DE GEMANIPULEERDE MENS Plaats voor veeboeren Programmaspreiding slechts doeltreffend Radio en wetenschap Wekelijks toegevoegd aan alle edities .van Haarlems Dagblad/Oprechte Haarlemsche Courant \-jL L/1J en IJmuider Courant j M v. Mfji i y X m. j '/y's "V V f t Op andere pagina's Over toespelingen op de voorwaardelijke reflex in de moderne reclame W. Langeveld P" V Kr mi - i wft sfs? - M lp trnfé-ïi' 1mt IMP 1 illliHMHU KïmmBUEÊfflHm mSmmm lÉPtfe J Ook deze week bevat Erbij weer een grote verscheidenheid aan lec tuur voor het weekeinde, zowel po- pulair-wetenschappelijke artikelen als litteraire beschouwingen. Onze medewerker C. 3. E. Dinaux vraagt bijvoorbeeld attentie voor de debu terende romancière Miep Diekmann. Hebben wij de vorige week door middel van een reportage de nood zaak aangetoond van hulp aan Grie kenland, ditkeer wordt op de Soedan de menslievende aandacht geves tigd. Onze medische medewerker schrijft over nieuwe vorderingen van het longonderzoek. Verder hebben wij plaatsruimte gevonden voor de reproduktie van drie tekeningen van Wim Steyn, maar tot onze spijt niet voor de rubriek „Deugd vliegt uit". In de Verenigde Staten is onlangs een boek verschenen, waarin de effecten van reclame op de mens van psychologisch standpunt uit worden beschouwdDaarbij wordt onder andere gewezen op de koop lust stimulerende werking van het zelf bedieningssysteem. In het artikel hiernaast vindt men er meer over. EEN INGENIEUS professor is er in geslaagd om de ver schillen tussen de individuen te doen verdwijnen. Hij vervangt bij kinderen de normale schedel door een zilveren en vormt daarmede de hersens op zodanige wijze, .dat de nu ontstane wezens allen identiek op zijn bevelen reageren. Hij kan deze praktijken ergens in de binnenlanden van Azië uitoefenen en zijn bedoeling is een leger van deze marionetten te vormen om er de wereld mee te gaan veroveren. De snode plannen van deze duivelskunstenaar worden echter tijdig verijdeld en hoe dit gebeurt vormt een van de spannendste gedeelten van het jongensboek „Zilverschedels", dat menigeen zich nog uit zijn jeugd zal herinneren. De pogingen om soortgelijke mensen te kweken zijn niet nieuw. Reeds in Plato's werken vinden we er al enkele gedachten over, onze generatie heeft echter het twijfelachtige genoegen te mogen zien hoe men met de moderne middelen inderdaad een succes kan hebben, waarvan vroegere heersers niet hadden durven dromen. Trouwens, niet alleen politici hadden interesse voor de eenvormigheid der individuen, ook de kooplieden zagen nieuwe kansen op grotere winsten, als men er in zou slagen de hinderlijke verschillen in smaak en kooplust weg te nemen. Het lijkt erop, dat zij langzamerhand tevreden kunnen zijn, want de moderne wetenschappen zoals psychologie, sociale psychologie, sociologie en reclameleer stel len de experts een groot arsenaal van gegevens en middelen ter beschikking om de motieven van de mens te doorgronden. Er is zelfs een geheel nieuwe tak van wetenschap ontstaan die zich met dit laatste zeer speciaal bezig houdt en die in Amerika zeer uitgebreid wordt beoefend, de „motivation research". Ook in Nederland heeft men er de laatste tijd veel belangstelling voor en dat is begrijpelijk, want Nederland herbergt vele ge wiekste kooplui... Eertijds vroeg men: „Hoe koopt de consu ment ons artikel en niet dat van de concurrentie?" Tegen woordig stelt men in vakkringen de vraag: Hoe komt het, dat de mens koopt, gelooft of stemt (bij de verkiezingen)?" Daar mee vraagt men dus naar de diep in het zieleleven verankerde beweegredenen van de mens en heeft men op deze vragen een antwoord gevonden dan is men in staat om doeltreffender reclame te maken. In de „motivation research" stelt men vra gen als: „Waarom kopen vrouwen meestal niet de jurk, die zij instinctief zouden willen bezitten?" Of: „Waarom zouden man nen, zelfs als zij het konden, niet met scheren ophouden?" Of: „Waarom kleden mannen zich steeds vrouwelijker?" Men zoekt naar antwoorden en tast in de diepste roerselen van de mense lijke ziel om ze te vinden. MET de uit het zo gevonden antwoord afgeleide methoden om de verkoop te sti muleren heeft men meestal groot succes. Wat bijvoorbeeld te denken van deze Amerikaanse methode: Gedurende een fractie van een seconde ziet een bioscoop bezoeker ergens midden in* een normale speelfilm een reclame voor limonade. Hij heeft de tijd niet om deze reclame te lezen, laat staan om hem te verwerken dat wil zeggen kritisch te overdenken. Toch wordt de reclame „gezien" en zij verdwijnt onmiddellijk in het onderbe wuste. Het effect: vijftig percent meer ver koop van limonade in de pauze. De reclame-experts doen in dit geval eigenlijk niet veel anders dan de ontdek king van de Russische geleerde Pavlov BIJ DE RENTRéE van Alexander Pola's cabaret „Polamiek" waarbij „Wegwijs" van Jan de Cler, dat na de zomervakantie een tikkeltje querulanterig en bleek is te ruggekomen, met tenminste twee lengten werd geslagen is geestig de draak ge stoken met de publiciteit over alle als nieuw aangediende veranderingen in de programma's der omroepverenigingen. „Ze doen toch allemaal hetzelfde!" luidde de pointe en zo is het ook: men doet oude wijn in nieuwe zakken. Men zou hieruit kunnen afleiden, dat de luisteraars best te vreden zijn met de van jaar tot jaar ge lijkblijvende invuloefeningen der program masamenstellers: een kwartiertje lezing hier, een uur concert daar, een halfuurtje jazz zus en een paar nummertjes zang zo. Toch waren er deze keer aarzelende ge luiden te vernemen, waarin een zekere twijfel aan de harmonie van het program zij moeten worden verweven veel te gede tailleerd en te grillig is en omdat de vier grote componenten van de Nederlandse omroep uitgaan van de stelling: „Wat hij doet kan ik nog beter". Nogmaals: Hilver sum geeft prachtige programma's, maar de behoeften der luisteraars worden er niet door bevredigd. Toegegeven: er zullen tallozen zijn die dat niet beseffen, uitslui tend omdat een vergelijking met andere mogelijkheden in 't binnenland ontbreekt. Maar waarom zou het hier anders zijn dan in het buitenland. In Engeland werd vast gesteld, dat op elke drie luisteraars naar de menigvuldige programma's van de BBC een vierde op Radio-Luxemburg afstemt. Volgens een in 1953 ingesteld onderzoek van een Frans bureau voor marktanalyse is het aantal Fransen dat Radio-Luxem burg verkiest gemiddeld bijna gelijk aan het aantal luisteraars naar de drie pro gramma's van de Franse omroep tezamen. En dat terwijl zowel de BBC als de RTF er volgens serieuze en lichte programmastof gesplitste zendernetten op nahouden! Welke waardering zal dan de gemiddelde Neder landse luisteraar opbrengen voor een stel sel, dat hem op tal van uren van de dag de keuze laat tussen schoolradio en een uurtje voor bejaarden, tussen praatjes over het verwijderen van vlekken en zoetge vooisde taal tot zieken en ga-maar-zo-door? Aan dit euvel kan maar op één manier inapatroon doorklonk. De NCRV bijvoor beeld had ontdekt, dat er een teveel aan gesproken woord is en ging aan 't snoeien, merkwaardiger wijze in de godsdienstige uitzendingen, welke de bestaansreden voor deze omroep zijn. Men achtte voorts de uit zending van de nieuwsdienst om elf uur 's avonds te lang. De nieuwsdienst vormt een vraagstuk apart, waarop wij later nog terugkomen. Ondanks de schijn van het tegendeel me nen wij, dat er omtrent het Nederlandse radioprogramma een zekere malaise heerst. Dat wil in het geheel niet zeggen, dat er geen goede, zelfs uitstekende uitzendingen zouden zijn. Er worden door de Nederland se omroepen dagelijks voortreffelijke pro gramma's geboden, maar die niet tot hun recht komen omdat het stramien waarin IN de Home Service, het Third Program- me en het Network Three van de BBC worden geregeld vier aan de wetenschap gewijde programma's ten gehore gebracht. „Science survey" een populair weke lijks programma van causerieën door be kende figuren uit het wetenschappelijk le ven, dat in de afgelopen elf jaar via de Home Service tot ons kwam verhuist naar Network Three (464 meter) en zal daar elke vrijdagavond om kwart voor acht te horen zijn. De herhalingen blijven in de Home Service, zaterdagmorgen om tien minuten over tien. De eerste woens dag van elke maand is „Science review" (een speciale editie van wetenschappelijk nieuws en commentaar) op de Home Ser vice te horen, omstreeks elf uur 's avonds. „Wo knows?" is een populair-weten- schappelijk vraag-en-antwoordprogramma in de Home Service (330 en 276 meter). Het kan elke vrijdagavond om half negen worden beluisterd. Een vaste ploeg hoog leraren van Engelse universiteiten, aange vuld met deskundige gasten, geven ant woord op vragen van luisteraars. „Research" is de titel van een maande lijkse discussie in het Third Programme door geleerden over actuele wetenschap pelijke problemen. Het eerste van de reeks was woensdagavond 16 oktober te horen. De uitzending handelde over hersenen, ze nuwen en modellen, met name over de wijze waarop elektronische modellen bij dragen tot de gedachten over de functie van het centraal zenuwstelsel. tegemoet worden gekomen: de radicale verdeling van ons zenderpark over een licht en een serieus programma. Dat lichte programma zal van 's morgens tot 's nachts tegemoet dienen te komen aan twee essen tiële behoeften van de mens: vex-strooiing en informatie. Informatie in beknopte, flitsende vorm en zo vaak mogelijk volgens- het systeem van „nieuws op het hele uur". Het gesproken woord dient verder beperkt te blijven tot sportverslagen, spel letjes en puzzels en tot speurderromans in luisterspelvorm. Zo weinig mogelijk dient het programmapatroon verdeeld te wor den in „uurtjes". In dat opzicht hebben zowel de Engelse als de Franse omroep veel van hun grote commerciële concur renten Radio-Luxemburg en Europe I ge leerd. De BBC laat het Light programme nu om zeven uur beginnen met twee uur lich te muziek aan-één-stuk en geeft ook 's avonds na tien uur ononderbroken lich te muziek tot sluitingstijd. De RTF deed hetzelfde in de lunchtijd op Paris-Inter. Bij Europe I gaan alle programma-onder- delen geheel afgestemd op het ritme van de huishouding zonder uitdrukke lijke aankondiging in elkaar over: geen gewichtige formules meer van „U hoorde dit en over een minuut komt dat". Radio- Luxemburg bewaart iets meer de schijn van een traditionele programma-indeling, maar geeft toch in de morgen- en middag uren aaneengesloten blokken van drie en vier uren lichte muziek met wat echos en informaties. Alle aandacht wordt daar bij gericht op de presentatie: de omroepers zijn ware spelleiders en conferenciers ge worden, die tot taak hebben met anecdotes en kwinkslagen hun platen en commerciële boodschappen zo overtuigend mogelijk aan de man en de vrouw te brengen. De wijze waarop dat geschiedt vereist veel meer kennis, ontwikkeling, beschaving en le venskunst dan men zou vermoeden. Het is geen uitzondering wanneer men prominen te figuren uit kunst en cultuur de middag programma's van Radio-Luxemburg hoort aankondigen. HET GEHEIM van het succes van deze typische radiovorm van Radio-Luxemburg en Eux-ope I schuilt in het besef van de programmasamenstellers, dat de gehele dag door steeds weer andere grote groepen luisteraars behoefte hebben aan een uurtje verstrooiing. Die weten dat zij op 1293 en op 1647 meter altijd terecht kunnen om hun verlangens bevredigd te zien. De Ne derlandse luisteraar heeft steeds een blad, bode, gids af geluid nodig om te ontdek ken, dat hij kan kiezen tussen praatje 1 en causerie II, tussen een slaatje Rameau en Delius- of Sibeliushutspot, alle pro grammacoördinatie die heus wel wordi nagestx-eefd ten spijt. De fout is, dal men bij het huidige stelsel onmogelijk kan uitgaan van een dooi'lopende optimale be vrediging van de luisterbehoefte, omdat men te zeer gebonden is aan desiderata, welke met een efficiënte programma-ex ploitatie niets te maken hebben. J. II. Barkman toepassen, die een uitgebreide studie maak te van de voox-waax-delijke x-eflex. Pavlov gaf honden voedsel en liet tegelijkertijd een bel luiden. Als de dieren het voedsel zagen begonnen zij speeksel af te scheiden. Nadat Pavlov deze handelwijze enkele da gen achtereen met regelmatige tussenpozen had herhaald liet hij op 't daarvoor bestem de uur weer de bel luiden, maar hij gaf geen voedsel. Bij het horen van de bel alleen werd door de honden toch speeksel afge scheiden. Hier is nu sprake van een voor waardelijke reflex. In de bioscoopvoorstelling heeft men met hetzelfde verschijnsel te maken, alleen met dit verschil, dat hier juist de bevredi ging wordt verkregen, terwijl deze bij Pavlov weg blijft. Met enige speelsheid van geest zou men dit voor Amerika en Rusland kunnen veralgemenen: in de Ver enigde Staten is alles gericht op de vol doening van de wensen, in de Sovjet-Unie daarentegen luidt voorlopig alleen nog de bel.Het ziet er met deze methode niet zo rooskleurig uit als men haar ook voor politieke doeleinden gaat gebruiken, wat vooral voor dictatoriaal geregeex-de staten bijzonder verleidelijk moet zijn. Waarom het voor de kiezer niet tot een voorwaar delijke reflex gemaakt, dat men er goed aan doet op mijnheer Y van partij X te stemmen? zo zal de ambtenaar op het propaganda-ministerie zich afvragen. In derdaad liggen er op dit terrein dan tal van mogelijkheden, waarpij het-propagan- da-apparaat van wijlen dr. Goebbels nog maar een speelgoeddingetje is. Brengt men de korte flits ook tijdens televisie-uitzen dingen, dan lijkt zo langzamerhand de tijd van „Big Boss" uit Orwells' toekomst roman „1984" nabij. In dit bekende en angstaanjagende boek wordt een maat- schapij beschreven, waarin de oppermach tige partij gesymboliseerd door Big Boss de leden volledig heeft gevormd (of liever vervormd) naar een sjablone, dat ovex-eenkomt met de principes, die de partijleiding uit opportunistische overwe gingen op een bepaald ogenblik als de meest dienstige voor haar doeleinden ziet. Om het individu in deze maatschappij be hoorlijk te kunnen indoctrineren en con troleren beschikt de staat over een in alle woningen opgestelde zender en ontvanger, waarnaar men de gehele dag moet luiste- ren, maar waarmee de overheid zelf kan spioneren. Natuurlijk is het nog niet zover, maar technisch gezien zijn er weinig be letselen meer om deze vreeswekkende toe stand te verwerkelijken. Voor dictatoriale staten zijn de gevaren inderdaad groot en hoe staat het met de democratische? Hier moet men economische en politieke toe passingen onderscheiden. IN HET zakenleven kent men bepaalde normen, waaraan men zich houdt. Ook in de reclame kent men deze, terwijl er in de meeste landen ook wetten bestaan, die voor openbare orde en zedelijkheid scha delijke reclame strafbaax stellen. Het we zen van de reclame is het bewegen tot kopen en als men daarin op bepaalde manieren beter slaagt dan op andere, dan kan men rustig zijn gang gaan. Het is uiteraard wel zo, dat alleen de kapitaal krachtige firma's deze nieuwe „vex-leidings- methoden" het best kunnen toepassen en hierin kan men gevaar zien, wanneer men van mening is, dat het kleinbedrijf van economisch en sociaal nut is. Ook heeft men het recht om deze reclamemiddelen als immoreel te zien, omdat op zó geraffi neerde wijze wordt te werk gegaan, dat de kooplustige consument zich niet meer kan Op het beginsel „zien doet kopen" (van wat men vaak niet besefte nodig te E hebben) berust ook de zogenaamde „vlooienmarkt". En die vindt men niet E alleen in Parijs, want bovenstaande foto werd in Amsterdam gemaakt. vex-dedigen, immers men poogt zijn ver stand bij het kopen uit te schakelen. In zelfbedieningswinkels komen huismoeders in een toestand, die men met hypnose kan vergelijken. Het is voorgekomen, dat vrou wen veel meer koopwaar in hun mand hadden, dan zij geld bij zich hadden. Dit bezwaar geldt even sterk voor de politieke toepassing. In de politieke propaganda be dient men zich sinds lang van de moderne middelen, ook in de democratische landen. Ook hier is het weer zo, dat de partij met de kapitaalkrachtigste leden het meest zal kunnen bereiken en het is dan ook niet voor niets, dat men in verschillende lan den stemmen hoort opgaan voor over heidscontrole op de verkiezingspropagan- da-uitgaven. Fraaier ware het, wanneer de partijen zelf tot een „gentlemen's agree ment" konden komen over de 1e besteden gelden. Men kan er op wijzen, dat wan neer alle partijen deze methoden loepas sen het effect voor het grootste deel is ge- neutx-aliseerd. Inderdaad is dit waar, men zal moeilijk een onevenredig grote stem menwinst kunnen boeken, maar men diene andei-zijds niet te vergeten, dat al deze methoden samen afstompend werken, dat zij de mens in zijn waarnemingen ver vlakken en zijn kritisch denken niet be vorderen, integendeel. WAT IS er tegen deze i-eclamemiddelen te doen? zal men zich afvragen. Er is in feite geen ander antwoord op, dan dat wij ons met deze, zowel als met andere pro blemen van onze toekomst, intensief bezig houden en dat wij ze zoveel mogelijk in het openbaar bespreken. In die zin is dit artikel ook op te vatten. In democratische landen kan men alle bedi-eigingen aan wijzen en bespreken en men kan eventueel zijn afweermaatregelen nemen. Men kan in landen, waar de wetenschap in vrijheid wordt beoefend kennis nemen van alle ontdekkingen op dit terx-ein. De psycho logische vakpers toont bijvoorbeeld een be- wondex-enswaardige en voor leken mis schien wel verwonderlijke openhartigheid in dit opzicht. De toepassingen van de ontdekkingen van de „motivation reseai'ch" worden er zeer uitgebreid in bespx-oken, zoals men ook kan lezen in het boek „The hidden persuaders" van Vance Packard, dat onlangs in New York verscheen en in Amerika zowel als hier te lande veel op zien baarde. Dat een dergelijk boek kan verschijnen in het land, waar men met de toepassingen het verst is, wijst op de re genererende mogelijkheden van de demo cratisch geregeex-de landen. Dit is bijzonder hoopvol en wij twijfelen er niet aan of ook in Nederland zal men voortdurend waakzaam blijven voor de gevaren en eventuele excessen in het openbaar aan de kaak stellen, tot behoud van onze nuch- tere en zakelijke kijk op de dingen. Hel protestantse kerkje in Waybridge, waar boer Atze de Jager iedere zondag met zijn familie te vinden is. (Van onze correspondent in Washington) EEN MIDDAGMAAL in een Nederlands boex-engezin: soep, aardappelen, gehakt en bietjes, pap toe. Dan staat de boer op, scheurt een blaadje van de christelijke scheurkalender, pakt zijn bril en zijn bij bel en leest een gedeelte van een brief van Paulus. In hondex-den Nedex-landse dorpen zal dagelijks hetzelfde gebeuren. Het komt niet in de krant. Maar het kleine dorp Waybridge ligt in de Amex-ikaanse staat Vermont en er zijn daar geen andere Nederlanders dan zij, die behoren tot het Friese gezin van Atze de Jager. De fami lie De Jager is pas een goed half jaar in Amei-ika en ongeveer tegelijk zijn er nog twee Nederlandse gezinnen aangekomen in dorpen daar in de buux-t. Vier andere ge zinnen en nog drie vx-ijgezellen zijn op komst. Zij zijn heel welkom in Vermont, want men heeft daar groot gebrek aan be kwame veeboeren. Alleen in het district Addison slechts een klein onderdeel van Vermont zouden naar schatting wel vijftig Nedex-landse gezinnen een plaats kunnen vinden. Als het van ae piaatselijKe autoriteiten in Addison County afhing, dan zou men het quotum van Nederlandse im- migx-anten zeker verhogen en dan zou men minder administratieve rompslomp nodig achten. Helaas echter is emigratie naar Amerika niet eenvoudig. HET GEBIED, waar deze nieuwe groep van Nedex-landse immigranten zich thans vestigt, ligt een kleine driehonderd mijl (450 kilometer) ten noox-den van de stad New Yox-k. Zelfs op een eenvoudige kaart van Amerika zal mexx het grote meer wel kunnen vinden, dat de naam Champlain draagt. De genoemde Nederlanders zoeken een nieuw bestaan juist texi oosten van het zuidelijk deel van dat meer. De grootste plaats daar in de buux-t is Middlebury, een centx-um van wintersport. Nederlanders die bang voor kou en sneeuw zijn, moeten dus maar niet naar Vermont gaan. Het is geen uitzondering, dat de velden drie maanden per jaar met sneeuw zijn bedekt en de wind, die over het grote meer komt, kan behoorlijk koud zijn. Maar men kan in het algemeen wel zeggen, dat het weer er, gedurende de rest van het jaar, mooier is dan in Nederland. Het najaar in Vermont is meestal bijzonder mooi en vooral de ahornbomen (in het Amerikaans: maples) zijn dan'prachtig van kleur. De mensen in Vermont zeggen van zichzelf, dat ze wat stug zijn, maar dat verhindert hen toch kennelijk niet om heel hartelijk te zijn voor de pas aangekomen immigranten. OOK AL had men in Nedei'land een eigen bedrijf, toch is het gewenst in Amerika als ondergeschikte te beginnen. Zo leert men taal en mensen het beste kennen. Atze de Jager en zijn negentien jarige zoon Sjoerd hebben in Richard Ja mes een goede baas gevonden. James be zit ongeveer zevenhonderdvijftig hectare aan land en zijn vee bestaat uit ongeveer driehonderd vijfenzeventig runderen. Zijn bedrijf verschilt in menig opzicht van een Fx-iese boex-derij. In het begin was Sjoerd nu en dan bang, dat de tractor op het •hellende terrein om zou kantelen. De wei den zijn hier en daar steenachtig en be groeid met bossages. Het vee wordt ge molken in de stal (machinaal uiteraard) en de kalveren komen meestal helemaal niet buiten. Het gezin De Jager heeft nog geen auto. Daarom neemt de vx-ouw van Richard James elke week de vrouw van Atze de Jager mee naar Middlebury om inkopen te doen. De ijskast in de keuken van de De Jagers is groot genoeg om voedsel voor een hele week te kunnen bewaren. Er komen meestal niet meer dan dertig mensen in het protestantse kerkje, waar de De Jagers zondags naar toe gaan, maar die gemeenteleden doen ook hun uiterste best om de Nederlanders te doen inburgeren. De taal is natuurlijk in het begin een moeilijkheid.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 15