehouden. Het belang van deze verklaring, in 1899 voor vijf jaren gesloten, mocht dan niet overwegend groot zijn. dit voorbeeld spreekt voor de geest van de gehele tweede Vredesconferentie. De tweede Haagse Vredesconferentie sprak welisvjaar de ivens uit dat haar ar beid op periodieke tijden zou worden voortgezet, doch deze wens bleek slechts een wensdroom te zijn, want de eerste wereldoorlog kwam in 1914 een spaak in het wiel van het maar nauwelijks op gang gekomen vredeskarretje steken P. C. H.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 18