Golden Fiction
IN HULPPROGRAM LIGT ZWAARTEPUNT VAN
DE SOVJET-INFILTRATIE IN SYRIË
Nell Herbert
^Praatótoel
Jongens vonden goudschat
Vijftig jaar geleden
Van dag tot dag
Onder ons gezegd...
0/5 de
toch maar liever...
Niet wapens, maar dammen en centrales lokken
Syrië naar Moskous toverknng
3
K.
In cliscredict
Beangstigend
PAPIERAFVALLEN
Bonn is niet afkerig van
raketwapenproduktie
Protest bij dr. Adenauer van
Duitse vrouwenorganisaties
Waarom geen vrouwelijke
minister in het kabinet?
Zo zacht - zo zuiver!
Kremlins proefproject in het Nabije Oosten
Behendige zwaai
Kwade kans
EEN GOED PORTRET
maken heeft tijd
nodig
Gijsbert Japicxprijs in
Bolsward uitgereikt
Uit Haarlems Dagblad
van 5 november 1907
DINSDAG 5 NOVEMBER 1957
De „Open brief" van een aantal film-
crititci over de produktie van de Neder
landse speelfilms, eindigend met de raad
die produktie, voorlopig tenminste, maar
stop te zetten, heeft nogal beroering ge
wekt. Men heeft de motieven, welke de
critici tot hun „schokkende" stap bewogen,
in ons blad kunnen lezen. Ofschoon wij
ook zelf meermalen en naar ons dunkt
terecht bezwaren hebben doen horen
tegen speelfilms van Nederlandse film
producenten, zoals wij ze ook aanvoeren
tegen buitenlandse, komt het ons voor dat
de stellers van de „Open brief" toch niet
zulke vérgaande konsekwenties hadden
behoeven te trekken uit hun gramschap.
Men dient een zaak niet met radicalismen
als in de „Open brief" voorgesteld. Zij zet
ten alleen maar kwaad bloed, nog afgezien
van de aanvechtbaarheid van sommige for
muleringen der haastig spijkers-met-kop
pen slaande briefschrijvers.
Er is in deze affaire, naar wij menen,
maar één punt waar het om gaat: de con
tinuïteit van de Nederlandse speelfilm. Wil
men een technische staf kweken, die het
vak verstaat, wil men een spelersteam
formeren, dat weet hoe zich voor de ca
mera te gedragen, dan is het nodig films
te blijven produceren. Dat gebeurt. Die
films blijken bij vertoning niet altijd te
beantwoorden aan de verwachtingen,
welke zij wekken, verwachtingen, welke
vaak hoger zijn dan zelfs redelijk is, zeker
als men daarbij het gemiddelde van de
buitenlandse produktie in aanmerking
neemt. Zoiets kan men signaleren zonder
er daarom de conclusie aan te verbinden,
dat het dan maar beter is met de filmerij
op te houden. Daar heeft de filmcritiek
zich niet mee te bemoeien. Wel kan ze
de wenselijkheid onderstrepen dat bij de
continuïteit der produktie zoveel mogelijk
Nederlandse filmregisseurs worden be
trokken en het ontwerpen van scenario's
tot een aantrekkelijke aangelegenheid
wordt gemaakt. Zij kan aandringen op
een tactisch en verantwoord beleid ten
opzichte van het garantiefonds waaruit
Nederlandse speelfilms worden gefinan
cierd. Zij kan suggesties aan de hand doen
en haar ideeën daaromtrent openbaren. Ze
heeft natuurlijk het recht te waken tegen
middelmatigheid en vast te stellen dat een
Nederlandse amusementsfilm evenmin als
een buitenlandse een vrijbrief behoeft te
zijn voor banaliteit. Maar omderwille van
haar bedenkingen, behoeft zij nog niet in
een „Open brief" de hele filmproduktie
de hals om te draaien.
Wanneer de stellers van de „Open brief"
daarenboven nog als oplossing van het
probleem het voorstel doen om nu maar
eens de documentaristen in te schakelen,
alsof deze coup een garantie betekent voor
films op hoger niveau, geven zij de aan
gevallen producenten een wapen in han
den, dat hen later als een boemerang kan
treffen. Het bewijs moet nog geleverd wor
den, dat zelfs de bekwaamste makers van
documentaires ook bekwame makers van
speelfilms zijn. Integendeel, uit de rijen
der documentaristen is nog nimmer een
groot speelfilm-regisseur voortgekomen.
De schrijvers kunnen het gelijk aan hun
zijde hebben, maar het risico komt voor
rekening van de producenten, die daar
mee door hun opposanten wel in een eigen
aardige positie worden gemanoeuvreerd
wanneer zo'n film op een debacle zou uit
lopen.
Het ware beter wanneer de brief, zo
men haar in ieder geval wilde schrijven,
niet zou zijn gepubliceerd. Het open ka
rakter door de nauwe betrekkingen van
de ondertekenaars met het publiek en zelfs
ook nog met Garantiefonds en produ
centen maakt de hele onderneming tot
een, waarbij niet alleen de Nederlandse
speelfilmproduktie in discrediet wordt ge
bracht, maar bovendien de filmcritiek zelf.
Een van de griezeligste aspecten van de
tweede Russische aardsatelliet is, naar ons
gevoel, de manier waarop het meereizen
de Eskimo-hondje zichzelf voedt en
zichzelf daarbij rantsoeneert. Op gezette
tijden rinkelt er in de raket een etensbel
en dan begint het hondje wat van het mee
genomen voedsel te verorberen. We moe
ten aannemen anders zou er geen sprake
van rantsoenering kunnen zijn dat het
ook ophoudt te eten als de bel ophoudt te
rinkelen Het is knap, maar beangstigend.
De verklaring van de Sovjet-geleerden
is, dat de hond in kwestie „geconditio
neerde reflexen" heeft. Enige maanden ge
leden is er in ons blad al op gewezen, dat
de wetenschap zowel in de Sovjet-Unie
als in de Verenigde Staten zich ernstig
bezighoudt met onderzoekingen op dat ge
bied, onderzoekingen die uiteindelók ge
richt zijn op het beïnvloeden-op-lange-af-
stand van het menselijk denkvermogen.
Toen werd gemeld, dat men er al m ge
slaagd was, door middel van elektrische
stimulansen bij ratten elementaire impul
sen zoals honger naar believen op te wek
ken en te bevredigen.
Bij het poolhondje zijn de Russen zo
ver niet gegaan. Dat krijgt écht voedsel,
want de invloed van de ruimte-reis op de
stofwisseling moet kunnen worden bestu
deerd. Als dat laatste niet het geval was
geweest, had het dier misschien óók tevre
den moeten zijn met „elektrische stimu
lansen".
De wetenschap is een schone zaak. Maar
zij is ons inziens op een verkeerd, althans
op een uitermate gevaarlijk en afschuwe
lijk pad als zij er-zich op toelegt, middelen
te vinden tot beheersing vanuit een
centraal punt van de elementaire impul
sen van levende wezens. Wij voelen diep
medelijden met het hondje, welks re
flexen zodanig „geconditioneerd" zijn, dat
het op commando van een belletje daar
in het heelal eet en ophoudt te eten. Maar
wij voelen nog veel meer medelijden met
de mensheid van de toekomst, die, als ze
niet oppast, misschien nog eens op een
soortgelijke manier tot eten en vasten, tot
werken en rusten, tot waken en slapen
•ou kunnen worden gedwongen.
ADVERTENTIE
NATUURLIJK
(Van onze correspondent in Bonn)
Naar aanleiding van hardnekkige ge
ruchten uit Londen, volgens welke West-
Duitsland waarschijnlijk binnenkort raket
wapens zal mogen vervaardigen, wordt in
officiële kringen in Bonn verklaard, dat
de bondsrepubliek er in december op de
vergaderingen van de Noordatlantische
Verdragsorganisatie en van de Westeuro-
pese Unie in Parijs er niet uit eigen be
weging op aan zal dringen, dat het be
staande verbod zal worden opgeheven. De
nadruk moet liggen op „niet uit eigen be
weging", want in het Westduitse mi
nisterie van verdediging wordt toege
geven, dat men deze aangelegenheid
voortdurend „bestudeert". Daaruit kan
worden opgemaakt, dat men in Bonn wel
verwacht, dat het verbod binnen afzien
bare tijd zal worden opgeheven.
(Van onze correspondent in Bonn)
Allerheiligen is in het bondsland Noord-
rijnland-Westfalen, waarin Bonn ligt een
wettelijke feest- en rustdag en het poli
tieke leven in Bonn gunt zich tot maandag
een korte vakantie. Bondskanselier Aden
auer blijft thuis in Röhndorf tot maandag
en bijna alle andere ministers zijn uit
Bonn vertrokken. Adenauer's perschef Fe
lix von Eckardt, het hoofd van de rege
ringsvoorlichtingsdienst rust in Italië uit
van de verkiezingscampagne. Het nieuwe
kabinet zal vermoedelijk pas volgende
week donderdag weer bijeen komen.
Intussen heeft de bondskanselier een
brief van de Duitse vrouwenorganisaties
en van vrouwengroepen uit de vakvereni
gingen gekregen, waarin dezen er tegen
protesteren dat Adenauer geen vrouw als
minister in zijn nieuwe kabinet heeft op
genomen, hoewel zij hem er tijdens en na
de verkiezingscampagne om hadden ver
zocht.
Adenauer heeft zelf verklaard, dat hij
er veel voor voelde. De vrouwen zeggen
„diep teleurgesteld en verontwaardigd" te
zijn, dat Adenauer zijn belofte niet heeft
vervuld. Zij beschouwen het als een ge
ringschatting van de betekenis van de
plaats, die de vrouwen tegenwoordig in
het leven van de staat innemen. Zij vra
gen de bondskanselier de redenen mee te
delen waarom hij zijn woord niet heeft ge
houden. Het stuk is door 22 vrouwenver
enigingen ondertekend.
ADVERTENTIE
Fa. W. F. Claus
Bakvnessergracht 45
Tel. 11436 Haarlem
Een gulden
genieting
voor 90 cent
(Van onze reisredacteur)
DAMASCUS Het menu in het Arabische restaurant, waar de juke-box
beurtelings in Amerikaanse „rock and roll" en nasaal Arabisch gezang uit
barstte, opende met caviaar. „Is dat werkelijk Russische caviaar, ober?" vroeg ik.
„Nee, nee," zei de kellner met een geruststellende glimlach, „het is echte
Amerikaanse! Dat was weer typerelid voor de ijver, waarmee de Syriërs de
bewering van Eisenhower en Dulles ontkennen, dat „Syrië in feite als Sovjet
satelliet moet worden beschouwd". Is dat zo? Nee, sterker nog. Het is een
onzinnige bewering. Misschien zal Syrië eens nolens volens volledig in de
Sovjet-invloedsfeer getrokken worden. Zeker heeft het een aantal riskante stappen
in die richting gedaan. Maar als men voor een ogenblik de uitleggingen opzij-
schuivend eerlijk de feiten nagaat, blijft de aanduiding „Sovjet-satelliet"
voorshands een ongegronde.
Wat zijn die feiten? Ideologisch commu
nistische penetratie is vrijwel nihil, de Sy
rische communistische partij is een splin
terpartij, de machtige socialistische Baath
vertoont ten hoogste overeenkomst met
het Joegoslavische socialisme. Zeker, er
hangen Russische en Chinese tijdschriften
in de kiosken, zij blijven er trouwens
hangen, want de Arabische revues met ge
decolleteerde jongedames op de omslag ge
nieten de voorkeur. En de Syriërs kijken
nog steeds liever naar Jane Russell en
Clark Gable dan naar de Russische trac
torhelden van het witte doek.
Maar de wapenaankopen dan, de aanleg
van marine- en luchtbases, die van Syrië
een Sovjet-arsenaal zouden hebben ge
maakt, een uitvalspunt voor de rode strijd
krachten? Welnu, het sprookje van de
onderzeebootbasis in Latakia is nog door
niemand waar gemaakt. Dat de enkele
vliegvelden, die nu aangelegd of ver
beterd worden, als bases voor de Sovjet
luchtmacht zouden moeten dienen, kan
evenmin worden aangetoond. Zeker heeft
Syrië Russische en Tsjechische wapens ge
kocht, het is daar trouwens tegelijk met
Nasser mee begonnen. De hoogste schat
tingen (afkomstig uit Britse bron-gelden)
zestig MIG 15 jagers, zes motor-torpedo-
boten, twee honderd T 34-tanks, honderd
mobiele kanonnen, tweehonderd carriers,
honderdvijftig stukken veldgeschut, twee
honderd batterijen luchtafweer, alsmede
mortieren, bazooka's, machinegeweren en
lichte wapens. Zelfs die kunnen niet de
verdenking wettigen dat zij voor andere
dan Syrische soldaten bedoeld zijn. De
ganse legende van „Syrië een Sovjet-wa
pendepot" hoort in dezelfde hoek thuis als
de verhalen over de Sovjet-arsenalen in
de Sinai (compleet met varkensvlees in
blik) van een jaar terug. Namelijk de hoek
waarin de stokken worden geborgen om
de hond te slaan.
Waarom dan al die zenuwachtige druk
te; is er dan helemaal geen gevaarlijke
Sovjet-invloed in Syrië? Ja, die is er wel.
Zy betreft ten eerste Syrië's buitenlands
beleid. Kroes.itsjev heeft zich met behen
dige zwaai op de rug gewipt van het
ezeltje, dat de karavaan van het Arabische
i nationalisme de weg moet wyzen. En ver
der heeft hy met het afsluiten van het
Syrisch-Russisch economisch akkoord de
deur geopend voor diepgaande Sovjet
penetratie in Syrië en het Nabye Oosten.
In dat economisch akkoord nu komt het
werkelijke zwaartepunt van de Sovjet-in
vloed in Syrië te liggen. De volledige tekst
is thans bekend en kort samengevat ver
haalt zij, dat de Sovjet-Unie zich bereid
verklaart aan Syrië bijstand te verlenen
voor negentien projecten ter ontwikkeling
van de Syrische economie. Die projecten
omvatten de bouw van dammen en hydro-
elektrische centrales in de rivieren,
Eufraat, Jarmoek, Barada en Al Asi,
thermo-elektrische centrales, grootscheep
se bevloeiingswerken, die Syriërs uitge
droogde, maar rijke grond weer vrucht
baar kunnen maken (in totaal 190.000 hec
tare bouwland en grote vlaktes weide
grond), aanleg van 650 kilometer spoorweg
van Gamichliye naar Aleppo en van Homs
naar Latakia. de bouw van vijf bruggen
over de Eufraat en de Khabour, het zoeken
naar olie in een gebied van vijftigduizend
vierkante kilometer en het graven van
achttien boorputten, het zoeken naar man
gaan-, chroom- en ijzererts, het vervaar
digen van een geologische kaart van Syrië,
de bouw van een kunstmestfabriek met
een capaciteit van zestig ton per dag,
stichting van een agrarisch wetenschap
pelijk laboratorium en de vergroting van
de olie-reservoirs in de haven van Latakia.
Dit plan zou het grootste project van
economische bijstand zijn, dat een klein
onderontwikkeld land ooit kreeg, wan
neer het geheel werd uitgevoerd. Dat zal
het echter vermoedelijk niet. Het is in
eerste instantie een lijst projecten, die Sy
rië graag zou willen hebben en waarvoor
de Sovjet-Unie bereid is materiaal, ma
chines en deskundigen op kredietbasis te
leveren. Naar schatting zou met de ver
wezenlijking van de negentien projecten
in totaal 1,4 miljard gulden gemoeid zijn.
Dat kan de Syrische bruine waarschijnlijk
niet trekken. Interest (2J4 percent) en af
lossing in twaalf jaarlijkse termijnen over
een totaal bedrag van 350 miljoen gulden
is wat Syrië, dat tegelijkertijd de eigen
kosten van grondstoffen en arbeidsloon te
dragen krijgt, zich op z'n gunstigst kan
veroorloven. Met die beperking voor ogen
zullen de Syriërs nu uit de negentien pro
jecten die zaken kiezen, die hen het best
passen. En de uitvoering van ieder pro
ject zal afzonderlijk worden geregeld.
Zelfs met die beperking moet worden
vastgesteld, dat het een groots en commer
cieel gezond plan lijkt. Wat de commer
ciële aspecten aangaat, is er trouwens nog
een voorbehoud: de kosten van de Sovjet
hulp zullen worden berekend op basis van
de geldende wereldprijzen, hetgeen rede
lijk is, maar moeten uiteindelijk worden
betaald in goederen of vrij onwisselbare
valuta op basis van de goudkoers van de
roebel. Dat is de willekeurig vastgestelde
en uiterst kunstmatige hoge koers van on
geveer een roebel voor een gulden. En dat
is minder redelijk.
Welke voordelen trekken de twee par
tijen uit dit akkoord? De Sovjet-Unie
loopt geen enkel commercieel risico, want
zy krygt alles betaald. En het verlies op
de zeer lage rentevoet wordt gecompen
seerd door de politieke winst: vergaande
spionage, politieke en commerciële pene
tratie en propaganda-kansen in Syrië,
alsmede de mogelijkheid in het Nabije
Oosten en in Azië en Afrika in het alge
meen te bewijzen, dat het in staat is een
onderontwikkeld land tot bloei te brengen.
Syrië is daartoe uiterst geschikt, het is
een klein land met een onderontwikkelde,
maar in de grond gezonde economie. Sy
rië daarentegen krygt steun voor grootse
projecten tegen lage rentevoet, houdt een
grote mate van vryheid by de uitvoering
daarvan, zelfs de vrijheid van de Sovjet-
steun geen gebruik te maken. Het kan
tenslotte menen zijn zelfrespect te behou
den, omdat het immers zelf uiteindelyk
betaalt. Enige inflatie en belastingver
hoging zullen trouwens onvermijdelijk
zijn. Het feit dat de communistische Sov
jet-Unie de economische aspecten van zo'n
hulpprogram op zuiver zakelyke basis
grondt, moet het Westen, dat veelal tot
vaderlijk-superieure weggevertjes geneigd
was, ernstig te denken geven!
Er zit voor het Westen nog een kwade
kans in dit gedrag. Wanneer de exploratie
door de Russische experts inderdaad tot
belangrijke olievondsten zou leiden, dan
komen de westelijke oliemaatschappijen
in het gedrang. Want voor het eerst zou
een land in het Nabije Oosten dan ver
moedelijk zijn eigen olie winnen. Men mag
althans aannemen, dat de Russen de gou
den propagandakans om de Syriërs ook
daarin technisch bij te staan tegen ge
ringe kosten, niet zullen laten lopen. In
dat geval zullen de fifty-fifty concessies
van de westelijke maatschappijen geen
lang leven beschoren zijn.
Maar zelfs als deze Syrische droom niet
verwezenlijkt wordt, heeft het Kremlin
reden tot glimlachen. Want welke formele
vrijheden Syrië zich ook voorbehouden
heeft, het pact met Mefisto is gesloten,
het blad met taartjes, dat de rode duivel
hen voorhoudt, is een verleiding, die de
zich veelal te slim wanende Syriërs
steeds verder op de weg naar Moskou
zal kunnen lokken.
President Sjoekri el Koewatli van Syrië
steekt de hand op ten groet aan de
gewapende macht en autoriteiten bij
zijn aankomst in Harasta, een plaatsje
ten noorden van Damascus, waar „de
week der verdedigingswerken" werd
geopend. Onze reisredacteur heeft
zaterdag in ons blad een levendig oog-
getuigeverslag gegeven van het steken
van de eerste spade voor een loopgraaf
door de Syrische president.
Knikkerende jongens hebben in de
Kockstraat te Den Haag onder een kelder-
rooster van een der huizen een grote hoe
veelheid goud, meest sieraden, waaruit de
edelstenen waren verwijderd, gevonden.
De „schat", die kennelijk afkomstig is van
een inbraak bij een juwelier, was geborgen
in twee zakjes. De waarde van het gesto-
lene was, voor het werd gesloopt, zeker
tienduizenden guldens.
Een elfjarige jongen ontdekte het ver
borgen goud. Er was een stuiter in het
rooster gerold en toen hij deze eruit wilde
halen vond hij de twee zakjes met ver
wrongen en beschadigde sieraden, meer
dan honderd gouden ringen, hangers en
broches.
De jongen snelde ermee naar huis, waar
zijn moeder de politie waarschuwde. Om
dat er zoveel gouden ringen bij zijn, staat
het voor de recherche vast. dat de sieraden
hij een juwelier moeten zijn gestolen.
A ntwoord
Omdat bij Karei de voordeur, vanwege
het buiten spelend nageslacht, tóch altijd
op een kier staat, stapte ik, zonder de bel
te beroeren, naar binnen. In de huiskamer
vond ik hem verdiept in het damesblad
waaruit zijn vrouw wekelijks met grote
hardnekkigheid alle recepten en breipa-
tronen knipt, om die daarna secuur op te
bergen en voor altijd te vergeten
„Wel even iets anders dan Simon Vin
kenoog", zei ik en ik ging naast hem zitten
op de bank van het Pas-maar-aan ameu
blement.
„Toch heel leerzaam", antwoordde Karei
met ernstig geheven wijsvinger. En hij las
hardop:
„Wees verstandig, meisje, en vergeet die
al te charmante buurman. Hij probeert het
met elk meisje aan te leggen en je moet
dat avontuurtje tussen jullie maar als een
droom beschouwen. Wees blij dat het geen
nachtmerrie geworden is".
„Dat is de rubriek „Zonnebloem weet
raad", zei ik prompt, want mijn vrouw
leest óók zo'n periodiek. Maar Karei sprak:
„Mis! In dit fraai geïllustreerde tijd
schrift heet die vraagbaak voor het zwakke
geslacht „Vraag het aan Tante Coba".
Jammer eigenlijk, dat er voor mannen niet
zoiets bestaat. Jij zou best een gezellige
Oom Henk zijn, die elke week raad geeft
in moeilijke mannelijke zaken. Zo in de
geest van: Beste vriend, als die chef van
je werkelijk zo'n stuk ellende is als je
schrijft, dan is er maar één oplossing; ruim
hem uit de weg. Ik zal je een lijstje sturen
met. pocketbooks, waarin verschillende
pijnloze methodes haarfijn zijn beschreven.
Veel succes, hoor!"
„Prima", zei ik waarderend. „Maar ik
zou geen Oom Henk willen heten. Dat doet
teveel aan het kleuteruurtje denken. Wat
dacht je van Neef Bas? Dat suggereert
meer de vermanende ernst waarmee je al
te levenslustige vragenstellers hun vet
moet geven".
Ik ging voor hem staan en sprak zeden-
meesterig:
„Ja, kerel, die avontuurtjes met dat
knappe verkoopstertje moeten nu maar
eens ophouden. Per slot van rekening ben
je getrouwd. Zeg haar dus eerlijk waar het
op staat en jok je vrouwtje niet steeds voor
door vergaderingen te fantaseren, die
Op dat moment bemerkten wij, dat Ka
reis achtjarige zoon in de kamer stond en
de monoloog ademloos beluisterde. Z'n
vader sprong op en riep met honingzoete
stem:
„Zo Freddie, kom jij eens kijken hoe die
meneer en Pappie een leuk toneelstukje
aan 't repeteren zijn?"
Freddie gaf geen antwoord en verdween
even geruisloos als hij gekomen was. Maar
toen ik naar huis ging, zag ik hem bij de
buren op het hekje zitten.
„Dag Freddie", zei ik innemend.
Hij keek mij donker aan en sprak:
„Ik wacht op Mammie. En ik zal het
lekker vertellen. Dat Pappie tegen haar
jokt
Ik denk dat het voor Karei wel schrijven
zal worden. Naar dat damesweekblad, met
een postzegel voor persoonlijk antwoord.
Ik ben benieuwd of Tante Coba er weg
mee weet.
Arn. de Vita
ADVERTENTIE
St. Nicolaas is reeds in zicht
ATELIER
Lange Veerstr. 11-13 - Haarlem
Telefoon 11178
In het raadhuis van Bolsward heeft het
college van Gedeputeerde Staten van
Friesland maandagmiddag de tweejaar
lijkse Friese prijs voor litteratuur, de Gijs
bert Japicxprijs, uitgereikt. Dit keer werd
deze toegekend aan de Friese dichter D. A.
"amminga voor zijn in 1956 verschenen bun
del „Balladen". De prijs bestaat uit een
oorkrpde en een bedrag van zevenhonderd-
vijftig gulden.
ROTTERDAM. Kwaadwilligen,
die men helaas niet heeft kunnen op
sporen, hebben het looze gerucht ver
spreid, dat de spaarbank weldra hare
betalingen zou moeten staken. Hoezeer
het publiek aan dergelijke booze in
fluisteringen gehoor geeft, bleek wel
dra, want van 's morgens vroeg tot
's avonds laat verdrong zich een opge
wonden menigte voor de bank en dit
ging ook den volgenden dag zoo door.
Iedereen, die dat verlangde, kreeg ech
ter zijn spaargelden terstond terug en
zoo betaalde dë spaarbank in enkele
dagen f 700.000 terug. Daarna luwde de
stormloop, vooral toen de directie op
aanplakbiljetten bekend liet maken,
dat zij voor een millioen aan gereed
geld beschikbaar had voor eventueele
terugbetalingen. Des avonds joelden
nog opgeschoten jongens om het ge
bouw en wierpen er eenige ruiten in,
doch den volgenden morgen kwamen
nog slechts enkelen hun geld opeisen,
gevolgd door menigeen, die de spaar
duitjes weer terugbracht. Het is voor
gekomen, dat sommigen hun spaar
boekjes met f 100 voor f 30 hadden ver
kocht, hetgeen zij een dag later diep
moesten betreuren. Men speurt nog
naar de aanstichters van het kwaad en
begrijpt niet, welke redenen zij voor
het verspreiden van het booze gerucht
hebben gehad, dat zooveel consternatie
veroorzaakte, dat de politie met mili
tairen moest worden versterkt,, om de
menigte bij de spaarbank in bedwang
te houden.