REGENKLEDING KIND LIEERT IDE TAA bakt pepernoten ZATERDAG 30 NOVEMBER 195 7 PAGINA ZES l -UW SPREKEN IS ZIJN LEREN TUIN- EN KAMERPLANTEN G. Kromdijk TIPS Erbij een eigen mode Parijse surprises Mevrouw Kroesjtsjev ter receptie GELIJK OP 1 DE BONTE ANANAS Mode voor het komend seizoen BOEKBESPREKING HET IDEE van de confectionairs om in de regenkleding een steeds grotere variatie te brengen is zeer loffelijk. In ons wisselvallige klimaat, waar we zo vaak door een regenbuitje verrast worden is een regenjas een onmisbaar bezit. Tot voor enkele jaren was zo'n regenjas al leen maar een nuttig kledingstuk, tegen woordig is er op dit gebied echter een mode op zich. De regenjas is gepromo veerd tot een kledingstuk dat, naast de mogelijkheid tot het trotseren van regen, ook charme en gratie aan de draagster wil geven. Het ontwerp, de coupe en de afwerking zijn vaak zo perfect, dat ze zonder het doel uit het oog te verliezen, ook een prachtfiguur slaan als zomer- of geklede mantel. Als we het stalenboek doorbladeren zien we een rijke variatie van materiaal en dessin. Waren het vroeger alleen de pasteltinten, die de belangstelling had den, nü worden we geboeid door een won derlijk kleurenspel in de meest uiteen lopende stoffen. Naast de zachtgetinte strepen en ruiten maken de feller ge kleurde dessins een zonnig effect. Effen en fantasie loden, tweed, velours en ga bardine, natté, cloqué en fantasie cotelé zijn maar een greep uit de kostelijke col lectie. De echte zijde moet een plaatsje inruimen voor terlenka en voline (d.i. plastic) en de echte (tegenwoordig wa terafstotende) suède voor de imitatie: suèdine of suèdelon. Zelfs brokaat, otto- man (voor de rijpere vrouw) en jacquards worden steeds meer in de regenkleding- mode opgenomen om zo een niet te kost bare combinatie te vinden van regen- en zomerjas. Het zijn mantels, die we ook met plezier dragen als het niet regent. Als favoriete kleuren voor de komende zomer ontdekken we een zacht konings blauw, teer geel, zwart en wit. De voerin gen zijn meestal in contrasterende kleu ren. De modellen zijn vlot en modieus, met een smal ceintuurtje achter, een klein fluwelen kraagje, een aparte knoopgar- nering. Nieuw zijn de regenjassen in kleurig ruitdessin, waarover een plastic film ligt en jassen met een afritsbaar stuk, dat los als stola kan worden omge slagen. DE RITSSLUITINGEN bij de kinder- jassen zal de jeugd op de fiets bij een flinke regenbui beschermen tegen natte broek of rokje. Ook de regencape neemt weer een plaats in. Vooral in de winter is zo'n cape ook erg praktisch over een warme mantel. Op onze speurtocht kwa men we een cape tegen van fantasie- stof, voorzien van nylon kraag en cein tuur. Succes lijkt ons voor een dergelijk kledingstuk verzekerd. Met de enorme keuze, die we tegen woordig hebben zullen we er nu na een fikse regenbui „charmant-verregend" uitzien! Katy Hun hartje vol verwachting, hun hoofdjes opgeheven naar de Sint. Reik halzend hebben ze naar hem uitgezien. Nu is hij er. Straks zijn hun armen vol geschenken. Maar als Sint zelf ze niet kanvullen, doet gij het Het kind, dat met zes maanden zijn eerste tand heeftdat met twaalf maanden kan lopen, met vijftien maanden zindelijk is en met achttien maanden zijn eerste zinnen zegt, zal zich volgens de gebruikelijke theorie intellectueel en wat zijn karakter betreft, normaal ontwikkelen. Ouders en opvoeders zien niet altijd in, welke een beslissende rol het spreken speelt in de psychische ontwikkeling van het menselijk De Franse hoofdstad bereidt zich voor wezen. Onder het spreken verstaan we niet alleen het vermogen zekere gedachten op de feestdagen. In de etalages ligt een keur van kleine en grote, vaak zeer kost bare cadeautjes, waarvan we u hieronder een paar noemen, speciaal bestemd voor de heren. Vaderlandslievende bretels verkrijgbaar in rood, wit en blauw (ook in Frankrijk de nationale kleuren), doosje met zilveren baleintjes voor de boorden dassen van zacht wildleer, waarvan het dunne ge deelte van zijde is gemaakt om het kno pen te vergemakkelijken en tenslotte ves ten van bruine peau-de-suède, die gedra gen worden op een wit overhemd en met een zwarte das. te uiten door meerdere woorden samen te voegen, maar ook het vermogen om zinnen te vormen volgens bepaalde regels en ze juist uit te spreken. Hoe belangrijk deze gave is, zien we dan pas in, als het ons duidelijk is, dat ze er toe bijdraagt de mens van het dier te onderscheiden. Dit wordt iemand bewust duidelijk, als men kan waarnemen, hoe verschillend het kleine kind zekere problemen, zoals bijvoorbeeld het spel met dobbelstenen en blokken oplost voor en na het is begonnen te spreken. Vóór de eerste uitdrukking van dit ver mogen is nauwelijks een verschil waar te nemen tussen de bewegingen van het kleine kind en die van een aap. Wanneer het kind kan praten, worden de proble men met het verstand opgelost. De eerste geluiden, waarmee het kind zijn spraak vermogen zal oefenen, zo ongeveer als leggen, hoe belangrijk het is voor het kind, ook al is het nog zo klein, een ver standige taal te gebruiken. Het is een on ontbeerlijk gemak voor de kleine leer ling, die zich oefent in de kunst zijn ge dachten uit te drukken. Tegelijk leert hij zuiver te denken, nauwkeurig te oordelen en van een mooie taal te houden. Ik ben een pianist zijn vingers voor het spel lenig zeker niet ongevoelig voor de innige baby- maakt door ze in de lucht te bewegen, taal van liefdevolle moeders: maar zij be- zijn het huilen en het stamelen, die al werkt alleen, dat hét kind later nog eens, wat op het spreken lijken, maar nog geen en dan meestal alleen, moet leren spreken bepaalde betekenis hebben. Langzamer- om de fouten, die het op deze wijze zijn hand voelt 't kind zichtbaar vreugde in het gebruik van zijn organen en begint ten slotte zijn eigen „taal" te spreken nog zon der anderen na te apen. Het eigenlijk spreken berust op het be ginsel van het nabootsen. Hier heerst dik wijls een misverstand van de zijde van de ouders, die meestal vergeten, dat een kind alleen door lang te oefenen in zijn innerlijk er toe komt een woord of een geestdrift, is veel krachtiger dan een stem, Mevrouw Kroesjtsjev heeft onlangs haar man vergezeld naar een receptie - een bij zondere gebeurtenis, - want zij vertoont zich hoegenaamd niet in publiek. Terwijl Nikita Kroesjtsjev vrolijk praat te en lachte en grapjes maakte met wes telijke verslagggevers, bleef mevrouw Kroesjtsjev vrijwel de gehele avond, in gezelschap van de danseres Nadia Lepes- hiskaya en mevrouw Serov (de echtgeno te van het hoofd van de veiligheidsdienst), in een hoekje op een divan zitten Het vrouwelijk overheidspersoneel van west-Berlijn krijgt gelijke betaling voor gelijk werk. De west-Berlijnse senaat heft een be drag van 6.200.000 mark gevoteerd voor het vrouwelijke overheidspersoneel. De ze som is bestemd voor een uitbetaling met terugwerkende kracht. Want men had er zich plotseling reken schap van gegeven, dat dat vrouwelijke personeel minder betaald kreeg voor het zelfde werk, dat de mannen deden en dat de dames het er even goed afbrachten, zo niet beter zinswending juist uit te spreken. Men neemt daarom aan, dat het kind, als het begint een woord te gebruiken, van de be tekenis van dat woord reeds verstand heeft. Men moet er dus rekening mee hou den, dat het kleine kind veel eerder dan gewoonlijk denkt, de betekenis begrijpt van de woorden die tot hem worden ge richt, wat natuurlijk van de ouders ver eist, dat ze nauwkeurig acht slaan op al les wat ze zeggen. Met twintig maanden begint het kind hele zinnen te vormen, die 't snel goed for meert. Met twee jaar onderscheidt het de verschillende tijden reeds tamelijk nauw keurig. Men kan echter eerst dan van een werkelijke taal spreken, als in de zinnen de voornaamwoorden ik en mij voor komen. Dan pas wordt er verschil ge maakt tussen het ik en dat, wat geen ik is: het kind wordt zich van zijn persoon lijkheid bewust. Het begrijpt, dat het an ders is dan zijn omgeving en daarin een bijzondere plaats inneemt. Men kan er niet genoeg de nadruk op Mensen uit de tropen kennen de ananas wel; ze hebben ze zelf gekweekt en gege ten; er komt van deze ananas een heel mooie bonte vorm voor die tegenwoordig ook door de bloemist gekweekt wordt. Een zeer mooie sierplant die ook in een nor maal verwarmde kamer heel goed vol doet. U moet er echter wel een zonnige plaats voor opzoeken; zon moet ze hebben en ook in de zomermaanden kan ze er best tegen als ze er maar vroeg genoeg aan gewend wordt. Niet elke bloemist zal u zo'n bonte ananas kunnen leveren. Maar als u er een beetje moeite voor doet: ze zijn er! De ananas verlangt veel warmte en veel zon en moet ook tamelijk veel water heb ben; vermijdt het gieten met koud leiding water; de plant verlangt water, dat eerst op kamertemperatuur is gebracht. Dat is het minste wat ge voor haar kunt doen. Overigens is het nogal een stekelig geval; de bladranden zijn vrij sterk gezaagd. Op passen voor uw gordijnen is dus de bood schap. Misschien dat u meer succes zult bereiken door haar op een laag tafeltje vlak voor het venster te plaatsen. De plant moet in de zomermaanden wekelijks een weinig kamerplantenmest hebben. Begiet eerst de potgrond met gewoon water en dien daarna de vloeimest toe; het is een verkeerde gewoonte droge potgrond te begieten. beeld van werkelijk goede auteurs te be studeren, die hij ook wel door de radio en de televisie leert kennen. Over het algemeen beweert men, dat meisjes belangrijk eerder spreken dan jon gens. Toch kan men vaststellen, dat welis waar jongens in hun eerste levensjaren iets achter staan vergeleken met meisjes, maar dat zulks voorkomt uit de behoefte van jongens om de reeds verworven kennis te ordenen en verband tussen de dingen te brengen. Later, dat is zo op de leeftijd van zeven tot acht jaar, is de taal van de jongens meestal rijker. ingeprent, te verbeteren. Ik zou er nog iets aan toe willen voegen, over de vor ming van een zorgvuldig denken en het oefenen voor een aangenaam klinkende stem. Velen spreken zuiver en begrijpelijk, maar toch heeft hun stem een onaange name uitwerking. Een goed onderhouden stem die wordt beheerst door gevoelens van welwillendheid, vrijgevigheid en die nooit door zulke gevoelens wordt be roerd. Eveneens behoort iedere opvoeder er op aan te dringen, dat voor ieder voorwerp het juiste woord wordt gebruikt, waar door het kind aan het denken wordt ge zet en dichter bij de werkelijkheid wordt gebracht. Uit een onbegrijpelijk, afge beten, onevenwichtig spreken kan men een verkeerde gedachtengang opmaken. Hier ligt de reden, waarom te familiaire of zelfs grove uitdrukkingen beslist ver meden zouden moeten worden. De voort durende verrijking van de woordenschat mag niet worden verwaarloosd. Het kind en de volwassene zullen daardoor leren elkaar beter te verstaan en elkaar even eens beter te waarderen. Vooral voor de opgroeiende jonge mens is het van belang zich aan een mooi en juist spreken te gewennen door het voor- Terugkeer van N. Schuttevaer-Velthuys maakt deel uit van de door J. H. Gottmer te Haarlem uitgegeven „Juwelen"-serie. Het probleem: de doodgewaande man, die terugkeert, vult de meeste bladzijden van dit boek. De schrijfster doet een eerlijke poging het te benaderen. Voor ons is zij echter vooral geslaagd in haar uitnemende milieuschildering, de sfeer van zorg en materiële benauwenis, het gewone leven van de gewone mensen. Het zwaarwich tige gegeven verstoort dan ook het even wicht in de verhoudingen van haar talent en haar compositievermogen. Zwak getailleerde mouwloze cocktailjapon in zwart met er overheen een zwart-wit genopte blouse van zuiver zijden surah, in taille bijeen genomen door strakke band met strik (battle dress idee). Degenen onder u die zelf voor hun tuin zorgen hebben in de herfst heel wat te doen. Bollen voor het voorjaar moeten in de grond, dahliaknollen eruit. Blade ren opruimen en in de aarde wroeten kan op z'n tijd heel plezierig zijn, maar je krijgt er roetzwarte handen van. Het meest praktische is dat u voor zul ke tuindagen een klein wasje laat liggen dat u na het werk in de buitenlucht even doet. Uw handen knappen daarvan op, maar het kan gebeuren dat ze nog niet helemaal smetteloos zijn. Dan stopt u niet alleen de was, maar ook uw handen even in het bleekwater. Om het onplezie rige luchtje eraf te krijgen wrijft u ze na met azijn. Daarna masseren met een voedzame crème. Nicotinevlekken ontsieren menige vrou wenhand. Die plekken dient u regelma tig met een reeds uitgeperste ci troen te behandelen. Helpt deze methode niet voldoende omdat de vlekken al oud en erg donker zijn, vraag dan aan uw dro gist voor u te mengen: 10 delen citroen zuur, 5 delen glycerine en 15 delen al cohol. Dit middeltje zal zeker helpen, maar u moet het minstens één week lang twee maal per dag gebruiken. Degenen onder u, die goed overweg kun nen met de haakpen kunnen de oudere dochters op sinterklaas met een zelfge maakt cadeautje verrassen. U haakt van gouddraad een ceintuur en schouderband jes en monteert die op gros grain, het ribbeltjeslint, dat vaak om hoeden gestikt wordt. Een oude avond- of cocktailjurk kan er door dezen „gouden" garnering weer heel modieus uit gaan zien. Zoetmulder was de beste bakker van de stad, van het hele land en misschien wel van de hele wereld, maar.hij was ook de bangste man van de stad, van het hele land en misschien wel van de hele wereld. Wel drié keer in de week kon je hem hard over straat zien hol len omdat er een klein hondje tegen hem geblaft had, een zwarte poes heel boos naar hem had gekeken of omdat het zo pikkedonker was in het straat je achter de bakkerij. Iedereen lachte altijd maar zo'n beet je om bakker Zoetmulder, maar tegen Sinterklaas plaagde niemand hem meer, omdat hij de grootste leverancier was van de goede Sint. Haast alle peperno ten, die in de dagen van Sinterklaas worden gestrooid, komen uit zijn bak kerij en daar moet je toch je hoedje voor afnemen, waar of niet? Sinterklaas wist ook wel over die bangigheid van bakker Zoetmulder maar hij stond ieder jaar opnieuw ver baasd over al het werk dat bakker Zoetmulder verzetten kon. Soms liep hij laat op de avond nog even bij hem binnen en keek hoe bakker Zoetmulder met zijn sterke armen de bakplaten vol pepernoten in de oven schoof. Sint proefde er af en toe eens eentje en knikte dan goedkeurend met zijn hoofd. „Heerlijk" mompelde hij, „heerlijk, net als altijd." Op de laatste dag van november, die eigenlijk de spannendste dag is voor Sinterklaas omdat dan alles écht klaar moet zijn voor het grote feest, stond Sinterklaas 's nachts om één uur op eens op uit zijn bed. Hij had zoveel dingen om aan te denken, dat hij niet slapen kon. „Weet je wat," dacht hij, „ik ga nog even bij bakker Zoetmul der kijken. Bakker Zoetmulder was er altijd erg trots op dat Sinterklaas bij zijn werk kwam kijken, maar op dit uur van de nacht rekende hij natuurlijk niet meer op bezoek en daarom zei Sinterklaas tegen zichzelf: „ik zal hem eens ver rassen!" Op zijn tenen sloop hij tot de deur van de bakkerij. Heel zachtjes duwde hij die open. Hij zag de bakker nog niet en hij hoorde hem ook niet zingen zoals hij anders altijd onder zijn werk deed. Maar de oven stond rood gloeiend, dus hij moest er zijn. Sint duwde de deur wat verder open. „Hé", zei hij verbaasd, „hé". Hij kon nu de hele bakkerij overzien, maar er was geen bakker te bekennen. Sint ging naar binnen, keek in alle hoeken, bij de oven, achter de zakken meel en in de grote tonnen voor honing, meer nee, de bakker was er niet. „Bakker Zoet mulder! Hé, bakker Zoetmulder, waar zit je?" riep Sinterklaas, maar er kwam geen antwoord. Dat was even raar. Sint stond er echt een beetje beduusd van te kijken, hij zocht nóg eens, riep nog harder, maar niks hoor. En toen opeens, terwijl de Sint mid den in de bakkerij stond na te denken waar hij nu nog eens zoeken kon, róók hij iets. De lucht van de pepernoten, die in het hele land beroemd waren, was opeens niet zo lekker meer. Nee veel erger: het rook aangebrand! met drie grote stappen was Sinterklaas bij de oven. Oei, wat een hitte! Maar hij trok zijn hoofd niet terug want hij zag wat voor gevaar er dreigde: bijna brandden de pepernoten aan! Sint gooi de zijn wijde mantel uit en nam de mij ter van zijn hoofd. Al zijn moeheid was verdwenen, want hij begreep dat er vlug gehandeld moest worden. Net zo als hij het bak'-^r Zoetmulder zo vaak had zien doen trok hij de bakplaten uit de gloeiende oven. Gelukkig hoor, het viel mee, er waren nog maar een paar pepernoten al te bruin gebrand. „En nu?" dacht de Sint toen alle pla ten in veiligheid waren, „wat nu?" O, wacht eens, daar stond het deeg van de nieuwe pepernoten al klaar. Plij be gon te kneden en het deeg in kleine stukjes te breken. Die stukjes legde hij op de bakplaten en hup daar schoof hij al weer nieuwe pepernoten de oven in. „Doorgaan," dacht Sint, „doorgaan, zolang de oven brandt." Hij werkte als een paard. Honderden, nee, duizenden pepernoten kwamen onder zijn handen vandaan. Hij bakte tot het meel en de honing op waren en het vuur in de oven uitging. Maar., toen was de nacht ook al bijna om! Plij kón niet meer. Bin nen tien tellen viel hij in. slaap en hij werd pas wakker toen het al licht was cn er voetstappen klinken bij de deur. De deur ging langzaam open, iemand keek door een kiertje naar binnen. Toen schoof er een reusachtig dikke stok over de drempel. „Ga je., ga je., ga je uit mijn bakkerij!", riep de stem van bakker Zoetmulder en je kon ho ren dat hij bibberde van angst. Sinter klaas liep op zijn tenen naar de deur en greep de stok beet. „Heb je het te gen mij?" vroeg hij aan de stem ach ter de deur. „Oei., oo.. help., help! Hij kan nog praten ook!" schreeuwde de bange bakker en hij wilde het al weer op een lopen zetten. „Hola, wacht even!" zei Sinterklaas en hij deed de deur wijd open. „Sinter klaas" riep bakker Zoetmulder. Kom eruit., gauw., gauw! Hij doet u wat! Hij doet u wat!" „Maar die dan toch?" vroeg Sinterklaas en hij keek verbaasd achterom naar de bakkerij. „Een muis! Een muis! Ik heb hem horen ritselen tussen het brandhout!" „Een muis, bakker Zoetmulder? Ver geet je al je pepernoten en alle afspra ken met mij omdat je bang bent voor één klein muisje dat je niet eens hebt gezien?" De wangen van bakker Zoetmulder werden zo rood als de mantel van Sin terklaas toen hij aarzelend naar bin nenkwam en de volle zakken met vers gebakken -pepernoten zag, viel hij op een tonnetjes neer. „O, Sinterklaas.. Oo goeie Sinter klaas, wat verschrikkelijk.. Ik schaam me zo. Ik heb me de hele nacht ver stopt in het kolenhok en u.. en u.. Hij kon zijn zin niet afmaken. Die grote sterke bakker barstte in tranen uit. „Schiet maar gauw op," zei Sin terklaas, „over een half uurtje komen mijn knechten de zakken halen en je weet het: er moet nog veel meer ge bakken vóór de vijfde december. Want heus, bakker Zoetmulder, ik heb echt geen tijd om nog meer zelf te bakken." „Oo.. mag ik dan nog voor u wer ken? Kunt u het me vergeven, Sint?" Dat wel", zei Sinterklaas", maar..., dan nooit meer bang zijn, hè." „Nooit meer, Sint", zei de bakker ter wijl hij meteen de oven begon aan te maken. Hij werkte niet als één paard, maar als tien. De knechten liepen al en aan in zijn bakkerij en iedere keer dat ze kwamen had bakker Zoetmul der weer iets nieuws klaar staan. Sint hoefde zich geen zorgen te ma ken voor zijn grote feestdag en bakker Zoetmulder hoefde niet bang te zijn dat Sint nog boos was. Hij lachte heel verlegen toen hij in zijn schoen een klein rose muisje van marsepein vond. Hij stopte het maar gauw weg. En jullie? Jullie moeten toch eens opletten, als je op Sinterklaasavond pepernoten in je mond stopt, of er niet ééntje bij is die héél bijzonder smaakt. Nóg lekkerder dan anders. Je weet het nu, hè: dat is zo'n pepernoot die Sin terklaas zelf gebakken heeft! Mies Bouluijs WAT LIGT ER VOOR BRIEFJE BIJ HANNEKE's SCHOEN? Sint, ik wil een molentje, een molentje, molentje maal, een molentje dat mijn sommen mflfll'' en de moeilijkste lesjes van taal. Een molentje dat de tafel dekt en boodschappen kan doen, een molentje dat borden wast, dat wil ik in mijn schoen. EN DE VOLGENDE DAG...? Ja, daar staat een molentje en het staat bij Hanneke's schoen. Zo gauw ze het ziet probeert ze metec< of het al haar werkjes kan doen. Molentje, zegt ze, mo'entje maal, maak m'n sommen, maak m'n taal, dek de tafel en was af, molentje dat de Sint mij gaf! EN WAT ZINGT IIET MOLENTJE.' Molentjes, molentjes, molentjes draaien alleen op de wind. Nergens vind je een molentje dat draait voor een dom lui kind- Word jij maar zelf een molentje, zet je wieken maar aan. Je zult eens zien hoe fijn het is als je alles zelf hebt gedaan. Mies Bouhuf

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 24