Golden Fiction IN HULPPROGRAM LIGT ZWAARTEPUNT VAN DE SOVJET-INFILTRATIE IN SYRIË Nell Herbert ^Praatótoel Jongens vonden goudschat Vijftig jaar geleden Van dag tot dag Onder ons gezegd... 0/5 de toch maar liever... Niet wapens, maar dammen en centrales lokken Syrië naar Moskous toverknng 3 K. In cliscredict Beangstigend PAPIERAFVALLEN Bonn is niet afkerig van raketwapenproduktie Protest bij dr. Adenauer van Duitse vrouwenorganisaties Waarom geen vrouwelijke minister in het kabinet? Zo zacht - zo zuiver! Kremlins proefproject in het Nabije Oosten Behendige zwaai Kwade kans EEN GOED PORTRET maken heeft tijd nodig Gijsbert Japicxprijs in Bolsward uitgereikt Uit Haarlems Dagblad van 5 november 1907 DINSDAG 5 NOVEMBER 1957 De „Open brief" van een aantal film- crititci over de produktie van de Neder landse speelfilms, eindigend met de raad die produktie, voorlopig tenminste, maar stop te zetten, heeft nogal beroering ge wekt. Men heeft de motieven, welke de critici tot hun „schokkende" stap bewogen, in ons blad kunnen lezen. Ofschoon wij ook zelf meermalen en naar ons dunkt terecht bezwaren hebben doen horen tegen speelfilms van Nederlandse film producenten, zoals wij ze ook aanvoeren tegen buitenlandse, komt het ons voor dat de stellers van de „Open brief" toch niet zulke vérgaande konsekwenties hadden behoeven te trekken uit hun gramschap. Men dient een zaak niet met radicalismen als in de „Open brief" voorgesteld. Zij zet ten alleen maar kwaad bloed, nog afgezien van de aanvechtbaarheid van sommige for muleringen der haastig spijkers-met-kop pen slaande briefschrijvers. Er is in deze affaire, naar wij menen, maar één punt waar het om gaat: de con tinuïteit van de Nederlandse speelfilm. Wil men een technische staf kweken, die het vak verstaat, wil men een spelersteam formeren, dat weet hoe zich voor de ca mera te gedragen, dan is het nodig films te blijven produceren. Dat gebeurt. Die films blijken bij vertoning niet altijd te beantwoorden aan de verwachtingen, welke zij wekken, verwachtingen, welke vaak hoger zijn dan zelfs redelijk is, zeker als men daarbij het gemiddelde van de buitenlandse produktie in aanmerking neemt. Zoiets kan men signaleren zonder er daarom de conclusie aan te verbinden, dat het dan maar beter is met de filmerij op te houden. Daar heeft de filmcritiek zich niet mee te bemoeien. Wel kan ze de wenselijkheid onderstrepen dat bij de continuïteit der produktie zoveel mogelijk Nederlandse filmregisseurs worden be trokken en het ontwerpen van scenario's tot een aantrekkelijke aangelegenheid wordt gemaakt. Zij kan aandringen op een tactisch en verantwoord beleid ten opzichte van het garantiefonds waaruit Nederlandse speelfilms worden gefinan cierd. Zij kan suggesties aan de hand doen en haar ideeën daaromtrent openbaren. Ze heeft natuurlijk het recht te waken tegen middelmatigheid en vast te stellen dat een Nederlandse amusementsfilm evenmin als een buitenlandse een vrijbrief behoeft te zijn voor banaliteit. Maar omderwille van haar bedenkingen, behoeft zij nog niet in een „Open brief" de hele filmproduktie de hals om te draaien. Wanneer de stellers van de „Open brief" daarenboven nog als oplossing van het probleem het voorstel doen om nu maar eens de documentaristen in te schakelen, alsof deze coup een garantie betekent voor films op hoger niveau, geven zij de aan gevallen producenten een wapen in han den, dat hen later als een boemerang kan treffen. Het bewijs moet nog geleverd wor den, dat zelfs de bekwaamste makers van documentaires ook bekwame makers van speelfilms zijn. Integendeel, uit de rijen der documentaristen is nog nimmer een groot speelfilm-regisseur voortgekomen. De schrijvers kunnen het gelijk aan hun zijde hebben, maar het risico komt voor rekening van de producenten, die daar mee door hun opposanten wel in een eigen aardige positie worden gemanoeuvreerd wanneer zo'n film op een debacle zou uit lopen. Het ware beter wanneer de brief, zo men haar in ieder geval wilde schrijven, niet zou zijn gepubliceerd. Het open ka rakter door de nauwe betrekkingen van de ondertekenaars met het publiek en zelfs ook nog met Garantiefonds en produ centen maakt de hele onderneming tot een, waarbij niet alleen de Nederlandse speelfilmproduktie in discrediet wordt ge bracht, maar bovendien de filmcritiek zelf. Een van de griezeligste aspecten van de tweede Russische aardsatelliet is, naar ons gevoel, de manier waarop het meereizen de Eskimo-hondje zichzelf voedt en zichzelf daarbij rantsoeneert. Op gezette tijden rinkelt er in de raket een etensbel en dan begint het hondje wat van het mee genomen voedsel te verorberen. We moe ten aannemen anders zou er geen sprake van rantsoenering kunnen zijn dat het ook ophoudt te eten als de bel ophoudt te rinkelen Het is knap, maar beangstigend. De verklaring van de Sovjet-geleerden is, dat de hond in kwestie „geconditio neerde reflexen" heeft. Enige maanden ge leden is er in ons blad al op gewezen, dat de wetenschap zowel in de Sovjet-Unie als in de Verenigde Staten zich ernstig bezighoudt met onderzoekingen op dat ge bied, onderzoekingen die uiteindelók ge richt zijn op het beïnvloeden-op-lange-af- stand van het menselijk denkvermogen. Toen werd gemeld, dat men er al m ge slaagd was, door middel van elektrische stimulansen bij ratten elementaire impul sen zoals honger naar believen op te wek ken en te bevredigen. Bij het poolhondje zijn de Russen zo ver niet gegaan. Dat krijgt écht voedsel, want de invloed van de ruimte-reis op de stofwisseling moet kunnen worden bestu deerd. Als dat laatste niet het geval was geweest, had het dier misschien óók tevre den moeten zijn met „elektrische stimu lansen". De wetenschap is een schone zaak. Maar zij is ons inziens op een verkeerd, althans op een uitermate gevaarlijk en afschuwe lijk pad als zij er-zich op toelegt, middelen te vinden tot beheersing vanuit een centraal punt van de elementaire impul sen van levende wezens. Wij voelen diep medelijden met het hondje, welks re flexen zodanig „geconditioneerd" zijn, dat het op commando van een belletje daar in het heelal eet en ophoudt te eten. Maar wij voelen nog veel meer medelijden met de mensheid van de toekomst, die, als ze niet oppast, misschien nog eens op een soortgelijke manier tot eten en vasten, tot werken en rusten, tot waken en slapen •ou kunnen worden gedwongen. ADVERTENTIE NATUURLIJK (Van onze correspondent in Bonn) Naar aanleiding van hardnekkige ge ruchten uit Londen, volgens welke West- Duitsland waarschijnlijk binnenkort raket wapens zal mogen vervaardigen, wordt in officiële kringen in Bonn verklaard, dat de bondsrepubliek er in december op de vergaderingen van de Noordatlantische Verdragsorganisatie en van de Westeuro- pese Unie in Parijs er niet uit eigen be weging op aan zal dringen, dat het be staande verbod zal worden opgeheven. De nadruk moet liggen op „niet uit eigen be weging", want in het Westduitse mi nisterie van verdediging wordt toege geven, dat men deze aangelegenheid voortdurend „bestudeert". Daaruit kan worden opgemaakt, dat men in Bonn wel verwacht, dat het verbod binnen afzien bare tijd zal worden opgeheven. (Van onze correspondent in Bonn) Allerheiligen is in het bondsland Noord- rijnland-Westfalen, waarin Bonn ligt een wettelijke feest- en rustdag en het poli tieke leven in Bonn gunt zich tot maandag een korte vakantie. Bondskanselier Aden auer blijft thuis in Röhndorf tot maandag en bijna alle andere ministers zijn uit Bonn vertrokken. Adenauer's perschef Fe lix von Eckardt, het hoofd van de rege ringsvoorlichtingsdienst rust in Italië uit van de verkiezingscampagne. Het nieuwe kabinet zal vermoedelijk pas volgende week donderdag weer bijeen komen. Intussen heeft de bondskanselier een brief van de Duitse vrouwenorganisaties en van vrouwengroepen uit de vakvereni gingen gekregen, waarin dezen er tegen protesteren dat Adenauer geen vrouw als minister in zijn nieuwe kabinet heeft op genomen, hoewel zij hem er tijdens en na de verkiezingscampagne om hadden ver zocht. Adenauer heeft zelf verklaard, dat hij er veel voor voelde. De vrouwen zeggen „diep teleurgesteld en verontwaardigd" te zijn, dat Adenauer zijn belofte niet heeft vervuld. Zij beschouwen het als een ge ringschatting van de betekenis van de plaats, die de vrouwen tegenwoordig in het leven van de staat innemen. Zij vra gen de bondskanselier de redenen mee te delen waarom hij zijn woord niet heeft ge houden. Het stuk is door 22 vrouwenver enigingen ondertekend. ADVERTENTIE Fa. W. F. Claus Bakvnessergracht 45 Tel. 11436 Haarlem Een gulden genieting voor 90 cent (Van onze reisredacteur) DAMASCUS Het menu in het Arabische restaurant, waar de juke-box beurtelings in Amerikaanse „rock and roll" en nasaal Arabisch gezang uit barstte, opende met caviaar. „Is dat werkelijk Russische caviaar, ober?" vroeg ik. „Nee, nee," zei de kellner met een geruststellende glimlach, „het is echte Amerikaanse! Dat was weer typerelid voor de ijver, waarmee de Syriërs de bewering van Eisenhower en Dulles ontkennen, dat „Syrië in feite als Sovjet satelliet moet worden beschouwd". Is dat zo? Nee, sterker nog. Het is een onzinnige bewering. Misschien zal Syrië eens nolens volens volledig in de Sovjet-invloedsfeer getrokken worden. Zeker heeft het een aantal riskante stappen in die richting gedaan. Maar als men voor een ogenblik de uitleggingen opzij- schuivend eerlijk de feiten nagaat, blijft de aanduiding „Sovjet-satelliet" voorshands een ongegronde. Wat zijn die feiten? Ideologisch commu nistische penetratie is vrijwel nihil, de Sy rische communistische partij is een splin terpartij, de machtige socialistische Baath vertoont ten hoogste overeenkomst met het Joegoslavische socialisme. Zeker, er hangen Russische en Chinese tijdschriften in de kiosken, zij blijven er trouwens hangen, want de Arabische revues met ge decolleteerde jongedames op de omslag ge nieten de voorkeur. En de Syriërs kijken nog steeds liever naar Jane Russell en Clark Gable dan naar de Russische trac torhelden van het witte doek. Maar de wapenaankopen dan, de aanleg van marine- en luchtbases, die van Syrië een Sovjet-arsenaal zouden hebben ge maakt, een uitvalspunt voor de rode strijd krachten? Welnu, het sprookje van de onderzeebootbasis in Latakia is nog door niemand waar gemaakt. Dat de enkele vliegvelden, die nu aangelegd of ver beterd worden, als bases voor de Sovjet luchtmacht zouden moeten dienen, kan evenmin worden aangetoond. Zeker heeft Syrië Russische en Tsjechische wapens ge kocht, het is daar trouwens tegelijk met Nasser mee begonnen. De hoogste schat tingen (afkomstig uit Britse bron-gelden) zestig MIG 15 jagers, zes motor-torpedo- boten, twee honderd T 34-tanks, honderd mobiele kanonnen, tweehonderd carriers, honderdvijftig stukken veldgeschut, twee honderd batterijen luchtafweer, alsmede mortieren, bazooka's, machinegeweren en lichte wapens. Zelfs die kunnen niet de verdenking wettigen dat zij voor andere dan Syrische soldaten bedoeld zijn. De ganse legende van „Syrië een Sovjet-wa pendepot" hoort in dezelfde hoek thuis als de verhalen over de Sovjet-arsenalen in de Sinai (compleet met varkensvlees in blik) van een jaar terug. Namelijk de hoek waarin de stokken worden geborgen om de hond te slaan. Waarom dan al die zenuwachtige druk te; is er dan helemaal geen gevaarlijke Sovjet-invloed in Syrië? Ja, die is er wel. Zy betreft ten eerste Syrië's buitenlands beleid. Kroes.itsjev heeft zich met behen dige zwaai op de rug gewipt van het ezeltje, dat de karavaan van het Arabische i nationalisme de weg moet wyzen. En ver der heeft hy met het afsluiten van het Syrisch-Russisch economisch akkoord de deur geopend voor diepgaande Sovjet penetratie in Syrië en het Nabye Oosten. In dat economisch akkoord nu komt het werkelijke zwaartepunt van de Sovjet-in vloed in Syrië te liggen. De volledige tekst is thans bekend en kort samengevat ver haalt zij, dat de Sovjet-Unie zich bereid verklaart aan Syrië bijstand te verlenen voor negentien projecten ter ontwikkeling van de Syrische economie. Die projecten omvatten de bouw van dammen en hydro- elektrische centrales in de rivieren, Eufraat, Jarmoek, Barada en Al Asi, thermo-elektrische centrales, grootscheep se bevloeiingswerken, die Syriërs uitge droogde, maar rijke grond weer vrucht baar kunnen maken (in totaal 190.000 hec tare bouwland en grote vlaktes weide grond), aanleg van 650 kilometer spoorweg van Gamichliye naar Aleppo en van Homs naar Latakia. de bouw van vijf bruggen over de Eufraat en de Khabour, het zoeken naar olie in een gebied van vijftigduizend vierkante kilometer en het graven van achttien boorputten, het zoeken naar man gaan-, chroom- en ijzererts, het vervaar digen van een geologische kaart van Syrië, de bouw van een kunstmestfabriek met een capaciteit van zestig ton per dag, stichting van een agrarisch wetenschap pelijk laboratorium en de vergroting van de olie-reservoirs in de haven van Latakia. Dit plan zou het grootste project van economische bijstand zijn, dat een klein onderontwikkeld land ooit kreeg, wan neer het geheel werd uitgevoerd. Dat zal het echter vermoedelijk niet. Het is in eerste instantie een lijst projecten, die Sy rië graag zou willen hebben en waarvoor de Sovjet-Unie bereid is materiaal, ma chines en deskundigen op kredietbasis te leveren. Naar schatting zou met de ver wezenlijking van de negentien projecten in totaal 1,4 miljard gulden gemoeid zijn. Dat kan de Syrische bruine waarschijnlijk niet trekken. Interest (2J4 percent) en af lossing in twaalf jaarlijkse termijnen over een totaal bedrag van 350 miljoen gulden is wat Syrië, dat tegelijkertijd de eigen kosten van grondstoffen en arbeidsloon te dragen krijgt, zich op z'n gunstigst kan veroorloven. Met die beperking voor ogen zullen de Syriërs nu uit de negentien pro jecten die zaken kiezen, die hen het best passen. En de uitvoering van ieder pro ject zal afzonderlijk worden geregeld. Zelfs met die beperking moet worden vastgesteld, dat het een groots en commer cieel gezond plan lijkt. Wat de commer ciële aspecten aangaat, is er trouwens nog een voorbehoud: de kosten van de Sovjet hulp zullen worden berekend op basis van de geldende wereldprijzen, hetgeen rede lijk is, maar moeten uiteindelijk worden betaald in goederen of vrij onwisselbare valuta op basis van de goudkoers van de roebel. Dat is de willekeurig vastgestelde en uiterst kunstmatige hoge koers van on geveer een roebel voor een gulden. En dat is minder redelijk. Welke voordelen trekken de twee par tijen uit dit akkoord? De Sovjet-Unie loopt geen enkel commercieel risico, want zy krygt alles betaald. En het verlies op de zeer lage rentevoet wordt gecompen seerd door de politieke winst: vergaande spionage, politieke en commerciële pene tratie en propaganda-kansen in Syrië, alsmede de mogelijkheid in het Nabije Oosten en in Azië en Afrika in het alge meen te bewijzen, dat het in staat is een onderontwikkeld land tot bloei te brengen. Syrië is daartoe uiterst geschikt, het is een klein land met een onderontwikkelde, maar in de grond gezonde economie. Sy rië daarentegen krygt steun voor grootse projecten tegen lage rentevoet, houdt een grote mate van vryheid by de uitvoering daarvan, zelfs de vrijheid van de Sovjet- steun geen gebruik te maken. Het kan tenslotte menen zijn zelfrespect te behou den, omdat het immers zelf uiteindelyk betaalt. Enige inflatie en belastingver hoging zullen trouwens onvermijdelijk zijn. Het feit dat de communistische Sov jet-Unie de economische aspecten van zo'n hulpprogram op zuiver zakelyke basis grondt, moet het Westen, dat veelal tot vaderlijk-superieure weggevertjes geneigd was, ernstig te denken geven! Er zit voor het Westen nog een kwade kans in dit gedrag. Wanneer de exploratie door de Russische experts inderdaad tot belangrijke olievondsten zou leiden, dan komen de westelijke oliemaatschappijen in het gedrang. Want voor het eerst zou een land in het Nabije Oosten dan ver moedelijk zijn eigen olie winnen. Men mag althans aannemen, dat de Russen de gou den propagandakans om de Syriërs ook daarin technisch bij te staan tegen ge ringe kosten, niet zullen laten lopen. In dat geval zullen de fifty-fifty concessies van de westelijke maatschappijen geen lang leven beschoren zijn. Maar zelfs als deze Syrische droom niet verwezenlijkt wordt, heeft het Kremlin reden tot glimlachen. Want welke formele vrijheden Syrië zich ook voorbehouden heeft, het pact met Mefisto is gesloten, het blad met taartjes, dat de rode duivel hen voorhoudt, is een verleiding, die de zich veelal te slim wanende Syriërs steeds verder op de weg naar Moskou zal kunnen lokken. President Sjoekri el Koewatli van Syrië steekt de hand op ten groet aan de gewapende macht en autoriteiten bij zijn aankomst in Harasta, een plaatsje ten noorden van Damascus, waar „de week der verdedigingswerken" werd geopend. Onze reisredacteur heeft zaterdag in ons blad een levendig oog- getuigeverslag gegeven van het steken van de eerste spade voor een loopgraaf door de Syrische president. Knikkerende jongens hebben in de Kockstraat te Den Haag onder een kelder- rooster van een der huizen een grote hoe veelheid goud, meest sieraden, waaruit de edelstenen waren verwijderd, gevonden. De „schat", die kennelijk afkomstig is van een inbraak bij een juwelier, was geborgen in twee zakjes. De waarde van het gesto- lene was, voor het werd gesloopt, zeker tienduizenden guldens. Een elfjarige jongen ontdekte het ver borgen goud. Er was een stuiter in het rooster gerold en toen hij deze eruit wilde halen vond hij de twee zakjes met ver wrongen en beschadigde sieraden, meer dan honderd gouden ringen, hangers en broches. De jongen snelde ermee naar huis, waar zijn moeder de politie waarschuwde. Om dat er zoveel gouden ringen bij zijn, staat het voor de recherche vast. dat de sieraden hij een juwelier moeten zijn gestolen. A ntwoord Omdat bij Karei de voordeur, vanwege het buiten spelend nageslacht, tóch altijd op een kier staat, stapte ik, zonder de bel te beroeren, naar binnen. In de huiskamer vond ik hem verdiept in het damesblad waaruit zijn vrouw wekelijks met grote hardnekkigheid alle recepten en breipa- tronen knipt, om die daarna secuur op te bergen en voor altijd te vergeten „Wel even iets anders dan Simon Vin kenoog", zei ik en ik ging naast hem zitten op de bank van het Pas-maar-aan ameu blement. „Toch heel leerzaam", antwoordde Karei met ernstig geheven wijsvinger. En hij las hardop: „Wees verstandig, meisje, en vergeet die al te charmante buurman. Hij probeert het met elk meisje aan te leggen en je moet dat avontuurtje tussen jullie maar als een droom beschouwen. Wees blij dat het geen nachtmerrie geworden is". „Dat is de rubriek „Zonnebloem weet raad", zei ik prompt, want mijn vrouw leest óók zo'n periodiek. Maar Karei sprak: „Mis! In dit fraai geïllustreerde tijd schrift heet die vraagbaak voor het zwakke geslacht „Vraag het aan Tante Coba". Jammer eigenlijk, dat er voor mannen niet zoiets bestaat. Jij zou best een gezellige Oom Henk zijn, die elke week raad geeft in moeilijke mannelijke zaken. Zo in de geest van: Beste vriend, als die chef van je werkelijk zo'n stuk ellende is als je schrijft, dan is er maar één oplossing; ruim hem uit de weg. Ik zal je een lijstje sturen met. pocketbooks, waarin verschillende pijnloze methodes haarfijn zijn beschreven. Veel succes, hoor!" „Prima", zei ik waarderend. „Maar ik zou geen Oom Henk willen heten. Dat doet teveel aan het kleuteruurtje denken. Wat dacht je van Neef Bas? Dat suggereert meer de vermanende ernst waarmee je al te levenslustige vragenstellers hun vet moet geven". Ik ging voor hem staan en sprak zeden- meesterig: „Ja, kerel, die avontuurtjes met dat knappe verkoopstertje moeten nu maar eens ophouden. Per slot van rekening ben je getrouwd. Zeg haar dus eerlijk waar het op staat en jok je vrouwtje niet steeds voor door vergaderingen te fantaseren, die Op dat moment bemerkten wij, dat Ka reis achtjarige zoon in de kamer stond en de monoloog ademloos beluisterde. Z'n vader sprong op en riep met honingzoete stem: „Zo Freddie, kom jij eens kijken hoe die meneer en Pappie een leuk toneelstukje aan 't repeteren zijn?" Freddie gaf geen antwoord en verdween even geruisloos als hij gekomen was. Maar toen ik naar huis ging, zag ik hem bij de buren op het hekje zitten. „Dag Freddie", zei ik innemend. Hij keek mij donker aan en sprak: „Ik wacht op Mammie. En ik zal het lekker vertellen. Dat Pappie tegen haar jokt Ik denk dat het voor Karei wel schrijven zal worden. Naar dat damesweekblad, met een postzegel voor persoonlijk antwoord. Ik ben benieuwd of Tante Coba er weg mee weet. Arn. de Vita ADVERTENTIE St. Nicolaas is reeds in zicht ATELIER Lange Veerstr. 11-13 - Haarlem Telefoon 11178 In het raadhuis van Bolsward heeft het college van Gedeputeerde Staten van Friesland maandagmiddag de tweejaar lijkse Friese prijs voor litteratuur, de Gijs bert Japicxprijs, uitgereikt. Dit keer werd deze toegekend aan de Friese dichter D. A. "amminga voor zijn in 1956 verschenen bun del „Balladen". De prijs bestaat uit een oorkrpde en een bedrag van zevenhonderd- vijftig gulden. ROTTERDAM. Kwaadwilligen, die men helaas niet heeft kunnen op sporen, hebben het looze gerucht ver spreid, dat de spaarbank weldra hare betalingen zou moeten staken. Hoezeer het publiek aan dergelijke booze in fluisteringen gehoor geeft, bleek wel dra, want van 's morgens vroeg tot 's avonds laat verdrong zich een opge wonden menigte voor de bank en dit ging ook den volgenden dag zoo door. Iedereen, die dat verlangde, kreeg ech ter zijn spaargelden terstond terug en zoo betaalde dë spaarbank in enkele dagen f 700.000 terug. Daarna luwde de stormloop, vooral toen de directie op aanplakbiljetten bekend liet maken, dat zij voor een millioen aan gereed geld beschikbaar had voor eventueele terugbetalingen. Des avonds joelden nog opgeschoten jongens om het ge bouw en wierpen er eenige ruiten in, doch den volgenden morgen kwamen nog slechts enkelen hun geld opeisen, gevolgd door menigeen, die de spaar duitjes weer terugbracht. Het is voor gekomen, dat sommigen hun spaar boekjes met f 100 voor f 30 hadden ver kocht, hetgeen zij een dag later diep moesten betreuren. Men speurt nog naar de aanstichters van het kwaad en begrijpt niet, welke redenen zij voor het verspreiden van het booze gerucht hebben gehad, dat zooveel consternatie veroorzaakte, dat de politie met mili tairen moest worden versterkt,, om de menigte bij de spaarbank in bedwang te houden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 5