VOOR JULLIE
SD,eóAtiió, u-an Rouóbac
OP DE SKI'S IN ALPE DE VENOSC
RHODODENDRONS
Nieuwe modellen
rokken
Erbij
EEN NIEUWE STROOM
VOOR KATOENEN
STOFFEN WELKE
HIJ UITBRENGT
Norman Hartnell bezocht
Nederland
Zon en sneeuw brengen studenten uit vele landen samen
ZATERDAG 15 FEBRUARI 1958
PAGINA ZES
ER WAS EENS een heel rijk manne
tje. Hoe hij zo rijk kwam en waar hij
al zijn schatten bewaarde, wist nie
mand, maar eens in de maand kwam
hij naar de stad en zong, terwijl hij
vrolijk door de straten liep: „Ik ben
rijk, ik ben lekker heel rijk".
„Jaja..." hoofdschudden de mensen
die niet zo veel geld hadden. „Hij kan
makkelijk zingen. Hij is rijk. Als wij
zoveel schatten hadden zouden we ook
wel zingen". En omdat ze die schatten
niet hadden, zongen ze niet en keken
ontevi-eden. Ze werkten heel hard, niet
omdat ze werken fijn vonden, maar
om net zo rijk te worden als het rijke
mannetje. En 's avonds als ze dood
moe waren van al dat gewerk, gingen
ze niet gezellig spelletjes doen, of le
zen of een liedje zingen, o nee. Dan
praatten ze over het rijke mannetje
en wat zij wel zouden doen als ze zo
rijk waren als hij. In hun- dromen
praatten ze hardop en ze zongen het
liedje van het rijke mannetje na: „Ik
ben rijk, ik ben lekker heel rijk". Maar
als ze dan wakker werden en merkten
dat ze niet rijk waren, stonden hun ge
zichten nog lelijker dan voor ze slapen
gingen.
Niet alleen de mensen, maar ook de
koning was jaloers op het rijke manne
tje. Ook hij droomde van hem en hij
wilde dat zijn dochter zou trouwen met
een man, die net zo rijk was als het
rijke mannetje. De prinsen die aan de
poort kwamen werden allemaal wegge
stuurd. „Zorg eerst maar dat je zo
rijk wordt als het rijke mannetje!" riep
de koning hen van zijn balkon af toe.
Nou, dan haalden de prinsen hun schou
ders op. Zó rijk worden, dat je er zelf
over liep te zingen, dat haalde nie
mand. dachten ze en één voor één trok
ken de prinsen terug naar hun land.
Op een mooie dag in het voorjaar
kwam er weer eens een prins. Hij kwam
van heel ver en had nog nooit van het
rijke mannetje gehoord. Wél van de
prinses, die heel lief moest zijn. Hij
stapte af voor de poort van het paleis,
maakte een diepe buiging en een vor
stelijke zwaai met zijn hoed en wachtte
af tot iemand hem binnen zou laten.
Maar er gebeurde niets. Alleen riep
een knorrige stem op het balkon: „Zorg
eerst maar dat je zo rijk wordt als het
rijke mannetje. Dan kun je terug ko
men".
De prins begreep het niet en bleef
staan. „Waar wacht u nog op?" vroeg
een soldaat, die bij de poort op wacht
stond. „Ik wacht tot ik word openge
daan!" zei de prins. „Maar hoogheid,
hebt u het dan niet gehoord? Alleen
als u zo rijk bent als het rijke manne
tje, krijgt u de koning en de prinses
te spreken".
„Hoe rijk is hij dan?"
De soldaat wist het opeens. „Zó rijk
dat hij er zelf over zingt, hoogheid".
Ja, daar stond de prins wel even van
te kijken. „Zeg me waar dat mannetje
is, soldaat. Ik moet hem spreken".
„Nou", zei de soldaat, „dat zal moei
lijk gaan, hoogheid. Hij komt maar eens
per maand in de stad en alleen als het
regent. Vandaag komt ie zeker niet".
„Dan wacht ik", zei de prins en hij
ging op een bankje voor de paleispoort
zitten. De koning, de koningin en de
prinses en natuurlijk alle hofdames en
lakeien kwamen van tijd tot tijd eens
kijken of de prins er nog zat. En ja,
hij hield het vol, hoor. Drie dagen bleef
het mooi weer en drie dagen en nach
ten zat hij daar. Uit de stad kwamen
hele drommen mensen om te kijken
naar de prins die op het oude manne
tje wachtte. „Dat is nog eens een
prins", zeiden ze. „Die heeft geduld.
Die is wijs, die zou nou eigenlijk met
de prinses moeten trouwen. Maar ja,
hij is niet zo rijk als het rijke manne
tje en dat verandert de zaak".
De vierde dag was de lucht grijs en
tegen de middag begon het te regenen.
De prins stond van zijn bankje op en
ging op zoek naar het rijke mannetje.
En jawel hoor, hij liep nog maar net
in de hoofdstraat of daar hoorde hij
zingen: „Ik ben rijk, ik ben lekker heel
rijk.
De prins die drie dagen en nachten
de tijd had gehad om na te denken wat
hij het mannetje vragen zou, ging niet
meteen op de stem af. Nee, hij liep
achter het rijke mannetje aan. Zo te
zien was het helemaal niet zo'n rijk
mannetje. Hij droeg een strooien hoed
je, ook in de regen en hij had een mand
je met boodschappen aan zijn arm.
Maar ja, dat doet ie natuurlijk om niet
te laten zien hóe rijk ie wel is, dacht
de prins en hij stapte mee de winkels
in waar het mannetje nootjes kocht,
viooltjeszaad en een zakje zuurtjes met
een heleboel kleurtjes. Toen het rijke
mannetje zijn mandje vol had, liep hij
nog altijd zingend en nog altijd met de
prins achter zich aan, de stad uit. Hé,
dacht de prins, als ik zo rijk was als
hij, zou ik met toch laten rijden. Maar
niks hoor, met een flinke pas liep het
rijke mannetje langs de weg en hij zong
en zong. Na een hele poos lopen dook
hij opeens een bos in. Hij volgde geen
paadje, nee zo maar kris kras liep hij
door de struiken. De prins er achter
aan. Bij een raar laag huisje met een
dak van takken en riet stond het man
netje stil. Aha, dacht de prins, daar
bewaart hij zijn schatten, natuurlijk.
Hij sloop om het huisje heen en loerde
door een raampje naar binnen. En wat
deed het mannetje? Hij strooide al die
heerlijke nootjes op de vloer van zijn
huisje, zette het deurtje wijd open en
floot op zijn vingers. Rrrrrrrtsj.. Van
alle kanten kwamen vogels aangewipt.
Helemaal niet schuw trippelden ze naar
binnen en pikten de nootjes van de
vloer. Het mannetje zelf zat op een
krukje en at van de gekleurde zuurtjes,
terwijl hij nog altijd zong. De prins
vond het zo'n leuk gezicht dat hij hard
op moest lachen. Rrrrtsj-, alle vogels
stoven weg. Het mannetje schoot met
een zuurtje, dat op weg was naar zijn
mond, in de hand overeind.
„Hè, wat jammer!" zei hij, toen hij
de prins zag. „U heeft mijn vriendjes
weggejaagd."
„Neemt u me niet kwalijk," zei de
prins, „maar ik moest om u lachen."
„Ik ben helemaal niet om te lachen,"
zei het mannetje. „Ik ben rijk."
„Juist!" zei de prins. „Juist, daar
kwam ik voor. Ik wil graag net zo rijk
worden als u. Hoe doet u dat?"
„Dat is een verstandige vraag," zei
het mannetje. „Kom dan maar binnen,
want ik zal het je leren. Het is heel mak
kelijk." De prins verdween in het huis
DRIE DAGEN hoorde of zag nie
mand meer iets van hem. „Hij heeft
het opgegeven," zeiden de mensen in
de stad. „Hij heeft het opgegeven," zei
den de koning, de koningin en de prin
ses.
Maar op de vierde dag werd ieder
een wakker van vleugelgeklap en ge
fluit van vogels. Bij het paleis hoorde
je het het beste en toen de mensen ver
baasd naar hun raam holden, zagen ze
iets heel vreemds. Daar stond de prins,
nu zonder hoed en zonder buigingen te
maken op het plein voor het paleis. En
om hem heen zwermden wel duizend
vogels. Ze trippelden rond en pikten de
nootjes die de prins voor ze strooide.
Maar dat was het gekste niet. De prins
zong! En wat zong hij? De mensen kon
den het pas verstaan toen de vogels al
les hadden weggepikt en in het zon
licht hun veren opstreken. „Ik ben
rijk!" zong de prins. „Ik ben lekker
heel rijk, ik ben zo rijk als het rijke
mannetje."
„Hoor je dat?" zeiden de mensen.
„Hoor je dat, kind?" zei de koning.
„Heerlijk, heerlijk wat ik daar hoor,"
zei de prinses, want ze had al zo veel
naar de prins gekeken en aan hem ge
dacht, dat ze al erg veel van hem
hield. En niet alleen omdat hij zo rijk
als het rijke mannetje was, lachte ze
nu. O, nee.
„Maar waar zijn dan uw schatten?"
vroeg de koning. De prins wees op de
vogels. „Hier" zei hij. „En als u mee
gaat naar het bos zal ik u alle bloe
men laten zien. Alle, vogels en alle bo
men zijn mijn vrienden. Ik ben net zo
rijk als het rijke mannetje.
De koning wilde al boos worden, maar
hij kreeg geen kans. De vogels, die
klaar waren met poetsen, begonnen
hun morgenlied en om de hoek kwam
het rijke mannetje met een mand vol
bloemen op zijn hoofd. En dat was
zo'n mooi gezicht dat je er helemaal
vrolijk van werd. Nee, niet alleen vro
lijk, rijk voelde je je. En toén begre
pen de mensen en de koning het! Ter
wijl de prins de prinses omhelsde, zon
gen ze hun nieuwe volkslied. Het rijke
mannetje sloeg de maat. „Wij zijn rijk,
wij zijn lekker rijk. Wij zijn rijk, rijk,
rijk!" Dat zongen ze.
Bruin, de mus
(hij is helemaal bruin)
hipt door de tuin.
Bruin, de mus,
gaat nu op pad.
Eerst naar de stad.
Bruin, de mus,
gaat de huizen voorbij.
vliegt naar de wei.
Bruin, de mus,
zijn ogen heel groot,
landt bij de sloot.
Bruin, de mus,
gelooft het haast niet
wat ie daar ziet.
Bruin, de mus,
tsjilpt met. een zucht:
een ster uit de lucht!
Mis hoor, Bruin,
zegt Bles in de wel,
die ster is van mij.
Weet je, Bruin,
sterretjes vallen niet boem.
dit is een bloem.
Ooooo. zegt Bruin,
hij gaat weer op pad.
weg uit de wei.
de huizen xworbij,
terug naar de siad,
terug naar zijn tuin.
Jongens, roept. Bruin,
hij tjilpt en hij fluit:
„het. hoefblad is uit".
Mies Bonhmjs
MET EEN ONUITPUTTELIJKE fanta
sie ontwerpt de stoffenkoning Boussac
ieder jaar in een nimmer te stelpen stroom,
weer nieuwe dessins voor zijn katoenen
stoffen. Een katoen, die zó veredeld is,
dat de grote couturiers er zelfs voor hun
cocktailklcding gebruik van maken, om
dat de voorstellingen zo origineel en prach
tig van kleurencombinatie zijn en het
materiaal zacht en soepel is als satijn.
Ook dit jaar is Boussac weer met een ge
heel nieuwe collectie ten tonele versche
nen, die voor een jedeelte in het Carlton
te Amsterdam aan de pers werd vertoond
Door mannequins van de modehuizen Dior.
Fath. Jacques Heim en Balmain werd ons
een blik gegund in het prentenboek van
de grote stoffenkoning. De bekende Parij-
se couturiers die deze modellen had ont
worpen schijnen met hun vaak onwijs
Nauwsluitende japon met grote kraag. Dessin van rozenslingers met randmotie-
Daarover kraagloze wijdvallende cape met ven afgewisseld. Effen losgeknoopte shawl
effen stof tegengevoerdover laag rugdecolleté.
De beroemde Britse modeontwerper
Norman Hartnell is enkele dagen in ons
land geweest om, naar hij zei, de kleed
gewoonten van de Nederlandse vrouw te
bestuderen in verband met het aanstaan
de bezoek van Koningin Elizabeth aan ons
land. Harnell verzorgt namelijk de garde
robe van de vorstin. Hij arriveerde zon
dagavond plotseling in het Amstelhotel in
Amsterdam, vanwaar hij dinsdag weer te
rugreisde. De Britse mode-ontwerper wil
de zich niet uitlaten over de toiletten, die
hij denkt te scheppen voqr het Koninklijk
bezoek aan Nederland.
Voor rhododendrons bestaat over het al
gemeen veel belangstelling. Geen wonder,
want niet alleen dat ze groonblijvend zijn,
maar ze bloeien elke voorzomer volop. Er
zijn tegenwoordig zeer mooie soorten met
enorm grote bloemen in verschillende kleu
ren. Zij zijn echter niet zo sterk en moeten
een beschutte standplaats hebben; dus niet
'.o poten dat ze 's winters last hebben van
koude noorden- en oostenwind.
Rhododendrons stellen echter bepaalde
eisen aan de grond; zo maar in de schrale
andgrond poten heeft niet de minste zin;
er komt niets van terecht. Ze verlangen een
veenachtige grondsoort; aanvoer hiervan is
niet steeds mogelijk. U kunt ze ook een ge
noegen doen door het plantgat te vullen
met gelijke delen oude koemest en voch
tige turfmolm. U kunt de ï-hodo nu al be
stellen en ze bij open weer poten. Het ver
dient wel aanbeveling de grond na het
noten met wat ruige mest af te dekken.
G. Kromdijk
^.r^ene japon met sleep: dessin geïnspi
reerd op het smeedwerk der Middeleeuwen.
een steeds grotere variëteit ontstaat. De
uitbundige dessins worden vaak weer in
vallend onderdeel; ze waren prachtig van
tint en door de keuze van een harmoni
sche fond leken ze er als het ware op te
liggen. Fijne houtsnijwerkjes, voorstel-
lingen van wandtapijten, medaljons en te-
evenwicht gebracht door banen van rusti
ge streepdessins of een effen stola, ruban
of draperie.
Opvallend waren de diepwarme blauwe
tinten, die vaak in één ontwerp in een rij
ke schakering van turkoise tot violet wer
den toegepast. Ook met diverse nuances
grijs werden prachtige resultaten bereikt.
Het toveren met al die kleuren tot een
harmonieus geheel lijkt ons vaak nog moei- M
lijker dan het ontwerpen van een des-
sin, want het vraagt naast fantasie ook
nog een sterk ontwikkeld gevoel voor
nuance en evenwicht. 1
EEN COMBINATIE VAN ROK met
blouse of jumper! Wie zou deze ideale
kledingstukken in zijn garderobe nog wil
len missen? De rok zorgt voor een basis,
die tot allerlei variaties in staat stelt, en
toch voordelig in prijs blijft. Niet alleen
de jeugdige, maar ook de sportieve en mo
dieuze vrouiv voelt zich gélukkig met dit I
bezit. Al zal dan deze kleding nooit voor I
officiële en geklede gelegenheden ge- I
bruikt mogen worden (een fout, die toch B
nog vaak door velen gemaakt wordt) met B
de tegenwoordige mooie materialen en M
uitgebalanceerde modellen kunnen we
prachtige effecten bereiken. Eén dezer 5
dagen werden ons de nieuwe modellen van fl
de Windsor collectie getoond. Uit ruim 80 M
van de meest uiteenlopende stoffen van al- H
le mode-centra was op eigen atelier een m
rijk gevarieerde collectie ontworpen. In
tegenstelling met het vorig jaar nu géén fl
cirkel- en klokrokken meer, de zomer-
ontwerpen van juichend zonnige stoffen fl
natuurlijk uitgezonderd. B
BIJZONDER CHARMANT waren de op fl
Parijs geïnspireerde rechte rokken met
korte losse plooitjes vanuit de taille, fl
waardoor ieder figuur zeer voordelig uit-
komt: Een mooie kxioop garnering van bo
ven tot onder, en een blind ingezet ritsje
daaronder maakten er iets zeer geslaagds
van. De pied de poule weefsels vielen in
losse wijde plooien, die in de taille bijeen
gesnoerd werden door een rode ceintuur.
Prachtige beige tweeds (dé mode-kleur)
natté weefsels in diepwarme tinten, stof
fen die geïnspireerd waren op de gebreide
kabelsteek (iets héél nieuws!) mooie kam-
garen flanels, kashmir en JOO percent kam-
garen panama weefsel, alle voor het oog 1
èn voor het gevoel warm.e stoffen. Een ge
raffineerd ontwerp was een positie-rok in
de „Mamita serie" (Spaans woord voor
moedertje). Een op het eerste gezicht
strak lijkende rok met hoog opgesneden los
voorpand, met aan beide zijden 3 knoops
gaten boven elkaar, die vastgemaakt kon
den worden op één van de 5 knopen aan
beide kanten van een losse tailleband.
Door deze ingenieuze sluiting kon de rok
zowel in de lengte vóór als in de breedte
uitgelegd worden. De royale naden (16 cm. fl
rondom) gaven onbeperkte mogelijkhe- B
den. De terlenka, die met 45 percent wol ge- fl
den. De terlenka, die met 45 percent wol ge I
mengd, plooihoudend gemaakt kan wor
den is, gemengd met 30 percent rayon be- fl
slist af te raden. Zó'n volkomen kunstma- fl
tige samenstelling kan niet goed zijn. Toch m
missen ook de terlenka wol rokken de fl
warmte en soepelheid van een echte wol- j
len stof. Beter in dit genre is de synthe
tische vezel, bekend onder de naam Tri
cel, die getwijnd wordt met kamgaren en 1
daardoor soepeler en levpnder aanvoelt.
De vlotte zomerrokken, vooral geschikt
voor het jonge meisje waren fleurig en ori
gineel van dessin en voorzien van grappi
ge details in de vorm van een gesp, knoop
of strik.
LINNEN STOFFEN met beeldige tafe
reeltjes beschilderd, colon satin met
ivals-of filmdruk, imprimés met effen
poplin afgezet ennatuurlijk ook „een
spoetnik" dessin: voorgedrukte banen in
zwart-wit ruit: slank afkledend en ge
durfd.
Het nieuwe seizoen brengt een ruime
keuze, vol variatie en rijk van materiaal.
Kat ij
Alpe de Venose, een klein wintersport
plaatsje in het Franse departement Isère.
Uit een strakke blauwe hemel straalt de
zon op de sneeuw, die prachtig rul en
zacht is. Behalve dan in de piste, waar
de ski's van de geoefende renners de
sneeuw hebben afgesleten tot een ver
raderlijk glad laagje ijs. Hoe verraderlijk
weten uit pijnlijke ervaring de beginne
lingen het best.
Even gekras van twee onwillige ski's, die
op het gladde stuk niet bij elkaar willen
blijven, een wanhopig gemaai van armen
en skistokkenen plof, daar gaat weel
een slachtoffer.
„Well, I say", zegt uiterst flegmatiek een
typisch Angelsaksische stem en Jerome, de
Britse student uit Londen, wrijft met een
pijnlijk gezicht zijn schouder en elleboog.
Beter ware het geweest als hij snel een
goed heenkomen had gezocht, want in niet
te stuiten vaart schiet, eveneens wijdbeens,
een andere beginneling op de moeilijke
bocht af en tuimelt over Jerome in de
sneeuw. De woorden die het. tweede slacht
offer uit, zijn volkomen onbegrijpelijk. De
kracht en het gevoel echter, waarvan hij ze
vergezeld doet gaan, doen direct vermoe
den, dat zijn wieg niet in West-Europa
heeft gestaan. En als hij de sneeuw van
zich af heeft geschud, kan Jerome aan het
bekende blauwe trainingspak met de witte
randen zien, dat hij zojuist een Rus ten
val heeft gebracht.
Rus cn Brit kijken elkaar even aan en
schieten dan beiden in een daverende lach
over eikaars pijnlijk vertrokken gezicht.
Al lachend krabbelen ze overeind en
rapen moeizaam stokken en wanten bijeen.
Een zacht schrapend geluid, een in een
wolk van opstuivende sneeuw razend snel
genomen bocht; en hoewel Gary, de ge
baarde Amerikaan, met enorme tegenwoor
digheid van geest en ongelofelijke behen
digheid de twee wiebelige figuren nog net
heeft kunnen ontwijken, zitten deze van
pure schrik alweer naast hun ski's in de
sneeuw. Vol jaloerse bewondering zien zij
hoe Gary, die afkomstig is uit Minnesota
en dit jaar aan de universiteit van Gre
noble het Frans onder de knie probeert te
krijgen, licht als een veertje, de ski's per
fect parallel, in 'de bochten even balan
cerend met zijn stokken, snel de piste af
schiet.
De Russische afvaardiging naar de inter
nationale studenten skiwedstrijden, die dit
jaar in Alpe de Venose gehouden worden,
is lang niet zo sterk als het Westen gewend
is op de meeste internationale sportevene
menten te zien verschijnen. Terwijl Anatole
en de kleine watervlugge Lucie in per
fecte beheersing van ski's en lichaam bij
het trainen voor de wedstrijden de poortjes
nemen, zijn Sonja en Alexei op de ski's
nog minder waard dan de Nederlanders.
Nederlanders zijn graag geziene deel
nemers in het kamp in Alpe de Venose. Als
regel spreken zij immers drie talen en zijn
gewend met vreemdelingen om te gaan. Zo
zijn zij in staat zonder al te veel moeite
contact tussen de verschillende delegaties
te leggen en in moeilijke gevallen als tolk
op te treden.
Officiële tolken zijn er niet en dat is
eigenlijk een groot geluk. De taalmoeilijk
heden vormen immers een onuitputtelijke
bron van vermaak. Polen, Bulgaren, Fran
sen, Russen en Amerikanen staan hier in
Alpe de Venose voor niets. Iedere taai
hindernis wordt lachend genomen.
Vertalingen aan lopende band
Een van de Franse leiders van het kamp
wil wat vragen aan Anatole, de student uit
Moskou, In het Frans richt hij zich tot
Sonja, het meisje met de blonde paarde-
staart uit Amsterdam, die het weer in het
Engels vertaalt voor Evarvst, de Pool. die
zich dan eindelijk in het Russisch richt toi
Anatole. Het antwoord neemt dezelfde weg
terug en door deze woord-omweg zijn aller
zo bij vraag en antwoord betrokken ge
raakt. dat ze weldra in een geanimeerd
gesprek zijn gewikkeld. Handen, voeten en
ogen nemen een gelijk aandeel in de con
versatie en iedere vergissing geeft aan
leiding tot een orkaan van gelach.
Veel wordt er gezongen aan tafel, op het
terras in de zon, ja, zelfs in de queue voor
de teleski. Het is verwonderlijk hoeveel
Nederlandse liedjes gemaakt blijken te zijn
op wijsjes uit andere landen. Ons beroemde
„rats, kuch en bonen" bijvoorbeeld is een
bekende Tsjechische schlager uit de laatste
wereldoorlog en de Tsjechische en Neder
landse woorden vormen in de samenzang
bepaald een uitstekende combinatie.
Verder pikken zij die uit het oosten
komen met veel goede wil de geliefdste
westerse liedjes op. De woorden kloppen
dan wel niet altijd, maar dat geeft niets.
Zo is er een Pool die een geheel eigen
versie heeft van „Aloutte, gentil alouette".
Vol overtuiging zingt hij: „Allumette, gen-
til alumette". Een lucifer zegt hem meer
dan een leeuwerik.
En Tibor, de geboren organisator, die
hoewel hij vrijwel niets anders spreekt dan
Tsjechisch, de eerste avond iedereen in een
oogwenk had vereend in een aantal van de
zotste Tsjechische spelletjes, kan heerlijk,
melancholiek zingen: „My money lies over
the ocean", in plaats van „M.v boney lies
over the ocean. Wat hem natuurlijk met
een de bijnaam „de materialist" heeft be
zorgd.
Zo vinden Canadezen, Italianen, Duitsers,
Scandinaviërs, Joegoslaven en Engelsen, in
totaal tachtig studenten, elkaar onder de
meest ideale omstandigheden. Op de piste
leren zij elkaar waarderen als perfecte
stylisten of razendsnelle renners, in de zon,
op het terras of 's avonds na tafel als ge
zellige praters of goede zangers.
Alles in een goed evenwicht van plezier
en serieuze sportbeoefening.
Maar het is dan ook niet alleen voor de
wedstrijden, dat studenten uit 24 verschil
lende landen in Alpe de Venose bijeen zijn
gekomen in het internationale studenten
skikamp, dat de Algemene Vereniging van
de Studenten uit Grenoble nu reeds voor
de derde maal organiseert in het kleine,
voor echte ski-liefhebbers ideale plaatsje
in de Alpen.
Dit kamp geeft de studenten de gelegen
heid alvast de piste, waar straks de wed
strijden gehouden zullen worden, te ver
kennen en zich allen op hetzelfde terrein
te trainen. Maar ook en vooral stelt het
kamp de deelnemers in staat hun concur
renten te leren kennen op een ander ter
rein dan op de besneeuwde hellingen, die
het kleine Venose aan alle kanten inslui
ten. En omdat deze wederzijdse kennis
making en de sfeer waarin het geschiedt
zo belangrijk zijn voor het welslagen van
het kamp, daarom is het ook mogelijk dat
Nederland hier aanwezig is met een dele
gatie van vijf man. Vijf man, terwijl lan
den als Rusland en Bulgarije met een
delegatie van vier man zijn vertegenwoor
digd. En niemand, die het de Nederlanders
kwalijk neemt dat zij straks waarschijn
lijk slechts zullen uitkomen in de „slalom-
super-geant", de super-reuzen-s'elom zo
als de goede renners de wedst» voui d
beginnelingen spottend hebben g.noopt.
strakke rokken, wijd uitstaande draperie
ën en hoog opgenomen overrokken te
vergeten, dat men ook nog moet kunnen
lopen en zitten.
Maar het ging hier tenslotte om de stof
fen en die waren geniaal van kleur en
rijk gedifferentieerd. Dit maal waren de
inspiraties ontleend aan de Middeleeuwen
en speciaal aan het smeedwerk van die
tijd: een enkele keer als losse ornamen
tjes toegepast, die zeer mooi tot hun recht
kwamen op een strak jurkje met een gro
te kraag, waarop een wijdvallende losge-
plooide cape gedragen werd. Maar vaak
ook liepen de smeedwerkjes in elkaar over
en vormden met een juist toegepaste kleu
rencombinatie een zeer levendige aanblik.
Prachtig was de rok met amandelgroene
smeedmotieven op een zwart-witte fond,
waarop het effen groene lijfje vóór voor
het juiste evenwicht zorgde.
DE UITBUNDIGE bloemenboeketjes en
exotische vruchten vormden ook een op-
re Chinese gravures geven de decorateurs
telkens nieuwe inspiratie, waardoor er