Het drie-eilandenplan wordt de proefkeuken van het Deltaplan Verschillende standpunten over de alimentatieplicht MACCI Een dam zonder sluis voor Veere een kruis Parlementair commentaar VERKENNINGEN IN DE DELTA Boeren zijn tevreden Onrendabele aansluitingen op de draadomroep Kerkelijk Nieuws 9MI Overleg met minister Staf over straaljagers op Deelen Geen Panamerikaanse gemeenschappelijke markt Nieuw Burgerlijk Wetboek in Tweede Kamer Kort nieuws Orgelbouwers bijeen WOENSDAG 4 SEPTEMBER 1957 (Speciale reportage) De zee laat zich niet gemakkelijk beteugelen. Zij is en blijft een gevaarlijke, vaak onberekenbare tegenpartij voor onze dij ken bouwen de ingenieurs, hoe knap die ook mogen zijn. Daarom is het goed, dat de mannen van Rijkswaterstaat, alvorens aan de grote afsluitingen te beginnen, de nieuwste methoden en nieuwste materialen kunnen toepassen bij de uitvoering van het Drie-eilanden plan, dat men kan beschouwen als een voorloper van de eigenlijke Delta-werken. Dit plan omvat het vastmaken van Noord-Beveland aan Zuid-Beveland en Wal cheren door twee dammen: een in de Zandkreek en een in het Veersegat. liet wordt het laboratorium, de proefkeuken van het Deltaplan. Het Drie-eilandenplan moet in 1961 voltooid zijn, en het werk is dan ook al in volle gang. Op korte afstand van Veere ligt reeds een complete werkhaven gereed voor het materiaal, dat het komende voorjaar wordt gebruikt bij de bouw van de dijk tussen de noordpunt van Walcheren en de Kamperlandse duinen op Noord-Beveland. Ruim twintig kilometer naar het oosten zijn zandzuigers en draglines bezig met het maken van een bouwput voor een schutsluis, die in de dam door de Zandkreek komt. Op het welvarende Noord-Beveland, dat onder zijn 7500 inwoners naar men zegt de rijkste boeren van Zeeland telt, is men best tevreden over de verlossing uit het isolement, die de nieuwe dijken bren gen zullen. De enige verbinding met de buitenwereld is thans de pont over de Zandkreek bij Kortgene, waar steeds meer opstoppingen ontstaan door de grote toe name van het vrachtvervoer. De dam in het oosten, ten zuiden van Kats, zal een einde maken aan het lange en dure wachten. Deze dam door de Zandkreek zal het graan, de aardappelen en de suikerbieten van de grote bedrijven op Noord-Beveland, waar men geen paard meer ziet: alles is gemechaniseerd, overigens niet dichter bij Rotterdam brengen, waar de produkten worden afgezet. Rotterdam blijft 130 kilo meter ver. Tenzij er ook een dam in de Oosterschelde komt tussen Colijnsplaat en Zierikzee. Waterstaatkundig is er geen behoefte aan zo'n dam, maar het verkeer van Noord- en Zuid-Beveland zou een veel kortere verbinding met „Holland" krijgen dan via de grote afsluitingsdijk, die in de monding van de Oosterschelde komt. Mi nister Algera heeft aan de Kamer laten weten, dat hij een dam tussen Zierikzee en Colijnsplaat „niet onmogelijk" acht. Het gaat er slechts om, of de intensiteit van het verkeer de aanleg rendabel zou maken. Voorlopig blijft het bij de gedachte aan zo'n dam; aan het plannen maken is men nog lang niet toe. Watersport-perspectieven Dat de dam door de Zandkreek een pont overbodig maakt, mag het onmiddellijk voelbare resultaat zijn hoofdzaak is natuurlijk de bescherming van het land tegen het water. De taak van 52 kilometer bestaande dijken als primaire zeewering wordt nu overgenomen door twee afsluit- dammen met een totale lengte van slechts 3,6 kilometer, zwaarder en uiteraard ge makkelijker te onderhouden dan de oude Het Tweede Kamerlid de heer F. Schu- rer (P.v.d.A.) heeft aan de minister van Verkeer en Waterstaat vragen gesteld over het feit, dat een veertiental gezinnen in de buurtschap De Wijngaarden in de gemeente Opsterland aanzegging hebben gekregen van de P.T.T. dat zij op 1 ok tober van de radiodraadomroep zullen worden afgesneden, daar hun aansluiting niet meer rendabel is. „Is de minister niet van mening, dat de bewoners van deze buurtschap, voor wie de draadomroep een der belangrijkste communicatiemiddelen met de buitenwereld vormt, door deze maatregel op pijnlijke en onbillijke wijze worden getroffen?", zo vraagt de heer Schurer, en acht de minister het een juist beleid, dat het bedrijf der P.T.T., zolang het de verantwoordelijkheid voor de ver zorging van de draadomroep draagt, een onderscheid maakt tussen rendabele en onrendabele aansluitingen? Hij verzoekt de minister maatregelen te treffen, waar door de aanzegging alsnog wordt inge trokken en de bewoners van De Wijn gaarden hun aansluiting kunnen be houden. Geref. Kerken Beroepen te Vrijhoeve-'s Grevelduin- Capelle: G. Torenbeek, kand. te Den Ham (O.); te Heinkenszand: H. J. Koffrie, kand. te Ede. Aangenomen naar Nieuwdorp: A. F. Goedendorp, te Den Burg op Texel Rem. Broederschap Benoemd tot godsdienstlerares aan het Vrijz. Chr. Lyceum te 's Gravenhage: mevr. dra. M. M. Hoogslag-Van Soeren, waarn. pred. te Hoorn, die deze benoeming ook aannam. Ned. Herv. Kerk Aangenomen naar Mechelen (België) (Evang. Herv. Gemeente): H. W. Doornink, kand. te Mechelen. Bedankt voor Opheus- den: B. Haverkamp te Nieuw-Lekkerland. Benoemd tot vicaris aan de gestichtge meente Neerbosch: S. de Boer, kand. te Beverwijk. Evang. Luth. Kerk Viertal te Haarlem: L. G. C. Grabandt te Leeuwarden, J. J. F. Herrmann te Alkmaar, H. Johannes te Vlissingen en D. Solinger te Purmerend. dijken. En in Kortgene is men nog niet vergeten hoe op 1 februari 1953 de hoog opgejaagde zee het dorp overspoelde en 49 mensen meesleepte in haar niet te stui ten vaart. De dag tevoren was juist het mooie, nieuwe gemeentehuis geopend, waar het water 2,80 meter hoog kwam te staan. Na het totstandkomen van het Drie- eilandenplan (en het Deltaplan) zal zo'n ramp zich naar menselijke berekening niet Helaas staat het vrijwel vast, dat Veere zijn sluis niet krijgt. Officieel is deze kwestie nog in studie, maar Rijkswater staat heeft overwegende bezwaren tegen een kunstwerk in deze primaire afsluit- dam, terwijl bovendien verzanding van de vaargeul buiten de dam niet te voorkomen zou zijn. Veel hoop heeft men dan ook niet meer in Veere en jhr. Den Beer Poortugael zoekt nu naar de positieve kanten van het Drie-eilandenplan. Hij denkt dan aller eerst aan de recreatie en verwacht dat het rijk als tegenprestatie voor de „verstik king" van de garnalenvisserij Veere zal helpen aan een goed geoutilleerde jacht haven. „Veere kan het centrum worden van het hele watersportgebied, en dat is dan een pleister op de wondeOok ziet deze burgemeester goede kansen voor Veere in het plan om in het afgedamde water een bassin te maken voor de oester- en mosselcultuur, als proefneming voor de Grevelingen, waarheen de beroemde vis serij van Yerseke misschien later kan worden overgeplaatst. „In elk geval zal het rijk veel moeten helpen, vooral in de moeilijke overgangs tijd. Dat is een eis, die Veere zeker kan stellen", aldus de burgemeester van deze eens zo rijke en machtige stad, die in de loop der eeuwen haar handel verloor en nu ook haar visserij bedreigd ziet. In het beroemde haventje van Veere zal het stil worden over vier jaar. In 1961 wordt namelijk het Drie-eilan denplan voltooid, hetgeen betekent dat de dam in het Veeregat dan dicht zal zijn. Voor de garnalenvissers is er geen emplooi meer, tenzij er toch nog een sluis komt in die dam. Maar de kans daarop is nihil. 1»^—üspmMB Deze luchtfoto geeft een beeld van het werk aan de nieuwe Veerhaven, die ten westen van Breskens in West- Zeeuws-Vlaanderen in aanleg is. In de zee ziet men de bijna voltooide haven- dammen. Op de voorgrond de in aan leg zijnde kom voor de „fuik", de aan legplaats voor de boten met koplading, waarvan er voorlopig één wordt ge bouwd, maar waarvan er vier kunnen worden aangelegd. De vaartijd van Vlissingen naar de nieuwe haven, die een diepte krijgt van negen meter, wordt korter dan die naar de oude haven van Breskens, die bovendien moeilijker toegankelijk is. („Luchtopname ANP-foto") meer kunnen herhalen. Bovendien krijgt Noord-Beveland zoet water YQor.zijft pol ders, en ook nieuw land. Ongeveer de helft van de 3300 ha., die Zandkreek en Veerse gat beslaan, zal worden drooggelegd. Het overblijvende meer kan een ideaal oord worden voor de watersport. Deze watersport wordt vooral belangrijk voor Kortgene, omdat burgemeester A. A. Schuit er in is geslaagd, de Belgische jachtclub (Royal Yacht Club de Belgique) te interesseren voor zijn gemeente. Deze club, die 800 leden met 300 schepen telt, zocht een nieuwe basis omdat Antwerpen door het drukke scheepsverkeer en de grote getijverschillen steeds minder ge schikt wordt. De Belgische zeilers hebben nu besloten te verhuizen naar Kortgene, waar zij een haven van 15 ha. krijgen, naast de schutsluis in de Zandkreekdam. Maar het Drie-eilandenplan heeft ook zijn keerzijde. Dat bemerkten wij in Veere, waar burgemeester jhr. I. F. Den Beer Poortugael ons zonder blikken of blozen vertelde, dat na de ramp van 1 februari 1953 een tweede ramp is gekomen in de vorm vanhet Drie-eilandenplan. Uit het vervolg van het gesprek bleek, dat de bezwaren van Veere niet zo zeer gaan tegen het Drie-eilandenplan als geheel, als wel tegen het ontbreken van een sluis in de tussen Walcheren en Noord-Beveland door het Veersegat geprojecteerde dam. De keerzijde: Veere „Een dam zo.-der sluis, voor Veere een kruis". Deze leuze, gedrukt op fraai pa pier naast een pentekening van een Veer- se vissersboot tegen de achtergrond van de slanke toren van het befaamde stad huis, heeft het gemeentebestuur naar alle ministers en Kamerleden gestuurd om hen attent te maken op de „tweede ramp", waardoor het pittoreske stadje wordt be dreigd. Een ramp zou dit vooral zijn voor de garnalenvisserij, wanneer er geen sluis komt in de dam door het Veersegat. De garnalenvisserij betekent meer voor Veere dan een extra-attractie voor de dui zenden toeristen, die elke zomer komen kijken naar het in- en uitvaren der scheepjes van 't schilderachtige haventje, en naar de afslag op de vismijn. Zij be tekent namelijk ook de voornaamste bron van inkomsten voor de middenstand, die de vissersvloot van al het nodige voorziet. Het gaat hier ook niet om een uitsterven de stiel, die vroeger of later toch gedoemd zou zijn te verdwijnen. Integendeel: Veere's burgemeester verzekerde ons, dat de vloot nog steeds groeit. Zij telt thans dertig boten, elk door vier vissers bemand. De meeste dragen de letters ARM, enkele TH en slechts vier VE, maar alle hebben Veere als hun thuishaven, waaruit zij 's morgens bij eb vertrekken om er 's mid dags bij vloed weer terug te keren. Ver leden jaar was de totale besomming ander half miljoen gulden. De garnalen worden onmiddellijk na de afslag naar België en Frankrijk geëxporteerd en zijn bijvoor beeld de volgende morgen om zes uur op de markt van Parijs verkrijgbaar. Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben een onderhoud gehad met minister Staf over de aanwijzing van het vliegveld Deelen als straaljagerbasis. I-Iet overleg zal nog worden voortgezet. Dit heeft de Commissaris der Koningin in de provincie Gelderland, mr. H. W. Bloemers, meege deeld in de vergadering van de Provin ciale Staten. De Interamerikaanse Economische Con ferentie, die vandaag eindigt, heeft een tien punten omvattende verklaring over economische samenwerking aangenomen. De verklaring, die een compromis vormt, vervangt de verdergaande ontwerpover eenkomst, welke door het secretariaat was opgesteld. Waarnemers zeggen, dat door deze gang van zaken de hoop op de totstandkoming van een effectieve Pan amerikaanse Gemeenschappelijke Markt, het voornaamste punt van de agenda, de bodem is ingeslagen. i3S (Van onze Kamerverslaggever) KINDEREN ZIJN VERPLICHT hun behoeftige ouders te ondersteunen. In het nieuwe Burgerlijk Wetboek, dat waarschijnlijk pas over tien jaren in werking zal treden, wil de P.v.d.A. die verplichting niet handhaven, omdat de moderne sociale voorzieningen die onderhoudsplicht opvangen. Mej. Zeelenberg (P.v.d.A.) diende daarom gisteren in de Tweede Kamer een amendement in om de onderhoudsplicht tussen ouders en kinderen te doen vervallen, omdat het Burgerlijk Wetboek aan de sociale ontwikkeling niet mag voorbijgaan. Zij verwacht, dat er dan meer vrijwillig zal worden gesteund. Die vrijwilligheid vond zij van grotere waarde dan afge dwongen ondersteuning. Van geen enkele zijde kreeg het denkbeeld van mej. Zeelen berg echter bijval. In de gezinsverhouding gaat de persoonlijke verantwoordelijk heid boven de verantwoordelijkheid van de gemeenschap, betoogde de heer Berk houwer (.V.V.D.). De onderhoudsplicht is het kenmerk van de gezinsgemeenschap, aldus de heer B a c h g (K.V.P.). In de eerste plaats hebben de naaste verwanten een taak, zei de heer Meulink (A.R.) en tot dezelfde conclusie kwam ook jkvr. Wttewaal van Stoetwegen (C.H.U.). Het amendement van de P.v.d.A. maakt dus geen kans te worden aangenomen. Ook de regering wil er trouwens niets van weten. De kwestie van de onderhoudsplicht kwam aan de orde bij de behandeling van het eerste deel (van de negen) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek. In 1947 is op dracht gegeven tot de vernieuwing van het Burgerlijk Wetboek en in 1953 heeft de Tweede Kamer zich reeds voorlopig over een aantal principiële punten uitgesproken, waarna met de definitieve opstelling van het nieuwe B.W. kon worden begonnen. Gisteren was het zover, dat het eerste deel in behandeling kon worden genomen, dat in ongeveer 500 artikelen het personen- en familierecht omvat, dat onder meer be trekking heeft op huwelijk en echtschei ding, het vaderschap, de burgerlijke stand, de ouderlijke macht en de voogdij, de cura tele en de onderhoudsplicht. Grootouders-kleinkinderen Het bestaande recht heeft de regering niet ingrijpend willen wijzigen. Zij wil wel de onderhoudsplicht tussen grootouders en kleinkinderen laten vervallen. Daarmede kon mej. Zeelenberg (P.v.d.A.) zich verenigen, maar de heer Berkhouwer (V.V.D.) diende een amendement in om deze onderhoudsplicht te handhaven. De onderhoudsplicht in familieverband moet voorop staan en wat de overheid doet in gevolge de sociale voorzieningen, moet slechts als aanvulling worden beschouwd, zei hij. De grootouders hebben zich soms veel ontzegd om bij te dragen tot het for tuin van de vader van de kleinzoon en dan is het niet onbillijk, dat de kleinzoon, die profiteerd, naar vermogen de grootouders ondersteunt. Het amendement van de heer Berk houwer had met enig voorbehoud instem ming van jkvr. Wttewaal van Stoetwegen (C.H.U.) en van de heer Meulink (A.R.). Ook de heer B a c h g (K.V.P.) kon er mee sympathiseren, maar hij wilde het verhaal, waartoe de Armen wet bevoegdheid verleent, beperken. De onderhoudsplicht wilde hij dus in de wet wel opnemen, maar als de overheid de grootouders een ondersteuning uitkeert, wil hij niet, dat het bedrag op de klein kinderen wordt verhaald. Een meerderheid is dus voor handhaving van de ondersteu ningsplicht tussen grootouders en klein kinderen. In ieder geval gevoelde jkvr. Wtte waal van Stoetwegen niets voor schrapping van de onderhoudsplicht van de kinderen jegens hun ouders. Door de algemene ouderdomsvoorziening wordt de last van de kinderen verlicht, maar ver dere steun blijft nodig. Het is voor de kinderen een eer hun ouders, die zoveel voor hun opvoeding hebben over gehad, te steunen, wanneer zij in behoeftige om standigheden komen te verkeren. De wet telijke onderhoudsplicht blijft als stok ach ter de deur echter nodig. Eigenlijk had de heer Meulink (A.R.) de onderhoudsplicht nog willen uitbreiden ook tot zusters en broeders, maar hij zag wel in, dat dit een vrome wens zou blijken. De onderhoudsplicht tussen gewezen (Van onze parlementaire redacteur). Het was dinsdag wel iets bijzonders, wat men in de Tweede Kamer meemaakte. Eindelijk kwam daar in openbare behan deling het wetsontwerp tot vaststelling van Boek I van het nieuwe Burgerlijk Wetboek. Vrij kort na de bevrijding had prof. mr. E. M. Meyers, kenner zonder weerga van het jarenlang door hem te Leiden gedoceerde burgerlijk recht, de op dracht van de regering gekregen, zich met de voorbereiding van een nieuw, overeenkomstig de eisen des tijds te her zien, Burgerlijk Wetboek bezig te houden, een werk, dat hij voor zichzelf reeds in de bezettingsjaren onder de moeilijkste omstandigheden was begonnen. In 1953 is het hem, die helaas in juni 1954 aan ons land ontviel, nog gegeven geweest op meesterlijke wijze de toenmalige minister van Justitie mr. Donker, inmiddels ook verscheiden, ter zijde te staan bij de mon delinge behandeling door de Kamer van een reeks vraagpunten. Er is namelijk op een echt Nederlandse degelijke manier met betrekking tot de te verrichten her- zieningstaak te werk gegaan. Eerst dien de de regering zich nader rekenschap te kunnen geven van de door de volksver tegenwoordiging gekoesterde opvattingen omtrent een reeks van problemen, die bij deze herziening een rol spelen, voordat zij het ogenblik aangebroken achtte in de vorm van een wetsontwerp dat alles aan het parlement voor te leggen. Ook het wetsontwerp is natuurlijk bij het voor lopig onderzoek met behulp van de des betreffende vaste Kamercommissie van alle kanten bekeken. Thans was het dan zover, dat de minister van Justitie, prof. Samkalden, schoonzoon van wijlen prof. van de welstand van zijn vader heeft ge- echtgenoten kan ook nog blijven gelden na hertrouwen. De heer Berkhouwer (V.V.D.) diende echter een amendement in, volgens hetwelk de gewezen echtgenote na hertrouwen niet meer kan terugvallen op de onderhoudsplicht van de vroegere echt genoot. Een nieuwigheid in het nieuwe Burger lijk Wetboek is de bepaling, dat de ge scheiden vrouw de naam van haar echt genoot mag blijven voeren, ook als er geen kinderen zijn. De man kan dit echter be letten als er belangrijke bezwaren zijn. Nieuw is eveneens de opheffing van het huwelijksbeletsel tussen zwager en schoon zuster. Mej. Zeelenberg en jkvr. Wttewaal van Stoetwegen wa ren het met deze opheffing eens, maar de heer Van Rijckevorsel (K.V.P.) ver zette zich ertegen. Hij was eveneens tegen opheffing van het verbod van een huwe lijk van iemand, die medeplichtig is aan overspel. De regering heeft tot die ophef fing willen besluiten omdat anders het concubinaat in de hand wordt gewerkt, waarvan de kinderen de dupe zijn. Men moet oog hebben voor de werkelijkheid, betoogde jkvr. Wttewaal van Stoet wegen, maar de heer Van Rijcke- vorsel vond de opheffing een onder mijning van de moraal. Blijkens een uitlating van de heer B a c h g verzet de K.V.P.-fractie in de Tweede Kamer zich tegen iedere verrui ming van de gronden tot echtscheiding. Mej. Zeelenberg en de heer Berk houwer verklaarden dat er een „ge sprek" gaande is tussen juristen van ver schillende levensbeschouwingen over de echtscheiding. Zij hoopten, dat dit gesprek tot resultaat zou leiden vóór het nieuwe B.W. in werking treedt In 1955 is een dergelijk gesprek aanbe volen door prof. Gerbrandy en door pater Stokman aanvaard, aldus de heer B a c h g, maar dat ging alleen over de „Haarlemse huwelijken". Een dergelijk gesprek is nim mer gehouden. De minister moet dat maar niet stimuleren. In de Eerste Kamer is van K.V.P.-zijde wel iets gezegd over een wijziging van de echtscheidingsgronden, maar de K.V.P.-fractie in de Tweede Ka mer is het daarmee niet eens. Tenslotte dient nog vermeld, dat mej. Zeelenberg een amendement heeft inge diend voor een door de rechter vast te stellen bezoekregeling aan het kind of de kinderen bij echtscheiding. Met een der gelijke regeling betuigde de heer Berkhou wer zijn instemming. De minister van Justitie, prof. Samkal den, beantwoordt vandaag de verschillende opmerkingen. Herstel. Er is een begin gemaakt met de restauratie van de Hervormde Kerk te Soest, een van de oudste bedehuizen in ons vaderland, daterend van 1350. Het kerk gebouw krijgt het aanzien van vóór de re formatie van 1580 terug. Het huidige orgel is een geschenk van Prins Hendrik, broer van Koning Willem III. Meyers, achter de regeringstafel zat ter verdediging van de herziening van het over personen- en familierecht handelen de eerste boek waar echter onder meer buiten is gelaten alles wat de echtschei ding betreft. Naast hem zetelde prof. mr, J. Drion. Deze had indertijd prof. Meyers bij zijn codificatie-kerk ter zijde gestaan. Met de advocaat-generaal bij de Hoge Raad, prof. mr. J. Eggens, en het lid van de Hoge Raad mr. F. J. de Jong vormde hij het driemanschap, dat na de dood van prof. Meyers de voortzetting van diens taak op zich heeft genomen. Prof. Drion staat, gelijk prof. Meyers dit in 1953 deed, de minister bij de verdediging in de Ka mer ter zijde als hiertoe bij Koninklijk Besluit aangewezen commissaris. Art. 120 van de Grondwet maakt die overigens zich zelden voordoende figuur mogelijk. Reeds merkte ik op, dat alles wat de tegenwoordige bepalingen inzake echt scheiding betreft, buiten het herzienings- ontwerp is gebleven. Nog steeds bestaan er in ons land zeer belangrijke menings verschillen over de vraagstukken, die dit onderwerp raken. Nu was enige maanden geleden de minister van Justitie er in ge slaagd om, overeenkomstig een zowel al eens vroeger in de Tweede Kamer, als mede laatstelijk dit voorjaar ter gelegen heid van de behandeling van de begroting van Justitie in de Eerste Kamer geopper de gedachte, het tot stand komen van een „gesprek" over het echtscheidings-vraag- stuk te bevorderen tussen gezag en aan zien genietende personen van zeer uiteen lopende godsdienstige en geestelijke rich tingen. De minister zelf houdt zich daar verder buiten en neemt voorshands slechts een afwachtende houding aan. Een derge lijke „ronde-tafelconferentie" kan mis schien een bijdrage vormend tot bereiking van enige overeenstemming ten opzichte van een aantal problemen, die zich voor doen- in verband met de vraag, wat de wetgever inzake echtscheiding wel en niet kan of moet bepalen. Het gaat er om, eerst door middel van het „gesprek" na te gaan, of er enige overeenstemming op dit gebied bereikbaar is en zo ja, volgens welke beleidslijnen men dan te werk zou kunnen gaan. In de Eerste Kamer hadden zowel de Anti-Revolutionair prof. Diepen horst als de K.V.P.-senator mr. Witteman het houden van zulk een gesprek bepleit. Tevens was wel gebleken, dat zij tot op zekere hoogte denkbaar achtten, dat de nu geldende gronden voor echtscheiding enige uitbreiding zouden kunnen onder gaan, opdat de wetgever, meer dan tot dusverre het geval is, met de in de wer kelijkheid aanwezige noodzaak rekening kan houden, in plaats van een verre van fraaie schijn te doen overheersen. Welnu, nauwelijks is er een begin met het gesprek gemaakt, of daar kwam mr. Bachg, hierbij optredende als woordvoer der van de gehele Tweede Kamerfractie van de K.V.P., duchtig roet in het eten gooien. Vooral zijn politieke geestverwant mr. Witteman moest het erg ontgelden. Deze had volgens mr. Bachg in de se naat alleen zijn eigen, persoonlijke in zichten verkondigd en die druisten geheel en al in tegen de zienswijze van de partij en van de fractie in de Tweede Kamer. Voor mej. mr. Zeelenberg (P. v. d. A.), die zich juist over „het gesprek" geest driftig had uitgelaten, was dit een bittere teleurstelling. En vermoedelijk waarlijk niet alleen voor haar. Hoe het zij, jkvr. mr. Wttewaall van Stoetwegen (C.H.) had wel gelijk, toen zij opmerkte, dat na dit optreden van mr. Bachg het verder op gang komen van het gesprek er wel niet gemakkelijker op geworden zal zijn. In derdaad heeft deze K.V.P.-afgevaardigde een knuppel in het politieke hoenderhok geworpen. Met bijzonder grote belang stelling wacht men af, hoe minister Sam kalden hierop zal reageren. Het eerste Internationale Congres van Orgelbouwers is dinsdagmiddag in Am sterdam geopend met een officiële ont vangst van de deelnemers in het stadhuis. Aan dit congres, dat tot zaterdag zal duren, nemen meer dan honderd orgelbouwers uit achttien landen, waaronder Hongarije, Polen, Oost-Duitsland, Amerika en West- europese landen, deel. Tijdens het congres zullen in voordrachten en discussies ver scheidene vaktechnische onderwerpen ter sprake komen. Voorts zullen bezoeken worden gebracht aan bekende kerken in ons land. Het begroetingswoord in het stadhuis werd uitgesproken door de ad junct-directeur van de afdeling onderwijs, mr. dr. R. L. Drilsma. Donderdagmiddag zal het congres het plan bespreken tot oprichting van een internationale vereni ging van orgelbouwers over te gaan. ADVERTENTIE GROENTESOEP •S5SS- tg PER ZILVERZAKJE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 7