Een vrouw re
.hoezen
VOOR T
ITT J JF
/acfjeii
«rC! en
puilen
m
xlU
Vast voedsel
VUURPIJLEN
Sfeer van de compositie
in beeld gebracht
NIEUWE SCHOENEN
Erbij
VOOR BABY'S
Handtasjes voor heren
Geen vierkante kaas
TUIN- EN KAMERPLANTEN
Zelfverdediging
Oosters eten
/.A 1 li R DAG 2 8 SEPTEMBER 195 7
pagina ZES
„VORMGEEFSTER KLASSIEKE HOEZEN, zo zou ik mezelf
en mijn beroep kunnen noemen, zegt de jonge vrouw tegen
over ons. Het is Mar greet Korsman uit Santpoort, die sinds
1951 bij een fonografische industrie te Baam een voor een
Nederlandse vrouw unieke positie bekleedt. Een directe om
schrijving van haar verantwoordelijke taak, die voor een be
langrijk deel op organisatorisch gebied ligt, beslaat eigenlijk
niet. Popidair gezegd is zij degene, die ervoor zorgt, dat elke
nieuwe klassieke plaat van een aantrekkelijk huidje wordt
voorzien. Zij is dus de produktieleidster oftewel hoezenregis-
seuse van de afdeling klassieke platen. Kort nadat de lang
speelplaat zijn intrede deed, ontstond de behoefte aan een
bescherming van deze kostbare en kwetsbare schijf. Die be
schermende hoes is thans voor grote werken zelfs tot een fraai
album xdtgegroeid met het oog boeiende afbeeldingen en bij
zonderheden over de compositie, het orkest en de solisten. Door
deze spectaculaire verpakking wordt de belangstelling voor
klassieke muziek gestimuleerd, zoals is gebleken. Zelfs heeft
deze interessante omslag geleid tot. een hernieuwde interesse
voor platen, die in het vergeetboek dreigden te raken. Een
voorbeeld: vier oude Vlaamse miniaturen op de hoes van het
album van „Vivaldi's „Vier Jaargetijden".
A V-I
k
\A\Vl
m.
v|reij£
:8k:>;vx-
Illustratie bij Mahlers „Das Lied von
der Erde".
In een ziekenhuis te Londen wordt mo
menteel een proef genomen met het toe
dienen van vast voedsel aan zeer jonge kin
deren. Vijf dagen na de geboorte krijgen de
babies graan brood of pap voor ont
bijt, zeer fijn gesneden vlees of vis en twee
soorten groenten voor lunch en 's avonds
gestoofde vruchten en custard. Mochten de
kinderen dan nog honger hebben, dan kun
nen zij borstvoeding krijgen.
De dokter Bruno Gans onder wiens lei
ding deze proef wordt genomen heeft in het
verleden reeds goede resultaten bereikt met
het toedienen van vast voedsel aan zwakke
kinderen. Hij sluit de mogelijkheid niet uit
dat kinderen, die aldus worden gevoed,
sneller tanden krijgen en eerder lopen. Hij
gelooft dat de kinderen „gezonder en geluk
kiger" zijn en meer immuim voor bepaalde
ziekten.
De verpleegsters zijn enthousiast over het
experiment. „De kinderen zijn veel rusti
ger", zo vertelden ze.
PARIJS (ÜP) Als de Franse kleer
makers hun zin krijgen, zullen de man
nen in Parijs handtasjes dragen. De
kleermakers hebben een hekel aan
zakken, omdat die gevuld worden met
omvangrijke, zware voorwerpen, die
een kledingstuk uit zijn vorm trekken.
De schaterlach en de grappen waar
mee de poging van de Franse federatie
van meester-kleermakers om handtas
jes voor heren te lanceren begroet werd.
doet vermoeden dat die mode niet ver
zal komen. „Ik ben even zeer aan mijn
zakken gehecht als de kangeroe aan
haar buidel", schreeuwde een man toen
mannelijke mannequins de handtasjes
op de show meedroegen.
Er werd ook gelachen om andere
nieuwtjes: pantalons met omslagen die
zo nauw zijn dat ze losgeknoopt moeten
worden wil men de broek kunnen aan-
of uittrekken, bontsporljasjes met sjaal
kragen of met een riem op de rug, goud
kleurige dinner jackets met driehoekige
lapellen.
De nieuwe kleur voor herenkleding in
1958, gedecreteerd door de meester
kleermakers, is een soort donker aqua
marijn. De mannelijke modellen toon
den ook costuums gemaakt van zwart-
en-bruine visgraat, een wit-en-groene
blok en een wit-en-zwarte streep.
EEN ECHTE LIEFHEBBER van Bach
kiest een plaat om de muziek of de mooie
opname, maar er bestaat nu eenmaal een
grote categorie mensen, die door de boeien
de omslag belangstelling krijgt voor de in
houd. Kinderen komen bijvoorbeeld thuis
met een klassieke plaat, want „de omslag
is zo mooi", aldus Margreet. „En als u
eens wist hoeveel brieven ik krijg: Mag
ik een hoes voor mijn kamertje? Dat zijn
dan vaak teenagers. Aanvragen van pa
tiënten in ziekenhuizen komen ook legio
binnen."
Margreet Korsman bezocht de Meisjes-
H.B.S. op het Kopje van Bloemendaal,
werkte enige tijd onder leiding van Jaap
Kunst in het Museum voor de Tropen,
werd onderwijzeres en heeft twee jaar
radio-arbeid achter de rug. Toen begon
ze bij Philips' Phonografische Industrie,
aanvankelijk als secretaresse. In Haarlem
en omstreken zal men zich haar voorts nog
wel herinneren uit het Gamelan orkest
„Babar Lajar", waarin zij jarenlang onder
Bernhard IJzerdraat heeft gespeeld.
Toen men zo omstreeks 1951 met de
hoezen begon, betekende dit een revolutie,
ook al waren zij veel eenvoudiger dan
thans. „Ik herinner me hoe ik uren in de
drukkerij toekeek bij het mengen van de
kleuren. Langzamerhand groeide het werk
enorm uit; ik leerde alles van cliché's en
bestudeerde ijverig boeken over druktech
nieken en reclame."
Een natuurlijke aanleg voor vormgeving
en gevoel voor kleuren bezit zij onmisken
baar. En in het muziekrepertoire is zij
vanzelfsprekend bijzonder goed thuis. Be
halve dat zij de sfeer van een compositie
aanvoelt, is ze, zoals ze zelf zegt, „ver
slaafd aan muziek".
Margreet Korsman en haar collega's,
onder anderen een Duitse en een Engelse
„taaicontroleur" en twee assistenten-secre
taressen, verzorgen de hoezen voor de
klassieke muziekstukken. Ze legt de na
druk op een goede teamgeest: een idee
voor een nieuwe hoes komt mede in sa
menwerking met tekenaar of fotograaf,
lay-outman en tekstschrijver tot stand. Als
de werktekening is gemaakt, komt het
definitieve artistieke stadium en daarna
gaat het ontwerp naar de produktie-afde-
ling, waarmee een zeer nauw contact
wordt onderhouden. De voorkeur voor de
stijl van het ontwerp gaat van haar uit,
Uit een advies aan het bestuur van het
produktschap voor Zuivel blijkt, dat de
kaascommissie van dit produktschap niet
de produktie wenst van zogenaamde vier
kante kaas. Men heeft tegen de produktie
waarvan grote technische bezwaren.
Deze vierkante kaas, die duurder in pro
duktie is, zou moeten concurreren met de
vierkante Deense kaas met 45 en 30 per
cent vet. Daardoor zou het mogelijk zijn,
dat de prijs van Nederlandse vierkante
kaas tot het prijspeil van de Deense zou
worden teruggedrukt.
Kniphofia's, beter bekend als vuurpijlen,
zijn bijzonder aardige tuinplanten; ze bloei
en rijk en mooi en bovendien nog tot laat
in de herfst. Echt iets waarnaar u al lang
zoekt. Ze zuilen in- elke zonnige tuin vol
doen. Het zijn niet alleen heel mooie tuin
planten, maar ook als snijbloemen voldoen
ze uitstekend. De Engelsman pleegt de
plant Red Pokerplant te noemen; ook een
toepasselijke naam voor deze roodbloeiende
plant. Overigens zou ik te kort doen, als ik
ze alleen maar rood noemde; tegenwoordig
komen bijzonder mooie zalmlinten voor en
vooal het oranje en geel voldoen uitstekend
De lange bloeiwijzen doen wel een beetje
aan een vuurpijl denken. Geen wonder dat
het publiek de plant deze naam heeft ge
schonken.
Deze vuurpijlen kunnen nu gepoot wor
den. Het is dus nuttig ze maar zo spoedig
mogelijk te bestellen. Onthoudt u vooral
dat ze niet geheel winterhard zijn en tegen
het invallen van de winter afgedekt moe
ten worden. Het is verkeerd de plant zo
maar onder de molm te stoppen; de riem-
vormige groene bladeren worden wat in
gekort en dan bij elkaa gebonden; liefst
zo losjes mogelijk. Breng bij de voet wat
droge molm aan en de vorst zal de plant
niet schaden!
G. Kro indijk
Even een kopje thee. Margriet Korsman
en de violist Arthur Grumiaux.
zonder dat zij de kunstenaar echter een
beperking oplegt. Bij Mahler's „Lied von
der Erde" paste volgens haar een vrije
moderne Chinese tekening. Ze rustte niet
voordat ze de geschikte Chinese tekenaar
had gevonden en het resultaat werd een
fraai album met een omslag en tekeningen
tussen de tekst van Tjen Tjauw Soe.
Voor „Shéhérazade" van Rimsky Korsa-
kov vond ze Perzische platen in het Mu
seum voor Volkenkunde te Leiden; voor
de „Suites van Bach" scharrelde ze gra
vures op uit de tijd van de componist. Mo
dern is de omslag van Lieberom voor de
„Préludes" van Debussy; een Noorse teke
naar maakte een hoes voor de twaalf
Etudes van dezelfde componist met mo
tieven van gescheurde stukjes papier. In
de serie populaire klassieke muizek zijn
de foto's van Paul Huf met. als model Ann
Pickford genoegzaam bekend.
EEN AFDELING APART vormen de
hoezen voor de opera's, waarvoor veel
reportage-opnamen worden gemaakt. Het
komt dan nogal eens voor, dat ze mee
reist naar Napels, Salzburg of Wenen,
waar de muziek wordt opgenomen. Voor
dergelijke gelegenheden verschijnen de
artisten doorgaans zeer informeel in
hemdsmouwen, maar voor kleurenfoto's
steken ze zich in kostuum en grimeren
zij zich naar de eisen van de scène. Het
zorgen voor de geschikte kostuums en het
huren van een grimeur behoren mede tot
haar taak. In Italië is het wel eens moei
lijk een geschikte fotograaf te vinden. „Bij
alles hoor je „domani" morgen. Maar
alles komt toch altijd weer terecht en hoe
meer moeite je moet doen, hoe groter de
voldoening is na het slagen."
Solisten zijn over de hele wereld het
zelfde: vaak uiterst temperamentvol en
daarom is het zaak altijd de tact te be
waren en rustig te blijven. Zo was een
soliste met een klein koortsuitslagje met
geen stok tot poseren te bewegen. Of men
haar ook duidelijk maakte, dat retouche
haar beeldschoon zou maken, niets hielp.
Sommige mannen blijken echter ook ijdel
te zijn: een zanger had zich mooi in een
fluwelen pak uitgedost en zijn snor en
baard extra opgepoetst om ook op de foto
te mogen hoewel aan zijn beeltenis niet
de minste behoefte bestond.
„Een werkreis is heus niet altijd het
pleziertochtje, dat men er wel eens in
ziet", zucht Margreet. Maar ze bedoelt het
zo tragisch niet, want haar ogen lachen.
Ze is enthousiast voor haar taak.
Er wordt steeds veel van haar gevergd.
Ze moet op honderdenéén dingen letten
zorgen, dat de tekst in vier talen (Italiaans,
Duits, Engels en Frans) in vier kolommen
gelijk loopt, steeds nieuwe ideeën hebben,
kleine, maar soms lastige menigsverschil-
len oplossen. Maar daarvoor is ze dan ook
de juiste figuur.
Tineke Raat
Een aantal huisvrouwen in een voorstad
van Birmingham heeft onder aanvoering
van de 24-jarige mevrouw Kelly Osborne
het besluit genomen de amoureuze avan
ces van automobilisten niet langer te ne
men. De dames hebben zich nu met water
pistolen bewapend.
„We zijn het moe door deze lieden lastig
gevallen te worden, zegt mevrouw Osborne,
„Vorige week heb ik een waterpistool van
een gulden gekocht en ik heb die al een
maal gebruikt. Een automobilist hield me
driemaal aan. Bij de derde maal haalde ik
mijn pistool voor de dag en gaf hem de
volle laag. Hij sprong weg als een bang ko
nijn. Als hij getrouwd was, zou ik niet
graag in zijn schoenen staan. Het zal hem
moeite gekost hebben aan zijn vrouw te
verklaren waarom zijn kleren zo stonken".
Tot beter begrip van deze laatste opmer
king: de defensieve dames vullen de water
pistolen met een overigens onschadelijk
kwalijk ruikend desinfectiemiddel.
Neen, lezeres, dit is geen zetfout. Wij
willen u niet verleiden tot het eten van oes
ters, als u daar niet van houdt. Wel echter
is een pas uitgekomen boekje de aandacht
waard, dat in overzichtelijke vorm en pret
tige indeling alles over Oosterse gerechten
vertelt. Het is een verzameling recepten
en adviezen betreffende Indische en Chi
nese schotels, die in ons land een steeds
groter wordende kring van liefhebbers tel
len. Het handige boekje, samengesteld door
L. Camerik- von Winckelmann en M. J.
Schreurs-Bonjernoor, uitgegeven door Nijgh
en Van Ditmar, bevat ver over de honderd
recepten, die een ruime keus bieden en
met niet al te veel omslag kunnen worden
bereid. Het heet „Oosterse gerechten".
voor de winter
De spitse, slanke schoenleest heeft nu
ook in ons land het pleit gewonnen. De
lijn is geheel anders dan een jaar geleden,
toen de Nederlandse schoenenfabrikanten
vaak nog niet over de juiste leesten be
schikten om een schoen met spitse vorm
te maken. Dat is nu wel het geval, zodat
wij nu met onze Italiaanse zusteren kun
nen wedijveren in elegantie.
Want elegant zijn ze, de nieuwe schoen
typen voor de winter 1957/'58. Slanke
leesten, zoals die nu in Nederland worden
vervaardigd, zitten zeker niet nauwer dan
de ronde van vroeger. Het is zelfs geble
ken, dat ze beter passen.
Een eenvoudige iijn is kenmerkend voor
het huidige schoeisel; de 1 ij n „doet" het
eigenlijk, niet de garnering, want deze is
sober: een kleine perforatie, stiksels of
een gespje; dit alles blijft dus onderge
schikt aan de vorm. Behalve de spitse
voorschoen lanceert men een type, waar
van het voorblad wel spits is, maar hele
maal vooraan enigszins is afgeknot. De
neus heeft dus een vierkant toelopende
afgeplatte vorm (zie foto).
Door het gebruik van slankere hakken
tonen ze hoger dan ze in werkelijkheid
zijn. De hak, die we vroeger de „queenie"
noemden, is nu zowel aan de binnen-
als aan de buitenkant meer uitgehold.
Behalve dit soort middelhoge hakken
winnen ook de dunne, en wat hogere, ter
rein. Na lang dokteren heeft men een op
lossing gevonden om de hak stevigheid te
geven: er binnenin is een metalen mantel
om de houten kern aangebracht. Zij kun
nen dus tegen een stootje.
Er zijn minder modellen met open teen
en hiel. Naast de pump komt de lage, soe
pele molière er meer in. Voorts zijn er de
ballerina's en moccasins met heel platte
hakjes, benevens een schoentje met een
Watteauhak, die minder breed, dus heel
wat eleganter is geworden.
Lichtbruin en nuances van beige zullen
ook deze winter zeer en vogue zijn. Daar
naast een fraaie tint olijf en een diep
donkerbruin, alsmede nuances van grijs.
Zwart wordt steeds minder gevraagd
(vroeger 75 percent, thans niet meer dan
ongeveer 25 percent).
Gladde en gekrompen leersoorten zijn
naast elkaar gebruikt. Er is voorts veel
belangstelling voor fluweel-suède.
Avondschoentjes brengt men onder an
dere in goud- en zilverleder, in brocaat en
een stevige shantung met hoge, zeer dun
ne Louis XV hakjes.
De laarsjes, veelal met vachtvoering,
zien er allerplezierigst uit. Ook hier geldt
het devies: soepelheid. Men lanceert ze in
veel variaties, ook in twee kleuren, bij
voorbeeld rood (of wit) suède met zwarte
elastieken inzetjes en een zwarte rubber
zool. Ook van wit leer worden laarsjes
vervaardigd. Praktischer zijn uiteraard
de wat meer gedekte kleuren. Men
moet er per slot van rekening mee door
de sneeuw kunnen baggeren!
V A'':
s
rilV\ V <r
ERGENS, in een ver hoekje van de
wereld liggen twee kleine landjes. Tus
sen die landjes loopt een diepe sloot
vol zout water. Hoe dat water zout
komt? Dat zal ik je vertellen. In het
ene land doen de mensen nooit iets
anders dan huilen. Hun land wordt
daarom het land van de huilebalken
genoemd. Denk nou niet dat de mensen
er zo'n verschrikkelijk verdriet heb
ben. want dat is helemaal niet zo. Ze
huilen alleen omdat ze eraan gewend
zijn. Om alles huilen ze, zelfs om din
gen waar een ander om schatert van
het lachen. Ze hebben nooit zo erg ge
huild als toen er een prinsje geboren
werd. Dikkedikke tranen, die in
plassen op de straat staan en hele sloten
vullen. In het andere land is het net
andersom: dat is het land van de
lachebekken. Ze lachen om alles, zelfs
om dingen, waar een ander van huilen
moet. Toen daar een prinsesje geboren
werd lachten ze zó hard, dat het kleine
meisje er niet van slapen kon. Het
luisterde naar de lachebekken op straat
en opeens zette het het op een huilen.
Nou. dat was een schrik! De koning en
al zijn lakeien kwamen aangehold, bul
derend van het lachen. „Wat een schan
de!" riepen ze, „een prinses die huilt!
O, wat moet er van ons land terecht
komen?"
Schaterend van het lachen liet de
koning het kleine prinsesje in een ge
heime kamer van het paleis opsluiten,
want hij wilde niet dat ook maar
iemand van zijn volk zou weten, dat er
een prinsesje was geboren dat huilen
kon. En of het nu kwam omdat ze daar
zo zat opgesloten wist de koning niet,
maar het prinsesje kon niet leren om
te lachen. Ze probeerde het wel, maar
hoe ze ook haar best deed, het lukte
niet. De koning wist zich geen raad. Hij
was al oud en spoedig zou het prinsesje
de troon moeten bestijgen. Maar ja,
hoe kon je een huilende prinses laten
regeren over een volk, dat nooit iets
anders deed dan lachen? Hij liet de
prinses komen. „Prinsesje", schaterde
hij, „luister eens goed naar meOp
één of andere manier moet je lachen
zien te leren. Neem dus een koets, trek
het land in en probeer of je niet iemand
vinden kunt, die je leert lachen
1-Iij moest zelf eerst nog even uitlachen
en toen gichelde hij, gaf de prinses een
kus en wuifde haar na.
En daar ging ze. Ze keek naar de
mensen in de straten die op een bankje
zaten te grinniken, die schaterend bood
schappen deden of gierend en proestend
aan het werk waren of naar school
gingen. Het maakte haar alleen maar
treurig, want ze wist niet waaróm ze
zo deden. Drie dagen lang reisde ze
door het land, maar nog niet één keer
tje had ze geglimlacht en ze begreep
dat ze nooit over het volk van lache
bekjes zou kunnen regeren. Ze liet
haar koets stilhouden aan de grens van
haar vaders land en besloot om een
wandeling te maken. Ze wilde er over
nadenken hoe ze haar vader vertellen
moest dat ze hem niet op zou volgen.
Op het laatst had ze zo'n medelijden
met hem, dat de tranen haar over de
wangen rolden. Ze ging op een bankje
dichtbij de zoute sloot zitten.
„Meisjeoch lief meisje", riep een
slem aan de overkant, „wil je mij niet
leren hoe ik huilen moet?"
„Huilen?" De prinses keek eerst ver
baasd. maar toen barstte ze in lachen
uit. „Ik?" vroeg ze. „moet ik u huilen
leren? Meneer, ik ben de prinses van
de lachebekken".
De jongeman aan de overkant van de
sloot, die eerst vriendelijk geglimlacht
had, keek opeens heel treurig. Tranen
sprongen hem in z'n ogen omdat hij
dacht dat dat lieve meisje hem voor de
gek hield. „Toe, alstublieftzei hij,
„ik weet niet wat ik moet doen
Hij veegde de tranen uit zijn ogen.
De prinses lachte nog veel harder.
„Moet ik u huilen leren?" vroeg ze,
„maar meneer, u huilt al!"
„Wat zegt u?" De prins veegde nog
eens langs zijn ogen en hij voelde
tranen op zijn wangen. „Ik huil! Ik
huil!" riep hij, „o, wat heerlijk!"
De prinses lachte nog altijd om die
man, die blij was dat hij huilen kor
„Houd u toch eens op met dat domir
lachen", riep de jongeman over de sloo
„Lachen?" vroeg de prinses, „man i;
kan helemaal niet lachenhè wat?'
Opeens merkte ze dat ze al die tijd had
staan lachen.
„Maarmaarwie bent u?"
vroeg ze. „U bent een tovenaar. Nie
mand van de lachebekjes heeft mij aan
het lachen kunnen maken. En u
De prins lachte door zijn tranen heen.
„Ik ben de prins van de huilebalken",
zei hij, „maar niemand van de huile
balken kon mij aan het huilen krijgen.
Ik vond de wereld veel te mooi en ik
moest alleen maar lachen als ik mijn
volk zo zag snikken".
„Maar nu lacht u toch, prins", zei de
prinses en ze lachte terug.
„Natuurlijk", riep de prins, „alles op
zijn tijd: regén en zon, huilen en
lachen".
„Wat bent u wijs!" zei de prinses, „ik
heb nog nooit zo'n verstandig woord
gehoord".
„En ik heb nog nooit zo'n aardige
prinses gezien", riep de prins terug en
hij nam een grote sprong over de sloot
vol tranen heen.
Woef woef, kom eens kijken:
mauw, miauw miauw'.
Honden, kom toch kijken,
poezen, kom toch gauw'.
Weet je wie dat roepen,
midden op het plein?
't Is het hondje Rekkie
en de kater Hein.
Alle hondenvriendjes
rennen ivoef waf waf
samen met de poesjes
op het tweetal af.
Twintig etensbakjes
staan er om hen heen
vol met vlees, vis, zwoerdjes,
velletjes en been.
Niemand durft te eten,
iedereen blijft staan,
enkel Hein, de kater
valt er woest op aan.
Eet maar jongens, roept hij,
met een bek vol vis,
want ik weet opeens weer
wat voor dag het is!
Dan blijft niemand achter,
alles likt en eet,
smult van de verrassing,
■waarvan niemand weet.
Mooi, knikt voor een raampje
oma Zoet en lacht,
want die had dat feestje
op het plein bedacht.
Mies Bouhui
IT1
Dit treintje kun je maken van luciferdoosjes, een kurk, kralen, watten, rondjes
karton en een paar lucifers. Kijk goed op de tekening hoe het moet. Het is
heus niet moeilijk.