Veertig jaar in de bres tussen
de kerk en de wereld
Bestedingsbeperking kan niet
het laatste woord zijn
De laatste der Kaninefaten"
werd in Egmond 75 jaar
'o Moderne reparatieinrichting
Horlogerie „Suisse"
grieven aan
cis rsclactie
Bantling's strijd voor de ontmoeting
van religie en socialisme
Vergroting van de produktie en
van de export noodzakelijk
Ook de KAB ziet af van
looncompensatie-eisen
Moeilijke jeugd
Nog steeds overleg over de
zoutschade op Walcheren
Heringa Wuthrich
Kerkelijk Nieuws
Twee bloemenexposities
in Lisse
„Wallramit"-fabriek te
Hardenberg geopend
MINISTER ZIJLSTRA:
Sprong in de ruimte
ZATERDAG 16 NOVEMBER 1957
MAANDAG is het veertig jaar geleden,
dat prof. dr. W. Banning, een der
vurigste y veraars voor de „verantwoor
delijke maatschappij" zoals die door de
oecumenische beweging bepleit wordt,
als predikant bevestigd werd. Hoewel
er op verzoek van prof. Banning aan
dit jubileum niets „gedaan" zal worden
is er toch aanleiding, het werk en het
denken van deze veelzijdige geleerde
nog eens in het licht te stellen, temeer
omdat hy binnenkort op 21 februari
1958 zeventig jaar wordt. Daar het
uiteraard ondoenlijk is, in een kranten
artikel alle facetten van het fenomeen
Banning recht te laten wedervaren,
hebben wij ons beperkt tot de belang
rijkste aspecten en daarbij tevens
een poging gedaan om de lezer een
indruk te geven van de mens Banning,
zoals zyn vrienden hem kennen.
x>ooocooooooooooooooooooooooocoocooc<
Ook de KAB is bereid, de rust in de
onen te bewaren, mits de prijzen gestabili-
-eerd blijven en zo mogelijk verlaagd
worden bij daling der grondstoffenkosten.
Bovendien moet de regering tijdelijk kin
dertoeslag verhogen en vooral de laagst-
bezoldigde groepen met niet-verdienende
kinderen compensatie te geven voor de
verhoogde kosten van levensonderhoud.
Dit verklaarde vrijdag aldus de KAB-
voorzitter de heer A. J. Middelhuis, die
verder zei zich voor 1958 in dit opzicht niet
Ie willen binden. „Bij een conjunctuurwis-
iêling of een verdere verslechtering aan
eet prijzenfront houden wij ons het recht
voor om looncompensatie te eisen.
HORLOGE in goede handen is.
Vraagt vrijblijvend prijsopgave.
Eigen graveerinrichting l
Horloges - Wekkers - Pendule^ -
Tafelzilver - Sola - Goud en
Zilver.
Barteljorisstraat 1 - Tel. 13131 - H'lem
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Sliedrecht J. Noltes te Ernst.
Aangenomen het beroep van de Prov.
Kerkvergadering van Zuid-Holland tot
predikant voor buitengewone werkzaam
heden A. P. van der Made, oud-predikant
van 's-Heerenhoek.
Geformeerde Kerken
Bedankt voor Exeter (Ontario, Canada)
C. L. Timmermans te Sint Pancras.
Beroepen te Delft (vac. E. de Vries) H.
D. Bakker te Tholen-Poortvliet, te Leer
dam G. Hengeveld te Woubrugge.
Geref. Kerken onderh. art. 31 K.O.
Tweetal te Rotterdam-Kralingen Z. G.
"an Oene te Sliedrecht en G. Spijker te
Bedum.
Gereformeerde Gemeenten
Beroepen te Slikkerveer J. B. Bel te
Krabbendijke.
Chr. Gereformeerde Kerken
Beroepen te Leeuwarden A. Hilbers te
E'ischedé-West.
In de Bloemlusthal in Lisse zal de stich
ting „Bloemlust" in de komende maanden
twee bloemententoonstellingen organiseren.
Be kerstexpositie wordt gehouden van 23
tot en met 28 december. De tweede bloe
mententoonstelling is van 25 februari tot
on met 1 maart. Dan zal ook de mechani-
latietentoonstelling worden gehouden. Het
bestuur van „Bloemlust" houdt overigens
de mogelijkheden om weer in het buiten-
id te exposeren in het oog.
Verkort weergegeven)
Begaafdheid. In uw courant van 13
november j.l. las ik een verslag van een
lozing over de zorg voor de sociaal labiele
jeugd. Hierin wordt o.a. gezegd: „De
ónderen die voor plaatsing in aanmerking
komen zijn in aanleg normaal. Sterk ge
stoorde of verwaarloosde kinderen worden
niet opgenomen, wel zwakbegaafde en
dobiele". Wordt debiliteit gerekend tot de
normale variatiebreedte van de aanleg?
Natuurlijk zijn de inrichtingen voor debie
len en labielen nodig en moeten zij zo goed
hogelijk zijn. Maar waarom is er nog
n'et een enkele school voor méér-begaaf-
don, waardoor naar mijn vaste overtuiging
keel wat ontwikkelingsmogelijkheden ge
buikt zouden kunnen worden, die thans
dour ondoelmatig en niet aangepast on
derwijs verloren gaan. Misschien dat de
ïebleken Russische voorsprong op het ge-
"ied van technische prestaties in deze ook
een stimulans kan zijn.
F. HARTSUIKER.
Er hangt een bijna tastbare spanning in het hervormde kerkje van Haarlo in
de Gelderse Achterhoek. Vandaag, 18 november 1907, zal de nieuwe predikant
zijn intree doen - en van heinde en ver zijn de boeren in hun sjezen „naar dorp"
gekomen om de grote gebeurtenis bij te wonen.
Maar als de tengerebleke jonge man, nog geen dertig jaar oud en kersvers
„van de schoolbanken precies om tien uur de kansel bestijgt, gaat er een zucht
van verbazing door het stampvolle zaaltje. De onderkomen gestalte op de preek
stoel vormt dan ook wel een schril contrast met de welgedane bulderbassen van
domines waaraan de kerkgangers sinds generaties gewend zijn. Nog vóór de
preek begint, is het vonnis dan ook geveld: „Moar 'n moager krielhoantjen!"
Dan begint de nieuwe te spreken. Rustig eerst, maar met laaiende uitvallen.
Al preekt hij anders dan anderen, minder zalvend en galmend, toch weet hij
het op zijn eigen manier best te vertellen. Hij gebruikt weinig teksten, maar veel
voorbeelden uit het dagelijks leven. Zijn woordkeus is eenvoudig, zijn „voor
dracht" levendig en boeiend. Fel schitteren zijn ogen als hij tekeer gaat tegen de
„gesel van de drank". En dan die driftige ruk met het hoofd, waarmee hij
telkens zijn weerbarstige kuif tot de orde roept! Haarlo zit er met open mond
naar te kijken. En als de dienst afgelopen is, schuifelen ze stil en timide de
kerk uit. „Misschien is dominé meer een kemphoantjen," grinniken ze een
oordeel dat later door de feiten ruimschoots bevestigd zal worden.
Zo maakte professor dr. Willem Ban
ning veertig jaar geleden zijn entree in
het predikambt na een moeilijke en veel
bewogen jeugd, die begonnen was in een
arbeidersgezin in Friesland. Zijn vader
was een visser die 's winters als los werk
man allerlei kleine klusjes op de wal vei--
richtte en daarmee ternauwernood het
brood voor zijn gezin verdiende. In dit
armelijke milieu werd Willem Banning
in februari 1888 geboren. Reeds op de
lagere school gaf hij blijk van een scherpe
intelligentie. „Het ware zonde en jammer",
zo schreef de Makkumer bovenmeester,
in een briefje bij Willems eindrapport,
„zoo deze leerling geen voortgezet onder
wijs zoude kunnen volgen, omdat ik van
hem nog zeer vele goede dingen meen te
mogen verwachten. Ik moge U, zijn
ouders, dan ook hartelijk adviseren, hem
daartoe, indien slechts eenigszins moge
lijk, in de gelegenheid te stellen".
Nog hetzelfde jaar ging Willem Ban
ning op rijkskosten voor onderwijzer stu
deren aan de Rijkskweekschool te Haar
lem, welke in die tijd de naam had „een
broeinest van socialistische activiteiten"
te zijn. In feite kwamen vele leerlingen
precies als Banning, uit behoeftige gezin
nen van arbeiders, kleine middenstanders
en onderbetaalde onderwijzers, zodat er
onder hen inderdaad een „progressieve"
geest heerste. Eén uitvloeisel daarvan was
onder andere de Kwekelingen Geheelont-
houdersbond, waarin de jonge Banning
van meet af aan een werkzaam aandeel
had. Oude Haarlemmers weten zelfs te
vertellen dat hij stel u voor! zelfs
met spandoeken voor de „afschaffing"
door de stad placht te lopen.
Prof. Banning zal even-glimlachen als
ge hem aan die wilde jeugdjaren herin
nert. „Wat wisten wij. jongens van zestien,
zeventien jaar, nog van het socialisme, en
hoe konden wij ons er een oordeel over
vormen?.", zegt hij. „Voor mij kwam dat
pas, toen ik in Hoorn als jong onderwijzer
kennismaakte met ds. Tenthof, een der
eerste „rode" predikanten, en Marx ging
leSen". Die combinatie, Tenthof en Marx,
heeft waarschijnlijk de basis gelegd voor
Banning's overtuiging, dat religie en so
cialisme geen onverenigbare grootheden
zijn, doch integendeel elkaar op harmo
nische wijze kunnen aanvullen in individu
en gemeenschap. Een overtuiging, die se
dertdien bij hem tot een rotsvast geloof is
uitgegroeid, en die tevens zijn levensdoel
heeft bepaald.
Glad op de stoel
Daarom heeft hij het onderwijs al na
enkele jaren vaarwel gezegd om in Leiden
theologie te gaan studeren. Zijn grote so
ciale gevoel en de erfenis van thuis leid
den ertoe, dat hij zich in Leiden tevens
ging verdiepen in allerlei sociologische
vraagstukken, in de sociale ethiek vooral,
waarover hij later en ook thans nog
zoveel baanbrekende visies ontwikkelen
zou.
Wat hij nog van zijn eerste jaren als
predikant onthouden heeft, de tijd van
Haarlo en Sneek? „Toen ik in 1919 Haar
lo zou verlaten, kwam de kerkeraad bij
mij om me te bedanken en tevens om me
te vragen, hen te willen helpen bij het
aanwijzen van mijn opvolger". „Maar
denk erom, dominee", zei de voorzitter,
„we willen d'r wel weer een hebben, die
net zo glad op de stoel als u is (die goed
praten kan), maar hij mot niet zo fel pre
ken tegen de drank en het kapitaal!".
Eert tik van Barchem
In Sneek heeft ds. Banning gestaan tot
1928, toen hij benoemd werd tot directeur
van de vereniging De Woodbrookers in
Barchem. Reeds enkele jaren tevoren had
hij kennis gemaakt met deze uit Engeland
Aan de totstandkoming van een rege
ling voor vergoeding van zoutschade als
gevolg van de inundatie van Walcheren in
1944 en van de watersnood in 1953 wordt,
zo verneemt het ANP van de zijde van het
ministerie van Volkshuisvesting en Bouw
nijverheid, nog steeds gewerkt. De onge
kende omvang van de door het zout aan
gerichte schade heeft het nodig gemaakt
nauwkeurig te onderzoeken welke maat
regelen hiertegen genomen zouden kunnen
worden. Dit heeft tot gevolg gehad, dat
onder meer door de organisatie Toege
past Natuurwetenschappelijk Onderzoek
(T.N.O.) in de afgelopen jaren allerlei
technische proeven zijn genomen. Dit on
derzoek is nu ongeveer tot een einde ge
komen, zodat thans een inzicht in de ver
schillende mogelijkheden is verkregen.
De financiële afwikkeling van de zout
schade vordert een geheel eigen aanpak,
omdat in de wet op de watersnoodschade
de mogelijkheid is geopend tot afkoop van
de te verwachten herstelkosten der zout
schade. Over een en ander is nog inter
departementaal overleg nodig. Met het
oog op de lange tijd, welke reeds is ver
lopen wordt er naar gestreefd dit over
leg zoveel mogelijk te bespoedigen.
stammende beweging, die recht- en vrij
zinnigen, kerkelijken en onkerkelijken bij
eenbrengt op basis van „een oprecht ver
langen naar God". De Woodbrookers ken
nen geen bindende belijdenis, laten ieder
gaarne het zijne, maar zoeken een gods
dienstige verbondheid-in-verscheidenheid,
in een geest van eerbied en openheid voor
iedere medemens, die „als vanzelf" tot een
eenvoudige democratische levensvorm
leidt. „Dit Barchem", zo zegt prof. Ban
ning, „is voor mijn geestelijke vorming
van beslissende waarde geweest. Met
grote dankbaarheid denk ik terug aan al
les wat ik daar heb mogen leren èn af
leren. Iedereen die „een tik van Barchem"
gehad heeft, staat daarna heel anders
tegenover het leven en zijn medemens,
maar voor mij geldt dat dubbel. Diep
heeft het mij getroffen toen het bestuur
van de Woodbrookers (een niet-politieke
vereniging), mij, een uitgesproken socia
list, benoemde tot directeur van Barchem,
terwijl ik met enkele mede-socialisten later
in de gelegenheid werd gesteld, in Bent
veld een zelfstandige Arbeidersgemeen
schap van de Woodbrookers op te richten.
Dat was een stukje geestelijke „door
braak" avant la lettre, dat voor de latere
gedachten omtrent een ontmoeting tussen
de arbeiders en de religie van grote be
tekenis geweest is".
Terug naar Haarlem
Kort na de Duitse bezetting, in juni 1940,
deed ds. Banning, die inmiddels op een
proefschrift „Jaurès als denker" tot doc
tor in de' godgeleerdheid gepromoveerd
was,, zijn intrede als predikant van de
Vereniging voor Vrijzinnig Hervormden
in Haarlem. Al in zijn eerste spreekbeurt
gaf hij duidelijk te verstaan, hoe de zaken,
wat hem betreft, lagen: „Dé stem Gods
moet worden doorgegeven; een ander doel
heeft de kerk niet". Hij werd een zeer ge
ziene voorganger en een raadgever voor
allen. Helaas heeft hij niet lang in Haar
lem kunnen zijn. In 1942 voerden de Duit
sers hem als gijzelaar naar St. Michiels
gestel. Na zijn vrijlating, anderhalf jaar
later, mocht hij niet naar Haarlem terug
keren en werd hij predikant in Naaldwijk.
In de gijzeling had dr. Banning, samen
met dr. Gravemeijer en prof. Van Oyen,
het ontwerp gemaakt voor de naoorlogse
gemeenteopbouw in de Nederlands Her
vormde kerk. In diezelfde tijd legde hij
met enige politieke vrienden in het diep
ste geheim de grondslag voor de Neder
landse Volkspartij, waarvan hij in 1945
voorzitter werd en waaruit later de Partij
van de Arbeid is voortgekomen. Ook de
blauwdruk voor deze „doorbraakpartij"
droeg voor een aanzienlijk deel Bannings
stempel. Prof. dr. H. van Oyen kwalifi
ceert hem in dit verband als „een der be
langrijkste stuwende krachten voor de be
wustwording der nieuwe zedelij k-reli-
gieuze normen, die met deze nieuwe maat-
schaopelijke ordening gepaard dienen te
gaan".
De jaren die nu volgden, moeten veel
van Banning gevergd hebben. In 1945
werd hij met ds. Pop benoemd tot hoofd
docent van „Kerk en Wereld", het inter
naat voor de opleiding van „w.i.k.a.'s"
(werkers in kerkelijke arbeid), dat een
geheel nieuwe klasse van beroepskrachten
in de Hervormde Kerk schiep. Het idee
van die wika-opleiding was van hem, de
details werden door anderen uitgewerkt.
Tot 1953 hebben de jongelui, die hier in
vierjarige cursussen geschoold werden tot
evangeliserende jeugdleiders, vormings-
lèiders en maatschappelijke werkers, ge
profiteerd van zijn kennis der cultuurge
schiedenis (hij doceerde er „bronnen"),
maar ook van zijn grote levenservaring,
wijsheid en hartelijkheid. En ook nu, na
zijn pensionering, komen vele oud-cursis
ten nog zijn raad en steun zoeken wan
neer zij met moeilijkheden zitten. En wie
Banning kent die weet, dat zij nooit ver
geefs aankloppen.
Emeritaat, maar geen rust
Veel voldoening moet het prof. Banning
gegeven hebben, toen hij in 1946 benoemd
werd tot buitengewoon hoogleraar in de
kerkelijke sociologie in Leiden aan de
zelfde universiteit waar hij voor dertig
jaar als jong student zijn liefde voor de
sociologie ontdekte. In februari 1953 werd
orof. dr. W. Banning vijfenzestig. Dat be
tekende het einde van zijn loopbaan als
predikant, als docent en stimulator van
„Kerk en Wereld", de wika-opleidingen en
het Hervormd Seminarie. Op 1 september
van dat jaar kreeg hij wegens het berei
ken van de leeftijdsgrens tevens eervol
ontslag als directeur van het Sociologisch
Instituut der Hervormde kerk. Maar over
kalm op zijn lauweren rusten dacht hij en
denkt hij ook nü nog niet. De colleges in
Leiden, zijn redacteurschap van Tijd en
Taak, Socialisme en Democratie, Wending,
Mens en Maatschappij en andere tijd
schriften, zijn vele studies en boeken (bin
nenkort verschijnt van zijn hand weer
een nieuw boek, een vergelijking tussen
de maatschappelijke problemen van de
Amerikaanse, Europese en Russische sa
menleving), dat alles verschaft hem nog
werk in overvloed. Dan zijn er de talrijke
lezingen en referaten voor allerlei ver
enigingen en organisaties, waaronder zijn
befaamde toekomstvisies en voorts
komt men bijna dagelijks zijn advies vra
gen over de meest uiteenlopende politieke,
economische, sociale of ethische pro
blemen.
„Bewogen wijsheid"
Zijn dagen zijn met dat alles zo druk
bezet dat er zelfs voor de oude vrienden
in Bentveld weinig tijd meer overschiet.
Eens of tweemaal per jaar komt hij er
nog een lezing, houden, een congres leiden
of zomaar eens rondneuzen, een vriende
lijke, rustige man, aan wiens felle ogen
echter niets ontgaat. „Nog geen gordijnen
voor de bibliotheek?", vroeg hij bij zijn
laatste bezoek. „Koop ze maar, ik betaal
de helft eraan mee!"
Geen wonder, dat prof. Banning een
graag geziene gast is in Bentveld, in Bar
chem, in Driebergen en overal elders
waar hij ooit een voet over de drempel
zette of een vinger in de pap had. Hij
kent alle namen en voor iedereen heeft
hij steeds een vriendelijk woord, ook voor
de eenvoudigste functionarissen.
Ook nu, zijn bijna zeventig jaren ten
spijt, heeft hij nog niets aan strijdvaardig
heid ingeboet. Als hij zijn idealen ver
dedigt voor een volle zaal of in de kring
van intimi, schitteren zijn ogen nog net
zo vervaarlijk als een veertig jaar geleden.
En ook de weerspannige kuif staat nog
even agressief overeind, al is hij wel
vergrijsd in de strijd. De hartstochtelijke
felheid van de kemphaan is er nog, maar
het is een felheid getemperd door ver
draagzaamheid, begrip en wijsheid. „Wat
in Banning boeit", zo zegt zijn oude vriend
ds. Pop van „Kerk en Wereld", dat is niet
alleen zijn kennis, maar vooral zijn be
wogen wijsheid, zijn diepe respect voor, en
zijn grenzenloze trouw aan de medemens,
hoe vaak die medemens hem ook ver
guisd en miskend mag hebben. Hij is een
groot man en een volledig mens!"
Bij de opening van de nieuwe vestiging
te Hardenberg van de Hardmetaalmaat-
schappij n.v. Wallramit te Maassluis heeft
de president-directeur dezer n.v., de heer
M. A. Mühleisen, vrijdag gezegd dat de di
rectie genoopt was naar andere gebieden
om te zien omdat zij arbeidsschaarste te
Maassluis vreesde als gevolg van de ves
tiging en uitbreiding van grote indus
trieën aldaar.
Het ministerie van Economische Zaken
maakte de directie attent op de mogelijk
heden in noordoost-Overijsel. De heer
Mühleisen meent dat er hier de eerste
jaren nog volop werk zal zijn voor zijn
bedrijf, dat behoort tot de toeleveringsbe
drijven.
De burgemeester van Hardenberg, de
heer J. A. M. van Oorschot, zei dat zeven
honderd inwoners van zijn gemeente bui
ten hun woonplaats werken. De vestiging
van de nieuwe fabriek opent onder meer
mogelijkheden voor jongelui die van de
technische school komen. Namens het in
dustrieschap noordoost-Overijsel sprak
burgemeester De Goede van Gramsbergen.
Haarlem
CENTRALE VERWARMING
JOHNSON OLIEBRANDERS
In zijn memorie van antwoord aan de
Tweede Kamer merkt de minister van
Economische Zaken omtrent de economi
sche situatie op, dat hij 11 e huidige moei
lijkheden als een verstor.ng van het even
wicht in een sterk expanderende econo
mie wil kenschetsen. Zonder te willen
ontkennen, dat de economische expansie
in het afgelopen jaar te ver is doorge
schoten, wil hij echter nogmaals onder
strepen, dat over een enigszins langere
periode bezien deze expansie voor onze
volkshuishouding belangrijke vruchten
heeft afgeworpen. Van meer betekenis
nog dan het omzien op de afgelegde weg
is uiteraard het richten van de blik op de
toekomst. Wanneer dit geschiedt kan be
stedingsbeperking niet het laatste woord
zijn, doch dient het streven uiteindelijk te
worden gericht op verdere versterking
van de grondslagen van onze economie.
Het voornaamste economische pro
bleem, waarvoor ons land staat, is het
vinden van een harmonische verhouding
tussen de conjunctuur- en de structuur
politiek, hetgeen naar de mening van de
minister slechts kan geschieden door bij
59
De in Kennemerland ver
maarde Egmonder, oud-zee
man, strandwachter stroper
en jutter Klaas Schol heeft
gisteren zijn 75ste verjaar
dag gevierd. Hij wenste dit
feit „stil te laten voorbij
gaan" Klaas verblijft
sinds kort als oud-zeeman
in de Prins Hendrikstich
ting te Egmond maar
velen hebben hem toch hun
felicitaties doen toekomen.
Menig jachtopziener en
ook menig kantonrechter
zullen hem nog een lange
rustige oude dag gunnen op
grond van de herinnering
aan zijn altijd sportief op
treden.
Door zijn geboorte te Eg
mond is Klaas Schol een
z.g. „Zuienaar" en geen
„Noord-ender", dus.heeft
hij nooit een voet op het
strand ten noorden van zijn
geboorteplaats gezet. „Ook
een jutter weet wat tradi
tie is." Volgens een familie
legende stamt hij af van
de Vikingers en, in vrouwe
lijke linie, wellicht van de
Baskien.
In Kennemer kringen
wordt hij als de „laatste der
Kaninefaten" beschouwd;
zelf heeft hij zich altijd een
ras-echte „konijnenvatter"
genoemd.
Klaas Schol is er trots
op nooit met de straf-
rechter in aanraking te zijn
geweest. Voor „meneertje",
voor de kanton rechter
is hij overigens vele malen
verschenen. Meer dan vijf
tig maal heeft hij zich ho
ren veroordelenzo goed
als steeds wegens overtre
ding van de jachtwet.
Zijn eerste straf liep hij
op toen hij goed en wel 11
jaar was: vier dagen arrest
wegens „lopen op verboden
duinterrein achter de kerk".
Bij zijn laatste veroor
deling nog niet zo heel
lang geleden stelde de
kantonrechter Schol voor
met een lichte straf te zul
len volstaan als hij maar
wilde beloven dat het nu
uit zou zijn met stropen.
Klaas verwierp dit aanbod
prompt, „want, edelacht
bare, als men iets belooft
moet men zijn woord hou
den en ik sta nu al te be
denken, hoe ik mijn klan
ten met kerstmis hun wild
moet bezorgen".
matiging van de binnenlan ise bestedin
gen gelijktijdig te streven naar vergro
ting van de produktie en versterking van
de exportpositie.
Over de resultaten van de bestedings
beperking zegt de minister, dat het zich
laat aanzien dat zowel het gezinsverbruik
als het totaal der reële overheidsuitgaven
voor het gehele 'opende jaar qua volume
ongeveer op hetzelfde peil ligt als in
1956. Weliswaar zijn beide bestedings
componenten in geld gemeten nog geste
gen, doch dit is toe te schrijven aan de
opgetreden prijsstijging. Niet ontkend kan
worden, dat deze prijsstijging voor de la
gere inkomenscategorieën een relatief
zwaar offer betekent. Wat ten slotte het
verloop van de investeringen betreft, is
de beperking hier tot dusverre betrekke
lijk gering geweest, zodat voor het gehele
jaar 1957 nog een zekere volumestijging
wordt verwacht, zij het dat deze kleiner
zal zijn dan in 1956.
De stijging van het investeringsvolume
is echter voornamelijk gelokaliseerd in
de eerste maanden van dit jaar, terwijl
thans reeds een zekere '^entering in de
investeringsgeneigdheid valt waar te ne
men.
Middenstand
Over de economische positie van de
middenstand zegt de minister, dat hij af
gezien van het feit, dat de sociale lasten
relatief zwaarder op he1 midden- en
kleinbedrijf drukken dan op het grotere
bedrijf, van mening is, dat in het alge
meen gesproken niet kan worden gezegd,,
dat de lastenveizwaringcn, die voort
vloeien uit de invoering van de A.O.W.
en de wijziging van de I.uurwet noch voor
de middenstand als geheel, noch voor de
kleinere ondernemingen in de midden
stand in het bijzonder, in vergelijking
met het overige bedrijfsleven, onevenre
dig zwaar zouden drukken. Het is im
mers toch zo, dat de kostenstijgingen,
welke voortvloeien uit de verhogingen der
lonen en van de sociale lasten niet of
weinig op deze ondernemers drukken. Een
groot deel van hen heeft namelijk geen
personeel in dienst. De huurverhoging
speelt slechts een rol bij die groep van
middenstandsondernemers, welke hun be
drijfspand niet in eigendom bezitten. De
minister ;s evenwel, wanneer aan de
hand van concrete cijfers blijkt, dat in
éen of meer branches toch van een on
evenredige lastenverzwaring sprake zou
zijn, gaarne bereid zich te beraden, hoe
hieraan tegemoet zou kunnen worden
gekomen.
Op de vraag of het prijsbeleid niet meer
kan worden ingesteld op de moeilijker
wordende positie van de kleinere onder
nemers, antwoordt de n.inister, dat een
afzonderlijk prijsbeleid vooi de kleinere
ondernemingen hem niet voor verwezen
lijking vatbaar lijkt. Wel zal in het kader
van het algemene prijsbeleid zoveel mo
gelijk met de structuur van het midden-
en kleinbedrijf rekening worde gehou
den.
Cadeaustelsel
Over de beperking van het cadeaustel
sel, speciaal over het t'en geschenke ge
ven van branche-vreemde goederen, zegt
de minister, dat verschillende onderne
mingen hun toevlucht hebben genomen
tceen systeem, waarbij de ondernemer
branche-vreemde goederen ten verkoop
aanbiedt tegen betaling van een lagere
dan de normale, doch niet tegen een voor
de schijn gevraagde prijs. Hoewel dit
systeem niet in strijd is met de Wet Be
perking Cadeaustelsel, valt nog te bezien
of de verschillende vormen, waarin het
zich voordoet in overeenstemming zijn
met de eisen, welke de -estigingsregelin-
gen terzake stellen. Hiernaar wordt op dit
ogenblik een onderzoek ingesteld.
Sigarettenprijs
Met betrekking tot de vraag of bij de
komende prijsverhoging van sigaretten,
veroorzaakt door de aangekondigde ver
hoging van de omzetbelasting, mede met
de positie van de handel in tabaksartike
len zal worden rekening gehouden, wijst
de minister erop. dat op het ogenblik nog
ni t gezegd kan vvorden hoe dr komende
prijsverhogingen op de marges in de han
del zullen uitwerken. Hij volgt de ont
wikkeling nauwlettend.
N.V. MIJ. „HOLSTER". OVERYEEN
Centrale verwarming
Airconditioning
Aut. oliestook
Olie op de golven. Kapitein Eduard
Boshoven, gezagvoerder van het Neder-
andse motorschip „Naess Commander" is
oeboet voor het doen uitstorten van olie
in Britse wateren. Hij moest een boete van
510 pond betalen.
ADVERTENTIE
met bekwame vakmensen geeft u de
zekerheid, dat uw kostbare
GROTE KEUZE
naast reisbur. LISSONE-LINDEMAN
(Van een onzer redacteuren
Eén ding is niemand die professor Ban
ning kende, ooit geheel duidelijk gewor
den: Waarom is een man als hij die over
zoveel kennis, gaven en ervaring beschik
te, en die bovendien in de politiek zijn
formaat bewezen heeft hij was zeven
jaar lid van het partijbestuur der S.D.A.P.
en later één der grondleggers van de
P.v.d.A. nooit een ministerschap ver
vuld of een Kamerzetel bezet? We hebben
het hem op de man af gevraagd en glim-
lachtend antwoordde hij: „Och, ik ben nu
eenmaal dominee en geen politicus. Gods
dienstig denken is heel iets anders dan po
litiek denken. De paar dominees die ik
in de politiek heb zien optreden, zijn trou
wens allemaal mislukt, tot Abraham Kuy-
per toe. De enige bij wie ik twijfel is Tal-
ma, die ook wel mislukte maar althans
niet door eigen schuld. Met hun voorbeeld
voor ogen ben ik maar predikant ge
bleven".
„En hel Kamerlidmaatschap?"
Wéér die glimlach, maar nu zonder
commentaar. Soms is zo'n stille glimlach
de hoogste wijsheid en professor Banning
is óók in dit opzicht een zeer wijs
man
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
Monsieur Bresse, lid van de lucht
vaartclub van Caen kwam onlangs met
een „Piper Cub" terecht in een eiken
bos. De brandweer is zeven uur in de
weer geweest om de onfortuinlijke
vlieger uit zijn hoge positie te bevrij
den. Het lichte toestel zakte onderwijl
steeds dieper in de kruinen van
de bomen.
ADVERTENTIE
Tel K 2500 - 15597 en 19057