IN NOOD LEERT MEN DE LIEFDE KENNEN
Nieuw Kinsey-rapport
Ranglijstje
Werkende vrouw
in Frankrijk
De Kamerazalea
ZATERDAG 18 JANUARI 1958
Erbij
r"A
Duur
J
PAGINA Zr,S
VOORDAT het Franse schildersmode)
Sylvette kon trouwen met de Engelse
kunstschilder Toby Jellinek, moesten er
eerst ook heel wat moeilijkheden worden
overwonnen. Zij woonden beiden in het
provengaalse dorp Vallauris en wilden
daar ook aantekenen. Nu vraagt de Franse
wet echter dat bruid en bruidegom een
medische verklaring van „geen bezwaar"
overleggen. Maar Tony was in ernstige
mate tuberkuleus. De arts weigerde een
verklaring af te geven.
Wat te doen? Zij gingen naar zijn moe
derland Engeland en trouwden daar. Maar
nog geen veertien dagen later stak de
ellendige ziekte bij Tony de kop op. Een
genezing, hoewel heel goed mogelijk, zou
veel tijd en veel geld kosten. Veel geld'
Hoe komt een jong artistiek ingesteld echt
paar aan veel geld?
Toen dacht Sylvette aan het schilderij,
dat Picasso indertijd van haar had ge
maakt. Om precies te zijn had hij er der
tien van haar gemaakt. Picasso was haar
tegengekomen in een dorpsstraat van Val
lauris en onmiddellijk getroffen door haar
verschijning. Hij had haar gevraagd te
willen poseren en achter elkaar dertien
portretten van haar gemaakt. Het laatste
gaf hij haar mee als afscheidscadeau. „En
verkoop het nooit!" zei hij.
Maar nu Toby ziek lag en in een duur
sanatorium zou moeten worden opgeno
men, nu het eigenlijk om zijn leven ging,
meende zij dat Picasso toch geen bezwaar
zou maken als zijn schilderij als „redder"
gebruikt zou worden. Zij stelde zich in
verbinding met een kunsthandel in New
Vork en verkocht het doek voor een paar
miljoen francs.
Toen men Pieasëo over de verkoop ver
telde, vroeg hij onmiddellijk welke prijs
het schilderij had opgebracht. Hij floot
zachtjes tussen zijn tanden. „Dat meisje
had gelijk", zei hij. „Mijn leven is trou
wens indertijd ook eens gered door een
schilderij van Picasso. Had de kooer nog
oen dag langer met de aankoop gewacht,
dan was ik waarschijnlijk van honger ge
storven, want ik had geen cent meer en in
geen dagen meer gegeten".
HET INSTITUUT voor onderzoek op
sexueel gebieu van de universiteit van
de Amerikaanse staat Indiana heeft be
kendgemaakt, dat het derde zogenaamde
Kinsey-rapport, dat getiteld is „Zwanger
schap, geboorte en abortus" op 14 mei in
boekvorm zal verschijnen. Uittreksels van
het rapport zullen voor die datum gepubli
ceerd worden in een belangrijk Ameri
kaans tijdschrift voor dames. Alfred Kin-
sey, de samensteller van de beide eerste
Kinsey-rapporten, „Het sexuele gedrag
van de man" en „Het sexuele gedrag van
de vrouw", is in 1956 overleden. Zijn me
dewerkers hebben zich voor de samen
stelling van het derde rapport bediend van
gegevens, die Kinsey had verzameld voor
zijn twee andere rapporten.
„Toe Jopie, lopen!", roept het mannetje
links, „maar wie is Jopie eigenlijk. Je
weet zeker wel hoe je daar achter
kunt komen.
Enige tijd geleden schreven wij over de
historie van het befaamde Schotse
„tweed" en van het „tartan", de Schotse
ruit. De geschiedenis evenwel van het
„terylene", hoewel niet teruggande tot in
de grijze oudheid, is niet minder interes
sant en boeiend.
De uitvinding werd gedaan in de labo
ratoria van de destijds in dienst van de
Staat gestelde Calico Printers Associa
tion; die na een hele reeks van vérgaande
proeven, de ICI, een geweldig Brits con
cern op chemisch gebied, in de arm nam
en steun vroeg inzake verdere ontwikke
ling van het proces en voor de bestude
ring van meerdere mogelijkheden.
De oppermachtige directie van ICI
vond het goed en in 1947 werd eindelijk
overeengekomen, dat ICI, met haar enor
me financiële mogelijkheden, de produk-
tie ter hand zou nemen. ICI (Imperial
Chemical Industries) controleert meer
dan 120 maatschappijen en niets is deze
geweldige organisatie onmogelijk, behal
ve..te werken in de Verenigde Staten. En
zo moest dus het recht om terylene te pro
duceren worden verkocht aan het mam
moetsconcern E.I. Dupont de Nemours
en Company, die het terylene in de han
del brachten onder de naam „Dacron".
De belangstelling van het publiek was
groot. Toen ICI een speciaal concern wilde
stichten en een nieuwe fabriek wilde bou
wen, enkel en alleen om de produktie van
terylene zo groot mogelijk te maken,
bleek het weinig moeite te kosten om
eén bedrag van 120 miljoen gulden bijeen
te brengen.
Vandaag de dag staat in het plaatsje
Wilton, ergens aan de kust van het graaf
schap Yorkshire, een enorme fabriek, die
waarschijnlijk een der grootste op dit ge
bied ter wereld zal worden wanneer een
maal alle plannen ten uitvoer zijn gelegd.
Het terrein, dat wij bezochten, beslaat on
geveer 1000 hectare en het gebouwencom
plex telt twintig volledige fabriken.
De plaats zelf breidt zich sterk uit.
Meer dan 750 miljoen gulden werd beschik
baar gesteld om die uitbreiding mogelijk
te maken. Huizen moesten worden ge
bouwd, straten aangelegd, er moest voor
een eigen ziekenhuis worden gezorgd
scholen verrezen als paddestoelen uit de
grond., enfin Wilton is Wilton niet meer.
Terylene is slechts één van de 12000 che
mische produkten door ICI gefabriceerd
en in de handel gebracht. De stof wordt ge
maakt uit twee bestanddelen van petro
leum. die in Wilton uit de ruwe olie wor
den afgezonderd in een speciale fabriek.
De stof wordt gefabriceerd in twee soor
ten: de ene geschikt voor het weefgetouw
een draad dus. Ze dient voor de fabrica
ge van lichte stoffen voor kleedjes, gordij
nen en lingerie. De andere is zwaarder
en sterker misschien nog wel. Deze dient
voor de vervaardiging van stoffen voor
heerenkleding, rokken en merkwaar
digerwijze ook voor sokken.
De produktie bedraagt op het ogenblik
elf miljoen kilo per jaar, maar zal binnen
kort nog groter worden. Terylene is zeer
sterk; bovendien bewijst het ook in de vis
serij een geweldige dienst, doordat de
netten, gevlochten van terylene negen
maal zo lang mee kunnen als gewone net
ten. zij zijn veel gemakkelijker in het werk
en rotten nimmer. De stof kan uitstekend
grote warmte en felle kou doorstaan. Ze
kan tegen de inwerking van zuren, zet niet
op wanneer ze lange tijd in water staat,
droogt bijzonder snel, weerstaat iedere
dierlijke „aanval" in de zin van bacteriën
en dergelijke, verbleekt niet onder de in
vloed van zonlicht, trekt zich niets aan van
welke weersomstandigheden ook. Idealer
kan het haast niet
B. S. D ijst ra
Voor het eerst is koningin Elizabeth van
Engeland opgenomen op de lijst der best-
geklede vrouwen van de wereld. Haar zus
ter, prinses Margaret, alsmede prinses
Gracia van Monaco, zijn van deze lijst ver
dwenen.
De jaarlijkse lijst is gebaseerd op een
opinie-onderzoek van het „New York In-
stitue". 2.000 deskundigen, die over de ge
hele wereld verspreid zijn, nemen er aan
deel. De ranglijst luidt: 1. Mevrouw Wil
liam Paley, New York, echtgenote van de
„chairman of the board van Columbia
Broadcasting System". Het is het vijfde
achtereenvolgende jaar dat haar naam
bovenaan de lijst prijkt. 2. De hertogin van
Windsor en mevrouw Winston Guest, een
bekende figuur uit de uitgaande wereld
van New York en Palm Beach. 3. Gravin
Consuelo Crespi uit Rome. 4. Koningin
Elizabeth. 5. De filmster Audrey Hepburn.
6. Mevrouw Henry Ford de tweede. 7.
Burggravin Jacqueiine de Ribes uit Parijs.
8. De actrice Claudette Colbert en mevrouw
William Randolph Hearst Jr. 9. De gravin
van Quantanilla uit Madrid. 10. De gravin
Mona von Bismarck, die gehuwd is geweest
met wijlen Harrison Williams. 11. Mevrouw
Norman K. Winston, echtgenote van een
New Yorkse aannemer. 12. Mevrouw Tho
mas Bancroft, vrouw van een New Yorkse
textieldirecteur.
Nog i-s het winter, maar de Engelse
ontwerper Horrockses heeft de lente al
in het hoofd. Of heter: hij had. de lente
in het hoofd, toen hij de japon creëerde,
welke men op de foto ziet. Ze is ver
vaardigd van satijnachtig katoen en in
diverse kleuren bedrukt.
In Frankrijk is van elke twee vrouwen
er een in het arbeidsproces opgenomen. Er
zijn bijna 5 miljoen Franse vrouwen tussen
20 en 60 jaar werkzaam op kantoren, in de
fabrieken, de vrije beroepen en de handel.
Er komen meer en meer vrouwen die als
werkgeefster optreden, 52 percent in de
kleine handelsbedrijven en niet minder
dan 18 percent in de industrie. Bij de over
heid bekleden Franse vrouwen vaak be
langrijke betrekkingen. Zij vertegenwoor
digen bijna 40 percent van het leidende
personeel, chef en sous-chef van dienst.
Verder werken ook veel Franse vrouwen
in maatschappelijke beroepen verpleeg
sters, assistentes, gezinshulp n.l. 18 per
cent van haar, die een beroep uitoefenen.
Er zijn veel minder arbeidsters dan vroe
ger, 20 percent van het totaal. De jongeren
zoeken het meer en meer in de nieuwe be
roepen, in de eerste plaats als labora
torium-assistente, doch ook als geschoolde
technici in de industrie.
Hoe staat het eigenlijk met uw kamer-azalea? Zitten de dikke
bloemknoppen er al inn? Azalea's mislukken nogal eens, omdat
ze te vroeg in de normaal verwarmde kamer gezet worden.
Eigenlijk moet u rekening houden met de bloeitijd. Wanneer
hebt u de plant bloeiend ten geschenke gekregen? Was dat in
december? Is het een vroegbloeiend soort? Dan kan het geen
kwaad de plant nu naar de warme kamer te halen. Bloeide de
plant pas in maart, dan is het een laatbloeiende en kunt u nog
best ruim één maand geduld hebben. De groene scheutjes, die
zich naast de bloemknoppen ontwikkelen, worden door de
bloemist de „diefjes" genoemd. Dat zijn ze in feite ook: zij
trekken al het vocht en het voedsel, dat voor de bloemknoppen
bestemd is, tot zich. Die jonge scheutjes moeten dus met een
schaartje weggeknipt worden. Als de plant eenmaal in bloei
staat, mag men dat niet meer doen, want zij zijn het, die ten
slotte voor de bloemknopjes van een volgend seizoen moeten
zorgen. Zolang de plant niet in volle bloei staat, zal men ook
veel moeten gieten en sproeien. Doe dat met lauw water en
vergeet niet uw azalea regelmatig te bemesten.
M. S. v. M. te H. Sommige planten hebben er een hekel
aan op de potgrond begoten te worden; onder andere een cy
clamen. Gieten op een bloemschoteltje heeft ook zijn bezwaren:
het water blijft dan dikwijls te lang staan en wordt koud en
dat is voor de plant niet zo best. Over het algemeen is het dus
beter de planten met lauw water op de potgrond te begieten.
Als het water echter warm genoeg is mag het ook op het
bloemschoteltje gegoten worden. Ik geef de voorkeur aan
gieten op de potgrond.
G. Kromdijk
Zó MOOI, zo verschrikkelijk mooi
was de ballon van Fientje, dat ze nog
wel bonder keer haar ogen opnieuw
opendeed om ernaar te kijken. Ze lag
al in bed. Door een kier in het gordijn
scheen de maan precies op het plafond
waartegen de gele ballon zat. Fientje
had hem 's middags in een winkel ge
kregen en toen ze ermee over straat
liep voelde ze hoe hij rukte en trok om
weg te komen. Weg, naar boven! Ze
had gevoeld dat het een heel bijzonde
re ballon was, eentje, die op avontuur
uit wilde. Thuis had ze het touwtje uit
haar hand laten glippen en hij was
met een vaartje naar het plafond ge
schoten. Het leek net of hij daar hing
te wachten tot hij nóg hoger en nóg
verder kon gaan. Daarom ook keek
Fientje uit haar bed telkens even of
hij niet echt weg vloog.
,..!e lijkt op de maan," fluisterde
Fientje toen ze voor de honderste keer
overeind ging zitten en naar die gele
bol keek.
„Dat zie je heel goed," zei een
stem, „heel goed, Fientje."
De ogen van Fientje werden groot.
Wie praatte daar in het stille huis?
Iedereen sliep.
„Wie zegt daar wat?" fluisterde ze
opgewonden, maar toch ook een beet
je bang.
„Ik," zei de stem ergens hoog in de
kamer, „ik zei iets."
„Wie ben je dan? Hoe kom je bin
nen?"
„Ik ben de gele ballon. Zie je me
niet?"
Fientje tuurde nog eens heel goed
omhoog. Het leek wel of het licht van
de maan opeens veel helderder werd.
En in dat licht zag ze het. De gele bal
lon, haar ballon had een gezicht. Een
leuk vollemaansgezicht met kleine pret
oogjes en een brede lachende mond.
Hij lachte naar Fientje en wiegde
zacht heen en weer. „Zie je me nu?"
„Hoe komt het dat ik nu pas zie dat
je een gezicht hebt?" vroeg ze.
Hij lachte nog breder. „Och," zei hij,
„met al die mensen erbij en op straat
en zo, houd ik mijn gezicht in de plooi.
Maar jou vond ik zo aardig dat ik be
sloot om jou mijn echte gezicht te la
ten zien."
„Hoe komt het dat je zo op de maan
lijkt?" vroeg Fientje.
„Hoe dat komt? Maar lieve kind,
wist je dan niet dat de maan de koning
in is van alle balonnen? De grootste
en sterkste omdat ze niet kapot kan
knappen?
„Nee," zei Fientje, „dat wist. ik
niet."
„Dan weet je het nu," lachte de ge
le ballon, „en omdat je nu toch ons
geheim kent zal ik je meenemen naar
onze koningin. Wil je dat?"
„Ja, natuurlijk", zei Fientje, „maar
hoe kan dat? Vader en moeder slapen
al en de deur is op slot."
„Een deur?" zei de ballon, „een deur
hebben we niet nodig. Kom maar".
Hij dreef zachtjes naar het raam toe.
„Maak het open," fluisterde hij. Fien
tje kon geen nee zeggen en ze was zó
opgewonden dat ze er helemaal niet
aan dacht dat je eigenlijk eerst je va
der en moeder moet vragen of ze goed
vinden, dat je naar de maan gaat. Nee,
ze ging, zonder ergens aan te denken.
Ze pakte het touwtje van de ballon
beet, dat voor haar ogen heen en weer
danste. Ze voelde hoe het trok, trók en
haar toen optilde. Het leek of ze lich
ter dan een veertje geworden was. De
gele ballon steeg, steeg, danste boven
de bomen uit, boven de huizen, de kerk,
op de wolken toe, die als grote sche
pen door de lucht joegen.
„Hoe vind je het?" lachte het bolle
gezicht van de gele ballon.
„Heerlijk", fluisterde Fientje.
„Mooi zo," zei de ballon, „dan gaan
we nog een beetje hardeï."
Bijna even snel als de witte wolken
vlogen ze nu door de nacht. Fientje
keek eens omhoog naar de maan. Ze
kon niet zien, dat ze er al een ietsje
dichterbij waren. Nee, het leek zelfs
wel of ze nog verder weg was dan
straks. Eén witte wolk zeilde haar soms
voorbij en dan was ze helemaal weg
en werd het stikdonker rondom Fien
tje. Ze zuchtte telkens opgelucht als ze
de maan dan even later terugzag.
„Duurt het nog lang, ballon?" vroeg
ze na een poosje.
„Ik weet het niet," zei de gele bal
lon en zijn mond lachte niet zo breed
meer.
„Wéét je het niet?" vroeg Fientje
verschrikt, „ben je er dan nooit eerder
geweest?"
„Welnee," zei de gele ballon, „niet
één ballon is er ooit geweest. Maar
maak je niet ongerust. Wij zullen er
komen."
Zo vlogen weer een eindje verder.
De maan verdween weer een poosje
Fientje kon het niet helpen, maar ze
werd wél ongerust.
„Zeg ballon," zei ze, „zouden we
niet liever teruggaan? Ik ben zo bang
dat we het niet halen. Dat ik niet op
tijd ben om op te staan. Dat de zon
zal komen en de maan wegjaagt."
„Doe niet zo kinderachtig," zei de
de gele ballon. I-lij lachte nu helemaal
niet meer.
„Toe ballon," riep Fientje, „laten
we het een ander keertje proberen,"
„Nee," zei de ballon, „nu of nooit."
Fientje zei niets meer. Ze hing met
een boos gezicht onder de gele ballon
die ook boos keek. Ze durfde niet meer
aan haar huis en de school te denken.
De reis was helemaal niet leuk meer
en de maan nog altijd evenver. Ze
dacht erover na wat er zou gebeuren
als ze zich zo maar zou laten vallen.
Ze keek eens naar beneden. Nee, dat
kon niet. In die grote stikdonkere nacht
verdwijnen, nee, dat was ook niets.
Maar net, toen ze alle hoop opgaf en
alleen voelde hoe de tranen langs haar
wangen drupten, hoorde ze de ballon
zeggen: „O, Fientjeoo, er gebeurt
iets met me. Ik verlies gas."
„Gas?" vi-oeg Fientje geschrokken.
„Ja., daar ben ik mee gevuld. En
nu, heel langzaam voel ik het weglo
pen. Ik zak., ik zak!"
„Ja, Fientje merkte het ook. Ze daal
den. Heel., héél langzaam.. Ze deed
haar ogen dicht. Dadelijk zou ze val
len. Ze wachtte op de boem op de grond,
maar er gebeurde niets. Eén van die
witte wolken ving hen op. Hij was niet
koud of nat zoals je misschien zult den
ken, maar warm als een wollen deken.
Hij sloeg zijn witte zeilen om Fientje
heen en zweefde met haar naar de aar
de terug. Voor haar raam hing hij stil
en schoof haar over de vensterbank in
bed,' waar ze meteen in slaap viel met
een glimlach van blijdschap op haar
gezicht omdat ze weer thuis was.
De volgende morgen, toen ze haar
ogen opendeed, was het eerste wat ze
zag de witte wolk die als.een fijne dun
ne mist voor haar raam hing. „Dag,"
fluisterde ze, „ben je daar nog? Wei-
bedankt hoor, zonder jou zou die lelij
ke gele ballon.." Ze hield opeens
op. De ballon! Waar was de ballon ge
bleven? Niet aan het plafond waar hij
zo ongeduldig had heen en weer ge
wiegd. Nee, kijk eens, daar op de grond
lag hij, bijna leeggelopen! Zijn bolle
vollemaansgezicht was verdwenen. Hij
had alleen nog een raar rimpelhoofdje
als een héél oud appeltje.
„Net goed." zei Fientje, „moet je
maar niet zulke domme dingen willen.
Naar de maan! Wie wil er nou naai
de maan?"
„Ik," zuchtte het rimpelhoofdje en
dat was ook zijn laatste zucht, want
toen was hij helemaal, hélemaal leeg.
Mies Bouhuys
Het hele abc staat in deze cirkel, mer
er staan nog meer letters in. Zoek de
letters, die er te veel op staan en rc'
die zo in volgorde, dat je de naam I
van iets, dat pas bij het Noordzeekav
gebouwd is.
begonnen. Hij pleegde inbraken in boer
derijen, winkels en hotelkamers, stal soms
niet meer dan een paar tientjes, maar bij
andere gelegenheden honderden guldens.
Hij werd inderdaad een keer gesnapt, maar
vrijgelaten, omdat hij toen nog een blanco
strafregister had. Toen hij een oproep tot
de militaire dienst kreeg, bleef hij weg,
omdat hij bang was dat de politie zijn dief
stallen zou ontdekken en hem alsnog zou
veroordelen.
„Heb je nog wel eens gestolen, sinds wij
verloofd zijn?" vroeg Georgette.
„Nee", antwoordde hij. „Eerlijk niet".
Dat antwoord stelde haar gerust. „Mijn
liefde wordt er geen haar minder om", zei
zij. „Maar je moet je aangeven. Als je ,ie
straf hebt uitgezeten, kunnen wij samen
een nieuw leven beginnen".
Hij meldde zich bij de dichtstbijzijnde
politiepost.
Overgebracht naar de gevangenis in Le
Mans, moest hij Georgette spoedig laten
weten dat hij waarschijnlijk tot ongeveer
\ijf jaar zal worden veroordeeld. Maar het
meisje kocht trouwringen en reisde naar
Le Mans om er met Michel te kunnen
trouwen. Hij had voor haar een bos witte
seringen gekocht, betaald met geld dat hij
in de gevangenis met zakjesplakken had
verdiend. Toen hij na de plechtigheid tus
sen twee inspecteurs in werd weggeleid,
liep zij alleen terug naar het station.
Wachtend op de trein naar Parijs, nam zij
in de wachtkamer een paar sandwiches en
een glas bierhaar bruiloftsmaal.
De liefde gaat in de Spaanse stad
Santa Cruz del Retamar, waar voor
elke huwbare vrouw drie mannen be
schikbaar zijn, een kostbare affaire
worden.
Om niet-stadgenoten uit de contreien
te weren, opdat de spoeling niet nog
dunner wordt, hebben de vrijgezellen
van Santa Cruz besloten sexe-genoten
uit de provincie, die geacht kunnen
worden mededingers te zijn, eerst dan
tot hun serenades van zaterdagavond
toe te laten als ze 500 pesetas hebben
neergeteld
Ook de baret is onderhevig aan de invloe
den van de mode. Het modelletje bp de
foto is van Engelse origine, vervaardigd
uit roze vilt. De „bol" is geheel doorgestikt
en valt in brede plooien over het oor.
IN DE GEVANGENIS van Le Mans is
onlangs het huwelijk gesloten tussen Mi
chel Bariller en de 23-jarige secretaresse
Georgette Lebiez. Zij hadden elk een in
specteur van politie als getuige en konden
precies een half uur bij elkaar zijn. Toen
werd Michel weer teruggeleid in zijn cel.
Hun geschiedenis begon drie jaar geleden,
toen Georgette van Le Mans naar Parijs
ging en er een baantje vond. In die grote
stad ging zij 's avonds dikwijls uit met en
kele vriendinnen. Zij hield veel van dan
sen. En in een dancing leerde zij Michel
Bariller kennen.
Het was liefde op het eerste gezicht.
Maar al direkt kwamen er moeilijkheden
opduiken: Michel was werkeloos. Gelukkig
had Georgette dank zij haar baan nogal
wat relaties en geen week later werkte
Michel in een exportslachterij. Toen Geor
gette 23 jaar werd, gaf hij haar een ring.
Symbool van hun verloving. Samen gingen
zij naar haar ouders in Normandië, die
toen bijzonder met de jongen waren inge
nomen. Praten over een huwelijk kon niet
uitblijven en als datum stelde men half
augustus vast.
Op de terugweg naar Parijs bekende Mi
chel dat hij nu als kelner werkte. Binnen
een maand wisselde hij vijfmaal van baan
tje. En dat bevreemde Georgette.
„Wat is dat toch. Michel? Waarom ver
ander je toch zo dikwijls?"
Toen kwam hij tot een bekentenis. „Ik
ben een dief. een dief en een deser
teur". Met zijn zestiende jaar was het al