acauw
Tattan
I
VOOR JULLIE
KNUTSELEN
Een hond vertelt
Een poesje dat kan praten
Voor de
Voor de
kleine ruimte
zijn levensgeschiedenis
ZATERDAG 12 OKTOBER 1957
Erbij
pagina zes
ZIJ WILDE DE JAVAANSE VROUW BEVRIJDEN UIT ONDERDANIGE POSITIE
Twee herfstcreaties
ONZE TUIN- EN KAMERPLANTEN
GEREGISTREERD IN MEER
DAN TWEEHONDERD PATRONEN
Schotse stoffen begrip
over hele wereld - II -
ONDERSCHEIDING
voor prinses Gracia
Gelijk aandeel
V rouwenkiesrecht
in de wereld
uit een dik boek
In zijn salons aan de Avenue Kléber heeft
Mare Vaughan zijn collectie nieuwe japon
nen getoond. Men ziet een japon van witte
organdi en mousseline, genaamd „Festival"
en „Baracelle" een japon van witte organdi
met motieven van rode rozen.
OVER DE GEHELE WERELD is de
strijd gevoerd ter verbetering van de po
sitie van de vrouw. Welhaast elk land
heeft op dit „gebied" zijn pioniersters, ook
Indonesië. Slechts 25 jaar waren haar ge
geven, maar in die tijd heeft zij haar
naam tot een lichtpunt voor velen harer
landgenoten gemaakt. Haar naam? Raden
Adjeng Kartini.
Zij werd geboren in een tijd, dat Neder
land en Indië geschokt en wakker geroe
pen werden door de geschriften van Mul-
tatuli.
Zeven jaar voor Multatuli's dood zag zij
te Majong, een dorp in Japara, waar haar
vader in 1880 regent zou worden, het
levenslicht. Dat was op 21 april 1879. Zij
groeide op in de sfeer der Javaanse aris
tocratie, maar al jong werd zij zich be
wust, dat geboorte-adel niets te betekenen
had, zolang er geen gemoeds- en geestes
adel bij vele leden dezer klasse te be
speuren was. Bij haar vader, Raden Mas
Adipati Ario Sosromingrat, vond zij bei
den. Hij was een zeer modern man in zijn
opvattingen, hetgeen dan ook tot uiting
kwam in de opvoeding, die hij zijn doch
ters gaf. In meer dan een opzicht week hij
daarbij af van de Javaanse adat, doch
nooit zo, dat heet voor zijn „standge
noten" stuitend was. Hij kon dan ook later
Kartini niet toestaan de H.B.S. in Sema-
rang te bezoeken, al deed het hem veel
pijn dit zijn lieveling te moeten weigeren.
Om haar dit gemis enigszins te vergoeden,
gaf hij haar alle middelen voor zelfstudie,
kreeg zij boeken, die ze graag wilde lezen
en stond Raden Adipati zijn dochter met
raad en daad terzijde. Zo heeft Kartini
zichzelf de kennis bijgebracht, die een
onderwijzeres moet bezitten om kinderen
geestelijke ontwikkeling te geven. En zo
gebeurde het dan ook, dat zij gewapend
met die kennis en bijgestaan door haar
zusje Roekmini, in 1903 een eigen school
tje opende op het gebied van haar vader.
Dit was een schooltje voor Javaanse kin
deren, het eerste in Japara.
Voor het echter zover was, is er heel
wat strijd gestreden en verdriet geleden.
Met haar oudste zuster kon Kartini het
niet goed vinden, evenmin met haar oud
ste broer, die in de vrouw een onderdanig
en afhankelijk schepsel zag. Het is tussen
deze drie dan ook meer dan eens tot he
vige botsingen gekomen, zelfs sprak zij
gedurende een heel jaar niet met de
broer. Het deed haar veel verdriet, maar
zij was te trots om in deze geschillen als
eerste toe te geven.
DOOR HET LEZEN van Nederlandse
boeken en geschriften, kwam ze tot het
inzicht, dat de Javaanse vrouw een alles
behalve rooskleurig bestaan had. Vooral
de mohammedaanse gewoonte, uitgehuwe
lijkt te worden aan een onbekende man,
vond ze meer dan onverdraaglijk. Ook
haar stond dat lot te wachten, maar ze
besloot zich er zo lang mogelijk tegen te
verzetten. Dat ze later, in 1903, toch ge
trouwd is, werd haar door meer dan één
kwalijk genomen. Eén van dezen was de
Amsterdamse mevrouw Stella Hartshalt-
Zeehandelaar, met wie Kartini correspon
deerde. Stella was een overtuigd socialiste
en had een zekere minachting voor de
man; ze meende in Kartini een geestes
verwante gevonden te hebben. Dat had
ze ook inderdaad. Maar Stella's verwijt,
dat Kartini haar „eigen zijn" ontrouw was
geworden, is niet gerechtvaardigd. Kartini
huwde Raden Adipati Djojo Adiningral,
een weduwnaar met kinderen en veel
ouder dan zij, op voorwaarde dat zij haar
studies voort mocht zetten, evenals haar
schoolwerk. Haar toekomstige man, zelf
een even modern man in zijn denken als
de regent van Japara, stond dit gaarne
toe. Want de regent van Rembang was
niet een „toegewezen" man, maar een be
wonderaar van Kartini's streven. Het was
voor hem geen opoffering met deze ge-
emancipeerde vrouw verder door het le
ven te gaan. Hij bleek zich niet vergist te
hebben. Ze werd een liefhebbende moeder
voor zijn kinderen, gaf hun onderwijs en
richtte spoedig een school op in Rembang,
terwijl Roekmini die in Japara bleef lei
den. Kartini's korte huwelijksperiode is
er een van groot geluk geweest. Dit was
geen samengaan op Javaanse wijze maar
eerder op Europese.
Niet alleen heeft genoemde Stella veel
invloed op Kartini uitgeoefend. Van nog
groter belang is het contact geweest, ja
de vriendschap met de familie Ovink. De
heer Ovink was in 1894 assistent-resident
te Japara geworden en in zijn huis vonden
Kartini en haar zusjes Kardinah en Roek
mini een altijd gastvrij onthaal. Men kan
zich de hartelijke verhoudingen het beste
voorstellen wanneer men weet, dat de
meisjes mevrouw Ovink-Soer „moedertje"
noemden. De terugkeer van deze twee
mensen naar het vaderland betekende
voor Kartini een leegte, die niet opge
vuld scheen te kunnen worden. Als bij
komstigheid mag nog vermeld worden,
dat Kartini bij 't afscheid in 1899 de grote
acteur Louis Bouwmeester ontmoette, die
haar in contact bracht met de jonge Su-
matraan Salim. Salim had de H.B.S. door
lopen en wilde graag in Nederland voor
dokter gaan studeren, maar het geld ont
brak hem. Toen Kartini in 1903 voor zich
zelf en Roekmini een studiebeurs kreeg,
stelde zij deze ter beschikking van Salim,
de latere Hadji Agoes Salim. Hieruit blijkt
wel haar eigen geestesadel. Vocht zij voor
de Javaanse vrouw, kreeg zij zelf einde
lijk het zolang begeerde; zij begreep dat
een man, die kwaliteiten had en deze uit
eigen middelen niet kon ontwikkelen toch
nog altijd meer recht had op steun en
hulp om een toekomst op te bouwen.
Kartini streefde er in genen dele naar
„Europese" te worden. Ze hield zich graag
bezig met het batikken en andere Javaan
se vrouwelijke gewoonten. Wat haar het
meeste trok, was echter het lezen, de
schilderkunst en de muziek. Vooral me
vrouw Ovink moedigde haar aan haar lit
teraire gaven te ontwikkelen. En zo ging
Kartini artikelen schrijven over allerlei
onderwerpen.
VOOR HAAR VADER was Nil (haar
roepnaam) een grote vreugde. Toen zij
trouwde en dus het ouderlijk huis ver
liet, miste hij haar erg. Zij was het zon
netje in zijn drukke leven, zij kwam met
al haar moeilijkheden en problemen al
tijd bij hem. Hij beurde haar op, maar hij
kon ook genieten van haar groot optimis
me. Het optimisme wat ze hard nodig had
omdat er zo talloze „heilige huisjes" om
ver geschopt moesten worden, om te be
reiken wat zij wilde: de Javaanse vrouw
bevrijden uit haar onderdanige positie en
haar verlossen uit de „kabupatan".
Toen Kartini vier dagen na de geboorte
van haar zoon Raden Mas Sienggih stierf
(17 september 1904), was dit voor de re
gent van Japara een onoverkomelijk ver
lies. Hun geesten waren zozeer met el
kaar verbonden, zij hadden zoveel lief en
leed gedeeld en elkaar altijd zo goed be
grepen. Hij kon niet buiten haar en is
dan ook spoedig na haar gestorven, nu
met zijn dochter verenigd in de dood....
U. Af. v. Tilburg
Ook met het kleine tuintje zijn aardige
resultaten te bereiken; zelfs al hebt u al
leen maar strookje vlak onder de venster
bank. Op de foto kunt u zien dat het strook
je heel bescheiden kan zijn en dat er toch
een bloemenrand is. Hoogop groeiende
.planten komen voor dit doel niet in aan
merking; ze zouden boven de vensterbank
uitgroeien en zouden u het uitzicht ont
nemen; met van die aardige laagblijvende
vaste tuinplanten is er echter wel iets leuks
te bereiken. Vaste-plantviooltjes zullen er
uitstekend voldoen. Dan moet het plekje
iets beschaduwd zijn, althans zo dat het na
de middag geen last meer van de zon heeft;
dus liefst op het oosten. Er zijn allerlei aar
dige kleuren in die vasteplant-violen en ze
kunnen een groot gedeelte van de zomer
bloeien. Er zijn ook nog wel andere laag
blijvende planten die voor dit doel in aan
merking komen. Ligt uw tuintje op het
Onmiddellijk op het tweed volgt de
befaamde „Schotse ruit"het „tar
tan". Dit woord „tartan" is een verbas
tering van een oud-Spaans woord, dat
iets met „kleurverscheidenheid'' heeft
te maken. Van het „tartan", dat in wol
zowel als in katoen wordt gemaakt, be
staan er meer dan 200 verschillende en
geregistreerd vastgelegde patronen.
Schotland's bevolking is al sinds eeuwen
gesplitst in Hooglanders en Laaglanders
die elkaar in de dagen van weleer fel
bevochten.
De families, die dezelfde naam droegen
en aan elkaar verwant waren, waren in
een zogenaamde „clan" verenigd. Ook de
clans bevochten elkaar onophoudelijk en
om vriend en vijand goed uit elkaar te
kunnen houden, droeg iedere clan een
„kilt" met haar eigen patroon, dat door
niemand anders gedragen mocht worden
noorden dan moet u het maar eens met de
ouderwetse maagdepalm proberen. Ook
„Hoe langer hoe liever" zal daar nog wei
groeien. Knolbegonia's en kleinbloemige
tuinbegonia's voldoen ook aan de oostkant
uitstekend. Op het zuiden zijn er schier on
beperkte mogelijkheden.
O. Kromdijk
Prinses Gracia van Monaco, wier grote
hoeden fotograferen nachtmerries plach
ten te bezorgen, heeft de onderscheiding
gekregen voor de best „behoede" vrouw
ter wereld.
De prinses kreeg de „gouden hoed" uit
handen van Drew Dudley, vertegenwoor
diger van een Amerikaanse vereniging.
Dudley verklaarde bij de overhandiging
van een gouden diadeem, versierd met
bloemen, dat hij en zijn collega's de prinses
voor haar goede smaak in het kiezen van
haar hoeden wensten ie onderscheiden.
Haar keuze van hoeden, zo zeide hij,
oenadrukten haar natuurlijke schoonheid.
Prinses Caroline kreeg ook enkele spe
ciaal ontworpen hoedjes van de Ameri-
Kaanse vereniging.
De sociale en culturele commissie van
de UNO heeft met algemene stemmen
een resolutie aangenomen, waarin de
ledenstaten wordt geadviseerd, vrouwen
een gelijk aandeel te geven in de ont
wikkeling van het land.
De resolutie was ingediend door Cuba,
Ethiopië, Guatemala en Pakistan.
De „kilt" is, wat wij vastelanders weieens
oneerbiedig een „mannenrokje" noemen,
maar de Schot noemt het kledingstuk zo
niét! En waag het niet het ding wél zo
te noemen in zijn tegenwoordigheid
Het tartan heeft ook zijn weg gevonden
naar de avondkleding. Op menig
partijtje of diner ziet men de heren hun
kilt bij een smokingjasje iragen en de
dames verschijnen in lange cocktailjurken
van „Schotse ruit". En heus, zo'n kilt bij
een smokingjasje of bij een rok staat zo
gek nog niet
In Schotland bezochten wij de afdelingen
waar het beroemde Kashmir werd gespon
nen en daarna tot kledingstukken ver
werkt. Het borsthaar van de Kashmir-geit
levert slechts drie ons haar dat geschikt
is om te worden verwerkt, i.w.z. drie ons
ruwe Kashmir. Nadat het is gereinigd blijft
er ongeveer twee ons over. Dit haar komt
van Tibet en Noord-China en wanneer
het wordt afgeleverd in Schotland aan
de fabrikant kost het deze 70 gulden per
pond. Vanzelfsprekend is daarom een
jumper van Kashmir of een stola dan ook
peperduur. Maar duur of niet, Schotland
voert Kashmir kledingstukken uit naar
meer dan 120 landen!
Ook zagen wij het peperdure „Vicuna"
weven330 gulden per meter! En dan
nog het befaamde Mohaar, dat afkomstig
is uit Zuid-Amerika, maar in Schotland
wordt verwerkt.
OVERAL WAAR WIJ KWAMEN viel het
ons op hoe bijzonder gesteld de Schotse
L)e Schotse kilt mag zich nog altijd in
een grote populariteit verheugen. Als de
gelegenheid zich voordoet vertoont men
zich er graag mee.
fabrikanten zijn op kwaliteit en fijnheid
van afwerking. Niets wordt aan het toeval
overgelaten, alles wordt met bijna pijnlijke
accutaresse gedaan en gecontroleerd. Met
de fabricage van minderwaardige spullen
laat men zich niet in, wel inziende dat
juist de vervaardiging van eersteklas ma
teriaal Schotland zijn naam als producent
van goede produkten zal doen behouden.
B. S. Dijstra
Er bestaat zelfs een vereniging van man
nen tegen het dragen van een tweed kilt door
vrouwen.
Volgens een recente opgave van de
secretaris-generaal der UNO bezitten de
vrouwen in 69 landen thans het actief en
passief kiesrecht. In 1945 was dit nog
slechts in 34 landen het geval. Er zijn nog
slechts elf landen waar de vrouwen geen
enkel kiesrecht bezitten. Dit zijn: Afghani
stan, Irak, Iran, Jordanië, Libye, Liech
tenstein, Paraquay, San Marino, Saoedi-
Arabië, Yemen en Zwitserland. In twee
van deze landen, namelijk Yemen en
Saoedi-Arabië, zijn de vrouwen echter
niet bij de mannen achtergesteld, want
ook de mannen hebben in deze landen geen
kiesrecht. Voorts zijn er vijf landen, waar
het vrouwenkiesrecht aan bepaalde be
perkingen is gebonden. Dit het geval in
Egypte, Guatemala* Monaco, Portugal en
Syrië.
Ik ben een hond, een zwervershond,
Ik loop altijd zo'n beetje rond.
Mijn vriend heeft een winkel, ik niet.
Wel één gehad, maar ik ben failliet
Ik heb overal naar werk gezocht, ik kreeg t' niet
Het heeft mij gedaan héél veel verdriet.
Een hond van mijn stand kon toch niet zwerven?
Het zou mijn goede gestel bederven.
Maar ja, ik moest wel, ik ging dus meteen
Ik beet moedig door de zure appel heen.
In 't begin was het moeilijk, ik werd zo loom
Toen ging het beter, ik voelde mij niet meer sloom
Nu ben ik er helemaal aan gewend,
Dat slome gevoel heb ik nooit meer gekend.
Nu ken ik ieder plekje in 't bos.
's Nachts slaap ik op het zachte mos.
Soms denk ik met weemoed terug aan mijn goede jaren
Had ik mijn winkel nog maar,
Het zou mijn krachten sparen.
Praat ik nu eigenlijk niet te veel?
Ik word ook weer gruwelijk sentimenteel.
Wat zegt u? Heeft u de tijd?
Nog even. Straks raakt u mii niet meer kwijt.
Wel, ik zwierf dan zo'n hele dag,
Tot ik opeens wat bewegen zag.
Wat zou dat zijn voor een beest?
Misschien wel een mens ot een geest.
Ik sloop er op af.
En toen stond ik paf.
Wie stond daar? Mijn vriend in eigen persoon.
Dat had ik toch moeten zien, wat ben ik een boon
„Ik ben vast bijziende", peinsde ik.
Wat, een hond? Dat kan niet. Stik!
Ik staarde hem aan als was nl) een geest.
En hij deed of ik voor hem was een gek beest.
„Hoe kom jij hier?" vroeg ik verbaasd.
„Ik zal het je zeggen, want Ik heb geen haast.
Mijn winkel is óók failliet.
En dat doet mij óók verdriet.
Ik heb óók werk gezocht, ik kreeg 't niet,
Nu ben ik óók gaan zwerven, zoals je ziet.
Wat een bof, dat ik jóu tegenxwam,
Samen verder? Alleen vind ik zo lam".
„Natuurlijk, gezellig wl| twee
Samen door dalen, saêm over zee".
Zo is mijn leven verder gegaan
Samen hebben wij alles gedaan.
Wij vonden een hapje hier, een hapje daar,
Wij deelden alles met elkaar.
Nu zijn wij te oud om te zwerven.
Het zou onze gezondheid beoerven.
Mijn vriend zit in 't oude hondenhuls
En voelt zich daar helemaal thuis.
En ik doe alles voor mijn plezier.
Wat zegt u? Ik rentenier.
Welnee, thuis lees ik. la, ik lees.
En ik werk niet. Hoe dat kan?
Wel luister. Ik trek van Drees.
Ik ken een poesje dat praten kan,
Nee, schrik daar maar niet zo van.
Het is verder een heel gewone poes
Net als and're kat|es een kleine snoes.
's Morgens vroeg springt hij uit zijn mand,
Balanceert dan op de tafelrand,
Springt vervolgens weer op de grond
En kijkt loerend de kamer rond.
Komt de vrouw dan zegt hij: „Morgen!
Heb je vandaag weer zoveel grote zorgen?"
De kind'ren komen en roepen: „Lief katje,
Poes, kom dan, Je bent een schatje".
,,lk dank je feest'lijk!" zegt hij en loopt weg.
Dan willen zij hem pakken, wat denken ze, zeg!
Ach, hé, ze trekken hem aan zijn staart,
,Poes, praat eens, kom doe niet zo kwaad!"
Hij spartelt in de lucht. Brr
En wat doet aan net schatje?
Hij krabt en roept „Mauw".
Kijk, het blijft toch een katje.
-*=NV
NU DE seizoenen gewisseld zijn en
het weer jullie in de komende maan
den weer meer binnenskamers houdt
zullen jullie ook weer meer je vrije tijd
gaan opvullen met allerlei hobbies zo
als lezen, tekenen, verven en knutse
len. Boeken zijn er altijd genoeg voor
handen. Als je thuis niets van je ga
ding vindt loop je naar de bibliotheek
en je hebt 't maar voor het uitzoeken.
Een stuk papier en potlood heeft ieder
een, uren kun je je fantasie laten gaan
met een penseel en een verfdoos zonder
te merken, dat de tijd voorbij gaat. Zo
ook met knutselen: je zit vol leuke
ideeën, je wilt figuurzagen, je wilt een
zeilboot bouwen of een zweefvliegtuig
voor de volgende zomer, je hebt een
heel mooi plan voor een emplacement,
waarop je treinen kunt laten rijden, je
wilt een nieuwe boekenkast bouwen
voor iemand die gauw jarig is en mis
schien heb je wel plannen om een ra
diotoestel in elkaar te zetten. Met al
deze plannen kun je een heel eind ko
men als je een klein beetje weet hoe je
ze uit moet voeren, maar hoe vaak ge
beurt het niet, dat je enthousiast begint
en halverwege ontmoedigd ophoudt
omdat 't niet gaat. Je zweefvliegtuig
krijg je maar niet in balans en je zeil
boot valt in het water gewoon om ter
wijl je ontwerp toch precies op een
echte zeilboot lijkt en je radio zit goed
in elkaar (dat dacht je tenminste) maar
er zit een „kraak" in, die je er niet uit
kunt krijgen. Het is wel leerzaam als 't
niet onmiddellijk lukt, maar onver
draaglijk als je niet weet hoe je ver-
De dertienjarige Mar jon Ketelaar
stuurde ons een paar door haar ge
maakte gedichten, die wij zo leuk von
den, dat wij Fiep Westendorp hebben
gevraagd er plaatjes bij te tekenen. Dal
heeft zij gedaan. Het resultaat zien
jullie hierboven. We hadden er net
mooi gelegenheid voor om bij wijze fan
uitzondering eens zoiets te doen, want
Mies Bouhuys is met vakantie en die
heeft ze heus wel verdiend!
der moet met dat wat je geestdriftig
begonnen bent. De deskundigheid, die
je nog net te kort schiet, zul je moeten
lenen bij een ander, maar wie? A. W.
Sijthoff's Uitgeversmaatschappij n.v.
heeft dezer dagen een boek laten ver
schijnen, dat je kan helpen. Het boek
heet „Ik kan knutselen" en het is ge
schreven door Rudolf Wollmann in een
bewerking van T. Tit naar een Duitse
uitgave. Het is bestemd voor jongens
van uiteenlopende leeftijden, dat wil
zeggen, voor jongens van ongeveer
acht jaar tot in de twintig. Er staan
eenvoudige knutselwerkjes in, maar
ook technisch tamelijk ingewikkelde
problemen, waarvoor je als je tien bent
misschien nog geen belangstelling hebt,
maar als je zestien bent met plezier in
zit te wroeten. Het boek veroudert
daardoor niet zo gauw. Je hebt er als
hartstochtelijk knutselaar lang wat aan.
Het is boeiend geschreven en geïllus
treerd met veel tekeningen en foto's,
die de toch al helder behandelde moei
lijkheden bij de uitvoering van aller
lei werkstukken nog gemakkelijker te
begrijpen maken. We noemen hier ook
de moeilijkheden, want die worden in
dit boek beslist niet uit de weg gegaan.
De schrijver heeft er ook rekening mee
gehouden, dat zijn jeugdige lezers tij
dens het knutselen sterker geboeid zul
len raken door de geheimen van de
techniek en natuurkrachten: