Hoe de kunstmaan omhoog gaat
Eerste Kamer keurt stichting van
industrieel garantiefonds goed
fZiet hoe mijn. huidskleur verschiet
Chefarine „4"
Van dag tot
dag j
Gehele proces moet in tien
minuten voltooid zijn
C Hoe is het ontstaan
Vrije tijd
INTERNATIONAAL GEOFYSISCH JAAR
De theorie is eenvoudig
beroemde
geneesmiddelen
zorgen» dat U
weer met plezier
Uw werk doet
3
Amerikaanse Senaat voor
een krachtmeting
Zuiden in verzet tegen
burgerrechten voor negers
In vrijheid gesteld wegens
gebrek aan bewijs
Qp de
^^raatótoel
Mars en Z(/h beide manen, gezien door
een ki/ber.
Dit woord:
V AUX HALL
WOENSDAG 17 JULI 1957
jjet Amerikaanse sociaal-economische
onderzoekinstituut „20th Century Fund"
heeft nog eens aandacht gewijd aan het
interessante verschijnsel, dat de produktie
met rasse schreden toeneemt in verhou
ding tot de man-uren met andere woor
den, dat één arbeider in dezelfde werktijd
een steeds grotere produktie bereikt ten
gevolge van de mechanisatie van het
fabricageproces en de rationalisatie der
arbeids- en produktiefactoren. Dit ver
schijnsel is vooral van belang in ver
hand met de ontwikkeling van de ar
beidstijden, die uiteraard een tendens tot
steeds verderschrijdende verkorting ver
tonen. Zo schat het instituut, dat een
werkdag van zeven uur in 2057 evenveel
zal opleveren aan consumptie-artikelen als
thans in een werkweek van 40 uur wordt
afgeleverd.
Dat is een berekening, die onmiddellijk
en duidelijk de ontwikkeling der maat
schappelijke situatie illustreert. Want de
verkorting van de arbeidstijden doet de
verhouding tussen werktijd en vrije tijd
omslaan en de vraag rijzen, op welke ma
nier de mens van 2057 zich de ganse dag
zal bezighouden, wanneer hij slechts een
paar uur te werken heeft voor zijn levens
onderhoud.
Natuurlijk moet een belangrijke factor
daarbij niet over het hoofd worden gezien,
namelijk de toeneming van de vraag, de
stijging der behoeften. Daardoor immers
zal de produktie veel groter moeten zijn
dan zij nu is, vooral ook omdat het aantal
aardbewoners tegen die tijd belangrijk zal
zijn gestegen. Doch deze laatste factor zal
op zijn beurt weer de oorzaak zijn van een
groter aantal werknemers, zodat de be
schikbare werkgelegenheid door grotere
aantallen zal moeten worden gedeeld.
Ofschoon dus een schatting van de situa
tie van 2057 talrijke onzekerheden bevat
die nu nog moeilijk zijn te overzien, kan
wel worden gerekend op een voortzetting
van de tendens, die zich al sinds het begin
van deze eeuw aftekent, namelijk de steeds
verdergaande inkrimping van de werkdag
en dus van het aantal werkuren per week,
waardoor misschien op den duur werkvrije
dagen zullen moeten worden ingevoerd. In
dat verband is het interessant te weten,
dat ook in ons land reeds serieuze over
wegingen in sommige bedrijven leven tot
invoering van de vrije zaterdag.
Het ziet er naar uit, dat de mens der
toekomst steeds meer tijd zal krijgen om
andere dingen te doen dan het werk voor
zijn dagelijks brood. Wat hij dan zal gaan
doen, zal in belangrijke mate de culturele
ontwikkeling onzer maatschappij beïnvloe
den. De uitslag van de keuze der meerder
heid zal de cultuur der toekomst bestem
pelen.
En wat dat betreft kan de meerderheid
vele goede en kwade kanten uit.
4
ADVERTENTIE
(door dr. J. J. Raimond jr.)
Van de negen planeten zijn er drie maanloos: Mercurius, Venus en Pluto.
Jupiter met zijn twaalf manen spant de kroon. De ene maan van moeder Aarde
slaat geen slecht figuur: met haar middellijn van 3476 km is zij ongeveer even
groot als de grootste vier manen van Jupiter zijn. Mars heeft twee manen, die
echter maar Klein zijn: Phobos heeft een middellijn van ongeveer 20 km en
Deimos van ongeveer 10 km.
Dit zijn enkele voorbeelden van „echte" manen. Zij zijn even oud als de
laneten. Zonder onderbreking hebben zij reeds miljarden jaren hun banen
eschreven om de planeten, waartoe zij van den beginne hebben behoord. Bin-^
nenkort zal onze aarde er een paar kunstmanen bijkrijgen, nietige metalen bollen,
door mensenhanden vervaardigd. De eersten van hen zullen een middellijn van
een halve meter hebben en slechts 10 kg wegen. De baan van de aardse kunst
maan zal echter niet heel veel afwijken van die van een echte maan. Phobos
beweegt zodanig om Mars, dat zij te allen tijde ruim 2500 km van het oppervlak
van Mars verwijderd blijft. De kunstmanen zullen op afstanden van 300 tót
1800 km van het aardoppervlak haar baantjes „trekken".
ongeveer 20 kilometer gekomen, gaat het
voertuig van richting veranderen. Dit ge
schiedt op commando van de „mechani
sche stuurman", die in het middelste lid
zetelt. Is de „Viking" aangekomen op een
hoogte van ruim 50 kilometer dan is zijn
brandstof vrijwel verbruikt.
Het achterste lid wordt afgestoten
en ook de plastic neus, die het voor
ste lid tijdens de tocht door de dichtste
delen van de dampkring een gestroomlijn
de vorm heeft verleend. Tegelijkertijd be
gint de reactie-voortstuwing van het mid
delste lid te werken. De voorste leden heb
ben van het achterste lid een snelheid van
ongeveer 6000 kilometer per uur ontvangen.
Hierop voortbouwende, voert de voort
stuwing van het middelste lid de snelheid
op tot 16.000 kilometer per uur. Ditmaal
echter wordt niet het uitgeputte middelste
Hoe is het mogelijk dat onze eigen maan
en de manen van de andere planeten mil
jarden jaren hun beweging volhouden,
hoewel zij niet worden voortgestuwd? Het
antwoord luidt: de manen ondervinden
geen weerstand; er is niets dat hun bewe
ging remt. Alles wat hier op aarde be
weegt, ondervindt weerstand die of ver
oorzaakt wordt door de omgeving, of zetelt
in het voertuig zelf. Als we lopen moeten
we de weerstand van de lucht overwinnen,
die vooral bij sterke wind zeer duidelijk
merkbaar is. Was er geen weerstand, was
bijvoorbeeld het aardoppervlak spiegel
glad, dan zou één flinke duw voldoende
zijn om een slee op gang te brengen en
dan zou de slee tot in lengte van dagen
over het gladde aardoppervlak steeds met
dezelfde snelheid rechtuit blijven bewe
gen. Eigenlijk moeten we dus dankbaar
zijn dat wij overal weerstand aantreffen.
Als we ons niet op een ruwe straat of vloer
konden afzetten, zouden we zelfs niet eens
kunnen lopen.
De planeten en ook hun manen bewe
gen zich in zo'n weerstandsloze ruimte.
Omdat zij in den beginne een snelheid
hebben ontvangen wij bekommeren er
ons niet om, hoe zij op gang werden ge
bracht blijft hen niet anders over dan
in beweging te blijven.
De opdracht is vrij eenvoudig: breng de
kunstmaan op een zekere afstand van de
aarde en geef haar de daarbij behorende
snelheid. Is dit geschied, dan zorgt de na
tuur er voor, dat de kunstmaan zich als
een echte maan gedraagt en netjes om de
aarde gaat rondcirkelen.
In een vorig artikel heb ik verteld, dat
een drieledige vuurpijl (raket) in staat is
deze ogenschijnlijk eenvoudige, maar in
feite zeer moeilijke opdracht te vervullen.
Als voorbeeld noem ik de Amerikaanse
vuurpijl. Voortgestuwd door het achterste
lid een gewijzigde „Viking", waarvan
de stuwende kracht ongeveer 12.250 kg. zal
bedragen stijgt de vuurpijl aanvankelijk
recht omhoog. Doch op een hoogte van
De eerste Amerikaanse kunstmanen
zullen van kaap Canaveron in Florida
omhoog gaan in zuidoostelijke richting.
Zij krijgen van de wentelende aarde
een zetje mee. De plaats waar het
achterste lid - op een hoogte van 50
km. - uitgeput is en loslaat, is door
een zwart streepje aangeduid. De plas
tic neus van de vuurpijl en het achter
ste lid keren in een boog naar de aarde
terug. Onderwijl stuwt het middelste
lid de twee voorste voort totdat de
brandstof van het middelste lid ver
bruikt is. Het niet meer gestuwde
tweetal volgt daarna de stippellijn,
totdat op 1100 km van kaap Canaveron
een hoogte van 500 km bereikt is. Daar
wordt het tweetal in snelle wenteling
gebracht en vervolgens wordt de ver
binding tussen de voorste leden ver
broken. Het middelste lid aanvaardt
de terugtocht naar de aarde, het voorste
lid brengt de snelheid van 15.000 op
28.000 kilometer per uur. Ongeveer tien-
minuten na het vertrek en ongeveer
2400 km van kaap Canaveron begint
de kunstmaan haar tocht door de ons
vrijwel onbekende buitenste delen van
de dampkring.
Bij pijnen griep ol „landerig gevoel doet
een enkel tablet werkelijk wonderen I
WASHINGTON (Reuter) De Ameri
kaanse Senaat heeft dinsdagavond met 71
tegen 18 stemmen besloten met de debat
ten over een wetsontwerp inzake burger
rechten voor negers, dat door president
Eisenhower was ingediend, te beginnen.
Hieraan waren acht dagen van verbitterde
discussies over de vraag om het ontwerp
in behandeling moest worden genomen,
voorafgegaan. Voor het eerst sedert tien
jaar is de weg thans vrij voor een volledig
Senaatsdebat over het onderwerp der bur
gerrechten voor negers, maar men ver
wacht een „filibustercampagne", een uit
gewerkt systeem om de zaak eindeloos op
te houden, van de zijde der tegenstanders,
tenzij er amendementen worden aange
bracht op het ontwerp, dat reeds door het
Huis van Afgevaardigden is goedgekeurd.
Alle Republikeinen en Democraten uit
de noordelijke en westelijke staten steu
nen het wetsvoorstel, maar de zuidelijke
democraten zijn ertegen. Zij stemden er
tenslotte echter wel mee in, dat het ont
werp in behandeling wordt genomen, al
zijn zij het niet eens met de inhoud. Er
was grote belangstelling van de zijde van
het publiek voor de stemming.
President Eisenhower gaf kort na de uit
slag een verklaring uit, waarin hij er bij
de Senaat op aandrong zijn voorstel een
-doeltreffend stuk wetgeving te laten".
Men zou vooral een bepaling, welke door
de zuidelijken scherp is gecritiseerd, moe
ten behouden, namelijk dat bepaalde pro
cessen welke voortvloeien uit de wet
geving betreffende de burgerrechten, al
leen moeten worden gevoerd met een rech
ter, zonder jury. De zuidelijke democra
ten wensen een proces met een jury, maar
de noordelijken zeggen, dat weinig zuide
lijke jury's in een proces aangaande bur
gerrechten een blanke zouden veroordelen.
lid afgestoten, want daarin huis de „me
chanische stuurman" en deze heeft zijn
taak nog niet volledig volbracht. Pas als
een hoogte van een kleine 500 km is be
reikt dit stijgen gaat met enig snelheids
verlies gepaard ontsteekt de „stuur
man" enkele hulpvuurpijltjes, die het ge
heel in draaiing brengen. Deze draaiing
geschiedt om de lengteas van het voertuig,
met een snelheid van enkele tientallen
omwentelingen per seconde. Tenslotte
neemt het voorste lid de laatste loodjes
voor zijn rekening. Zijn voornaamste taak
is, het verder opvoeren van de snelheid.
Dit moet in de kortst mogelijke tijd ge
schieden, want indien het te lang duurt,
krijgt de aarde te veel tijd om de kunst
maan weer naar zich toe te trekken. In
luttele ogenblikken voert het derde lid,
dat slechts zijn eigen huls en de kunst
maan tot last heeft, de snelheid op tot on
geveer 28.000 kilometer per uur. Zodra de
vaste brandstof van het voorste lid
verbruikt is, geeft het de kunstmaan een
duwtjeen de krachttoer is volbracht!
Slechts tien minuten na het tijdstip van
vertrek begint de wentelende kunstmaan
haar tocht. Als alles zonder storingen ver
loopt zal het een wetenschappelijke zege
tocht zijn.
Honderden ingenieurs ingeschakeld
Dit is alles veel gemakkelijker gezegd
dan gedaan. Ik heb u reeds verteld, dat dr.
Hagen, de leider van het „Plan Voorhoe-
De pompstation-overval
De Amsterdamse recherche heeft de 37-
jarige J. M. uit Amsterdam, die vorige
week vrijdag werd aangehouden in ver
band met de roofoverval op het benzine
pompstation op maandag 8 juli, wegens
gebrek aan bewijs in vrijheid gesteld. De
22-jarige H. V., die eveneens vrijdag werd
gearresteerd en tegen wie de politie vol
doende bewijsmateriaal aanwezig acht
voor een vervolging, blijft in arrest.
de", voor de technische uitvoering een
overeenkomst heeft gesloten met Glenn L.
Martin Co. Deze grote vliegtuigbouwers
hebben op hun beurt met een tiental an
dere werktuigfabrieken overeenkomsten
gesloten. U behoeft de kleurige en spre
kende advertenties in de Amerikaanse
technische tijdschriften maar op te slaan
om te weten te komen, welke fabrieken
de onderdelen voor de drieledige vuurpijl
vervaardigen.
In de praktijk komt het er op neer, dat
een zeer belangrijk deel van de kundigste
Amerikaanse ingenieurs hun vernuft ten
dienste van het plan kunstmaan hebben
gesteld en dat deze met elkaar de verant
woordelijkheid voor het welslagen zullen
dragen.
Mars met zijn kleine manen Phobos en
Deimos. Rechts boven de aardse maan
op dezelfde schaal. Phobos loopt in 7
uur 40 minuten om mars, Deimos in
een etmaal en zes uur.
'Phobos
'Deimos
V i-y :-
Kaart uit Ascona
Tot mijn en ongetwijfeld ook tot uw
vreugde ben ik in staat u mee te delen
dat Pim en Wiep het heerlijk hebben in
Ascona.
Hun hotelkamer ziet uit op het Lago
Maggiore (Pim schrijft: het kost wel effe-
tjes meer, maar daar hèb je dan ook wat
voor). Zij ontbijten op hun balkon in de
ochtendzon. (Je moet alleen voorzichtig
zijn met de marmelade, schrijft Wiep,
want er zijn ontzèttènd veel wespen).
Het eten is best (eenvoudig maar goed,
schrijft Pim). Het is er heerlijk wandelen
(al kan Pim slecht tegen klimmen, schrijft
Wiep). Maar ze maken reuze-bustochten
en met bootjes over het meer. Ze zijn in
Italië geweest! In Stresa (niefélan, schrijft
Pim, een lelijk plaatsje maar het ligt ge
weldig). Ze zijn op Isola Bella geweest
(helemaal bedorven door het toerisme,
schrijft Wiep). Wel veel Hollanders overal
(schrijven ze), maar twee keurige stelle
tjes, waar ze 's avonds wel eens mee in
de bar op de hoek zitten. Een reuzeleuke
bar (vooral omdat we thuis nooit van z'n
leven in een bar komen, schrijft Pim).
Laatst heeft het geregend en toen hebben
ze gebridged.
Pim schrijft „het is heerlijk er eens hele
maal uit te zijn".
Wiep schrijft „zalig om nu eens voor je
te laten zorgen".
U ziet dus dat alles best is met Pim en
Wiep en ik heb mij gehaast u dit mee te
delen, want ik weet zeker dat u het net
zo prettig vindt dit te vernemen als ik.
Toch is er voor mij altijd een weemoe
dige noot in al die graag-gegunde opge
togenheid, want altijd wordt onverbidde
lijk en onverhuld door haar bewezen, dat
's mensen dagelijkse en doordeweekse leven
zoveel moet missen dat tot opgetogenheid
aanleiding kan zijn.
Ik geloof dat ik een naargeestige zwart
kijker ben, wanneer ik uit alle blijheid-
om, vakantie concludeer, dat het hele leven
buiten die vakantie de mens nooit dat
verschaft wat hij het liefst zou willen en
waar hij het gelukkigst mee zou zijn.
Hoe heerlijk zou het immers zijn, wan
neer die zelfde Pim al tij d met zijn Wiep
in de zon aan een blauw meer kon zijn.
Zó onmogelijk is dat toch in beginsel niet,
want alle inwoners van Ascona, van
Stresa, van Lugano en Locarno en noemt
u al die plaatsen maar op, bewijzen dage
lijks dat het wèl mogelijk is.
En misschien gaan die nu juist met hun
vakantie naar de stad in Holland, waar
Pim en Wiep wonen en misschien schrijven
die nu juist net zulke geestdriftige kaarten
naar huis als zij naar ons.
Het is een wonderlijke historie, die van
de mens en zijn verlangens. Eigenlijk
moest het zo zijn dat niemand ooit weg
wilde van de plaats waar hij woont. Maar
het is zo, dat iedereen dat juist wèl wil.
Elias
Nadat de Eerste Kamer gistermiddag de
verhoging met een tijdelijke toeslag van de
pensioenen krachtens de wet buitenge
woon pensioen zeelieden-oorlogsslachtof
fers en krachtens de wet buitengewoon
pensioen had goedgekeurd, kwam aan de
orde het wetsontwerp tot stichting van een
industrieel garantiefonds.
De heer Vixseboxse (C.H.U.) was
van mening dat het fonds nuttig en stimu
lerend werk zal kunnen doen. Daarentegen
vond de heer M a e n e n (K.V.P.) dat de
praktische waarde van het fonds, zoals de
opzet nu is, zeer gering zal zijn. Het is
een onbevredigende conceptie, zei hij; het
fonds zal een beperkt arbeidsveld hebben
en niet beantwoorden aan het gestélde
doel.
De heer De Wilde (V.V.D.) noemt het
ontwerp een muis, dat het departement
van Economische Zaken na vijf jaar heeft
gebaard. Het fonds beoogt niet anders, een
poging te doen bedrijven, waarin de rege
ring uit economische overwegingen wat
ziet, maar waarvoor geen belangstelling
bestaat in de particuliere sfeer, van kapi
taal te voorzien. Uit het oogpunt van de
bevordering der industrialisatie heeft het
fonds enige waarde. Het moment van in
diening is echter bijzonder ongelukkig.
Ook de heer H e 11 e m a (A.R.) was niet
erg enthousiast. Hij merkte op dat er in
een periode van bestedingsbeperking aller
minst behoefte is aan het verstrekken van
kapitaal aan kleine en middelgrote be
drijven. Hij vroeg zich voorts af of in het
algemeen inderdaad behoefte is aan de in
gewikkelde manier, waarop volgens dit
ontwerp kapitaal wordt verstrekt. De
grondoorzaken van de moeilijkheden wor
den genegeerd en er wordt gewerkt met
lapmiddelen om de gevolgen daarvan op
te vangen. Naar zijn mening moet ge
vreesd worden, dat alleen die bedrijven bij
het garantiefonds zullen aankloppen, die
een dubieuze kans van slagen hebben.
99 9
Voor ruim twintig percent
van de Spaanse jeugd, zo'n
anderhalf miljoen kinderen,
bestaat de wet op de leer
plicht niet. Zij gaan domweg
niet naar school en de over
heid doet er niets tegen.
Vroeger was dit getal nog
groter en daarom mogen we
het Juan Inigo niet kwalijk
nemen, dat hij lezen noch
schrijven kan. Toch kent hij
lange verzen van Rafael de
Léon, de Andalusische dich
ter, uit zijn hoofd en men had
mij gezegd, dat zijn filosofi
sche uitspraken vaak zeer
verrassend zijn.
Het laatste kan ik niet be
oordelen. Men moet al een
gedegen kennis van taal en
literatuur bezitten om te kun
nen vaststellen of een uiting
werkelijk origineel is. Aan
zijn dichterlijke aard twijfel
ik echter niet. En dat hij
bovendien een zeldzame zon
derling is, laat ik me niet uit
het hoofd praten.
Ik ontmoette hem vlakbij
het plaatsje Lachar, tussen
Granada en Malaga. Het land
is er droog en stoffig en over
al ontdekt men de onmisken
bare aanwijzingen, dat het in
lange tijd niet heeft geregend.
Men merkt het aan de kruime
lige rode aarde, de ondoor
dringbare stofwolk achter de
auto en de talrijke droge bed
dingen van beken en rivieren.
Af en toe passeer ik een brug
en dan zie ik diep beneden mij
een armzalig stroompje, dat
zich in een veel te wijde bed
ding en rotsblokken slingert.
In een dorpje wordt de week
markt gehouden en men heeft
^lliiimiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiii
Soms kan men in een klein Spaans dorpje een ongeletterde
oude man aantreffen met alle wijsheid en eigenschappen van
de gestudeerde filosoof. Of men maakt kennis met een simpele
schaapherder, die met een ontroerende dictie een liefdes
gedicht weet te zeggen.
van de rivierboten een par
keerplaats gemaakt: gammele
vrachtauto's en boerenwagens
staan er uit het gedrang.
Even voorbij Lachar begin
ik uit te kijken, want hier
moet Juan Inigo ergens rond
zwerven. Spoedig zie ik een
kudde schapen enkele hon
derden van de miljoenen, die
in Spanje worden gehouden
door een holle weg trekken.
Nee, bespeur ik naderbij-
kprnend, dit is geen holle weg.
's'Winters kolkt hier de rivier.
Het is laat in de middag en
de zon staat al laag, waardoor
de schaduwen van de dieren
ver voor hen uit worden ge
worpen. Zij hebben haast om
de stal te bereiken; de honden
hoeven ze niet aan te sporen
en de herder laat ze maar
gaan. Het heeft geen zin de
dag te bederven door hem
hollend te beëindigen het
zou bijna een van die be
faamde filosofische stelregels
van Juan kunnen zijn.
Hij is een oude man met een
donker uiterlijk, wat niets bij
zonders is in Spanje. Behalve
een flinke snor en bakkebaar
den draagt hij een zwarte
puntmuts, die bevallig op zijn
rug afhangt. Onder zijn arm
klemt hij een buitenmodel
zwarte paraplu. Tm vreemde
verschijning, zelfs in dit land
waar men de mensen niet al
te kritisch moet beschouwen.
„Buenos tardes", groet ik.
„Op weg naar huis?"
„Si, senor". Zijn vriendelijke
grijns trekt duizend rimpel
tjes in zijn tanige huid.
„Denkt u, dat het zal gaan
regenen?", vraag ik, terwijl
ik op de paraplu wijs. Het be
gin van de conversatie is niet
briljant, maar vind zo gauw
maar eens wat beters.
Hij blijft staan en gebaart
tegen zijn helper: ga maar
door.
„Je kunt nooit weten", zegt
hij wijs. Ik presenteer een
sigaret, maar hij slaat het
aanbod af en begint een lange
cigarillo in geel papier te rol
len. Wij slenteren verder. Hij
vertrouwt me toe uit Galicia
te komen, uit het noordwesten
van Spanje, waar de bewoners
nooit zonder paraplu uitgaan,
omdat het er maandenlang
kan regenen.
„En hoe lang bent u nu al
in Andaluisië?"
Die vraag stelt hem voor
een lastig probleem, maar hij
komt na lang gepeins tot een
antwoord: een jaar of twaalf,
vijftien.
„Het regent hier haast nooit,
tenminste niet van de lente tot
het late najaar", voegt hij er
met een tikje spijt in zijn stem
aan toe. „Maar je kunt nooit
weten".
In de schaduw van een
groepje bomen blijven we
staan. Het gesprek stelt me tot
nu toe ietwat teleur. Plotse
ling zeg ik:
„Ik heb in Madrid een ge
dichtenbundel van Rafael de
Léon gekocht".
Zijn gezicht ondergaat een
merkwaardige metamorfose
het gaat leven en er komt een
fonkeling in de donkere ogen.
„Ja?", zegt hij verrukt.
„Welke?"
„Pena y alegria del amor".
Smart en vreugde der lief
de, het is een banale titel van
een bundel verzen met een
grote lyrische kracht.
Juan Inigo stelt zich onmid
dellijk in declamatiepostuur en
begint: „Mira come se me pone
la piel cuando te recuerdo"
Ziet hoe mijn huidskleur ver
schiet, wanneer ik me jou
herinner. Ik knik als een teken
van herkenning het titel
gedicht. En als de herder
voortgaat, kom ik onder de
bekoring van zijn sonore stem
en zijn zeggingskracht, die mij
ontroeren. De volzinnen rollen
van zijn lippen, als hij vertelt
van de stille en hopeloze lief
de van een man, die door het
huwelijk is gebonden en alleen
maar kan dromen van het
meisje, dat naast hem woont.
„Tussen jouw huis en mijn
huis is een muur van stilte".
Hij heeft haar zelfs nooit
durven aanspreken en bewaart
als een kostbaar souvenir een
zakdoekje, buiten gevonden.
Een zakdoekje met haar initia
len, die hij telkens weer be
kijkt en zachtjes herhaalt.
Maar „gisteren, op de Plaza
Nueva, heb ik je mijn kind
zien kussen, mijn jongste kind.
En toen je het kuste, was dat
de eerste maal, dat je mij een
kus gaf. Ik ben met haar naar
huis gegaan, heb haar van de
grond getild en zonder dat
iemand mij zag, als een boef
in 't verborgene, heb ik jouw
kus van haar crocuswangetje
geplukt".
Het is voor mij genoeg, maar
Juan laat zich niet meer rem
men. Hij reciteert zonder op
houden verzen, verzen, tot de
eerste sterren aan de hemel te
zien zijn. Het is een vreemde
ervaring. Hier sta ik met een
oude man, die te trots is om
een sigaret te accepteren en
wiens enige wens is nog eens
ooit in de zomer een paraplu
nodig te hebben. Ieder mens
heeft zijn idealen of bouwt
zich luchtkastelen. Juan Inigo,
de Galicische herder, die naar
Andalusië werd overgeplant
hoe en waarom weet hij niet
meer zoekt het in het uiterst
eenvoudige. En daarnaast is
hij gelukkig met de gedichten
van Rafael de Léon.
Hij vindt, dat het nu zijn
beurt is om een vraag te
stellen.
„Americano?", wil hij weten.
Ik schud mijn hoofd. „Ho-
landés".
Hij knikt bijna eerbiedig en
zegt: „Een goed volk".
Dat zal dan wel zo zijn. Ik
druk hem dankbaar de hand
en hij gaat zijn schapen ach
terna.
J. J. F. Kemming
ililllllfllllllll
De heer S e e g e r s (Comm.) noemde de
doelstellingen van het wetsontwerp onder
de huidige omstandigheden belachelijk.
Enerzijds wil men de omzetting van risi
comijdend kapitaal in risicodragend kapi
taal bevorderen, anderzijds wordt ernaar
gestreefd het rentegamma te handhaven.
In zijn antwoord zei minister Z ij 1 s t r a
onder meer, dat de normen voor het ver
strekken van kapitaal zullen neerkomen
op de vraag, of het desbetreffende bedrijf
economisch wenselijk en verantwoord
kan worden geacht. Inderdaad is het ge
weldige probleem van de transformatie
van risicomijdend in risicodragend kapi
taal, hier aan de orde. Hij was het met
de heer De Wilde eens, dat het bepaald
niet juist zou zijn onder de huidige om
standigheden een dertig miljoen gulden in
de industrie te investeren. Men zal de wet
voorzichtig moeten toepassen gedurende de
bestedingsbeperking.
Minister Zijlstra bestreed, dat er een no
deloos ingewikkeld apparaat wordt ge
schapen. Er is sprake van niet meer dan
een papieren vennootschap. Het ontwerp
zou niet zijn ingediend als er geen fond
sen beschikbaar waren geweest uit de te-
genwaardegelden.
Na re- en dupliek werd het wetsontwerp
zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
ADVERTENTIE
Het woord Vauxhall is thans alleen
bekend als automerk. Oorspronkelijk
was het in Engeland de naam van een
sedert de zeventiende tot het midden
van de negentiende eeuw zeer bekend
oord van vermaak, gelegen op de zuide
lijke oever van de Theems. In een acht-
tiende-eeuws geschrift wordt gesproken
over „Fosal", een herreberg over West-
munster geleegen, met een vermaake-
lijke plantagie". Vauxhall is een ver
korting van Vauxhall-gardens en deze
lagen op de plek waar in de dertiende
eeuw het slot Faulke's Hall stond. In
de tijd van Wolff en Deken was het
woord vrij gewoon voor een complex
van feestzalen. De Schoolmeester ver
vormde het woord tot fokzaal in de
regels: In plaats van op fokzaal of bal,
^zoekt hij zijn hemel thuis bovenal.