lust NU JL IfVV Sluipende inflatie kan op den duur zeer ernstige gevolgen hebben "A Van dag tot dag VRIJWEL UNANIEME MENING BIJ FORUMDISCUSSIE: Prof. Posthuma: „Som van individuele daden kreeg reële verstorende doorwerking" <~Praatótoel VRIJDAG 21 JUNI 1957 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 3 Dierenbescherming heeft het initiatief genomen tot een actie om de paarden van Van Gend en Loos te redden. Ofschoon het leven van een dier in onze maatschappe lijke orde weinig waarde heeft, aangezien zijn dood in vele gevallen een nuchter- berekende economische factor is, doet deze poging tot „pensionering" van een aantal noeste werkers uit de dierenwereld sym pathiek aan. Het is louter een sentiments kwestie, die bovendien beïnvloed wordt door een gevoel voor decorum, een liefde voor het verleden en wat al niet. De paar den van Van Gend en Loos passen in het stadsbeeld van voorheen, roepen herinne ringen wakker aan de rust van vroegere verkeersomstandigheden en symboliseren een stukje sfeer uit voorbije dagen, als romanfiguren uit een afgesloten hoofd stuk. Een aantal van deze robuuste trekpaar den zal elders een nieuwe werkkring kun nen vinden, doch een andere categorie is onherroepelijk voor de paardenslager be stemd, wanneer de actie van Dierenbe scherming niet voldoende geld opbrengt voor hun „lijfrente". Er zijn talloze dieren iedere dag opnieuw onherroepelijk bestemd voor de slager. In die overweging zullen sommigen de actie onzin vinden en dan hebben zij formeel gelijk. Doch anderen die niet zoveel waarde hechten aan formeel gelijk hebben zullen geroerd worden door het denk beeld, dat zij kunnen meehelpen een vrien delijk gebaar te maken tegenover sympa thieke' en trouwe wezens, die het gevaar lopen hun ontslag uit de dienst met hun dood te moeten bekopen. Nu en dan ziet men hen nog langs de stoepen staan, hun zwaarbeladen kar ach ter zich en hun sprekende koppen bedelend gericht naar de voorbijganger. Zij weten niet dat zij, als uitstervend huisdier, op nog meer sympathie van velen kunnen rekenen, doch zij weten wel hoe een sui kerklontje smaakt en zij zijn lang genoeg onder de mensen om van nature de kunst van het smeekgebaar te verstaan. Zij weten ook niet, dat er paardenslagers bestaan en het heeft dus geen zin, een tragedie te maken van deze hele geschie denis, door hen te beschouwen als ter dood veroordeelden. Zij trekken en lopen en leven even vrolijk als in 1800, maar toch ondanks al deze nuchtere overpeinzin gen zou het een aardige gedachte zijn, dat zij straks een rustige, welverzorgde oude dag krijgen. Dan houden zij misschien tot het laatste ogenblik van hun leven het idee, dat de mens en de wereld nog zo kwaad niet zijn. Dus, laten we het proberen! Wat wilt ge met hen: een nieuw hoofdstuk met een' blij slot? Of biefstuk? ADVERTENTIE Louis Saalborn ten grave gedragen In de tot chapelle ardente ingerichte ro tonde van de Stadsschouwburg in Amster dam hebben vele vertegenwoordigers van hot Nederlandse toneelleven vanochtend afscheid genomen van de toneelspeler Louis Saalborn, die in de nacht van maan dag op dinsdag op 66-jarige leeftijd in zijn woning in Amsterdam is overleden. De baar en de vloer van de chapelle ardente gingen schuil onder een schat van bloe men, afkomstig van vele Nederlandse to neelgezelschappen, de directie van de Stadsschouwburg, de Nederlandse Opera en van vrienden en bewonderaars van de overleden acteur. De dodenwacht; bij de baar was betrokken door Hans Culeman, Peter Aryans, Sacco van der Made en Det- lev Pols. De heer D. A. M. Binnendijk als vertegenwoordiger van het gemeentebe stuur, W. Ph. Pos, directeur van de To neelschool in de hoofdstad, waaraan de thans overledene als docent verbonden is geweest, Johan de Meester, directeur van de Nederlandse Comedie, Mien Duymaer van Twist, Jan Teulings. een der direc teuren van het Rotterdams Toneel, Ben Groeneveld, J. Defourny van het Neder lands Theatercentrum, Ben Groenier, di recteur van de Arnhemse Toneelschool en vele collegae behoorden tot de velen, die Louis Staalborn een laatste groet brachten. Omstreeks elf uur begaf de rouwstoet zich naar de Nieuwe Oosterbegraafplaats. Uitspraken in proces over marihuana De Amsterdamse rechtbank heeft tegen drie der 13 verdachten van het grote mari huana-proces uitspraak gedaan. Wel werden deze drie veroordeeld, maar opnieuw werd voor de hoofdzaak (invoer van een grote zak met vermeende marihuana) vrijspraak gegeven, omdat de verdachten hadden aan geveerd, dat het „ondeugdelijk spul was gebleken". De zaken tegen 10 andere verdachten uit het marihuana-proces zijn indertijd zoals gepubliceerd aangehouden, opdat een deskundige commissie de in beslag genomen plantaardige stoffen (door politie deskundige D. Eskens als Indische hennep herkend) zal kunnen onderzoeken om na te gaan of het hier inderdaad Indische hen nep in de zin van de Opiumwet betreft. DE FORUMDISCUSSIE over „Gezond geld; de betekenis daarvan voor onze volkswelvaart" heeft een bijzonder levendig verloop gehad donderdag, tijdens de jaarvergadering van de Ne- derlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel (zie ook Haarlems Dagblad/Oprechte Haarlemsche Courant van gisteren, pag. 13). De discussie, die van tien uur 's morgens tot vyf uur 's middags duurde met onderbreking voor de lunch, had ten doel, dat het ingewikkeld economische gebeuren vereenvoudigd aan de orde zou komen, zodat „de verstandige burger, zonder bijzondere theoretisch-economische scholing" het zou kunnen volgen. De Maatschappij heeft het besprokene volledig laten ste nograferen en uit de bestudering der stukken zal blijken of de popularisering van het geldvraagstuk in de forumdiscussie een begin heeft gekregen, dat nadere uitwerking rechtvaardigt, eventueel in de vorm van boekjes. Hoewel de voorzitter van het forum, prof. S. Posthuma, een strakke lijn in het behandelde trachtte te houden, kwamen er toch vrij veel persoonlijke „stok paardjes" ter sprake en die niet al te populariserend. Maar door een tiental sprekers werden de problemen zo grondig en een voudig behandeld, dat de Maatschappij daarin hopelijk aan leiding kan vinden het thans begonnen initiatief te vervolgen. In één ding waren vrijwel alle sprekers het met elkaar eens: de langzame inflatie, die thans gaande is, vormt een kwaad dat op den duur verschrikkelijke gevolgen kan hebben. Vele sprekers bepleitten met nadruk een eensgezinde bestrijding; zoals prof. dr. J. F. ten Doesschate het uitdrukte: „Inflatie is een kwaad en ieder voor zich, elk op zijn eigen plaats, moet deze wetenschap gebruiken bij zijn handelingen, daden en uitingen". De discussie werd ingeleid door prof. Posthuma. Deze betoogde dat er perioden kunnen ontstaan waarin het evenwicht tussen de geldvraag en de goederenstroom verbroken raakt. Dan treden spanningen op die onwenselijk zijn en de vraag doen op komen hoe daartegen op te treden. Die perioden kunnen zijn deflatoir (prijsdaling, loondaling, werkloosheid) of inflatoir (prijsstijging, loonstijging, gespannen arbeids markt). Beide verschijnselen brengen te weeg een verstoring van het normale econo mische proces. „Wij staan thans voor de vraag de over-expansie te bestrijden en de oorzaken der verstoring van het evenwicht weg te nemen". Hij beschouwde de oor zaak als een geheel van impulsen, die onder andere samengaan met het individueel economisch handelen van elke burger. Het monetair systeem heeft in zichzelf rem mingen tegen dit geheel van impulsen, als dat verstorend werkt. „Hoe sterk zijn de impulsen en hoe sterk de remmen van het mechanisme", stelde hij als vraag. Hij wil de niet aan de orde stellen welke maatregelen goed of slecht zijn bij de bestrijding der langzame inflatie, maar uitsluitend een onderzoek naar de aard van het probleem. Aldus wilde de voorzitter voorkomen dat sectorsgewijze tegenstellingen en theorieën ter sprake zouden komen. „De som der persoonlijke daden heeft een gemeenschappe lijk effect, dat een probleem oplevert", stelde hij als uitgangspunt. Inflatiebestrijding: taak van ieder op iedere post in ons land Mr. Van Leeuwen stelde de vraag: „Hoe wordt het geld ongezond en hoe ontstaat een waardevermindering van de geldeen- heid?" Deze vraag beantwoordde hij met voorbeelden aan de hand van enerzijds een pot met goederen en diensten en an derzijds een hoeveelheid fiches als paral lel aan het maatschappelijk economisch leven. Wil men inflatie vermijden, dan dient men de oorzaken daarvan weg te nemen. Hiertoe is primair nodig dat de overheidsfinanciën in evenwicht zijn, evenals de besparingen en investeringen. Prof. Posthuma ging dieper in op de be tekenis van gezond geld e:i ongezond geld en betoogde dat men dikwijls wat te licht vaardig denkt over: „Een klein beetje in flatie". Prof. Ten Doesschate betoogde, dat de ondernemer goed doet zich het optische be drog van een inflatie goed te realiseren, omdat hij, de ondernemer, bij een „crêëpïng lnflatiöft",'h"ah"WéhIijk rnêër 'be lasting betaalt, hetgeen kan leiden tot een uitholling van de onderneming, De heer. Van de Woestijne wees erop, dat een zwak ke inflatie betekent dat de prijzen jaarlijks met drie tot vier percent stijgen. De on dernemer die tegen dat percentage geld leent leeft dan eigenlijk in een renteloze maatschappij: de investeringen worden zo goedkoop dan, dat zij niet meer rationeel worden uitgevoerd: er behoeven immers geen offers meer voor te worden gebracht, waardoor in de verkeerde richting geïnves teerd wordt. Prof. PostÜuma gin'g nader in op de ver mindering der liquide middelen om het produktieapparaat op peil te houden. Win sten, die dan schijnwinsten zijn, worden wegbelast. Vandaar dat men dat belasting geld niet wil besteden voor op zichzelf wenselijke sociale doelstellingen, omdat een dergelijke besteding van dergelijk geld uitholling van zowel de staat als de on dernemer betekent. Die sociale bestedin gen zouden alleen kunnen als het bedrijfs leven zijn apparaat op peil zou kunnen houden. Gebeurt dat niet, dan loopt men aan beide kanten vast en zouden „nare" maatregelen nodig zijn om deze fatale ge volgen van de langzame inflatie te bestrij den. „Wanneer men wil streven naar een gezond geldwezen dan moet men'zich hoe den te gaan werken voor de techniek-als- een-afgod. maar dan moet men een reële basis willen voor een gezond produktie apparaat en een verdeling van het natio naal inkomen volgens de spelregels van een democratische staat". Impulsen doorslag Nadat enkele sprekers het woord had den gevoerd over volledige werkgelegen heid, zei prof. Posthuma, dat wij in dat opzicht niet moeten kijken naar de onder ontwikkelde gebieden, maar naar de wes terse maatschappij met haar typisch in dustrieel karakter. De laatste anderhalf jaar vatt avei—de gehele~westerse -wereld- een inflatoire tendentie en neiging tot vol ledige werkgelegenheid "waar te nemen, in tegenstelling tot de dertiger jaren. Prof. Posthuma stelde de vraag in hoeverre men de inflatoire ontwikkeling moet zien als een verschijnsel dat in de structuur ligt van de westerse samenleving, waar in dividuele vrijheid van handelen bestaat. Hij trachtte de discussie weer terug te voeren op het geheel van impulsen, dat met de economische daden der individuen samenvalt en vroeg wederom hoe de door werking van die impulsen in de richting van een overbesteding mogelijk is binnen bepaalde institutionele verhoudingen van het geldsysteem. Hij noemde onder andere als oorzaken van die doorwerking de ver groting van het kredietvermogen en het „wakker" worden van „slapende" geldhoe- veelheden. „Voor zover het systeem zelf niet voldoende remmend werkt, moet men zich afvragen welke remmingen van bui tenaf toegepast kunnen worden", zei hij en gaf cijfers om te illustreren hoever we van het evenwicht af zijn. Hij stelde de vergadering de wat nader gepreciseerde eerste vraag: hoe zijn de impulsen te ver klaren, hoe ontstaat de doorwerking en waardoor staat het systeem toe dat die doorwerking reëel wordt. Ir. Keus noemde vier oorzaken: 1. ge brek aan geschoolde krachten; 2. prijssta- bilisatie en de door looninjecties gestegen vraag; 3. vrees voor geldontwaarding en 4. het gewijzigde inzicht om meer aan kwaliteit dan kwantiteit te denken. „Ik snap er niks van" Een der aanwezigen vertolkte het stand punt van de werknemers en vroeg het fo rum om de vergadering duidelijk te maken wat eigenlijk met gezond geld wordt be doeld. Dat was hem en, naar zijn mening vele anderen, nog steeds niet duidelijk ge worden. Het gaat er immers om het geld vraagstuk thans populair voor te stellen. De spreker had echter de indruk, dat de economen achter de groene tafel wel in zien, dat, wil men het vraagstuk scherp stellen, de politieke kant niet kan worden vermeden. Politieke aspecten moeten in deze vergadering evenwel buiten beschou wing blijven. Een redenering als: de staat krijgt hoge belastingen uit schijnwinsten en brengt daarmee sociale maatregelen tot stand, die dus ten nadele van het bedrijfs leven zijn, achtte spreker typerend voor het werkgeversstandpunt. Werknemers en werkgevers beiden moeten het vraagstuk onderkennen en moeten werken aan de ge nezing van het geldwezen, want ongezond geld werkt tot schade van alle elementen der samenleving, de arbeiders incluis. De heer Keus noemde geldschaarste een heel akelig ding, dat tot werkloosheid kan leiden. Met name het woningproblc-em komt dan in een uitzonderlijk moeilijke positie. Looninjecties boven het produktie- niveau, aldus ir. Keus, werken zeer infla toir en dus ten nadele van de arbeiders- klasser-De arbeiders staan niet-onversghil-i lig tegenover inflatie. Wij moeten pro beren het eens te worden bij de bestrijding van ongezond geld. De heer Van Leeuwen wilde nog even duidelijk stellen wat gezond geld betekent: „gezond geld is geld met een redelijk sta biele koopkracht, waarbij wij moeten kij ken naar het consumptiepakket en het pakket van produktiemiddelen". De heer Buning zette uiteen hoe de spaarder de waarde van zijn spaartegoed ten dele ziet verminderen. Het is zijns in ziens in het algemeen belang en in het individuele belang, dat de waardevast heid van de munt wordt hersteld. Prof. Ten Doesschate hoopte, dat we tot het inzicht zouden komen, dat inflatie een kwaad is en geen goed. Ieder op zijn plaats in de maatschappij moet in zijn daden en Geldontwaarding in de praktijk Tijdens de vergadering van de Neder- f landsche Maatschappij voor Nijverheid 'i en Handel heeft de heer Lod. *S. Beuth uit Amsterdam munten en bankbiljetten tentoongesteld, die een beeld geven van 'p de geldontwaarding, die zich in de loop der eeuwen heeft voltrokken. Uit zijné grote verzameling had hij een klein p overzicht samengesteld. Vertoond werd onder andere een bankbiljet van 5 bil- I joen mark (een 5 met 12 nullen), in om- e loop gebracht tijdens de inflatie van de f- i Duitse reichsmark in 1922 en 1923. Voorts bevond zich daar het geldstuk c met het grootste nominale bedrag uit i de geschiedenis, te weten van 1 biljoen mark (miljoen maal miljoen), eveneens; uit de Duitse inflatie. De gulden werd 8 geëxposeerd van oorsprong (omstreeks 1300) tot heden. woorden deze wetenschap gebruiken. Prof. Posthuma stelde vast, dat ons land geen onafhankelijke geldpolitiek kan voe ren. Nederland heeft evenals andere lan den in de wereld tot taak de gedachte by te brengen, dat men overal moet streven naar een stabiele geldwaarde. Een onaf hankelijke geldpolitiek zou de inflatie ver sterken. Psychologische oorzaak Prof. dr. H. van der Valk, directeur van het Internationale Monetaire Fonds, zei dat deflatie onmiddellijk zichtbaar is door een groeiende werkloosheid. De gevolgen van inflatie komen niet zo onmiddellijk tot uiting. Wij moeten streven, aldus de spre ker, naar een monetair evenwicht. Een der oorzaken van inflatie ligt in het psycho logische vlak. Men heeft een zo grote angst voor deflatie, dat men naar de andere kant overslaat. Het gaat er nu om de slin ger weer in evenwicht te brengen. Inflatie betekent niet altijd, dat er geen vooruit gang in de wereld is. De technologische vooruitgang na de laatste oorlog heeft er toe geleid, dat er veel produkten op de markt komen, die zeer aantrekkelijk zijn voor de consument. Men constateert in alle landen, met name in de Verenigde Staten, een mentaliteit van „keep up with the Jones", dat wil zeggen een neiging om hetzelfde te willen hebben en aanschaffen wat de naaste buren en kennissen bezit ten. Prof. Van der Valk onderstreepte de noodzaak om elke beginnende inflatie in de kiem te smoren. Laten wij het buiten land tonen, dat ook in dit opzicht een klein land groot kan zijn. Slotwoord Het slotwoord werd gesproken door de aftredende algemene voorzitter van de Maatschappij, prof. Weijer, die het be treurde dat het besef te weinig verbreid is, dat de gehele werkende burgerij in het voorkomen van de ramp der waarde vermindering van ons geld een belangrijke rol heeft. Het is een slechte politiek het aldus voor te stellen, dat rampen als geld ontwaarding, depressie enzovoorts kunnen worden afgewend door kunstgrepen van enige deskundigen, zonder dat de burgers daar aan te pas hoeven te komen. Ook is de indruk verkeerd, dat} de o**erheid in, "sfciatTs,~zöndêr zeef bewuste medewerking van de burgerij, ons voor die rampen te 'behoeden.^ Men moet beseffen, dat geld. hetwelk men in handen heeft, op zichzelf niet de goederen te voorschijn tovert, die men graag wil hebben. Neen, deze goe deren moeten worden voortgebracht door menselijke arbeid met behulp van de op- paratuur die wij daarvoor ons zelf moeten verschaffen. Als wij meer verbruiken dan wij zelf voortbrengen, dan hebben wij op den duur slechts de keus tussen een ver laging van de levensstandaard en een grotere inspanning. Alle brandkasten van de wereld kunnen ons niet helpen aan een welverdiende rustige oude dag. Dat kan alleen het werkende geslacht, dat achter dat bezit gaat staan met zijn arbeid en zijn vernuft om de goederen te scheppen, Op c/e A ttr acties Omdat het een van de griezeligste din gen is die een mens kunnen overkomen, wil ik onder geen omstandigheden ooit de naam krijgen, een lofzanger van de ver leden tijd, een conservatief of een reactio nair te zijn, en daarom vind ik bij voor baat, alles wat nieuw is beter en aantrek kelijker dan alles wat van vroeger is. Daarom spreek ik altijd over de goeie nieuwe tijd en vind ik het nieuwe beeld houwwerk vóór de Bijenkorf in Rotterdam prachtig. - Michelangelo moge, voor zijn tijd, ook wel aardige dingetjes hebben ge maakt, maar dan zeg ik daar nadrukkelijk bij „voor zijn tijd". Dat vind ik dan al mooi ruim gedacht van mij. U zult dus wel begrijpen met hoeveel instemming ik het+bericht gelezen heb, dat in Egypte plannen bestaan, de beroemde overblijfselen uit de oudheid van moderne geriefelijkheden en attracties te voorzien: er zullen roltrappen in de onderaardse tempels komen en bij plaatsen van archeo logisch belang zullen casino's geopend worden. De combinatie Toet Ankh Amon met roulette is, voor een moderne mens als ik ben, harmonisch en passend en een goed combo by de tempelresten van Luxor vormt niet anders dan een stijlvol en ver antwoord geheel. Bij deze nouveauté's zijn ónze lichtbak ken bij historische gebouwen en boven bloembedden nog maar kinderspel. Er zijn afschuwelijk-ouderwetse mensen, die vin den dat deze lichtbakken, alleen reeds door hun pure aanwezigheid, het oude schoon degraderen tot een nieuw kijkspul, maar met zulke mensen moet men geen reke ning houden. Een rozenbed, elektrisch ber schenen, is een brokje zuivere, schone na tuur, dat door menselijke vindingrijkheid nóg schoner wordt gemaakt dan de natuur zelve het bedoeld heeft. Mijns inziens moet dit nóg volmaakter-mooi worden doof een bioscooporgel te midden van de rozenstrui ken te doen spelen. Vanzelf een orgel met lichtjes. En dan de orgelman in ben gaals vuur. Casino's bij de Egyptische oudheden is er iets dat meer voor de hand ligt? Een mens kan bij archeologie alleen niet leven; daar behoort een opwindend gokspelletje bij en vanzelf ook pinda's en ijslollies. Laat Nederland ervoor zorgen niet ach ter te blijven! Een paar baccarattafels bij de Nachtwacht, een koppeltje roulettes bij het Gezicht op Delft, dat zal 'm de pret van het kunstgenot niet drukken. Als er èrqens behoefte bestaat aan een dansgele genheid dan in het Frans Hals Museum in Haarlem. U moet eens opletten: er zijn natuurlijk mensen die met bezwaren komen aandra gen. Laat ze maar praten, die oer-conser- vatieven. Lekker gokken bij de pyramide van Cheops. En five-o'clock strip-teas in het British Museum. Daar ligt de toekomst, makker! Elias die nodig zijn. Het is een valse illusie dat welvaart verdeeld kan worden zonder eerst te zijn geschapen. Onze monetaire autoriteiten, zo eindigde de spreker, doen al het mogelijke om de ramp van de geld ontwaarding te keren. Om half zes werden de leden der Maat schappij ten Stadhuize ontvangen door loco-burgemeester Geluk, wiens wel komstwoorden werden beantwoord door de voorzitter prof. G. A. Ph. Weijer. Met een diner in café-restaurant Treslong te Hillegom werd de dag besloten. Van morgen werden in verschillende groepen een achttal bedrijven te Haarlem en om geving bezocht en nm half een werd het tweetal dagen besloten met een afscheids- lunch in de Kennemer Golf en Country Club. ADVERTENTIE P' \p' .1 - l pr Ëiift

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 5