j DE SPELENDE MENS I Spanje wordt staalproducent TER ERE VAN WILLEM JANSZ Haarlems Dagblad Oprechte Haartemsche Courant SmteMaas bestaat echt DAT KAN EEN KIND U VERTELLEN Qedenkpiaat aaat cKxMandse antdekkmqsieiiiq.ee in een kauxietcats aan Tlaacd- Austcatië de voorganger van Abel Tasman Meditatie door mr. E. Elias over het onwankelbare geloof in een onmogelijk conservatieve pathologische jokkebrok ZIE DE JEUGD GLUURT DOOR DE RAMEN "4 (Van onze correspondent in Australië) VIJF NEDERLANDSE ontdekkingsreizigers uit de zeventien de eeuw stapten dezer dagen in levenden lijve door de straten van Sydney onder bekijks van een half miljoen mensen, die naar de metropolis waren getrokken om er het lentefeest bij te wonen, dat er met als attractie een historische en allegorische optocht werd gehouden. Voor het eerst heeft de bevolking ken nis gemaakt met de ontdekkers van Australië, van het trooste loze, verlaten, woeste, onherbergzame Land van de Eendracht, van de Duifken, van de Pera, van de Arnhem, van de Heems kerk, de Zeehaan, het Land van Nuyts en het De Wit's Land, namen die over heel Australië verstrooid liggen. Alleen Abel Tasman ging met de eer strijken toen zijn Van Diemensland later naar hem werd herdoopt. Voor hem is ook een monument op het uiterste puntje van Tasmanië opgericht. Aan Willem Jansz echter, die achtendertig jaar eerder dan Tasman Australië ontdekte, in 1606, heeft niemand ooit gedacht om zijr nage dachtenis te eren. Dé eerste, die het plan daartoe opperde, was oen Australische letterkundige, Alec Chisholm, maar het is bij de gedachte gebleventot voor kort. Slechts wie met de geschiedenis bekend was, wist dat Duifken Punt en Kaap Keer- weer aan de westkust van het schiereiland Kaap York waar het water van de Golf van Carpentaria de kust bespoelt herinnerden aan Jansz' ontdekking. De eerste naam is ont leend aan zijn schip Duif ken, de tweede herinnert aar Jansz' beslissing de steven te wenden, dat is driehonderdvijftig jaar geleden en het land ziet er nog precies zo uit als in de tijd van onze zeventiende eeuwse voorvaderen. De nakomelingen van de inboorlingen, die Jansz' mannen er ontmoetten en die bij een schermutseling een aantal Hollanders doodden, leven er no? in precies dezelfde omstandigheden. Dit heeft een Australische advocaat, mr. John Forsyth, die een bijzondere studie heeft gemaakt van het aandeel der Neder landers in de ontdekking van Australië, er niet van weerhouden een poging te wagen om op de historische plek, die door Jansz en zijn mannen voor het eerst is waargenomen, een gedenkteken te doen plaatsen. Mr. Forsyth vertelde mij dat toen ik hem voor een interview ontmoette op de trappen van het majestueuze gebouw der openbare bibliotheek van Sydney, waar hij vele wen van de dag pleegt door te brengen. John Forsyth heeft er, geheel op eigen initiatief en voor eigen rekening, voor gezorgd, dat op die verlaten plek in het hoge noorden een gedenkplaat 's aangebracht van ovale vorm met de volgende inscriptie: Hereabouts early in 1606 A. D. the Dutch yacht Duifken, Jan Lodewycsz, onderkoopman Willem Jansz., schipper, sighted [he Australian coast. As a memorial to those who then sailed la her this tablet 1957 was set up. De vertaling luidt: „Hier "ngeveer zagen in het begin van het jaar onzes' heren 1606 Jan Lodewyczs, onderkoopman Willem Jansz., schipper van het Hol landse schip Duifken, voor het eerst de Australische kust.. Als een herinnering aan hen, die op dit schip voeren, werd i 1957 deze gedenksteen opgericht". ..ER WAS veel moed nodig om in de zeventiende eeuw aaar deze streken te varen!" aldus mr. Forsyth: „Daarom vmd ik, dat deze mensen ge- eerd dienen te worden. Lode wycsz heeft voor het nage slacht een goede kaart van de ontdekte kust nagelaten. Het was de eerste kaart van dit deel van Australië over een lengte van driehonderdvijftig kilometer. We weten niet precies de plek, die zij het eerst hebben gezien, maar het moet ongeveer geweest zijn ten zuiden van wat Jansz noemde de rivier-met-het-bos, die later Batavia-Rivier is ge noemd en nu nog als zodanig op de kaart voorkomt". Mr. Foryth vervolgde: „Ten zuiden daarvan is een moeras, door Duifken Punt begrensd. Tus sen Duifken Punt en het meer naar het zuiden gelegen Pera Hoofd ook al genoemd naar het schip van een zeventiende eeuwse Hollandse zeevaarder van de Verenigde Oostindi- sche Compagnie ligt de Albatros Baai. Dichtbij Duif ken Punt heb ik de gedenk plaat laten aanbrengen. Zij is geplaatst in een wit geschil derde rots". Mr. Forsyth, een goede vijf tiger, wiens ringbaardje hem ouder doet lijken dan hij is, liet zijn ogen dwalen over het door de zomerse zon overgoten Shakespeare Plein en keerde zich naar de ingang van de bibliotheek. In de vloer van de hal ligt het mozaiek, dat een getrouv/e afbeelding van een kaart van Abel Tasmans rei zen naar het ongekende Zuid- land, Nieuw Holland geeft. Hier hebben de voeten van duizenden Nederlanders ge schuifeld om er het tribuut aan Tasman te bewonderen. Nog altijd gaan hier vele Ne derlanders naar kijken, maar het zal nog wel enige tijd du ren voor ook duizenden Ne derlanders in het bijna onher bergzame noorden de gedenk steen van Willem Jansz zullen bezoeken. Maar Jansz, die in de persoon van de Nederland se beeldhouwer Peter Otto in een fleurig zeventiende-eeuws kostuum door Sydney's stra ten wandelde, zal spoedig een populaire figuur worden. Slechts weinige Australiërs weten zelfs mr. Forsyth was het onbekend dat er voor Abel Tasman een monument is opgericht aan de zuidpunt van'Tasmanië, in een eenzaam oord met slechts een vissers- schuur en een 'wankele stei ger. Maar langs Duifken Punt in de Golf van Carpentaria, in het hoge warme noorden, zullen in de nabije toekomst vrachtschepen van tienduizend ton varen om een nieuwe ha ven aan te doen, die er door Nederlanders zal worden ge bouwd. In dit woeste, hete land van het schiereiland Kaap York, is kort geleden bauxiet de grondstof voor aluminium ontdekt en hier in de zandheuvels langs het verlaten strand hebben een marine-officier en vijf ma trozen van de Australische vloot zonder vlagvertoon en zonder trompetgeschal de ge denkplaat van Forsyth ter ere van Willem Jansz in een grote bauxietrots vastgemetseld. NEDERLANDERS varen er nu al geregeld langs, want des kundigen van de Koninklijke Nederlandse Haveneonstruc- liemaatschappij doen er op- metingen als voorbereiding tot de aanleg van een haven, die vijftig miljoen gulden gaat kosten. Het wordt eer. haven in een wildernis, maar er ach ter liggen onmetelijke rijk dommen aan bauxiet. Reeds brommen er de motoren van de bulldozers. Er hangen al helikopters in de lucht, die het gebied in kaart brengen. Reeds boren zich de lucht- drukboren door de harde stenen grond om er de fun damenten te leggen voor een nieuwe stad. Het is nog slechts twee jaar geleden, dat een Nieuwzeelandse geoloog bij toeval er 't bauxiet ontdekte, dat voor het schiereiland een volledige ommekeer zal bren gen en de inboorlingen uit het stenen tijdperk zal verdrijven. ER WAS EENS een schooljuffrouw, die in de klas kwam waar ik op de derde bank links zat en die de zaak kwam onthullen. Zij zei: „Voor zover jullie dat al niet weet: Sinterklaas be staat niet". Die dag heb ik voor het eerst begrepen, waarom sommige zwak ke naturen hun leed trachten de ver geten in onmatig gebruik van knoopjes drop en nogablokken. Het was afschuwelijk door één duize lingwekkende slag te ervaren dat de grote, waardige Klaas uit de grote win kel op de Grote Markt een watten baard had en een synthetische rose neus. En hoe naar om thuis het pas-verworven ongeloof, terwille van een sprookjes vertellend ouderpaar, niet te onthullen en leugenachtig het kind, dat ge plotseling niet meer waart, te blijven spelen. Een marteling voor de ziel. Dat was de modernste schooljuffrouw van de hele stad. Maar is zij zelve, la ter, op haar eenzame kamer boven de banketbakker ('k zie nu die twee ra men, met vergeelde rolgordijnen-met- balletjesfranje, vóór mij) niet toch weer aan het wonder gaan geloven? Is zij haar vertrouwen in het mystieke marsepein niet, evenals ik gaan her winnen? WEL, schooljuffrouw of niet, in de schemerige avond keert het wonder lijke wonder na zó'n lange afwezig heid, onherroepelijk terug. Na alle barre ongeloof in de Man van Myra, na alle ontnuchterende, kille confrontatie met Klaas en Contra Klaas en de twaóf Sinterklazen 's avonds op de stu dentensociëteit, na alle scepticisme, dat de bloei des levens vergezelt, komt het geloof in de beste aller goede mannen tóch weer in ons hart. De marsepein wordt zoeter en zach ter. Het suikergoed krijgt overtuigen de kleur. Ik heb hem zien rijden naar de lunchroom op de hoek van mijn straat. Nee, geen watten baard! En de maan scheen door de bomen op alle schoorstenen van het droomkasteel. Wie, die goed keek en die hem wilde zien, zag op het glanzend dak de schim mel niet? Nog maar enkele uren. Dan zitten wij met ons allen rond alle tafels van ons land. Het is goed om dit te doen. Het is goed een slecht rijmpje te schrijven, waar ge een ander goed mee doet. En het is goed om zoet samen te zitten, wach tende op de kleine zoetigheden van het leven en om stellig te geloven in het bestaan van een wonderbaar lijke oude man, die nooit nóg ouder wordt en altijd even gul en vrijgevig blijft en die alle daken van alle huizen - hoe veel vuldig de televisie- masten en de hypo theken, die daarop rusten, ook zijn - elegant blijft afrijden op zijn witte paard, dat dingen kan die geen an der paard kan. Wij moeten ons maar vredig en vrolijk verheugen op dat heerlijk avondje het heerlijkste avondje van alle. Wij moeten nu maar blijven geloven aan dat herwonnen ge loof in hem, in wie alle zoetigheid is. Mijn cynische schooljuffrouw rust reeds lang in haar smalle graf. Maar Sint Nicolaas leeft vollediger en vro lijker dan ooit zijn tienduizend le vens. Ik heb hem zelf gezien. Ik heb hem met mijn eigen ogen voorbij zien rijden. Naar de lunchroom op de hoek. Hij heeft mij voor het raam zien staan en heeft mij gegroet. Hij heeft mij ge groet, met een zacht gebaar van zijn witgeschoeide hand. Men moet die <-■ stok-oude heer wel véél vergeven. Zijn behoudzucht voor al. Want er is niet één man onder ons, die in zulk een mate de vooruitgang der wereld negeert en die zich aan het oude zo zeer vastklampt, dat men dit gerust een (gehandschoende) slag in het gelaat mag noemen van al diegenen die, met hun eindeloze ijver en ontzagwek kend vernuft, wereld en mensheid vooruit hebben geholpen. „Voor mij" zo lijkt hij te zeggen „voor mij had het vliegmasjien niet uitgevonden be hoeven te worden. Voor mij blijft dat wankele stoombootje in de jaarlijks ge voelde behoefte ruimschoots voorzien. Voor mij hadden alle heren, die hun vernuft, hun ziel en zaligheid hebben gegeven aan de automobiel en haar vol making, aan de benzine en haar raffine ment, uit vissen kunnen gaan. Aan mijn paardje heb ik ruim voldoende. En alle pedagogen" zo monkelt hij in zijn witte baard „alle psychologische dieptepeilers van de kinderziel lap ik aan mijn beide laarzen. Ik heb lak aan hun verhaaltjes over de gevoeligheid van die zieltjes en dat ge, door die stouteriken in een diepe, donkere zak te stoppen, onherstelbare schade voor hun ganse verdere leven, aan hun psyche berokkent. Ik doe daar niet aan mee. De gard erboven! En de schrik er in. En geen slap gewauwel over gedul dig praten met overredingskracht". Een achterlijk man, Sinterklaas, een onmogelijke conservatief! Wij moeten hem véél vergeven. LATEN WIJ eerlijk de feiten onder de ogen zien. Hij is een jokkebrok óók. Een onbeschaamde jokkebrok. Want in qén krant heb ik hem zwart op wit zien verkondigen dat hij zijn suikergoed en marsepein alleen bij banketbakker Jansen koopt en op de volgende pagina dat hij die alleen bij banketbakker Pietersen koopt en op de daarop volgende pagina dat hij ze alleen bij banketbakker Willemsen koopt. Glashard en zonder schaamte. En dat zelfde kunstje haalt hij uit met al zijn leveranciers: Er is maar één Van Dam voor mijn huishoudelijke geschenken. Er is maar één Van Goor voor mijn huishoudelijke geschenken. Voor mijn huishoudelijke geschenken? Alléén en uitsluitend Van Vliet en van geen ander. En wie mijn boeken leverancier is? Dat is maar één: Zand vliet, dat is maar één: Torenvliet, dat is maar één: HaringvlietMet uw permissie: de man jokt of het gedrukt staat. Het staat gedrukt: Ik koop mijn rook artikelen alleen bij Zwart in de Breede- straat, de enige leverancier van mijn rookartikelen is Rood in de Smalle- straat, ik koop nergens anders rook artikelen dan bij Groen in de Lange- straatAls u zo jokkebrokte ging u de zak in. WIJ MOETEN hem veel vergeven. Maar doen wii dat niet graag? En heb ben wij dat vroeger niet óók gedaan? Hebben wij, reeds als kind, niet alles van hem door de vingers gezien? Toen ik hem voor het eerst persoon lijk ontmoette, in diezelfde grote win kel op diezelfde Grote Markt, vertelde hij mij met een bedriegelijk-zachte en waardige stem, dat hij zo juist, nog geen uur geleden, uit Spanje aan de Havenkade was aangekomen en dat hij onmiddellijk hierheen gereden was. Maar ik had hem eergisteren al door de Kerkstraat zien rijden. En toen ik hem de volgende dag op een kinderfeestje bij de notaris sprak, vroeg hij weer hoe ik heette en deed hij net of hij mij nog nooit eerder had ge zien en hij vertelde „ik ben zo juist, nog geen uur geleden, in deze goede stad uit Spanje, aan de Westerhaven, gearriveerd. Ik heb een goede vaart gehad. Mijn paard ook. Het huppelde al-maar het dek op en neer". Als ik niet zo'n eerbied voor hem had gehad, had ik gedacht „die oude me neer liegt als een beest". Maar ik had wél eerbied voor hem. Ik geloofde on voorwaardelijk in hem. Net als nu wéér. Want ik moet toegeven dat die juffrouw mijn geloof in hem ernstig aan het wankelen had ge bracht. Maar dat heeft maar een jaar of der tig geduurd.Ik behoor reeds lang weer tot zijn grote getrouwe schare. En u moet het maar niet wagen in mijn bijzijn iets on aardigs van hem te zeggen. Bijvoorbeeld dat hij te conservatief is. Of dat hij een pathologische jokker is. Als u iets van dien aard zoudt zeggen, zoudt u met mij te doen krijgen. En niet zo'n klein beetje ook. NEE HEUSU behoeft er niet aan te twijfelen: de juffrouw had hele maal ongelijk. Hij bestaat écht. Dat kan een kind u vertellen. Elk kind dat deze week gele en rose en witte suike ren beesten in zijn schoen gevonden heeft. Elk kind, dat op 5 december, wanneer het heerlijk avondje is ge komen en een eerlijk maantje (en niet zo'n Spoetnikje) door de bomen schijnt, het kloppen van zijn jonge hart be loond ziet door de pakjes op tafel. U zult het trouwens zelf wel bemer ken. U zult het met uw eigen oren aan het rinkelen van de belletjes van het paardentuig en aan het klinken van de deurbel horen dat hij er is, aan alle pakjes zult u het zien en aan de specu laas zult u het proeven. ER WAS EENS een schooljuffrouw, die boven een banketbakker woonde achter twee smalle ramen met vergeel de gordijnen met balletjes-franje. En die schooljuffrouw kwam in de klas en zei: „Voor zover jullie dat al niet weet: Sinterklaas bestaat niet". Maar twee jaar later kioam er een nieuwe, aardige, jonge onderwijzer op diezelfde school van diezelfde juffrouw en toen het heerlijk avondje v:as ge komen, hoorde die juffrouw paardebel- letjes zingen in de straat. En er werd een pakje bij haar binnengebracht met een flesje parfum en een groot, zoet hart van rose suiker. Toen is die juf frouw teruggekomen van de dwalingen haars iveegs en zij is toen gaan geloven aan Sint Nicolaas en sindsdien leefde zij lang en gelukkig met die nieuwe aardige schoolmeneer. Jaren later, toen ik weer eens in het stadje was, kwam ik haar in de Lange- straat, vlak voor de sigarenwinkel van Groen, tegen. Zij zei: „Ach, dat je daar nu eindelijk bent, ik heb je overal ge zocht, omdat ik je wilde zeggen, dat ik mij, negenenveertig jaar geleden, verschrikkelijk heb vergist. Want ik heb je toen verteld, dat hij niét bestaat, maar hij bestaat wél, ik iveet het zeker. Ik hoop dat je dat van mij win aan nemen". „Erg aardig van u" zei ik „maar, eerlijk gezegd, ik wist het al lang. Ik ivist al lang dat hij bestaat. Ik heb hem gisteren nog voorbij zien rijden. Hij ging naar de lunchroom. En hij heeft mij zélf gegroet". GENERAAL FRANCO heeft deze maand in Avilès aan de Golf van Biskaje een enorm nieuw bedrijf, dat als een padde stoel uit de grond is gerezen ,in gebruik gesteld. Hel Spaanse nationale instituut voor de industrie bouwde daar rrfet En gelse, Amerikaanse, Duitse en Zwitserse technische medewerking onder andere een groot staalbedrijf, een elektrische centrale, cokesovens, een chemisch bedrijf, een ko- lenwasserij, een eigen binnenhaven voor schepen tot tienduizend ton, plaatwalse- rijen en een metaalbewerkend bedrijf. Als de eerste Engelse hoogoven binnenkort da gelijks vijftienhonderd ton gietijzer gaat afleveren aan de nog in opbouw zijnde staalfabriek, is de eerste stap gezet naar een staalproduktie, die tegen 1965 ruim 5 IN DE afgelopen zomer is op zijn landgoed de Franse industrieel Eugène E I schuëller overleden. Met hem ging niet alleen een geslaagd zakenman heen schueller werkte zich van manusje-van-aUes in de bakkerij van zijn ouders op tot directeur van een van de grootste cosmetische industrieën van zijn land. 1 m die functie was hij veel meer dan 'n groot ondernemer: hij werd 'n der schep- pers van de radioreclame in West-Europa in gedurfde vormen. De uitzendingen I van Radio-Luxemburg waren en zijn ondenkbaar zonder de krachtige steun van zijn inventieve geesten zijn kapitaal. Hij was de eerste, die reclame- E I slagzinnen voor de microfoon liet zingen bijvoorbeeld op de wijs van het populaire „Valentine" van Maurice Chevalier en hij was lange tijd de enige [sponsor" van het Radio-circus, waarvoor hij de komiek Zappy Max als leider I van talloze spelletjes en wedstrijden ontdekte. De laatste jaren vonden tal van attractieve uitzendingen van Radio-Luxemburg en Radio-Monte Carlo plaats met I de wedstrijd „Alles of niets" („Quitte ou double" door bijna drie miljoen gezinnen beluisterd voorop. Men doet in Europa waarlijk niet voor de E I fameuze 64.000-dollarprijs van de Amerikaanse tegenhanger van „Alles of niets" onder: op 14 juli 1957 schreef de heer Schueller een chèque uit ten behoeve s van de kampioen-allesweter Jean Burnat ten bedrage van twee miljoen acht- I enveertigduizend francs. Deze winnaar, die zijn geld besteedde om een aantal wezen uit zijn gewest te verwennen, is een tamelijk bekende romanschrijver, acteur van „C'est Dupont mon empereur". Hij moest bij de twaalfde vraag,' I welke hem de twee miljoen opleverde de namen van vier personen noemen, E die betrokken waren bij het Mexicaanse avontuur van Napoleon III, namelijk I de Oostenrijkse aartshertog die in 1864 keizer van Mexico werd, de Mexicaanse soldaat, die zich reeds in 1822 tot keizer van Mexico had laten uitroepen, de Mexicaanse generaal die aan de zijde van de aartshertog werd gefusilleerd en de naam van de Franse generaal, die na Bazaine het Franse expeditieleger commandeerde. Men ziet: dat spelletje is allesbehalve oppervlakkig. Ook de verzekeringsagent Henri Raoux verdiende twee miljoen francs aan „Alles of E niets". Maar hij deed het in etappes. Van zijn winst heeft hij nu een villa laten bouwen, die hij „Radio-Luxembourg" heeft gedoopt. Raoux deed ook mee aan I een van de nieuwste radiospelletjes, Radio-Ping genaamd. Deze worden gehou- den in de tjokvolle Central Sporting Club de Paris, waar ook bij dit soort E hersengymnastiek de rumoerige sfeer van een bokswedstrijd wordt opgeroepen. E De twee mededingers die elkaar door het stellgn van vernuftige vragen moeten „vloeren" staan inderdaad in de ring, worden door helpers gesecon- deerd en Francis Blanche, de bekende chansonnier, tekstdichter en komiek, treedt als scheidsrechter op. In deze competitie worden vragen gesteld van het E genre: Van wie is de uitdrukking „Briand weet niets en begrijpt alles. Poincaré weet alles en begrijpt niets" afkomstig? E Een meer op het „Lachen, gieren, brullen" afgestemd programma is „Honderd 1 francs per seconde". Dat wordt door de onverslijtbare Jean-Jacques Vital be- zield. De kandidaten uit het publiek moeten alles uiteraard binnen enkele 1 tellen bijvoorbeeld beslissen aan welk touw zij zullen trekken van een E stellage op het podium. Tien tegen één, dat zij het verkeerde kiezen, waardoor E een emmer water boven hun hoofd wordt leeggegoten. Zij kunnen zich echter troosten met de honderd franken welke zij voor elke seconde ontvangen die hun foltering heeft geduurd E Dit seizoen is het spel „Arrêtez la musique" (Stop de muziek) op de antennes 1 van Radio-Luxemburg teruggekeerd. Tijdens deze twintig minuten wordt een vijftal café's in Frankrijk, België en Luxemburg opgebeld, waarvan de waard en zijn gasten verzocht wordt de titels van de liedjes te raden, die op dat ogen- E blik worden gespeeld. Elk goed antwoord is tienduizend francs waard. Aan het 1 einde van deze uitzending wordt de „Geheimzinnige melodie" gespeeld, die heel E moeilijk te identificeren valt. Daarom loopt de uitgeloofde prijs elke week met E vijftigduizend francs op, totdat het goede antwoord gevonden js. Er zijn nog E veel meer van dit soort programma's met wedstrijdkarakter en/of gokeïement. Daar is bijvoorbeeld: „De wensman", die elke dag in het middaguur in de Franse steden op stap is. Hij klampt voorbijgangers (liefst vrouwelijke) aan E met de wonderbaarlijkste vragen, zoals laatst in Nantes: „Weet u ook, waar E vanmiddag de bruggen over de Loire worden geveild?" Wie dan onmiddellijk antwoordt: „U bent De Wensman" is tweeduizend gulden rijker. Voorwaarde is slechts, dat men een capsule bij zich heeft van het produkt te, behoeve waar- E van dit programma wordt uitgezonden. Een soortgelijke uitzending is „La 1 chose". Daarbij moeten de luisteraars een voorwerp omschreven op de E manier van ,,'t Hangt aan de muur" raden. Maar zij moeten de radioreporter E daratoe op straat gaan opzoeken: dat herinnert weer aan onze jaarlijkse wed- E strijd op bevrijdingsdag „Met vlag en wimpel". De spelende mens heeft zich E r.iet alleen toegang verschaft tot de omroenstudio's, maar daar ook vaste voet gekregen. Huizinga had dat bewijs voor zijn betoog echter niet nodig en wij E betwijfelen of hij er gelukkig mee zou zijn geweest. E 1 J. H. Bart ma n twee miljoen ton ruwe staal zal bereiken. e Dit is evenveel als de grootste staalfabrie- E ken van de „Kolen- en Staalgemeenschap" e produceren. e Het bedrijf strekt zich langs de baai van e Avilès uit over een lengte van zeven kilo- meter en het beslaat ruim vier vierkante e kilometer Momenteel zijn er vijfduizend e arbeiders en technici tewerkgesteld. De totale personeelsbezetting zal tot vijfen- zestigduizend stijgen. De kosten van het e bedrijf, wanneer het op volle capaciteit e werkt, worden berekend op zeshonderd miljoen dollar. Ofschoon veel onderdelen van het bedrijf in Spanje konden worden e vervaardigd zijn de meeste machines en e apparaten uit het buitenland geïmporteerd. De grote elektrische centrale is door de Zwitsers gebouwd, de zestig cokesovens s werden door Duitsland geleverd. De eerste e hoogoven is van Engelse constructie en de e tweede wordt door een groot Amerikaans e bedrijf opgetrokken. Frankrijk leverde transportbanden en metaalconstructies, e België tienduizend ton betonstaal, terwijl e de honderd ingenieurs en specialisten voor de hoogovens een speciale training in de e Verenigde Staten krijgen. Avilès, waar tal- e rijke steengroeven en kleinere bedrijven zijn gevestigd, is sedert 1951 van twintig- duizend tot tachtigduizend inwoners uit- gegroeid tot een groot industriecentrum. e HET BEDRIJF geeft de indruk van een enorme paddestoel, midden in het berg- landschap van de provincie Asturia opge- e groeid. De bedrijfsleider toonde ons het enorme complex, dat nog zal worden aan- gevuld met een fabriek voor ammoniak- e sulfaat, die aan de Spaanse landbouw drie- E honderdduizend ton meststoffen per jaar gaat leveren. Een Duitse en twee Belgische e groepen industrieën vechten om de op- e dracht tot de bouw van deze nieuwe fa- briek. De voorziening van het bedrijf met ijzerertsen is geen probleem. Op een e tweehonderd kilometer van Avilès liggen de grote Wagnermijnen, die momenteel on- geveer drie miljoen ton ertsen exporteren, terwijl )ok elders in Spanje grote voor- e raden ijzererts aanwezig zijn. De kolen s komen uit Asturië zelf. Zij bevatten ech- e ter vijfendertig percent as. Zij worden e hier in een groot bedrijf gewassen en op e de gewenste afmetingen gebroken. De cokes wordt geëxporteerd, maar zal bin- nenkort natuurlijk in de eigen hoogovens e terecht moeten komen. Dure Amerikaanse e kolen moeten worden geïmporteerd. Deze j| kunnen uit de schepen direct in de eigen binnenhaven worden gelost. E MEN KRIJGT hier overal de wel zeer positieve indi'uk dat de Spaanse arbeider e een hogere levensstandaard wenst. Om e het relatief lage loon te compenseren moe- ten de bedrijven allerlei sociale voordelen verstrekken. Zo moeten alle werk- en e feestdagen worden betaald. De arbeiders e worden dus ook voor de zondagen betaald en ontvangen met Kerstmis twee weken e extra loon. De verzorging in de klmieken e en sanatoria is kosteloos en de fabriek bouwt drieduizend huizen, waarvan de e huur slechts veertig peseta's (iets meer dan e drie gulden) per maand bedraagt. In de E tuinwijk zijn coöperatieve winkels, een e eigen lagere school en een sportterrein. MEN heeft de indruk, dat Spanje een grote achterstand wil inhalen. De burger- oorlog kostte een miljoen doden en van e de tweede wereldoorlog heeft Spanje niet e kunnen profiteren. Het volk is vriendelijk en ijverig maar bekommerd om zijn dage- e lijkse zorgen, dat het vrij hopeloos is een e gesprek over de politiek te beginnen. Maar met grote industriecomplexen als in =- Avilès voelt men duidelijk, dat het land e een nieuwe koers volgt. Wij hebben de e indruk dat Spanje niet voor Europa en de terugkeer naar vrijheid verloren is. e 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 17