Haarlemse raad ontevreden over
goedkeuringsbeleid Den Haag
N SO N
Hotel
Motie-Spek werd uitgesteld,
motie-De Leeuw aanvaard
iwy
zoom
HOUTVESTER
X
Raadsleden zijn benieuwd naar
uitbreidingsplan Spaarndam
waarom
kijkt u
niet eens
bij
BESPREKINGEN VOLKSHUISVESTING
1 manchester
dan een gewone KLt-a
Sinterklaas
Spek (A.R.) gekant tegen ontsierende
reclame in vriendelijke stad
Burgerlijke Stand van
Haarlem
Semi-per manent
Demagogie
Woningbouwverenigingen
MM&ê
A mateurtoneel
„Assepoester in Wallstreet'*7
Jeugdpsychologisch
bureau in discussie
Examens
DONDERDAG 28 NOVEMBER 1957
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
li
De behandeling van het hoofdstuk Volkshuisvesting van de Haarlemse ont-
werp-gemeentebegroting heeft woensdagmiddag en -avond, behalve een uiterst
somber gestemd overzicht van wethouder Happé (zie elders in dit blad), ook
een aantal opmerkingen, verlangens en beschouwingen van de raadsleden op
geleverd. Het debat leverde twee moties op: één van de heer Spek (A.R.),
waarin teleurstelling en verontrusting wordt uitgedrukt over het achterstallig
onderhoud van de woningen van de Haarlemse Stichting voor Woningverbete
ring. Op aanraden van wethouder Happé werd deze motie echter uit tactische
overwegingen aangehouden. De wethouder zou namelijk binnenkort naar Den
Haag gaan om de woningbouw te bespreken. Hij stelde voor de motie later te
behandelen. De indiener, de heer Spek, kon zich hiermee verenigen.
Na de uitvoerige uiteenzetting van de wethouder over de stand van zaken
jn de woningbouw, kwam de heer De Leeuw (Arb.) in tweede instantie met
een motie, waarin teleurstelling wordt uitgesproken over het uitblijven van een
ministeriële goedkeuring voor de 312 woningen in Parkwijk, waarin verder
gezegd wordt, dat behalve de 136 woningen voor Patrimonium óók de 176 voor
St. Bavo-Oost dringend nodig zijn en waarin B. en W. worden uitgenodigd de
inhoud van deze motie telegrafisch ter kennis te brengen van de minister. Deze
motie werd met algemene stemmen aangenomen.
De heer De Leeuw (Arb.), die de be
schouwingen opende, sprak van een som
ber perspectief en drong aan op een op
voeren van het bouwtempo. Hij vroeg zich
af, of ten aanzien van het opvoeren van de
ar'beidsproduktiviteit misschien niet meer
gedaan zou kunnen worden door een ge
meentelijk bouwbedrijf, of door een bouw
bedrijf voor geheel Kennemerland. Voorts
vroeg de socialistische spreker zich af hoe
het stond met de ophoging in Schalkwijk
cn met de verhouding woningwetwoningen
-premiewoningen.
De heer De Leeuw voelde veel voor een
breed opgezet onderzoek naar mogelijke
klachten over bestaande woningen tenein
de hieruit lessen te trekken voor de toe
komst. Ook bepleitte hij een wijs beleid
teri aanzien van de huurverhogingen en
wilde hij de woningbouwverenigingen zo
veel mogelijk zelfstandig maken, opdat zij
zo min mogelijk administratieve verleng
stukken van de overheid worden.
Met deze laatste opvatting konden zich
ook de heren Stoffels (V.V.D.), Spek
(A.R.) en Van Velsen (K.V.P.) vereni
gen. De heer Spek sprak met veel lof
over de woningbouwverenigingen en vroeg
of er geen mogelijkheid was de deskundi
gen in de besturen ervan beter te sala
riëren.
De K.V.P.-woningbouwdeskundige, de
heer Van Velsen, bepleitte een grotere
mate van uniformering en standaardisatie
in de woningbouw. Ook was hij mèt de
heer Hennevelt (Comm.) een voor
stander van een betere verzorging op de
bouwplaatsen. Ten aanzien van de woning
bouwverenigingen merkte de spreker nog
op, dat de overheid steeds meer de neiging
vertoont deze te bevaderen. Hij vroeg be
grip voor een grotere verantwoordelijkheid
en zelfstandigheid voor deze verenigingen.
Ook meende hij, dat er teveel woning
bouwcorporaties in Haarlem waren: in
plaats van 23 achtte hij 9 voldoende. Hij
klaagde echter over een onjuiste verdeling
van de woningen over de bestaande ver
enigingen, waarbij de confessionele er
volgens hem bekaaid afkwamen.
Tenslotte vroeg de heer Van Velsen aan
dacht voor de jonggehuwden de heer
ADVERTENTIE
SCHUTTERSVELD PRODUCT
't ietk
Haarlem, 27 november 1957
ONDERTROUWD: 27 nov.: D. J. Voete
link en C. M. Th. Baars; H. G. H. Hoek en
J. J. M. Lansdaal; P. G. Drogtrop en H.
van der Velden; V. C. Besnard en E. J. C.
de Jong; R. Sj. Bakker en M. P. Osinga;
•1. H. A. Bank en G. Th. Trompetter; E.
Veen en G. van Twuijver; P. A. Luijten
en C. E. van der Veldt; E. van Gelderen
en A. W. M. Ruifrok; M. van Selm en Th.
M. I. Douwes Dekker; Th. Schilp en S. M.
E. van Eeden; E. F. M. Goossens en G. L.
Th. M. Kampschöer; M. Kwaak en C. W.
van Stein; J. Sikkenk en H. J. Stokman;
Th. J. J. Nobels en M. I. Luikelf C. J. van
der Wolf en M. G. Schipper; M. Walraven
en W. Zegwaard; W. C. Misset en H. Oort
wijn; A. J. Deen en H. H. A. Verton; J. van
den Heuvel en M. L. van Galen; J. K. van
Fucht en E. van Dijk.
GEHUWD: 27 nov.: J. A. M. Hommes en
Th. E. M. Woerde; J. de Boer en Z. Bruijn;
P. J. Oorthuis en A. M. M. van Schie;
B. L. van Eijk en H. A. van Hemert;J. L.
Kaandorp en C. J. de Jong; H. Schellaars
en J. Stevens; P. J. van Es en J. F. Laad-
?tra; J. A. Zwart en M. J. Zuidweg; K. D.
Schaap en G. van Gulik; E. Kippersluis en
A. Kuvener; B. de Bruin en M. E. Nieu-
wenhuis; J. J. Hertog en A. M. Handgraaf;
H. J. M. Claessen en A. M. M. A. van der
Weiden.
BEVALLEN van een Zoon: 26 nov.:
J. Lacourt-Lubbers, H. M. van Wakeren-
Wassink, I. Chr. Houweling-van Baekel,
W. van Stenus-Spijkerman, 2 zoons, Chr.
van Jaarsveld-Jurriaans; 27 nov.: C. W. E.
Korfage-Rijkelijkhuizen.
BEVALLEN van een D o c h t e r: 25 nov.:
H. M. La Grouw-Korthout; 26 nov.: M. van
Doorn-de Zwarte; 27 nov.: T. Meinsma-
Stoffelsma.
OVERLEDEN: 25 nov.: P. Voogd, 59 j.,
Bromostraat, H. J. Dirksen, 67 j., Hazepa-
terslaan; 26 nov. J. M. Huijsmans-Noord-
huizen, 65 j., Groot Heiligland.
Spek (A.R.) zou later hetzelfde doen
en sprak de hoop uit, dat veel Haarlem
mers animo zouden tonen voor de woning-
bouwspaarbrieven van de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten.
Dit laatste deed ook de heer Stoffels
(V.V.D.), die voorts van mening was, dat
de hogere rentevoet bij woningbouwlenin
gen zou moeten worden opgevangen door
een hogere rijksbijdrage. Hij geloofde dat
er een grote behoefte was aan bescheiden
en eenvoudige, maar goedgebouwde arbei
derswoningen en aan huurwoningen in de
particuliere sector. Voor deze laatste was
echter de premie te gering.
De heer Spek (A.R.) kwam te spreken
over de vernieuwingen aan de woningen
aan de Harmen Jansstraat van de Haar
lemse Stichting tot Woningverbetering.
Hij was zeer teleurgesteld over het lange
uitblijven van het nodige onderhoud en
kwam met zijn eerdergenoemde motie ter
tafel, waarvan 'de behandeling later werd
opgeschort. Voorts toonde de anti-revolu
tionaire spreker zich een voorstander van
het instellen van vrouwenadviescommis
sies, die kunnen adviseren ten aanzien van
nieuw te bouwen huizen.
Dit laatste deed ook de heer Henne
velt (Comm.), die verder van oordeel
was, dat er meer in de winter zou kunnen
worden gewerkt en aandacht vroeg voor
de bewoners van de onbewoonbaar ver
klaarde woningen. Met verontwaardiging
sprak hij over de omstandigheid, dat on
langs in Haarlem mensen op straat had
den moeten slapen. „Kunnen hiervoor geen
leegstaande huizen worden gevorderd?"
vroeg hij. Het antwoord van de wethouder
over de wateroverlast van de woningen in
de Hannie Schaftstraat had hem niet be
vredigd en tenslotte verzocht hij B. en W.
al het mogelijk in het werk te stellen de
huurverhoging te niet te doen.
De heer W e n s i n g (C.H.U.) was een
voorstander van de bouw van semi-perma-
nente woningen en vroeg zich af of Haar
lemse bedrijven niet in navolging van
Rotterdam een woningbouwlening op
rentegamma-basis zouden kunnen aangaan
voor woningen, die voor hun eigen per
soneel zouden zijn bestemd. Tenslotte vroeg
hij zich af of niet kon worden bevorderd,
dat leden van woningbouwverenigingen
woningen zouden kunnen kopen en be
pleitte hij woonsplitsing op basis van vrij-
wrilligheid.
Mevrouw Smit z-P e p e r (Arb.) wilde
meer voorlichting, waarbij het publiek op
de hoogte zou worden gesteld welke gun
stige consequenties vast zitten aan het
vrijwillig verwisselen van een groot huis
voor een kleiner. In Rotterdam krijgen
deze mensen onder meer later de volledige
verhuiskosten terug.
Zij bepleitte verder de belangen van de
alleenstaanden en bejaarden. „Kan het
college niet bevorderen, dat alleenstaanden
ook bij het woningbureau ingeschreven
worden?" vroeg zij.
De heer F i b b e (V.V.D.) hield een plei
dooi voor de eigen woning, vooral voor de
jongelui.
De heer B 1 o k d ij k (Arb.) meende, dat
het bouwbedrijf teveel versnipperd is en
te weinig genormaliseerd en gestandaar
diseerd en verklaarde zich tegen semi-
permanente woningen.
De heer Van der Veldt (K.V.P.) wil
de, als er maar enige mogelijkheid toe is,
woonruimte laten vorderen en bepleitte de
belangen van de woningbouwvereniging
Bloemendaal, waar het onderhoud van de
woningen in een even slechte staat ver
keert als bij de Haarlemse Stichting voor
Woningverbetering.
Wethouder Happé begon zijn beant
woording des avonds met een aanval op de
heer Hennevelt, die naar zijn mening bij
de vragen over de invloed van de beste
dingsbeperking op de bouw van woning
wetwoningen misleidend had gegoocheld
met cijfers en woorden. „Ik vind dit dema
gogie van de ergste soort", aldus de wet
houder, die vervolgens overging tot de
bespreking van het differentiatieschema
bij de woningbouw.
Voorts was de heer Happé bij de beant
woording over de vragen betreffende de
wooneisen van oordeel, dat men in de eer
ste plaats op een zo economisch mogelijke
wijze te werk dient te gaan, daarbij con
tact zoekend met goed-organiserende aan
nemers en architecten.
Voorts zegde de wethouder toe dat aan
de wateroverlast in de woningen aan de
Hannie Schaftstraat zo spoedig mogelijk
iets gedaan zal worden.
Een groot gedeelte van zfón ruim 2'/* uur
durend betoog wydde de heer Happé aan
het vraagstuk van de woningbouwvereni
gingen. Als antwoord op de vragen van de
heren Spek, Stoffels, De Leeuw en Van
Velsen was de wethouder van mening dat
het teveel aan woningbouwverenigingen in
de eerste plaats de neutrale organisaties
betreft. Hy zei wel veel waardering te
hebben voor het werk dat de woningbouw
corporaties in het verleden hebben ge
presteerd, maar tevens was hij van oor
deel dat op het ogenblik vele (kleine) ver
enigingen te weinig spankracht hebben.
Zo is het, aldus spreker, tegenwoordig
noodzakelijk in een dergelijke vereniging
een technische, juridische en administra
tieve deskundige onder te brengen, waar
door uiteraard van de zelfwerkzaamheid
van de besturen weinig terecht komt, te
meer daar de financiële armslag van
diverse woningbouwverenigingen te klein
is om dergelijke specialisten aan te stellen.
Daarom stelde wethouder Happé dat men
van de zijde van de gemeente op verzoek
van de nationale woningraad enige drang
op de woningbouwverenigingen zal uit
oefeningen door slechts woningen uit te
geven aan dié corporaties die over een
gezonde basis, van bijvoorbeeld vijftien
honderd tot tweeduizend woningen, be
schikken.
Voorts ging spreker uitvoerig in op de
vraag van de heer De Leeuw over de op
hogingen voor de woningbouw in Schalk
wijk en daarbij deelde hij mee dat er een
brief aan het ministerie is gericht met de
vraag om een extra-uitkering uit de
woningbouwlening.
Wethouder Happé zeide vervolgens dat
B. en W. op het ogenblik nog geen plannen
hebben om over te gaan tot het uitspreken
van de wenselijkheid van een overheids-
bouwbedrijf en verder besprak hij in het
kort de verdeling van de woningen, spe
ciaal met betrekking tot de werkende
vrouwen, de bejaarden en de jonggehuw
den.
Na zijn instemming te hebben betuigd
met de redenering van de heer Stoffels
over het rentepercentage, ging spreker
vervolgens over tot het antwoord aan de
heer Spek ten aanzien van de ingediende
motie.
Uit enkele telefonische gesprekken was
de heer Happé duidelijk geworden dat Ge
deputeerde Staten wachten op Volkshuis
vesting en dat Volkshuisvesting weer wacht
op Gedeputeerde Staten. De heer Happé
kondigde aan dat hij zelf naar Den Haag
zou gaan om voor deze kwestie een op
lossing te vinden en hij verzocht de heer
Spek dan ook de motie voorlopig te laten
liggen.
Tegen het einde van zijn betoog besprak
de heer Happé de afwijzende houding van
de gemeente tegenover de demonstranten
die in den Hout de nacht hebben door
gebracht en voorts beantwoordde hij de
vragen van de heer Fibbe over de wonin
gen van de Kleine Middenstander.
Na de replieken ging men over tot de
puntsgewijze behandeling die geen moei
lijkheden opleverden.
ADVERTENTIE
jj
Want u geeft hem of haar
op 5 december dit grote
compliment: „Alleen het beste
was goed genoeg voor jou
U geeft 's werelds edelste aansteker.
_U geeft een Ronson
1. VIKING butaangas aansteker met regelbare vlam
ideaal voor pijp, sigaar en sigaret
2. ESSEX, de new look in lighters'
nieuwde elegante vorm nieuwde draaibare bodem
(gemakkelijk vullen!)
3. QUEEN ANNE, de zwaar verzilverde
tafelaansteker in koninklijke stijl.
4. CADET, de extra voordelig geprijsde
Ronson-voor-jonge-mensen.
en laat u ook de andere Ronsons tonen: N
stuk voor stuk méésters van vorm, allure en precisiet
U kunt kiezen uit Ronsons van 14.50 tot 65-
WORLD'S
GREATEST
LIGHTER;
jSÊf &K
Alleen Imp. en Service Afdeling
William Rikkers Handelsonderneming N.V., Beurs, Damrak, Amsterdam
Woensdagavond heeft de Haarlemse ge
meenteraad een begin gemaakt met de
behandeling van Hoofdstuk VI van de be
groting, Openbare Werken. Daarbij bleek
dat de raad over het algemeen niet onte
vreden is over het beleid van B. en W. ten
aanzien van deze dienst maar toch waren
er nog wel enige wensen die vooral be
trekking hadden op de verbetering van de
wegen hij de Prinsenbrug, de zorg voor
Spaarndam cn de ontsierende reclame in
verschillende delen van de stad. De heer
Blokdijk (Arb.) vroeg zich af of er
geen kans was op verbetering van de aan-
voerwegen naar de Prinsenbrug bijvoor
beeld door het verwijderen van de obsta
kels in de Spaarndamseweg zoals de klap-
brug bij de Holland Nautic. Voorts vroeg
hij de aandacht van B. en W. voor Spaarn
dam dat in de toekomst waarschijnlijk zal
uitgroeien tot een watersportcentrum en
dat daaraan aangepast zal dienen te wor
den.
De heer De Landmeter (C.H.U.)
vroeg B. en W. hoe het staat met de huis
vesting van bejaarden in het door de ge
meente aangekochte hotel „Royal" en in
aansluiting daarop wilde hij weten of er
bij B. en W. plannen bestaan om indien
voor de bejaarden een andere oplossing
wordt gevonden over te gaan tot het
slopen van dit pand waardoor het verkeer
aanzienlijk meer ruimte gaat krijgen.
De heer Spek (A.R.) drong eveneens
aan op het zo spoedig mogelijk voltooien
van verbeteringen ten behoeve van het
verkeer waarbij hij doelde op de aanslui
tingen van de westelijke randweg. Voorts
oefende de heer Spek enige critiek op de
diverse gemeentelijke instanties die om
de beurt in bepaalde straten aan het gra
ven slaan waardoor de bewoners van die
straten gedurende lange tijd hun eigen
straat nauwelijks kunnen inkomen. Ten
slotte besloot hij zijn aanmerkingen op de
Haarlemse straten en wegen met het wij
zen op het slechte wegdek van de Delft
laan waarop bij regenachtig weer grote
plassen ontstaan, vooral tot ongerief van
de wielrijders op de ventweg van deze
laan die keer op keer bij het passeren
van auto's een onvrijwillig bad krijgen.
Vervolgens stapte de heer Spek over
op de plaatsing van grote reclameborden
op het Kennemerplein die naar zijn me
ning het stadsschoon in niet geringe mate
ontsieren. „Ik heb niets tegen reclame",
zo riep hij uit, „wanneer men tenminste
het vriendelijk aspect van d? stad bewaart
en dat gaat nu juist op deze manier ver
loren".
De heer Hennevelt (Comm.) sprak
als zijn mening uit dat de uitvoering van
de openbare werken in ieder geval door
gang moet blijven vinden en hij verzocht
B. en W. er bij de regering op aan te drin
gen meer geld voor dit doel ter beschik
king te stellen.
De heer Van Velsen (K.V.P.) trok
zich vooral de naar zijn oordeel onjuiste
plaats voor de te bouwen nieuwe H.T.S.
aan het terrein ten westen van de spoor
lijn Haarlem-Bloemendaal aan. Naar de
mening van dit raadslid zou het gebouw,
dat tien miljoen gulden gaat kosten, be
ter tot zijn recht komen op de plaats waar
thans de gemeentelijke ijsbaan ligt. Voorts
stelde de heer Van Velsen voor om voor
het te ontwerpen Stationsplein een prijs
vraag uit te schrijven zodat men een dui
delijk beeld zal krijgen van mogelijkheden
die dit plein gaat bezitten en tenslotte be
pleitte hij het plaatsen van kunstwerken
langs de openbare weg, een nauwere sa
menwerking met de omliggende gemeen
ten, de uitgave van een tijdschrift voor
Zuid-Kennemerland en de bestudering van
de problemen samenhangend met de uit
breiding van Spaarndam.
De heer Prikkel (Arb.) en Schippers
(K.V.P.) wezen tenslotte nog op de ont
siering van de bewegende lichtreclames
die voorts naar hun oordeel bovendien af
leidend zijn voor het verkeer.
Vlak voor het sluiten van de vergadering
stelde de heer Schippers nog de vraag of
B. en W. wellicht enkele nadere medede
lingen kunnen verstrekken over de stand
van onderhandelingen over de verbinding
Heussensstraat-Zijlweg.
ADVERTENTIE
^woninginrichting
Nwe Spiegelstr. 34-40
Amsterdam
Een beoordeling van de voorstellingen,
welke de Haarlemse Toneel Club dinsdag
en woensdagavond in de stadsschouwburg
heeft gegeven van de Amerikaanse come-
die „Assepoester in Wallstreet", wordt in
niet onbelangrijke mate beïnvloed door de
appreciatie van het genre toneelstuk. En
nu moet ik beginnen met te zeggen dat ik
de schepping van Howard Teichmann en
George S. Kaufman wat de vorm betreft,
niet kan bewonderen. Ze hebben mij te
ijverig van Thornton Wilder en Arthur
Miller afgekeken. Ze bootsten hen trouw
hartig na met alleen dit verschil, dat ze
hun scènes doorgaans laten steken in wat
Balthasar Verhagen het motorisch moment
noemde en dat is geen klein verschil.
Er is dus wat de vorm aangaat niets
nieuws onder de zon. Ik houd niet van zo'n
vorm als ze geen forma formantis is, de
vorm, die de inhoud formeert. Tegen het
feit, dat ze dit keer een blijspel geldt, kan
men moeilijk bezwaar hebben. In het
komische is „Assepoester in Wallstreet"
een afspiegeling van „the American way
of life", vooral dan van het zakendoen. Er
wordt gechargeerd, maar met mate. En de
figuren van de ontwapenend naïef-eerlijke
Laura Partridge en het energieke buskruit
vat Edward Leon Mc. Keever zijn voor
meer dan alleen een typering vatbaar....
als men er de geschikte actrice en acteur
voor heeft.
Wat ik in de voorstelling van de H.T.C.
ditmaal onder regie van Johan Greter
miste, was nu precies wat het stuk zijn
charme verleent: Amerika. Dat is iets
wezenlijks wat met uiterlijke benaderin
gen in costumering en decor niet valt te
suggereren. Dat moet er zijn. Zeker, wan
neer ironie en persiflage de rol overnemen
van de menselijke tragiek, die we uit Mil
ler, Tennessee Williams en Wilder kennen.
Het is dan helemaal een kwestie van stijl.
Hun Nederlandse afkomst konden de
H.T.C.'ers niet loochenen. Daarmee miste
de voorstelling perspectief. Men zit ernaar
te kijken. Men keek er niet doorheen. De
zaal was wel geamuseerd ik zal zeker
niet beweren dat er niet toneel werd ge
speeld maar daarmee werd het gemis
nog niet de wereld uit gewerkt. En dat
geeft te denken: waarom koos men juist
dit stuk?
Het is te begrijpen, dat na het vooraf
gaande een bespreking van de spelpresta-
ties altijd moet gezien worden tegen de
achtergrond der geringe waardering voor
die keuze. Zelfs regisseur Greter kon aan
de feiten niets veranderen. Hoogstens de
suggestie zo sterk mogelijk opvoeren om
het geheel het Amerikaanse aanzien te
geven, dat het tekort aan innerlijke ge
aardheid compenseert. Hij trof het dat
mevrouw C. M. L. Wijt-De Meijer mevrouw
Partridge zo alleraardigst speelde. Ze gaf de
figuur een algemeen menselijk karakter
mee, dat in alle omstandigheden ons wel
behagen verwierf. Ook Leo Straus gaf zijn
Edward Keever alle krachtige impulsen,
die de man nodig heeft. Hij zat er soms
tegenaan, maar dat kon moeilijk anders.
Over het algemeen was er stijl. Ik kan dat
niet van het viertal intrigerende heren
beweren, die de kopstukken vormen van
de „General Trust". Ph. Bloemendal en
P. B. Domhoff bevielen nog het meest, de
eerste, omdat hij zijn tekst geestig uit
speelde, de tweede, omdat hij de illusie
van de aan hobby's verslaafde zakenman
waar maakte, maar naar de verschijnings
vorm bleven de heren mr. B. R. Frerichs
en mr. M: C. Wijt onder de maat. Mr. Wijt
Haarlemse raad.
Bij de puntsgewijze behandeling van
het hoofdstuk Volksgezondheid van de
Haarlemse ontwerp-gemeentebegroting
voor 1958 vroegen mevrouw Scheltema-
C o n r a d i (VVD) en de heren Wen
sing (CHU) en Vissers (KVP) woens
dagmiddag naar de bespreking in de com
missies over de taken van het jeugd
psychologisch bureau voor beroepskeuze.
Zij noemden het teleurstellend, dat er nog
nooit een bespreking had plaats gehad,
ondanks het feit, dat de vertrouwelijke
rapporten over beide bureaus al meer
dan een jaar in het bezit van de com
missieleden zijn.
„Laten wij niet wachten tot deze rap
porten oudbakken zijn", merkte mevrouw
Scheltema-Conradi op.
De heer Voogd (Arb.) getuigde van
zijn grote waardering voor de bureaus
en achtte het gunstig, dat er even rust
in deze zaak kwam. Hij wilde zich niet
bij de opmerkingen van de drie eerder
genoemde raadsleden aansluiten en hij
was ook geen voorstander van een niet-
uitbreiden van de bureaus.
Mej. B o 1 s i u s (KVP) was deze laatste
mening ook toegedaan, al had zij kritiek
op de wijze van behandeling van deze
zaak door het college van B. en W.
De voorzitter, burgemeester mr. O.
P. F. M. Cremers, was van mening, dat
de kwestie uiterst ingewikkeld is, mede
door de nauwe verwevenheid van beide
bureaus met de G.G.D. èn met de afdeling
Onderwijs, maar voegde hier aan toe: „Het
is helemaal niet zo, dat wij de zaak maar
laten betijen". Tenslotte deelde hij mee,
dat een nader rapport nog steeds in be
werking is.
Amsterdam. Gemeente Universiteit. Bevorderd
tot arts: mej. C. M. Breman en de heren W. P. J.
Botman en C. J. Roijer, allen te Amsterdam.
Artsexamen le gedeelte: A. M. J. Moers, P. G.
Oe. J. Lammes. C. C. Delprat, R. J. M. Croughs
en W. J. van Duivenboden.
ADVERTENTIE
-AMSTERDAM
onze specialiteit
Allerlei aan 't Spit
f. 4,50
o/d vleugel GINO FUSCO
paste zeker niet in dit stuk. Een aardige
jonge meisjes-rol noteerde ik van mevrouw
A. A. Wurpel-Luyt. Mr. J. Roggeveen ver
vulde de rol van verteller met zin voor de
humor van zijn tekst, al werd die op den
duur doorzichtig. Mejuffrouw L. A. van Elk
typeerde vaardig een veelzijdige Frangaise.
Het ingewerkte televisie-journaal was
natuurlijk amusant, maar meer dan anek
dotische betekenis had het, vooral door het
niet syncroon lopen van het geluid, zeker
niet. Zoiets vereist perfectie.
P. W. Franse