BABY Sets
Vijftig jaar geleden
Hertog van Gloucester opende
de Gouden Wereldjamboree
Israel zal de olieraffinaderij
van Haifa niet sluiten
0p de
Van dag tot dag
SUNFED'
„Achter elk van de 34.000 verkenners
hier staan er thuis nog eens 200"
Moskoe lacht
Concessie van de Shell zou aan een
andere maatschappij gegund worden
^Praatótoel
3
a
en suiBtam
Jeugdig en fris als een meisje, wijs als een vrouw, zó is „Margriet*.
Mijninstorting in België
twee mannen vermist
Steun voor slachtoffers
van overstroming op Java
V.S. en Engeland willen
nog geen SUNFED
Nederlandse afgevaardigde
hield er een pleidooi voor
GEBOORTE??
'T SILVER STOEPKE
SCHATKISTPROMESSEN
Uit Haarlems Dagblad
van 2 augustus 1907
VRIJDAG 2 AUGUSTUS 1957
ADVERTENTIE
De afkorting van het voorgestelde spe-
cjale UNO-fonds voor economische ont
wikkeling (Special United Nations Funds
for Economie Development), SUNFED,
heeft in het Engels een bijbetekenis, die de
verschrikkelijke werkelijkheid illustreert,
waarover de Nederlandse vertegenwoordi
ger op de vergadering van de Sociale en
Economische Raad van de UNO te Ge-
nève een bittere opmerking heeft gemaakt
aan het adres van de Verenigde Staten,
Groot-Brittannië en Canada. Sunfed bete
kent namelijk letterlijk: door de zon ge
voed en deze kosteloze bestraling, die de
maag niet vult, is het deel van tweeder
den der mensheid, waaraan vijftien per
cent van het wereldinkomen toevalt. Het
derde deel der mensheid, dat 85 percent
van het wereldinkomen verteert, heeft in
meerderheid de gelegenheid zich in dezelf
de zon te koesteren en de ultraviolette
stralen zijn huid te laten kleuren met een
.suntan", een zichbaar bewijs van weelde
van vakantie en vrije tijd. Aan tweederden
van het mensdom zijn die kleurverwek-
kende stralen verspild, want deze mensen
zijn in overwegende mate al gekleurd.
Tegenover de welvaart waarvan de
„suntan" getuigt, staat de armoede, waar
van „sunfed" het symbool is. SUNFED is
bedoeld om de oorzaken daarvan te be
strijden door de basis te leggen voor eco
nomische opleving in achtergebleven ge
bieden. Dat kost kapitalen en de drie grote
westelijke landen motiveren hun tegen
stem met het argument dat het geld pas
beschikbaar zal zijn als een ontwapenings
akkoord het mogeliijk maakt te bezuinigen
op de militaire uitgaven. Dat argument gaf
mr. Schürmann de gelijkenis in de mond
van de hongerlijder op de stoep van de
rijke man, die niets heeft aan de belofte
dat hij over een paar jaar een heerlijke
maaltijd kan krijgen, aangezien hij nu
dreigt te sterven, als hij niet een paar kor
sten brood van de overvloedige dis krijgt.
De ware reden van de drie welvarende
landen is echter, dat zij al zoveel ver
plichtingen hebben, waaraan hun visite
kaartje van weldoener is gehecht, dat zij
er niets voor voelen bijdragen te storten
in de grote pot, waaruit bijstand wordt ge
boden met geen andere afzender dan de
grote familie der volken.
Het is te hopen dat de komende UNO-
Assemblée, waarin, niet zoals in de
ECOSOC achttien, maar alle UNO-leden
zijn vertegenwoordigd, haar plicht' zal
verstaan en SUNFED in het leven zal
roepen, ondanks het feit dat de nieuwe
organisatie geen staat kan maken op de
financiële bijdragen van de kapitaalkrach
tigste landen.
Het is beschamend dat het SUNFED-
plan, van het ogenblik af dat het werd ge
opperd, zoveel tegenstand heeft ontmoet
van de welvarendste landen en dat de
resolutie, die de ECOSOC met een verblij
dende meerderheid heeft aangenomen,
voorgesteld is door landen, die het zelf
niet breed hebben. Een aantal van deze
landen zal ongetwijfeld zelf profiteren van
SUNFED, maar deze eigenbaat komt ten
minste een behoeftig volksdeel ten goede,
terwijl het verzet van de drie tegenstem
mers wordt ingegeven door nationaal
eigenbelang.
Niet voor niets is „Margriet" reeds jarenlang het gróótste blad van Nederland!
(Vervolg van pag. 1)
danig besluit. Het slechte voorbeeld van
Engeland, dat ook meende zich alleen
door het bezit van een eigen atoombom
grote mogendheid te kunnen voelen, heeft
zijn uitwerking op Frankrijk blijkbaar
niet gemist.
Een ander vreemd aspect van het weste
lijke „akkoord", waarover vandaag in de
vergadering van de Noord-Atlantische
Raad wel het een en ander zal zijn ge
zegd, is het feit dat de in het gisteren
aangekondigde voorstel genoemde lucht-
inspectie-zones wel het overgrote deel van
Europa (inclusief geheel Europees Rus
land) omvatten, maar geen vierkante meter
Amerikaans gebied; in de Noordpool-zone
schijnt zelfs Alaska niet te zijn inbe
grepen. Tenzij de inlichtingen, die hier
over door officiële instanties in Londen
zijn verstrekt, onjuist of onvolledig zijn
- en in dat geval zou de publieke opinie
ernstige reden tot klagen hebben ligt
Mer onvermijdelijk een bron van nieuwe
moeilijkheden, niet alleen tussen de wes
telijke mogendheden en de Sovjet-Unie,
maar ook tussen de westelijken onderling.
Weliswaar heeft de Amerikaanse regering
luchtinspectie van het gehele gebied dei-
Verenigde Staten aangeboden, maar alleen
in ruil voor luchtinspectie van het gehele
gebied der Sovjet-Unie. Dat zij tegenover
inspectie van het reeds zo uitgestrekte
Europese Rusland helemaal niets zou
willen stellen, is niet alleen moeilijk ver
dedigbaar, maar zelfs voor de Europese
bondgenoten van de Verenigde Staten
moeilijk aanvaardbaar.
Zo kibbelen de westelijken onderling
verder en verder en verder, zodat ze niet
eens tot het indienen van concrete voor
stellen komen. En Moskou lacht.
Simon Koster
(Van onze speciale verslaggever)
SUTTON COLDFIELD, donderdag.
Ruim 34.000 padvindershoeden vlogen de
lucht in en uit tienduizenden kelen klonk
een donderend „hoera", toen een kanon
schot vanmiddag de opening van de gou
den wereld jamboree onderstreepte. Er
stonden 83 padvinders-contingenten in
stram gelid opgesteld in de wjjde arena,
die lag te stoven in de zon. „Jullie kunnen
onze grote voorganger Baden Powell niet
beter eren dan door de gedachte van in
ternationale samenwerking zo veel moge
lijk uit te dragen", zei de hertog van Glou
cester in zyn openingswoord. „Jullie staan
hier met 34.000 man, maar achter ieder van
jullie staan in jullie land 200 verkenners,
aan wie de gedachte weer wordt overge
dragen. Broeders-padvinders, juist daarom
ben ik zo blij, dat ik dit reusachtige kam-
peerkamp mag openen", zei de hertog, die
president van de Britse padvindersorga
nisatie is.
Hoewel de opening van de jamboree pas
om drie. uur zou plaatsvinden, gingen de
jongens vuit de vèrschillendë subkampen
al om 12 uur aan het marcheren, om tijdig
bij de arena te zijn, waar de landen zich
alfabetisch moesten opstellen. Zó ver lig
gen die subkampen hier van het centrum
van Sutton Park verwijderd. In de arene
voegden de jongens en meisjes van de
zelfde nationaliteit uit de sub-kampen zich
weer bij elkaar en steeds als zo'n groep uit
een sub-kamp de arena binnenkwam mar
cheren, ging er een daverend welkomstge-
juich op en wierpen de duizenden padvin
ders hun hoeden omhoog.
Toen om vijf over drie de hertog van
Gloucester al op het spreekgestoelte was
geklommen, waren alle padvinders nog
niet binnen. Buiten de arena kroop nog
steeds een kronkelende slang van mar
cherende jongelui naar de hoofdingang
van de arena. Even klonk een fel fluitje en
meteen zetten de honderden padvinders,
die uit de verst gelegen kampen afkomstig
waren, de looppas er in om nog op tijd in
de arena aanwezig te zijn.
Alle vlaggen van de deelnemende lan
den wapperden in de arena. Die van ons
land werd gedragen door Peter Wennekes
uit Delft. Ook de emblemen van vorige
jamboree's werden door padvinders rond
gedragen en opgesteld. Dirk den Dekker,
uit Aalst-Waalre, droeg die van Vogelen
zang.
Groot was de teleurstelling van de dui
zenden verkenners, voortrekkers en lei
ders toen de hertog eenmaal zijn openings
woord was begonnen. Zij konden er na
melijk geen woord van verstaan, omdat
in de arena zelf geen enkele luidspreker-
was opgesteld. Voor de padvinders zelf is
de plechtigheid dan ook niet van veel be
tekenis geweest. Zij wisten dat de jam
boree was geopend, toen het kanonschot
klonk. Tegelijkertijd gingen de 83 vlaggen
van de deelnemende landen aan hun mas
ten omhoog.
Meer dan honderdduizend belangstel
lenden, die al om twaalf uur op het ter
rein waren toegelaten, stroomden de smal
le, door touwen begrensde paden tussen de
kampeerplaatsen op, om te zien hoe men
sen uit Rhodesia nu kamperen of wat de
jongens uit Vietnam voor eten klaar
maken.
De jamboree was begonnen. Het reuzen
bedrijf 34.000 kamperende jongens in één
park, draaide op volle toeren.
De hertog moest zich inmiddels aan een
nauw omschreven programma houden.
Direct na zijn openingswoord werd er in
een speciaal daarvoor gebouwde grote tent
een teaparty gehouden, waarop vele diplo
maten de Duke of Gloucester feliciteerden
met de nu reeds zo vlot lopende jamboree.
Ook de contingentsleiders werden aan
hem voorgesteld, waaronder schipper M.
J. J. M. Kavelaars, die het Nederlandse
contingent leidt. In sneltreinvaart reed de
hertog hierna het jamboreeterrein rond om
de verschillende subkampen te zien. Dat
moest allemaal in een uur gebeuren, zodat
hij geen minuut te verliezen had. De Brits-
West-Indiërs gaven een korte demonstra
tie met hun steel-drums, de Maori's ge
kleed in rieten rokjes dansten voor de
hertog, zoals zij dat thuis op hun club
middagen doen, de negers uit Noord-Rho-
desia lieten een echte Nogoni-stamdans
zien, een Paddling-song (lied van de
roeiers) klonk uit het kleine kamp van de
Nigerianen op, toen de hertog er langs
kwam. De padvinders uit Jamaica waren
een tropisch huis aan het bouwen.
Het langst bleef de Engelse padvinders
president bij de jongens uit Noord-Bor-
neo, die prachtig handwerk toonden, waar
onder enkele bijzonder goede aquarellen.
Ze speelden op bamboe-fluiten, die prach
tig met kralen waren versierd, de sumpu-
tans-dans.
Om zes uur precies steeg de helicopter,
waarmede hij ook was gekomen, op om de
hertog naar Londen terug te brengen.
Bezoek
Onder de bezoekers van de teaparty was
van Nederlandse zijde aanwezig kolonel
Hollaer, militair attaché bij de Nederland
se ambassade te Londen. Na de ontvangst
bracht hij met zijn echtgenote en zijn zoon
een kort bezoek aan het stafkamp van de
Nederlandse padvinders. Hij zei, dat hij
de openingsplechtigheid bijzonder indruk
wekkend had gevonden en dat hij het
vooral van belang vond dat de jongens
van de verschillende landen begrip voor
elkaar krijgen. „Als wij de politiek buiten
beschouwing laten", zei de kolonel, „be
staan er geen problemen van rassentegen
stellingen of geschillen tussen buurstaten.
Dat blijkt wel uit deze jamboree. De jon
gens uit Pakistan wandelen hier broeder
lijk met de Indiërs".
De zoon van de kolonel was speciaal met
zijn vader meegekomen naar de jamboree,
om in het Indaba-kamp de Akela op te
zoeken, bij wie hij in Wassenaar als welp
in de hórdë- was- geweest.' Ih"Engeland had
Lawrence geen tijd meer voor de padvin
derij, maar nu akela Maartje Siertsma
hier het leiderskamp bezocht, wilde hij
haar toch graag nog eens zien.
CHARLEROI (Belga) Op de 371-
meter verdieping van de kolenmijn Aul-
niats te Farciennes heeft zich een instor
ting voorgedaan, waardoor vier arbeiders
bedolven werden. Twee gewonden kon
den bevrijd worden. De andere twee mijn
werkers konden nog niet worden bereikt
en men heeft weinig hoop ze nog levend
terug te vinden.
Twee beelden van de officiële opening
van de jubileum jamboree in Sutton
Park bij Birmingham. Boven: de hertog
van Gloucester, die de officiële opening
verrichtte, rijdt in een open auto langs
de opgestelde padvinders, die hem
enthousiast groeten en fotograferen.
Onder: een beeld tijdens de openings
ceremonie. Midden voor de hertog van
Gloucester; links voor de „Chief scout"
Lord Rowallen.
GENèVE (Reuter) Met het oog op een
vandaag van het Indonesische Rode Kruis
ontvangen telegram heeft de liga van Ro
de-Kruisverenigingen een oproep doen
uitgaan tot steunverlening aan de 160.000
slachtoffers van de overstromingen op
Java.
Het Indonesische Rode Kruis had ge
meld, dat de onverwacht zware regenval
in de droge moesson ernstige overstromin
gen op Java heeft veroorzaakt, waardoor
160.000 mensen dakloos zijn geworden en
25.000 hectaren bouwgrond onder water
kwamen te staan.
GENèVE (Reuter) De afgevaardigden
van de Verenigde Staten en Groot-Brit
tannië op de vergadering van de econo
mische en sociale raad van de UNO te
Genève hebben zich dinsdag uitgesproken
tegen de stichting van een speciaal fonds
van de UNO voor de economische ont
wikkeling van onderontwikkelde gebieden
(SUNFED). Zoals bekend is, hebben de af
gevaardigden van Argentinië, Egypte,
Griekenland, Indonesië, Mexico, Neder
land en Joegoslavië een resolutie inge
diend, waarin er bij de algemene vergade
ring van de UNO op wordt aangedrongen
om genoemd fonds op haar volgende zit
ting in het leven te roepen.
De Britse en Amerikaanse afgevaardig
den waren het er over eens dat een der
gelijk fonds niet zal kunnen werken voor
dat er grote hulpbronnen ter beschikking
komen door vermindering van de uit
gaven voor militaire doeleinden als ge
volg van de internationale ontwapening.
De Russische gedelegeerde had maan
dag zijn steun gegeven aan de resolutie.
De Economische en Sociale Raad van de
UNO nam woensdag niettemin met 15
tegen 3 stemmen een resolutie aan, waarin
er bij de Algemene Vergadering van de
UNO op wordt aangedrongen om op haar
komende zitting dit speciale fonds voor de
economische ontwikkeling van minder-
onwikkelde gebieden op te richten.
De Nederlandse afgevaardigde op de
vergadering van de Sociale en Economische
Raad van de UNO, mr. C. W. A. Schür
mann betoogde, dat de tegenstanders van
het fonds, geconfronteerd met een uitge
hongerde mens op de stoep van hun huis,
besluiten hem niets te geven omdat zij
hem over een paar jaar misschien een
heerlijk diner kunnen aanbieden. Mr.
Schürmann vervolgde: „Wij willen hem
nu liever vast een paar korsten geven,
omdat hij anders over enkele jaren wel
dood kan zijn".
De Nederlandse afgevaardigde wide ech
ter niet de indruk wekken, dat zijn re
gering de bilaterale hulp waarvan de
V.S., Groot-Brittannië en Canada voor
standers zijn afkeurt. Volgens hem heeft
de UNO echter belang bij een multilaterale
hulp.
Zondag verscheen in de Israëlische pers
pas de mededeling, dat het Nederlandse
aandeel in de Shell maatschappij zestig
percent bedraagt Geen enkele critiek op
Nederland lokte dit bericht uit. Terzelfder -
tijd vernam het Israëlische publiek, dat de
regering in een verzoek aan de Neder
landse regering om bemiddeling ten gunste
van Israel had verzocht. Maandag publi
ceerde men het korte, voorzichtige corri-
mentaar van de heer De Boer, de Neder
landse directeur van de Shell te Israel bij
zijn aankomst op het vliegveld te Lydda.
Het bevatte niets hoopgevends, maar de
Israëlische pers blijft hardnekkig zwijgen
over de verantwoordelijkheid van de Ne
derlandse regering in deze aangelegenheid,
terwijl de Britse regering van het begin af
over dit onderwerp heftig- werd aangeval
len en veroordeeld.
Het lijkt alsof Israel in deze voor hem
teleurstellende gang van zaken het ver
trouwen in zijn vrienden niet verliezen wil.
Men herinnert zich dat de Nederlandse
regering de eerste was, die in het parle
ment officieel mededeelde, dat zij de Sinai-
campagne als een daad van gerechtvaar
digde zelfverdediging beschouwde. Deze
Nederlandse verklaring en de houding van
Nederland in de UNO worden steeds met
grote dankbaarheid herdacht, evenals
trouwens de vriendschappelijke redevoe
ringen en vaak geestdriftige reacties der
leden van de Nederlandse pai-lementaire
missie en die der afgevaardigden van de
Partij van de Arbeid en het N.V.V., die in
april van dit jaar Israel bezochten.
Bittere ervaring
Israel ondervond reeds een reeks van
teleurstellingen van deze aard, aangezien
verscheidene buitenlandse ondernemingen,
waaronder Philips, American Express, Bri-
~T 1
|Plijp
tish American Tobacco en de olie-maat
schappijen Esso en Soconol reeds eerder
onder Arabische druk hun bedrijven in
Israel sloten. Het was voor Israel een bit
tere ervaring toen bleek, dat het mogelijk
was dat Israel als lid van de UNO door
andere leden van deze internationale in
stelling met economische boycot bedreigd
kon worden, en het gehele UNO-apparaat
hiertegenover machteloos' stond. "Déomzet
ten van Shell in Israel en haar aandeel in
de totale oliel-verkoop ter waarde van 45%,
weerleggen de bewering, dat men in Israel
geen commerciële belangen zou kunnen
hebben. De olie-belangen van de Shell in
de Arabische landen zijn echter aanzienlijk
groter en het besluit van de Shell kwam
dan ook niet onverwacht.
De Israëlische olie-maatschappij „Delek",
die ruim zes jaar geleden werd opgericht,
heeft in de afgelopen jaren een bijzonder
snelle ontwikkeling doorgemaakt. Delek
heeft dertig percent van de totale olie
verkoop in Israel. In 1954 bedroeg de om
zet van Delek slechts achttien miljoen Is
raëlische ponden, in 1956 reeds 42,6 miljoen
en in 1957 stegen de omzetcijfers tot ruim
vijf miljoen per maand.
De toekomst van deze olie-maatschappij
en van Israel hangt voor een groot deel af
van het besluit der huidige olie-leveran
ciers aan Israel. Het zal nu moeten blijken,
of, na het besluit van de Shell, ook deze
landen moeten toegeven aan de niet on
succesvolle economische blokkade der
Arabische landen? Stopzetten der huidige
olie-leveranties aan Israel zou niet minder
dan een catastrofe voor Israel en een over
winning van het Arabische blok betekenen.
Dit is realiteit voor de Israëliërs, die na
de Sinai-campagne begon te geloven, dat
de Arabische staten langzamerhand de nut
teloosheid van een blijvende politieke, mi
litaire en economische oorlogvoering tegen
Israel zouden gaan inzien.
Sterke troeven
De regering heeft enige sterke troeven
tegenover de Shell in handen, waarover
langdurig onderhandeld zal worden, name
lijk de raffinaderijen en de overname van
Shells verkoopsorganisatie in Israel. De
Israëlische beraming van de waarde der
raffinaderijen op negentig miljoen dollar
wordt door waarnemers als zeer laag be
schouwd. In de twee uiterst links-socialis
tische partijen, die deel uitmaken van de
regeringscoalitie gaan reeds stemmen ten
gunste van een nationalisatie der Shell-
bedrijven op. Er heerst in Israel een vol
komen stilzwijgen over de regeringsvoor
stellen in de onderhandelingen met de
Shell. De meest voor de hand liggende
oplossing is, dat één der hier naar olie
borende buitenlandse olie-maatschappijen
de installaties van de Shell in hun geheel
of gedeeltelijk zal gaan exploiteren.
(Volgens een UP-bericht uit Jeruzalem
zijn er al besprekingen begonnen over de
mogelijkheid, dat een andere maatschappij
de concessie van de Shell overneemt. Vol
gens het huidige contract is het niet moge
lijk, dat de Shell, zonder toestemming van
de Israëlische regering, olie levert voor
raffinaderijen in het land.
Men had in politieke kringen reeds lang
de indruk, dat Groot-Brittannië zo spoedig
mogelijk de nadelige gevolgen van zijn
Suez-avontuur te boven wil komen en naar
een normalisering der handelsbetrekkingen
met Egypte en andere Arabische staten
streeft. De pers wees herhaaldelijk in ver
band hiermede op het feit, dat geen der
Arabische landen in het verleden bereid is
geweest de nadelige consequenties van hun
boycot voor zichzelf te aanvaarden. Even
voordat West-Duitsland het herstelbeta
lingsverdrag met Israel tekende, kwamen
de bekende Arabische dreigementen los. De
regering van West-Duitsland heeft zich
echter met grote stiptheid aan het met
Israel gesloten verdrag gehouden. De Ara
bische staten vergaten hun boycot tegen
Israel spoedig toen bleek dat hun handels
betrekkingen met West-Duitsland buiten
gewone economische voordelen opleverden.
Mirjam Gerzon
Solo
In „A Century of Punch", dat standaard
werk van de Angelsaksische humor, staat
een cartoon uit 1921, die ik u graag zou
willen laten zien. Maar aangezien ik mijn
lievelingsboeken niet gaarne uitleen, met
name aan een leesgezelschap van zo grote
omvang als de lezerskring van dit voor
treffelijke dagblad, zal ik proberen het
mopje in proza te brengen. Het is welis
waar een hachelijke onderneming om de
tekenstift te vervangen door de ballpoint,
maar ik troost me met de gedachte, dat
onze kunstcritici óók een halve kolom no
dig hebben'om het coloriet van Otto B. de
Kat te beschrijven.
De tekenaar uit „Punch" vertelt in acht
envijftig plaatjes een geschiedenis, die op
het oog allerminst komisch of ongewoon
kan worden genoemd. Verdeeld over vier
volle pagina's, die voorzien zijn van aan
moedigende voetnoten als: „more to come!"
en „press on!", staat daar de getekende
geschiedenis van een braaf mannetje, dat
op de eerste plaatjes ontwaakt, zich eens
lekker uitrekt en dan de gewone ochtend
routine begint met wassen, scheren, aan
kleden, eitje pellen, pijpje opsteken en
krantje lezen. Op het tiende prentje zien
we hem een onduidelijk blaasinstrument
tevoorschijn halen, dat we gemakshalve
een hoorn zullen noemen en waarop hij
welgemoed begint te oefenen. We voelen
dus al gauw: dit mannetje is een musicus.
En gezien zijn gelaatsexpressies tijdens het
repeteren, moet het een beoefenaar zijn
van de klassieke muziek.
Dan trekt hij zijn jasje aan, pakt het
instrument in en verlaat opgewekt zijn
woning. Met een onvervalste Londense
autobus begeeft hij zich naar zijn werk
en spoedig blijkt, dat hij deel uitmaakt
van een immens groot orkest waarin hij,
geheel achteraan, een bescheiden plaatsje
bezet.
Het concert begint. De dirigent heft zijn
stokje en het mannetje wacht rustig op
zijn beurt. Dat duurt lang, héél lang. Al
die tijd zit hij daar maar en pas zeven
plaatjes later grijpt hij naar zijn instru
ment, wordt kennelijk nerveus, kijkt angst
vallig in zijn muziek, verheft zich van zijn
stoeltje dan zwijgen alle instrumenten.
De dirigent wijst dreigend in zijn richting
en eindelijk mag hij die langverwachte
noot blazen. Uitgeput gaat hij daarna weer
zitten, maar wij verwachten nu spoedig
nog één of meer tonen of wellicht een lange
solopartij. Maar dit was alles. Dit was d e
noot. Er komt in de gehele partituur een
voudig geen hoorn meer voor.
Na afloop van het concert gaat ons man
netje tevreden op weg naar huis. Hij stapt
weer in de bus, opent zijn voordeur, hangt
hoed en jasje aan de kapstok en doet zijn
slofjes aan. Dan vinden wij hem aan tafel,
waar hij met smaak de maaltijd nuttigt,
een verse pijp opsteekt en voldaan een luie
stoel opzoekt om nog wat na te genieten.
Op het drieënvijftigste plaatje rekt hij
zich slaperig uit; het wordt bedtijd en hij
gaat naar boven, stapt in zijn pyjama,
poetst zijn tanden en het laatste wat we
van hem zien is een warrige haardos, die
boven de deken uitkomt. Dan is het uit
en we glimlachen omdat we dat kereltje
'de héle ddg bezig hebben gezien' om die
ene noot te kunnen blazen en omdat hij
het zélf "kennelijk een zeer belangrijke
bezigheid vond. We glimlachen opnieuw
als we terugbladeren naar de eerste pagina
en de titel herlezen, die we nu pas goed
begrijpen: „The one-note man".
En dan zijn wij er weer eens lekker in
gelopen, want humor is de kunst om ons
te laten lachen om onze eigen onbenullig
heid zonder dat wij het in de gaten hebben.
Zodat we ons nauwelijks realiseren, dat
we allemaal wel graag de eerste viool zou
den willen spelen, maar dat het meestal
blijft bij die ene noot.
Die soms nog niet eens helemaal zuiver
is
Am. cle Vita
ADVERTENTIE
ZILVEREN RAMMELAARS en leuke
heeft het voor u.
De zaak met de grootste keuze
Het ministerie van Financiën deelt mede,
dat op maandag 5 augustus 1957 ten kan
tore van de agent van het ministerie van
Financiën te Amsterdam de inschrijving
zal worden opengesteld op schatkistpro
messen met een looptijd van drie maanden
tot een bij de toewijzing vast te stellen
bedrag. De schatkistpromessen zijn, zoals
gebruikelijk, groot 100.000 en worden
uitgegeven onder dagtekening van 6 augus
tus 1957. De storting van het verschuldigde
bedrag wegens toegewezen promessen dient
te geschieden uiterlijk vóór 12.30 uur op
6 augustus.
Wat in de toekomst voor ons in de
lucht hangt, is niet veel goeds! Nu de
bestuurbare luchtballons steeds meer
ontwikkeld worden tot bruikbare ver
voermiddelen, besteden militaire des
kundigen veel aandacht aan de moge
lijkheid, in een oorlog ontplofbare
stoffen uit een bestuurbare ballon neder
te werpen op het gebied van den
vijand. Een gruwelijk vooruitzicht, im
mers, men kan tevoren nooit weten
wat en wie door het uit de lucht val
lende verderf geraakt zal worden. En
tegen een dergelijken aanval zal niets
te doen zijn, behalve dan, dat een in
ternationale overeenkomst wordt ge
sloten waarbij de partijen zich ver
plichten, nimmer van zulk een afschu
welijk middel gebruik te maken.
De Duitsche bladen oordelen echter
heel anders! Een blad wil, dat de Rijks
dag aanstond veel geld beschikbaar
stelt om een eskader van luchtschepen
te bouwen. Een vloot in de wolken, zoo
schrijft dit blad, zou het tegen een
tegenstander kunnen opnemen die te
land veel sterker is. En de Kölnische
Zeitung brengt, overigens zonder ver
dere toespelingen, een geestdriftvolle
beschrijving van het werk der Duitse
luchtscheepsbouwers.