Hoe de kunstmaan omhoog gaat Eerste Kamer keurt stichting van industrieel garantiefonds goed fZiet hoe mijn. huidskleur verschiet Chefarine „4" Van dag tot dag j Gehele proces moet in tien minuten voltooid zijn C Hoe is het ontstaan Vrije tijd INTERNATIONAAL GEOFYSISCH JAAR De theorie is eenvoudig beroemde geneesmiddelen zorgen» dat U weer met plezier Uw werk doet 3 Amerikaanse Senaat voor een krachtmeting Zuiden in verzet tegen burgerrechten voor negers In vrijheid gesteld wegens gebrek aan bewijs Qp de ^^raatótoel Mars en Z(/h beide manen, gezien door een ki/ber. Dit woord: V AUX HALL WOENSDAG 17 JULI 1957 jjet Amerikaanse sociaal-economische onderzoekinstituut „20th Century Fund" heeft nog eens aandacht gewijd aan het interessante verschijnsel, dat de produktie met rasse schreden toeneemt in verhou ding tot de man-uren met andere woor den, dat één arbeider in dezelfde werktijd een steeds grotere produktie bereikt ten gevolge van de mechanisatie van het fabricageproces en de rationalisatie der arbeids- en produktiefactoren. Dit ver schijnsel is vooral van belang in ver hand met de ontwikkeling van de ar beidstijden, die uiteraard een tendens tot steeds verderschrijdende verkorting ver tonen. Zo schat het instituut, dat een werkdag van zeven uur in 2057 evenveel zal opleveren aan consumptie-artikelen als thans in een werkweek van 40 uur wordt afgeleverd. Dat is een berekening, die onmiddellijk en duidelijk de ontwikkeling der maat schappelijke situatie illustreert. Want de verkorting van de arbeidstijden doet de verhouding tussen werktijd en vrije tijd omslaan en de vraag rijzen, op welke ma nier de mens van 2057 zich de ganse dag zal bezighouden, wanneer hij slechts een paar uur te werken heeft voor zijn levens onderhoud. Natuurlijk moet een belangrijke factor daarbij niet over het hoofd worden gezien, namelijk de toeneming van de vraag, de stijging der behoeften. Daardoor immers zal de produktie veel groter moeten zijn dan zij nu is, vooral ook omdat het aantal aardbewoners tegen die tijd belangrijk zal zijn gestegen. Doch deze laatste factor zal op zijn beurt weer de oorzaak zijn van een groter aantal werknemers, zodat de be schikbare werkgelegenheid door grotere aantallen zal moeten worden gedeeld. Ofschoon dus een schatting van de situa tie van 2057 talrijke onzekerheden bevat die nu nog moeilijk zijn te overzien, kan wel worden gerekend op een voortzetting van de tendens, die zich al sinds het begin van deze eeuw aftekent, namelijk de steeds verdergaande inkrimping van de werkdag en dus van het aantal werkuren per week, waardoor misschien op den duur werkvrije dagen zullen moeten worden ingevoerd. In dat verband is het interessant te weten, dat ook in ons land reeds serieuze over wegingen in sommige bedrijven leven tot invoering van de vrije zaterdag. Het ziet er naar uit, dat de mens der toekomst steeds meer tijd zal krijgen om andere dingen te doen dan het werk voor zijn dagelijks brood. Wat hij dan zal gaan doen, zal in belangrijke mate de culturele ontwikkeling onzer maatschappij beïnvloe den. De uitslag van de keuze der meerder heid zal de cultuur der toekomst bestem pelen. En wat dat betreft kan de meerderheid vele goede en kwade kanten uit. 4 ADVERTENTIE (door dr. J. J. Raimond jr.) Van de negen planeten zijn er drie maanloos: Mercurius, Venus en Pluto. Jupiter met zijn twaalf manen spant de kroon. De ene maan van moeder Aarde slaat geen slecht figuur: met haar middellijn van 3476 km is zij ongeveer even groot als de grootste vier manen van Jupiter zijn. Mars heeft twee manen, die echter maar Klein zijn: Phobos heeft een middellijn van ongeveer 20 km en Deimos van ongeveer 10 km. Dit zijn enkele voorbeelden van „echte" manen. Zij zijn even oud als de laneten. Zonder onderbreking hebben zij reeds miljarden jaren hun banen eschreven om de planeten, waartoe zij van den beginne hebben behoord. Bin-^ nenkort zal onze aarde er een paar kunstmanen bijkrijgen, nietige metalen bollen, door mensenhanden vervaardigd. De eersten van hen zullen een middellijn van een halve meter hebben en slechts 10 kg wegen. De baan van de aardse kunst maan zal echter niet heel veel afwijken van die van een echte maan. Phobos beweegt zodanig om Mars, dat zij te allen tijde ruim 2500 km van het oppervlak van Mars verwijderd blijft. De kunstmanen zullen op afstanden van 300 tót 1800 km van het aardoppervlak haar baantjes „trekken". ongeveer 20 kilometer gekomen, gaat het voertuig van richting veranderen. Dit ge schiedt op commando van de „mechani sche stuurman", die in het middelste lid zetelt. Is de „Viking" aangekomen op een hoogte van ruim 50 kilometer dan is zijn brandstof vrijwel verbruikt. Het achterste lid wordt afgestoten en ook de plastic neus, die het voor ste lid tijdens de tocht door de dichtste delen van de dampkring een gestroomlijn de vorm heeft verleend. Tegelijkertijd be gint de reactie-voortstuwing van het mid delste lid te werken. De voorste leden heb ben van het achterste lid een snelheid van ongeveer 6000 kilometer per uur ontvangen. Hierop voortbouwende, voert de voort stuwing van het middelste lid de snelheid op tot 16.000 kilometer per uur. Ditmaal echter wordt niet het uitgeputte middelste Hoe is het mogelijk dat onze eigen maan en de manen van de andere planeten mil jarden jaren hun beweging volhouden, hoewel zij niet worden voortgestuwd? Het antwoord luidt: de manen ondervinden geen weerstand; er is niets dat hun bewe ging remt. Alles wat hier op aarde be weegt, ondervindt weerstand die of ver oorzaakt wordt door de omgeving, of zetelt in het voertuig zelf. Als we lopen moeten we de weerstand van de lucht overwinnen, die vooral bij sterke wind zeer duidelijk merkbaar is. Was er geen weerstand, was bijvoorbeeld het aardoppervlak spiegel glad, dan zou één flinke duw voldoende zijn om een slee op gang te brengen en dan zou de slee tot in lengte van dagen over het gladde aardoppervlak steeds met dezelfde snelheid rechtuit blijven bewe gen. Eigenlijk moeten we dus dankbaar zijn dat wij overal weerstand aantreffen. Als we ons niet op een ruwe straat of vloer konden afzetten, zouden we zelfs niet eens kunnen lopen. De planeten en ook hun manen bewe gen zich in zo'n weerstandsloze ruimte. Omdat zij in den beginne een snelheid hebben ontvangen wij bekommeren er ons niet om, hoe zij op gang werden ge bracht blijft hen niet anders over dan in beweging te blijven. De opdracht is vrij eenvoudig: breng de kunstmaan op een zekere afstand van de aarde en geef haar de daarbij behorende snelheid. Is dit geschied, dan zorgt de na tuur er voor, dat de kunstmaan zich als een echte maan gedraagt en netjes om de aarde gaat rondcirkelen. In een vorig artikel heb ik verteld, dat een drieledige vuurpijl (raket) in staat is deze ogenschijnlijk eenvoudige, maar in feite zeer moeilijke opdracht te vervullen. Als voorbeeld noem ik de Amerikaanse vuurpijl. Voortgestuwd door het achterste lid een gewijzigde „Viking", waarvan de stuwende kracht ongeveer 12.250 kg. zal bedragen stijgt de vuurpijl aanvankelijk recht omhoog. Doch op een hoogte van De eerste Amerikaanse kunstmanen zullen van kaap Canaveron in Florida omhoog gaan in zuidoostelijke richting. Zij krijgen van de wentelende aarde een zetje mee. De plaats waar het achterste lid - op een hoogte van 50 km. - uitgeput is en loslaat, is door een zwart streepje aangeduid. De plas tic neus van de vuurpijl en het achter ste lid keren in een boog naar de aarde terug. Onderwijl stuwt het middelste lid de twee voorste voort totdat de brandstof van het middelste lid ver bruikt is. Het niet meer gestuwde tweetal volgt daarna de stippellijn, totdat op 1100 km van kaap Canaveron een hoogte van 500 km bereikt is. Daar wordt het tweetal in snelle wenteling gebracht en vervolgens wordt de ver binding tussen de voorste leden ver broken. Het middelste lid aanvaardt de terugtocht naar de aarde, het voorste lid brengt de snelheid van 15.000 op 28.000 kilometer per uur. Ongeveer tien- minuten na het vertrek en ongeveer 2400 km van kaap Canaveron begint de kunstmaan haar tocht door de ons vrijwel onbekende buitenste delen van de dampkring. Bij pijnen griep ol „landerig gevoel doet een enkel tablet werkelijk wonderen I WASHINGTON (Reuter) De Ameri kaanse Senaat heeft dinsdagavond met 71 tegen 18 stemmen besloten met de debat ten over een wetsontwerp inzake burger rechten voor negers, dat door president Eisenhower was ingediend, te beginnen. Hieraan waren acht dagen van verbitterde discussies over de vraag om het ontwerp in behandeling moest worden genomen, voorafgegaan. Voor het eerst sedert tien jaar is de weg thans vrij voor een volledig Senaatsdebat over het onderwerp der bur gerrechten voor negers, maar men ver wacht een „filibustercampagne", een uit gewerkt systeem om de zaak eindeloos op te houden, van de zijde der tegenstanders, tenzij er amendementen worden aange bracht op het ontwerp, dat reeds door het Huis van Afgevaardigden is goedgekeurd. Alle Republikeinen en Democraten uit de noordelijke en westelijke staten steu nen het wetsvoorstel, maar de zuidelijke democraten zijn ertegen. Zij stemden er tenslotte echter wel mee in, dat het ont werp in behandeling wordt genomen, al zijn zij het niet eens met de inhoud. Er was grote belangstelling van de zijde van het publiek voor de stemming. President Eisenhower gaf kort na de uit slag een verklaring uit, waarin hij er bij de Senaat op aandrong zijn voorstel een -doeltreffend stuk wetgeving te laten". Men zou vooral een bepaling, welke door de zuidelijken scherp is gecritiseerd, moe ten behouden, namelijk dat bepaalde pro cessen welke voortvloeien uit de wet geving betreffende de burgerrechten, al leen moeten worden gevoerd met een rech ter, zonder jury. De zuidelijke democra ten wensen een proces met een jury, maar de noordelijken zeggen, dat weinig zuide lijke jury's in een proces aangaande bur gerrechten een blanke zouden veroordelen. lid afgestoten, want daarin huis de „me chanische stuurman" en deze heeft zijn taak nog niet volledig volbracht. Pas als een hoogte van een kleine 500 km is be reikt dit stijgen gaat met enig snelheids verlies gepaard ontsteekt de „stuur man" enkele hulpvuurpijltjes, die het ge heel in draaiing brengen. Deze draaiing geschiedt om de lengteas van het voertuig, met een snelheid van enkele tientallen omwentelingen per seconde. Tenslotte neemt het voorste lid de laatste loodjes voor zijn rekening. Zijn voornaamste taak is, het verder opvoeren van de snelheid. Dit moet in de kortst mogelijke tijd ge schieden, want indien het te lang duurt, krijgt de aarde te veel tijd om de kunst maan weer naar zich toe te trekken. In luttele ogenblikken voert het derde lid, dat slechts zijn eigen huls en de kunst maan tot last heeft, de snelheid op tot on geveer 28.000 kilometer per uur. Zodra de vaste brandstof van het voorste lid verbruikt is, geeft het de kunstmaan een duwtjeen de krachttoer is volbracht! Slechts tien minuten na het tijdstip van vertrek begint de wentelende kunstmaan haar tocht. Als alles zonder storingen ver loopt zal het een wetenschappelijke zege tocht zijn. Honderden ingenieurs ingeschakeld Dit is alles veel gemakkelijker gezegd dan gedaan. Ik heb u reeds verteld, dat dr. Hagen, de leider van het „Plan Voorhoe- De pompstation-overval De Amsterdamse recherche heeft de 37- jarige J. M. uit Amsterdam, die vorige week vrijdag werd aangehouden in ver band met de roofoverval op het benzine pompstation op maandag 8 juli, wegens gebrek aan bewijs in vrijheid gesteld. De 22-jarige H. V., die eveneens vrijdag werd gearresteerd en tegen wie de politie vol doende bewijsmateriaal aanwezig acht voor een vervolging, blijft in arrest. de", voor de technische uitvoering een overeenkomst heeft gesloten met Glenn L. Martin Co. Deze grote vliegtuigbouwers hebben op hun beurt met een tiental an dere werktuigfabrieken overeenkomsten gesloten. U behoeft de kleurige en spre kende advertenties in de Amerikaanse technische tijdschriften maar op te slaan om te weten te komen, welke fabrieken de onderdelen voor de drieledige vuurpijl vervaardigen. In de praktijk komt het er op neer, dat een zeer belangrijk deel van de kundigste Amerikaanse ingenieurs hun vernuft ten dienste van het plan kunstmaan hebben gesteld en dat deze met elkaar de verant woordelijkheid voor het welslagen zullen dragen. Mars met zijn kleine manen Phobos en Deimos. Rechts boven de aardse maan op dezelfde schaal. Phobos loopt in 7 uur 40 minuten om mars, Deimos in een etmaal en zes uur. 'Phobos 'Deimos V i-y :- Kaart uit Ascona Tot mijn en ongetwijfeld ook tot uw vreugde ben ik in staat u mee te delen dat Pim en Wiep het heerlijk hebben in Ascona. Hun hotelkamer ziet uit op het Lago Maggiore (Pim schrijft: het kost wel effe- tjes meer, maar daar hèb je dan ook wat voor). Zij ontbijten op hun balkon in de ochtendzon. (Je moet alleen voorzichtig zijn met de marmelade, schrijft Wiep, want er zijn ontzèttènd veel wespen). Het eten is best (eenvoudig maar goed, schrijft Pim). Het is er heerlijk wandelen (al kan Pim slecht tegen klimmen, schrijft Wiep). Maar ze maken reuze-bustochten en met bootjes over het meer. Ze zijn in Italië geweest! In Stresa (niefélan, schrijft Pim, een lelijk plaatsje maar het ligt ge weldig). Ze zijn op Isola Bella geweest (helemaal bedorven door het toerisme, schrijft Wiep). Wel veel Hollanders overal (schrijven ze), maar twee keurige stelle tjes, waar ze 's avonds wel eens mee in de bar op de hoek zitten. Een reuzeleuke bar (vooral omdat we thuis nooit van z'n leven in een bar komen, schrijft Pim). Laatst heeft het geregend en toen hebben ze gebridged. Pim schrijft „het is heerlijk er eens hele maal uit te zijn". Wiep schrijft „zalig om nu eens voor je te laten zorgen". U ziet dus dat alles best is met Pim en Wiep en ik heb mij gehaast u dit mee te delen, want ik weet zeker dat u het net zo prettig vindt dit te vernemen als ik. Toch is er voor mij altijd een weemoe dige noot in al die graag-gegunde opge togenheid, want altijd wordt onverbidde lijk en onverhuld door haar bewezen, dat 's mensen dagelijkse en doordeweekse leven zoveel moet missen dat tot opgetogenheid aanleiding kan zijn. Ik geloof dat ik een naargeestige zwart kijker ben, wanneer ik uit alle blijheid- om, vakantie concludeer, dat het hele leven buiten die vakantie de mens nooit dat verschaft wat hij het liefst zou willen en waar hij het gelukkigst mee zou zijn. Hoe heerlijk zou het immers zijn, wan neer die zelfde Pim al tij d met zijn Wiep in de zon aan een blauw meer kon zijn. Zó onmogelijk is dat toch in beginsel niet, want alle inwoners van Ascona, van Stresa, van Lugano en Locarno en noemt u al die plaatsen maar op, bewijzen dage lijks dat het wèl mogelijk is. En misschien gaan die nu juist met hun vakantie naar de stad in Holland, waar Pim en Wiep wonen en misschien schrijven die nu juist net zulke geestdriftige kaarten naar huis als zij naar ons. Het is een wonderlijke historie, die van de mens en zijn verlangens. Eigenlijk moest het zo zijn dat niemand ooit weg wilde van de plaats waar hij woont. Maar het is zo, dat iedereen dat juist wèl wil. Elias Nadat de Eerste Kamer gistermiddag de verhoging met een tijdelijke toeslag van de pensioenen krachtens de wet buitenge woon pensioen zeelieden-oorlogsslachtof fers en krachtens de wet buitengewoon pensioen had goedgekeurd, kwam aan de orde het wetsontwerp tot stichting van een industrieel garantiefonds. De heer Vixseboxse (C.H.U.) was van mening dat het fonds nuttig en stimu lerend werk zal kunnen doen. Daarentegen vond de heer M a e n e n (K.V.P.) dat de praktische waarde van het fonds, zoals de opzet nu is, zeer gering zal zijn. Het is een onbevredigende conceptie, zei hij; het fonds zal een beperkt arbeidsveld hebben en niet beantwoorden aan het gestélde doel. De heer De Wilde (V.V.D.) noemt het ontwerp een muis, dat het departement van Economische Zaken na vijf jaar heeft gebaard. Het fonds beoogt niet anders, een poging te doen bedrijven, waarin de rege ring uit economische overwegingen wat ziet, maar waarvoor geen belangstelling bestaat in de particuliere sfeer, van kapi taal te voorzien. Uit het oogpunt van de bevordering der industrialisatie heeft het fonds enige waarde. Het moment van in diening is echter bijzonder ongelukkig. Ook de heer H e 11 e m a (A.R.) was niet erg enthousiast. Hij merkte op dat er in een periode van bestedingsbeperking aller minst behoefte is aan het verstrekken van kapitaal aan kleine en middelgrote be drijven. Hij vroeg zich voorts af of in het algemeen inderdaad behoefte is aan de in gewikkelde manier, waarop volgens dit ontwerp kapitaal wordt verstrekt. De grondoorzaken van de moeilijkheden wor den genegeerd en er wordt gewerkt met lapmiddelen om de gevolgen daarvan op te vangen. Naar zijn mening moet ge vreesd worden, dat alleen die bedrijven bij het garantiefonds zullen aankloppen, die een dubieuze kans van slagen hebben. 99 9 Voor ruim twintig percent van de Spaanse jeugd, zo'n anderhalf miljoen kinderen, bestaat de wet op de leer plicht niet. Zij gaan domweg niet naar school en de over heid doet er niets tegen. Vroeger was dit getal nog groter en daarom mogen we het Juan Inigo niet kwalijk nemen, dat hij lezen noch schrijven kan. Toch kent hij lange verzen van Rafael de Léon, de Andalusische dich ter, uit zijn hoofd en men had mij gezegd, dat zijn filosofi sche uitspraken vaak zeer verrassend zijn. Het laatste kan ik niet be oordelen. Men moet al een gedegen kennis van taal en literatuur bezitten om te kun nen vaststellen of een uiting werkelijk origineel is. Aan zijn dichterlijke aard twijfel ik echter niet. En dat hij bovendien een zeldzame zon derling is, laat ik me niet uit het hoofd praten. Ik ontmoette hem vlakbij het plaatsje Lachar, tussen Granada en Malaga. Het land is er droog en stoffig en over al ontdekt men de onmisken bare aanwijzingen, dat het in lange tijd niet heeft geregend. Men merkt het aan de kruime lige rode aarde, de ondoor dringbare stofwolk achter de auto en de talrijke droge bed dingen van beken en rivieren. Af en toe passeer ik een brug en dan zie ik diep beneden mij een armzalig stroompje, dat zich in een veel te wijde bed ding en rotsblokken slingert. In een dorpje wordt de week markt gehouden en men heeft ^lliiimiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiii Soms kan men in een klein Spaans dorpje een ongeletterde oude man aantreffen met alle wijsheid en eigenschappen van de gestudeerde filosoof. Of men maakt kennis met een simpele schaapherder, die met een ontroerende dictie een liefdes gedicht weet te zeggen. van de rivierboten een par keerplaats gemaakt: gammele vrachtauto's en boerenwagens staan er uit het gedrang. Even voorbij Lachar begin ik uit te kijken, want hier moet Juan Inigo ergens rond zwerven. Spoedig zie ik een kudde schapen enkele hon derden van de miljoenen, die in Spanje worden gehouden door een holle weg trekken. Nee, bespeur ik naderbij- kprnend, dit is geen holle weg. 's'Winters kolkt hier de rivier. Het is laat in de middag en de zon staat al laag, waardoor de schaduwen van de dieren ver voor hen uit worden ge worpen. Zij hebben haast om de stal te bereiken; de honden hoeven ze niet aan te sporen en de herder laat ze maar gaan. Het heeft geen zin de dag te bederven door hem hollend te beëindigen het zou bijna een van die be faamde filosofische stelregels van Juan kunnen zijn. Hij is een oude man met een donker uiterlijk, wat niets bij zonders is in Spanje. Behalve een flinke snor en bakkebaar den draagt hij een zwarte puntmuts, die bevallig op zijn rug afhangt. Onder zijn arm klemt hij een buitenmodel zwarte paraplu. Tm vreemde verschijning, zelfs in dit land waar men de mensen niet al te kritisch moet beschouwen. „Buenos tardes", groet ik. „Op weg naar huis?" „Si, senor". Zijn vriendelijke grijns trekt duizend rimpel tjes in zijn tanige huid. „Denkt u, dat het zal gaan regenen?", vraag ik, terwijl ik op de paraplu wijs. Het be gin van de conversatie is niet briljant, maar vind zo gauw maar eens wat beters. Hij blijft staan en gebaart tegen zijn helper: ga maar door. „Je kunt nooit weten", zegt hij wijs. Ik presenteer een sigaret, maar hij slaat het aanbod af en begint een lange cigarillo in geel papier te rol len. Wij slenteren verder. Hij vertrouwt me toe uit Galicia te komen, uit het noordwesten van Spanje, waar de bewoners nooit zonder paraplu uitgaan, omdat het er maandenlang kan regenen. „En hoe lang bent u nu al in Andaluisië?" Die vraag stelt hem voor een lastig probleem, maar hij komt na lang gepeins tot een antwoord: een jaar of twaalf, vijftien. „Het regent hier haast nooit, tenminste niet van de lente tot het late najaar", voegt hij er met een tikje spijt in zijn stem aan toe. „Maar je kunt nooit weten". In de schaduw van een groepje bomen blijven we staan. Het gesprek stelt me tot nu toe ietwat teleur. Plotse ling zeg ik: „Ik heb in Madrid een ge dichtenbundel van Rafael de Léon gekocht". Zijn gezicht ondergaat een merkwaardige metamorfose het gaat leven en er komt een fonkeling in de donkere ogen. „Ja?", zegt hij verrukt. „Welke?" „Pena y alegria del amor". Smart en vreugde der lief de, het is een banale titel van een bundel verzen met een grote lyrische kracht. Juan Inigo stelt zich onmid dellijk in declamatiepostuur en begint: „Mira come se me pone la piel cuando te recuerdo" Ziet hoe mijn huidskleur ver schiet, wanneer ik me jou herinner. Ik knik als een teken van herkenning het titel gedicht. En als de herder voortgaat, kom ik onder de bekoring van zijn sonore stem en zijn zeggingskracht, die mij ontroeren. De volzinnen rollen van zijn lippen, als hij vertelt van de stille en hopeloze lief de van een man, die door het huwelijk is gebonden en alleen maar kan dromen van het meisje, dat naast hem woont. „Tussen jouw huis en mijn huis is een muur van stilte". Hij heeft haar zelfs nooit durven aanspreken en bewaart als een kostbaar souvenir een zakdoekje, buiten gevonden. Een zakdoekje met haar initia len, die hij telkens weer be kijkt en zachtjes herhaalt. Maar „gisteren, op de Plaza Nueva, heb ik je mijn kind zien kussen, mijn jongste kind. En toen je het kuste, was dat de eerste maal, dat je mij een kus gaf. Ik ben met haar naar huis gegaan, heb haar van de grond getild en zonder dat iemand mij zag, als een boef in 't verborgene, heb ik jouw kus van haar crocuswangetje geplukt". Het is voor mij genoeg, maar Juan laat zich niet meer rem men. Hij reciteert zonder op houden verzen, verzen, tot de eerste sterren aan de hemel te zien zijn. Het is een vreemde ervaring. Hier sta ik met een oude man, die te trots is om een sigaret te accepteren en wiens enige wens is nog eens ooit in de zomer een paraplu nodig te hebben. Ieder mens heeft zijn idealen of bouwt zich luchtkastelen. Juan Inigo, de Galicische herder, die naar Andalusië werd overgeplant hoe en waarom weet hij niet meer zoekt het in het uiterst eenvoudige. En daarnaast is hij gelukkig met de gedichten van Rafael de Léon. Hij vindt, dat het nu zijn beurt is om een vraag te stellen. „Americano?", wil hij weten. Ik schud mijn hoofd. „Ho- landés". Hij knikt bijna eerbiedig en zegt: „Een goed volk". Dat zal dan wel zo zijn. Ik druk hem dankbaar de hand en hij gaat zijn schapen ach terna. J. J. F. Kemming ililllllfllllllll De heer S e e g e r s (Comm.) noemde de doelstellingen van het wetsontwerp onder de huidige omstandigheden belachelijk. Enerzijds wil men de omzetting van risi comijdend kapitaal in risicodragend kapi taal bevorderen, anderzijds wordt ernaar gestreefd het rentegamma te handhaven. In zijn antwoord zei minister Z ij 1 s t r a onder meer, dat de normen voor het ver strekken van kapitaal zullen neerkomen op de vraag, of het desbetreffende bedrijf economisch wenselijk en verantwoord kan worden geacht. Inderdaad is het ge weldige probleem van de transformatie van risicomijdend in risicodragend kapi taal, hier aan de orde. Hij was het met de heer De Wilde eens, dat het bepaald niet juist zou zijn onder de huidige om standigheden een dertig miljoen gulden in de industrie te investeren. Men zal de wet voorzichtig moeten toepassen gedurende de bestedingsbeperking. Minister Zijlstra bestreed, dat er een no deloos ingewikkeld apparaat wordt ge schapen. Er is sprake van niet meer dan een papieren vennootschap. Het ontwerp zou niet zijn ingediend als er geen fond sen beschikbaar waren geweest uit de te- genwaardegelden. Na re- en dupliek werd het wetsontwerp zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. ADVERTENTIE Het woord Vauxhall is thans alleen bekend als automerk. Oorspronkelijk was het in Engeland de naam van een sedert de zeventiende tot het midden van de negentiende eeuw zeer bekend oord van vermaak, gelegen op de zuide lijke oever van de Theems. In een acht- tiende-eeuws geschrift wordt gesproken over „Fosal", een herreberg over West- munster geleegen, met een vermaake- lijke plantagie". Vauxhall is een ver korting van Vauxhall-gardens en deze lagen op de plek waar in de dertiende eeuw het slot Faulke's Hall stond. In de tijd van Wolff en Deken was het woord vrij gewoon voor een complex van feestzalen. De Schoolmeester ver vormde het woord tot fokzaal in de regels: In plaats van op fokzaal of bal, ^zoekt hij zijn hemel thuis bovenal.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 5