Oom Wanja" van Tsjechov
Ondanks mist was er elke dag
een trek van vogels
en
bondig
Drievoudig recital in
Renaissancezaal
Kort
VRIJDAG 18 OKTOBER 1957
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
15
l'oorkoH1 GRIEP mei
Expositie van oud Engels
zj.lver in Amsterdam
Examens
Werkgroep ter bestudering
van Nederlands toneel
Bloemlezing uit werk
van jonge dichters
A-griep onder bouwvak
arbeiders neemt af
Dam in de Pluimpot
is gesloten
Grafische Bond tevreden
over werkgevers
DE NEGEN MIJZEN
Kort
nieuws
NEDERLANDSE COMEDIE
EEN GEBEURTENIS
De algelopè koperwieken en
MPnd mis'üg geweest, zij het de ene dag kramsvogels, toe.
dan d<3 andere. Deze mist kwam over 1
eIgf West-F'ur°Pa voor- Meestal brak later
de dde zon door en werd het mooi
op fifweer met zwakke oostelijke tot zui-
jr-Ke wind. Ondanks de nevel is er elke
Jf!J trek geweest.
-Toen we op 15 oktober de balans op-
iaakten, bleek dat het tot dusver geno
teerde aantal vinken nog ver beneden de
aantallen van de vorige jaren op deze
'latum bleef. Uit Duitsland echter kwam
'richt, dat daar zondag 13 oktober een
issalè vinkentrek plaats vond van Scan-
"J1, 'avië over de Deense eilanden en Feh-
,1 aan de kust bij Holstein. Tienduizen-
"ian tnken en kepen vlogen langs deze
k tondtr Fehmarnweg. Bij gunstig weer
df d eze trekgolf nog deze week aan
W° kusi'en verwacht. Langs de Fehmarn-
on7.e, i.k en ook nog vele boerenzwaluwen,
1'men ni et meer verwacht had, daar het
Nnord-S'candinavië al gesneeuwd had.
OP de Poste n van
de VOgHeIlern
groep Haai
worden ook no|
regelmatig enUeie
boerenzwaluwei1
gezien. De pc 'SJ
Umuiden zag
'S morgens vroeg
op 12 oktober zelfs
nog 80 voorbij
vliegen.
Het genoteerde aa "ral spreeuwen is nog
niet groot, hetgeen echter normaal is voor
half oktober. Als regel ^omt er in de derde
decade van deze maanu een sterke stijging
in het aantal.
Elke dag werden regeli matig veldleeuwe
riken gezien, zowel op d e kustpost als op
de binnenposten. De leeu wenken trek is dit
jaar hier sterker dan vori gG iaren- Zondag
werden op de Beer bij H oek' van Holland
veel trekkende leeuwerike n gezien.
De graspiepers trekken nog regelmatig
in kleine aantallen door, tt 2'"w,Jl de witte
kwikstaart zich maar bij en. 'Gle exempla
ren laat zien. Er passeren ocnog steeds
troepjes ringmussen, waarvan Gr djt iaai'
blijkbaar veel zijn. De trek van de j laamse
gaai houdt nog aan. Zondag v 'as de trek-
drift van deze vogels zo sterk, ciat ze zee
waarts trokken, volgens waarr 'emers op
de pier te IJmuiden. De kraaien trek blijft
nog beperkt tot enkele bonte kr.aaien en
roeken en enige troepen kauwen.
Zaterdag en zondag was er trek o P gr°te
hoogte. De zwakke oostelijke win d ^as
daarvoor gunstig. De vogels, die uit j"
lijke richting kwamen en alleen m Gt de
veldkijkers als stipjes te zien waren, ttoer_
sten zeewaarts naar het westen.
De afgelopen zondag was de beste t,"ek~
dag. Tot negen uur hing er een grondne\ 'el-
die daarna optrok. De trek zette goed do<3r
en duurde tot elf uur, toen er zeedam."
kwam opzetten en alleen over het midden-
duin nog enkele troepen veldleeuweriken'
sn vinken vlogen. Van zeven uur tot half
twaalf werden op de post aan de Boulc
vard bij de Zeeweg genoteerd: 3600 spreei
wen, 2850 vinken en kepen, waarvan ciG
waarnemers verscheidene troepen uit hj1®
binnenland zagen komen. Voorts 200 vei 'd~
leeuweriken, 110 graspiepers, 11 wi tte
kwikstaarten, 16 lijsters, 52 kauwen, 3 r oe~
ken, 9 Vlaamse gaaien, 20 holenduivei"' i
goudhaantjes, 30 kneutjes, 21 groenlinp^"'
20 ringmussen, 200 mezen, 4 boerenzw;llu"
wen en een Jan van Gent, een sijsje, bc om"
leeuwerik en heggemus. De post te IJi T1U1"
den zag ook nog 13 bonte kraaien passcjre"-
Behalve de slaaptrek namen de posten ,G
Santpoort en in de Waarderpolder 00K
echte trek waar van vinken, grasp iepe'"s
en leeuweriken en op 16 oktober no^eerae
men daar de eerste merkbare van
kramsvogels.
Daar de mist in het oosten vr1]het land
hardnekkiger was dan aan de- Kust' was
er in Hengelo, volgens de al"
daar, alleen vrijdag en zond*ag S°ede Gn
zaterdag matige trek van 1
leeuweriken, graspiepers, houtduiven
'waarnemers op SchoHWGn hadden zon
dag alleen het eerste halfuur trek van
spreeuwen en vinken. daarna maakte «en
dikke mist er een e' ndG aan- Woensdag
was er niettegensta ande dai?P GG"
sterke spreeuwen treK> de V11?.ken kwame,n
in grotere aantallen langa vliegen en ook
ADVpR TENTJE
jn «iet Rijksmuseum te Amsterdam
wordt *ot 17 november de tentoonstelling
Enspls zilver hoogtepunten van edel-
smeec'kunst ui* Engeland 1660-1820" ge-
houdan- De kostbare zilvercollectie is
samêngesteld door de conservator van het
Vict0ria en Albert Museum in Londen en
de 01-'ganisatie voor de reis door Europa
berus3t biï de British Council. Het is voor
de eerste keer in de geschiedenis, dat En-
geland zi3n schatten aan antiek zilver op
het Viasteland toont. Het Rijksmuseum is
het eers1;e van de drie musea waar deze
collect^' die honderdvier voorwerpen om
vat, w:°rdt geëxposeerd. Na expositie in
Amster'dam gaa*- de verzameling naar
Rome en vervolgens vermoedelijk naar
Parijs.
Utrrriii Doctoraalexamen muziekwetenschap
pen- „"Kï A. J. M. Asselbergs (cum laude),
"Utrecht Kandidaatsexamen wis" en na^uul'kurJ-
de EK A- de J°nSe «Cl,m laude)' Hengelo (O.):
13 T m V, armsen, Zevenaar; G. H. Vonkelman,
Joppe i'de F: H- Poort. Hilversum. Idem G:
H ri Hul, Utrecht. Doctoraalexamen schei
kunde' j'c- Kruishoop, Eindhoven; A. C. Boel-
mans 'o/degraven.
Leiden Gepromoveerd tot doctor ln de wis-
en nat 'urkunde op proefschrift getiteld „A
systemaf c review of the Indo-Australian zoster-
opldae de heer G. F. Mees, geboren te Velsen
en thar's wonende te Leiden. De promotie ge-
schieririe cum laude. Tot doctor in de genees
kunde °P proefschrift getiteld „Over ogencon-
tact" rie heer J- L- T- M- Vereecken, geboren te
Amster'lam en 'hans wonende te Leiden.
Bijzondere waarnemingen waren er in de
Houtrakpolder bij Spaarndam, waar een
kleinste jager is gezien, die opviel door
zijn valkachtig voorkomen en zijn lange
staartpennen. Hij jaagde er op een troep
spreeuwen, die een kogelronde formatie
ging aannemen, welke afweerhandeling de
spreeuwen ook te zien geven, als ze door
een sperwer achtervolgd worden. De klein
ste jager is een vogel van de toendra's in
het hoge noorden ,waar hij zich met lem
mingen voedt.
In de Amsterdamse Waterleidingduinen
zijn zaterdag een visarend, een beflijster
en twee grote gele kwikstaarten waarge
nomen. Volgens een bericht uit Friesland
zouden er in Drachten en Leeuwarden
weer notenkrakers gezien zijn. Als vreemd
ste passant vloog er deze week een groene
papagaai noordwaarts langs de post, in-
plaats het warme zuiden op te zoeken.
Een aantal studenten aan de gemeente
lijke universiteit van Amsterdam hebben
besloten een werkgroep op te richten ter
bestudering van het Nederlandse toneel.
Deze werkgroep zal zich om te beginnen
bezighouden met de registratie van gege
vens omtrent het zeventiende- en acht-
tiende-eeuwse toneel ten einde tot weder
opvoering van oorspronkelijke Nederland
se stukken te komen. Aan de volgende
aspecten zal aandacht worden besteed: 1.
Bestudering van contemporaine toneelkri
tiek, 2. Opstelling van een lijst van ge
drukte Nederlaadse toneelstukken; 3. Be
studering van de archiefstukken van de
Amsterdamse schouwburgen, 4. Nagaan
van de regie in de verschillende tijdperken,
5. Het voorbereiden van proefvoorstellin-
gen, 6. In het algemeen belangstelling
wekken voor de Nederlandse toneellittera
tuur.
Dit zal geschieden in samenwerking met
de afdeling voor Nederlandse filologie van
de gemeentelijke universiteit, waar profes
sor W. Gs. Hellinga zich reeds geruime tijd
bezighoudt met de interpretatie van de
„Gijsbreght van Aemstel". Met andere in
stanties en autoriteiten op dit gebied zal
eveneens contact worden opgenomen. Ook
de negentiende eeuwse en hedendaagse to
neellitteratuur zullen in het onderzoek
worden betrokken.
CONFERENTIE NEDERLANDSE
LETTEREN
Het Haarlems Comité voor Kamermuziek
gaf donderdagavond gelegenheid tot op
treden in de Renaissancezaal van het Frans
Halsmuseum aan twee jonge vocalisten, de
mezzo-alt Elly Jens en de bariton Frans
Bocxe, alsmede aan de pianist Dick Spaar
garen. Er was verblijdend veel belangstel
ling voor dit drievoudige recital.
Elly Jens is door de natuur begiftigd
met een van die grote stemmen die niet
gemakkelijk te beheersen en slechts door
extra innerlijke en vooral constante span
ning tot zuiver intoneren te dwingen zijn.
Ik kan niet zeggen dat zij het orgaan fysiek
reeds volledig onder haar macht heeft: het
toont zich nog vaak weerbarstig tegenover
haar bedoelingen. Overigens toonde de
zangeres wel begrip voor de muzikale
eisen, die het vertolken van een lied stelt
en demonstreerde zij bovendien enige tref
fende staaltjes van voordrachtkunst. De
ritmische stuwingen van opgewekte liede
ren als „In den Schatten meiner Locken"
van Hugo Wolf en „Mandoline" van Ga
briel Fauré hielpen niet weinig mee om in
alle opzichten tot een goed resultaat te
komen. Daartegenover stond, dat het eerste
nummer uit „Poèmes Juifs" van Darius
Milhaud de spanning ontbeerde, die dit
ingetogen lied moet vrijwaren van een
vlakke en weinigzeggende verklanking.
Iets dergelijks wist Elly Jens te voor
komen in de slotregel van „Résignation" -
daar verslapte de zin niet ten koste van
de nuance. Maar het waren in deze joodse
liederen toch weer die passages, welke door
hun dynamiek de energie leverden om de
stem op haar best te laten klinken, zuiver
en klankrijk. Dit nu te bereiken in alle
nuances en intonaties diene het doel te zijn
waar de zangeres naar moet streven.
Frans Bocxe heeft een lichte bariton,
intoneert zuiver, maar haalt nog niet het
volle rendement aan klankgehalte, dat ik
al direct in zijn stem vermoedde. Dit ver
moeden werd overigens zekerheid, toen ik
de jonge vocalist het „Chanson Hébraïque"
van Ravel hoorde zingen met een klare
klankkern in de stem. Over het geheel ge
nomen verspeelt deze jonge zanger veel
van zijn concentratie door een onrustige
houding. Dit hindert zowel de klankvor
ming als de voordracht, die het best alleen
in het masker kan reflecteren. Frans Bocxe
begon met tamelijk vlakke interpretaties
van liederen van Schubert, wist „O ma
belle rebelle" van Gounod niet aanneme
lijk te maken, doch met „Viens! Les gazons
sont verts" van dezelfde componist enige
verheffing in zijn prestaties te brengen. De
eerste drie van de „Chants populaires" van
Ravel misten nog datgene dat hij in het
vierde (het hierboven geciteerde „Chanson
hébraïque") met meer succes uit zijn
klankmiddelen haalde. Tenslotte was de
indruk die de zanger wekte met een viertal
chansons van Jan van Dijk, op teksten van
'Jacques Prévert, vrij gunstig te noemen.
Bij beschikking van de staatssecretaris Dick Spaargaren toonde zich doorlopend
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap- een vaardig en poëtisch begeleider. Ook als
pen is ingesteld een Nederlandse afdeling solo-pianist wist hij zich voortreffelijk te
van de Algemene Conferentie der Neder- doen gelden, vooral met een evocatieve
De uitgeversmaatschappij Holland in
Amsterdam heeft het plan in het vporjaar
1958 een bloemlezing te laten verschijnen
uit het werk van jonge, talentvolle dich
ters, die tot nog toe geen bekendheid ver
wierven tenzij door een enkele publikatie
in een tijdschrift. De bloemlezing zal ver
schijnen als een bijzondere aflevering van
de serie „De Windroos" en zal onder re
dactie staan van de dichter-essayist Ad
den Besten. Voor het naar zijn oordeel
beste gedicht looft de uitgeverij een prijs
uit van vijftig gulden. Er zijn tevens een
tweede prijs beschikbaar van vijfentwintig
en een derde prijs van tien gulden, bene
vens drie „troostprijzen" van elk vijf gul
den. De inzendingstermijn sluit 1 januari
1958. In aanmerking komen allen, die op
1 januari 1958 niet ouder zijn dan vijfen
dertig jaar en nog geen officiële bundel
poëzie publiceerden. De inzendingen mo
gen uit ten hoogste vijf gedichten bestaan.
Gedichten, die voor 1 oktober 1957 in een
der officiële litteraire tijdschriften werden
gepubliceerd, zijn van mededinging uitge
sloten.
De stichting Sociaal Fonds voor de Bouw
nijverheid, die de uitkeringen bij ziekte
van de werknemers in deze bedrijfstak
verzorgt, heeft gegevens bekend gemaakt
over de omvang van de A-griep in de
bouwnijverheid.
De griep werd voor het eerst merkbaar
in het zuiden van het land, vanwaar in de
eerste week van september ongeveer de
helft van het totale aantal ziektemeldin
gen afkomstig was. In de tweede helft van
september had een verschuiving plaats
naar het oosten en het noorden. Thans is
het aantal ziektemeldingen nagenoeg over
het gehele land verdeeld en valt een lang
zame daling van het aantal gevallen waar
te nemen.
Het aantal aangegeven ziektegevallen
steeg van 1940 eind augustus tot 6550 in de
periode van 16 tot 21 september. Daarna
ging het aantal gevallen met een grote
sprong omhoog naar 11.068 in de week van
23 tot 28 september. In de week daarop
volgde het hoogtepunt met 11.502. Van 7
tot 12 oktober trad een daling in tot ruim
9.000 ziektegevallen.
landse Letteren. Voor het tijdvak van 1
oktober 1957 tot 1 juli 1960 staat deze af
deling onder voorzitterschap van prof. dr.
W. J. M. A. Asselbergs in Nijmegen, ln
de sectie uitgeverij en boekhandel werd de
heer E. Lefèbvre in Haarlem benoemd tot
voorzitter en de heer H. Coebergh in Haar
lem tot lid.
De Nederlandse afdeling van de confe
rentie is belast met de werkzaamheden ten
behoeve van de zevende, de achtste en de
negende Algemene Conferentie der Ne
derlandse Letteren en met die, voort
vloeiende uit de resoluties, welke op de
verschillende conferenties werden en wor
den aangenomen.
verklanking van Debussy „La cathédrale
engloutie" en met een sprankelende van
„Jeu d'eau" van Ravel.
Jos. de Klerk
Stedelijk Museum-concert. Zondag
middag 20 oktober geven de pianist Céza
Frid en de sopraan Ans Reinders in het
Stedelijk Museum te Amsterdam een uit
voering van werken var. Mozart, Moussorg-
sky, Wolf/Mariüs Flothuis en de uitvoeren
de pianist. Deze uitvoering maakt deel uit
van de reeks concerten, die jaarlijks in het
Stedelijk Museum wordt gegeven.
Om precies vijf minuten voor half twee
is woensdagmiddag het sluitgat in de
tweehonderd meter lange tijdelijke af-
sluitdam van de Pluimpot op het eiland
Tholen .gesloten. Men is er hier in ge
slaagd het water te bedwingen door zand,
verpakt in nylon zakken. Vo:r Sint Maar
tensdijk en Scherpenisse was het een wee
moedig moment, omdat thans hun havens
definitief zijn afgesloten van de zee.
De dam heeft weliswaar nog een viertal
lekken, doch in de eerstvolgende dagen zal
men deze dichten. Dan wordt begonnen
met de aanleg van de definitieve dam.
De rijkswaterstaat en de Dienst Delta
werken beschouwen de Pluimpot als een
openluchtlaboratorium voor de komende
Deltawerken. In dit laboratorium heeft
men tijdens de voorbereidingen voor de
tijdelijke afsluitdam en de aanleg hiervan
vele belangrijke ervaringen opgedaan, die
straks ten nutte zullen komen van de gro
te afsluitingen van het Deltaplan.
In Musis Sacrum te Arnhem is gisteren
de bondsraadvergadering van de Algeme
ne Nederlandse Grafische Bond begonnen.
De bondsvoorzitter, de heer A. M. van den
Boogaart, vroeg zich af, of de vakbewe
ging zich al of niet achter de bestedings
beperking dient te stellen. Het gaat aller
eerst om het behoud van een zo volledig
mogelijke werkgelegenheid en om de
handhaving van de concurrentie-positie.
Daarom dienen wii, aldus de voorzitter,
aan de bestedingsbeperking wel onze me
dewerking te verlenen, echter onder voor
behoud, dat men een streng prijsbeleid
voert en dat men de laagst gesalarieer-
den helpt.
In het grafische bedrijf is een model
reglement voor ondernemingsraden gereed
gekomen. In het uitgeverijbedrijf van dag
bladen, nieuwsbladen en tijdschriften is
een modelreglement in vergevorderde staat
van voorbereiding. Er is thans volgens de
voorzitter geen vrees meer, dat de aan
passingsclausule van de A.O.W. tot slech
ter worden van de toestand in de grafi
sche bedrijven zal leiden. Hij prees de
grafische werkgevers, die er niet op uit
zijn geweest financieel voordeel te trekken
uit de invoering van de A.O.W. Betere so
ciale regelingen dan in de grafische be
drijfstak worden volgens de heer Van den
Boogaart niet gevonden.
De A.N.G.B. is voorstander van een ge
leide loonpolitiek. Het ledental is met
bijna zes percent tot boven de 26.000 ge
stegen en het vermogen tot rond f 525.000.
Corneille. Onder auspiciën van de
Nederlandse Stichting voor Culturele
Samenwerking met Suriname en de Ne
derlandse Antillen (Sticusa) is de schil
der Corneille op 17 oktober naar Parama
ribo vertrokken. Half november zal daar
een expositie geopend worden, die 23 van
zijn schilderijen omvat. Van Suriname
gaat de tentoonstelling naar de Neder
landse Antillen.
Louise Parker. Na haar tournee door
Indonesië en India zal de jonge neger
zangeres Louise Parker in Diligentia op
zondagmiddag 20 oktober een recital ge
ven, waarbij zij aan de vleugel wordt be
geleid door Gerard Hengeveld. Het pro
programma vermeldt oud-Italiaanse
aria's, liederen van Schubert, Schuman en
Chausson, Amerikaanse volksliederen en
negro-spirituals.
Daniel Kunin. De Amerikaanse pianist
Daniel Kunin zal binnenkort op zijn eerste
Europese tournee twee recitals in Neder
land geven; het eerste op maandag 28 ok
tober in de kleine zaal van het Concert
gebouw in Amsterdam, het tweede op
donderdag 31 oktober in Diligentia in
Den Haag. Hij zal onder andere werken
ten gehore brengen van Beethoven, Liszt,
Chopin, Schubert en Prokovjev.
Amusementsavond Katholieke Mid
denstand. De afdeling Heemstede van de
Katholieke Middenstandsvereniging houdt
op dinsdag 22 oktober een amusements
avond voor haar leden in de bovenzaal van
hotel „Boekenroode" aan de Zandvoortse-
laan in Heemstede. Het programma hier
voor wordt verzorgd door Joly en Joker,
die met pianobegeleiding van Jip Vogel
een aantal schetsjes zullen opvoeren af
gewisseld met acrobatiek en goochelen. Na
afloop hiervan bestaat er nog gelegenheid
tot dansen, op muziek van Jan Hodde en
zijn orkest.
Ornithophilia. Prof. J. G. van Maanen
heeft als voorzitter van de raad van beheer
op pluimveegebied de tentoonstelling van
pluimvee en pelsdieren geopend, die tot
en met zaterdag door Ornithophilia wordt
gehouden in de Bernhardhal op het jaar
beursterrein aan de Croeselaan te Utrecht.
Brug. De nieuwe rijksbrug over de
Maas tussen Rotterdam en IJsselmonde,
waaraan vermoedelijk in 1959 begonnen zal
kunnen worden, krijgt een doorvaarthoogte
van 24 meter en een rijweg van zes banen.
Aanvankelijk wilde de rijkswaterstaat de
nieuwe brug op ongeveer 10 meter hoogte
brengen en de breedte beperken tot vier
rijbanen. Op aandrang van Rotterdam zal
zij thans Rijnvaarthoogte krijgen.
Terugkeer. De Nederlandse diploma
tieke vertegenwoordiger in Indonesië, de
heer H. Hagenaar, zal op 25 oktober uit
Djakarta naar Den Haag vertrekken. In
Singapore zal hij een bespreking hebben
met zijn opvolger, de heer H. Hasselman.
Draaiorgel. De belangstelling voor het
draaiorgel neemt in Friesland toe. De
Drachtster vereniging van draaiorgelvrien
den heeft dezer dagen het grootste draai
orgel van Nederland aangekocht. Het is
een Gavioli-dansorgel met een frontbreed
te van zeven meter. Het aantal draaiorgels
in Friesland is daarmee tot zeven uitge
breid. Leeuwarden bezit er drie, Sneek,
Bolsward, Gorredijk en Drachten hebben
er elk één.
Doorwerken. In het komende winter
seizoen stelt het rijk f 400.000 beschikbaar
voor de bevordering van het doorwerken
in het bouwbedrijf bij ongunstige weers
omstandigheden. De vorige winter is op 62
gesubsidieerde proefobjecten ervaring op
gedaan. ,Voor rijkssubsidies was toen twee
miljoen gulden beschikbaar, maar door
het zachte weer is daarvan niet meer dan
ongeveer anderhalf miljoen besteed.
Veiligste gemeente. Nederlandse ge
meenten met meer dan 30.000 inwoners,
zijn wederom tegen elkaar in het krijt ge
treden voor een verkeersveiligheidscom-
petitie. De uitslag over 1956 van deze vijf
jaar durende competitie wordt bekend ge
maakt op de wegverkeersdag van de
KNAC op 25 oktober. De prijzen gaan
naar de gemeenten, waar de aantallen ver
keersongevallen het minst zijn gestegen.
Luchtparade. Morgenochtend om
streeks half elf zal ter gelegenheid van het
vijftigjarig bestaan van de Koninklijke
Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart
Boven 's-Gravenhage een luchtparade wor
den gehouc1 Daaraan wordt deelgeno
men door veertig toestellen van de Ko
ninklijke Luchtmacht, de Marinelucht
vaartdienst, de Rijksluchtvaartschool, de
K.L.M., de Nationale Luchtvaartschool,
Fokker en het zweefvliegceotrum van de
jubilerende vereniging. Vóór het gebouw
van de KNVVL zullen Prins Bernhard,
ere-voorzitter van de vereniging, leden
van het hoofdbestuur en autoriteiten de
parade gadeslaan.
Volksonderwijs. De afdeling Haarlem
van Volksonderwijs houdt donderdag
24 oktober een ledenvergadering in het
wijkgebouw aan de Gedempte Oude
gracht. Na het behandelen van een aantal
huishoudelijke zaken zal mr. H. E. Phaff
een lezing houden over het stadhuis te
Haarlem. Lichtbeelden zullen worden ver
toond.
De' Ierse acteur Michael MacLiammoir
heeft eens geschreven, dat men soms in
een schouwburg al bij het opgaan van het
doek, nog voordat er een woord is gespro
ken, zeker weet van welke schrijver er een
stuk wordt opgevoerd, vooropgesteld na
tuurlijk dat men daarvan onkundig was.
Als een der voorbeelden noemde hij de
onthulling van een decor met een herfstig
tuinlandschap, melancholieke geluiden in
de verte en een gedekte tafel met een
samovar: dat moet „iets" van Anton P.
Tsjechov worden... Nu gaat dat misschien
niet meer op, gezien de vele navolgingen
van deze in 1904 gestorven Russische au
teur sinds de tweede wereldoorlog. Maar
goed. dan bemerkt men het verschil al na
een paar minuten, want Tsjechov is wel
te imiteren maar niet te evenaren.
Inderdaad: zoals hierboven met één zin
geschetst werd begint ook „Oom Wanja"
van 1896, waarvan de Nederlandse Comedie
onlangs een reeks opvoeringen heeft inge
zet. Reeds na enkele ogenblikken klinkt
bij monde van dokter Astrov, in wie men
enigszins en maar zeer betrekkelijk een
alter ego van de auteur kan herkennen,
een ongeluk werken om een weg te banen
voor hen die tweehonderd, driehonderd
jaar na ons komen. Het geloof in een ko
mend geluk van de mensheid kan het lijden
rechtvaardigen. Intussen ziet men - men
wordt het in „De drie zusters" gevoeliger
gewaar, maar het lijkt toch of Tsjechov
in „Oom Wanja" persoonlijker, vollediger
aanwezig is - hoe mensen hun tekort aan
geluk proberen te dekken met een wissel
op de toekomst. Er zijn allerlei oorzaken
voor dat tekort: te grote verwachtingen
in de particuliere sector, het uitblijven
van een met zekerheid aangenomen ver
betering der maatschappelijke omstandig
heden, de weigering uit onmogelijkheid
zich te schikken in geestdodende banali
teit. En al eerder heb ik betoogd, dat hier
in voor ons de actualiteit schuilt van Tsje
chov, die schreef over mensen met andere
temperamenten in een andere tijd en als
het ware een andere wereld.
„Oom Wanja" is het drama van de ver
kwisting van de edelste mogelijkheden
van de mens. De titelheld en zijn goedhar
tige maar onaantrekkelijke nicht Sonja
hebben zich jarenlang opgeofferd door zich
uit te sloven ten dienste van de vader van
het meisje, een eerst door de hele familie
verafgode, doch feitelijk niet meer dan
middelmatige, onuitstaanbaar pedante en
ziekelijke hoogleraar „van wie niemand
later ooit meer zal horen, die nu al verge
ten isDat vergeefse van hun moeite
is het ergste, want hier heerst immers de
natuurlijke moraal: men moet in de men
sen geloven, wil het leven zin hebben. De
crisis ontstaat, doordat Oom Wanja en de
districtsarts Astrov in liefde ontvlammen
voor de betoverend-mooie, nog jonge
vrouw van de professor. Zij wordt verhe
vigd als deze laatste de landelijke bezitting
wil verkopen. De aankondiging van dit
voornemen brengt een met opzet belache
lijke uitwerking teweeg: de poging van
Oom Wanja om zijn vroegere zwager te
doden. Het wezenlijk tragische is echter,
dat daardoor alleen bereikt wordt dat de
oude toestand zal blijven voortduren, dat
Oom Wanja en Sonja gedoemd zijn hun
dagen te slijten in werkzaamheid, die strikt
genomen nutteloos is.
Het zou wel interessant zijn - maar in
een dagblad ontbreekt de ruimte daarvoor
- om een vergelijking te maken met een
vroeger stuk - „De Bosgeest" genaamd -
het centrale dubbelthema: wij moeten ons
van Tsjechov. waarin hetzelfde thema veel
minder effectief volgens het later door
hem afgezworen procédé der directe actie
werd uitgewerkt. Heviger daarin waren
ook de tegenstellingen van zwart en wit
aangebracht en de Tolstojaan v zedelessen.
In „Oom Wanja" is de uiterlijke handeling
tot de grootst denkbare eenvoud terugge
bracht om het samengestelde emotionele
patroon in alle schakeringen helder te
openbaren. Het stuk - lange tijd ten on
rechte voor vormloos uitgemaakt - is ge
bouwd als een symfonie met subtiel ge
nuanceerde variaties op twee grote thema's
met de spanning verhogende omkeringen
en de aandacht opnieuw verscherpende
recapitulaties. Men kan ook aantonen hoe
Tsjechov hier de traditie van het klassieke
toneel uit de Griekse oudheid magistraal
vernieuwde door in aansluiting hierbij te
wijzen op het boodschapperelement en op
het hoopgevende perspectief.
Over dat laatste wil ik nog iets meer
zeggen. Te lang immers heeft men in Ne
derland (vooral op grond van verkeerde
voorstellingen) het werk van Tsjechov als
pessimistisch uitgelegd. Zodoende vergeet
men, dat hij - in eerste instantie arts van
beroep - een diagnose stelde. Laten wij de
complicaties buiten beschouwing dan kun
nen wij het voornaamste symptoom van
het ziektebeeld: melancholie noemen. Maar
het opsporen van de oorzaak is tevens het
begin der genezing. In volkomen objec
tiviteit te werk gaande paste Tsjechov het
„recept" van het zuivere blijspel toe. Dode
lijk voor de menselijke beschaving is de
banaliteit, de verveling. Daarom gaf hij
zijn hoofdpersoon zoveel inzicht in hun
situatie, dat zij het lijden daaraan als be
lachelijk voelen! De toeschouwers beseffen
bij een goede opvoering deze dubbelzinnig
heid: men ondergaat medelijden met de
slachtoffers van een achtergebleven, pro
vinciaal milieu omdat zij sterk de behoefte
kennen aan vrolijkheid, maar de techniek
missen om een redelijke vorm en een toe
passelijke zin aan hun bestaan te geven.
Vandaar het steeds, ook in andere stukken,
terugkerende refrein: „Zij die na ons zul
len komen en ons misschien verachten,
omdat wij zo dom en smakeloos met ons
leven zijn omgegaan, zij zullen het middel
vinden om gelukkig te zijn!"
Oom Wanja heeft terecht zijn naam aan
het stuk gegeven. In dit spel van gemiste
kansen immers is hij degene, die twee keer
een verkeerde keuze heeft gedaan: eerst
door de vrouw, die hij later vergeefs lief
zou krijgen, niet ten huwelijk te vragen,
vervolgens door zijn tijd en energie te ver
doen ten behoeve van een vermeende ge
leerde. Men moet hem zien als een geniaal
begaafde idealist, evenals dokter Astrov,
die ergens uitroept: „De mens heeft ver
stand en scheppingskracht gekregen om te
vermeerderen wat hem gegeven is. Tot nu
toe echter heeft hij niet geschapen, maar
vernield". Hun verwachtingen worden ge
sloopt, evenals het bos, hier prachtig als
symbool van „de natuur" te pas gebracht.
Zowel Oom Wanja als Sonja verdienen een
beter lot dan in strijd met hun edele be
stemming te gronde te worden gericht.
Trots in hun besef van eigenwaarde pro
testeren zij hier machteloos tegen, de
droom inruilend voor een vage hoop op
„barmhartigheid die eens de hele wereld
zal vervullen". Daarvoor zullen zij werken
en „alle beproevingen dragen, die het lot
ons oplegt". Daartegenover is Jelena
(Hélène) de elegante draagster van het
symbool der verwoesting door het niets
doen. Niet alleen haar eigen leven (zij had
misschien een groot pianiste kunnen wor
den met haar opleiding aan een conser
vatorium in St. Petersburg) maar ook dat
van anderen wordt er innerlijk door be
schadigd en aangetast.
Sterke mannenrollen
De Nederlandse Comedie heeft er - ik
zag een herhaling in de uitverkochte Am
sterdamse Stadsschouwburg - een bijna vol
maakte voorstelling van gegeven, die de
onevenwichtige opvoering van 1950 door
het toemalige „Comedia" geheel uit het
geheugen verdreef - nee, niet geheel, want
Ellen Vogel (als gast bij de Nederlandse
Comedie) en Ko van Dijk in „Oom
Wanja" van Tsjechov.
de herinnering aan de aandoenlijk-komi-
sche creatie door Frits van Dijk van de tot
parasiet verarmde landeigenaar Telegin,
bijgenaamd Wafel, is gebleven, hoe tref
fend de typering door Pierre Myin, die
deze rol te elfder ure van Ko Arnoldi moest
overnemen, ook was. Men kon in alle sta
dia tussen ontroering en amusement we
derom waarnemen welke wonderen de
altijd toepasselijke detailleerkunst a la
Stanislavski van de regisseur professor
Peter Sjarov tot stand heeft gebracht. Zon
der moeite kan ik mij talrijke spelmomen
ten voor de geest halen, nooit versierende
toevoegingen maar altijd onthullende wat
tussen (of beter nog: achter) de regels staat,
die onmiddellijk verdere associaties oproe
pen met volgende of voorafgaande situa
ties, waarmee tevens is aangegeven dat het
opsommen van voorbeelden geen zin heeft,
omdat alles organisch behoort tot een su
bliem patroon van samenhangende „tafre-
len uit het leven op het land" (zoals Tsje
chov zijn stuk aanduidde). Slechts een
enkele keer, door teveel nadruk op wat
terloops is bedoeld of door een wat ge
forceerde overgang tussen schijnbaar on
gerijmde uitingen van temperament be
merkt men met imitaties van een leer-
meester-uit-den-vreemde te doen te heb
ben. In zulke gevallen is er een tekort aan
integratie. Ik geloof echter, dat het ge
volgde beginsel juist is: dat men de
universele zin van dit werk te beter gewaar
wordt naarmate de echte Russische sfeer
van een halve eeuw geleden dichter be
naderd is. De acteurs van de Nederlandse
Comedie zijn zeer ver gegaan om ons een
gelukkigmakende ervaring te schenken.
Helaas is de vrouwelijke bezetting, wat
1 de voornaamste rollen betreft, ontoerei
kend. Dat ik niet zie wie in haar plaats
had moeten staan, neemt niet weg dat Ank
van der Moer, die een wezen tussen Phèdre
en Marguérite Gauthier ten tonele brengt,
er als Jelena soms net en meestal helemaal
naast is. Zij leverde een vooral technisch
zeer knappe prestatie, die van het begin
tot het einde de gevoelsaansluiting mist.
Daardoor wordt de moeilijke scène van het
vriendschapspact met Sonja in het tweede
bedrijf, vlak voor de pauze, een hachelijk
dieptepunt. Ook de soms wat stereotiepe
Ellen Vogel kan er hier niet bij. Zij maakt
voor mij echter alles goed met de prachtige
epiloog van veerkrachtige berusting. Zij
vertolkt subliem het slotakkoord van Tsje-
chovs geloof in de mens en de toekomst.
Jacqueline Royaards-Sandberg en vooral
Magda Janssens dragen op bescheiden
plaatsen in de rolbezetting veel tot het
welslagen bij.
Alle denkbare en soms waarneembare
bezwaren tegen de quasi-Russische instel
ling worden evenwel volkomen wegge
speeld door Ko van Dijk en Han Bentz
van den Berg in de beide mannelijke
hoofdrollen. Men heeft hier werkelijk met
creaties te doen: oorspronkelijk in de beste
zin, namelijk van tegelijk nieuw en eigen.
Oom Wanja en dokter Astrov léven tot
in hun diepste vezels. Een nadere omschrij
ving van hun prestaties kan de tot uitdruk
king gebracht waardering alleen maar ver
zwakken. De goedmoedige berusting, ge
mengd met vergeefse liefde, die Ko van
Dijk in de titelrol aanvankelijk laat zien,
is een wezenlijk andere dan die waar het
tenslotte op uitdraait. Het is een bijna
deerniswekkende schuchterheid, een passi
viteit die soms omslaat in uitbarstingen
van machteloze, slechts door teleurstelling
gevoede agressie. Hij is op een zielige ma
nier lachwekkend als Oom Wanja zich het
vergeefse van zijn inspanning bewust
wordt. Maar hij put een wonderlijke
heroïek uit de absurditeit van zijn bestaan,
die zich na de mislukte moord op de pro
fessor beklemmender voelbaar maakt. Het
is merkwaardig hoezeer men door dit zó
gebrachte stuk van Tsjechov in termen
van een „moderne" schrijver als Albert
Camus gaat denken: Han Bentz van den
Berg roept met zijn dokter Astrov de
fantasierijke Don Juan voor de geest, een
zaam maar zorgeloos, voor de onvervul
baarheid van zijn grandioze en welspre
kend verdedigde illusies een uitweg zoe
kend in de roes van de drank of het be
koorlijke ogenblik.
Paul Huf is als de bij zijn leven reeds
vergeten professor een monument van
zeurderige ijdelheid, een pedant in alle
opzichten: kleinzerig gewicht hechtend aan
futiliteiten, in waanwijsheid blakend van
zelfgenoemzaamheid, overigens alleen op
eigen voordeel bedacht. De Haarlemmer
Jan Verkoren laat als een arbeider zijn
mooie bariton horen, zijn plaats in het
ensemble terdege kennend. André Andre-
jev ontwierp decors, die de sfeer vasthou
den en mevrouw Roland Holst kostuums
die de periode fraai bepalen. Voor deze
ondanks tekortkomingen onvergetelijke
voorstelling wordt de naar mij dunkt voor
treffelijke vertaling van Charles B. Tim
mer gebruikt.
David Koning