Fie Car eisen bij haar afscheid
in Haarlem gehuldigd
„Glorieklanken" -evangelisatie
per grammofoonplaat
Zang en pianospel van
voorname allure
Gunnar Saevig leidde
Omroepkamerorkest
Feest van „De Unie"
Bolsjoi-ballet in mei
naar West-Europa
Bisschop legde eerste
steen voor nieuwe kerk
Feestelijke reprise van vooroorlogs blijspel
Dirigentencursus
Koor en cabaret
Sas Bunge speelt in
Londen en Parijs
Populair geestelijk lied-
vindt veel aftrek
Rooie Siert
Werk van Luttge
Nieuwe reportages van
Henriëtte Roosenburg
Spuitgasten raakten slaags
bij brand in Maasbommel
Prinses Beatrix in
Brokopondo
Kort nieuws
-MAANDAG 24 FEBRUARI 1958
Velen zullen zich erover hebben verwon
derd, dat een zo voornaam gereputeerde
actrice als Fie Carelsen haar vijftigjarige
loopbaan in het theater wilde bekronen
met „Toontje heeft een paard getekend"
van Lesley Storm, een luchtig vooroorlogs
blijspel zonder enige pretentie, dat in de
loop der jaren in wisselende bezettingen
reeds honderden opvoeringen in ons land
beleefde. De Haagse Comedie heeft niette
min aan haar wens voldaan. En als men
bedenkt, dat het hier niet in de eerste
plaats een jubileum geldt, maar vooral een
afscheid van het toneel, dan kan men ach
teraf die keuze niet alleen billijken, maar
zelfs toejuichen dit laatste temeer, om
dat er door een vrij sterk ensemble een
briljante vertoning van wordt gegeven.
Op deze manier behoeft er niets van de
tot welwillendheid geforceerde gelegen
heidsstemming te heersen, die men zo vaak
moet meemaken in onze schouwburgen.
Integeneel: de feestelijke vrolijkheid van
het geheel voorkomt het gevoel van droef
geestigheid bij een verlies, dat men des
ondanks volledig beseft, maar mèt de we
tenschap dat een verstandig besluit een
dankbare herinnering waarborgt.
Want laten we het daar over eens wor
den: Fie Carelsen heeft een verstandig
besluit genomen. Men mocht dat trou
wens verwachten van een kunstenares,
die altijd op het toneel (op het particu
liere leven past geen professionele beoor
deling) de uitingen van het royale gevoel
door een waakzame intelligentie ter ver
hoging van de helderheid heeft laten con
troleren. Zij heeft in een met al evenzeer
beheei-ste bewogenheid uitgesproken „ver
klaring" aan het slot van de voorstelling,
die zaterdag voor een uitverkochte zaal
in Haarlem werd gegeven, dat besluit om
zich terug te trekken toegelicht: na zich
een halve eeuw voor honderd percent aan
iedere rol, ook aan de kleinste, te hebben
gegeven, ondervond zij de laatste tijd soms
bij haar terugkeer in de kleedkamer een
lichte ontevredenheid als een waarschu
wend teken. Zij bezigde een treffende ver
gelijking met een auto, die vele kilometers
aflegde met een lege benzinetank, rijdend
zoals de handelaar het uitdrukte op
zijn reputatie. 'En hoewel volgens een
Zaterdagavond woonden wij in het „Huis
met de Sleutels" aan de Bronsteeweg te
Heemstede een intiem concert bij, dat ge
geven werd door Ans Wiersema, mezzo
sopraan, en Heieen André de la Porte
Hubbeling, piano. Er werd een programma
geboden van voorname allure: zangstuk
ken van Caldara, Pergolesi, Hendrik An-
driessen, Piet Ketting, Béla Bartök en Ko-
daiy, pianowerken van Bach, Léon Orthel
en wederom Bartök.
Het bleek al gauw dat mevrouw Wierse
ma goed heeft leren zingen en dat zij met
smaak en intelligentie haar veeleisend pro
gramma had voorbereid. In het verloop
van de avond kregen wij zelfs de indruk
van ovei'gecultiveeerdheid, ten koste van
de natuurlijke aandrang tot mededelen en
van het persoonlijk karakter van een aan
geboren vocaliteit. Maar goed, met de ver
worven kunstvaardigheid wist zij heel wat
te presteren, ja zelfs respect af te dwingen.
Het „Come raggio di sol" van Caldara
was direct al een goede belofte, vooral wat
de mezzo-voce-tint betrof. Een minder
natuurlijk aanpassingsvermogen wat de
sfeer der muziek en het taaleigen betreft
meenden wij in „trois Pastorales" van An-
driessen op teksten van Arthur Rimbaud
te constateren. De drie sonnetten van
Shakespeare door Piet Ketting bleken
beter in haar geestelijk bereik te liggen.
En hoewel de plastische uitdrukking van
het „Music to hear" niet van overdrijving
kon worden vrijgepleit, kwam hier toch
een geestdriftige aandrang glans verlenen
aan de stem. De voordracht in een reeks
Hongaarse volksliederen in bewerkingen
van Bartök was bijzonder levindig, maar
haar fraaiste staaltjes van zangcultuur
bood mevrouw Wiersema in een paar lie
deren van Kodaly, die trouwens daartoe de
beste kansen geven met hun ongeforceerde
lyrische spanningen. De mezzo-voce-tint,
waarmee „Nausikaa" werd ingezet, werkte
bijzonder suggestief en het „Gezang van
een verbannene" wekte de overtuigende
indrukken van een persoonlijk beleven.
Wat Heieen André de la Porte—Hubbe
ling als partner van de zangeres aan de
vleugel presteerde, verdiende de hoogste
lof. Hierbij ervoer men wel voortdurend de
natuurlijke aandrang tot musiceren, pla
nerend boven de overigens niet geringe
technische eisen, die de zangstukken van
Andriessen, Ketting, Bartök en Kodaly
voorop stellen. Doch ook als soliste open
baarde de pianiste haar voorname talenten.
Haar vertolking van vijftien Hongaarse
boerenliederen en volksdansen werd een
caleidoscoop van pittoreske taferelen,
volksballaden, dansen en typeringen, weer
gegeven met een geraffineerde zin voor
de staag wisselende aspecten en met een
technische vaardigheid en beheersing, die
de piano tot een wonderlijk klankmedium
maakte.
Jos. de Klerk
Kitty Kluppe l, Jan van der Linden en
Cees Laseur kijken geamuseerd toe als
Toontje" op het toneel van de Haar
lemse. Schouwburg „lieve oma Fie"
hartelijk omhelst, een onderdeel van
de huldiging, die de scheidende actrice
Fie Carelsen zaterdagavond door vele
bewonderaars werd bereid.
spreuk oo haar kaptafel lauweren de ge
woonte hebben in elkaar te zakken als
men er op gaat rusten, wenst zij te voor
komen dat het publiek iets van de storing
in haar optreden zou merken.
Dit alles met respect mede overwegende,
zal men ook de voorkeur voor „Toontje
heeft een paard getekend" begrijpen. Ve
len zullen dankbaar zijn de vage memorie
aan haar kostelijke typering van de groot
moeder van de onzichtbare titelheld op te
frissen, anderen vooral van een nieuwe
generatie zien haar nu voor het eerst
in een rol, waarin vele facetten van baar
kunnen tot schitteren worden gebracht.
Troont zij niet als een vorstin aan haar
ontbijttafel en demonstreert zij niet bij alle
aristocratische onberekenbaarheid en pi
kant snobisme een oprecht verwarmende
gevoeligheid als rijpe vrouw? Nou dan:
Haar creaties in „Spoken" en „Het donker
is licht genoeg" liggen vers in het geheu
gen. Ongetwijfeld hadden velen op een
reprise van „Rouw past Electra" van
O'Neill gehoopt, doch daar zaten allerlei
praktische bezwaren aan vast. Het instu
deren van een nieuwe zware partij zo
bekende zij mij tijdens de receptie zou
bovendien te zware emotionele eisen heb
ben gesteld.
Los van dit alles: deze blijspelrol is een
onverbeterlijke creatie, die zowel het hart
als de geest gul bevredigt' door de exacte
dosering van uiteenlopende maar in wezen
bijeenbehorende elementen, waarin met
gelijke virtuositeit de kunst der ovei'drij-
ving als die der weglating wordt bedreven,
waarin de scherpte van spot en heerszucht
door fluwelige warmte wordt getemperd.
En dan mag voor het laatst gewezen wor
den (nee, niet voor het laatst, want zij zal
als voorbeeld zich blijvend doen gelden
zolang er ooggetuigen zijn) op haar maje
stueuze allure, door vereenvoudiging be
reikt, op haar klinkklare dictie vol speelse
ondertonen van toepasselijk sentiment en
op de doeltreffendheid van haar gebaren.
Overigens: wie alles over Fie Carelsen wil
weten, raadplege de met foto's verluchte
biografie-in-zakformaat door Ben van Eys-
selsteijn, die met de laatste gegevens aan
gevuld in de Mimosareeks van Leiter-
Nypels is herdrukt.
Over het stuk behoeft wel niets meer
gezegd te worden, zo bekend mag het wor
den verondersteld. Onder regie van de zelf
voortvarend meespelende Cees Laseur, die
met talrijke aantrekkelijke vondsten de
handeling wat opfleurde, hetgeen met het
oog op het weerzien niet anders dan lof
waardig kan worden genoemd, werd de
komedie als het ware springlevend her
boren. Uitblinkers naast Fie Carelsen wa
ren in de eerste plaats Elisabeth Andersen
(formidabel op dreef) en Jan van der Lin
den als de venijnig pruttelende opa. Prima
prestaties van Maria de Booy en Luc Lutz,
bevredigend werk van Joeki Broedelet,
Frans Vorstman en John Koch, benevens
een .opmerkelijke entree van Camille de
Vries als een lichtelijk debiele dienstbode
droegen veel bij tot de gezellige vreugde,
die de sfeer voor het afscheid bepaalde.
Ook van de kant van het huldigingscomité
heeft men daar eens wat anders van wil
len maken en zo trad dan eindelijk na
jaren een levensgrote Toontje voor het
voetlicht om als een naïeve compère te
fungeren en kwam de burgemeester van
Haarlem aan het slot van de avond voor
de officiële climax zorgen met een prach
tig boeket, waarbij hij enige poëtische
stijlbloemen in gracieuze welsprekendheid
voegde.
Een nieuwe verschijning bij dergelijke
gelegenheden was mevrouw Strumphler
(geboren Van Riemsdijk) met een zwierige
lofrede op rijm, waarna Wim Paauw het
geschenk onder couvert overhandigde na
een korte causerie vol karakteristieke
waardering, verlevendigd met betuigingen
van particuliere dankbaarheid voor onder
vonden sensaties in het theater. Hij wees
het publiek erop, dat zij herhaaldelijk ter-
wille van de dramatische kunst haar vrou
welijke schoonheid wegschminkte of an
derszins verborg en zich ook nooit te goed
achtte voor de vertolking van weinig be
minnelijke figuren. En hij wees Fie Carel
sen erop, dat het bedrag niet was bijeen
gebracht door een enge coterie, maar door
mensen uit alle kringen, die tezamen de
uitgaande gemeente vormen. Mr. J. M.
Landré sprak als president van „Teister-
bant" namens de kunstenaars uit Haarlem
en omgeving: „Waarom zouden we al haar
rollen opsommen? We weten toch allemaal
dat ze een groot kunstenares is? En ze
weet het zelf ook". De bejaarde actrice
Betty Holtrop van Gelder gaf door middel
van een telegram acte de présence bij dit
afscheid van haar jongere kunstzuster. Fie
Carelsen noemde tenslotte zoveel hulde een
beetje onverdiend, omdat zij immers
slechts heeft doorgegeven wat zij gekregen
heeft (daarbij verzwijgend hoe hard zij al
tijd werkte om dat volmaakt te doen en
daarom zeg ik het maar voor haar).
David Koning
De derde jonge gastdirigent, die zich
met één der radio-orkesten aan de luiste
raars voorstelde, was de Noor Gunnar
Saevig, die zaterdagavond in de serie „Po
pulaire Klassieken" voor dé KRO het
omroepkamerorkest in werken van Haydn
en Schubert leidde. De eenendertigjarige
dirigent is directeur van het conservato
rium te Bergen en werd in 1953 uitverkoren
als één der drie winnaars van de „orkest-
proef" van de Noorse radio. Hij dirigeerde
in eigen land enkele keren de orkesten
van Bergen en Stavanger.
Reeds van de eerste maten van Haydns
Symfonie no. 86 in D bleek dat men hier
met een „geboren" dirigent te maken had,
wiens prestaties zich op een geheel ander
niveau bewogen dan dat van zijn beide
voorgangers in deze studioconcerten. Kreeg
men daarbij de indruk van geselecteerde
leerlingen, die zich bewust nog aan de
veilige kant van het musiceren houden en
in hun directie geheel gericht waren op
een zorgvuldig nakomen van de in de
partituur gegeven aanwijzingen, hier stond
iemand die de noten met geest wist te
laden en soms zelfs met geestigheid, zoals
in het boerenherbergachtige trio uit
Havdn's symfonie. De aandacht voor het
detail was er bij hem niet omwille van
het detail zelf, maar werd voortdurend
bepaald door een behoefte aan muzikale
welsprekendheid, die aan Saevig's inter-
oretaties stuwing en glans verleende. Qua
klank was deze uitvoering bijzonder even
wichtig en ook op dit punt getuigend van
aandacht voor het terwille van de totaal
klank verantwoorde detail.
Dezelfde kwaliteiten kon men in de in
terpretatie van de Vijfde Symfonie (in
Bes) van Schubert opmerken. Naar mijn
smaak geniet dit stuk overigens op het
ogenblik bij de dirigenten een populariteit
die buiten verhouding tot zijn waarde is
- als ik tenminste mag afgaan op het feit
dat ik het voor verslaggeving in deze ko
lommen binnen één maand drie keer heb
gehoord.-
Sa.5 Bun ge
Tien jaar geleden werd de Haarlemse
federatie van sport- en ontspanningsver
enigingen van personeel der Nederlandse
Spoorwegen opgericht. Deze federatie, die
de naam „De Unie" ontving, heeft zaterdag
in de gemeentelijke Concertaal zijn tweede
lustrum gevierd met een feestavond, waar
op voor de pauze aandacht werd gevraagd
voor een stemmig concert en daarna voor
een omvangrijk cabaretprogramma. Een
woordvoerder van „De Unie" sprak een
welkomstwoord en mocht van de aange
sloten verenigingen eer. klok als collectief
jubileumgeschenk in ontvangst nemen. Het
mannenkoor „Elektrisch Materieel" begon
daarop het concert met de uitvoering van
motet „Tibi soli peccavi" van Orlando
di Lasso. Fraaie muziek, die onder leiding
van de dirigent Johan van 't Vlie met ver
zorgde klank en uitspraak ten gehore werd
gebracht. De dirigent hoedde zich voor
grote, zo spoedig tot klankontsiering lei
dende expansies. Dit beginsel werd ook van
gunstige betekenis voor de vertolking van
„Trösterin Musik" van Anton Bruckner,
waarbij de karakteristieke, akkoorden bij
zonder welluidend klonken. Goeddeels was
dit ook het geval met de uitvoering van
het „Veni Creator Spiritus" van Alphons
Diepenbrock, maar door de onrust in tem
po en dynamiek heeft dit werk mij toch
niet in alle opzichten voldoening gegeven.
Bij het tweede optreden van het man
nenkoor werd weer eens de geliefde „Bal
lade van de twaalf rovers" ten gehore ge
bracht, eigenlijk niet zulke bijzonder be
langrijke muziek, maar toch wel aantrek
kelijk, vooral als de baritonrolo gezongen
wordt door een zanger als Jan Voogt, die
deze keer zijn sonore stem kon laten klin
ken tegen de achtergrond van de koor
klank. Weinig moeite hadden de koorzan
gers met het bekende „Ons Hollands" van
Bernard Zweers en ook tegen „Lander-
kennung" van Edvard Grieg waren zij goed
opgewassen. Alleen had ik bezwaar tegen
de portamenti, waartoe enkele mannen
zich door hun enthousiasme wel eens lieten
verleiden. Jan Voogt was ook m dit werk
de prijzenswaardige solist. Bij een zelf
standige vertolking van twee Negro-spiri-
tuals kon men eveneens uitnemende in
drukken van deze zanger krijgen. De pia
niste Emmy van Eden, die het mannenkoor
met bekwaamheid begeleidde, was voor
Jan Voogt een betrouwbare, muzikale
steun.
Bij „De Unie" is ook een dameskoor aan
gesloten. Het heet „E.M.N.S." (Elektrisch
Materieel Nederlandse Spoorwegen) en het
staat onder leiding van de heer Paul Broer-
sen, die deze avond werkjes van Johann
Hermann Schein, Da Palestrina en van
Willem Hespe liet zingen. Het ensemble
voelde zich in de compositie „Zomerweel
de" van Hespe goed thuis en zong de on
gecompliceerde muziek met mooie klank.
In de andere uitvoeringen was eveneens
veel verdienstelijks. Het gehalte daar
van kan echter nog verbeterd worden door
een grotere ritmische souplesse in het di-
rectiegebaar. Als uiting van een goede
vrijetijdsbesteding was dit concert verheu
gend en bijzonder bemoedigend.
P. Zwaanswijk
De Haarlemse pianist Sas Bunge geeft
dinsdagavond in Wigmore Hall in Londen
een recital in de serie „Dutch Concerts"
onder auspiciën van de Nederlandse am
bassade. Op 25 april treedt hij op :n het
„Institut Néerlandais" in Parijs.
ELSE HEIMS OVERLEDEN
De eerste vrouw van wijlen de beroemde
Duitse toneelregisseur Max Reinhardt.
Else Heims. is donderdag op 79-jarige
leeftijd in Santa Monica overleden. Else
Heims, zoals haar meisjesnaam luidde, was
in haar jeugd een bekende Duitse toneel
speelster.
MAASTRICHTSE KUNSTSCHILDER
JAN BOKHOVEN OVERLEDEN
In het Maastrichtse ziekenhuis St.
Annadal is de in de Limburgse hoofdstad
zeer bekende kunstschilder Jan Bokhoven
overleden. Hij werd zeventig jaar. Zijn
meest karakteristieke werk had het ker
mis- en circusleven tot onderwerp. De
Maastrichtse straatmeisjes heeft hij met
honderden getekend. Hij was bij velen in
Maastricht zeer bekend doordat hij zijn
modellen achterna liep, het tekenpotlood
in de linker- en zijn tekenbloc in de rech
terhand.
Het Jeugdkoor „Inter Nos" van Jan Boo-
da zong dezer dagen in de Haarlemse Ge
meentelijke Concertzaal het bekende lied
.Kinderen van één Vader zijn wij alle
maal" en ging daarna in de zaal zitten om
naar zijn eigen zang te luisteren. Het werd
door een geluidsband gereproduceerd en
zal weldra vele malen vermenigvuldigd op
platen zijn weg naar duizenden vinden.
Het is merkwaardigerwijs geen bepaalde
maatschappij welke zich hiermee belast,
maar een particulier, de heer H. van den
Brink uit Bloemendaal. En hij levert ze
ook aan particulieren, op bestelling en met
als voornaamste oogmerk: evangelisatie.
De heer Van den Brink is namelijk ook re
dacteur van het blad „tot verdieping van
het geestelijk leven", dat de naam draagt
„Kracht van omhoog". Met dit blad tracht
men tal van mensen te bereiken en omdat
men ook aan het populaire geestelijke lied
voor de evangelisatie grote waarde toe
kent, meent de redactie er goed aan te
doen, ook op deze wijze „van zich te doen
horen". Nu hebben er op het gebied van
geestelijke liederen altijd twee grote cate
gorieën naast elkaar bestaan, zoals er
naast de kerken ook geestelijke bewegin
gen bestaan, die elkaar wederzijds beïn
vloeden: het kerklied, dat steeds een eigen
karakter heeft gedragen, ook al wisselen
de accenten in de loop der tijden, en de
meer populaire geestelijke liederen, waar
bij men alleen maar behoeft te denken aan
de zogenaamde Sankey-liederen, die bij
het Leger des Heils haar grote vertolkster
vonden en aan de liederen van de thans
reeds hoogbejaarde Johannes de Heer.
Deze laatste zijn van het begin af aan zeer
bewust op de massa afgestemd geweest en
nodigen deze door hun spontaniteit dade
lijk tot meezingen. De dikke bundel Johan
nes de Heer prijkte op vele huisorgeltjes
juist ook in allerlei kerkelijke kringen,
waar de psalmen, die per slot van rekening
oud-testamentiscl zijn, de behoefte aan
evangelische liederen, waarin primair
Christus wordt bezongen, onbevredigd lie
ten. Het zijn vooral deze liederen en San-
keyliederen geweest, die hun weg hebben
gevonden naar Youth for Christ en andere
geestelijke bewegingen.
Vooral in de Verenigde Staten, waar deze
bewegingen vaak ontstonden, bereikten
liederen van gelijke aard grote populari
teit, mede door de campagnes van Billy
Graham. Dienst prediking in Nederland
werd afgewisseld door groots opgezette
koorzang, waarvan ook voor het populaire
geestelijk lied een zeer verfrissende in
vloed is uitgegaan. De begeleiding werd
moderner en het ritme werd pittiger. Het
direct aanspreken van het publiek werd
hierdoor in ruime mate bevorderd.
Het zijn deze liederen, die de heer Van
den Brink onder de titel Glorieklanken in
de handel brengt. Niet via de muziekhandel
want de daartoe nodige toestemming heeft
hij nog niet. Maar de grote belangstelling,
welke er voor de platen bestaat er zijn
er negen gemaakt en er staan er zes „op
stapel" heeft grote maatschappijen al
geïnterreseerd naar mogelijkheden van
samenwerking doen informeren en in één
geval inmiddels geresulteerd in een con
creet aanbod. De verkoopcijfers lopen na
melijk in de duizenden.
Ten behoeve van de opnamen werden in
Velsen, IJmuiden en Beverwijk destijds
vijf evangelisatie- en kerkkoren samenge
voegd onder leiding van Ariaan Kouse
maker. Met orgelbegeleiding van Klaas
Bolt werd aan een reeds oud lied „Meester,
de stormwind giert loeiend" een geheel
nieuwe vorm gegeven, waarin een zeer
suggestieve climax werd bereikt. En bin
nenkort zal de massale zang van deze vijf
koren opnieuw op de gevoelige plaat wor
den vastgelegd.
99
99
Dat er ook in de engere zin van dat
woord verschil bestaat tussen volkstoneel
en volkstoneel heeft men zondagavond in
de Haarlemse Concertzaal kunnen ervaren,
aks met het al niet wist. 't Amsterdamse
volkstoneel vertoonde daar, met direc
trice Beppie Nooy in de titelrol, het dra
ma „Rooie Sien" van Marius Spree in
een goedkope montering, waarin enige
personen optraden, die men het best als
beroepsamateurs kan kenschetsen. Op al
le mogelijke (of liever: onmogelijke) ma
nieren heeft men ouderwetse planken van
grof hout gezaagd. Voeg daarbij de we
tenschap, dat de Concertzaal ook door de
noodzaak van mechanische geluidsver
sterking voor toneel totaal ongeschikt is,
dan begrijpt men misschien dat ik het pre
cies een uur heb uitgehouden. Vermelding
verdient nog, dat Jan Leenders zowel de
brigadier tijdens als piano tussen de be
drijven speelde.
D.K.
Radio-Moskou heeft meegedeeld, dat de
Bolsjoi-balletgroep in mei een Westeuro-
pese tournee begint. Deze wordt begon
nen in Parijs, waar het gezelschap onge
veer een maand zal blijven. Dan volgen
drie weken in Brussel, waarna een aan
tal andere steden in West-Europa worden
bezocht. Op 11, 12 en 13 augustus zullen
drie voorstellingen gegeven worden op de
Wereldtentoonstelling in Brussel.
MATHURIN MEHEUT OVERLEDEN
Zaterdag is in zijn woning in Parijs over
leden de Franse schilder Mathurin Meheut,
vooral bekend door zijn schilderijen van
zijn geboortstreek Bretagne. Hij werd zes
enzeventig jaar. Meheut was ook bekend
als illustrator en decoreerde onder andere
de Franse stoomschepen „Le Flandre", „Ile
de France" en „Ville d'Alger". Hij heeft in
de eerste wereldoorlog meegevochten en
was drager van het „Croix de Guerre".
De eerste officiële lading gietijzer is zaterdag in de oxystaalfabriek van
Hoogovens verdwenen, van welk moment deze foto een beeld geeft. Onder de
door rook en vuur aan het gezicht onttrokken converter, waarin zich het
procédé afspeelt, wacht reeds de gietpan.
Tegen een decor van stalen bouw. tei-
gers, die zich scherp aftekenden tegen een
loodgrijze" hemel waaruit gestadig natte
sneeuwvlokken neerdwarrelden heeft de
bisschop van Haarlem, mgr. J. P. Hui-
bei's, zondagmiddag de eerste steen gelegd
op het fundament van de nieuwe H. H.
Petrus en Pauluskex-k aan de Tesselscha-
destx-aat xn Haarlem-Noord.
Ondanks de slechte weersomstandighe
den was de belangstelling voor deze plech
tigheid zeer groot. Onder anderen bevon
den zich onder de aanwezigen: de vicaris-
generaal in het bisdom mgr. J. M. Groot;
de voorzitter van het bisschoppelijk bouw
fonds, mgr. H. van Hussen: deken W. Zijl
stra, plebaan H. W. Agterof en de burge
meester van Haarlem, mr. O. P. F. M.
Cremers. Mgr. Huibex-s werd bij de plech
tigheid geassisteerd door de bouwpastoor
A. S. van Rijn en pastoor K. Notenboom.
Alvorens tot de steenlegging over te
gaan wijdde de bisschop de plek in waar
te zijner tijd het altaar zal komen, op wel-
kel plaats daags tevoren een houten kruis
was opgex'icht. Onder het zeggen van de
gebruikelijke gebeden zegende hij vervol
gens de viei-kantige steen in en metselde
hij hem op het fundament der kerk.
In de noodkex'k hield mgr. Huibers een
toespraak, waarin hij de pax-ochianen van
de H. H. Petrus- en Paulus-parochie geluk
wenste met deze belangrijke gebeux-tenis
in de totstandkoming van hun nieuwe kerk.
1-Iij bracht onder de aandacht dat de toe
stand van de kerkbouw in het bisdom wei
nig x-eden tot optimisme geeft. Op 't ogen
blik zijn zeventien noodkex-ken in gebruik
en in de laatste toekomst zullen daar nog
achttien bijkomen.
Voorts zijn er vele kerken die dringend
verbouwd of hersteld moeten worden. De
bisschop spoorde de gelovigen aan de
bouw van katholieke kerken zoveel moge
lijk financieel te steunen en op deze wijze
bij te dragen tot de gx-oei van het rijk van
Christus op aarde. Na zijn predikatie
droeg mgr. Huibers een pontificaal lof op.
Werk van J. M. Luttge, die tot 6 maart
in Santee Landweers Tuinhuis te Amster
dam exposeert, werd vx-oeger ook al in
Haai'lem getoond. Dat was toen Leffelaar
nog aan de Grote Markt zijn kunstzaal
had. Sindsdien is er in Luttge's werk geen
grote verandering gekomen wat betreft
zijn aangenaam kleurige landschappen,
stillevens, interieurs en portx-etten in olie
verf en zijn knappe aquarellen en teke
ningen, waarin de dingen zo duidelijk ge
steld worden wat betreft hun uitex-lijk.
Nieuw zijn voor ons een groot aantal com-
poritieschetsen, grotendeels op dc „Gijs-
bi-eght" geïnspireerd en ook wel naar aan
leiding van andex-e onderwerpen gedacht.
Hoewel het me niet onbekend was, dat
Luttge zich met de problemen van wat
we dan plegen te noemen: monumentale
schilderkunst heeft beziggehouden, waren
deze composities mij een verrassing. In de
eerste plaats verdient Luttge lof voor de
wijze waarop hij de menselijke figuur weet
te betrekken en te verwerken in zijn com
posities. Bijna al deze composities hebben
een interessante beweging. Ten slotte zijn
deze schetsen alle mooi gedaan, evenals
twee in waterverf uitgevoerde studies
voor een tapisserie. Het creatief vermogen
van Luttge is eigenlijk tot nu toe nooit zo
zeer voor ons zichbaar geweest. De con
statering van de aanwezigheid daarvan is
te meer vex-heugend omdat het in het
andere werk maar weinig te zien was.
Luttge ziet de dingen om zich heen als
prettig, blond, kleurig. Hij weet te genie
ten. Maar daar hij toch eigenlijk maar wei
nig toevoegt van zichzelf, boeit dit werk
me niet lang. Men vex-langt naar een ster
ker reageren op de dingen, het doet er niet
toe welke kant op. Een terughoudendheid
in Luttge's natuur wat betreft zijn senti
menten kan hiertoe wel oorzaak zijn. Maar
deze verklaart zich dan overtuigender in
zijn thans niet geëxposeerde grafiek, die
iets van een klassieke stelligheid kan
hebben.
Bob Buys
(Van onze correspondent in Washington)
Henriëtte Roosenburg, wier boek „En
de muren vielen om" (The walls came
tumbling down) zowel in het Engels als in
het Nederlands veel succes heeft gehad,
heeft opnieuw van zich doen horen. Het
weekblad „The New Yorker", dat ook
in afleveringen 't grootste deel van haar
roman heeft gepubliceerd, heeft thans een
nieuwe „uitvoerige reportage van haar op
genomen", weer onder de titel „Annalen
van het vei-zet". De Nedei-landse schrijf
ster is er opnieuw, dank zij de vermelding
van levendige details, voortreffelijk in ge
slaagd de sfeer van het gevangenisleven
op te roepen. Maar zij heeft meer gedaan
dan dit zij heeft beschreven hoe, in de
ze mistroostige omstandigheden, sommige
mensen de moed en de vitaliteit bezaten
om de strijd tegen de vijand voort te zet
ten, hoe zij in zeer moeilijke omstandig
heden contact onderhielden met de me
degevangenen en met de buitenwereld.
Trouw en dapperheid konden in deze si
tuatie alleen maar tot uiting gebracht
worden met zeer subtiele, geslepen midde
len. Vandaar dat dit verhaal een reporta
ge geworden is van verfijnde, menselijke
geestkracht, van heldhaftigheid zonder
de minste bombast.
Te Maasbommel is zondagavond laat
brand uitgebroken in een pand waarin een
bakkerij en een café zijn gevestigd. De
brand werd pas ontdekt toen het pand al
in lichterlaaie stond. Met grote moeite kon
men de vrouw van de bakker en haar ze
ven kindex-en in veiligheid brengen.
Daar Maasbommel niet over een brand
spuit beschikt, wex-d de hulp ingeroepen
van de bx-andwex-en van Leeuwen en Dru-
ten. Tijdens het bluswerk ontstond er ver
schil van mening over de wijze waarop de
spuit uit Druten werd bediend. Het kwam
tot een vechtpartij met als gevolg, dat een
brandweerman uit Druten naar een zie
kenhuis te Nijmegen moest worden over
gebracht.
In Hengelo zijn vier gezinnen, totaal 19
personen, dakloos geworden doordat hun
gezamenlijke woning door bx'and werd
verwoest. De vier gezinnen bewoonden
samen één perceel ip de Athenestraat. De
bi-and werd 's avonds om elf uur ontdekt,
toen een der bewoonsters, die bij kennis
sen op bezoek was, even naar tiaar kin
deren wilde gaan kijken. Zij waarschuwde
de andere gezinnen, waarna de kindei*en,
die reeds sliepen, in veiligheid werden ge-
bi-acht. De brandweer bluste de brand in
korte tijd, maar toen was er van het huis
weinig meer over. De oorzaak is on
bekend.
Berkum
In Bex-kum bij Zwolle heeft een felle
brand het magazijn en de werkplaats van
een levensmiddelenbedrijf in de as gelegd.
De gehele inventaris van het gebouw, een
personenauto, een bestelauto en een grote
partij kruidenierswax-en, werden een px-ooi
der vlammen. De brandweren van Zwol
lerkerspel en Zwolle slaagden erin het op
één meter afstaande woon- en winkelhuis,
waarvan de goten reeds hadden vlam ge
vat, te behouden. De oorzaak van de brand
is onbekend.
Zaandam
Een felle brand, ontstaan door een ont
ploffing in de kolenhaard, heeft in de af
gelopen nacht de benedenverdieping ver
woest van een huis in de Emmastraat te
Zaandam, bewoond door het gezin. J. Vol
kers. Het echtpaar en drie zoons moesten
in nachtgewaad en op blote voeten door de
sneeuw de vlucht nemen. De brandweer
wist de schade te beperken tot de beneden
verdieping.
Zaterdag is Prinses Beatrix van Para
maribo naar Brokopondo vertrokken. Per
auto reed zij naar Zanderij, waar een ex
tra motox-trein reeds stond te wachten om
haar naar Kabel te brengen, een dorpje
aan de Surinamerivier. Daar werd het Ju-
liana-hospitaal. dat in 1947 werd geopend,
bezichtigd, 's Middags stapte de Prinses en
de leden van het gevolg in corjalen en via
de stroomversnellingen en de grote meren,
die de rivier hier in het oerwoud vormt,
ging het naar het dorpje Kadjoe, waar de
Prinses het houten kerkje en het schooltje
bezocht, waarna de tocht naar Brokopondo
werd voortgezet. Inwoners van verschei
dene dorpen uit de omgeving hadden zich
hier verzameld. Na een maaltijd voerden
zij voor de Prinses dansen op rond vlam
mende vuren. Zondag heeft Prinses Bea
trix zich uitvoerig over. het Brokopondo-
plan laten vooi-lichten. Het plan is nabij
Brokopondo een grote stuwdam in de Su
rinamerivier te bouwen en een water-
kx-achtcentrale. De vei'werkelijking van dit
plan is mogelijk geworden door het slui
ten van een overeenkomst met de Ameri
kaanse Alcoa-maatschappij, die besloot tot
de oprichting van een dochteronderne
ming, de Suralco. waarin de Surinaamse
bauxietmaatschappij werd opgenomen.
Het meer achter de stuwdam wordt zo
gi'oot als de provincie Utrecht. De centrale
zal jaarlijks 1 miljard kwh produceren.
Deze stroom wordt voor een gering ge
deelte afgenomen door Pax-amaribo en zal
hoofdzakelijk de energiebron zijn voor een
aluminium reductiebedrijf dat te Paranam
door de Sux-alco zal worden gebouwd. Men
verwacht dat deze plaats, met thans
slechts een paar duizend inwoners, zal
uitgroeien tot de belangrijkste industrie
plaats van Sui-iname.
Dorpshoofd onderscheiden. De waar
nemend x-esident van Zuid-Nieuw-Guinea
heeft de zilveren ster voor trouw en ver
dienste uitgereikt aan het kamponghoofd
van Koembe, Paulus Sopir Mahoeze, voor
zijn beleidvol optreden na de vliegtuig
ramp met een „Beaver" op 16 november.
Hij had op doortastende wijze de reddings
werkzaamheden georganiseerd, waardoor
het mogelijk was de zwaargewonde passa
gier Mould in betrekkelijk korte tijd naar
het ziekenhuis te Merauke te transpor
teren.
Aanbesteding. De directie Noordhol
land van de Rijkswaterstaat heeft aan
besteed het aanbrengen van een keileem-
bestorting, af te dekken met zinkstukken
en steenbestorting, op een deel van de
onderzeese zeewering bij Den Helder. De
laagste inschrijving was van de aan
nemingsmaatschappij Jac. G. van Oord te
Utx-echt en het aannemers- en handels
bedrijf Van Oord te Werkendam voor
1.663.000.