Kunst en paardestaarten
Ook Eerste Kamer bepleit oplossing
voor ambtenarensalarissen
Davitamon lO
V
Dubbel feest in Paramaribo
Kassier van een spaarbank
verduistert f 100.000
fHoe is het ontstaan?^
Van dag tot dag
Talentenj acht
Witter dan ooit
WOENSDAG 19 FEBRUARI 1958
3
Twaalf jaar voor 73-jarige
wegens poging tot moord
Brand tijdens koudegolf
ener
gie
geeft weerstand aan jong en oud!
Drukke dag voor Prinses Beatrix
€)p de
^Praatatoel
DEDANS
ONTSPRINGEN
Een zeventienjarige Franse lasser heeft
in de wedstrijd „Alles of niets" van Ra
dio-Luxemburg een miljoen Franse fran
ken gewonnen door een reeks vragen over
het onderwerp chemie even prompt als
juist te beantwoorden. Dat is een lief be
drag, zelfs als men rekening houdt met de
koers van de Franse frank, en men kan
ervan opaan, dat de door een specialist
van het kernfysisch laboratorium te Sa-
clay opgestelde vragenlijst niet voor de
poes was, want de pommade- en briljan-
tine-industrieel die het meest beluisterde
programma van Radio-Luxemburg patro
neert wil natuurlijk ook waar voor z'n
geld hebben.
Toch schuilt de grootste winst van de
jongeman niet in die contanten, maar
In de aanbieding door een chemische fa
briek van een betrekking welke meer in
overeenstemming is met zijn belangstel
ling en capaciteiten. En verder is het che
misch wonderkind door de minister van
Onderwijs tussen twee kabinetscrises door
ontvangen. Dat getuigt van moed, van de
minister bedoelen wij, want wat zou die
nu anders hebben kunnen doen dan zich
verontschuldigen, dat zijn eigen specialis
ten, zijn onderwijzers, zijn beroepskeuze
adviseurs, zijn schoolpsychologen en wie
er tegenwoordig al verder niet bij de in
structie der jeugd betrokken zijn, het
licht niet hebben opgemerkt, dat onder
de korenmaat scheen.
Het doet ons denken aan een gemeen
tebestuur in deze streek, dat eens sollici
tanten opriep voor een aantrekkelijke amb
telijke functie. Alle toen nog heersende
personeelsschaarste ten spijt daagden er
wel tweehonderd liefhebbers op. Daarna
zijn de grafologen, beroepskeuze-advi
seurs, psychologen en psychiaters aan het
werk getogen. En het resultaat van al die
geanalyseerde handschriften en Rohr-
schachvlekken was alleen maar, dat er
niemand bij was die aan de, overigens niet
geformuleerde, eisen voldeed. Het gemeen
tebestuur moet zelf van dat negatieve re
sultaat zo geschrokken zijn, dat de gega
digden pas na twee jaar een lakoniek
briefje kregen, dat er niemand benoemd
was.
Als wij nu eens voor één keer als be
roepskeuze-adviseur zouden mogen op
treden, zouden we onze autoriteiten willen
raden: Doe het ook eens op de manier van
i,Alles of niets" en luister meer naar de
radio. Daar wordt de talentenjacht ten
minste doeltreffend beoefend. Al zou men
dat aan de programma's niet altijd zeggen.
Het leidend apparaat van de vrije we
reld is ernstig in het ongerede, aangezien
malse sneeuwbuien een aanzienlijk deel
van de Washingtonse regeringsambtena
ren verhinderen, zich naar hun bureaus
te begeven. Eisenhower zelf is naar Geor
gia om te vissen en te jagen, doch ook die
nuttige bezigheden worden door het slech
te weer belemmerd. In hoeverre de minis
ter van Buitenlandse Zaken, de heer Dul
les, en andere grootheden van het kabinet,
erin geslaagd zijn hun huisdeuren open
te krijgen en zich een pad door de sneeuw
massa's te banen naar de plek waar de
koers van de westelijke politiek op uit-
stippeling ligt te wachten, is niet bekend.
De weinige functionarissen die zo onge
lukkig zijn dat zij gemakkelijk in hun
bureaus kunnen komen doordat zij dich
ter bij de regeringsgebouwen wonen dan
het merendeel van hun collega's - zullen
waarschijnlijk doorgaan met een stand
vastige en onveranderlijke houding aan
te nemen, zodat rnen voorlopig geen wijzi
ging van de Amerikaanse politiek zal
kunnen verwachten, wat er ook gebeurt.
Tenzij het gaat dooien.
Het is jammer dat Eisenhower nu net
op jacht is. In de eerste plaats schiet hij
toch niets, omdat hij niet naar buiten kan.
maar in de tweede plaats zou hij op dit
zalige moment in Washington misschien
goede dingen kunnen doen, nu hij niet
door adviseurs van links en rechts in zig
zag koers kan worden gebracht.
Hij zou plotseling in de benijdenswaar
dige positie zijn, besluiten te kunnen ne
men zonder dat iemand hem valse voor
stellingen van de consequenties daarvan
zou kunnen influisteren.
Mocht dat toch mis gaan, dan zou hij
zich altijd kunen verschuilen achter de
niets- en alleszeggende betiteling van „Het
Witte Huis". Het Witte Huis, dat altijd de
schuld krijgt en altijd de laatste stem
heeft - en altijd star en onaangedaan
muurvast blijft staan onder de stormen
van verwijt en enthousiasme.
Het Witte Huis, nu nog witter dan ooit
onder de allesbedekkende wade van de
witt, milde sneeuw.
De rechtbank te Leeuwarden heeft de
73-jarige W. K. van der M. uit Weidum
wegens poging tot moord op de 60-jarige
S. Starkenburg, zijn medebewoner van een
rusthuis, veroordeeld tot een gevangenis
straf van 12 jaar met aftrek van voor
arrest. Van der M. had in de periode van
4 juni tot 8 juli verscheidene keren ratte-
kruit op het twaalfuurtje van de heer
Starkenburg gesmeerd, naar hij zei om te
onderzoeken of dit vergif een pijnlijke uit
werking had. De rechtbank verwierp ech
ter dit verweer en veroordeelde hem we
gens poging tot moord.
De voorzitter der Eerste Kamer heeft
gisteren bij het begin der vergadering
meegedeeld, dat prof. mr. G. de Grooth
(V.V.D.) per 1 maart wegens het aanvaar
den van een veeleisende andere taak zich
genoodzaakt ziet het lidmaatschap van de
Kamer neer te leggen. Prof. de Grooth zal
deel uitmaken van de commissie tot voor
bereiding der herziening van 't Burgerlijk
Wetboek.
De Kamer begon hierna met de behan
deling van de begroting van Binnenlandse
Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechte
lijke Bedrijfsorganisatie.
De heer De Vos van Steenwijk
(V.V.D.) sprak over de financiële verhou
ding tussen rijk en gemeenten en zei het
een ongewenste toestand te achten, dat de
gemeenten geen zeggenschap hebben over
de gemeentefondsen en de uitkeringen
daaruit. Over de salariëring van de lagere
ambtenaren zei hij te vertrouwen, dat het
overleg spoedig tot een bevredigende op
lossing zal leiden. Hij bepleitte het stich
ten van een nieuw regeringscentrum op
de Veluwe als een oplossing voor het
vraagstuk van de overbevolking van de
randstad Holland. Een oplossing in de
stichting van een satellietstad van Den
Haag zag hij niet. Dit zou slechts verplaat
sing van de moeilijkheden binnen de
randstad Holland betekenen.
De heer M a t s e r (K.V.P.) drong erop
aan, dat de regering zo snel mogelijk haar
definitieve standpunt ten aanzien van de
ruimtelijke ordening aan de Staten-Gene-
raal bekend zal maken. Hij verklaarde be
grip te hebben voor de thans bestaande
noodzaak tot aantasting van de financiële
zelfstandigheid der gemeenten. Er mag
echter geen geweld worden gedaan aan
het democratische bestuursstelsel. Hij ver
zocht de minister er met nadruk bij de
minister van Financiën op aan te dringen
toe te staan, dat de gemeenten weer op
normale wijze op de kapitaalmarkt kun
nen verschijnen.
Ook de heer Matser drong er bij de
minister op aan het overleg over de sala
riëring van de middelbare en lagere amb
tenaren zo spoedig mogelijk tot een goed
einde te brengen. Tenslotte vroeg hij in
lichtingen over de geruchten dat er een
„dienstplicht" zou komen voor de B.B.
De heer R e ij e r s (C.H.U.) merkte op.
dat het beleid van de minister weliswaar
is gericht op de handhaving van de pro
vinciale en gemeentelijke autonomie, doch
dat deze autonomie op elk gewenst ogen
blik kan worden afgeschaft in het belang
van het sociaal-economisch leven of in het
belang van algemeen bestuur. Dit is een
te wankele grondslag om te voorkomen,
dat ons land zal worden tot een centraal
geadministreerde staat.
Tijdens de koudegolf, die de Verenigde
Staten teistert, is brand uitgebroken
in een touwen garenfabriek te New
York. Twee brandweerlieden kwamen
bij de blussing om het leven en vier
mannen, die vermist worden, moeten
in de vlammen zijn omgekomen. Op de
foto kan men zien dat het bluswater
op de smeulende puinhoop is bevroren.
Ook de heer T j a 1 m a (A.R.) zei, dat er
een groeiende bezorgdheid en stijgend
verzet bestaan tegen de aantasting van de
gemeentelijke zelfstandigheid. Sprekende
over ruimtelijke ordening zei de heer
Tjalma te vrezen dat bij het opstellen van
de plannen voor de randstad Holland de
Staten-Generaal voor een voldongen feit
zullen worden gesteld.
De heer De Jong (P.v.d.A.) betoogde,
dat zijn fractie de versteviging van de
autonomie der gemeenten voorstaat. Cen
tralisatie op velerlei terrein is echter
nodig. De autonomie moet worden aange
past aan de eisen des tijds en betekent de
opheffing van een aantal niet bestuurs-
krachtige gemeenten. De heer De Jong was
niet bevredigd door het antwoord in de
Memorie van Antwoord op zijn vraag,
waarom in Middelburg geen lid van de
P.v.d.A. tot burgemeester werd benoemd.
De P.v.d.A. is de sterkste partij in deze
stad.
De heer De L o o r (P.v.d.A.) drong aan
op wetenschappelijk onderzoek in verband
met de ruimtelijke ordening. Er moeten
geen beslissingen worden genomen op
basis van vage veronderstellingen en dog
ma's. Coördinatie Is een noodzakelijke
voorwaarde.
Georganiseerd overleg
De heer Van Wingerden (P.v.d.A.)
sprak over het georganiseerd overleg. Hoe
wel hij de hoop niet had opgegeven, dat
uit het georganiseerd overleg nog iets
goeds te voorschijn zal komen, is de mo
gelijkheid daartoe zijns inziens dikwijls
zoek geweest, omdat de regeringsdelegatie
te weinig armslag had voor de onder
handelingen.
De billijkheid eist, dat behalve de top
salarissen ook de salarissen van de mid
delbare en lage ambtenax-en worden ver
hoogd. Hij had begrip voor het standpunt
van de minister, dat rust moet heersen in
het overleg. Er komt echter een grens aan
het geduld en het afwachten. Deze groe
pen ambtenaren wachten al sinds 21 fe
bruari 1957. Het is de hoogste tijd, dat de
ambtenaren weten waar zij aan toe zijn.
De heer S e e g e r s (C.P.N.) besprak uit
voerig de financiële verhouding tussen
rijk en gemeente en betoogde, dat de
schuld voor de snel opgelopen vlottende
schuld van de gemeenten ligt bij de re
gering als gevolg van de door haar ge
volgde financieringsmethode. Over de
kwestie van ambtenarensalarissen zei hij,
dat indien de regering rust onder het
ambtenarenkorps wenst, de middelbare en
lagere ambtenaren net als de topfunctio
narissen, tien percent salarisverhoging
moeten krijgen.
De heer Schipper (A.R.) vroeg hoe
de stand van zaken in het overleg is en
hoe de voorstellen van de ambtenaren-
organisaties luiden.
De heer D e r k s e n (K.V.P.) stelde de
vraag, of de Bioscoopwet niet wordt over
treden door het vertonen van films, die in
strijd zijn met alle menselijke waarden.
Hij noemde een aantal films, die zijns in
ziens daarvan een voorbeeld zijn en vroeg
of vooral de opgroeiende jeugd niet kan
worden beschermd tegen de gevaren van
deze films.
P.B.O.
Bij de bespreking van de P.B.O. infor
meerde de heer Van Wingerden naar
de stand van zaken van de spaarregeling
voor ambtenaren. Hij betoogde voox-ts, dat
het van groot belang is dat de consumen
ten via een adviesorgaan kunnen mee
spreken in de P.B.O. en vroeg zich af, of
het gi-ote aantal ministeriële vertegen
woordigers bij vergaderingen van P.B.O.-
organen wel nodig en verantwoord is. Op
deze wijze wordt bijgedragen tot de im
populariteit van de P.B.O., die in bepaalde
kringen bestaat. Hij merkte op dat in 1957
slechts één bedrijfschap tot stand is ge
komen. Op deze wijze kan niet worden
doorgegaan. Hij adviseerde de staatssecre
taris te beginnen met het opstellen van
een wetsontwerp tot verplichtstelling van
de P.B.O.
De heer M a e n e n (K.V.P.) deelde het
pessimisme van de heer Van Wingerden.
Over de bezitsvorming zei de heer Mae-
nen teleurgesteld te zijn over het trage
beleid ten aanzien hiervan. Bezitsvormen
de maatregelen zijn reeds te lang uitge
bleven en de huidige financieel-econo-
mische omstandigheden mogen geen ver
dere vertraging veroorzaken.
De heer De Grooth (V.V.D.) betoogde,
dat de liberalen geenszins tegenstander
van de P.B.O. zijn. Er is echter een ge-
ADVERTENTIE
Niet alleen hij
maar het hele gezin
bruist van energie!
Davitamon 10 geeft hun
allen weerstand, levenslust
en gezondheid.
Davitamon 10 - het
aangewezen preparaat
voor aanvulling van
vitamine-tekorten
in Uw voedsel.
.«ife
YWSm
flacons van
50, 100 en
500 dragees.
Eén enkele
dragee per dag
is voldoende.
ORGANON-OSS
Paramax-ibo vierde gisteren een dubbel
feest omdat niet alleen Prinses Beatrix op
bezoek was, maar ook omdat haar jongste
zusje jarig was. Op het gouvernements
plein, waar duizenden waren samenge-
stroomd, defileerden de troepen en de po
litie voor Prinses Beatrix. Na afloop wan
delde de Prinses naar het monument voor
de gevallenen, dat in 1950 werd opgericht
door de Bond van Surinaamse Oorlogsve
teranen. De Prinses eerde met een krans-
legging degenen, die ver van hun vader
land hun trouw aan het Koninkrijk met
hun leven hadden betaald.
In het departement van Algemene Za
ken woonde de Prinses een korte vergade
ring van de landsregering bij, waarna in
de zaal van het Statencollege de 21 volks
vertegenwoordigers aan haar werden
voorgesteld. Vervolgens maakte zij per
auto een rit langs verschillende instellin
gen van jeugdzorg.
In de middag, na een korte rust, reed de
Prinses weer uit, ditmaal voor een rondrit
door Paramaribo, zij werd vergezeld door
de minister-president van Suriname, dr.
J. H. E. Ferrier en zijn echtgenote. De rit
ging door de volle straten met juichende
en wuivende mensen. Voor het clubge
brek aan visie, aan een grote lijn bij de
bewindslieden. Op het departement is men
blijkbaar slechts „waakzaam" en is het
devies: afwachten, aanzien en overwegen.
Het zou echter zijns inziens volkomen on
juist zijn door het uitoefenen van dwang
uit de huidige impasse te komen.
De heer Ruppert (A.R.) wilde niet bij
voorbaat enige drang bij de opbouw van
de P.B.O. uitschakelen. Hij vroeg de re
gering geen zetels meer in P.B.O.-organen
toe te kennen aan organisaties, die niet
getoond hebben werkelijk vakorganisaties
te zijn.
Om middernacht werd de vergadex-ing
verdaagd tot heden.
bouw van de „Vereniging van Afstamme
lingen der Nederlandse Kolonisten" hield
de stoet even stil. Hier werd de Px-inses
een bloemenhulde gebracht.
Daarna ging het door de nieuwere wijken
van Paramaribo naar het Surinaamse mu
seum. Bijna een uur lang bleef de Prinses
in het museum. Vooral de kostuums van
de verschillende rassen uit diverse tijdper
ken trokken haar aandacht. Des avonds
werd in het gouverneux-spaleis een gala-re
ceptie gehouden. Men mag wel zeggen,
dat „heel Suriname" die avond in het pa
leis tezamen was, want niet alleen uit Pa
ramaribo was men gekomen, doch ook uit
de vaak zeer afgelegen districten.
Wat is het verschil
Er was eens een tijd dat niemand ooit
van een Spoetnik gehoord had. Dat is heel
lang geleden. Zeker wel bijna een jaar.
Op een paar honderd geleerden na dacht
niemand aan een Spoetnik, de bakker niet,
de slager niet, de dominee niet, de schoor
steenveger niet en zelfs de burgemeester
niet, ofschoon burgemeesters altijd aan
alles denken, 't zijn héél grote heren.
Toen kwam er ineens een Spoetnik.
Alle kranten stonden en alle mensenhar
ten waren er vol van en iedereen had het
ineens over de Spoetnik, zonder een
hondje, en toen over de Spoetnik mét een
hondje. Iedereen, zeg ik, had 't er over:
de glazenwasser en de schoorstenveger en
de schoenmaker en zelfs de procureur-
generaal bij het Hof die hoe 'n groot
man hij ook is eerst, óók nooit over de
Spoetnik had nagedacht, evenmin als de
burgemeester.
Die twee Spoetnikken waren van de
Russen. En iedereen die niet bij de Rus
hen behoorde en die dus bij de Ameri
kanen behoorde, iedereen sprak er schan
de en schandaal van dat de Amerikanen
geen Spoetnik hadden en de Russen wél.
En toen zakten de koersen op de beurs.
En als iemand nu vroeg: „Waarom zak
ken de koersen op de beurs omdat er twee
Spoetnikken zijn? Gaan de zaken dan in
eens allemaal slechter?", dan tikten de
mensen, die verstand van beurskoersen
hebben, ongeduldig met hun wijsvinger
tegen het voorhoofd om aan te tonen, dat
degeen die zoiets vroeg van lotje getikt
was.
Nu, en toen schoot ineens een Ameri
kaanse Spoetnik het heelal in. En ieder
een die bij de Amerikanen behoorderiep
heelaluja en de kranten van alle landen
die bij de Amerikanen behoorden waren
blij. En toen stegen de koersen op de beurs.
En als iemand nu vroeg: „Waarom stij
gen de koersen op de beurs omdat Ameri
ka nu ook een Spoetnik heeft? Gaan alle
zaken nu ineens beter?", dan tikten de
mensen, die verstand van beurskoersen
hebben, ongeduldig met hun wijsvinger
tegen hun voorhoofd om aan te tonen, dat
degeen die zoiets vroeg van lotje getikt
was.
Omdat ik heel bang ben, te worden aan
gezien voor iemand die van lotje getikt
is, zeg ik maar liever niks. Want stel u
voor hoe geïrriteerd alle heren, die zoveel
verstand van alles hebben, met hun wijs
vinger tegen hun mooie voorhoofd zouden
hameren als ik vroeg wat ik zou willen
vragen: „Wat is er nu eigenlijk veranderd?
Wat is er voor verschil tussen een wereld,
waarin Rusland nóch Amerika een Spoet
nik heeft en een wereld waarin Rusland
èn Amerika een Spoetnik hebben? Zijn
wij nu niet precies even ver als voor een
jaar toen niemand een Spoetnik had?"
Maar ik zeg niets.
Ik zit maar rustig naar mijn vermogen
te kijken, of het toeneemt.
Ik word misschien nog eens een schat
rijk man, alleen maar omdat alles allemaal
hetzelfde is gebleven.
Elias
Bij de Rotterdamse politie heeft zich
gisteren de 60-jarige D. E. H., kassier van
de spaarbank in Ammerstol, aangemeld.
Hjj verklaarde in ongeveer tien jaar tijd
ruim 100.000 te hebben verduisterd.
Hiervan zouden niet alleen kleine spaar
ders van die bank de dupe zijn, maar ook
een Haagse levensverzekeringsmaatschap
pij, waarvoor hij de ziekenfondspremies
had moeten innen. Het geld zou voor het
grootste deel zijn opgegaan aan reizen
naar het buitenland. H. is overgegeven
aan de rijkspolitie in Lekkerkerk.
H. is in Ammerstol, een dorp aan de
Lek, een bekende figuur. Hij heeft zitting
in de gemeenteraad, is kassier van de
Ammerstolse spaarbank en is, doordat hij
voor bijna alle winkeliers in het dorp de
boeken bijhoudt, de vertrouwensman van
velen. Dat vertrouwen is diep beschaamd.
Tot het bedrag van een ton behoort de
inleg van talrijke kleine luiden, die aan
Als u in Het Gouden Paard,
Rue Descartes, een ons of wat
paardebief zoudt willen bestel
len, bent u even te laat. Of
laat ik liever voox-zichtig zijn:
dat neem ik tenminste aan. Er
kan in Parijs in een paar we
ken heel wat gebeuren en de
paardeslagerij, die kort gele
den aan zijn bestemming was
onttrokken, is mogelijk weer
in een prozaïsche vleeshal her
schapen. Ik hoop echter van
harte te pessimistisch te zijn
voor u, voor mij en voor de
jonge chansonniers en caba-
retiers, naar wie ik met zoveel
genoegen heb geluisterd.
Zoiets kan inderdaad alleen
in Parijs. Waar ter wereld
vindt men een paardeslager,
belangeloos genoeg om toon
bank en hakblok uit zijn ver
koopruimte te verwijdei-en om
jeugdige artiesten een kans te
geven? Hij stond, een man in
wit hemd en open kraag, met
zachte ogen en een bohémien-
achtige snor en sik, bescheiden
op de achtergrond en keek
critisch naar een meisje en een
jongen, die een sketch speel
den vol litteraii-e spitsvondig
heden.
„Ik zal u in de pauze de hele
geschiedenis vertellen," zei hij
met zijn melodieuze stem, „op
voorwaarde, dat u mijn naam
niet noemt."
Dat heb ik beloofd, maar er
is, dunkt mij, niets op tegen u
in het oor te fluisteren, dat het
adres Rue Descartes 33 is. In
het vijfde arrondissement. Er
hangt een vergulde paardekop
uit.
Parijs is boordevol jonge talenten op het gebied van toneel,
cabaret en chanson. Zij vinden altijd wel een gelegenheid waar
zij hun artistiek gemoed kunnen ontlasten of anders geeft
iemand hun wel die kans.
Gedurende ons gesprek
bracht hij me vooi-tdui-end in
verbazing door zijn gedegen
kennis van de toneel- en mu
ziekwereld. Hij scheen ieder
een te kennen of althans te
hebben gehoord. „Och," zei hij,
„ik heb me eigenlijk nooit bij
zonder voor de slagerij geïnte
resseerd. Hoe gaat dat? Je rolt
er als het. ware in en jarenlang
denk je, dat het zo hoort. En
dan plotseling komt er iets in
je leven, waardoor alles ver-
andert. In mijn geval was dat
eenmin of meer toevallige
kennismaking, 'waardoor ik
opeens heel dicht bij mijn lief
hebberij kwam te staan."
Een van zijn klanten was
Jean Pierre Sue. Geen grote
klant en de slager wist wel
waaraan dat lag. Jean was in
zijn geboortestad Montpellier
leraar geweest aan het conser
vatorium voor muziek, maar
Parijs trok hem onweerstaan
baar aan. De meeste vakanties
bracht hij in de hoofdstad
door, dikwijls in gezelschap
van zijn vriend Henri Serre.
Jean met zijn dex-tig jaar
iets ouder dan Henri com
poneerde chansons en schreef
zelf zijn teksten. Hij had ze al
dikwijls in kleine kring voor
gedragen, waarbij hij zichzelf
op de gitaar begeleidde. Henri
was al even muzikaal als zijn
vriend en zeker zo verliefd op
Parijs. Kort en goed: zij be
sloten er hun banen in Mont
pellier aan te geven en zich
voorgoed in Parijs te vestigen.
En het is daar, evenals overal
elders, nu eenmaal zo gesteld,
dat men zonder regelmatige
inkomsten niet elke dag bij de
paardeslager terecht kan.
„Wanneer Jean Sue bij me
in de zaak kwam," vertelde de
man van Le Cheval d'Or, „had
hij vaak zijn gitaar bij zich en
al heel gauw praatten we als
oude bekenden met elkaar,
over muziek en cabaret en
over de moeilijkheid in deze
stad op te vallen, omdat er een
overvloed van aanbod is. En zo
meer."
Hij kwam ook te weten, dat
de vrienden in de Rue Mouf-
fetard woonden, een straat die
in het verlengde ligt van de
Rue Descartes. Men treft ex-
een grote verscheidenheid van
nationaliteiten aan: Indiërs,
Chinezen, Arabieren, Marok
kanen, naast vele jonge Fran
sen, wier portemonnaie hen
dwingt in de richting van het
goedkoopste dak boven het
hoofd.
„Op een avond, ylak yoor
het sluiten, liep hij bij me
binnen en bestelde niets. Hij
bleef zo maar een beetje staan
praten en ik had best door wat
eraan scheelde. Hij had geen
geld en een heleboel honger.
Nou ja," hij haalde zijn
schouders op „wat doe je
dan? Ik heb hem een lekker
hapje meegegeven. Komt wel
goed, zei ik, als je weer eens
boven jan bent. Enfin, we ble
ven nog een hele tijd kletsen
en toen heb ik hem voorge
steld wat ik al zo lang van
plan was. Ik zei: Als we hier
nou eens een soox-t avant-gar
de cabaretje van maakten? We
slopen alles eruit, verven de
boel wat op, hangen een paar
platen aan de wanden en we
zijn klaar."
Lichtelijk ontsteld om zijn
eigen moed heeft de brave
vleeshouwer die nacht geen
oog dichtgedaan. Jean had het
voorstel onmiddellijk aangeno
men en niet alleen, omdat
hij er een kans voor zichzelf in
zag. Hier kon een stukje ge
schiedenis worden gemaakt!
Maar zou het lukken? Zou de
gx-oep, tot wie men zich wilde
richten, enthousiast genoeg
zijn?
Zij hebben het plan niet
door ouderdom laten verzwak
ken. De volgende dag al hing
er een bordje „Gesloten" voor
de paardeslagerij en er werd
achter het neergelaten rolluik
ijverig gesloopt en getimmerd.
De kosten werden tot een mi
nimum beperkt. Een paar
lange banken en enkele tafel
tjes konden voor een krats van
een verkoping worden wegge
sleept. De hele artiestenbent
van de buurt hielp mee met de
inrichting, het decoreren van
de wanden en het construeren
van een klein podium. Meer
dan enige tientallen plaatsen
voor het publiek waren er in
de betrekkelijk kleine ruimte
niet uit te sparen, maar het
was genoeg.
„En loopt het?"
„Kijk maar eens om u heen.
Wat kunnen we meer verlan
gen dan dat het elke avond
stampvol is? Vaak zitten ze
gewoon op de grond langs de
kanten als ze het maar mee
kunnen maken. We beginnen
's avonds om tien uur en gaan
door tot we er genoeg van
hebben."
De korte pauze was om. Op
het podium stonden Jean Hen
ri Sue, met gitaar en Henri
Serx-e. Jean's vingers gleden
even over de snaren, toen sloeg
hij krachtig een akkoord aan.
Het geroezemoes in het zaal
tje verstomde. Jongelui met
donkere haarbossen of in een
knoop gelegde paardestaarten,
in nauwe broekspijpen of bont
gedessineerde rokken staarden
gespannen over hun lege limo
nadeflesjes heen naar het duo,
dat hun de chansons van mor
gen bracht.
Wie van deze toeschouwers
zullen over een jaar of wat
rustige huisvaders en toege
wijde moedertjes zijn wie
zal naam hebben gemaakt als
musicus, zanger, beeldhouwer,
schilder of schrijver?
J. F. Remming
de spaax-bank hun spaarpenningen hadden
toevex-trouwd. De bank is niet tegen fraude
verzekerd.
„Alles is op", vex-klaarde H., toen hij to
taal in de war en de wanhoop nabij, in
het Rotterdamse politiebureau de fraude
bekende.
H. kwam in 1933 in Ammerstol uit Zut-
phen als onderwijzer aan de openbare la
gere school. De school had in die jaren
ook een schoolspaarbank. H. kreeg er de
administratie over. Later werd deze
schoolspaarbank omgezet in de Ammer
stolse spaax-bank. In de oorlogsjaren gaf
hij 't onderwijzerschap er aan. Hij vestig
de zich als accountant, hoewel hij er geen
diploma's voor had. Hij ging de boekhou
dingen bijhouden voor tal van Ammerstol
se winkeliers, werd voox-zitter van de
sportvereniging Ammerstol en bestuurslid
van het Groene Kruis. Vijf jaar geleden
kwam hij voor de Ammerstolse vereniging
„De Onafhankelijke" in de gemeenteraad.
Deze kiesvereniging is met twee leden in
de raad vertegenwoordigd. Hij was ook
voor de komende raadsverkiezing kandi
daat.
Hij was ook vertegenwoordiger van een
Haagse verzekeringsmaatschappij, voor
wie hij ziekenfondspremies inde. Hij heeft
bekend ook van deze gelden 9.000 te
hebben verduisterd.
De voox-zitter van de spaarbank staat
voor een raadsel. Er werd van tijd tot tijd
gecontroleerd, maar dan klopte alles.
Sommigen in Ammerstol hadden de laatste
tijd argwaan gekregen door de noncha
lance, waarmee H. de zaken bijhield. En
kele bewoners waren niet van deze slor
digheid gediend en hadden hun spaarpen
ningen van de bank gehaald.
De rijkspolitie uit Lekkerkerk is gis
teren met haar onderzoek naar de fraude
begonnen. Hoeveel kleine spaarders door
de verduistering zijn gedupeerd, kon nog
niet worden vastgesteld.
Bij de verklaring van deze zegswijze,
waai-onder men verstaat: net op het
nippertje aan het gevaar ontkomen,
heeft men wel gedacht aan dans in de
zin van strijd. Zo schrijft Cornelis
Tromp: wij sijn weer lustigh aen de
dans geweest. Waarschijnlijker is even
wel dat wij moeten denken aan de uit
het einde van de vijftiende en de
zestiende eeuw bekende voorstellingen
van dodendansen waax-in de Dood als
violist optreedt. Niemand kan weerstand
bieden aan de tonen van zijn instru
ment, allen moeten meedansen, van paus
en keizer tot bedelaar toe. Ook in
sprookjes vindt men het motief van de
dwingende maent der muziek telkens
terug. Wie aan deze dans ontspringt,
dus zich door een sprong buiten de
kring der de dood volgende dansers
plaatst, is inderdaad aan een groot ge-
^vaar ontkomen.