Oom Wanja" van Tsjechov Ondanks mist was er elke dag een trek van vogels en bondig Drievoudig recital in Renaissancezaal Kort VRIJDAG 18 OKTOBER 1957 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 15 l'oorkoH1 GRIEP mei Expositie van oud Engels zj.lver in Amsterdam Examens Werkgroep ter bestudering van Nederlands toneel Bloemlezing uit werk van jonge dichters A-griep onder bouwvak arbeiders neemt af Dam in de Pluimpot is gesloten Grafische Bond tevreden over werkgevers DE NEGEN MIJZEN Kort nieuws NEDERLANDSE COMEDIE EEN GEBEURTENIS De algelopè koperwieken en MPnd mis'üg geweest, zij het de ene dag kramsvogels, toe. dan d<3 andere. Deze mist kwam over 1 eIgf West-F'ur°Pa voor- Meestal brak later de dde zon door en werd het mooi op fifweer met zwakke oostelijke tot zui- jr-Ke wind. Ondanks de nevel is er elke Jf!J trek geweest. -Toen we op 15 oktober de balans op- iaakten, bleek dat het tot dusver geno teerde aantal vinken nog ver beneden de aantallen van de vorige jaren op deze 'latum bleef. Uit Duitsland echter kwam 'richt, dat daar zondag 13 oktober een issalè vinkentrek plaats vond van Scan- "J1, 'avië over de Deense eilanden en Feh- ,1 aan de kust bij Holstein. Tienduizen- "ian tnken en kepen vlogen langs deze k tondtr Fehmarnweg. Bij gunstig weer df d eze trekgolf nog deze week aan W° kusi'en verwacht. Langs de Fehmarn- on7.e, i.k en ook nog vele boerenzwaluwen, 1'men ni et meer verwacht had, daar het Nnord-S'candinavië al gesneeuwd had. OP de Poste n van de VOgHeIlern groep Haai worden ook no| regelmatig enUeie boerenzwaluwei1 gezien. De pc 'SJ Umuiden zag 'S morgens vroeg op 12 oktober zelfs nog 80 voorbij vliegen. Het genoteerde aa "ral spreeuwen is nog niet groot, hetgeen echter normaal is voor half oktober. Als regel ^omt er in de derde decade van deze maanu een sterke stijging in het aantal. Elke dag werden regeli matig veldleeuwe riken gezien, zowel op d e kustpost als op de binnenposten. De leeu wenken trek is dit jaar hier sterker dan vori gG iaren- Zondag werden op de Beer bij H oek' van Holland veel trekkende leeuwerike n gezien. De graspiepers trekken nog regelmatig in kleine aantallen door, tt 2'"w,Jl de witte kwikstaart zich maar bij en. 'Gle exempla ren laat zien. Er passeren ocnog steeds troepjes ringmussen, waarvan Gr djt iaai' blijkbaar veel zijn. De trek van de j laamse gaai houdt nog aan. Zondag v 'as de trek- drift van deze vogels zo sterk, ciat ze zee waarts trokken, volgens waarr 'emers op de pier te IJmuiden. De kraaien trek blijft nog beperkt tot enkele bonte kr.aaien en roeken en enige troepen kauwen. Zaterdag en zondag was er trek o P gr°te hoogte. De zwakke oostelijke win d ^as daarvoor gunstig. De vogels, die uit j" lijke richting kwamen en alleen m Gt de veldkijkers als stipjes te zien waren, ttoer_ sten zeewaarts naar het westen. De afgelopen zondag was de beste t,"ek~ dag. Tot negen uur hing er een grondne\ 'el- die daarna optrok. De trek zette goed do<3r en duurde tot elf uur, toen er zeedam." kwam opzetten en alleen over het midden- duin nog enkele troepen veldleeuweriken' sn vinken vlogen. Van zeven uur tot half twaalf werden op de post aan de Boulc vard bij de Zeeweg genoteerd: 3600 spreei wen, 2850 vinken en kepen, waarvan ciG waarnemers verscheidene troepen uit hj1® binnenland zagen komen. Voorts 200 vei 'd~ leeuweriken, 110 graspiepers, 11 wi tte kwikstaarten, 16 lijsters, 52 kauwen, 3 r oe~ ken, 9 Vlaamse gaaien, 20 holenduivei"' i goudhaantjes, 30 kneutjes, 21 groenlinp^"' 20 ringmussen, 200 mezen, 4 boerenzw;llu" wen en een Jan van Gent, een sijsje, bc om" leeuwerik en heggemus. De post te IJi T1U1" den zag ook nog 13 bonte kraaien passcjre"- Behalve de slaaptrek namen de posten ,G Santpoort en in de Waarderpolder 00K echte trek waar van vinken, grasp iepe'"s en leeuweriken en op 16 oktober no^eerae men daar de eerste merkbare van kramsvogels. Daar de mist in het oosten vr1]het land hardnekkiger was dan aan de- Kust' was er in Hengelo, volgens de al" daar, alleen vrijdag en zond*ag S°ede Gn zaterdag matige trek van 1 leeuweriken, graspiepers, houtduiven 'waarnemers op SchoHWGn hadden zon dag alleen het eerste halfuur trek van spreeuwen en vinken. daarna maakte «en dikke mist er een e' ndG aan- Woensdag was er niettegensta ande dai?P GG" sterke spreeuwen treK> de V11?.ken kwame,n in grotere aantallen langa vliegen en ook ADVpR TENTJE jn «iet Rijksmuseum te Amsterdam wordt *ot 17 november de tentoonstelling Enspls zilver hoogtepunten van edel- smeec'kunst ui* Engeland 1660-1820" ge- houdan- De kostbare zilvercollectie is samêngesteld door de conservator van het Vict0ria en Albert Museum in Londen en de 01-'ganisatie voor de reis door Europa berus3t biï de British Council. Het is voor de eerste keer in de geschiedenis, dat En- geland zi3n schatten aan antiek zilver op het Viasteland toont. Het Rijksmuseum is het eers1;e van de drie musea waar deze collect^' die honderdvier voorwerpen om vat, w:°rdt geëxposeerd. Na expositie in Amster'dam gaa*- de verzameling naar Rome en vervolgens vermoedelijk naar Parijs. Utrrriii Doctoraalexamen muziekwetenschap pen- „"Kï A. J. M. Asselbergs (cum laude), "Utrecht Kandidaatsexamen wis" en na^uul'kurJ- de EK A- de J°nSe «Cl,m laude)' Hengelo (O.): 13 T m V, armsen, Zevenaar; G. H. Vonkelman, Joppe i'de F: H- Poort. Hilversum. Idem G: H ri Hul, Utrecht. Doctoraalexamen schei kunde' j'c- Kruishoop, Eindhoven; A. C. Boel- mans 'o/degraven. Leiden Gepromoveerd tot doctor ln de wis- en nat 'urkunde op proefschrift getiteld „A systemaf c review of the Indo-Australian zoster- opldae de heer G. F. Mees, geboren te Velsen en thar's wonende te Leiden. De promotie ge- schieririe cum laude. Tot doctor in de genees kunde °P proefschrift getiteld „Over ogencon- tact" rie heer J- L- T- M- Vereecken, geboren te Amster'lam en 'hans wonende te Leiden. Bijzondere waarnemingen waren er in de Houtrakpolder bij Spaarndam, waar een kleinste jager is gezien, die opviel door zijn valkachtig voorkomen en zijn lange staartpennen. Hij jaagde er op een troep spreeuwen, die een kogelronde formatie ging aannemen, welke afweerhandeling de spreeuwen ook te zien geven, als ze door een sperwer achtervolgd worden. De klein ste jager is een vogel van de toendra's in het hoge noorden ,waar hij zich met lem mingen voedt. In de Amsterdamse Waterleidingduinen zijn zaterdag een visarend, een beflijster en twee grote gele kwikstaarten waarge nomen. Volgens een bericht uit Friesland zouden er in Drachten en Leeuwarden weer notenkrakers gezien zijn. Als vreemd ste passant vloog er deze week een groene papagaai noordwaarts langs de post, in- plaats het warme zuiden op te zoeken. Een aantal studenten aan de gemeente lijke universiteit van Amsterdam hebben besloten een werkgroep op te richten ter bestudering van het Nederlandse toneel. Deze werkgroep zal zich om te beginnen bezighouden met de registratie van gege vens omtrent het zeventiende- en acht- tiende-eeuwse toneel ten einde tot weder opvoering van oorspronkelijke Nederland se stukken te komen. Aan de volgende aspecten zal aandacht worden besteed: 1. Bestudering van contemporaine toneelkri tiek, 2. Opstelling van een lijst van ge drukte Nederlaadse toneelstukken; 3. Be studering van de archiefstukken van de Amsterdamse schouwburgen, 4. Nagaan van de regie in de verschillende tijdperken, 5. Het voorbereiden van proefvoorstellin- gen, 6. In het algemeen belangstelling wekken voor de Nederlandse toneellittera tuur. Dit zal geschieden in samenwerking met de afdeling voor Nederlandse filologie van de gemeentelijke universiteit, waar profes sor W. Gs. Hellinga zich reeds geruime tijd bezighoudt met de interpretatie van de „Gijsbreght van Aemstel". Met andere in stanties en autoriteiten op dit gebied zal eveneens contact worden opgenomen. Ook de negentiende eeuwse en hedendaagse to neellitteratuur zullen in het onderzoek worden betrokken. CONFERENTIE NEDERLANDSE LETTEREN Het Haarlems Comité voor Kamermuziek gaf donderdagavond gelegenheid tot op treden in de Renaissancezaal van het Frans Halsmuseum aan twee jonge vocalisten, de mezzo-alt Elly Jens en de bariton Frans Bocxe, alsmede aan de pianist Dick Spaar garen. Er was verblijdend veel belangstel ling voor dit drievoudige recital. Elly Jens is door de natuur begiftigd met een van die grote stemmen die niet gemakkelijk te beheersen en slechts door extra innerlijke en vooral constante span ning tot zuiver intoneren te dwingen zijn. Ik kan niet zeggen dat zij het orgaan fysiek reeds volledig onder haar macht heeft: het toont zich nog vaak weerbarstig tegenover haar bedoelingen. Overigens toonde de zangeres wel begrip voor de muzikale eisen, die het vertolken van een lied stelt en demonstreerde zij bovendien enige tref fende staaltjes van voordrachtkunst. De ritmische stuwingen van opgewekte liede ren als „In den Schatten meiner Locken" van Hugo Wolf en „Mandoline" van Ga briel Fauré hielpen niet weinig mee om in alle opzichten tot een goed resultaat te komen. Daartegenover stond, dat het eerste nummer uit „Poèmes Juifs" van Darius Milhaud de spanning ontbeerde, die dit ingetogen lied moet vrijwaren van een vlakke en weinigzeggende verklanking. Iets dergelijks wist Elly Jens te voor komen in de slotregel van „Résignation" - daar verslapte de zin niet ten koste van de nuance. Maar het waren in deze joodse liederen toch weer die passages, welke door hun dynamiek de energie leverden om de stem op haar best te laten klinken, zuiver en klankrijk. Dit nu te bereiken in alle nuances en intonaties diene het doel te zijn waar de zangeres naar moet streven. Frans Bocxe heeft een lichte bariton, intoneert zuiver, maar haalt nog niet het volle rendement aan klankgehalte, dat ik al direct in zijn stem vermoedde. Dit ver moeden werd overigens zekerheid, toen ik de jonge vocalist het „Chanson Hébraïque" van Ravel hoorde zingen met een klare klankkern in de stem. Over het geheel ge nomen verspeelt deze jonge zanger veel van zijn concentratie door een onrustige houding. Dit hindert zowel de klankvor ming als de voordracht, die het best alleen in het masker kan reflecteren. Frans Bocxe begon met tamelijk vlakke interpretaties van liederen van Schubert, wist „O ma belle rebelle" van Gounod niet aanneme lijk te maken, doch met „Viens! Les gazons sont verts" van dezelfde componist enige verheffing in zijn prestaties te brengen. De eerste drie van de „Chants populaires" van Ravel misten nog datgene dat hij in het vierde (het hierboven geciteerde „Chanson hébraïque") met meer succes uit zijn klankmiddelen haalde. Tenslotte was de indruk die de zanger wekte met een viertal chansons van Jan van Dijk, op teksten van 'Jacques Prévert, vrij gunstig te noemen. Bij beschikking van de staatssecretaris Dick Spaargaren toonde zich doorlopend van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap- een vaardig en poëtisch begeleider. Ook als pen is ingesteld een Nederlandse afdeling solo-pianist wist hij zich voortreffelijk te van de Algemene Conferentie der Neder- doen gelden, vooral met een evocatieve De uitgeversmaatschappij Holland in Amsterdam heeft het plan in het vporjaar 1958 een bloemlezing te laten verschijnen uit het werk van jonge, talentvolle dich ters, die tot nog toe geen bekendheid ver wierven tenzij door een enkele publikatie in een tijdschrift. De bloemlezing zal ver schijnen als een bijzondere aflevering van de serie „De Windroos" en zal onder re dactie staan van de dichter-essayist Ad den Besten. Voor het naar zijn oordeel beste gedicht looft de uitgeverij een prijs uit van vijftig gulden. Er zijn tevens een tweede prijs beschikbaar van vijfentwintig en een derde prijs van tien gulden, bene vens drie „troostprijzen" van elk vijf gul den. De inzendingstermijn sluit 1 januari 1958. In aanmerking komen allen, die op 1 januari 1958 niet ouder zijn dan vijfen dertig jaar en nog geen officiële bundel poëzie publiceerden. De inzendingen mo gen uit ten hoogste vijf gedichten bestaan. Gedichten, die voor 1 oktober 1957 in een der officiële litteraire tijdschriften werden gepubliceerd, zijn van mededinging uitge sloten. De stichting Sociaal Fonds voor de Bouw nijverheid, die de uitkeringen bij ziekte van de werknemers in deze bedrijfstak verzorgt, heeft gegevens bekend gemaakt over de omvang van de A-griep in de bouwnijverheid. De griep werd voor het eerst merkbaar in het zuiden van het land, vanwaar in de eerste week van september ongeveer de helft van het totale aantal ziektemeldin gen afkomstig was. In de tweede helft van september had een verschuiving plaats naar het oosten en het noorden. Thans is het aantal ziektemeldingen nagenoeg over het gehele land verdeeld en valt een lang zame daling van het aantal gevallen waar te nemen. Het aantal aangegeven ziektegevallen steeg van 1940 eind augustus tot 6550 in de periode van 16 tot 21 september. Daarna ging het aantal gevallen met een grote sprong omhoog naar 11.068 in de week van 23 tot 28 september. In de week daarop volgde het hoogtepunt met 11.502. Van 7 tot 12 oktober trad een daling in tot ruim 9.000 ziektegevallen. landse Letteren. Voor het tijdvak van 1 oktober 1957 tot 1 juli 1960 staat deze af deling onder voorzitterschap van prof. dr. W. J. M. A. Asselbergs in Nijmegen, ln de sectie uitgeverij en boekhandel werd de heer E. Lefèbvre in Haarlem benoemd tot voorzitter en de heer H. Coebergh in Haar lem tot lid. De Nederlandse afdeling van de confe rentie is belast met de werkzaamheden ten behoeve van de zevende, de achtste en de negende Algemene Conferentie der Ne derlandse Letteren en met die, voort vloeiende uit de resoluties, welke op de verschillende conferenties werden en wor den aangenomen. verklanking van Debussy „La cathédrale engloutie" en met een sprankelende van „Jeu d'eau" van Ravel. Jos. de Klerk Stedelijk Museum-concert. Zondag middag 20 oktober geven de pianist Céza Frid en de sopraan Ans Reinders in het Stedelijk Museum te Amsterdam een uit voering van werken var. Mozart, Moussorg- sky, Wolf/Mariüs Flothuis en de uitvoeren de pianist. Deze uitvoering maakt deel uit van de reeks concerten, die jaarlijks in het Stedelijk Museum wordt gegeven. Om precies vijf minuten voor half twee is woensdagmiddag het sluitgat in de tweehonderd meter lange tijdelijke af- sluitdam van de Pluimpot op het eiland Tholen .gesloten. Men is er hier in ge slaagd het water te bedwingen door zand, verpakt in nylon zakken. Vo:r Sint Maar tensdijk en Scherpenisse was het een wee moedig moment, omdat thans hun havens definitief zijn afgesloten van de zee. De dam heeft weliswaar nog een viertal lekken, doch in de eerstvolgende dagen zal men deze dichten. Dan wordt begonnen met de aanleg van de definitieve dam. De rijkswaterstaat en de Dienst Delta werken beschouwen de Pluimpot als een openluchtlaboratorium voor de komende Deltawerken. In dit laboratorium heeft men tijdens de voorbereidingen voor de tijdelijke afsluitdam en de aanleg hiervan vele belangrijke ervaringen opgedaan, die straks ten nutte zullen komen van de gro te afsluitingen van het Deltaplan. In Musis Sacrum te Arnhem is gisteren de bondsraadvergadering van de Algeme ne Nederlandse Grafische Bond begonnen. De bondsvoorzitter, de heer A. M. van den Boogaart, vroeg zich af, of de vakbewe ging zich al of niet achter de bestedings beperking dient te stellen. Het gaat aller eerst om het behoud van een zo volledig mogelijke werkgelegenheid en om de handhaving van de concurrentie-positie. Daarom dienen wii, aldus de voorzitter, aan de bestedingsbeperking wel onze me dewerking te verlenen, echter onder voor behoud, dat men een streng prijsbeleid voert en dat men de laagst gesalarieer- den helpt. In het grafische bedrijf is een model reglement voor ondernemingsraden gereed gekomen. In het uitgeverijbedrijf van dag bladen, nieuwsbladen en tijdschriften is een modelreglement in vergevorderde staat van voorbereiding. Er is thans volgens de voorzitter geen vrees meer, dat de aan passingsclausule van de A.O.W. tot slech ter worden van de toestand in de grafi sche bedrijven zal leiden. Hij prees de grafische werkgevers, die er niet op uit zijn geweest financieel voordeel te trekken uit de invoering van de A.O.W. Betere so ciale regelingen dan in de grafische be drijfstak worden volgens de heer Van den Boogaart niet gevonden. De A.N.G.B. is voorstander van een ge leide loonpolitiek. Het ledental is met bijna zes percent tot boven de 26.000 ge stegen en het vermogen tot rond f 525.000. Corneille. Onder auspiciën van de Nederlandse Stichting voor Culturele Samenwerking met Suriname en de Ne derlandse Antillen (Sticusa) is de schil der Corneille op 17 oktober naar Parama ribo vertrokken. Half november zal daar een expositie geopend worden, die 23 van zijn schilderijen omvat. Van Suriname gaat de tentoonstelling naar de Neder landse Antillen. Louise Parker. Na haar tournee door Indonesië en India zal de jonge neger zangeres Louise Parker in Diligentia op zondagmiddag 20 oktober een recital ge ven, waarbij zij aan de vleugel wordt be geleid door Gerard Hengeveld. Het pro programma vermeldt oud-Italiaanse aria's, liederen van Schubert, Schuman en Chausson, Amerikaanse volksliederen en negro-spirituals. Daniel Kunin. De Amerikaanse pianist Daniel Kunin zal binnenkort op zijn eerste Europese tournee twee recitals in Neder land geven; het eerste op maandag 28 ok tober in de kleine zaal van het Concert gebouw in Amsterdam, het tweede op donderdag 31 oktober in Diligentia in Den Haag. Hij zal onder andere werken ten gehore brengen van Beethoven, Liszt, Chopin, Schubert en Prokovjev. Amusementsavond Katholieke Mid denstand. De afdeling Heemstede van de Katholieke Middenstandsvereniging houdt op dinsdag 22 oktober een amusements avond voor haar leden in de bovenzaal van hotel „Boekenroode" aan de Zandvoortse- laan in Heemstede. Het programma hier voor wordt verzorgd door Joly en Joker, die met pianobegeleiding van Jip Vogel een aantal schetsjes zullen opvoeren af gewisseld met acrobatiek en goochelen. Na afloop hiervan bestaat er nog gelegenheid tot dansen, op muziek van Jan Hodde en zijn orkest. Ornithophilia. Prof. J. G. van Maanen heeft als voorzitter van de raad van beheer op pluimveegebied de tentoonstelling van pluimvee en pelsdieren geopend, die tot en met zaterdag door Ornithophilia wordt gehouden in de Bernhardhal op het jaar beursterrein aan de Croeselaan te Utrecht. Brug. De nieuwe rijksbrug over de Maas tussen Rotterdam en IJsselmonde, waaraan vermoedelijk in 1959 begonnen zal kunnen worden, krijgt een doorvaarthoogte van 24 meter en een rijweg van zes banen. Aanvankelijk wilde de rijkswaterstaat de nieuwe brug op ongeveer 10 meter hoogte brengen en de breedte beperken tot vier rijbanen. Op aandrang van Rotterdam zal zij thans Rijnvaarthoogte krijgen. Terugkeer. De Nederlandse diploma tieke vertegenwoordiger in Indonesië, de heer H. Hagenaar, zal op 25 oktober uit Djakarta naar Den Haag vertrekken. In Singapore zal hij een bespreking hebben met zijn opvolger, de heer H. Hasselman. Draaiorgel. De belangstelling voor het draaiorgel neemt in Friesland toe. De Drachtster vereniging van draaiorgelvrien den heeft dezer dagen het grootste draai orgel van Nederland aangekocht. Het is een Gavioli-dansorgel met een frontbreed te van zeven meter. Het aantal draaiorgels in Friesland is daarmee tot zeven uitge breid. Leeuwarden bezit er drie, Sneek, Bolsward, Gorredijk en Drachten hebben er elk één. Doorwerken. In het komende winter seizoen stelt het rijk f 400.000 beschikbaar voor de bevordering van het doorwerken in het bouwbedrijf bij ongunstige weers omstandigheden. De vorige winter is op 62 gesubsidieerde proefobjecten ervaring op gedaan. ,Voor rijkssubsidies was toen twee miljoen gulden beschikbaar, maar door het zachte weer is daarvan niet meer dan ongeveer anderhalf miljoen besteed. Veiligste gemeente. Nederlandse ge meenten met meer dan 30.000 inwoners, zijn wederom tegen elkaar in het krijt ge treden voor een verkeersveiligheidscom- petitie. De uitslag over 1956 van deze vijf jaar durende competitie wordt bekend ge maakt op de wegverkeersdag van de KNAC op 25 oktober. De prijzen gaan naar de gemeenten, waar de aantallen ver keersongevallen het minst zijn gestegen. Luchtparade. Morgenochtend om streeks half elf zal ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart Boven 's-Gravenhage een luchtparade wor den gehouc1 Daaraan wordt deelgeno men door veertig toestellen van de Ko ninklijke Luchtmacht, de Marinelucht vaartdienst, de Rijksluchtvaartschool, de K.L.M., de Nationale Luchtvaartschool, Fokker en het zweefvliegceotrum van de jubilerende vereniging. Vóór het gebouw van de KNVVL zullen Prins Bernhard, ere-voorzitter van de vereniging, leden van het hoofdbestuur en autoriteiten de parade gadeslaan. Volksonderwijs. De afdeling Haarlem van Volksonderwijs houdt donderdag 24 oktober een ledenvergadering in het wijkgebouw aan de Gedempte Oude gracht. Na het behandelen van een aantal huishoudelijke zaken zal mr. H. E. Phaff een lezing houden over het stadhuis te Haarlem. Lichtbeelden zullen worden ver toond. De' Ierse acteur Michael MacLiammoir heeft eens geschreven, dat men soms in een schouwburg al bij het opgaan van het doek, nog voordat er een woord is gespro ken, zeker weet van welke schrijver er een stuk wordt opgevoerd, vooropgesteld na tuurlijk dat men daarvan onkundig was. Als een der voorbeelden noemde hij de onthulling van een decor met een herfstig tuinlandschap, melancholieke geluiden in de verte en een gedekte tafel met een samovar: dat moet „iets" van Anton P. Tsjechov worden... Nu gaat dat misschien niet meer op, gezien de vele navolgingen van deze in 1904 gestorven Russische au teur sinds de tweede wereldoorlog. Maar goed. dan bemerkt men het verschil al na een paar minuten, want Tsjechov is wel te imiteren maar niet te evenaren. Inderdaad: zoals hierboven met één zin geschetst werd begint ook „Oom Wanja" van 1896, waarvan de Nederlandse Comedie onlangs een reeks opvoeringen heeft inge zet. Reeds na enkele ogenblikken klinkt bij monde van dokter Astrov, in wie men enigszins en maar zeer betrekkelijk een alter ego van de auteur kan herkennen, een ongeluk werken om een weg te banen voor hen die tweehonderd, driehonderd jaar na ons komen. Het geloof in een ko mend geluk van de mensheid kan het lijden rechtvaardigen. Intussen ziet men - men wordt het in „De drie zusters" gevoeliger gewaar, maar het lijkt toch of Tsjechov in „Oom Wanja" persoonlijker, vollediger aanwezig is - hoe mensen hun tekort aan geluk proberen te dekken met een wissel op de toekomst. Er zijn allerlei oorzaken voor dat tekort: te grote verwachtingen in de particuliere sector, het uitblijven van een met zekerheid aangenomen ver betering der maatschappelijke omstandig heden, de weigering uit onmogelijkheid zich te schikken in geestdodende banali teit. En al eerder heb ik betoogd, dat hier in voor ons de actualiteit schuilt van Tsje chov, die schreef over mensen met andere temperamenten in een andere tijd en als het ware een andere wereld. „Oom Wanja" is het drama van de ver kwisting van de edelste mogelijkheden van de mens. De titelheld en zijn goedhar tige maar onaantrekkelijke nicht Sonja hebben zich jarenlang opgeofferd door zich uit te sloven ten dienste van de vader van het meisje, een eerst door de hele familie verafgode, doch feitelijk niet meer dan middelmatige, onuitstaanbaar pedante en ziekelijke hoogleraar „van wie niemand later ooit meer zal horen, die nu al verge ten isDat vergeefse van hun moeite is het ergste, want hier heerst immers de natuurlijke moraal: men moet in de men sen geloven, wil het leven zin hebben. De crisis ontstaat, doordat Oom Wanja en de districtsarts Astrov in liefde ontvlammen voor de betoverend-mooie, nog jonge vrouw van de professor. Zij wordt verhe vigd als deze laatste de landelijke bezitting wil verkopen. De aankondiging van dit voornemen brengt een met opzet belache lijke uitwerking teweeg: de poging van Oom Wanja om zijn vroegere zwager te doden. Het wezenlijk tragische is echter, dat daardoor alleen bereikt wordt dat de oude toestand zal blijven voortduren, dat Oom Wanja en Sonja gedoemd zijn hun dagen te slijten in werkzaamheid, die strikt genomen nutteloos is. Het zou wel interessant zijn - maar in een dagblad ontbreekt de ruimte daarvoor - om een vergelijking te maken met een vroeger stuk - „De Bosgeest" genaamd - het centrale dubbelthema: wij moeten ons van Tsjechov. waarin hetzelfde thema veel minder effectief volgens het later door hem afgezworen procédé der directe actie werd uitgewerkt. Heviger daarin waren ook de tegenstellingen van zwart en wit aangebracht en de Tolstojaan v zedelessen. In „Oom Wanja" is de uiterlijke handeling tot de grootst denkbare eenvoud terugge bracht om het samengestelde emotionele patroon in alle schakeringen helder te openbaren. Het stuk - lange tijd ten on rechte voor vormloos uitgemaakt - is ge bouwd als een symfonie met subtiel ge nuanceerde variaties op twee grote thema's met de spanning verhogende omkeringen en de aandacht opnieuw verscherpende recapitulaties. Men kan ook aantonen hoe Tsjechov hier de traditie van het klassieke toneel uit de Griekse oudheid magistraal vernieuwde door in aansluiting hierbij te wijzen op het boodschapperelement en op het hoopgevende perspectief. Over dat laatste wil ik nog iets meer zeggen. Te lang immers heeft men in Ne derland (vooral op grond van verkeerde voorstellingen) het werk van Tsjechov als pessimistisch uitgelegd. Zodoende vergeet men, dat hij - in eerste instantie arts van beroep - een diagnose stelde. Laten wij de complicaties buiten beschouwing dan kun nen wij het voornaamste symptoom van het ziektebeeld: melancholie noemen. Maar het opsporen van de oorzaak is tevens het begin der genezing. In volkomen objec tiviteit te werk gaande paste Tsjechov het „recept" van het zuivere blijspel toe. Dode lijk voor de menselijke beschaving is de banaliteit, de verveling. Daarom gaf hij zijn hoofdpersoon zoveel inzicht in hun situatie, dat zij het lijden daaraan als be lachelijk voelen! De toeschouwers beseffen bij een goede opvoering deze dubbelzinnig heid: men ondergaat medelijden met de slachtoffers van een achtergebleven, pro vinciaal milieu omdat zij sterk de behoefte kennen aan vrolijkheid, maar de techniek missen om een redelijke vorm en een toe passelijke zin aan hun bestaan te geven. Vandaar het steeds, ook in andere stukken, terugkerende refrein: „Zij die na ons zul len komen en ons misschien verachten, omdat wij zo dom en smakeloos met ons leven zijn omgegaan, zij zullen het middel vinden om gelukkig te zijn!" Oom Wanja heeft terecht zijn naam aan het stuk gegeven. In dit spel van gemiste kansen immers is hij degene, die twee keer een verkeerde keuze heeft gedaan: eerst door de vrouw, die hij later vergeefs lief zou krijgen, niet ten huwelijk te vragen, vervolgens door zijn tijd en energie te ver doen ten behoeve van een vermeende ge leerde. Men moet hem zien als een geniaal begaafde idealist, evenals dokter Astrov, die ergens uitroept: „De mens heeft ver stand en scheppingskracht gekregen om te vermeerderen wat hem gegeven is. Tot nu toe echter heeft hij niet geschapen, maar vernield". Hun verwachtingen worden ge sloopt, evenals het bos, hier prachtig als symbool van „de natuur" te pas gebracht. Zowel Oom Wanja als Sonja verdienen een beter lot dan in strijd met hun edele be stemming te gronde te worden gericht. Trots in hun besef van eigenwaarde pro testeren zij hier machteloos tegen, de droom inruilend voor een vage hoop op „barmhartigheid die eens de hele wereld zal vervullen". Daarvoor zullen zij werken en „alle beproevingen dragen, die het lot ons oplegt". Daartegenover is Jelena (Hélène) de elegante draagster van het symbool der verwoesting door het niets doen. Niet alleen haar eigen leven (zij had misschien een groot pianiste kunnen wor den met haar opleiding aan een conser vatorium in St. Petersburg) maar ook dat van anderen wordt er innerlijk door be schadigd en aangetast. Sterke mannenrollen De Nederlandse Comedie heeft er - ik zag een herhaling in de uitverkochte Am sterdamse Stadsschouwburg - een bijna vol maakte voorstelling van gegeven, die de onevenwichtige opvoering van 1950 door het toemalige „Comedia" geheel uit het geheugen verdreef - nee, niet geheel, want Ellen Vogel (als gast bij de Nederlandse Comedie) en Ko van Dijk in „Oom Wanja" van Tsjechov. de herinnering aan de aandoenlijk-komi- sche creatie door Frits van Dijk van de tot parasiet verarmde landeigenaar Telegin, bijgenaamd Wafel, is gebleven, hoe tref fend de typering door Pierre Myin, die deze rol te elfder ure van Ko Arnoldi moest overnemen, ook was. Men kon in alle sta dia tussen ontroering en amusement we derom waarnemen welke wonderen de altijd toepasselijke detailleerkunst a la Stanislavski van de regisseur professor Peter Sjarov tot stand heeft gebracht. Zon der moeite kan ik mij talrijke spelmomen ten voor de geest halen, nooit versierende toevoegingen maar altijd onthullende wat tussen (of beter nog: achter) de regels staat, die onmiddellijk verdere associaties oproe pen met volgende of voorafgaande situa ties, waarmee tevens is aangegeven dat het opsommen van voorbeelden geen zin heeft, omdat alles organisch behoort tot een su bliem patroon van samenhangende „tafre- len uit het leven op het land" (zoals Tsje chov zijn stuk aanduidde). Slechts een enkele keer, door teveel nadruk op wat terloops is bedoeld of door een wat ge forceerde overgang tussen schijnbaar on gerijmde uitingen van temperament be merkt men met imitaties van een leer- meester-uit-den-vreemde te doen te heb ben. In zulke gevallen is er een tekort aan integratie. Ik geloof echter, dat het ge volgde beginsel juist is: dat men de universele zin van dit werk te beter gewaar wordt naarmate de echte Russische sfeer van een halve eeuw geleden dichter be naderd is. De acteurs van de Nederlandse Comedie zijn zeer ver gegaan om ons een gelukkigmakende ervaring te schenken. Helaas is de vrouwelijke bezetting, wat 1 de voornaamste rollen betreft, ontoerei kend. Dat ik niet zie wie in haar plaats had moeten staan, neemt niet weg dat Ank van der Moer, die een wezen tussen Phèdre en Marguérite Gauthier ten tonele brengt, er als Jelena soms net en meestal helemaal naast is. Zij leverde een vooral technisch zeer knappe prestatie, die van het begin tot het einde de gevoelsaansluiting mist. Daardoor wordt de moeilijke scène van het vriendschapspact met Sonja in het tweede bedrijf, vlak voor de pauze, een hachelijk dieptepunt. Ook de soms wat stereotiepe Ellen Vogel kan er hier niet bij. Zij maakt voor mij echter alles goed met de prachtige epiloog van veerkrachtige berusting. Zij vertolkt subliem het slotakkoord van Tsje- chovs geloof in de mens en de toekomst. Jacqueline Royaards-Sandberg en vooral Magda Janssens dragen op bescheiden plaatsen in de rolbezetting veel tot het welslagen bij. Alle denkbare en soms waarneembare bezwaren tegen de quasi-Russische instel ling worden evenwel volkomen wegge speeld door Ko van Dijk en Han Bentz van den Berg in de beide mannelijke hoofdrollen. Men heeft hier werkelijk met creaties te doen: oorspronkelijk in de beste zin, namelijk van tegelijk nieuw en eigen. Oom Wanja en dokter Astrov léven tot in hun diepste vezels. Een nadere omschrij ving van hun prestaties kan de tot uitdruk king gebracht waardering alleen maar ver zwakken. De goedmoedige berusting, ge mengd met vergeefse liefde, die Ko van Dijk in de titelrol aanvankelijk laat zien, is een wezenlijk andere dan die waar het tenslotte op uitdraait. Het is een bijna deerniswekkende schuchterheid, een passi viteit die soms omslaat in uitbarstingen van machteloze, slechts door teleurstelling gevoede agressie. Hij is op een zielige ma nier lachwekkend als Oom Wanja zich het vergeefse van zijn inspanning bewust wordt. Maar hij put een wonderlijke heroïek uit de absurditeit van zijn bestaan, die zich na de mislukte moord op de pro fessor beklemmender voelbaar maakt. Het is merkwaardig hoezeer men door dit zó gebrachte stuk van Tsjechov in termen van een „moderne" schrijver als Albert Camus gaat denken: Han Bentz van den Berg roept met zijn dokter Astrov de fantasierijke Don Juan voor de geest, een zaam maar zorgeloos, voor de onvervul baarheid van zijn grandioze en welspre kend verdedigde illusies een uitweg zoe kend in de roes van de drank of het be koorlijke ogenblik. Paul Huf is als de bij zijn leven reeds vergeten professor een monument van zeurderige ijdelheid, een pedant in alle opzichten: kleinzerig gewicht hechtend aan futiliteiten, in waanwijsheid blakend van zelfgenoemzaamheid, overigens alleen op eigen voordeel bedacht. De Haarlemmer Jan Verkoren laat als een arbeider zijn mooie bariton horen, zijn plaats in het ensemble terdege kennend. André Andre- jev ontwierp decors, die de sfeer vasthou den en mevrouw Roland Holst kostuums die de periode fraai bepalen. Voor deze ondanks tekortkomingen onvergetelijke voorstelling wordt de naar mij dunkt voor treffelijke vertaling van Charles B. Tim mer gebruikt. David Koning

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 17