Het drie-eilandenplan wordt de
proefkeuken van het Deltaplan
Verschillende standpunten
over de alimentatieplicht
MACCI
Een dam zonder sluis
voor Veere een kruis
Parlementair commentaar
VERKENNINGEN IN DE DELTA
Boeren zijn tevreden
Onrendabele aansluitingen
op de draadomroep
Kerkelijk Nieuws
9MI
Overleg met minister Staf
over straaljagers op Deelen
Geen Panamerikaanse
gemeenschappelijke markt
Nieuw Burgerlijk Wetboek in Tweede Kamer
Kort nieuws
Orgelbouwers bijeen
WOENSDAG 4 SEPTEMBER 1957
(Speciale reportage)
De zee laat zich niet gemakkelijk beteugelen. Zij is en blijft een gevaarlijke,
vaak onberekenbare tegenpartij voor onze dij ken bouwen de ingenieurs, hoe knap
die ook mogen zijn. Daarom is het goed, dat de mannen van Rijkswaterstaat,
alvorens aan de grote afsluitingen te beginnen, de nieuwste methoden en
nieuwste materialen kunnen toepassen bij de uitvoering van het Drie-eilanden
plan, dat men kan beschouwen als een voorloper van de eigenlijke Delta-werken.
Dit plan omvat het vastmaken van Noord-Beveland aan Zuid-Beveland en Wal
cheren door twee dammen: een in de Zandkreek en een in het Veersegat. liet
wordt het laboratorium, de proefkeuken van het Deltaplan.
Het Drie-eilandenplan moet in 1961 voltooid zijn, en het werk is dan ook al
in volle gang. Op korte afstand van Veere ligt reeds een complete werkhaven
gereed voor het materiaal, dat het komende voorjaar wordt gebruikt bij de bouw
van de dijk tussen de noordpunt van Walcheren en de Kamperlandse duinen
op Noord-Beveland. Ruim twintig kilometer naar het oosten zijn zandzuigers en
draglines bezig met het maken van een bouwput voor een schutsluis, die in de
dam door de Zandkreek komt.
Op het welvarende Noord-Beveland, dat
onder zijn 7500 inwoners naar men zegt
de rijkste boeren van Zeeland telt, is
men best tevreden over de verlossing uit
het isolement, die de nieuwe dijken bren
gen zullen. De enige verbinding met de
buitenwereld is thans de pont over de
Zandkreek bij Kortgene, waar steeds meer
opstoppingen ontstaan door de grote toe
name van het vrachtvervoer. De dam in
het oosten, ten zuiden van Kats, zal een
einde maken aan het lange en dure
wachten.
Deze dam door de Zandkreek zal het
graan, de aardappelen en de suikerbieten
van de grote bedrijven op Noord-Beveland,
waar men geen paard meer ziet: alles is
gemechaniseerd, overigens niet dichter bij
Rotterdam brengen, waar de produkten
worden afgezet. Rotterdam blijft 130 kilo
meter ver. Tenzij er ook een dam in de
Oosterschelde komt tussen Colijnsplaat
en Zierikzee. Waterstaatkundig is er geen
behoefte aan zo'n dam, maar het verkeer
van Noord- en Zuid-Beveland zou een veel
kortere verbinding met „Holland" krijgen
dan via de grote afsluitingsdijk, die in de
monding van de Oosterschelde komt. Mi
nister Algera heeft aan de Kamer laten
weten, dat hij een dam tussen Zierikzee
en Colijnsplaat „niet onmogelijk" acht. Het
gaat er slechts om, of de intensiteit van
het verkeer de aanleg rendabel zou maken.
Voorlopig blijft het bij de gedachte aan
zo'n dam; aan het plannen maken is men
nog lang niet toe.
Watersport-perspectieven
Dat de dam door de Zandkreek een pont
overbodig maakt, mag het onmiddellijk
voelbare resultaat zijn hoofdzaak is
natuurlijk de bescherming van het land
tegen het water. De taak van 52 kilometer
bestaande dijken als primaire zeewering
wordt nu overgenomen door twee afsluit-
dammen met een totale lengte van slechts
3,6 kilometer, zwaarder en uiteraard ge
makkelijker te onderhouden dan de oude
Het Tweede Kamerlid de heer F. Schu-
rer (P.v.d.A.) heeft aan de minister van
Verkeer en Waterstaat vragen gesteld
over het feit, dat een veertiental gezinnen
in de buurtschap De Wijngaarden in de
gemeente Opsterland aanzegging hebben
gekregen van de P.T.T. dat zij op 1 ok
tober van de radiodraadomroep zullen
worden afgesneden, daar hun aansluiting
niet meer rendabel is. „Is de minister niet
van mening, dat de bewoners van deze
buurtschap, voor wie de draadomroep een
der belangrijkste communicatiemiddelen
met de buitenwereld vormt, door deze
maatregel op pijnlijke en onbillijke wijze
worden getroffen?", zo vraagt de heer
Schurer, en acht de minister het een juist
beleid, dat het bedrijf der P.T.T., zolang
het de verantwoordelijkheid voor de ver
zorging van de draadomroep draagt, een
onderscheid maakt tussen rendabele en
onrendabele aansluitingen? Hij verzoekt
de minister maatregelen te treffen, waar
door de aanzegging alsnog wordt inge
trokken en de bewoners van De Wijn
gaarden hun aansluiting kunnen be
houden.
Geref. Kerken
Beroepen te Vrijhoeve-'s Grevelduin-
Capelle: G. Torenbeek, kand. te Den Ham
(O.); te Heinkenszand: H. J. Koffrie, kand.
te Ede. Aangenomen naar Nieuwdorp: A. F.
Goedendorp, te Den Burg op Texel
Rem. Broederschap
Benoemd tot godsdienstlerares aan het
Vrijz. Chr. Lyceum te 's Gravenhage: mevr.
dra. M. M. Hoogslag-Van Soeren, waarn.
pred. te Hoorn, die deze benoeming ook
aannam.
Ned. Herv. Kerk
Aangenomen naar Mechelen (België)
(Evang. Herv. Gemeente): H. W. Doornink,
kand. te Mechelen. Bedankt voor Opheus-
den: B. Haverkamp te Nieuw-Lekkerland.
Benoemd tot vicaris aan de gestichtge
meente Neerbosch: S. de Boer, kand. te
Beverwijk.
Evang. Luth. Kerk
Viertal te Haarlem: L. G. C. Grabandt te
Leeuwarden, J. J. F. Herrmann te Alkmaar,
H. Johannes te Vlissingen en D. Solinger
te Purmerend.
dijken. En in Kortgene is men nog niet
vergeten hoe op 1 februari 1953 de hoog
opgejaagde zee het dorp overspoelde en
49 mensen meesleepte in haar niet te stui
ten vaart. De dag tevoren was juist het
mooie, nieuwe gemeentehuis geopend,
waar het water 2,80 meter hoog kwam te
staan. Na het totstandkomen van het Drie-
eilandenplan (en het Deltaplan) zal zo'n
ramp zich naar menselijke berekening niet
Helaas staat het vrijwel vast, dat Veere
zijn sluis niet krijgt. Officieel is deze
kwestie nog in studie, maar Rijkswater
staat heeft overwegende bezwaren tegen
een kunstwerk in deze primaire afsluit-
dam, terwijl bovendien verzanding van de
vaargeul buiten de dam niet te voorkomen
zou zijn.
Veel hoop heeft men dan ook niet meer
in Veere en jhr. Den Beer Poortugael
zoekt nu naar de positieve kanten van het
Drie-eilandenplan. Hij denkt dan aller
eerst aan de recreatie en verwacht dat het
rijk als tegenprestatie voor de „verstik
king" van de garnalenvisserij Veere zal
helpen aan een goed geoutilleerde jacht
haven. „Veere kan het centrum worden
van het hele watersportgebied, en dat is
dan een pleister op de wondeOok
ziet deze burgemeester goede kansen voor
Veere in het plan om in het afgedamde
water een bassin te maken voor de oester-
en mosselcultuur, als proefneming voor de
Grevelingen, waarheen de beroemde vis
serij van Yerseke misschien later kan
worden overgeplaatst.
„In elk geval zal het rijk veel moeten
helpen, vooral in de moeilijke overgangs
tijd. Dat is een eis, die Veere zeker kan
stellen", aldus de burgemeester van deze
eens zo rijke en machtige stad, die in de
loop der eeuwen haar handel verloor en
nu ook haar visserij bedreigd ziet.
In het beroemde haventje van Veere
zal het stil worden over vier jaar. In
1961 wordt namelijk het Drie-eilan
denplan voltooid, hetgeen betekent dat
de dam in het Veeregat dan dicht zal
zijn. Voor de garnalenvissers is er geen
emplooi meer, tenzij er toch nog een
sluis komt in die dam. Maar de kans
daarop is nihil.
1»^—üspmMB
Deze luchtfoto geeft een beeld van het
werk aan de nieuwe Veerhaven, die
ten westen van Breskens in West-
Zeeuws-Vlaanderen in aanleg is. In de
zee ziet men de bijna voltooide haven-
dammen. Op de voorgrond de in aan
leg zijnde kom voor de „fuik", de aan
legplaats voor de boten met koplading,
waarvan er voorlopig één wordt ge
bouwd, maar waarvan er vier kunnen
worden aangelegd. De vaartijd van
Vlissingen naar de nieuwe haven, die
een diepte krijgt van negen meter,
wordt korter dan die naar de oude
haven van Breskens, die bovendien
moeilijker toegankelijk is.
(„Luchtopname ANP-foto")
meer kunnen herhalen. Bovendien krijgt
Noord-Beveland zoet water YQor.zijft pol
ders, en ook nieuw land. Ongeveer de helft
van de 3300 ha., die Zandkreek en Veerse
gat beslaan, zal worden drooggelegd. Het
overblijvende meer kan een ideaal oord
worden voor de watersport.
Deze watersport wordt vooral belangrijk
voor Kortgene, omdat burgemeester A. A.
Schuit er in is geslaagd, de Belgische
jachtclub (Royal Yacht Club de Belgique)
te interesseren voor zijn gemeente. Deze
club, die 800 leden met 300 schepen telt,
zocht een nieuwe basis omdat Antwerpen
door het drukke scheepsverkeer en de
grote getijverschillen steeds minder ge
schikt wordt. De Belgische zeilers hebben
nu besloten te verhuizen naar Kortgene,
waar zij een haven van 15 ha. krijgen,
naast de schutsluis in de Zandkreekdam.
Maar het Drie-eilandenplan heeft ook
zijn keerzijde. Dat bemerkten wij in Veere,
waar burgemeester jhr. I. F. Den Beer
Poortugael ons zonder blikken of blozen
vertelde, dat na de ramp van 1 februari
1953 een tweede ramp is gekomen in de
vorm vanhet Drie-eilandenplan. Uit
het vervolg van het gesprek bleek, dat de
bezwaren van Veere niet zo zeer gaan
tegen het Drie-eilandenplan als geheel, als
wel tegen het ontbreken van een sluis in
de tussen Walcheren en Noord-Beveland
door het Veersegat geprojecteerde dam.
De keerzijde: Veere
„Een dam zo.-der sluis, voor Veere een
kruis". Deze leuze, gedrukt op fraai pa
pier naast een pentekening van een Veer-
se vissersboot tegen de achtergrond van
de slanke toren van het befaamde stad
huis, heeft het gemeentebestuur naar alle
ministers en Kamerleden gestuurd om hen
attent te maken op de „tweede ramp",
waardoor het pittoreske stadje wordt be
dreigd. Een ramp zou dit vooral zijn voor
de garnalenvisserij, wanneer er geen sluis
komt in de dam door het Veersegat.
De garnalenvisserij betekent meer voor
Veere dan een extra-attractie voor de dui
zenden toeristen, die elke zomer komen
kijken naar het in- en uitvaren der
scheepjes van 't schilderachtige haventje,
en naar de afslag op de vismijn. Zij be
tekent namelijk ook de voornaamste bron
van inkomsten voor de middenstand, die
de vissersvloot van al het nodige voorziet.
Het gaat hier ook niet om een uitsterven
de stiel, die vroeger of later toch gedoemd
zou zijn te verdwijnen. Integendeel:
Veere's burgemeester verzekerde ons, dat
de vloot nog steeds groeit. Zij telt thans
dertig boten, elk door vier vissers bemand.
De meeste dragen de letters ARM, enkele
TH en slechts vier VE, maar alle hebben
Veere als hun thuishaven, waaruit zij
's morgens bij eb vertrekken om er 's mid
dags bij vloed weer terug te keren. Ver
leden jaar was de totale besomming ander
half miljoen gulden. De garnalen worden
onmiddellijk na de afslag naar België en
Frankrijk geëxporteerd en zijn bijvoor
beeld de volgende morgen om zes uur op
de markt van Parijs verkrijgbaar.
Gedeputeerde Staten van Gelderland
hebben een onderhoud gehad met minister
Staf over de aanwijzing van het vliegveld
Deelen als straaljagerbasis. I-Iet overleg
zal nog worden voortgezet. Dit heeft de
Commissaris der Koningin in de provincie
Gelderland, mr. H. W. Bloemers, meege
deeld in de vergadering van de Provin
ciale Staten.
De Interamerikaanse Economische Con
ferentie, die vandaag eindigt, heeft een
tien punten omvattende verklaring over
economische samenwerking aangenomen.
De verklaring, die een compromis vormt,
vervangt de verdergaande ontwerpover
eenkomst, welke door het secretariaat
was opgesteld. Waarnemers zeggen, dat
door deze gang van zaken de hoop op de
totstandkoming van een effectieve Pan
amerikaanse Gemeenschappelijke Markt,
het voornaamste punt van de agenda, de
bodem is ingeslagen.
i3S
(Van onze Kamerverslaggever)
KINDEREN ZIJN VERPLICHT hun behoeftige ouders te ondersteunen. In het
nieuwe Burgerlijk Wetboek, dat waarschijnlijk pas over tien jaren in werking zal
treden, wil de P.v.d.A. die verplichting niet handhaven, omdat de moderne sociale
voorzieningen die onderhoudsplicht opvangen. Mej. Zeelenberg (P.v.d.A.) diende
daarom gisteren in de Tweede Kamer een amendement in om de onderhoudsplicht
tussen ouders en kinderen te doen vervallen, omdat het Burgerlijk Wetboek aan de
sociale ontwikkeling niet mag voorbijgaan. Zij verwacht, dat er dan meer vrijwillig
zal worden gesteund. Die vrijwilligheid vond zij van grotere waarde dan afge
dwongen ondersteuning. Van geen enkele zijde kreeg het denkbeeld van mej. Zeelen
berg echter bijval. In de gezinsverhouding gaat de persoonlijke verantwoordelijk
heid boven de verantwoordelijkheid van de gemeenschap, betoogde de heer Berk
houwer (.V.V.D.). De onderhoudsplicht is het kenmerk van de gezinsgemeenschap,
aldus de heer B a c h g (K.V.P.). In de eerste plaats hebben de naaste verwanten een
taak, zei de heer Meulink (A.R.) en tot dezelfde conclusie kwam ook jkvr.
Wttewaal van Stoetwegen (C.H.U.). Het amendement van de P.v.d.A.
maakt dus geen kans te worden aangenomen. Ook de regering wil er trouwens
niets van weten.
De kwestie van de onderhoudsplicht
kwam aan de orde bij de behandeling van
het eerste deel (van de negen) van het
nieuwe Burgerlijk Wetboek. In 1947 is op
dracht gegeven tot de vernieuwing van het
Burgerlijk Wetboek en in 1953 heeft de
Tweede Kamer zich reeds voorlopig over
een aantal principiële punten uitgesproken,
waarna met de definitieve opstelling van
het nieuwe B.W. kon worden begonnen.
Gisteren was het zover, dat het eerste deel
in behandeling kon worden genomen, dat
in ongeveer 500 artikelen het personen- en
familierecht omvat, dat onder meer be
trekking heeft op huwelijk en echtschei
ding, het vaderschap, de burgerlijke stand,
de ouderlijke macht en de voogdij, de cura
tele en de onderhoudsplicht.
Grootouders-kleinkinderen
Het bestaande recht heeft de regering
niet ingrijpend willen wijzigen. Zij wil wel
de onderhoudsplicht tussen grootouders en
kleinkinderen laten vervallen. Daarmede
kon mej. Zeelenberg (P.v.d.A.) zich
verenigen, maar de heer Berkhouwer
(V.V.D.) diende een amendement in om
deze onderhoudsplicht te handhaven. De
onderhoudsplicht in familieverband moet
voorop staan en wat de overheid doet in
gevolge de sociale voorzieningen, moet
slechts als aanvulling worden beschouwd,
zei hij. De grootouders hebben zich soms
veel ontzegd om bij te dragen tot het for
tuin van de vader van de kleinzoon en dan
is het niet onbillijk, dat de kleinzoon, die
profiteerd, naar vermogen de grootouders
ondersteunt.
Het amendement van de heer Berk
houwer had met enig voorbehoud instem
ming van jkvr. Wttewaal van
Stoetwegen (C.H.U.) en van de heer
Meulink (A.R.). Ook de heer B a c h g
(K.V.P.) kon er mee sympathiseren, maar
hij wilde het verhaal, waartoe de Armen
wet bevoegdheid verleent, beperken. De
onderhoudsplicht wilde hij dus in de wet
wel opnemen, maar als de overheid de
grootouders een ondersteuning uitkeert,
wil hij niet, dat het bedrag op de klein
kinderen wordt verhaald. Een meerderheid
is dus voor handhaving van de ondersteu
ningsplicht tussen grootouders en klein
kinderen.
In ieder geval gevoelde jkvr. Wtte
waal van Stoetwegen niets voor
schrapping van de onderhoudsplicht van
de kinderen jegens hun ouders. Door de
algemene ouderdomsvoorziening wordt de
last van de kinderen verlicht, maar ver
dere steun blijft nodig. Het is voor de
kinderen een eer hun ouders, die zoveel
voor hun opvoeding hebben over gehad,
te steunen, wanneer zij in behoeftige om
standigheden komen te verkeren. De wet
telijke onderhoudsplicht blijft als stok ach
ter de deur echter nodig.
Eigenlijk had de heer Meulink (A.R.)
de onderhoudsplicht nog willen uitbreiden
ook tot zusters en broeders, maar hij zag
wel in, dat dit een vrome wens zou blijken.
De onderhoudsplicht tussen gewezen
(Van onze parlementaire redacteur).
Het was dinsdag wel iets bijzonders, wat
men in de Tweede Kamer meemaakte.
Eindelijk kwam daar in openbare behan
deling het wetsontwerp tot vaststelling
van Boek I van het nieuwe Burgerlijk
Wetboek. Vrij kort na de bevrijding had
prof. mr. E. M. Meyers, kenner zonder
weerga van het jarenlang door hem te
Leiden gedoceerde burgerlijk recht, de op
dracht van de regering gekregen, zich
met de voorbereiding van een nieuw,
overeenkomstig de eisen des tijds te her
zien, Burgerlijk Wetboek bezig te houden,
een werk, dat hij voor zichzelf reeds in
de bezettingsjaren onder de moeilijkste
omstandigheden was begonnen. In 1953
is het hem, die helaas in juni 1954 aan
ons land ontviel, nog gegeven geweest op
meesterlijke wijze de toenmalige minister
van Justitie mr. Donker, inmiddels ook
verscheiden, ter zijde te staan bij de mon
delinge behandeling door de Kamer van
een reeks vraagpunten. Er is namelijk
op een echt Nederlandse degelijke manier
met betrekking tot de te verrichten her-
zieningstaak te werk gegaan. Eerst dien
de de regering zich nader rekenschap te
kunnen geven van de door de volksver
tegenwoordiging gekoesterde opvattingen
omtrent een reeks van problemen, die bij
deze herziening een rol spelen, voordat zij
het ogenblik aangebroken achtte in de
vorm van een wetsontwerp dat alles aan
het parlement voor te leggen. Ook het
wetsontwerp is natuurlijk bij het voor
lopig onderzoek met behulp van de des
betreffende vaste Kamercommissie van
alle kanten bekeken. Thans was het dan
zover, dat de minister van Justitie, prof.
Samkalden, schoonzoon van wijlen prof.
van de welstand van zijn vader heeft ge- echtgenoten kan ook nog blijven gelden
na hertrouwen. De heer Berkhouwer
(V.V.D.) diende echter een amendement in,
volgens hetwelk de gewezen echtgenote na
hertrouwen niet meer kan terugvallen op
de onderhoudsplicht van de vroegere echt
genoot.
Een nieuwigheid in het nieuwe Burger
lijk Wetboek is de bepaling, dat de ge
scheiden vrouw de naam van haar echt
genoot mag blijven voeren, ook als er geen
kinderen zijn. De man kan dit echter be
letten als er belangrijke bezwaren zijn.
Nieuw is eveneens de opheffing van het
huwelijksbeletsel tussen zwager en schoon
zuster. Mej. Zeelenberg en jkvr.
Wttewaal van Stoetwegen wa
ren het met deze opheffing eens, maar de
heer Van Rijckevorsel (K.V.P.) ver
zette zich ertegen. Hij was eveneens tegen
opheffing van het verbod van een huwe
lijk van iemand, die medeplichtig is aan
overspel. De regering heeft tot die ophef
fing willen besluiten omdat anders het
concubinaat in de hand wordt gewerkt,
waarvan de kinderen de dupe zijn. Men
moet oog hebben voor de werkelijkheid,
betoogde jkvr. Wttewaal van Stoet
wegen, maar de heer Van Rijcke-
vorsel vond de opheffing een onder
mijning van de moraal.
Blijkens een uitlating van de heer
B a c h g verzet de K.V.P.-fractie in de
Tweede Kamer zich tegen iedere verrui
ming van de gronden tot echtscheiding.
Mej. Zeelenberg en de heer Berk
houwer verklaarden dat er een „ge
sprek" gaande is tussen juristen van ver
schillende levensbeschouwingen over de
echtscheiding. Zij hoopten, dat dit gesprek
tot resultaat zou leiden vóór het nieuwe
B.W. in werking treedt
In 1955 is een dergelijk gesprek aanbe
volen door prof. Gerbrandy en door pater
Stokman aanvaard, aldus de heer B a c h g,
maar dat ging alleen over de „Haarlemse
huwelijken". Een dergelijk gesprek is nim
mer gehouden. De minister moet dat maar
niet stimuleren. In de Eerste Kamer is
van K.V.P.-zijde wel iets gezegd over een
wijziging van de echtscheidingsgronden,
maar de K.V.P.-fractie in de Tweede Ka
mer is het daarmee niet eens.
Tenslotte dient nog vermeld, dat mej.
Zeelenberg een amendement heeft inge
diend voor een door de rechter vast te
stellen bezoekregeling aan het kind of de
kinderen bij echtscheiding. Met een der
gelijke regeling betuigde de heer Berkhou
wer zijn instemming.
De minister van Justitie, prof. Samkal
den, beantwoordt vandaag de verschillende
opmerkingen.
Herstel. Er is een begin gemaakt met
de restauratie van de Hervormde Kerk te
Soest, een van de oudste bedehuizen in ons
vaderland, daterend van 1350. Het kerk
gebouw krijgt het aanzien van vóór de re
formatie van 1580 terug. Het huidige orgel
is een geschenk van Prins Hendrik, broer
van Koning Willem III.
Meyers, achter de regeringstafel zat ter
verdediging van de herziening van het
over personen- en familierecht handelen
de eerste boek waar echter onder meer
buiten is gelaten alles wat de echtschei
ding betreft. Naast hem zetelde prof. mr,
J. Drion. Deze had indertijd prof. Meyers
bij zijn codificatie-kerk ter zijde gestaan.
Met de advocaat-generaal bij de Hoge
Raad, prof. mr. J. Eggens, en het lid van
de Hoge Raad mr. F. J. de Jong vormde
hij het driemanschap, dat na de dood van
prof. Meyers de voortzetting van diens
taak op zich heeft genomen. Prof. Drion
staat, gelijk prof. Meyers dit in 1953 deed,
de minister bij de verdediging in de Ka
mer ter zijde als hiertoe bij Koninklijk
Besluit aangewezen commissaris. Art.
120 van de Grondwet maakt die overigens
zich zelden voordoende figuur mogelijk.
Reeds merkte ik op, dat alles wat de
tegenwoordige bepalingen inzake echt
scheiding betreft, buiten het herzienings-
ontwerp is gebleven. Nog steeds bestaan
er in ons land zeer belangrijke menings
verschillen over de vraagstukken, die dit
onderwerp raken. Nu was enige maanden
geleden de minister van Justitie er in ge
slaagd om, overeenkomstig een zowel al
eens vroeger in de Tweede Kamer, als
mede laatstelijk dit voorjaar ter gelegen
heid van de behandeling van de begroting
van Justitie in de Eerste Kamer geopper
de gedachte, het tot stand komen van een
„gesprek" over het echtscheidings-vraag-
stuk te bevorderen tussen gezag en aan
zien genietende personen van zeer uiteen
lopende godsdienstige en geestelijke rich
tingen. De minister zelf houdt zich daar
verder buiten en neemt voorshands slechts
een afwachtende houding aan. Een derge
lijke „ronde-tafelconferentie" kan mis
schien een bijdrage vormend tot bereiking
van enige overeenstemming ten opzichte
van een aantal problemen, die zich voor
doen- in verband met de vraag, wat de
wetgever inzake echtscheiding wel en niet
kan of moet bepalen. Het gaat er om,
eerst door middel van het „gesprek" na
te gaan, of er enige overeenstemming op
dit gebied bereikbaar is en zo ja, volgens
welke beleidslijnen men dan te werk zou
kunnen gaan. In de Eerste Kamer hadden
zowel de Anti-Revolutionair prof. Diepen
horst als de K.V.P.-senator mr. Witteman
het houden van zulk een gesprek bepleit.
Tevens was wel gebleken, dat zij tot op
zekere hoogte denkbaar achtten, dat de
nu geldende gronden voor echtscheiding
enige uitbreiding zouden kunnen onder
gaan, opdat de wetgever, meer dan tot
dusverre het geval is, met de in de wer
kelijkheid aanwezige noodzaak rekening
kan houden, in plaats van een verre van
fraaie schijn te doen overheersen.
Welnu, nauwelijks is er een begin met
het gesprek gemaakt, of daar kwam mr.
Bachg, hierbij optredende als woordvoer
der van de gehele Tweede Kamerfractie
van de K.V.P., duchtig roet in het eten
gooien. Vooral zijn politieke geestverwant
mr. Witteman moest het erg ontgelden.
Deze had volgens mr. Bachg in de se
naat alleen zijn eigen, persoonlijke in
zichten verkondigd en die druisten geheel
en al in tegen de zienswijze van de partij
en van de fractie in de Tweede Kamer.
Voor mej. mr. Zeelenberg (P. v. d. A.),
die zich juist over „het gesprek" geest
driftig had uitgelaten, was dit een bittere
teleurstelling. En vermoedelijk waarlijk
niet alleen voor haar. Hoe het zij, jkvr.
mr. Wttewaall van Stoetwegen (C.H.) had
wel gelijk, toen zij opmerkte, dat na dit
optreden van mr. Bachg het verder op
gang komen van het gesprek er wel niet
gemakkelijker op geworden zal zijn. In
derdaad heeft deze K.V.P.-afgevaardigde
een knuppel in het politieke hoenderhok
geworpen. Met bijzonder grote belang
stelling wacht men af, hoe minister Sam
kalden hierop zal reageren.
Het eerste Internationale Congres van
Orgelbouwers is dinsdagmiddag in Am
sterdam geopend met een officiële ont
vangst van de deelnemers in het stadhuis.
Aan dit congres, dat tot zaterdag zal duren,
nemen meer dan honderd orgelbouwers uit
achttien landen, waaronder Hongarije,
Polen, Oost-Duitsland, Amerika en West-
europese landen, deel. Tijdens het congres
zullen in voordrachten en discussies ver
scheidene vaktechnische onderwerpen ter
sprake komen. Voorts zullen bezoeken
worden gebracht aan bekende kerken in
ons land. Het begroetingswoord in het
stadhuis werd uitgesproken door de ad
junct-directeur van de afdeling onderwijs,
mr. dr. R. L. Drilsma. Donderdagmiddag
zal het congres het plan bespreken tot
oprichting van een internationale vereni
ging van orgelbouwers over te gaan.
ADVERTENTIE
GROENTESOEP
•S5SS- tg
PER ZILVERZAKJE