Het beste werk van Ver dl Minister Cals deelt ongerustheid over het lerarentekort Parlementair commentaar Eerste Kamer heeft Europese verdragen goedgekeurd fnoeede Kamer wenst onderzoek naar de salariëring en het carrière-verloop Geld voor scholen uit woningbouwlening ^Praatótoel Produktiebeperking bij Van den Bergh's en Jurgens Zes pet. lening overtekend Veenkoloniale Bank geeft 6 pet. pandbrieven uit 4 Aanrijding berecht waarbij twee soldaten omkwamen jiiiii' Op de Kerkelijk Nieuws DEK DAG 5 DECEMBER 1957 (Van onze Kamerverslaggever MINISTER CALS heeft gisteren in de Tweede Kamer verklaard, dat hij de ongerustheid over het tekort aan leraren volkomen deelt. Het tekort is zeer ernstig, vooral in de toekomst gezien. De moeilijkheden worden veroorzaakt doordat vóór de oorlog 42 percent van de kinderen na de lagere school nog voortgezet onderwijs ging volgen en nu ruim 84 percent. Daar komt de geboortegolf uit de ;3ren direct na de bevrijding nog bij. Dat extra groot aantal leerlingen is nu het ]3ger onderwijs bijna gepasseerd, zodat het nu het voortgezet onderwijs bereikt. Er zijn thans nog geen overvolle klassen bij het middelbaar onderwijs, maar dat zal wel komen. „Wat we kunnen doen aan vermindering van het lerarentekort is eigenlijk verschrikkelijk weinig", zei de minister, „maar alle beetjes helpen". Omdat minister Cals niet had geant woord op haar vragen over een betere salariëring van de leraren, diende mevr. Fortanier—de Wit (V.V.D.) een motie waarin als het oordeel van de Kamer wórdt uitgesproken, dat grote voortvarend heid ten aanzien van het onderzoek inzake de salariëring en het carrière-verloop van leraren bij het v.h.m.o. en van met hen vergelijkbare groepen van overheidsdiena- ren dringend vereist is. Daarom verzoekt de motie de minister maatregelen te nemen om dit onderzoek op zeer korte termijn te doen voltooien. Minister Cals deelde mede, dat men reeds enkele weken bezig is met het ver werken van gegevens voor het onderzoek en dat alleen technische redenen het onder roek vertragen. Nadat de lieert Tans (P.v.d.A.) bij de replieken steun aan de motie had toege zegd, werd zij met algemene stemmen aangenomen. Scholenbouw Over de noodzaak, over de gehele linie meer scholen te bouwen, zei minister Cals, dat het knelpunt bij de scholen bouw de financiering is. Daarom is voor november, december en januari voor de scholenbouw 25 miljoen gulden ter beschik king gesteld van de gemeenten uit de woningbouwlening. Voor het door de ge meenten gefinancierde onderwijs heeft de minister aldus tot eind januari geen zorg. Wat het bijzonder onderwijs betreft was minister 'Cals gistermorgen met minister Hofstra overeen gekomen, dat voor decem ber en januari 20 tot 25 miljoen gulden voor scholenbouw van rijkswege zal wor den gegarandeerd. Een schoolbestuur zal kunnen lenen met rijksgarantie tegen een Het hoger onderwijs zou volgens minister Cals een breed opgezet betoog waard zijn met het oog op de toekomst van ons land. Maar over dat belang is iedereen het eens. Daarom ook is op de begroting voor 1958 voor deze sector van het onderwijs een totaalbedrag uitgetrokken, dat 35 percent hoger is, omdat het kabinet van mening is, aldus de minister, dat niet alleen voor 1970 de te verwachten extra toevloed van stu denten moet worden opgevangen, maar ook de uitrusting van de universiteiten zo moet worden verbeterd, dat het beste on derwijs kan worden gegeven aan de stu denten van de toekomst. Er is een commissie ingesteld, die op zeer korte termijn zal adviseren over maatregelen om op het terrein van de wis- en natuurkunde (kernenergie) de ontwik keling in samenwerking tussen de univer siteiten aan te pakken. Voorzitter van de commissie is prof. Casimir. Het kabinet heeft in principe besloten, dat aan de gemeentelijke universiteit van Amsterdam een tegemoetkoming zal worden gegeven in investeringskosten in de eerstkomende twee jaar. Voor de subsidiëring van het overige bijzonder hoger onderwijs is het rapport van de studiecommissie niet voor september 1958 te verwachten. In het algemeen heeft minister Cal's nog verklaard, dat de bestedingsbeperking geen wezenlijke zaken van het onderwijs heeft aangetast. Door het terugvallen van de export naar Engeland en het op de markt komen van grote hoeveelheden koelhuisboter is er bü Van den Bergh's en Jurgens Fabrieken n.v. te Rotterdam een overschot van 95 arbei ders, mannen en vrouwen. Men bestudeert de mogelijkheid om het gebruikelijke drie- ploegenstelsel te vervangen door een twee ploegenstelscl. Met de betrokken werknemersorganisa ties contact opgenomen. De directie heeft aangeboden het overcomplete personeel onder te brengen in andere takken van het Unilever-concern, waar van een overschot van personeel geen sprake is; een aanbod waarvan ruim 60 mensen gebruik willen maken. De produktiebeperking geldt zowel voor de goedkopere als voor de duurdere soorten margarine. Op de 6 °/o 25-jarige lening (1958) ten laste van de Provinciale Geldersche Electriciteits Maatschappij n.v. te Arnhem is zodanig ingeschreven, dat slechts een geringe toe wijzing verwacht kan worden. De n.v. Veenkoloniale Bank.voor Hypo theek en Scheepsverband te Sappemeer kondigt de uitgifte van 6 pet. pandbrie ven (serie a) tegen de koers van 981/» per cent, uitsluitend in stukken van 1.000, aflosbaar in tien gelijke jaarlijkse termij nen, te beginnen 1 januari 1964. Vervroeg de gehele of gedeeltelijke aflossing is voor die datum niet toegestaan. Hoewel de vrachtenmarkt, aldus de pros pectus, vooral in de tweede helft van dit jaar, te wensen overliet, voldeden de de biteuren op zeer bevredigende wijze aan hun verplichtingen. De groei van de in stelling zette zich voort. De leningen op schepen (binnenvaart en kustvaart) ste gen van 31 december 1956 tot medio no vember 1957 van 12.700.000 tot 15.600.000 Verwacht mag worden, dat de financiële resultaten over 1957 niet bij die van 1956 ten achter zullen blijven. Opneming van de pandbrieven in de officiële beursno tering zal worden aangevraagd. .Mr. J. M. L. Th. Cals hogere rente dan het bekende rentegamma. Over de verdeling van het te garanderen bedrag moet nog nader worden gepraat. Vóór eind januari moet de financiering van de scholenbouw opnieuw worden be keken. De meest dringend nodige bouw kan voorlopig worden gefinancierd. Voor de bouw van een bijzondere school kon tot nu toe ook reeds met rijksgarantie worden geleend, maar als voorwaarde voor de garantie stelde het rijk de rente zo laag, dat het allang niet meer mogelijk was tegen die lage rente te lenen. Dat rentegamma is nu doorbroken. Mammoetwet Omtrent de zogenaamde Mammoetwet voor het gehele voortgezet onderwijs deelde minister Cals mede, dat oplossing is ge zocht in een combinatie van planning en wat men objectieve normen pleegt te noemen. Enerzijds zal de wet waarborgen bevatten voor rechtszekerheid en rechts gelijkheid, anderzijds zal worden gelet op de noodzaak van een behoorlijke spreiding van de verschillende school typen over het gehele land. Voor die spreiding stelt het rijk een centraal plan op, maar daarnaast zullen gemeente- en schoolbesturen zelf deelplannen opstellen voor bepaalden gedeelten van het land. In dien een op te richten school voldoet aan m de wet op te nemen normen voor het aantal leerlingen, moet de minister die school in het centrale plan opnemen. De heer Stokman (K.V.P.) verklaarde r.a deze mededelingen voorlopig te zijn ge rustgesteld, omdat er uit blijkt, dat de lijn van gelijke rechten voor bijzonder en openbaar onderwijs wordt doorgetrokken. De zogenaamde Mammoetwet zal volgens minister Cals, afgezien van de overgangs bepalingen, ongeveer 100 artikelen tellen, zodat er volgens hem eigenlijk geen sprake is van een Mammoetwet, een betiteling, die hij zelf trouwens nooit heeft gebruikt. De rechtbank te Zwolle heeft de 49-jarige buschauffeur J. W. W. uit Enschedé ver oordeeld tot een voorwaardelijke gevan genisstraf van twee maanden met een Proeftijd van twee jaar en 60,boete, subsidiair een maand hechtenis en voor waardelijke intrekking van het rijbewijs V00f de tijd van drie maanden. W. reeds op 8 juli op de Zuiderzeestraat weg bij Hulshorst (gemeente Ermelo) als ohauffeur van een autobus zeer dicht ach- oen andere bus. Toen de chauffeur van •aatstgenoemde bus plotseling moest stop- :'.en, wendde W. het stuur naar links ten- 'uide een botsing te vermijden. Van de "idere kant kwam echter juist een auto psie waarin zes militairen zaten. De bot- sing Was zo hevig dat twee militairen wer- 'jon gedood en vier zwaar gewond. Chauf- •eur w. had gedurende 22 jaar gereden zonder ongelukken te maken. (Van onze parlementaire redacteur De aanneming van de beide Europese verdragen door de Eerste Kamer, zonder hoofdelijke stemming wat de overeen komst inzake Euratom betreft, en met overgrote meerderheid wat het verdrag omtrent de Europese Economische Ge meenschap aangaat, was geenszins een verrassing, wèl dat van de zeven tot de V.V.D. behorende leden er drie het „te gen" lieten horen. Van prof. De Grooth had men, na zijn scherp kritisch betoog van dinsdagavond, nauwelijks anders kunnen verwachten. Dat echter met hem bovendien zowel prof. Molenaar als mr. De Wilde aan de goedkeuring van het verdrag inzake de Economische Gemeen schap niet konden medewerken, had men aanvankelijk niet gedacht. Overigens zorgde de voorzitter, mr. Jonkman ook nog voor een verrassing. Het was name lijk geenszins een geheim, dat mr. Jonk man buitengewoon ernstige en talrijke be zwaren tegen de opzet van de Europese Gemeenschap koesterde. Blijkbaar echter had onder meer de wijze, waarop zijn politieke medestander de heer Kapteijn deze aangelegenheid had behan deld, alsook de beantwoording van de mi nisterstafel het hem tenslotte mogelijk gemaakt, zich bij de voorstemmers te scharen. Voor- en tegenstander-s van het Ge meenschapsverdrag waren het er roerend over eens, dat de ontworpen samenstel ling van het Europese parlement verbete ring behoeft, dat met name uitbreiding van het aantal daarin zitting krijgende afgevaardigden van de Beneluxlanden ten zeerste gewenst is. Welnu, minister Luns kon toezeggen, dat zodra zich na de be krachtiging van het verdrag de daartoe geschikte gelegenheid zal voordoen, het nodige zal worden ondernomen om de verlangde wijziging met behulp van een aanvullende overeenkomst tot stand te doen komen. Voor de drie tegen gestemd hebbende V.V.D.-ers bevatte het verdrag inzake de Economische Gemeenschap te veel vaag heden, onduidelijkheden en tegenstrijdig heden. Kortom, in hun ogen moesten zij een door hen iet gerechtvaardigd geacht vertrouwen in die gemeenschap stellen en hadden zij een sprong in het duister te doen. Ter illustratie van de pijnlijke si tuatie, waarin hij zich bevond, had prof. De Grooth een verhaaltje opgedist over een Engels meisje, waarvan de modér vreesde, dat zij, zo zij niet de haar ge vraagde toestemming kreeg voor het aan gaan van een bepaald huwelijk, waaraan volgens de geraadpleegde advocaat zeer g. ote gevaren verbonden zouden zijn, in het water zou springen. Niettemin had de advocaat gezegd: „Laat haar sprin gen." „Mis," -i minister Zijlstra. Er doet zich een heel andere vergelijking voor. Europa woont op de bovenste verdieping van een smeulend huis en heeft nu de ge legenheid om naar beneden te springen, waar de brandweer een zeil gereed houdt. „Welnu", aldus de minister, „mijn raad is: spring". In het midden latende, of laatstgenoemde vergelijking, hoe aar dig ook gevonden, wel in alle opzichten mijns inziens de Eerste Kamer een juiste beslissing heeft genomen door in de 'ge geven omstandigheden, op raad van de regering, de risico's, die er ongetwijfeld aan de ontworpen regelingen vastzitten, te aanvaarden. Dit in de hoop, dat uitein delijk de voordelen de nadelen verre zul len blijken te overtreffen. Bij de beantwoording der opmerkingen die in de Eerste Kamer zijn gemaakt over de Europese verdragen verklaarde de minister van Buitenlandse Zaken, mr. Luns, het niet eens te zijn met de opvat ting van de heer Van Riel dat de E.E.G. een couveusekindje zou zijn. De minister was ervan overtuigd dat deze zuigeling zeer levensvatbaar is. Wel is er veel zorg en toewijding nodig voor zijn opvoeding om er een sterk en volgroeid wezen van te maken. De minister zou niet willen spreken van „een sprong in het duister", doch liever van „een duister binnenschrij den". Dit duister vertoont echter onmis kenbare lichtpunten. Het voornemen om tot een vrijhandels zone te komen, bewijst dat de gemeen schap een open handelspolitiek wil voe ren. Zal de Europese commissie een mandaat krijgen die de eenheid der zes landen in de vrijhandelszone waar maken? Over een dergelijk mandaat bestaat tus sen de zes landen nog geen overeenstem ming, aangezien men een volledig onder handelingsmandaat om praktische reden niet noodzakelijk acht. De zes landen zul len dus ook na 1 januari individueel aan de onderhandelingen over de vrijhandels zone deelnemen. De zes landen zullen al lereerst tot overeenstemming moeten ko men over de inhoud daarvan, want men is het erover eeiïs dat de vrijhandelszone onmogelijk is, indien sommige van deze landen niet akkoord gaan met deze in houd. De regering is van oordeel dat de door Engeland geboden kans, tot een vrij handelszone te komen, moet worden aan gegrepen. Minister Luns wees er verder op dat de Engelse minister Maudling, de voorzitter van het intergouvernementele comité van ministers der O.E.E.S., bij de besprekingen over een vrijhandelszone, de bepalingen van de E.E.G. als voorbeeld neemt. Deze vrijhandelszone kan echter geen kopie worden van de E.E.G. der zes, zo merkte hij op. De regering zal proberen het aantal Ne derlandse afgevaardigden naar de assem blee uit te breiden. Zij staat de concentra tie der instellingen in één stad voor. Minister Luns vreesde niet dat een der zes landen een dominerende positie zal gaan innemen. De Benelux is hier een voorbeeld. Hij was het liet eens met de opvatting dat de eenheid van Europa slechts het gevolg kan zijn van een machtspositie van één der partners. Het ligt niet in de bedoeling het verdrag uit te voeren tegen de achtergrond van een noodsituatie van een der deelnemende lan den, aldus de minister. De Benelux zal een kern blijven in de E.E.G. en de hierbij aangesloten landen' zullen hun handels overeenkomsten kunnen voortzetten. De E.E.G. zal geen gesloten gemeenschap worden en in het verdrag is een clausule opgenomen op grond waarvan ook andere landen hiertoe kunnen toetreden. Minister Luns ontkende dat gesproken kan worden van een geëuropeaniseerd ko lonialisme in het kader van de E.E.G. De nieuwe gezagsverhoudingen blijven im mers geheel voor rekening van de desbe treffende landen. Sprekende over het Euratoomverdrag merkte minister Luns op dat dit het ter beschikking stellen van atoomwapens aan Europa niet in de weg staat. Op het gebied van het kernonder zoek bestaan nog grote leemten zowel op nationaal als internationaal gebied. Hier dient een samenwerking te komen tussen alle westerse landen, zodat een ieder pro fijt kan trekken van het onderzoek. In het kader van Euratoom is het niet uitgesloten dat Nederland bijzondere opdrachten zal ontvangen. Het Atoomverdrag, aldus de minister, is het fundament waarop een vruchtbare en ware Europese samenwer king kan worden opgetrokken. Ten aanzien van de invloed der radio actieve straling bestaat nog niet vol doende kennis. Ook op dit punt zal het on derzoek geïntensiveerd moeten worden. De minister van Economische Zaken, prof. Zijlstra, gaf hierna een verduidelij king van enige artikelen der Europese ver dragen. Hij wilde niet beweren, dat een Europees planbureau onmiddellijk een noodzaak is, maar wel achtte hij het ge wenst dat specialisten de Europese ge meenschap voorlichten over de in de deel nemende landen heersende conjunctuur. Een soepele douane-unie met „ontsnap pingsclausules", die enkele sprekers in plaats van de E.E.G. voorstelden, achtte de minister niet realistisch. Een dergelij ke unie was wel te verwezenlijken ge weest, maar men zou dan van meet af daar zijn waar men thans is aangekomen in het kader van de O.E.E.S. waar men niet verder kan. Het ligt in het voornemen van de rege ring om bij de besprekingen in de E.E.G. steeds weer te wijzen op de bevolkings situatie in Nederland, zo verklaarde mi nister Zijlstra. Ook bij het industrialisa tiebeleid zal de regerirtg hiermee voort durend rekening hebben te houden. De publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie zal bij het overleg met betrekking tot de Europese verdragen zonder twijfel wor den betrokken. Met betrekking tot de G.A.T.T.-besprekingen in Genève merkte de minister op dat de daar geoefende cri- tiek op de E.E.G. en in het bijzonder het verwijt dat deze een protectionistische richting zou uitgaan, nuttig kan zijn voor de ontwikkeling van de Europese markt. Kernenergie De kernenergie is voor Nederland van bijzondere betekenis. Er is wel voldoende olie in de wereld, doch deze is geen zui ver handelsartikel op het ogenblik, doch een object voor politieke chantage. De aardoliewinning in Nederland is gunstig Wat het aardgas betreft mogen de ver wachtingen gespannen zijn op grond van de recente vondsten in het westen van Ne derland. „Wij wonen op het ogenblik in een huis, dat weliswaar niet in lichterlaaie staat, maar dat toch al gevaarlijk be gint te smeulen en waar wij op de boven verdieping zitten en de brandweer be neden staat met een vangzeil. Wanneer deze brandweer c zeker ogenblik roept „spring" dan volgen wij die raad op, ook al doet het pijn, zo merkte minister Zijl stra nog op tot besluit van zijn beant woording. Minister Hofstra beantwoordde hierna nog enkele vragen die betrekking hadden op de financiële aspecten van de Euro- markt. In het kader van de E.E.G., zo Minister Luns zei hij, zal gestreeft moeten worden naar een aanpassing der fiscale wetgeving in de Westeuropese landen. Landbouw De minister van Landbouw, Visserij en Vo Voedselvoorziening, dr. S. L. Mansholt, ver klaarde, dat ten aanzien van de vrijhan delszone voor de landbouw geen gelijke regeling zal worden opgesteld als reeds voor de E.E.G. bestaat. De situatie van de landbouw in deze vrijhandelszone is nog weinig duide lijk, zo merkte hij op, doch wel is een wij ziging ten gunste aan Engelse zijde waar te nemen. De minister zou het toejuichen indien Denemarken tot de E.E.G. wilde toetreden, doch voor dit land kan geen af zonderlijk landbouwprotocol worden opge steld. Minister Mansholt betreurde de uitlating van een der afgevaardigden volgens wel ke de Nederlandse vertegenwoordigers te slap zouden zijn opgetreden tijdens de E.E.G.-besprekingen. Er is heel hard ge werkt in Brussel aan de landbouwpara graaf van het verdrag. „Het Nederlandse standpunt week meestal af van dat der an dere landen en wij ondervonden van an dere landen slechts weinig steun", aldus de minister. De Nederlandse delegatie Maria Russ houdt even op met koffiemalen en neuriet een melodie uit Aïda. „Vroe ger heb ik deze aria eens in Sint Petersburg gezongen", zegt ze. „Voor de Russische tsaar en de hele hofhouding." Ze staart voor zich uit, een vage glimlach om de lippen. Haar gedachten zijn ver weg. Dan zucht ze en maalt voor. Vroeger is wel heel lang ge leden voor deze vrouw, eens een ster van de Minalese Sca la. Ze heeft in alle grote thea ters van de wereld voor het voetlicht gestaan en de ovaties van een opgetogen publiek ontvangen. Nu is haar stem gebarsten en de stralende glimlach, waarmee ze de kus handjes begeleidde, die ze haar auditorium toewierp, heeft allang afgedaan. Om ringd door herinneringen slijt Maria Russ haar rustig leven tje in het tehuis voor oud-mu sici, waaraan de naam van Verdi verbonden is. Men beweert, dat de grote componist eens werd gevraagd wat hij als zijn beste werk be schouwde. Zonder aarzelen antwoordde hij: „La mia casa di riposo per musicisti mijn rusthuis voor musici." Inder daad is het een werk, dat hem de waardering en dankbaar heid heeft opgegeleverd van tientallen voormalige groot heden uit de muziekwereld. Het is een flink gebouw aan de Piazza Michelangelo Buo- narotti in Milaan. „Het stand beeld van Verdi staat er vlak voor in een plantsoentje," had men mij ter nadere aanduiding verteld. Dat is echter verleden tijd: de werkzaamheden aan Ruim negentig mannen en vrouwen, die vroeger als sterren aan de operahemél schitterden, genieten een onbezorgde oude dag in het rusthuis, dat Guiseppe Verdi voor hen stichtte. Het staat in Milaan waar de componist zelf zijn grootste triomjen vierde. de nieuwe ondergrondse heb ben het nodig gemaakt het monument te verplaatsen. Nu vind ik er een bouwput, om geven door een schutting. De poertier geeft mij gena diglijk toestemming verder te gaan, maar eerst kijk ik in zijn domein rond en blijf een ogenblik staan voor de beide borden met de naamkaartjes van de bewoners. Vijfenvijftig „signori" en zesendertig „sig- nore" een veilige meer derheid dus voor de oude heren. Door een binnenhof vol bloemen en groen bereik ik het kapelletje met de sarco- phagen van Guiseppe Verdi en zijn echtgenote Guiseppina Verdi-Strepponi. Ik sta op een soort gelijkvloers podium en zie stil neer in de grafkelder. De beide doden rusten er on der de woorden van Gabriele d'Annunzio: „Pianse ed amö per tutti Hij leed en had lief voor allen. Een oud vrouwtje scharrelt stijf de trap af en knielt bij de tomben. Ik stoor haar niet in haar devoot gebed en bewonder intussen de mo zaïekwanden, die taferelen voorstellen uit Verdi's opera's. Maar als ik later op de bin nenplaats rondwandel wisse len wij een groet. Het wordt een gesprek met de vriende lijke uitnodiging het gebouw en de kamers te bekijken. Ze is kennelijk blij met een praatje en manoeuvreert me na de rondgang behendig haar eigen vertrek in. Haar naam moet me iets zeggen, neemt ze aan: wie heeft nog nooit van Maria Russ gehoord? Ik bespaar haar de pijnlijke er varing te moeten aanhoren, dat ik althans tot dit moment onkundig was van haar be staan. Ze spreekt over Verdi, zijn opera's en haar op treden erin, alsof ik een gene ratiegenoot ben, die dit hele stuk muziekgeschiedenis uit eigen ervaring kent. Onze conversatie wordt be geleid door het ritmisch bewe gen van haar rechterarm bij het koffiemalen en ergens op een hogere etage tin kelend pianospel. Het klinkt goed en mijn aandacht ver slapt even. Maar er is intussen weinig gebeurd: signora Russ ratelt onverstoorbaar voort en ik kan weer meteen in haar redenering vallen. Het blijkt, dat ze me pro beert te vertellen hoe kritiek de toestand in en met het huis is geweest in 1951. Toen, pre cies gezegd op 27 januari, drie minuten voor drie in de nacht, was Verdi vijftig jaar dood. Dat betekende, dat niemand, waar ook ter wereld, ook maar een cent voor de uitvoering van zijn werken hoefde te be talen. Zo is het vastgelegd in een onverbiddelijke interna tionale overeenkomst en daar aan valt niet te tornen. Op datzelfde ogenblik zou het rusthuis zijn financiële basis verliezen, want de dertig tot vijfendertig miljoen lire voor de instandhouding en alle ver dere onkosten vloeiden geheel uit de opbrengst van Verdi- programma's, ingevolge de be palingen van zijn testament. Er is toen en al veel eer der, daar men het fatale mo ment met bezorgdheid had zien naderen lang en zwaarwichtig geconfereerd. Men heeft zelfs pogingen ge daan de termijn met twintig jaar verlengd te krijgen, maar deze stuitten logischerwijze af op de onaantastbaarheid van de regeling. Het slot is ge weest, dat de Italiaanse rege ring eens in de schatkist keek en het niet bij kijken liet. Een internationale campagne heeft voorts ook de nodige gelden opgeleverd ik had dat trou wens al half en half begrepen, toen ik onder de toegangs poort de aan de wand beves tigde marmeren tafels zag met de namen van vele illustere „benefattori": Arturo en Garla Toscanini, de Metropolitan Opera Company, Puccini, José Iturbi, Beniamino Gigli en vele anderen. Nu loopt het dus weer. De bewoners kunnen hun vrijwel zorgeloos bestaan voortzetten, bij tijd en wijle naar de Scala gaan om op gratis ereplaatsen te luisteren naar de prestaties van hedendaagse vocalisten en verder j kunnen zij zich aan elke hobby wijden, die niet strijdig is met de wet of de goede zeden. Maria Russ is opgestaan en gaat koffie zetten. Ze praat onvermoeid door, steeds over gebeurtenissen uit het ver leden en van lieverlede krijgen haar onthullingen een per soonlij kei-, ik mag wel zeggen: intiemer toon. „Ik ben jong getrouwd," babbelt ze. „Nog maar net achttien was ik. Mijn ouders waren er altijd op tegen, dat ik carrière wilde maken als zangeres en ik wist, dat ik die kant uit móest. Na lang zeuren liet mijn vader zich eindelijk ontvallen de beslissing te zul len overlaten aan mijn man, als ik er ooit toe zou komen te trouwen. Nou, en toen bèn ik getrouwd." Ze kijkt me zegevierend aan en ik knik instemmend. Mijn goedkeuring achteraf schijnt haar deugd te doen. Dan zet ze me een kop schuimende capuccino voor, lekker met een snufje cacao op de melk. Mijn gedachten gaan terug naar een half uur gele den, toen ik een gezelschap oude heertjes en dametjes ge zellig had zien koffiedrinken in de conversatiezaal. „Gaat u nooit naar beneden bij de anderen zitten?" „O ja, vaak genoeg. Maar nooit op koffietijd," verklaart ze beslist. „Wat ze daar schen ken is bocht". Voor klazen Er bestaan reeds vrouwenhoekjes in de kranten, kinderhoekjes, knutselhoekjes, opvoederskadertjes, tuiniersrubriekjes, praatstoeltjes en daarom nu eens een klazenhoekje. Vol wenkjes voor Sinter klazen dus. Ons eerste advies: de baard fiks uit- stomen boven de fluitketel; daarbij waken voor het vlam vatten van het dunne on dereinde. Gij houdt anders niet méér over dan een verschroeid gazen lapje, waarmee slechts weinig effect bereikt wordt bij de kinders. Is de, baard schoon en ontdaan van klittigheden, oude aankoeksels die er zo gemakkelijk in ivillen sluipen, over- jaars gedierte en schroeiplekjes, dan moet deze geruime tijd vóór het feest aange daan worden! Onthouden is de leus! Oefe nen zij het devies. Veel soep daarbij eten is een prachtige oefening. Hetzelfde geldt min of meer voor de hoofdtooi; zoals gij wel weet meestal een wat plakkerig, vaal pruikje. Kammen en stomen tot de krullen ervan dik en vol uit staan is een eerste vereiste. En dan ook hiermede enige uren lopen: ophouden dus! De wat betere pruik zal zich dan prettig naar het hoofd voegen en zal u een dus danig boeiend effect van echtheid ver lenen, dat de kinders ervan zullen schreeuwen van schrik. En, laten wij dit heel goed voor ogen houden: om de schrik bij de kinders exin te jagen, daarom gaat het! Het valt ons wel eens op dat zwakke, teutelige, ongerichte Klazen met weke stemmen en laffe gebaren trachten het kleine goedje te paaien met een verkeerd, onheilzaam gedrag van zachtheid en wel- ivillendheid. Dit is verkeerd! De goede Klaasman komt de kleintjes op de don der. Dit is de juiste, zij het wat ruwe uit drukking! Want wij mogen, bij het tot leven brengen van de Goedheiligman, nim mer vergeten dat hij tot op zekere hoogte afstaznt van Wodan. Nu, en dat was mij er een! Op een enorm Paard en dan ver gezeld van een tweetal pekzwarte raven ging die er op af! Dat was niet flauw meer; dat was recht-toe-recht-aan-werk. Met donderflitsen en gerommel en onweer en rukken aan de luikjes van die middel eeuwse stulpjes. En loeien door de schoor steen! Dat was in het geheel niet maar lekket op rubber sportschoenen in een winkel o; lunchroom zitten met scheefgezakte wenk brauwen en groezelig kant uit de mouwen tezamen met een versuft op winstbejag, ongeïnspireerd pietje; dat is knoeiwerk. Het moet verschrikkelijk zijn! Men dient, voor een waarlijk groot optreden, als ge laden met een angstaanjagende vergel dingsdrift, snel te bewegen. Niet traag en ouwelijk dus, maar vlug en onverwachts En dan nauwlettend zorgdragen voor een mijter van het juiste model. Men ziet wel eens knoeiers, die een suffe, hog puntmuts op het hoofd hebben waarvan geen enkel ontzag uitgaat; het is een wat verkreukeld, verneuzeld ding met. de deu ken en butsen van te lage rijtzdgjes en autodaken, dat slap en zielloos over de krullen van zo'n klaas heenhangt. Dat is geheel verkeerd. Zo'n muts haalt de ware Sinterklaas omlaag tot een verklede dia kenhuisman, een krachteloze, ouwelijke knutselaar met gaten in de sajetten sok ken, die slechts in staat is tot schenken en niet tot straffen. De goede Klaas moet er óp kunnen slaan en daartoe dient hij sterk en snel te zijn en vooral vervaarlijk. Dit kan hij mede bereiken door het model van de mijter. Deze dient hoog en sterk te zijn en iets in zich te hebben van de grondvormen van een ruimteprojectiel, een raket. Het voor een goede opvoeding zo gevoelige kind moet onbewust bij dit model (een vlug model!) iets voelen van dreiging. Dat doet het heel goed. Over de Piet een volgend maal, maar dat zal dan december 1958 worden. Duif J. J. F. Kemming IlllllllllH^ heeft haar uiterste best gedaan te berei ken wat mogelijk was. De minister van Verkeer en Waterstaat, mr. J. Algera, behandelde hierna enige vervoertechnische kwesties verband hou dende met het E.E.G.-verdrag. Een posi tief element van het verdrag is, zo merkte hij op, dat dit een goed aangrijpingspunt biedt voor een gemeenschappelijke ver- voerspolitiek. Een tweede punt is dat een aantal discriminatoire vervoerspolitieke maatregelen, die op het ogenblik nog uni lateraal worden genomen, thans het on derwerp zullen uitmaken van een gemeen schappelijk beleid. V.V.D. tegen Prof. De Grooth (V.V.D.) verklaarde bij de repliek nog dat het verdrag vele vaag heden en onzekerheden bevat en dit geva ren met zich brengt. Ons land, dat een vrij handelsland is, gaat thans deel uitmaken van een groter geheel met een meer pro tectionistisch karakter. De institutionele opzet achtte prof. De Grooth evenmin ideaal, inzonderheid de regeling omtrent de besluitvorming waarbij de Raad van Ministers zulk een grote macht heeft en het college slechts bestaat uit vertegen woordigers der nationale belangen en geen supranationaal karakter draagt zoals bij de E.G.K.S. Hij achtte de positie van Ne derland uiterst kwetsbaar geworden door het E.E.G.-verdrag. Na dupliek van de ministers Luns, Zijl stra, Hofstra en Mansholt werd het wets ontwerp tot goedkeuring van het verdrag tot oprichting van de Europese Economi sche Gemeenschap met 46 tegen 5 stem men aanvaard. Tegen stemden prof. De Grooth (V.V.D.), prof. Molenaar (V.V.D.), de heer De Wilde (V.V.D.) en de commu nisten. (Er waren 24 leden afwezig). Het wetsontwerp tot goedkeuring van het verdrag tot oprichting van de Europe se Gemeenschap voor Atoomenergie werd zonder hoofdelijke stemming goedge keurd, met aantekening dat de communis ten tegen waren. Ned. Herv. Kerk Beroepen te Ouderkerk a.d. IJsel: K. van de Pol te Veenendaal. Aangenomen naar Rotterdam-Delfsha- ven (vac. A. Adriani): W. Vos te Mensin- geweer; naar Lemmer: F. H. Kuiper te Goënga; naar Klooster-Ter-Apel: H. van Nieuwenhuize, vicaris te Borger, die be dankte voor Twisk. Bedankt voor Schelluinen: W. Vroegin- dewey te Bleiswijk. Bedankt voor Waarder K. van de Pol te Veenendaal.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 5