Briljante opvoering
van Bon Pasquale91
Bouwfonds Nederlandse Gemeenten
toont op 40 plaatsen modern interieur
Chefarinè ..4'
Eerste Kamer aanvaardt de
nieuwe Politiewet
Volstrekt gave voorstelling
door Wiener Burgtheater
„HET HUIS VAN DE BRUID
Grootscheepse campagne naar aanleiding van de
voltooiing dertienduizendste woning
beroemde
geneesmiddelen
in 1 tablet
zorgen, dat U
weer met plezier
Uw werk doet
Verrassend vroeg
werk van Haydn
Een „feestje" van
Mike Todd
WOENSDAG 3 JULI 195/
V er gelijking
Oude lijn weer in gebruik
Ziekenfondsbijdrage voor
schooltandverzorging
verhoogd
Een creatie
Staalkaart
van
Eugenia Ratti
Kunstmaand Amsterdam
HOLLAND FESTIVAL
Een gemeenteraad voor
Hollandia
yy
(Van een onzer redacteuren
Op donderdagmiddag 11 juli zullen op veertig plaatsen in Nederland modelwonin
gen onder de titel „Het huis van de bruid" ter bezichtiging worden opengesteld. Op
deze grootscheepse wijze viert het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten (tot voor kort
Bouwkas geheten) de voltooiing van zijn tienduizendste woning, welke aan de Die-
penbrocklaan in Baarn staat. De sleutels van dat jubileumhuis zullen aan de toekom
stige eigenaar-bewoner door de staatssecretaris voor Bezitsvorming en Publiekrech
telijke bedrijfsorganisatie ter hand worden gesteld, nadat de minister voor Volks
huisvesting en Bouwnijverheid per magnetofoonband een toepasselijk woord heeft
gesproken. Deze plechtigheid zal door Hilversum I worden uitgezonden en het sein
vormen voor de opening van de negenendertig andere als modelwoning ingerichte
Bouwfondshuizen. Drie daarvan bevinden zich in het verschijningsgebied van onze
bladen, namelijk aan de Biallosterskilaan in Santpoort, aan de Fazantenstraat in
Zandvoort en aan de P. Breughelstraat in Heemskerk.
Het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten
de nieuwe naam werd gekozen om een
betere aansluiting te geven op de wettelij
ke regeling Eigen woningbezit heeft
thans een jaarlijkse produktie bereikt
van tweeduizend woningen. Zijn werkwijze
kunnen we als voldoende bekend veron
derstellen, zodat wij volstaan met eraan te
herinneren, dat het Bouwfonds, dat als in
tergemeentelijke organisatie geen winst
oogmerk heeft, het eigen woningbezit wil
bevorderen door daartoe gemakkelijke fi-
nancieringsvoorwaarden te bieden en het
anderzijds niet alleen het eigen huis voor
zelfbewoning propageert, maar tevens op
velerlei wijze bijdraagt, dat de onder zijn
auspiciën tot stand gekomen panden ar
chitectonisch en bouwtechnisch de toets
der critiek kunnen doorstaan en boven
dien ook een zekere ontwikkeling in het
woongerief wordt bereikt.
Met deze ganse reeks exposities „Het
huis van de bruid" het motto is van
wege zijn aantrekkelijkheid gekozen, maar
in feite heeft de modelinrichting betrek
king op een verondersteld gezin met drie
kinderen strekt het Bouwfonds zijn zor
gen ook tot een verantwoorde, eigentijdse
woninginrichting uit, een weg welke het
enige jaren geleden reeds met een rijden
de tentoonstelling had ingeslagen.
De organisatie van maar liefst veertig
tentoonstellingen tegelijk betekent een ge
weldig werkstuk, dat respect afdwingt.
Dat betekent immers jagen en jachten om
deze woningen alle op hetzelfde tijdstip
voltooid en ingericht te hebben.
De gehele machinerie van aannemers,
onderaannemers en uitvoerders, fabrikan
ten-en plaatselijke woninginrichters vormt
een machtig raderwerk van duizenden
schakels.
De bedoeling is, dat alle modelwoningen
volgens hetzelfde patroon zijn samenge
steld, dat werd ontworpen door de Haagse
binnenhuisarchitect S. .Aardewerk. In de
meeste plaatsen maar niet in Santpoort,
Zandvoort en Heemskerk werd uitge
gaan van een standaardwoning van de
Rotterdamse architect H. A. Maaskant.
De inrichting der woningen geschiedde
met medewerking van een groot aantal
Nederlandse industrieën en van enkele im
porteurs. Daarbij werd tevens naar een
assortiment gestreefd, dat juist in de nood
zakelijkste onderdelen der inrichting voor
het gemiddelde Nederlandse gezin finan
cieel bereikbaar moest zijn. Aan de be
zoekers van de modelwoningen wordt een
brochure, waarvan de inleiding geschreven
werd door de architect J. J. Vriend uit Am
sterdam, ter hand gesteld, waarin deze
doelstellingen worden toegelicht en geïl
lustreerd.
Gezien de maar betrekkelijk zwak ont
wikkelde wooncultuur in Nederland kan
het streven van het Bouwfonds niet ge
noeg worden toegejuicht. In vele van de
veertig plaatsen zal de modelwoning „Het
huis van de bruid" weinig minder dan een
openbaring zijn. Een onbevangen beoor
deling in deze omgeving is moeilijker: een
paar actieve woninginrichters hebben met
name in Haarlem enige keren voortreffe
lijke staaltjes van binnenhuisarchitectuur
voor het gemiddelde gezin laten zien en
met name het laatste voorbeeld daarvan,
in een ééngezinsarbeiderswoning van de
woningbouwvereniging „Onze Woning"
aan de Van Moerkerkenstraat in Delftwij k,
is ons bijgebleven als een bijzonder ge
slaagde demonstratie, vooral ook omdat de
architect van het complex, de heer C. Bra-
kel uit Haarlem, een ontwerp had ge
maakt, waarin én een maximaal profijt
getrokken werd van de beschikbare ruimte
(en financiën) én een met succes bekroon
de poging deed het wooncomfort te verbe
teren. 5
ander in te brengen. Het gebruiken van
vijf verschillende kleuren en tinten (waar
van vier over twee wanden) in een woon
kamer an slechts twintig vierkante meter
omvang bijvoorbeeld, lijkt ons een funda
menteel gebrek aan inzicht in de kleurge-
ving: wat in een werkelijk groot vertrek
inderdaad niet alleen geoorloofd, maar
zelfs gewenst kan zijn, is bepaald onrustig
in een klein vertrek. En een sisal- of cocos-
vloerbedekking in een combinatie van
slaap- en studeerkamer (op zichzelf een
te waarderen vondst, mogelijk geworden
door de toepassing van een tweepersoons
onderschuif bed) schijnt niet direct prak
tisch. Voorts heeft het ons verwonderd,
dat er onhandige draaideurtjes werden ge
bruikt voor de kastwand tussen woonka
mer en keuken in plaats van schuifdeuren.
Deze bedenkingen zijn nog wel voor aan
vulling vatbaar. Zij worden uiteraard door
een reeks positieve kwaliteiten geneutrali- lustrumfeesten van de Amsterdamse Ge-
van keuken en badkamer, de kelderkast
en de grote schuur. Maar we vragen ons
toch af of een ingebouwde schuur niet
aanbevelenswaardiger zal zijn, zoals wij
tevens een proefneming met Ledakachels
zouden willen aanbevelen ter oplossing
van verwarmings- én ruimteproblemen.
De binnenhuisarchitect deed een uitste
kende greep met de linoleumbekleding
van de trap en ook wel met de muurbe
kleding in portaal en trappenhuis door
middel van balacuire, dat echter een tikje
naar de imitatie-welgesteldheid (het glanst
als leer) zweemt.
Men moet het zelf maar eens gaan zien.
Onze ervaring is, dat men van elke model
woning opnieuw weer leert. Deze huizen
zijn trouwens als een voorbeeld, niet als
het voorbeeld bedoeld. Wie eigen moge
lijkheden en oplossingen begeert kan die
zelf uitdenken in het huis naast de mo
delwoning, dat in „kale" staat ter bezich
tiging is opengesteld.
De brochure bevat bovendien alle prij
zen van de geëxposeerde artikelen, zodat
men daaraan een welkome handleiding
heeft. Men moet het in de leiding van het
Bouwfonds roemen, dat zij oog toont voor
de noodzaak voorlichting te verschaffen
omtrent de bewoning van het moderne
huis. Wie door de nieuwe wijken wandelt
zal al spoedig ontdekken, dat dit een ver
waarloosd onderdeel van de volksontwik
keling raakt. Onze critiek op een aantal
details staat onze lof voor deze enorme
campagne dan ook niet in de weg.
De Nederlandse Spoorwegen hebben ter
gelegenheid van het concours hippipue
dat op zondag 7 juli in verband met de
De Ziekenfondsraad heeft een voorstel
van het gemeenschappelijk overleg van
ziekenfondsorganisaties tot wijziging van
de bijdragen der algemene ziekenfondsen
aan de diensten voor schooltandverzorging
aanvaard.
De bijdrage, welke voor het schooljaar
1956-1957 maximaal zes gulden per ver
plicht verzekerd kind bedroeg, is voor
1957-1958 bepaald op maximaal zeven gul
den vijftig.
De Ziekenfondsraad heeft een beroep op
de ziekenfondsen gedaan, voor vrijwillig
verzekerde kinderen dezelfde regeling te
volgen.
In het komende schooljaar zullen onge
veer 500.000 kinderen voor rekening van
de ziekenfondsen aan de schooltandverzor
ging deelnemen.
Het met de verhoging gemoeide bedrag
wordt geraamd op f 500.000, voor de ver
plichte en de vrijwillige verzekering teza
men.
seerd. De woning in Baarn, die wij als
prototype bezochten, is voor minder dan
twintigduizend gulden degelijk gebouwd,
met een paar finesses in de afwerking,
welke er zijn mogen: de condensstrips in
de vaste ramen en de tochtstrips in de be
weegbare, de ruime dubbele kasten op de
slaapkamer, de sanitaire voorzieningen
meentelijke Universiteit wordt gehouden,
een buitengewone dienstregeling opgesteld
ten behoeve van de bezoekers van dit rui-
terfestijn. Op de oude spoorlijn, van het
Haarlemmermeerstation naar het Amster
damse Bos,die al sedert enige jaren voor
personenvervoer buiten gebruik is, zal voor
één dag een dienst worden onderhouden.
Het door de heer Aardewerk bijeenge
brachte huisraad vormt inderdaad een be
langwekkende staalkaart van het beste
en niet eens van het duurste dat er op
het ogenblik aan de markt is. Tegen de
wijze waarop het is toegepast en gerang
schikt, is, naar wij menen, toch wel een en
De Nederlandse
Opera heeft er blijk
baar alles opgezet
om van de reprise'
van „Don Pasquale"
van Donizetti een
waardig programma
nummer voor het
Holland Festival te
maken. Voor wat het
bezetten van de rol
len van Don Pas
quale en van Dokter
Malatesta betreft,
was er geen pro
bleem. Bij vorige op
voeringen, in 't nor
male speelseizoen,
hebben Guus Hoek
man en Scipio Co
lombo bewezen deze
buffo-partij en mees
terlijk te realiseren.
En voor het kleine
rolletje van de no
taris beschikte men
in Henk Angenent
over een beproefde
kracht, die van een
niemendalletje al
tijd nog wat aardigs
weet te maken. Waar
het wel opaan kwam was briljante ver
tolkers te engageren voor de bel-canto-
partijen van Ernesto (tenor) en Norina
(coloratuur-sopraan). Hiervoor dient men
te beschikken over vocalisten die het
mousserende effect van deze muziek uit
de schijnbaar schrale partituur van Doni
zetti weten te puren. Men vond in de tenor
Mario Spina een interpreet, die op bepaal
de momenten (waarvan in het bijzonder
zijn fraai getimbreerde zingen in het duet
van het laatste tafereel mag worden ver
meld) heel goed voldeed, doch in zijn spel
soms minder overtuigend was, gerekend
dan het hoge niveau waarop de vertolking
zich over het algemeen bewoog. Maar voor
het creëren van de schalkse Norina had
men het niet beter dan met Eugenia Ratti
kunnen treffen. Deze actrice bleek alle
denkbare kwaliteiten te bezitten om het
notenvuurwerk van deze partij geraffi
neerd te laten schitteren in de heerlijkste
vocale timbres en tevens om de rol spiri
tueel geladen, vlot en gevat tot een speel-
succes te maken. Het eerste samentreffen
In vele gezinnen wordt het gemis van
een tweede woonvertrek in de na
oorlogse huizen pijnlijk gevoeld. De
Haagse binnenhuisarchitect S. Aarde
werk toont in de modelwoningen van
het Bouwfonds Nederlandse Gemeen
ten een slaapkamer voor gemengd ge
bruik. Door toepassing van twee-
onderschuifbedden verkrijgt men vol
doende ruimte voor een schrijf- en
studeerhoek.
ADVERTENTIE
Bij pijnen, griep of „landerig" gevoel doet
een enkel tablet werkelijk wonderen I
Eugenia Ratti en Guus Hoekman in
„Don Pasquale" van Donizetti.
van Norina, Don Pasquale en Malatesta in
het derde tafereel werd dan ook een trio
scène van allereerste orde, een karakter-
spel van echt Italiaans buffo-theater.
Het kwam ook tot een hoogtepunt in de
finale van de tweede acte, waar Norina
na de ondertekening van het huwelijks
contract, dat haar schijnbaar want de
trouwerij was maar een grap met de
oude Don Pasquale verbindt, zich als een
feeks ontpopt, waar geen huis mee te
houden is. Het onvermijdelijke stretto van
deze finale moet in de jaren veertig van
(Van onze Kamerverslaggever)
De Eerste Kamer heeft zonder hoofde
lijke stemming het wetsontwerp aange
nomen inzake een nieuwe organisatie van
de politie. Volgens de nieuwe Politiewet
zullen gemeenten met meer dan 25.000
inwoners gemeentepolitie hebben en ge
meenten met minder dan 10.000 inwoners
rijkspolitie. In gemeenten met een aantal
inwoners tussen 10.000 en 25.000 blijft de
bestaande toestand gehandhaafd.
In de nieuwe wet is de zeggenschap
over de politie niet in één hand gegeven,
maar verdeeld over de minister van Bin
nenlandse Zaken (handhaving van de
openbare orde) en de minister van Jus
titie (opsporing van misdrijven). Uitgaan
de van dit standpunt kon de heer Matser
(K.V.P.) zich met het wetsontwerp ver
enigen. Daarentegen vreesde de heer
Reijers (C.H.U.), dat de „versplinterde
verantwoordelijkheid" een kreupele be-
velvoeiiug tot gevolg zou hebben. Daar
om achtte hij de wet niet te hanteren. Hij
was de enige, die aantekening verzocht,
dat hij geacht wilde worden te hebben
tegengestemd.
Ook de heren De Vos van Steenwijk
(V.V.D.), Tjalma (A.R.) en De Niet
(P.v.d.A.) lieten bezwaren horen, maar zij
stemden niet tegen.
De ministers Struijcken en Samkalden
hebben de nieuwe politie-organisatie ver
dedigd als een harmonische taakverdeling
die aansluit bij het historisch gegroeide.
Na een korte discussie heeft de Eerste
Kamer daarna zonder hoofdelijke stem
ming het wetsontwerp aangenomen, dat
een einde maakt aan de toestand, die meer
dan een eeuw heeft bestaan, dat advoca
ten vrijwillig en kosteloos rechtsbijstand
verlenen aan on- en minvermogenden. De
advocaten blijven deze rechtsbijstand wel
verlenen, maar zij krijgen nu daarvoor
I van rijkswege een vergoeding.
de vorige eeuw, toen Donizetti te Parijs
zijn werk lanceerde, zowat het effect ge
maakt hebben van het „rock 'n roll" in
onze dagen. En het heeft zijn opwindende
kracht nog lang niet verspeeld, evenmin
als de coupletten en het duet van Pasquale
en Malatesta aan het slot van het voor
laatste tafereel, waarvan de uitwerking
het publiek buiten zichzelf bracht, wat
een bissering ten gevolge had.
Veel was bij deze reprise van de regie
van Heinrich Altman behouden. De wij
zingen die Wolf-Dieter Ludwig erin bracht
betroffen hoofdzakelijk details. De grap
pige scène van de dienstboden kwam mij
nu echter minder uitgelaten voor dan bij
de vorige opvoeringen. De muzikale lei
ding was in handen gegeven van Bruno
Bartoletti. Deze jonge Italiaanse dirigent
wist er veel vaart in te zetten, maar kon
toch niet verhinderen dat de tamelijk pri
mitief georkestreerde partituur van Doni
zetti nu en dan wat luid en weinig ge
distingeerd klonk. Dit komt bij de drie
volgende opvoeringen allicht meer in
evenwicht met de rest.
Samenvattend kan echter van deze re
prise gezegd worden, dat haar briljante
kwaliteiten domineerden en dat zij dit,
behalve aan de overtuigende creaties van
Guus Hoekman en Scipio Colombo, hoofd
zakelijk dankt aan het optreden van Euge
nia Ratti wier reputatie op ons operatoneel
hiermee stevig gevestigd is.
Jos. de Klerk
Het Kunstmaand-orkest bracht onder
leiding van Meindert Boekei als onderdeel
van de Kunstmaand Amsterdam in de Ma-
ranathakerk in Amsterdam-Noord een pro
gramma met -wei-ken van.Vivaldi,-.Haydn,
Mozart en Hendrik Andriessen ten gehore.
Begpppep,.y/erd,,mét het Concert yoortwee
hoorns en strijkorkest van Vivaldi, zeker
niet een van de rijkste stukken van „il prete
rosso". Men kon echter genoegen beleven
aan het contrast tussen de zelfs in levendige
passages altijd wat aandoenlijke traagheid
der twee koperinstrumenten en de onge
remde bewegingsvrijheid, de soepeler
zangerigheid der strijkers. Dit genoegen
dankte men mede aan de virtuoze voor
dracht door het koormissenduo Harry
Kindt en Rudi Fraterman.
De derde solist op deze avond was de pia
nist Jac Huckriede (die ook de initiatief
nemer en directeur van de Kunstmaand is)
in het Pianoconcert in Bes K.V. 456 van
Mozart, welk werk hij technisch gaaf en
met stijlbegrip speelde. Hij bereikte een
hoogtepunt in het tweede deel. Daartoe
heeft Mozart dan ook wel aanleiding ge
geven, want de betreffende variatie in g
kleine terts levert wederom een bewijs
welke bijzonder tederwrange accenten zijn
muzikale taal in deze toonsoort steeds bezit.
Als enige werk van deze tijd klonken de
„Variaties en Fuga op een thema van To-
hari Kuhnau" - de meer gespeelde com
positie van Hendrik Andriessen en een van
óe bekendste uit de Nederlandse muziek,
waarvoor het dikwijls, ook in het buiten
land, als „visitekaartje" geldt, in het alge
meen. En inderdaad voldoen de sobere in
strumentale middelen en de aan de Franse
school verwante doch klassicistisch aange
wende harmonieën zeer goed aan de opgave
het waardige gegeven te variëren en vormt
de dubbelfuga steeds de logische en niet
topzware bekroning.
Een verrassing was de zevende symfonie
(in C) van Haydn, een vroeg werk van deze
componist, waarin de invloed van het di
vertimento bespeurbaar is aan de zeer zelf
standige, soms solistische blazerspartijen,
die van het Italiaanse Concerto grosso aan
het concertante wisselspel tussen één of
meer strijkers en het „tutti". Opvallend is
bijvoorbeeld de vorm van het tweede deel:
dit is geheel gecomponeerd op de wijze van
een vocaal solo-recitatief in een oratorium
met interrupties van het orkest, waarbij de
solopartij echter door de viool wordt ver
vuld. Ook de cello heeft een belangrijke rol
bijvoorbeeld in het Trio van het vierde deel
(menuet).
Het Kunstmaand Orkest had een zeer
goede avond: samenspel, samenklank en in
dividuele prestaties tonen, vergeleken met
een jaar geleden, toen ik dit orkest voor de
laatste keer hoorde, een opmerkelijke voor
uitgang.
Sas Bunge
Gedeeltelijk tegen de verwachting in is
het Holland Festival 1957 wat betreft de
dramatische kunst buitengewoon gelukkig
geslaagd. De eerste verrassing was de
Nederlandse Toneelmanifestatie met
„Moortje" van Breero, een spectaculair
openingsvuurwerk van eigen talenten,
waar de Italiaanse zevenklapper van het
Piccolo Theater op volgde. Interessant was
de fascinerend gespeelde éénakter „De
Stoelen" van Ionesco, waarmee de Parijse
avantgarde vertegenwoordigd werd. En nu
is dan tenslotte het Burgtheater uit Wenen
een op bekoorlijke wijze indrukwekkend
toonbeeld komen geven van de culturele
waarde van een tempel der traditie, die
steeds voor moderne stromingen openstaat.
Zelden behalve door de Comédie Fran-
Qaise heb ik zo volmaakt komedie zien
spelen.
Tot vertoning werd gebracht „Der Un-
bestechliche" (De Onomkoopbare) uit 1922
van de enkele jaren nadien overleden
Oostenrijkse dichter Hugo von Hofmanns-
thal, van wie men zich misschien uit het
jongste verleden „Een moeilijk mens" van
de opvoeringen door de Nederlandse Co-
medie herinnert. In „Erbij" van 1 juni heeft
onze correspondent in Wenen een voor
treffelijke inleiding tot deze voorstelling
geschreven, waaraan ik wat betreft dit
stuk heel weinig heb toe te voegen. „Der
Unbestechliche" is door Gustav Gründgens
in Duitsland „herontdekt" en vervolgens
schielijk door het Burgtheater op het
klassieke repertoire geplaatst. Terecht,
naar ik meen, al kan men Von Hofmanns-
thal even gemakkelijk overschatten als
onderwaarderen. Op grond van de beide
hier genoemde melancholische blijspelen
heeft men de neiging hem te vergelijken
met andere auteurs, die de vermoeide
sfeer van het fin-de-siècle opriepen. Met
dien verstande, dat in zijn werk het einde
van een tijdperk van verscheidene eeuwen
zij de tactische manoeuvres van Theodor
mislukken zijn plannen en wordt het por
seleinen geluk hersteld. In zijn hartgron
dige betuiging van minachting voor de
karakterloze nazaat van een oud aristo
cratisch geslacht, waarin duidelijk zijn be
sef van meerwaardigheid meespreekt, doet
deze Theodor denken aan Figaro, maar
hij mist diens vermogen om stem te ge
ven aan een levenskrachtig ideaal. In
tegendeel, hij beschouwt het als zijn hoog
ste taak in onderdanigheid te fungeren als
conservator in een museum van gracieus
voortbestaande oudheden. Misschien is er
toch een dubbele symboliek, als men in
aanmerking neemt de tirannieke wijze
waarop Theodor zich gedi-aagt zowel je
gens zijn ondergeschikten als jegens zijn
duidelijk maar in de serviele omgang ver
zwegen als inferieur beschouwde meer
deren. En zo gezien heeft hij veel van de
gladakkers, die de „nieuwe orde" zouden
opbouwen en de beschaving afbreken.
wordt getoond, met inbegrip van de wee
moedige glans van verworven waarden
of, zoals onze medewerker C. J. E. Dinaux
het formuleerde in zijn voorwoord in het
programma: het kostbaarste van ons cul
tuurbezit bestendigend samenvattend, al
vorens het in de erosie van de komende
tijden zou verpulveren en verstuiven. Daar
staat echter niets tegenovei-, geen voorge
voel, geen perspectief. In dat opzicht ver
bleekt zijn werk tot pi-ecieuze cui'iositeit
naast dat van Tsjechov bijvoorbeeld en
zeker naast dat van Beaumarchais, waar
aan men door de figuur van de titelheld
wordt herinnerd.
„De Onomkoopbare" is de major domus
op een adellijk landgoed in het Oostenrijk
van 1912, Theodor genaamd, een schx-an-
dere huisknecht die zijn zwakke heer weet
te behoeden voor hernieuwde afdwaling
op de brede weg der zonde en hem terug
voert op het smalle pad der deugd in de
armen van zijn in haar onnozelheid aller
liefste echtgenote. De als schrijver po
serende baron Jaromir heeft twee vroegere
vriendinnen te logeren gevi-aagd met het
dubbele oogmerk om stof voor een vol
gende roman uit de tijdelijk herstelde
liefdesbetrekkingen te putten en zich aldus
tevens spelenderwijze te amuseren. Dank
De adviserende raad van Hollandia op
Nieuw Guinea heeft de gouverneur geadvi
seerd een zelfstandige gemeenteraad voor
Hollandia in te stellen. Geadviseerd was
de gemeenteraad te doen bestaan uit zeven
Europeanen, vijf Papoea's en een vreemde
oosterling. Over dit advies wordt tussen
de gouverneur en de adviserende raad
overleg gepleegd. Daarbij is aan de raad
in het bijzonder gevraagd zijn mening te
geven over de voorgestelde verdeling van
het aantal zetels over verschillende bevol
kingsgroepen, de daarmee verband hou
dende verdeling der kiezers in gescheiden
kiezerscorpsen en over de organisatie van
de verkiezingen. Over het voorzitterschap
van de gemeenteraad heeft de adviserende
raad zich nog niet uitgesproken.
Het feest, dat Mike Todd, de Amerikaan
se filmproducent en echtgenoot van Eli
zabeth Taylor, dinsdagavond in Londen
heeft gegeven ter gelegenheid van de En
gelse px-emière van zijn film „Een reis om
de wereld in 80 dagen" is bijna in het water
gevallen.
Het werd gehouden in de Festival gar
dens of Battersea na de première van de
film in het centrum van Londen. Toen de
gasten zich naar het Coney Island begaven
ontstond een onontwarbare verkeersknoop
in de city. Voor de beste plaatsen in het
door Todd gekochte Astoria-theater be
taalde men meer dan 1000 gulden.
Meer dan 10.000 toeschouwers hadden
zich bij de Charing Cross Road waar het
theater staat verzameld om de gasten te
zien. Tientallen politie-mannen vochten
uren lang om de straten voor het verkeer
vrij te maken.
Onder de eregasten waren de hertogin
van Kent en haar dochter prinses Alexan
dra. Todd wilde niet dat zijn vrouw door
wie dan ook in de schaduw zou worden
gesteld en derhalve liet hij haar juwelen
van robijnen en diamanten dragen. Bo
vendien droeg zij een ring met een 30-
karaats diamant. Maar „neutrale waarne
mers" moesten toegeven dat geen van
beide vrouwen de prijs kon worden toege
kend, want de hertogin droeg oorbellen, die
een waterval van diamanten vormden als
mede talloze andere schitterende juwelen,
die iemand de uitroep deden slaken: „Ze
hebben haar de kroonjuwelen geleend".
Slechts een ding paste niet in Todds
schema: een lichte regen. Todd werd er
bepaald zenuwachtig van en men kon hem
verschillende malen uit en in het theater
zien lopen, om verwensingen tegen de
wolken te mompelen.
Een gedeelte van het feestprogi-amma kon
wegens de regen niet ten uitvoer worden
gebi-acht. De in de film gebruikte ballon
kon niet worden opgelaten en het vuur
werk was eveneens een mislukking.
Josef Meinrad in de titelrol
Bij deze stand van zaken kan men geen
„sterk" stuk vei-wachten. De intrige is
nauwelijks interessant te noemen. De ont
knoping der verwikkelingen mag men
zelfs onwaarschijnlijk noemen. En men
voelt zich dan ook veeleer verplaatst in de
sfeer van de Figaro van Mozart: het is de
exquise, gedistingeerde, lichte toon die de
tekst tot muziek maakt, die weldadig aan
doet. Daarbij was Von Hofmannsthal on
tegenzeggelijk een zeer scherp waarnemer
van menselijke zwakheden en illusies, met
een verfijnd gevoel voor geestelijke kwel
lingen en romantische stemmingen. De re
sultaten van zijn observatietalent zijn
zwiex-ig en met heldere exactheid gefor
muleerd. Von Hofmannsthal heeft, als
librettist van Richard Strauss, de operette
tot kunstwerk verheven. Hij heeft ook in
zijn voorname zedenschildering de lichte
toets van de operette weten aan te
brengen.
In een dergelijke, slechts door perfecte
beheex-sing van het métier te bereiken stijl
werd het stuk ook gespeeld, zodanig voi-
maakt zelfs dat van de regie van Ernst
Lothar geen spoor was te bekennen, het
geen tevens het hoogst denkbare compli
ment voor zijn spelleiding betekent. Wat
Josef Meinrad als Theodor liet zien en
horen was amusant en tegelijk in zekere
zin adembenemend. Ik geloof dat ik zijn
verschijning nooit zal vergeten: de slimme
spot rond zijn smalle mond, die als in een
bestendige revérence gekromde en tevens
tot trappen gereed zijnde benen, zijn
prachtige gebaren van meesterlijke die
naar, het op de spreekbeurt wachtende
maar de voorsprong der gedachten ver
radende, onhoorbare prevelen enfin,
dat alles maakte in één woord een zeld
zame creatie van grandioze allui-e. Voor
de ingewijden betekende tevens het
Tsjechische accent een bijzondere attractie.
Van de andere acteurs trok Robert Linden
de aandacht als de languissant-roman-
tische Jaromir, een moderne Casanova,
schaap en wolf .inéén, een nonchalante
veroveraar, een zoeker van de spanning
van het kunstmatige. De ziekgeworden Al
fred Neugebauer werd bevredigend door
Paul Pranger als de oude genei-aal ver
vangen.
Een hoogtepunt van de voorstelling
werd voor mij het laatste bedrijf, speciaal
het verzoeningsgesprek tussen Jaromir en
zijn vrouw, als hoedanig Tnge Brücklmeier
met uiterste versobering van buitenge
woon expressieve middelen vooral met
haar ogen, maar ook met kleine be
wegingen van haar lichaam een bijna
ontroerende onschuldigheid deed zege
vieren over de strikt genomen onhoud
baarheid van de situatie. Van de beide
minnaressen profiteerde Jane Tilden met
brio van de beste kansen. De ..mditaire-
ment" het huis bestierende weduwe werd
door Dagny Servaes gespeeld zoals bij ons
alleen Mien Duymaer van Twist dat had
gekund. En als ik hier niet de gehele be
zetting opsom, dan komt dat slechts door
gebrek aan voldoende termen om ieder
naar bewezen waarde te prijzen. De decors
van Otto Niedermoser en de kostuums van
Ernst Kniepert hielpen mee de indruk van
een volstrekt gave opvoering te bereiken.
David Koning