OVER HEILIGENSCHIJN
EN KRUISSPINNEN
De Israeli begon met vertrouwen
en optimisme aan het tiende jaar
van het bestaan van zijn staat
LUIHEID
TZ DONEMUS
Ook deze week een kruiswoordpuzzel
Pietrabianca
ZATERDAG 12 OKTOBER 1957
Erbij
P A GI NA
twee
Klauwhaketi onder de ogenbatterij
Men moet heel subtiel te werk gaan
U ZULT ER een beetje vroeg voor moeten opstaan, want het zijn hoofdzake
lijk de eerste (en beste!) uren van de dag die u in deze tijd van het jaar een
kans zullen geven tot het aanschouwen van een merkwaardig optisch ver
schijnsel in de vrije natuur. Plaats van handeling: een stukje open veld. Be
nodigde attributen: dauw, een laagstaande zon en uw bloedeigen schaduw. Hoe
langer die nog is, hoe sterker het fenomeen van de heiligenschijn zich aan u
zal vertonen. Houd uw schaduw maar goed in het oog, vooral het uiteinde
ervan en het zal u opvallen hoe daar om uw hoofd heen (en erboven nog
sterker dan opzij) een sterke glans het gras doet oplichten. Dat is de heiligen
schijn! Maar vergis u niet en wees niet als de zestiende-eeuwse Italiaanse
kunstenaar Benvenuto Cellini die, deze heiligenschijn om zijn hoofd ontdek
kend, aannam dat hij een teken was van zijn grote genialiteit. Want het mag
waar zijn dat u het verschijnsel alleen ziet om uw eigen schaduw en niet om
die van een naast u staande metgezel, het heeft toch met uw voortreffelijkheid
niets uitstaande. Integendeel, het is een op zichzelf doodgewoon terugkaatsings
verschijnsel van het zonlicht in de fijne dauwdrupjes. En deze terugkaatsing
ziet u het sterkst, wanneer u zoveel mogelijk in de richting van de invallende
zonnestralen kijkt. Vandaar ook het snel in lichtsterkte afnemen van de schijn
naar de buitenkant toe. Zo het u lust, experimenteer dan maar eens wat met
uw schaduw en de lichtglans. Kijk eens hoe uw „heiligheid" kan variëren
tegen een dijkhelling op (korte schaduw) of er vanaf,
BENT U uitgekeken op de lichtende schaduw, laat dan de herfstdieren bij
uitnemendheid, de kruisspinnen, uw aandacht eens hebben. Ze hebben beslist
geen gemakkelijke zomer achter de rug en ze lijken mij ook wel minder talrijk
dan in andere jaren, maar niettemin zullen er weinig landhekken, struiken en
heggen zijn, waaraan u hun prachtige webben niet kunt vinden. Neem een loep
er bij en bekijk zo'n roerloos in het centrum van haar insectenzeef hangende
spin eens wat beter. Ze is fraai getekend, overal sterk behaard. Ze hangt on
veranderlijk met haar kop omlaag. Laat uw aandacht in het bijzonder uitgaan
naar kop en achterlijf, want daar heeft zo'n welgedane spin (onveranderlijk een
wijfje, de mannetjes zijn véél schrieler en zij spinnen niet vaak een web) haar
belangrijkste organen zitten.
Aan de kop, naar menselijke maatstaven beslist weinig vriendelijk, zult u
als kleine glimmend zwarte puntjes de acht ogen kunnen ontdekken. Ze lijken
wel helder te staan, maar zo'n spin ziet er nagenoeg niets mee. Van veel groter
belang zijn dan ook de enorme haken met hun klauwhaken, die vlak onder
de ogenbatterij een vervaarlijke tang vormen. Het dikke gedeelte van elke kaak
wordt grotendeels gevuld door een gifklier. En de haken eronder zijn niet
anders dan holle injectienaalden, die elk gevangen insect snel van een dosis
dodelijk vergif voorzien. Laat u door deze moordwerktuigen echter niet af
schrikken: een kruisspin laat het wel uit haar kleine kop er ooit zoiets groots
en onoverzichtelijks als een mens mee te lijf te gaan. Bovendien is er voor haar
geen enkele aanleiding tot actie wanneer u haar al kijkend rustig laat hangen.
Wijd daarom na beschouwing van de kop uw aandacht maar aan de punt van
het achterlijf van de spin. Daar ontdekt u een kleine kegel, bestaande uit vier
dicht tegen elkaar liggende tepeltjes, behaard als het overige van de spin,
maar buitendien aan hun toppen voorzien van honderden onvoorstelbaar fijne
openingen. Door deze gaatjes perst het dier zijn spinstof naar buiten.
TIEN TEGEN EEN, dat ook u de verleiding niet zult kunnen weerstaan de
spin eens aan het werk te zetten. U plukt een grasspriet en bewerkt voorzichtig
het web. Resultaat: óf niets, öf een hevig op en neer schudden van de spin.
Ze heeft de met uw grasje veroorzaakte trillingen óf meteen als veel te grof en
„onspinnelijk" herkend, öf gemeend dat een spinnenman haar een bezoek wilde
brengen en nu laat ze hem even weten dat hij beter kan wegblijven. Nee, u
moet veel subtieler te werk gaan, een vlieg of een mug levend vangen en die
in het web zien te krijgen. Het vleugeltrillen van het insect zal de spin een
„gevoelsdier" bij uitnemendheid! onmiddellijk en hoewel ze er niets van
ziet de goede kant op doen rennen om de buit te behandelen volgens de regelen
der spinnenkunst. Compleet met vergif-injectie en zo nodig inspinnen in een
brede witte dradenmassa.
Bij gebreke van een vlieg of mug kunt u de spin toch wel in actie krijgen,
maar dan op ander terrein. Maar maar eens een gedeelte van haar web kapot
en wacht op de dingen die komen zullen. Weldra begint ze aan nieuwe spaak
draden en als die klaar zijn, komt het ophangen van de „lijmstokjes". Dit
laatste allervernuftigst, maar volkomen instinctmatig, elk draadstukje tussen
twee spaken, met één poot ver uitrekkend om het dan ineens te laten schieten.
Hierdoor balt de eerst gelijkmatig aanwezige lijm zich in een tel samen tot
tientallen fijne klontjes en begint de spin aan een nieuw stukje vangdraad,
Kees Hana
HET IS nu tien jaar geleden, dat de
stichting „Donemus" in werking trad om
het Nederlandse muziekleven te dienen.
Met een subsidie van vijftigduizend gul
den, verstrekt door het rijk, de stichting
Nederlandse Muziekbelangen en de ge
meente Amsterdam, is in 1947 een begin
gemaakt met de catalogisering van heden
daagse Nederlandse composities en het in
partituur brengen daarvan voor exploitatie
door middel van verhuur en verkoop. Dat
het belang van dit werk is ingezien wordt
onder andere geïllustreerd door het feit,
dat de subsidiëring is gegroeid tot bijna
anderhalve ton per jaar. Dat dit geld nut
tig werd en wordt besteed blijkt uit enkele
cijfers: in 1947 bedroeg het aantal mensen
(uiteraard meest musici), die de stichting
aan de Jacob Obrechtstraat in Amsterdam
bezochten, 174. In 1956 kwamen er 1139 om
de bibliotheek te raadplegen. Het aantal
uitgeleende werken bedroeg in het eerste
bestaansjaar 358, thans meer dan 2500. In
1947 werden 81 composities voor kamer
muziek verkocht, in 1956 gingen er 334 or
kestwerken de deur uit en verkocht men
3761 composities voor kamermuziek, waar
van 1959 naar het buitenland.,
De stichting heeft ter gelegenheid van
dit jubileum een brochure (verschenen bij
de uitgeverij Het spectrum N.V.) uitgege
ven waarin men behalve de programma's
van drie in Amsterdam uit te voeren her
denkingsconcerten een overzicht aantreft
van alle activiteiten op de stichting sinds
1947 en geschreven loftuitingen van de bij
de stichting aangesloten componisten. Hun
is verzocht in ongeveer driehonderd woor
den weer te geven wat bij hen opkwam
als zij de afgelopen tien jaar als componis
ten overdachten. In de keuze van hun on
derwerpen werden zij vrij gelaten, maar
het zal niemand verwonderen, dat de
meesten hebben geschreven over de be
tekenis die „Donemus" in dat tijdsverloop
voor hen heeft gekregen. Zo noemt Lex
van Delden de stichting „een milde, begrij-
pande en behulpzame, door de jaren wijs
geworden maecenas". Willem Andriessen
stelt vast, dat „Donemus" in deze tien jaar
niet alleen voor de musici heeft gewerkt,
maar „voor Nederland zélf". De Haarlem
se stadsorganist Albert de Klerk herinnert
aan de'tijd, dat de componist met een kof
fertje langs de dirigentenhuizen moest om
zijn schrijfprodukten aan te bieden, het
geen niet bepaald stimulerend was voor
zijn produktiviteit. „Domenus" heeft dat
werk van hen overgenomen en zijn over
tuiging is, dat het plezier van componeren
daardoor sterk heeft gewonnen. Dr. An-
thon van der Horst beschrijft zijn geluks
gevoel bij het ontvangen van een brief
van „Donemus", want die brengt meestal
„berichten over het gereedkomen van het
materiaal voor een orkestwerk, een aan
kondiging van de fotografie van een par
tituur, of van drukproeven, berichten om
trent uitvoering van eigen werken, rege
lingen in verband met prijsvragen".
Vele andere componisten hebben in deze
brochure, die „Tien jaar Donemus" geti
teld is, hun waardering voor de stichting
geuit en een paar gedachten over het Ne
derlandse muziekleven opgeschreven, die
zeker de moeite van het lezen waard zijp.
We kunnen misschien het best besluiten
met een uitspraak van Willem Pijper, in
verband met „Donemus" door Bertus van
Lier in zijn bijdrage aangehaald. Pijper
heeft eens geschreven: „Het is nuttiger het
besef van een eigen, nationale muziekcul
tuur wakker te roepen dan zich uitsluitend
bezig te houden met hoe langer hoe vol
maakter reprodukties van algemeen be
kende meesterwerken".
AMSTERDAM, oktober U had mis-
schien gedacht, dat er een reden was waar
om ik u al zo lang meer geen gegevens
meer had verstrekt uit het avontuurlijke
leven van mijn dochter. Welnu, die was er
ook. Zij is in één woord weer te geven-
luiheid. Dit is overigens iels, dat alleen
my aangaat. Alleen vaders en moeders
zijn lui. Dochters van iets meer dan twee
jaar zijn het nooit, heb ik gemerkt. En a|s
ze het ooit tóch mochten zijn, dan kuni
u er zeker van zijn, dat het net zoiets is
als bij een hond, wiens neus niet langer
nat is: er is iets mis. Raadpleeg de dokter
dan. Hij doet er graag iets aan,
Neen, dochters worden nooit moe. Tot
ze eigenlijk geen dochters meer zijn, na
tuurlijk, maar meer vrouwen. Dan'wel
Ik kan met mijn dochter wandelen tot ik
er bij neerval (ik ben géén uier-daagse-
held). Als we dan thuis komen, vraagt ze
of ik nog wat met haar wil gooien. Dat
vindt ze namelijk leuk. Ik moet haar dan
optillen en op mijn bed werpen of rond
mijn nek slingeren of aan haar handen
tussen mijn benen door zwaaien, gewoon
maar optillen en schudden of haar op de
handen laten wandelen. Dit is niet weinig
vermoeiend. Voor mij, tenminste. Als wij
er mee klaar zijn, roept mijn dochter om
méér. Wij gaan derhalve door met een
klein rustiger intermezzo: boeken lezen. Zij
heeft nu al acht boeken, gevuld met af
beeldingen en verhaaltjes over zulke fasci
nerende onderwerpen als poezen, beren
pinguins en koninginnen. We behandelen
deze lectuur serieus en grondig en zijn dus
een kwartiertje later klaar voor iets an
ders. Als regel is dat fietsen.
De tweejarige heeft nu sinds een paar
maanden een bijzonder klein fietsje met
drie wielen. Zij stuurt er mee tussen de
stoelen door als vele automobilisten en
fietsers zo graag tussen het overige ver
keer door proberen te zwaaien. Zij heeft
het trappen nu ook onder de knie, maar
het hele proces is uiteraard veel amusan
ter als vader haar bijzonder snel voort
duwt. Een half uurtje kunnen we hier al
licht mee zoet brengen. Bij wijze van
rustpoze gaan we clan even op het balkon
staan om alle voorbijgangers te zien en
hun aard en herkomst luidruchtig te ont
leden. Sinds zij ontdekt heeft, dat ik in
goede buien een heel aardige blaf kan
voortbrengen, moeten alle passerende hon
den even toegeblaft worden.
Maar aan alles komt een eind. Ook aan
blaffen. Vervolgens gaan we haar poppen
aankleden en uitkleden, in bed stoppen en
er weer uithalen. We laten even de scherts-
telefoon bellen en proberen de speelgoed
stofzuiger aan het werken te krijgen. Daar
kan je natuurlijk ook niet eeuwig mee
bezig blijven. Vandaar gaan we dus even
voelen of het nog koud is in de ijskast en
warm bij de kachel. Dan is het uiteraard
tijd om met de bal te spelen. Mijn dochter
schopt en ik mag zachtjes terug rollen.
Als mijn worpen niet zuiver genoeg ge
richt zijn, wordt zij bijzonder boos. Ik moet
dus opletten. Het voetballen brengt haar
echter op het idee van schoenen. Al' haar
(weinige) schoenen en sloffen moeten dus
tevoorschijn worden gehaald, besproken en
onderzocht. Bovendien gaan we dan nog
even na, wie in de nabije kennissenkring
óók schoenen heeft. Zij noemt de betrok
kenen op, ik moet hun naam bevestigend
herhalen. „Oom Hans schoenen Oom
Hans schoenen Oom Murk schoenen
Als het afgelopen is, wil mijn dochter
weer gaan wandelen. Maar dan is het tijd
voor het avondbad. En dat is de taak van
een moeder. Deze moeder is trouwens al
veel langer met haar bezig geweest dan
ik. Kantoor heeft mij van nog erger ver
moeienissen gespaard. En om zes uur gaat
ze naar bed mijn dochter, wel te ver
staan. Het is écht leuk om kinderen te
hebben. Ik méén het. Maar als je dan
's avonds ook nog stukjes moet schrij
ven... A.S.H.
(Van onze correspondente in Israel)
DE ISRAELI is met vertrouwen het tien
de jaar van het bestaan van zijn staat in
gegaan, toen het nieuwe jaar 5718 volgens
de Joodse jaartelling 26 september begon.
Het Joodse Nieuwsjaarsfeest luidt voor de
religieuze jood negen dagen van boetedoe
ning in die pas op Grote Verzoendag wor
den opgeheven. De stampvolle synagogen
werden door tientallen duizenden bezocht,
die voor het eerst dit jaar een dienst bij
woonden. Zij gaven in gemeenschappelijk
gebed de Eeuwige afrekening van hun
zonden. Ook voor de niet-gelovige jood is
deze periode één van rekenschap en ver
antwoording. De terugblik op het afgelo
pen jaar geeft de Israeli echter vertrou
wen in de toekomst. Inderdaad, dit jaar
houdt grote mogelijkheden in voor Israel,
ook al wordt de vreugde om een zichtbare
vooruitgang vaak steeds weer door een
acuut dreigend oorlogsgevaar overscha
duwd.
Het is verwonderlijk met welk een hard
nekkigheid de Israeli en zijn regering te
midden van vele woelige Arabische staten
aan het Voortbestaan en de enorme ont
wikkelingsmogelijkheden van Israel gelo
ven. De oorlogsdreiging is een realiteit
waaraan de Israeli schijnbaar reeds ge
wend geraakte. Van een nerveuze span
ning zoals vorig jaar september is nu geen
sprake.
DIT HEEFT zijn oorzaak. Men wist een
jaar geleden, dat Egypte zich in de Sinai-
woestijn klaar maakte voor de „tweede
ronde met Israel" en ondertussen kwamen
de lang verwachte wapenen, vooral tanks
dan, niet aan. Zij werden twee dagen na
het Nieuwjaarsfeest, op een donkere nacht,
aan wal gehesen. Het evenwicht der wape
nen was toen geenszins hersteld, maar Is
raels premier Ben Goerion begreep, dat
van dat ogenblik af een gevaarlijk diepte
punt overwonnen was.
Zoals eigenlijk voortdurend hier worden
de veranderingen en prestaties op een
sterk tot de verbeelding sprekende, visuele
wijze en in een aaneenschakeling van dra
matische gebeurtenissen zichtbaar. Dè
climax van het voorafgaande jaar is voor
de Israeli de oorlog in de Sinai-woestijn
geweest. De veldtocht is paradoxaal als
het moge klinken voor hem een bron
van vertrouwen voor een vredige toe
komst. In deze strijd werd het iedereen
hier duidelijk, dat zelfs in een uiterst ge
mechaniseerde oorlogsvoering de kwali
teit van de soldaat tegen een zekere vijan
delijke overmacht aan wapenmaterieel op
weegt. Toen de voorhoede van Israels klei
ne volksleger in honderd uren het Suezka-
naal bereikte, volgde een nieuwe ontdek
king: men had in korte tijd hier de volko
men integratie van de nieuwe immigrant
bereikt. Ook in tijden van grote moeilijk
heden en physiek gevaar was hij een be
rekenbare factor. Dit gaf een nieuw ge
voel van zelfvertrouwen. Bovendien vulde
het leger weer eens op uiterst on-ortodoxe
wijze zijn tekort aan wapenen enigszins
aan, door deze als oorlogsbuit binnen te
halen! Deze hier algemeen heersende ge
moedsrust kwam onlangs tot uiting toen
temidden van een nieuwe en uiterst ge
vaarlijke wapenwedloop aan zijn grenzen
Ben Goerion twee weken met vakantie
ging. Tezelfdertijd bracht generaal Dayan,
Israels militaire stafchef, een bezoek aan
Afrika en vertegenwoordigde Israels vrou
welijke minister van Buitenlandse Zaken
haar regering in de UNO.
Op politiek gebied heeft de regering
door de Sinai-oorlog bereikt, dat het ge
vaar der Egyptisch-getrainde „fedayeen"-
benden uit Gaza erkend werd en dat Is
raels kleine haven Elath aan de Rode Zee
wereldbekendheid verkreeg.
BEN GOERION heeft in het afgelopen
jaar zijn grootheid bewezen door openlijk
zijn zwakten toe te geven. Vierentwintig
uur nadat hij trots in het parlement had
verklaard, dat de zegevierende Israëlische
troepen zich nooit uit de Gaza-kuststrook
zouden terugtrekken, kwam zijn dramati
sche radiotoespraak, waarin hij mededeel
de dat hij moest buigen voor de door hem
niet overziene consequenties van deze ver
klaring. Het leger en de bevolking volgden
hem met zelfbeheersing. En toen kwam
een tweede verrassing: Ben Goerion boog
tevens voor de Amerikaanse dreiging van
economische sancties. Zijn aanhangers en
tegenstanders echter waren éénsgezind in
hun verklaring, dat iedereen bereid was
economische moeilijkheden te verduren.
Israels economie heeft zich spoedig her
steld van de verlammende gevolgen van
e=sn oorlog. Dit komt door de uitvoering
van zijn grote ontwikkelingsprojecten en
zijn grote immigratie. In de jaren 1949 en
1950 kwam Israels economie, door massale
immigratie gevaarlijk dicht aan een af-
Drle beelden uit Israel: in het midden
een der vele contrasten tussen oud en
nieuw, namelijk een kamelenkaravaan
door een wijk met moderne huizencom
plexen in Jaffa, met daaromheen twee
geheel verschillende voorbeelden van
goede stemming, te weten de eerste ver
kiezing voor een parlement in januari
1949 (welke foto genomen werd in Tel
Aviv) en die welke veroorzaakt wordt
door het nuttigen van een glas miets,
ijskoud vruchtensap, de nationale drank
bij uitstek in de warme zomermaanden.
grond. Een vierde deel van zijn bevolking
bestond toen uit nieuwe immigranten.
Zelfs als het land per jaar gemiddeld hon
derdduizend immigranten blijft opnemen,
dan zullen deze mensen slechts acht per
cent van de totale bevolking uitmaken. De
gehele industrie is op grootscheepse im
migratie ingesteld en de nieuwe land
bouwnederzettingen in de woestijn worden
hoofdzakelijk door nieuwe immigranten
bevolkt. Voor verscheidene voedingsmid
delen is Israel trouwens niet meer op im
port aangewezen.
MEN HEEFT HIER in het afgelopen
jaar nieuwe en blijvende teleurstellingen
te verwerken gekregen. Eén der blijvende
teleurstellingen is het feit, dat de Arabi
sche haat tegenover Israel nog steeds een
gemeenschappelijke dominerende factor is
en dat vooral Rusland deze haat als coör
dinerende macht voor zijn politiek in het
Nabije Oosten gebruikt. De Arabische boy
cot en het besluit van de Shell om zich
hier terug te trekken, hetgeen de Israeli
als 'een politieke zwakte beschouwt, beho
ren tevens tot de teleurstellingen van het
vorige jaar. Hiertegenover staat de posi
tieve houding van West-Duitsland, dat op
overduidelijke wijze de Arabische dreigin
gen weerstond door zich met uiterste stipt
heid aan het verdrag der herstelbetalingen
te houden. Met Birma's regering tekende
men een handelsakkoord. Ceylons eerste
gezant overhandigde vorige week hier zijn
geloofsbrieven. Een handelsdelegatie uit
Japan wordt hier in oktober verwacht en
binnenkort hoopt men het handelsverdrag
met de negerstaat Ghana te tekenen.
Een terugblik in het jonge verleden van
zijn staat geeft de Israeli vertrouwen in
de toekomst. Iedereen hier blijft zich ech
ter er van bewust, dat vele toekomstver
wachtingen onverwacht en wreed verstoord
kunnen worden. Men leeft in de landen
van het Nabije Oosten of op een vulkaan
of vlak daarnaast. Temidden van de zich
weer verscherpende koude oorlog kunnen
nieuwe vonken van haat het oorlogslont
al te gemakkelijk ontsteken. Buiten de
kring van Arabische staten, verwierf Is
rael nieuwe, waardevolle vrienden, maar
binnen deze kring blijft het zich van zijn
vaak gevaarlijke isolatie terdege bewust.
De helft van de zeshonderd inwoners van
het dorpje Pietrabianca op de „teen" van
het sterk katholieke Italië, heeft gedreigd
protestant te worden, tenzij de aartsbisschop
er in toestemt, dat af en toe een heildronk
wordt uitgebracht op het standbeeld van
St. Josef. De aartsbisschop van Reggio Ca
labria, mgr. Giovanni Ferro, heeft name
lijk bepaald, dat het klinken op het stand
beeld „afgodisch" is. Hij heeft verklaard,
dat het dreigement van de dorpelingen hem
niet van zijn stanpunt afbrengt, ongeacht
of zij protestant, boeddhistisch of wat ook
willen worden.
De twist tussen de aartsbisschop en zijn
kudde is vorige maand begonnen, toen mgr.
Ferro strenge bepalingen uitgaf ten aanzien
van de jaarlijkse processie met het beeld
van St. Josef.
De processie is een van de hoogtepun
ten van het mistroostige leven van de
schaapherders van Pietrabianca, een deso
laat dorpje in de kale bergen van Calabrië,
en zij plachten deze gebeurtenis ten volle te
genieten. Zij waren gewend het geliefde
beeld over een afstand van acht kilometer
over de landweg te dragen, die ongeveer het
enige bewijs van beschaving in het woeste
landschap is. In het dorp Pettogallico werd
gestopt om te bidden en tegen het beeld te
praten en met grote glazen van de dikke
Zuiditaliaanse wijn een heildronk op St.
Josef uit te brengen. Men placht familiair
met het beeld te praten, het wijn aan te
bieden en het te vertellen, dat men een
zachte winter nodig had en regen in de
lente opdat de weiden goed 'zouden zijn, en
of St. Josef er alsjeblieft voor wilde zorgen,
dat grootvader van zijn reumatiek genas
en de dochter aan de man zou komen.
Dit alles was volgens mgr. Ferro beslist
afgodisch. Het was aanbidding van het
beeld zelf, in plaats van de heilige. Dus be
paalde hij, dat de processie van dit jaar
buiten het dorp Pettogallico, waar die to
neeltjes zich steeds afspeelden, moest blij
ven. Dit besluit verwekte grotere opwin
ding dan wat ook sedert de burgemeester
van het nabij gelegen Roghudi de plaatse
lijke onderwijzeres ontvoerd had. Parochie
herder Antonino Gioffre probeerde de ban
vergeefs uit te leggen aan zijn kudde. Toen
het gerucht zich verspreidde, dat de Pietra-
biancanen erg warm begonnen te lopen,
arriveerden zeven jeepladingen politie uit
Reggio op de dag van de processie. Het
kwam tot een botsing tussen de dorpelingen
en de politie toen een poging werd gedaan
het beeld toch het verboden dorp binnen te
dragen. Er vlogen stenen door de lucht en
het kwam tot een stevige kloppartij. Zestien
mensen kregen builen en schrammen.
Nog steeds zijn de gemoederen in Pietra
bianca niet tot rust gekomen en er wordt
hardnekkig gepraat over massale bekering
tot het protestantisme, uit verzet tegen de
aartsbisschop.
Horizontaal: 1. klier,
4 noodsein, 6 oogziek
te, 9 boom, 10 vat, 11
deel van een trap, 13
heldendicht, 14 zang
spel, 16 vreemde
munt, 18 edel, 20
voorteken, 22 ondeel
baar stofdeeltje, 24
hoogtemerk, 26 bitter
vocht, 28 Eng. bier, 30
groet, 32 bijbelse fi
guur, 34 muze van het
minnedicht, 37 vast
en zeker, 38 graaf-
werktuig, 41 agaat
steen, 42 verdovings
middel, 45 meisjes
naam, 47 plaats in N.
Br., 48 vlek, 50 hijs
werktuig, 53 Noorse
goden, 56 cijfers, 58
zintuig, 60 Pauselijke
driekroon, 61 nood
sein, 62 wijze, 63 Eng.
bier, 64 tijdperk, 65
houten klepper, 66
onbep. vnw., 67 rijst
(Maleis).
Verticaal: 1. loterij,
2. wapenstilstand, 3
niets (Fr.), 4 ontspan
ning, 5. vlugschrift, 6
parvenu, 7 meisjesnaam, 8 vreemde munt,
12 Australische verwilderde hond, 15 spe
cerij, 17 vis, 19 familielid, 21 inhoudsmaat,
23 grafzuil, 25 onbep. vnw., 27 plaats in
Drente, 29 schrijfgeld, 30 indien, 31 meisjes
naam, 32 kippen-eigenschap, 33 zangstem,
35 uitroep, 36 nakroost, 39 geneeswijze, 40
bedrijver, 43 voormalig Russisch vorst, 44
aanzien, 46 bevel, 47 boom, 48 huisdier, 49
edelgesteente, 51 bitter vocht, 52 plaats in
Duitsland, 54 Skandinavisch heldendichter,
55 volk, 57 spraakklanken, 59 dakbedek
king.
Om in aanmerking te komen voor een
van de drie geldprijzen ad 7.50, 5.—
en 2.50 dient men uiterlijk dinsdag 17
uur de oplossing per briefkaart in te zen
den aan een van onze bureaus in Haarlem,
Grote Houtstraat 93 en Soendaplein; in
IJmuiden, Lange Nieuwstraat 427.
Oplossing vorige puzzel:
Horizontaal: 1. knaap, 5. meent, 10. lens,
12. star, 13. ets, 14. koe, 16. sta, 17. me, 18.
rekel, 20. i.m., 21. lier, 23. loge, 26. mes, 27.
tra, urk, 30. rel, 34. pre, 36. tree, 37. rank,
39. ar, 40 sloep, 42. ra, 44. ros, 46. set, 47.
nar, 48. aula, 50. tent, 51. kwaad, 52. toets.
Verticaal: 1. klem, 2. netel, 3. ans, 4. as,
6. es, 7. ets, 8. natie, 9. tram, 11. rok, 14.
kers, 15. eelt, 18. ree, 19. lor, 22. imker, 24.
garen, 25. pui, 28. els, 32. les, 33. pels, 34.
pret, 35. rap, 38. krant, 39. arak, 41. oer,
43. arts, 45. sla, 49. aa, 50. to.
Prijswinnaars: 7,50 mevrouw F. Ver
hoef, Wilgenstraat 22, IJmuiden-Oost;
5,W. J. Klinkenberg, Lange Boo
gaardstraat 12 r„ Haarlem; 2,50 J. van
Wijk-Eriks, Bijweglaan 35, Bennebroek.