VOOR JULLIE SD,eóAtiió, u-an Rouóbac OP DE SKI'S IN ALPE DE VENOSC RHODODENDRONS Nieuwe modellen rokken Erbij EEN NIEUWE STROOM VOOR KATOENEN STOFFEN WELKE HIJ UITBRENGT Norman Hartnell bezocht Nederland Zon en sneeuw brengen studenten uit vele landen samen ZATERDAG 15 FEBRUARI 1958 PAGINA ZES ER WAS EENS een heel rijk manne tje. Hoe hij zo rijk kwam en waar hij al zijn schatten bewaarde, wist nie mand, maar eens in de maand kwam hij naar de stad en zong, terwijl hij vrolijk door de straten liep: „Ik ben rijk, ik ben lekker heel rijk". „Jaja..." hoofdschudden de mensen die niet zo veel geld hadden. „Hij kan makkelijk zingen. Hij is rijk. Als wij zoveel schatten hadden zouden we ook wel zingen". En omdat ze die schatten niet hadden, zongen ze niet en keken ontevi-eden. Ze werkten heel hard, niet omdat ze werken fijn vonden, maar om net zo rijk te worden als het rijke mannetje. En 's avonds als ze dood moe waren van al dat gewerk, gingen ze niet gezellig spelletjes doen, of le zen of een liedje zingen, o nee. Dan praatten ze over het rijke mannetje en wat zij wel zouden doen als ze zo rijk waren als hij. In hun- dromen praatten ze hardop en ze zongen het liedje van het rijke mannetje na: „Ik ben rijk, ik ben lekker heel rijk". Maar als ze dan wakker werden en merkten dat ze niet rijk waren, stonden hun ge zichten nog lelijker dan voor ze slapen gingen. Niet alleen de mensen, maar ook de koning was jaloers op het rijke manne tje. Ook hij droomde van hem en hij wilde dat zijn dochter zou trouwen met een man, die net zo rijk was als het rijke mannetje. De prinsen die aan de poort kwamen werden allemaal wegge stuurd. „Zorg eerst maar dat je zo rijk wordt als het rijke mannetje!" riep de koning hen van zijn balkon af toe. Nou, dan haalden de prinsen hun schou ders op. Zó rijk worden, dat je er zelf over liep te zingen, dat haalde nie mand. dachten ze en één voor één trok ken de prinsen terug naar hun land. Op een mooie dag in het voorjaar kwam er weer eens een prins. Hij kwam van heel ver en had nog nooit van het rijke mannetje gehoord. Wél van de prinses, die heel lief moest zijn. Hij stapte af voor de poort van het paleis, maakte een diepe buiging en een vor stelijke zwaai met zijn hoed en wachtte af tot iemand hem binnen zou laten. Maar er gebeurde niets. Alleen riep een knorrige stem op het balkon: „Zorg eerst maar dat je zo rijk wordt als het rijke mannetje. Dan kun je terug ko men". De prins begreep het niet en bleef staan. „Waar wacht u nog op?" vroeg een soldaat, die bij de poort op wacht stond. „Ik wacht tot ik word openge daan!" zei de prins. „Maar hoogheid, hebt u het dan niet gehoord? Alleen als u zo rijk bent als het rijke manne tje, krijgt u de koning en de prinses te spreken". „Hoe rijk is hij dan?" De soldaat wist het opeens. „Zó rijk dat hij er zelf over zingt, hoogheid". Ja, daar stond de prins wel even van te kijken. „Zeg me waar dat mannetje is, soldaat. Ik moet hem spreken". „Nou", zei de soldaat, „dat zal moei lijk gaan, hoogheid. Hij komt maar eens per maand in de stad en alleen als het regent. Vandaag komt ie zeker niet". „Dan wacht ik", zei de prins en hij ging op een bankje voor de paleispoort zitten. De koning, de koningin en de prinses en natuurlijk alle hofdames en lakeien kwamen van tijd tot tijd eens kijken of de prins er nog zat. En ja, hij hield het vol, hoor. Drie dagen bleef het mooi weer en drie dagen en nach ten zat hij daar. Uit de stad kwamen hele drommen mensen om te kijken naar de prins die op het oude manne tje wachtte. „Dat is nog eens een prins", zeiden ze. „Die heeft geduld. Die is wijs, die zou nou eigenlijk met de prinses moeten trouwen. Maar ja, hij is niet zo rijk als het rijke manne tje en dat verandert de zaak". De vierde dag was de lucht grijs en tegen de middag begon het te regenen. De prins stond van zijn bankje op en ging op zoek naar het rijke mannetje. En jawel hoor, hij liep nog maar net in de hoofdstraat of daar hoorde hij zingen: „Ik ben rijk, ik ben lekker heel rijk. De prins die drie dagen en nachten de tijd had gehad om na te denken wat hij het mannetje vragen zou, ging niet meteen op de stem af. Nee, hij liep achter het rijke mannetje aan. Zo te zien was het helemaal niet zo'n rijk mannetje. Hij droeg een strooien hoed je, ook in de regen en hij had een mand je met boodschappen aan zijn arm. Maar ja, dat doet ie natuurlijk om niet te laten zien hóe rijk ie wel is, dacht de prins en hij stapte mee de winkels in waar het mannetje nootjes kocht, viooltjeszaad en een zakje zuurtjes met een heleboel kleurtjes. Toen het rijke mannetje zijn mandje vol had, liep hij nog altijd zingend en nog altijd met de prins achter zich aan, de stad uit. Hé, dacht de prins, als ik zo rijk was als hij, zou ik met toch laten rijden. Maar niks hoor, met een flinke pas liep het rijke mannetje langs de weg en hij zong en zong. Na een hele poos lopen dook hij opeens een bos in. Hij volgde geen paadje, nee zo maar kris kras liep hij door de struiken. De prins er achter aan. Bij een raar laag huisje met een dak van takken en riet stond het man netje stil. Aha, dacht de prins, daar bewaart hij zijn schatten, natuurlijk. Hij sloop om het huisje heen en loerde door een raampje naar binnen. En wat deed het mannetje? Hij strooide al die heerlijke nootjes op de vloer van zijn huisje, zette het deurtje wijd open en floot op zijn vingers. Rrrrrrrtsj.. Van alle kanten kwamen vogels aangewipt. Helemaal niet schuw trippelden ze naar binnen en pikten de nootjes van de vloer. Het mannetje zelf zat op een krukje en at van de gekleurde zuurtjes, terwijl hij nog altijd zong. De prins vond het zo'n leuk gezicht dat hij hard op moest lachen. Rrrrtsj-, alle vogels stoven weg. Het mannetje schoot met een zuurtje, dat op weg was naar zijn mond, in de hand overeind. „Hè, wat jammer!" zei hij, toen hij de prins zag. „U heeft mijn vriendjes weggejaagd." „Neemt u me niet kwalijk," zei de prins, „maar ik moest om u lachen." „Ik ben helemaal niet om te lachen," zei het mannetje. „Ik ben rijk." „Juist!" zei de prins. „Juist, daar kwam ik voor. Ik wil graag net zo rijk worden als u. Hoe doet u dat?" „Dat is een verstandige vraag," zei het mannetje. „Kom dan maar binnen, want ik zal het je leren. Het is heel mak kelijk." De prins verdween in het huis DRIE DAGEN hoorde of zag nie mand meer iets van hem. „Hij heeft het opgegeven," zeiden de mensen in de stad. „Hij heeft het opgegeven," zei den de koning, de koningin en de prin ses. Maar op de vierde dag werd ieder een wakker van vleugelgeklap en ge fluit van vogels. Bij het paleis hoorde je het het beste en toen de mensen ver baasd naar hun raam holden, zagen ze iets heel vreemds. Daar stond de prins, nu zonder hoed en zonder buigingen te maken op het plein voor het paleis. En om hem heen zwermden wel duizend vogels. Ze trippelden rond en pikten de nootjes die de prins voor ze strooide. Maar dat was het gekste niet. De prins zong! En wat zong hij? De mensen kon den het pas verstaan toen de vogels al les hadden weggepikt en in het zon licht hun veren opstreken. „Ik ben rijk!" zong de prins. „Ik ben lekker heel rijk, ik ben zo rijk als het rijke mannetje." „Hoor je dat?" zeiden de mensen. „Hoor je dat, kind?" zei de koning. „Heerlijk, heerlijk wat ik daar hoor," zei de prinses, want ze had al zo veel naar de prins gekeken en aan hem ge dacht, dat ze al erg veel van hem hield. En niet alleen omdat hij zo rijk als het rijke mannetje was, lachte ze nu. O, nee. „Maar waar zijn dan uw schatten?" vroeg de koning. De prins wees op de vogels. „Hier" zei hij. „En als u mee gaat naar het bos zal ik u alle bloe men laten zien. Alle, vogels en alle bo men zijn mijn vrienden. Ik ben net zo rijk als het rijke mannetje. De koning wilde al boos worden, maar hij kreeg geen kans. De vogels, die klaar waren met poetsen, begonnen hun morgenlied en om de hoek kwam het rijke mannetje met een mand vol bloemen op zijn hoofd. En dat was zo'n mooi gezicht dat je er helemaal vrolijk van werd. Nee, niet alleen vro lijk, rijk voelde je je. En toén begre pen de mensen en de koning het! Ter wijl de prins de prinses omhelsde, zon gen ze hun nieuwe volkslied. Het rijke mannetje sloeg de maat. „Wij zijn rijk, wij zijn lekker rijk. Wij zijn rijk, rijk, rijk!" Dat zongen ze. Bruin, de mus (hij is helemaal bruin) hipt door de tuin. Bruin, de mus, gaat nu op pad. Eerst naar de stad. Bruin, de mus, gaat de huizen voorbij. vliegt naar de wei. Bruin, de mus, zijn ogen heel groot, landt bij de sloot. Bruin, de mus, gelooft het haast niet wat ie daar ziet. Bruin, de mus, tsjilpt met. een zucht: een ster uit de lucht! Mis hoor, Bruin, zegt Bles in de wel, die ster is van mij. Weet je, Bruin, sterretjes vallen niet boem. dit is een bloem. Ooooo. zegt Bruin, hij gaat weer op pad. weg uit de wei. de huizen xworbij, terug naar de siad, terug naar zijn tuin. Jongens, roept. Bruin, hij tjilpt en hij fluit: „het. hoefblad is uit". Mies Bonhmjs MET EEN ONUITPUTTELIJKE fanta sie ontwerpt de stoffenkoning Boussac ieder jaar in een nimmer te stelpen stroom, weer nieuwe dessins voor zijn katoenen stoffen. Een katoen, die zó veredeld is, dat de grote couturiers er zelfs voor hun cocktailklcding gebruik van maken, om dat de voorstellingen zo origineel en prach tig van kleurencombinatie zijn en het materiaal zacht en soepel is als satijn. Ook dit jaar is Boussac weer met een ge heel nieuwe collectie ten tonele versche nen, die voor een jedeelte in het Carlton te Amsterdam aan de pers werd vertoond Door mannequins van de modehuizen Dior. Fath. Jacques Heim en Balmain werd ons een blik gegund in het prentenboek van de grote stoffenkoning. De bekende Parij- se couturiers die deze modellen had ont worpen schijnen met hun vaak onwijs Nauwsluitende japon met grote kraag. Dessin van rozenslingers met randmotie- Daarover kraagloze wijdvallende cape met ven afgewisseld. Effen losgeknoopte shawl effen stof tegengevoerdover laag rugdecolleté. De beroemde Britse modeontwerper Norman Hartnell is enkele dagen in ons land geweest om, naar hij zei, de kleed gewoonten van de Nederlandse vrouw te bestuderen in verband met het aanstaan de bezoek van Koningin Elizabeth aan ons land. Harnell verzorgt namelijk de garde robe van de vorstin. Hij arriveerde zon dagavond plotseling in het Amstelhotel in Amsterdam, vanwaar hij dinsdag weer te rugreisde. De Britse mode-ontwerper wil de zich niet uitlaten over de toiletten, die hij denkt te scheppen voqr het Koninklijk bezoek aan Nederland. Voor rhododendrons bestaat over het al gemeen veel belangstelling. Geen wonder, want niet alleen dat ze groonblijvend zijn, maar ze bloeien elke voorzomer volop. Er zijn tegenwoordig zeer mooie soorten met enorm grote bloemen in verschillende kleu ren. Zij zijn echter niet zo sterk en moeten een beschutte standplaats hebben; dus niet '.o poten dat ze 's winters last hebben van koude noorden- en oostenwind. Rhododendrons stellen echter bepaalde eisen aan de grond; zo maar in de schrale andgrond poten heeft niet de minste zin; er komt niets van terecht. Ze verlangen een veenachtige grondsoort; aanvoer hiervan is niet steeds mogelijk. U kunt ze ook een ge noegen doen door het plantgat te vullen met gelijke delen oude koemest en voch tige turfmolm. U kunt de ï-hodo nu al be stellen en ze bij open weer poten. Het ver dient wel aanbeveling de grond na het noten met wat ruige mest af te dekken. G. Kromdijk ^.r^ene japon met sleep: dessin geïnspi reerd op het smeedwerk der Middeleeuwen. een steeds grotere variëteit ontstaat. De uitbundige dessins worden vaak weer in vallend onderdeel; ze waren prachtig van tint en door de keuze van een harmoni sche fond leken ze er als het ware op te liggen. Fijne houtsnijwerkjes, voorstel- lingen van wandtapijten, medaljons en te- evenwicht gebracht door banen van rusti ge streepdessins of een effen stola, ruban of draperie. Opvallend waren de diepwarme blauwe tinten, die vaak in één ontwerp in een rij ke schakering van turkoise tot violet wer den toegepast. Ook met diverse nuances grijs werden prachtige resultaten bereikt. Het toveren met al die kleuren tot een harmonieus geheel lijkt ons vaak nog moei- M lijker dan het ontwerpen van een des- sin, want het vraagt naast fantasie ook nog een sterk ontwikkeld gevoel voor nuance en evenwicht. 1 EEN COMBINATIE VAN ROK met blouse of jumper! Wie zou deze ideale kledingstukken in zijn garderobe nog wil len missen? De rok zorgt voor een basis, die tot allerlei variaties in staat stelt, en toch voordelig in prijs blijft. Niet alleen de jeugdige, maar ook de sportieve en mo dieuze vrouiv voelt zich gélukkig met dit I bezit. Al zal dan deze kleding nooit voor I officiële en geklede gelegenheden ge- I bruikt mogen worden (een fout, die toch B nog vaak door velen gemaakt wordt) met B de tegenwoordige mooie materialen en M uitgebalanceerde modellen kunnen we prachtige effecten bereiken. Eén dezer 5 dagen werden ons de nieuwe modellen van fl de Windsor collectie getoond. Uit ruim 80 M van de meest uiteenlopende stoffen van al- H le mode-centra was op eigen atelier een m rijk gevarieerde collectie ontworpen. In tegenstelling met het vorig jaar nu géén fl cirkel- en klokrokken meer, de zomer- ontwerpen van juichend zonnige stoffen fl natuurlijk uitgezonderd. B BIJZONDER CHARMANT waren de op fl Parijs geïnspireerde rechte rokken met korte losse plooitjes vanuit de taille, fl waardoor ieder figuur zeer voordelig uit- komt: Een mooie kxioop garnering van bo ven tot onder, en een blind ingezet ritsje daaronder maakten er iets zeer geslaagds van. De pied de poule weefsels vielen in losse wijde plooien, die in de taille bijeen gesnoerd werden door een rode ceintuur. Prachtige beige tweeds (dé mode-kleur) natté weefsels in diepwarme tinten, stof fen die geïnspireerd waren op de gebreide kabelsteek (iets héél nieuws!) mooie kam- garen flanels, kashmir en JOO percent kam- garen panama weefsel, alle voor het oog 1 èn voor het gevoel warm.e stoffen. Een ge raffineerd ontwerp was een positie-rok in de „Mamita serie" (Spaans woord voor moedertje). Een op het eerste gezicht strak lijkende rok met hoog opgesneden los voorpand, met aan beide zijden 3 knoops gaten boven elkaar, die vastgemaakt kon den worden op één van de 5 knopen aan beide kanten van een losse tailleband. Door deze ingenieuze sluiting kon de rok zowel in de lengte vóór als in de breedte uitgelegd worden. De royale naden (16 cm. fl rondom) gaven onbeperkte mogelijkhe- B den. De terlenka, die met 45 percent wol ge- fl den. De terlenka, die met 45 percent wol ge I mengd, plooihoudend gemaakt kan wor den is, gemengd met 30 percent rayon be- fl slist af te raden. Zó'n volkomen kunstma- fl tige samenstelling kan niet goed zijn. Toch m missen ook de terlenka wol rokken de fl warmte en soepelheid van een echte wol- j len stof. Beter in dit genre is de synthe tische vezel, bekend onder de naam Tri cel, die getwijnd wordt met kamgaren en 1 daardoor soepeler en levpnder aanvoelt. De vlotte zomerrokken, vooral geschikt voor het jonge meisje waren fleurig en ori gineel van dessin en voorzien van grappi ge details in de vorm van een gesp, knoop of strik. LINNEN STOFFEN met beeldige tafe reeltjes beschilderd, colon satin met ivals-of filmdruk, imprimés met effen poplin afgezet ennatuurlijk ook „een spoetnik" dessin: voorgedrukte banen in zwart-wit ruit: slank afkledend en ge durfd. Het nieuwe seizoen brengt een ruime keuze, vol variatie en rijk van materiaal. Kat ij Alpe de Venose, een klein wintersport plaatsje in het Franse departement Isère. Uit een strakke blauwe hemel straalt de zon op de sneeuw, die prachtig rul en zacht is. Behalve dan in de piste, waar de ski's van de geoefende renners de sneeuw hebben afgesleten tot een ver raderlijk glad laagje ijs. Hoe verraderlijk weten uit pijnlijke ervaring de beginne lingen het best. Even gekras van twee onwillige ski's, die op het gladde stuk niet bij elkaar willen blijven, een wanhopig gemaai van armen en skistokkenen plof, daar gaat weel een slachtoffer. „Well, I say", zegt uiterst flegmatiek een typisch Angelsaksische stem en Jerome, de Britse student uit Londen, wrijft met een pijnlijk gezicht zijn schouder en elleboog. Beter ware het geweest als hij snel een goed heenkomen had gezocht, want in niet te stuiten vaart schiet, eveneens wijdbeens, een andere beginneling op de moeilijke bocht af en tuimelt over Jerome in de sneeuw. De woorden die het. tweede slacht offer uit, zijn volkomen onbegrijpelijk. De kracht en het gevoel echter, waarvan hij ze vergezeld doet gaan, doen direct vermoe den, dat zijn wieg niet in West-Europa heeft gestaan. En als hij de sneeuw van zich af heeft geschud, kan Jerome aan het bekende blauwe trainingspak met de witte randen zien, dat hij zojuist een Rus ten val heeft gebracht. Rus cn Brit kijken elkaar even aan en schieten dan beiden in een daverende lach over eikaars pijnlijk vertrokken gezicht. Al lachend krabbelen ze overeind en rapen moeizaam stokken en wanten bijeen. Een zacht schrapend geluid, een in een wolk van opstuivende sneeuw razend snel genomen bocht; en hoewel Gary, de ge baarde Amerikaan, met enorme tegenwoor digheid van geest en ongelofelijke behen digheid de twee wiebelige figuren nog net heeft kunnen ontwijken, zitten deze van pure schrik alweer naast hun ski's in de sneeuw. Vol jaloerse bewondering zien zij hoe Gary, die afkomstig is uit Minnesota en dit jaar aan de universiteit van Gre noble het Frans onder de knie probeert te krijgen, licht als een veertje, de ski's per fect parallel, in 'de bochten even balan cerend met zijn stokken, snel de piste af schiet. De Russische afvaardiging naar de inter nationale studenten skiwedstrijden, die dit jaar in Alpe de Venose gehouden worden, is lang niet zo sterk als het Westen gewend is op de meeste internationale sportevene menten te zien verschijnen. Terwijl Anatole en de kleine watervlugge Lucie in per fecte beheersing van ski's en lichaam bij het trainen voor de wedstrijden de poortjes nemen, zijn Sonja en Alexei op de ski's nog minder waard dan de Nederlanders. Nederlanders zijn graag geziene deel nemers in het kamp in Alpe de Venose. Als regel spreken zij immers drie talen en zijn gewend met vreemdelingen om te gaan. Zo zijn zij in staat zonder al te veel moeite contact tussen de verschillende delegaties te leggen en in moeilijke gevallen als tolk op te treden. Officiële tolken zijn er niet en dat is eigenlijk een groot geluk. De taalmoeilijk heden vormen immers een onuitputtelijke bron van vermaak. Polen, Bulgaren, Fran sen, Russen en Amerikanen staan hier in Alpe de Venose voor niets. Iedere taai hindernis wordt lachend genomen. Vertalingen aan lopende band Een van de Franse leiders van het kamp wil wat vragen aan Anatole, de student uit Moskou, In het Frans richt hij zich tot Sonja, het meisje met de blonde paarde- staart uit Amsterdam, die het weer in het Engels vertaalt voor Evarvst, de Pool. die zich dan eindelijk in het Russisch richt toi Anatole. Het antwoord neemt dezelfde weg terug en door deze woord-omweg zijn aller zo bij vraag en antwoord betrokken ge raakt. dat ze weldra in een geanimeerd gesprek zijn gewikkeld. Handen, voeten en ogen nemen een gelijk aandeel in de con versatie en iedere vergissing geeft aan leiding tot een orkaan van gelach. Veel wordt er gezongen aan tafel, op het terras in de zon, ja, zelfs in de queue voor de teleski. Het is verwonderlijk hoeveel Nederlandse liedjes gemaakt blijken te zijn op wijsjes uit andere landen. Ons beroemde „rats, kuch en bonen" bijvoorbeeld is een bekende Tsjechische schlager uit de laatste wereldoorlog en de Tsjechische en Neder landse woorden vormen in de samenzang bepaald een uitstekende combinatie. Verder pikken zij die uit het oosten komen met veel goede wil de geliefdste westerse liedjes op. De woorden kloppen dan wel niet altijd, maar dat geeft niets. Zo is er een Pool die een geheel eigen versie heeft van „Aloutte, gentil alouette". Vol overtuiging zingt hij: „Allumette, gen- til alumette". Een lucifer zegt hem meer dan een leeuwerik. En Tibor, de geboren organisator, die hoewel hij vrijwel niets anders spreekt dan Tsjechisch, de eerste avond iedereen in een oogwenk had vereend in een aantal van de zotste Tsjechische spelletjes, kan heerlijk, melancholiek zingen: „My money lies over the ocean", in plaats van „M.v boney lies over the ocean. Wat hem natuurlijk met een de bijnaam „de materialist" heeft be zorgd. Zo vinden Canadezen, Italianen, Duitsers, Scandinaviërs, Joegoslaven en Engelsen, in totaal tachtig studenten, elkaar onder de meest ideale omstandigheden. Op de piste leren zij elkaar waarderen als perfecte stylisten of razendsnelle renners, in de zon, op het terras of 's avonds na tafel als ge zellige praters of goede zangers. Alles in een goed evenwicht van plezier en serieuze sportbeoefening. Maar het is dan ook niet alleen voor de wedstrijden, dat studenten uit 24 verschil lende landen in Alpe de Venose bijeen zijn gekomen in het internationale studenten skikamp, dat de Algemene Vereniging van de Studenten uit Grenoble nu reeds voor de derde maal organiseert in het kleine, voor echte ski-liefhebbers ideale plaatsje in de Alpen. Dit kamp geeft de studenten de gelegen heid alvast de piste, waar straks de wed strijden gehouden zullen worden, te ver kennen en zich allen op hetzelfde terrein te trainen. Maar ook en vooral stelt het kamp de deelnemers in staat hun concur renten te leren kennen op een ander ter rein dan op de besneeuwde hellingen, die het kleine Venose aan alle kanten inslui ten. En omdat deze wederzijdse kennis making en de sfeer waarin het geschiedt zo belangrijk zijn voor het welslagen van het kamp, daarom is het ook mogelijk dat Nederland hier aanwezig is met een dele gatie van vijf man. Vijf man, terwijl lan den als Rusland en Bulgarije met een delegatie van vier man zijn vertegenwoor digd. En niemand, die het de Nederlanders kwalijk neemt dat zij straks waarschijn lijk slechts zullen uitkomen in de „slalom- super-geant", de super-reuzen-s'elom zo als de goede renners de wedst» voui d beginnelingen spottend hebben g.noopt. strakke rokken, wijd uitstaande draperie ën en hoog opgenomen overrokken te vergeten, dat men ook nog moet kunnen lopen en zitten. Maar het ging hier tenslotte om de stof fen en die waren geniaal van kleur en rijk gedifferentieerd. Dit maal waren de inspiraties ontleend aan de Middeleeuwen en speciaal aan het smeedwerk van die tijd: een enkele keer als losse ornamen tjes toegepast, die zeer mooi tot hun recht kwamen op een strak jurkje met een gro te kraag, waarop een wijdvallende losge- plooide cape gedragen werd. Maar vaak ook liepen de smeedwerkjes in elkaar over en vormden met een juist toegepaste kleu rencombinatie een zeer levendige aanblik. Prachtig was de rok met amandelgroene smeedmotieven op een zwart-witte fond, waarop het effen groene lijfje vóór voor het juiste evenwicht zorgde. DE UITBUNDIGE bloemenboeketjes en exotische vruchten vormden ook een op- re Chinese gravures geven de decorateurs telkens nieuwe inspiratie, waardoor er

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1958 | | pagina 18