Oranje-team kon in de slotfase geen zege forceren op sterk Oostenrijk Uitslag volgens verhouding, na harde, maar faire strijd VERLIES EN WINST Lenstra bekent: „Ik raakte die bal vlak voor tijd doodgewoon verkeerd" ALLES OVER ABE In de eerste helft hield Nederland met moed der wanhoop stand Scheidsrechter Ellis: geen moeilijke strijd Wiersma: „Haummer draag ik voor bij de Haagse Comedie" pONDERDAG 26 SEPTEMBER 1957 11 Geen spitsuur Druk Goal van klasse Reactie IN DE KLEEDKAMERS De stand na gisteren Honden tegen insluipers (Van onze sportredacteur) Alleen een onverbeterlijke kniesoor zal het er niet mee eens kunnen zijn dat het Nederlands voetbalelftal gisteren in het Olympisch stadion in Amsterdam vol komen gerechtvaardigd afstand heeft moeten doen van haar aanspraken op een laats in het eindtoernooi om het wereld kampioenschap voetbal. Het Oostenrijkse team toch verdiende de één-één-score waardoor een gelijk spel tegen de zwakke Luxemburgers al voldoende is voor een reis naar Zweden tenvolle. En zouden wij al het in de wedstrijd ten toon ge breide op technisch, taktisch en zuiver fysiek en mentaal gebied nauwkeurig tégen elkaar af moeten wegen en dan de beste ploeg aanwijzen, dan zou dat onge twijfeld het Oostenrijkse team zijn. Het geen voorwaar niet wil zeggen dat wij «een respect hebben voor de taaie vol harding en de bewonderenswaardige men taliteit. die nog bijna tot gevolg hadden dat Nederland als triomfator het stadion- veld had verlaten. Hetgeen dan stellig niet verdiend zou zijn geweest, ook al zijn het dan de goals die een wedstrijd beslissen. Maar zover kwam het niet. Het bleef bij een gelijk spel en dat stelde de massa toch wel teleur. Begrijpelijk, doch men dient toch wel degelijk in aanmerking te nemen dat ook een gelijk spel tegen de Oostenrijkse ploeg, die zeker een klasse beter voetbal speelde dan in het voorjaar in Wenen, toch nog altijd een prestatie van het eerste plan is. Oostenrijk heeft niet meer de beschikking over de virtuozen van het roemruchte „wonderteam", maar kan toch nog altijd een elftal in het veld brengen dat heel wat mans is. De wed strijd van gisteren was daarvan wel het beste bewijs. Een elftal speelt net zo goed als de tegenpartij het toelaat. Wel, de Oos tenrijkers vooral in de verdediging lieten vrijwel niets toe en zo kwam het gouden trio", de „grote drie", of hoe men het Nederlandse binnentrio de laatste maand genoemd moge hebben, tot een niveau dat met één doelpunt stellig vol doende gehonoreerd werd. Nederland vocht tot en met de laatste minuut voor de revanche die het op de Oostenrijkers wilde nemen, maar schoot in enkele belangrijke onderdelen van het spel duidelijk te kort. Tekorten die de doorslag gaven waren de lichaamstechniek en het gevoel voor positiespel. Bij her haling lagen Nederlandse spelers plotse ling op de grond of verloren het even wicht, dat noodzakelijk was voor de voort zetting van een ingezette actie. Het was soms droevig om te zien hoe remmend juist dat ene onderdeel van het spel op 't tempo werkte 't tempo, dat juist als de grootste troef moest worden gebruikt bij de aanvalsstoten. Daarbij kwam nog dat het bij vorige gelegenheden zo talent vol gespeelde positiespel nu zoveel te wensen liet, dat de individuele prestaties - hoe voortreffelijk dikwijls ook geen enkel effect sorteerden. Een linie of een paar spelers daarbij tot zondebokken maken zou weinig rechtvaar dig zijn. Er waren uitblinkers in de Neder landse ploeg en er waren spelers die be paalt hun dag niet hadden, maar en dat is veel belangrijker het elftal als geheel vocht van het begin tot het einde voor het best mogelijke resultaat. En dat nu de kansen verkeken zijn, wel, het is geen sportman die zich er niet bij kan neer leggen. Bij dat ene, belangrijke, negatieve resul taat, staat echter een zeer belangrijk ander, positief resultaat van de wedstrijd van gisteren. Positieve winst op sportief gebied. De wedstrijd tegen de Oostenrijkers had een belangstelling verworven, die eerlijk gezegd dicht bij het onwaarschijnlijke, maar ook bij het ongezonde was gekomen. Men weet waarom. Er hing sensatie in de lucht er was een sfeer gekweekt, die de aandacht trok van lieden die de sport alleen zien als een middel om een rel tot stand te brengen. Revanche voor het ..onrecht van Wenen" betekende voor die mensen iets heel anders dan de revanche van de sportieven, die alleen een duidelijk bewijs wilden hebben dat het Oranjeteam voor wat zuivere voetbalcapaciteiten be treft niet onder deed voor de Oostenrijkers. En die laatsten hebben gezien de eind stand gelijk gekregen. Gelukkig. Winst was er ook, behaald door een sportief publiek, dat ook waardering had voor de prestaties van de tegenstander en winst behaald door de spelers van beide elftal len, die een verbazend hard, maar zeker geen ruw of unfair duel uitvochten. Zo werd de met gemengde gevoelens tegemoet geziene wedstrijd onder leiding van een voortreffelijke scheidsrechter tot een eerlijke strijd om de punten. De beun bazen van de voetbalsport zullen zich teleurgesteld voelen, maar daarover kan een rechtgeaarde sportliefhebber zich alleen maar verheugd voelen. E. Koning ®XCCOXOCOCCOOO^<XOCOCCOCCOOCCCCOOCCOOCOCCCCOCCOCOOO< K 8 Er leek woensdag in Nederland slechts 8 5 één. onderwerp van gesprek te bestaan: 6 5 de voetbalwedstrijd Nederland-Oosten- P njk. Hoe groot de belangstelling voor deP 5 strijd wel was is gebleken tussen vijf Jen zes uur, het „spitsuur", dat de politie- P, Moriteiten altijd van zorgen vervult. 8 5 Amsterdam maakte op dat tijdstip een! ■.„verlaten" indruk. Trams reden halfZ \9evuld door de binnenstad, auto's end fietsen zag men ongewoon weinig in de 8 jj straten. Een opmerkelijk beeld. Pas na 8 kwart over zes nam de drukte weer toe. x l Toen liepen de kantoren leeg: het vrij- 1 wülige „overwerk" van het personeel - J radiotoestellen of televisie-appara- X ten - was gedaan. R cc°x»xcoc0000c0000c>00000000c)000000300000cci<x)00000^c0: (Van onze sportredacteur) HET NEDERLANDS VOETBALELFTAL is om liet zo maar eens te zeggen een meter af geweest van een daadwerkelijk revanche op Oostenrijk. Ruim een minuut voor het einde van de zo veel besproken wedstrijd namelijk glipte Abe Lenstra voetbalmata dor nummer één door de haag van verdedigers van het Oostenrijkse team. Binnen een minimum aan tijd had Nederlands aanvalsleider drie meter voorsprong, maar met elke stap liepen de belagers op hem in. Vijfenzestig duizend toeschouwers op de tribunes stonden haast als één man op, klaar om net zo'n oorverdovend gejuich aan te heffen als bij de gelijkmaker een uur tevoren. De Fries stormde door. Steeds dichter kwam hij bij Oosten rijks keeper Schmied, maar ook bij de overwinningstref- fcr de treffer die uiteindelijk de basis zou kunnen be tekenen voor een plaats in de eindstrijden om het we reldkampioenschap voetbal in Zweden. Vlak voor zijn enige tegenstrever vuurde Lenstra. Niet hard maar dat doet hij anders ook niet in zulke situaties doch ook niet zuiver. En Schmied kon dan ook haast zijn ogen niet geloven toen hij de bal recht in zijn handen zag komen. De kansen op een overwinning waren verkeken de kansen op een reis naar Zweden ook, want dit Oosten rijkse team zal zich volgende week zeker niét laten ver rassen door de zwakke Luxemburgers. En dan te be denken dat een schot op één meter naast Schmied vol. doende was geweest voor de zege en voor de volledige revanche.... Edoch, ook de meester faalt wel eens. Het was tevens Nederlands laatste aanvalsactie in een wedstrijd, waarover nog lang zal worden gesproken. Een wedstrijd, die duidelijk aan de dag legde, dat het Nederlandse voetbal nog niet op een niveau is aangeland, dat voldoende is voor een open strijd met de sterkste voetballanden in de wereld. Men wist het tevoren: de Oostenrijkers zouden aan een gelijk spel voldoende hebben. Wel, zij behaalden het gelijke spel en speelden zich daarmede zeer waarschijnlijk in de finalepoule. En het Oranje-team kan straks thuis blijven als de eindstrijd om het wereldkampioenschap ontbrandt. Evenwel met ere. want in de d oor sommigen met angst en vreze tegemoet geziene wedstrijd, die evenwel een bijzonder sportief verloop had ook al werd er dan bar hard voetbal gespeeld, toonde Oostenrijk meer dan eens dat het veel beter kon dan destijds in Wenen en dat het in verschillende onderdelen van het spel meer vaardigheid, meer routine en soms meer talent had dan de Nederlanders. Het Oran je-team ook al waren er dan perioden, vooral voor de rust, dat het in voorhoede en defensie rammelde vocht voor wat het waard was. En dat was een gelijk spel net niet genoeg om Oostenrijk een beslissingswedstrijd in Hannover af te dwingen. Een wedstrijd, waarin de zenuwen een geducht woordje zouden meespreken, lag voor de hand. En het mocht dan ook nie mand verwonderen dat er heel wat vreem de dingen gebeurden in de eerste periode. Zoals bijvoorbeeld een al heel vroege Oostenrijkse treffer. Nauwelijks waren de eerste aanvalsgolven naar het Nederland se strafschopgebied gekomen, of Oosten rijk juichte. Senekowitsch maakte van een moment van verwarring namelijk gebruik om de bal hard en zuiver achter De Munck in het Nederlandse doel te knal len. Maar scheidsrechter Ellis had gezien dat Buzek buitenspel had gestaan en dus ging het feest niet door. Toch had het Oranjeteam door deze on verwachte actie gevaarlijk geworden door een grove dekkingsfout wakker moeten worden. Maar dat gebeurde niet. Integendeel. Het combinatiespel bleef zeer onnauwkeurig en ook al schreeuwden de duizenden op de tribunes zich dan ook een begin van totale schorheid, de vaart bleef ook in het vervolg van de strijd zoek. En dat had gevolgen. Oostenrijk bevreesd voor een vroeg offensief van de oranje hemden voelde dat er iets haperde bij de tegenstander en begon toe te slaan. Wel moest Schmied een keer voor de voeten van Lenstra springen om de Fries een sco ringskans te ontnemen en wel knalde Van der Kuil de bal slechts enkele decimeters naast, doch langzaam maar zeker namen Koller en Hanappi bezit van het midden veld. En aangezien daar alleen Klaassens van Nederlandse zijde naar een hoog ni veau rees, was het al spoedig een ongelijke strijd. Met een typische Oostenrijkse short passing speelden de Oostenrijkers zich naar de Nederlandse verdediging, die steeds meer fouten ging maken. Maar juist door de wel bekende té langdurige combinaties kon voorlopig erger worden voorkomen. Duidelijk was evenwel dat de Keeper Schmied is eerder bij de bal dan Abe Lenstra. Happel, Van der Kuil en scheidsrechter Ellis kijken met in teresse toe hoe de scrimmage afloopt. Oostenrijkers zich oneindig veel gemak kelijker over het veld bewogen en vooral een achttien karaats positiespel aan de dag legden. Dat alles wil evenwel niet zeggen dat de Oostenrijkse defensie een vrije middag kreeg. Zeker niet. Dat bleek ook in de twintigste minuut toen de ver opgerukte Notermans een voorzet aan Lenstra gaf, die met de rug naar het doel staande de bal keurig voor de voeten van de aan stormende Wilkes kopte op zeven meter van keper Schmied. Twee maal vuurde de „Spaanse Nederlander", maar twee keer ketste het schot op een Oostenrijks lichaam af. Niet veel later was er nóg een enerverend moment te beleven voor het Oostenrijkse doel. Maar dat kwam door Zwoboda, die te hard op Schmied terug speelde, zodat deze alleen nog maar met een tijgersprong een doelpunt kon voorko men. Uiteraard was dat een kolfje naar de hand van de tienduizenden op de tribunes, die met een vervaarlijke ijver de Neder landse aanvallen jubelend begeleiden. Edoch, de teleurstelling kwam spoedig. In de 29ste minuut werd de zoveelste dekkingsfout de Oranje-defensie noodlot tig. Het werd een klasse-doelpunt voor de Oostenrijkers. Kozlicek en Senekovitsch - deze laatste was opgesteld voor Dienst, die om „tactische redenen" uit het elftal was gelaten combineerden tot vlak voor de doellijn waar Kozlicek de bal terugtikte aan de mee naar voren gekomen halfspeler Hanappi. Deze bedacht zich geen ogenblik en vuurde volkomen ongehinderd laag en hard in de hoek van het doel. Het Oostenrijkse team voelde toen plot seling dat het kon en bleef verwoed aan vallen. De gasten probeerden een soort in timidatievoetbal te spelen door met een enorme virtuositeit de ene na de andere combinatie op de grasmat te leggen. Ne derland, dat slechts af en toe een uitval ondernam, was plotseling nergens meer en verdedigde met de moed der wanhoop. Doch die bleek voldoende om verdere doelpunten te voorkomen, ook al verprut ste dan midvoor Buzek een aantal bijzon der fraaie kansen in situaties dat de Oran je-defensie volkómen uit positie was. Ook in de tweède helft hadden de Oos tenrijkers aanvankelijk een vaste greep op het middenveld. Maar niet zo overtui gend meer als voor de rust. Niettemin moest Van der Hart een enorme sliding uitvoeren om Haummer, die keer op keer een verwoede individuele strijd had uit te vechten met Wiersma, het scoren te belet ten. Even later voorkwam Notermans een zeker schijnend doelpunt door samen met De Munck Senekovitsch voor de tot schieten gereed staande voet te sprin gen. En alleen aan De Munck was het te dan ken dat even later niet de 2 voor Oosten rijk op het scoringsbord verscheen. Kör- ner namelijk schoot van omstreeks acht tien meter zo onverwacht, hard en zuiver op het doel, dat een doelpunt niet te ver mijden leek. Maar De Munck pakte de bal na een fantastische reactie in de volle vlucht. Maar daarmede was het voorlopig dan ook gedaan. Want in de zestiende mi nuut ging de massa in het stadion als één man omhoog om de gelijkmaker te begroeten. Na een snelle switch tussen Rijvers en Van der Kuil schoof de De strijd is gestreden. Wiersma, Körner en Rijvers verlaten het stadionveld. Feijenoorder de bal naar Lenstra, die eerst Zwoboda handig omspeelde en de bal daarna uit een moeilijke scorings- hoek in hot door Schmied verlaten doel plaatste. Die treffer bracht de ommekeer. Van dat moment speelde er eigenlijk maar een elftal, het Nederlandse. Plotseling was het zelfvertrouwen teruggekeerd. Verrassend groot bleek ook al even plotseling het uit houdingsvermogen. In veel hoger tempo en met veel meer gevoel voor maat en po sitie volgde de ene na de andere aanval op de in mankracht versterkte Oostenrijkse defensie. Maar hoe goed de combinaties ook door de achterlinie sneden en hoe snel ook de spelers uit positie werden gespeeld, steeds stond er in laatste instan tie weer een Oostenrijker die een nieuwe treffer in de weg stond. De éne keer was dat Hanappi al weer de andere keer Het schot van Lenstra (nummer 9, tweede van rechts) dat de gelijkmaker betekende. Schmied ligt tussen zijn landgenoten Happel en Zwoboda op de grond en ook Halla (2) noch Koller (6) kunnen er iets meer aan doen. Carlier (7) juicht al om deze fraaie treffer. de voortreffelijke Koller, Happel de man die Lenstra vrijwel geen bewegings vrijheid gaf of Halla. En kwam het tot een schot van Carlier, Van der Kuil, Wil kes, Rijvers of Lenstra, dan stond doel man Schgiied op de goede plaats. Toen Van der Kuil dit alles wat zwaar te moede werd probeerde hij het onder oorverdovende toejuichingen met enkele soloacties, die een maximum aan gevaar inhielden. De toch al voortreffelijk spelen de Ajacied groeide toen tot grote klasse, maar succes had ook hij niet. Totdat uiteindelijk Lenstra de strijd toch nog in het voordeel van het Oranje team had kunnen beslissen. Maar, zo merkten wij reeds op, ook de meester faalt wel eens. En meester Lenstra trapte de bal in de handen van Schmied en daarmede was de laatste kans verkeken. De laatste kans op de zege en op de volledige re vanche voor „Wenen". Waarmede niet ge zegd wilde zijn dat het Nederlandse team de warme hulde van het publiek na af loop niet ten volle verdiende. En terwijl op het veld de Nederlanders hun tegenstanders feliciteerden en Wiers ma en Haummer. die het doorlopend met elkaar aan de stok hadden gehad, met de armen om eikaars schouders het veld af liepen, juichte het publiek de spelers toe. De „eigen" spelers, maar evenzeer de Oos tenrijkers, die zich volkomen hadden ge rehabiliteerd voor de wedstrijd in Wenen, die zo'n uiterst nare bijsmaak had achter gelaten. '•"CCCCCOCCCOCOOOCCOCCCCCCOCCCOCCCCCOOCCCCCOCCCOCCOCCCOCOï De Oostenrijkse voetballers hebben zich gerehabiliteerd. Zij, evenals de Ne derlanders, hebben een harde, maar zeker niet unfaire wedstrijd gespeeld. Daarover kan iedereen het eens zijn. Eén ding echter in het Oostenrijkse spel doet voor onze ogen nog ivat vreemd aan: de overdreven aanstellerij na een botsing. Linksbuiten Haummer - in Wenen was hij niet anders - toonde zich weer een op en top komediant. Tal van malen na een botsing met Wiersma kronkelde hij als een slang in doods strijd over de grond, ach en wee kla gend over zo veel pijn en onrecht. Vreemd genoeg was hij enkele tiental len seconden later weer rap als een veu len in de voorjaarszon. Veel succes had Haummer overigens niet, want niet al- 8 leen het publiek, dat steeds hartelijk lachte, maar ook scheidsrechter Ellis 8 liet de komediant rustig voorbij trekken. >ICCCCODaXKOaXXOC»;CCCCOCOCOXX»033CCCOCOOCX>X)OOOOOOOCX Vijf kwartier voor het begin van de wed strijd van de eeuw - u kunt op uw vingers natellen hoe laat dat was - waren de stra ten zo goed als uitgestorven. Ik moet dus wel aannemen, dat ook u, beminde lezer, toen ademloos naar het wekelijkse kinder uurtje van de Vara hebt zitten luisteren. Deze omroepvereniging heeft niets nage laten om ons in de ware stemming voor de reportage van de revanche van Wenen te brengen. Om te beginnen zongen de Roodborstjes ter ere van de Oranje hemden hun vrolijkste liedjes. En daarna kwam Abe Lenstra voor de microfoon om een paar jeugdherinneringen op te halen. Eén van de vroegste daarvan was zijn debuut in het Nederlands elftal, twintig jaar geleden. Kort tevoren was hij met deze sport begonnen in een competitie van schoolvoetbalelftallen. Na zijn eerste doel punt werd hij zo enthousiast door zijn medespelertjes omhelsd, dat bij de daarop volgende val zijn rechterarm uit de kom schoot. Dit feit moest hij thuis verzwijgen, omdat zijn ouders tegen zijn nieuwe lief hebberij waren. Toen zijn vader aan tafel vroeg, waarom hij zijn vork niet zoals anders hanteerde, antwoordde Abe net zo laconiek als hij sindsdien bij elke scorings kans gebleven is: „Ik wil ook links leren eten". De volgende dag speelde hij alweer. Aan die arm is nooit iets gedaan. Dat hoeft ook niet bij een natuurtalent. Het was een leuke uitzending, waaruit de kinderen van Nederland hebben begre pen, dat een held ook een gewoon mens kan blijven. Wist u eigenlijk, dat Abe kam pioen van Friesland was op de honderd meter hardlopen, op de honderdzestig me ter schaatsenrijden en nog steeds record houder verspringen is, dat hij houdt van zeilen zonder te kunnen zwemmen en dat hij in Heerenveen aan het eerste dambord zat? Maar de toekomst heeft hij niet in pacht, getuige zijn uitspraak: „De Hollan ders - en daar reken ik mezelf ook bij - zullen hun best doen. Ik verwacht een kleine zege!" Nee, dan wist Frans de Munck het beter. Die kwam daarna in de aether en hij gebruikte zijn zendtijd om, al was het dan ook voor de kleintjes, de vrucht van zijn jarenlange internationale ervaring in één zin van onvergetelijke wijsheid uit te persen: „In voetbal is alles mogelijk!" Daarna schakelden wij allemaal over naar de televisie. Ik zal er kort over zijn. Alleen dit: toen het hele Nederlandse elf tal voor stond omdat het achter stond en het gouden binnentrio in het strafschop gebied opereerde, tiep de kastelein van het etablissement, waar ik post had en kou heb gevat, van louter geestdrift: „Een rondje voor het hele stadion als het lukt!" De kelner bleef bij deze spontane edelmoedig heid even nuchter als de zestigduizend toe schouwers, want hij zei direct: „Exclusief, dan toch zeker!" Op dat moment was Abe met zijn hoofd net niet lang genoeg bij zijn voet. Bij de volgende wedstrijd zullen wij kunnen be merken of hij de herhaling op telerecording heeft gezien, want ongetwijfeld zal hij vastberaden zijn haar uit zijn hoofd hebben getrokken. Hoe dan ook, wij en die elf jongens hebben gisteren onze kansen ver keken. Maar echt, de Oostenrijkers heb ben gewonnen door gelijk en nog beter voetbal dan komedie te spelen. Ko Brugbier De Britse scheidsrechter Arthur Ellis glunderde van plezier, toen secretaris penningmeester Brunt hem na afloop com plimenteeerde voor de wijze, waarop hij de wedstrijd had geleid. „Ach", was even wel zijn repliek, „ik heb het immers niet moeilijk gehad. Het was een prettige wed strijd, soms enigszins hard, maar beslist fair". „Abe, jongen, we dachten, dat we je op de schouders konden nemen en toen trapte je de bal in de keeper zijn handen", schreeuwde iemand door de dichte mist van de douche-ruimte. „Je hebt zeker geen zin om naar Hannover te gaan, hè?", kwam het uit een andere stoomwolk. Het klonk allemaal heel kameraadschappelijk en Abe kon er alleen maar om grinneken. „Och, wat moet ik er van zeggen", zei hij, „een smoesje is gemakkelijk, maar ik durf heus eerlijk te bekennen, dat ik die bal in de laatste minuut doodgewoon verkeerd raakte". Elek Schwartz had zijn eigen mening over die onvergetelijke misser van de laat ste minuten. „Abe, de man die het minste last van zenuwen heeft, was op dat grote moment nerveus". Overigens was Schwartz uitstekend te spreken over de prestaties van zijn jongens. „Een gelijk spel tegen Oostenrijk, vergeet niet, dat dat heel wat betekent. Roel Wiersma was goed te spreken over zichzelf. „Maar die kans van Abe zal ik nooit vergeten. Ik liep al naar voren om mee te helpen hem naar het midden terug te dragen". „En hoe ging het met je rivaal Haum mer?" „O, Haummer? Die heb ik voorge dragen als lid van de Haagse comedie. Wat kan dié man toneel spelen". Minder olijk was Kees Rijvers. Hij zat wat stil aan zijn sokken te plukken, ken nelijk niet zo erg te spreken over zijn spel. „Kijk eens, je kunt nu eenmaal niet tevreden zijn wanneer je denkt te kunnen winnen en je speelt dan maar gelijk". Faas Wilkes was verontwaardigd over de manier, waarop hy ruim e'en kwartier voor het einde in de „mangel" werd geno men, terwy'l hij vlak voor doel een prach tige schietkans had. „Als dat geen straf schop was laat ik me hangen", zei hij. Piet van der Kuil viel hem bij: „Dat? Dat was een geheide pienantie". „En wat was dat nou, met die doelman, Piet?", kwam iemand hem vragen. „Luister nu eens, ik ben maar klein en licht en jullie weten, dat ik altijd over een doelman heenspring, want bij een botsing ben ik altijd de sigaar. Ik heb dus gepro beerd die Schmied te vermijden, maar ik raakte hem met mijn knie". Jan Klaassens vond Hanappi een ge weldenaar en Cor van der Hart was van mening, dat de Oostenrijkers goed en keu rig netjes hadden gespeeld. T.C.-voorzitter Kruyver vond het resultaat bevredigend. „Zij waren sterker in de eerste helft. Onze voorhoede was gevaarlijker na rust". „Of 11 de juiste uitslag is voor deze wedstrijd? Ik geloof van niet. Een kleine zege voor ons team was stellig niet on verdiend". Met die woorden ontving Jo seph Argauer ons in de kleedkamer van de Oostenrijkers. „Bij de rust had het 20 kunnen staan, maar vooral Buzek heeft wat kansen laten liggen. En tenslotte, doel punten beslissen nu eenmaal een wedstrijd. Het was een harde, doch beslist niet un faire wedstrijd". Stopperspil Ilappel vond 11 de enig- juiste uitslag. „Natuurlijk het was een harde wedstrijd. Maar ja, in wedstrijden voor het wereldkampioenschap speel je nu eenmaal bijna altijd feller dan in normale interlandwedstrijden. Echt ruw spel heb ik maar zelden gezien. En wat is overi gens dat Nederlandse publiek objectief en sportief". Doelman Schmied, die met een pijnlijke knie rondstrompelde, was van mening dat beide ploegen een goede wedstrijd hadden gespeeld en dat een gelijk spel beide ploe gen gaf waar zij recht op hadden. „Neen er werd niet gemeen gespeeld, wel hard. Ja, Van der Kuil heeft me geraakt toen hij op me toe rende. Hij raakte juist mijn rechterknie waaraan ik geopereerd ben". Scheidsrechter Ellis, die eigenlijk de beste man was binnen de witte lijnen. Resoluut optredend en de Oostenrijkse aanstellerij latend voor wat zij was, leidde hij de moeilijke match zonder één wanklank. „Weet u wat mij speciaal is opgevallen: de uiterst sportieve houding van uw pu bliek. De Nederlanders kunnen goed voet bal waarderen, ook goed voetbal van de Oostenrijkers". De uitslag? „Een—een gaf het beste de krachtsverhoudingen weer. Voor de rust was Oostenrijk veruit het beste team, daarna Nederland. In de slotfase dacht ik dat uw landgenoten de wedstrijd zouden beslissen". De heer Ellis vond de Oostenrijkse aan voerder Hanappi veruit de beste speler van het veld. Na de wedstrijd Nederland—Oostenrijk is de stand in poule 5 geworden: Oostenrijk 3 2 1 0 11— 3 Nederland 4 2 11 127 Luxemburg 3 0 0 3 3—16 Ook al dank zij de medewerking van de politie speciaal de leden van de honden brigade hebben de „insluipers" (onge- lukkigen die niet in het bezit waren van het fel begeerde officiële toegangsbewijs) geen kans gekregen om binnen de muren van het stadion te komen. Aan de in gangen was de controle zo scherp, dat het haast onmogelijk was om hier doorheen te glippen. En dat er niemand in slaagde via de tennisbanen en de bijvelden de veste te nemen, was te danken aan de grimmig uit ziende bouviers van de hondenbrigade.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 13