Portret van Prins Philip
DE HERTOG VAN EDINBURGH HEEFT GEEN
SD.e keiyeA gondel (cteMn
OFFICIEEL OMSCHREVEN FUNCTIE. MAAR
WIL DOEN WAT NIEUW EN WAT NODIG IS
I Wekelijks toegevoegd aan alle edities van
Haarlems Dagblad/Oprechte Haarlemsche Courant
en IJ muider Courant
#- 1|| lij I
Intelligent, praktisch
en sportief niet veel
belangstelling voor
moderne wetenschap
ELIZABETH II
Hoofd van het Gemenebest
i Koningin van Gr. Britannië
Verdediger van het geloof
DE ECHTGENOOT van de Britse vor
stin heeft geen officieel vastgelegde en
beschreven functie. De taak van de Hertog
van Edinburgh is alleen wat hij er zelf
J'an maakt. Daaraan wordt hij gewogen en
beoordeeld. Vóór zijn huwelijk met de
toenmalige Prinses Elizabeth, de troonop
volgster, was hij een carrière bij de ma
rine aan het opbouwen. Hij kon zich daar
bij spiegelen aan Lord Mountbatten en zijn
Kundigheden bleken zodanig te zijn, dat
bij het ver zou brengen. Deze carrière
diende hij echter op te geven en toen zijn
vrouw haar vader, Koning George VI, op
volgde, waardoor zij plotseling een offici
al, druk bezet leven kreeg, had hij niets
handen. Hij paste zich echter goed aan
on creëerde voor zichzelf een taak: De ko
ningin bijstaan, steunen, helpen en bovenal
ook completeren. Hij bereisde de wereld:
net verre noorden van Canada en het Zuid-
Poolgebied, de binnenlanden van Australië
on talloze geïsoleerd gelegen, kleine eilan
den, deel uitmakende van hel Gemenebesr,
0rn met eigen ogen te zien hoe de onder
danen van de vorstin leven en werken. Hij
'voedt echter niet alleen op als „oog en oor"
van zijn vrouw, maar ook wel degelijk als
oen man, die zich een eigen doel heeft ge
steld.
Voor wetenschappelijke zaken heeft de
Hertog van Edinburgh de grootste belang
stelling. Geschiedenis interesseert hem maar
De Nederlandse Televisiestichting zal
een belangrijk aantal uitzendingen wijden
aan het bezoek van het Brits Koninklijk
paar aan ons land. Vele hoogtepunten van
het bezoek zullen als directe reportages
worden uitgezonden en via het Eurovisie-
net ook in andere lanclen te zien zijn.
Op vrijdag 21 maart is ter inleiding van
dit bezoek door de N.T.S. een film uitge
zonden over Engeland, die men „Sympha-
tie en Thee" noemde. Deze film van een
uur werd door Dick van Bommel samen
gesteld uit filmmateriaal, dat de B.B.C.
ter beschikking stelde. Op de dag van aan
komst der hoge gasten, dinsdag 25 maart,
zullen twee reportagewagens in Amster
dam zijn om de gebeurtenissen te registre
ren. Een reportageploeg. met onder an
dere een camera op een schip, zal zich in
de omgeving van de Prins Hendrikkade
bevinden. De „drijvende camera" is extra
ingelast om de Britannia en de begroeting
door Prinses Beatrix goed te kunnen zien.
De tweede reportagewagen bevindt zich op
de Dam, vanwaar de tocht langs het Dam
rak, de gebeurtenissen bij het paleis en de
kranslegging kunnen worden geregi
streerd. Deze reportage, die van half elf
tot kwart over twaalf zal duren, wordt on
der andere door Engeland, België, Duits
land en Italië uitgezonden. Des avonds van
kwart over acht tot tien uuur zal de
N.T.S. via telerecording de reportages
van de morgenuren volledig herhalen.
Daarna volgt een filmoverzicht van de eer
ste dag van het bezoek, om tien over tien
gevolgd door een directe uitzending uit het
Concertgebouw, waar het Concertgebouw-
Orkest de volksliederen zal spelen, ge
volgd door de ouverture „Cyrano De Ber
gerac" van Johan Wagenaar en de Enig-
ma-variaties van Edward Elgar.
Op woensdag 26 maart zal om half acht
een filmoverzicht worden uitgezonden van
de tweede dag van het bezoek. Na het ge
wone t.v.-programma zal om tien uur
een directe reportage volgen uit de Ridder
zaal in Den Haag, waar door de Neder
landse regering een receptie wordt aange
boden. Tussen half elf en één uur 's nachts
zullen verkiezings-uitslagen worden uitge
zonden. Deze uitzending wordt om elf uur
onderbroken voor een extra filmoverzicht
van de tweede dag. Tussen vijf uur en zal
op donderdag 27 maart een directe repor
tage worden gegeven van de Parkkade te
Rotterdam en de inspectie van de ere
wacht. Na het gewone studioprogramma
volgt om tien uur een film-overzicht van
de derde dag, direct gevolgd door een di
recte reportage uit Rotterdam van het ver
trek van de Koninklijke gasten.
Vrijdagavond 28 maart tenslotte zal van
half tien tot tien uur een filmoverzicht
worden uitgezonden van het gehele be
zoek. Op woensdag 26 maart zal de repor
tageploeg van de N.T.S. ten behoeve van
de schooltelevisie der B.B.C. een directe
reportage verzorgen van de Rotterdamse
haven. Het zal de eerste keer zijn, dat de
Engelse schooljeugd via het Eurovisienet
een direct programma ziet.
Ten behoeve van een vlot functioneren
van de uitzendingen der B.B.C. is door de
N.T.S. voor de gehele week van 24 tot 31
maart aan de Engelse t.v.-medewerkers
de studio Irene te Bussum ter beschikking
gesteld. Verscheidene medewerkers van
de B.B.C. werken namelijk pok mee aan
andere programma's.
DE HERTOG V^N EDINBURGH, de ge
maal van Koningin Elizabeth II van Groot-
Brittannië, is er de man niet naar om zich
tevreden te stellen met een zuiver decora
tieve functie. Hij zit niet met de handen
over elkaar en geeft niet slechts op ge
zette tijden minzame knikjes naar links en
rechts. Integendeel. Prins Philip, die in
zovele opzichten sterke overeenkomsten
toont met Prins Bernhard, leidt een leven
vol activiteit op velerlei gebied. En dan
geen holle en lege activiteit. Hij dóet waar
lijk iets. Zijn optreden voor de Britse tele
visie, toen hij een programma over het In
ternationaal Geofysisch Jaar inleidde en
commentarieerde, was zelfs een open
baring. Was hij niet de man van Koningin
Elizabeth geweest en had hij zijn carrière
bij de marine niet kunnen voltooien, dan
zou hij ongetwijfeld één van de meest ge
vierde televisie-commentators geworden
kunnen zijn. Een commentator met een
prettig gezicht en gelijk ook zijn oom
Lord Louis Mountbatten in hoge mate
fotogeniek. Bovendien kent hij het geheim
om ingewikkelde zaken, die slechts moei
lijk uit te leggen zijn, voor iedereen op be
vattelijke wijze toe te lichten en te ver
klaren. Maar wie weet, misschien komt er
nog wel eens een herhaling van zijn tv-
optreden. Hij kan er de Britse kijkers
slechts mee plezieren en bovendien zijn
populariteit er nog eens extra mee verho
gen. Want al is men de gemaal van de
vorstin, populariteit waait niemand vanzelf
aan. Deze moet gestadig „gevoed" worden.
De democratie, in de verschijningsvorm
van de constitutionele monarchie, heeft
wel degelijk de troon nader tot het volk
gebracht en hierdoor tevens degene, die
louter door zijn of haar geboorte geroepen
is die troon te bestijgen. Vorst of vorstin
moeten tegenwoordig populariteit in de
waardige zin van het woord dan wel te
verstaan, „verdienen". Koningin Victoria
ieefde nog in een tijdsbestek, waarin ieder
woord van critiek rondweg ongepast en
ongehoord was. Victoria was de almachtige
vorstin, die zich bovendien na de dood van
de zo zeer door haar beminde Prins Albert
voor steeds langere perioden op het eiland
Wight of in Schotland terugtrok, zonder
echter ook maar in het minste haar vèr-
reikende invloed op haar ministers te doen
verslappen. Koningin Victoria was onaan
tastbaar. Niet echter haar achterachter
kleinkind Elizabeth II, noch ook de Hertog
van Edinburgh. Dagelijks wordt hun han
del en wandel in het schijnsel van het
zoeklicht der publieke belangstelling ge
zet. Vandaar dan ook de door het vorste
lijk paar geaccepteerde en in de praktijk
gebrachte „nieuwe verhoudingen". Een
voorbeeld? Men zal het zich nog herinne
ren, dat de oud-hoofdredacteur van
Punch" onlangs een niet zo'n milde cri
tiek op de Britse vorstin lanceerde. Het
gevolg was een wild en vooral ook verward
koor van instemmende en verontwaardigde
kreten. De vorstin moet echter wel degelijk
begrepen hebben wat Muggeridge wilde
zeggen. Haar na deze door eerlijkheid ver
oorzaakte eruptie gehouden redevoeringen
ademden toch een geest en instelling, die
„directer" was, „eenvoudiger". Men mag er
overigens»wel staat op maken, dat de Her
tog van Edinburgh zijn vrouw in dit stre
ven om minder Victoriaans op te treden,
minder ongenaakbaar, terdege heeft ge
steund. In hem immers heeft het Britse
volk een Prins-gemaal, die hoewel soms
wat verlegen, want hoe kan hij anders
onlangs tegen de filmster Jane Mansfield
slechts „Wat jammer, dat het nu vandaag
juist regent" gezegd hebben terdege be
grijpt wat een koningschap in onze tijden
dient te zijn. Neen, niet een koningschap
dat Edward VIII voor ogen stond, de te
genwoordige Hertog van Windsor, noch een
koningschap, gekenmerkt door een een-
voud-tot-het-uiterste, maar wèl een instel
ling, welke tot de fantasie blijft spi-eken,
zonder in exclusieve excessen toevlucht te
zoeken. Kortom: menselijk en oprecht.
matig, historische verhandelingen zeggen
hem maar weinig. Het heden en de toe
komst fascineren hem des te meer. Van
daar dat hij met enthousiasme en intelli
gente kundigheid zoals reeds aange
stipt een televisie-uitzending inleidde.
Deed hij 'dit als „fellow" (lid) van de eer
biedwaardige, uit 1660 stammende „Royal
Society", daarnevens trad hij in 1951 op
als president van de „British Association
for the Advancement of Science" (de Britse
vereniging voor de bevordering der weten
schap) en aanvaardde zijn functie met een
rede, welke aantoonde, dat hij dit president"
schap als het tegendeel van een erebaantje
beschouwde. Zoals prins Bernhard zijn pe
riodieke Bilderberg-conferenties heeft,
zo organiseerde Prins Philip in 1956 een
studie-conferentie over de menselijke pro
blemen in de industriële gemeenschappen,
waaraan een kleine driehonderd topfiguren
uit het hele gemenebest deelnamen. Het
succes was niet gering en het was be
paald geen vlagvertoon-zonder-meer voor
hem. De Hertog van Edinburgh is vóór
alles een praktisch man. Niet alleen bleek
dat bij bepaalde interne restauraties
en verbeteringen op Buckingham Palace
waar onder meer een soort „cen
trale commandopost" werd ingericht
maar het blijkt keer op keer ook bij
,,Oog en oor" van de vorstin
1
zijn bezoeken aan kolenmijnen, fabrie
ken en constructiewerkplaatsen. Hij trekt
er graag op uit om zelf rond te kijken en
hij apprecieert het niet als zulke bezoeken
met een officieel tintje omgeven worden.
Alles moet zijn gewone gang gaan. Zo wil
de prins-gemaal het omdat hij alleen zo
doende een goed beeld kan krijgen van in
dustrie, handel en verkeer.
ER IS VEEL, waar de Britse vorstin
zich in moet beperken. Haar vorstelijke
functie brengt dit met zich mee. Het is het
constitutionele odium, dat op de draagster
van de kroon rust. De Hertog van Edin
burgh wordt echter niet door strenge gren
zen ingeperkt in zijn daden en woorden.
Hij kan vrij-uit spreken, iets, wat nu juist
de vorstin niet mogelijk is. Zeker, zij kan
een sterk persoonlijk accent in haar woor
den leggen, maar bij dit alles moet zij
toch bepaalde constitutionele gebruiken,
vormen en voorschriften in acht nemen.
Volkomen ongeremd spreken is niet voor
Koningin Elizabeth weggelegd. De Hertog
van Edinburgh mag daarentegen wèl spre
ken zoals hij dat wenst, zelfs indien hij
daarbij mensen tegen zich inneemt of een
minderheid bij wijze van spreken krenkt.
Hij kan bovendien gaan en komen waar en
en wanneer hij dat wenst. De Koningin ge
niet zulk een vrijheid niet.
De Hertog wordt beschouwd als ener
giek, intelligent en bijzonder nieuwsgierig
naar het hoe en waarom. Onbevooroordeeld
beschouwt hij vele problemen en wanneer
de gelegenheid zich voordoet, wanneer dan
ook en in welke vorm ook, is hij er steeds
op uit zijn kennis te vergroten en een die
per inzicht te krijgen in hetgeen hem inte
resseert. Zo maakte hij tijdens het staats
bezoek aan Zweden van het halve uur, dat
uitgetrokken was voor het voorstellen van
Britse onderdanen, wonende en werkende
in Zweden, niet een dertig minuten van
conventionele gesprekjes zonder enige in
Naar aanleiding van „This side of the Truth"
door Elizabeth Montagu en „A Bitt off the Map"
door Angus Wilson, respectievelijk bij Heinemann
en Seeker Warburg te Londen verschenen.
mm
houd, maar stelde aan een ieder scherp
geformuleerde vragen, zodat hij antwoor
den kreeg, die hem een zo duidelijk moge
lijk beeld gaven al was het dan ook vrij
vrij globaal van hun leven buiten En-
gelands grenzen.
Men kan dan ook aannemen, dat het be
zoek, dat hij met Prins Bernhard aan de
Utrechtse Jaarbeurs zal brengen, meer zal
zijn dan een snel langs de stands lopen en
het wisselen van enkele beleefdheden. Een
groot gedeelte van de woensdagochtend
van de zesentwintigste maart is voor dit
bezoek trouwens gereserveerd. Decorum,
goed, ook Prins Philip beseft dat dit af en
toe noodzakelijk is, maar als het enigszins
kan, vergeet hij het. Op de jaarbeurs zal
men geconfronteerd worden met twee man
nen, die wérkelijke belangstelling voor het
geëxposeerde zullen hebben en niet louter
beleefde interesse zullen tonen. Het zal dan
ook voor de standhouders, die benaderd
worden door de twee prinsen, zaak zijn hen
niet met een soort „kluitje in het riet"
weer te laten gaan. Geen van beiden zou
dat op prijs stellen.
DE HERTOG is begiftigd met een ge
zond en scherp gevoel voor humor, die
zich vermomd of direct manifesteert. Zo
was er eens critiek op hem utgeoefend, een
critiek overigens, weike niet helemaal op
recht was, omdat zij bezijden de waarheid
genoemd moest worden. Tijdens een werk
bezoek aan een midden-Engelse industrie,
pareerde hij toen die critiek op bedekte
wijze, deels met een kwinkslag, deels ech
ter ook met een voor de goede verstaander
vrij scherp woord. Dit nu is voor Koningin
Elizabeth niet weggelegd. De prins is in
zijn bewegingen veel vrijer en zijn woor
den worden niet eerst op een goudschaal
tje afgewogen. Deze hem gelaten vrijheid
weet hij dan ook uitstekend te gebruiken.
Wpvdt. hjj ergens meer of minder officieel
ontvangen, dan interesseert hem de for
mele welkomstspeech van de burgemeester
maar matig, maar men kan er van verze
kerd zijn, dat de hertog in het hierna vol
gende gesprek met diezelfde burgemeester
er op uit is zo veel mogelijk op feiten ge
baseerde bijzonderheden te weten te ko
men. Van een beleefd luisteraar, die zijn
blikken wel eens laat afdwalen en bepaal
de passages het ene oor in en het andere
oor uit laat gaan, is de prins dan veranderd
in een scherpzinnig ondervrager, die pre
cies weet waar hij het over heeft.
Hij voelt er dan ook weinig voor om
slechts op te treden als een soort vlagver
toon. Graag geeft hij leiding, maar alleen
indien hem daarbij een reële taak toevalt.
Toen iemand hem eens vroeg of hij een be
paalde functie op zich wilde nemen, ant
woordde hij: „Ik wil wel iets doen, maar
alleen als het nieuw en noodzakelijk is'.
Aan verzoeken om louter een show-functie
te vervullen, geeft hij dan ook geen ge
hoor. Heeft hij eenmaal een taak op zich
genomen, dan maakt hij er zich niet met
een jant.ie-van-leiden af. Hij verdiept zich
zo veel mogelijk in de achtergronden van
de kwestie en tracht de ontwikkelingen
vooruit te zijn hetgeen hij overigens
ook van zijn medewerkers verwacht. Zo
is hij bijvoorbeeld één van de meest ac
tieve voorzitters, die de „National Playing
Fields Association'" (de nationale sport
veldenvereniging) ooit heeft gehad. Om
zich helemaal vertrouwd te maken met
doelstellingen en werkwijze van dit insti
tuut, dat zorgt voor aanleg en onderhoud
van sportvelden voor de jeugd, ging hij
kort na zijn benoeming tot voorzitter ge
ruime tijd op het hoofdkantoor werken
om zich de problemen, waarmee hij gecon
fronteerd zou worden, eigen te maken.
DE ECHTE JONGEN, verzot op avon
tuur, is nooit in hem verloren gegaan, ter
wijl sport in hem geen toeschouwer heeft
maar een daadwerkelijk beoefenaar.
Cricket, polo en zeilen zijn zijn favoriete
sporten. En niet te vergeten vliegen, hoe-
DE ENGELSE SCHRIJFSTER Elizabeth
Montagu is bezig zich een naam te maken
met romans, waarin de wereld gezien
wordt door abnormale waarnemers. In
haar vorige boek „The Small Corner" was
het een vrouw, wier karakter door egocen
triciteit verwrongen was. In „This Side of
the Truth" is het een meisje van dertien
jaar. Niet dat dat meisje in de beklagens-
waardige zin abornormaal is, zij is het al
leen krachtens haar leeftijd, als waar
neemster van het leven der volwassenen.
De uitgever herinnert op het omslag aan
het grote voorbeeld van een roman over
zo'n meisje: „The Member of the Wed
ding" van Carson McCullers en inderdaad
is het boek van Elizabeth Montagu daar
mee te vergelijken, al is het niet zo goed.
De Frankie van Carson McCullers nam
deel aan het leven der vowassenon, of ten
minste probeerde dat te doen. Deze werd
diep teleurgesteld. Maar de Sarah van Eli
zabeth Montagu is niet met haar eigen be
lang betrokken bij de gebeurtenissen, die
zij beschrijft. De lezer gaat zich afvra
gen waar het eigen leven van dat meisje
is, afgezien van haar nieuwsgierigheid
naar wat haar ouders en hun vrienden
doen. Hij neigt tot de conclusie dat het
boek beter als een kunststuk kan worden
opgevat, als een gewoon verhaal verteld
van een ongewoon gezichtspunt, dan als
een onderzoek in het jonge meisjeshart.
DAT IS OOK NIET de hele waarheid.
Het verhaal over de volwassenen zou inte
ressanter zijn als het gedaan was door een
personage van grotere ervaring en het is
Elizabeth Montagu wel degelijk om het
meisje te doen. Sarah mag met haar moe
der en pleegvader mee bij een schrijver
aan de Cóte d'Azur logeren. Zij bespeurt
daar iets van de liefde van haar pleegva
der voor een van de andere gasten, de
schone Catherine, zij merkt tevens dat
haar moeder, toch altijd al een onmogelijk
mens, steeds moeilijker wordt. Zij ver
haast dan een ontknoping door een paar
onhandige dingen te doen, hopende dat zij
de volwassenen, die allen zoveel narig
heid hebben, helpen kan, welke pogingen
uitlopen in een uitbarsting van woede te
gen haar moeder, waarin zij de kern van
haar talrijke grieven onder woorden
brengt. De ontknoping evenwel is alleen
maar dat zij afreist met haar moeder en
pleegvader en dat Catherine een auto-on
geluk heeft in het gezelschap van een be
jaarde rijkaard die voornemens was haar
te trouwen, een détail dat helaas alleen
aan het werk van Frangoise Sagan doet
denken (wat niet anders zeggen wil dan
dat het hier geen eigen betekenis heeft).
Wij worden van deze dingen tenslotte
niet veel wijzer. Frankie, die dacht dat zij
bij het huwelijk hoorde, herinneren wij ons
na jaren nog. Sarah zal spoedig verge
ten zijn. Wat er aan het verhaal van de ro
man verandert doordat een dertienjari
ge vertelt, is voornamelijk, dat veel be
langwekkende dingen verzwegen blijven.
Het is jammer, want Elizabeth Montagu
schrijft heel goed. De charme van een
kind dat geacht wordt een roman te ver
vliegtuigen „verboden" voor hem ver
klaard. Anders dan bij Prins Bernhard
dus, die reeds met vele prototypen en serie-
toestellen gevlogen heeft. Prins Bernhard
is dan echter ook inspecteur-generaal van
onder meer de Koninklijke Luchtmacht,
een functie, die voor Prins Philip niet is
weggelegd. Prins Philip, een dynamisch
man, die zowel graag bergen beklimt als
in kolenmijnen afdaalt, zaken zelf in han
den neemt en tegen ongerieflijkheid geen
enkel bezwaar heeft, een intelligent man
ook, waarmee het Britse volk zich geluk
kig mag prijzen.
tellen is altijd en dus ook hier dat het
niet voorwendt dat het de kleren van de
keizer ziet. Het vertelt zonder omwegen
wat er aan de hand is, voorzover het dat
weet, nooit afgeleid door de vooroordelen
der ouderen. Er is al gauw een beetje pose
in die soort kinderlijke natuurlijkheid.
Zelfs bij Elizabeth Montagu ontbreekt die
niet. Maar het is een aardige en intelligen
te pose, zonder overtollige woorden en
bijna zonder overtollige grappen. Men
denkt lange tijd onder het lezen dat
het haar zal lukken met deze roman. En
als men gemerkt heeft dat dat toch niet zo
is, bewondert men nog haar beheersing
van iedere situatie op zichzelf en haar ele
gante vertolking van een kinderlijke ma
nier van schrijven. Als zij nog iets beter
wordt zal zij misschien bijzonder goede ro
mans maken.
ANGUS WILSONS derde bundel korte
verhalen sluit in zoverre bij het boek van
Elizabeth Montagu aan, dat in het beste
verhaal daarvan de auteur de manier van
schrijven van een getrouwde jonge vrouw
aanneemt. De veelbelovende en beeld
schone schrijver Rodney Galt wordt ka
merbewoner bij die getrouwde jonge
vrouw wier echtgenoot de uitgever zal zijn
van het boek, dat nu in ideale omstandig
heden geschreven kan worden. De echtge
noot moet op reisl de auteur gaat met zijn
„hospita" op reis naar Frankrijk en
het komt zelfs zover dat hij haar tot een
huwelijk uitnodigt, maar dat wil zij toch
niet. Korte tijd later hoort zij dat de veel
belovende auteur in Rome in de gevange
nis is gezet voor diefstal, niet zo'n won
der, want hij stond altijd al zichtbaar te
wankelen op de grens tussen briljant en
verlopen.
Dat verhaal „More Friend than Lod
ger"is een onverbeterlijk voorbeeld van
Wilsons manier om critiek te leveren tege
lijkertijd op de conventionele Engelse
mentaliteit en op degenen die er iets be
ters voor in de plaats menen te kunnen
stellen. De uitgever is hier het conventione
le personage, zijn vrouw is gehecht aan de
gemakken van het gewone leven maar
kwetsbaar door iets meer zelfcritiek („ik
ben altijd het best op mijn gemak als de
dingen die ik doe mij een beetje absurd lij
ken") en de veelbelovende auteur verte
genwoordigt met de titel van zijn onge
schreven boek „Honour and Civility" de
rebellie, uit naam van een paar half begre
pen deugden van vroeger tijden. Meestal
zijn de verhalen van Wilson nogal triest,
met hun personen die hetzij in opstand ko
men tegen de verkeerde levens die zij
zelf leiden, hetzij om de verkeerde rede
nen met zichzelf tevreden zijn, maar wan
neer het uitgangspunt al is dat de hele ver
toning „faintly absurd" moet zijn, is het
eerder opwekkend om daar vele overtui
gende bevestigingen van te zien en worden
de personen komplete mensen, van een
flauwtjes absurde normaalheid.
ANGUS WILSON is nergens grappiger
dan in zijn verhaal van de kamerbewo
ner, maar overigens schiet hij in dat op
zicht nooit tekort wanneer hij het wil. Wel
is zijn ernst soms ontoereikend in deze
verhalen, wanneer bepaalde personages
tegen zichzelf in opstand komen: men is
dan niet gauw overtuigd dat het nog iets
meer betekent dan een middel om het ver
haal te intensiveren tegen het slot. Wat
aan het slot voorafgaat is bijna altijd heel
goed: de jongeman die geboeid wordt door
een verlopen meisje, de „nozem" die zijn
karakter probeert op te helderen, de oude
fabrieksdirecteur die zich in een seniele
verbeelding heeft teruggetrokken. Al de
personen en situaties zijn echt, dat wil
zeggen: zij zien er nooit uit of zij bedacht
zijn om een verhaal op te leveren. Daar
door zijn zelfs de minst geslaagde van de
verhalen nog uitstekend leesbaar.
S. Af.
fc -tó-, „u
wel hij dit laatste niet zo intensief be
oefent als Prins Bernhard. In Londen in
troduceerde hij zo bijvoorbeeld de heli
kopter. Van de tuinen achter Buckingham
Palace stijgt hij vaak met een hefschroef-
vliegtuig op als hij ergens een officieel
of officieus bezoek moet gaan brengen.
Tot zijn ergernis werden overigens straal-
Cu
r
Engeland, het domein
bij uitstek van traditionele
sprookjes in werkelijkheid:
aristocratisch vertoon bij een
democratische plicht, te weten de
koninklijke opening van het parlement.