Portret van Prins Philip DE HERTOG VAN EDINBURGH HEEFT GEEN SD.e keiyeA gondel (cteMn OFFICIEEL OMSCHREVEN FUNCTIE. MAAR WIL DOEN WAT NIEUW EN WAT NODIG IS I Wekelijks toegevoegd aan alle edities van Haarlems Dagblad/Oprechte Haarlemsche Courant en IJ muider Courant #- 1|| lij I Intelligent, praktisch en sportief niet veel belangstelling voor moderne wetenschap ELIZABETH II Hoofd van het Gemenebest i Koningin van Gr. Britannië Verdediger van het geloof DE ECHTGENOOT van de Britse vor stin heeft geen officieel vastgelegde en beschreven functie. De taak van de Hertog van Edinburgh is alleen wat hij er zelf J'an maakt. Daaraan wordt hij gewogen en beoordeeld. Vóór zijn huwelijk met de toenmalige Prinses Elizabeth, de troonop volgster, was hij een carrière bij de ma rine aan het opbouwen. Hij kon zich daar bij spiegelen aan Lord Mountbatten en zijn Kundigheden bleken zodanig te zijn, dat bij het ver zou brengen. Deze carrière diende hij echter op te geven en toen zijn vrouw haar vader, Koning George VI, op volgde, waardoor zij plotseling een offici al, druk bezet leven kreeg, had hij niets handen. Hij paste zich echter goed aan on creëerde voor zichzelf een taak: De ko ningin bijstaan, steunen, helpen en bovenal ook completeren. Hij bereisde de wereld: net verre noorden van Canada en het Zuid- Poolgebied, de binnenlanden van Australië on talloze geïsoleerd gelegen, kleine eilan den, deel uitmakende van hel Gemenebesr, 0rn met eigen ogen te zien hoe de onder danen van de vorstin leven en werken. Hij 'voedt echter niet alleen op als „oog en oor" van zijn vrouw, maar ook wel degelijk als oen man, die zich een eigen doel heeft ge steld. Voor wetenschappelijke zaken heeft de Hertog van Edinburgh de grootste belang stelling. Geschiedenis interesseert hem maar De Nederlandse Televisiestichting zal een belangrijk aantal uitzendingen wijden aan het bezoek van het Brits Koninklijk paar aan ons land. Vele hoogtepunten van het bezoek zullen als directe reportages worden uitgezonden en via het Eurovisie- net ook in andere lanclen te zien zijn. Op vrijdag 21 maart is ter inleiding van dit bezoek door de N.T.S. een film uitge zonden over Engeland, die men „Sympha- tie en Thee" noemde. Deze film van een uur werd door Dick van Bommel samen gesteld uit filmmateriaal, dat de B.B.C. ter beschikking stelde. Op de dag van aan komst der hoge gasten, dinsdag 25 maart, zullen twee reportagewagens in Amster dam zijn om de gebeurtenissen te registre ren. Een reportageploeg. met onder an dere een camera op een schip, zal zich in de omgeving van de Prins Hendrikkade bevinden. De „drijvende camera" is extra ingelast om de Britannia en de begroeting door Prinses Beatrix goed te kunnen zien. De tweede reportagewagen bevindt zich op de Dam, vanwaar de tocht langs het Dam rak, de gebeurtenissen bij het paleis en de kranslegging kunnen worden geregi streerd. Deze reportage, die van half elf tot kwart over twaalf zal duren, wordt on der andere door Engeland, België, Duits land en Italië uitgezonden. Des avonds van kwart over acht tot tien uuur zal de N.T.S. via telerecording de reportages van de morgenuren volledig herhalen. Daarna volgt een filmoverzicht van de eer ste dag van het bezoek, om tien over tien gevolgd door een directe uitzending uit het Concertgebouw, waar het Concertgebouw- Orkest de volksliederen zal spelen, ge volgd door de ouverture „Cyrano De Ber gerac" van Johan Wagenaar en de Enig- ma-variaties van Edward Elgar. Op woensdag 26 maart zal om half acht een filmoverzicht worden uitgezonden van de tweede dag van het bezoek. Na het ge wone t.v.-programma zal om tien uur een directe reportage volgen uit de Ridder zaal in Den Haag, waar door de Neder landse regering een receptie wordt aange boden. Tussen half elf en één uur 's nachts zullen verkiezings-uitslagen worden uitge zonden. Deze uitzending wordt om elf uur onderbroken voor een extra filmoverzicht van de tweede dag. Tussen vijf uur en zal op donderdag 27 maart een directe repor tage worden gegeven van de Parkkade te Rotterdam en de inspectie van de ere wacht. Na het gewone studioprogramma volgt om tien uur een film-overzicht van de derde dag, direct gevolgd door een di recte reportage uit Rotterdam van het ver trek van de Koninklijke gasten. Vrijdagavond 28 maart tenslotte zal van half tien tot tien uur een filmoverzicht worden uitgezonden van het gehele be zoek. Op woensdag 26 maart zal de repor tageploeg van de N.T.S. ten behoeve van de schooltelevisie der B.B.C. een directe reportage verzorgen van de Rotterdamse haven. Het zal de eerste keer zijn, dat de Engelse schooljeugd via het Eurovisienet een direct programma ziet. Ten behoeve van een vlot functioneren van de uitzendingen der B.B.C. is door de N.T.S. voor de gehele week van 24 tot 31 maart aan de Engelse t.v.-medewerkers de studio Irene te Bussum ter beschikking gesteld. Verscheidene medewerkers van de B.B.C. werken namelijk pok mee aan andere programma's. DE HERTOG V^N EDINBURGH, de ge maal van Koningin Elizabeth II van Groot- Brittannië, is er de man niet naar om zich tevreden te stellen met een zuiver decora tieve functie. Hij zit niet met de handen over elkaar en geeft niet slechts op ge zette tijden minzame knikjes naar links en rechts. Integendeel. Prins Philip, die in zovele opzichten sterke overeenkomsten toont met Prins Bernhard, leidt een leven vol activiteit op velerlei gebied. En dan geen holle en lege activiteit. Hij dóet waar lijk iets. Zijn optreden voor de Britse tele visie, toen hij een programma over het In ternationaal Geofysisch Jaar inleidde en commentarieerde, was zelfs een open baring. Was hij niet de man van Koningin Elizabeth geweest en had hij zijn carrière bij de marine niet kunnen voltooien, dan zou hij ongetwijfeld één van de meest ge vierde televisie-commentators geworden kunnen zijn. Een commentator met een prettig gezicht en gelijk ook zijn oom Lord Louis Mountbatten in hoge mate fotogeniek. Bovendien kent hij het geheim om ingewikkelde zaken, die slechts moei lijk uit te leggen zijn, voor iedereen op be vattelijke wijze toe te lichten en te ver klaren. Maar wie weet, misschien komt er nog wel eens een herhaling van zijn tv- optreden. Hij kan er de Britse kijkers slechts mee plezieren en bovendien zijn populariteit er nog eens extra mee verho gen. Want al is men de gemaal van de vorstin, populariteit waait niemand vanzelf aan. Deze moet gestadig „gevoed" worden. De democratie, in de verschijningsvorm van de constitutionele monarchie, heeft wel degelijk de troon nader tot het volk gebracht en hierdoor tevens degene, die louter door zijn of haar geboorte geroepen is die troon te bestijgen. Vorst of vorstin moeten tegenwoordig populariteit in de waardige zin van het woord dan wel te verstaan, „verdienen". Koningin Victoria ieefde nog in een tijdsbestek, waarin ieder woord van critiek rondweg ongepast en ongehoord was. Victoria was de almachtige vorstin, die zich bovendien na de dood van de zo zeer door haar beminde Prins Albert voor steeds langere perioden op het eiland Wight of in Schotland terugtrok, zonder echter ook maar in het minste haar vèr- reikende invloed op haar ministers te doen verslappen. Koningin Victoria was onaan tastbaar. Niet echter haar achterachter kleinkind Elizabeth II, noch ook de Hertog van Edinburgh. Dagelijks wordt hun han del en wandel in het schijnsel van het zoeklicht der publieke belangstelling ge zet. Vandaar dan ook de door het vorste lijk paar geaccepteerde en in de praktijk gebrachte „nieuwe verhoudingen". Een voorbeeld? Men zal het zich nog herinne ren, dat de oud-hoofdredacteur van Punch" onlangs een niet zo'n milde cri tiek op de Britse vorstin lanceerde. Het gevolg was een wild en vooral ook verward koor van instemmende en verontwaardigde kreten. De vorstin moet echter wel degelijk begrepen hebben wat Muggeridge wilde zeggen. Haar na deze door eerlijkheid ver oorzaakte eruptie gehouden redevoeringen ademden toch een geest en instelling, die „directer" was, „eenvoudiger". Men mag er overigens»wel staat op maken, dat de Her tog van Edinburgh zijn vrouw in dit stre ven om minder Victoriaans op te treden, minder ongenaakbaar, terdege heeft ge steund. In hem immers heeft het Britse volk een Prins-gemaal, die hoewel soms wat verlegen, want hoe kan hij anders onlangs tegen de filmster Jane Mansfield slechts „Wat jammer, dat het nu vandaag juist regent" gezegd hebben terdege be grijpt wat een koningschap in onze tijden dient te zijn. Neen, niet een koningschap dat Edward VIII voor ogen stond, de te genwoordige Hertog van Windsor, noch een koningschap, gekenmerkt door een een- voud-tot-het-uiterste, maar wèl een instel ling, welke tot de fantasie blijft spi-eken, zonder in exclusieve excessen toevlucht te zoeken. Kortom: menselijk en oprecht. matig, historische verhandelingen zeggen hem maar weinig. Het heden en de toe komst fascineren hem des te meer. Van daar dat hij met enthousiasme en intelli gente kundigheid zoals reeds aange stipt een televisie-uitzending inleidde. Deed hij 'dit als „fellow" (lid) van de eer biedwaardige, uit 1660 stammende „Royal Society", daarnevens trad hij in 1951 op als president van de „British Association for the Advancement of Science" (de Britse vereniging voor de bevordering der weten schap) en aanvaardde zijn functie met een rede, welke aantoonde, dat hij dit president" schap als het tegendeel van een erebaantje beschouwde. Zoals prins Bernhard zijn pe riodieke Bilderberg-conferenties heeft, zo organiseerde Prins Philip in 1956 een studie-conferentie over de menselijke pro blemen in de industriële gemeenschappen, waaraan een kleine driehonderd topfiguren uit het hele gemenebest deelnamen. Het succes was niet gering en het was be paald geen vlagvertoon-zonder-meer voor hem. De Hertog van Edinburgh is vóór alles een praktisch man. Niet alleen bleek dat bij bepaalde interne restauraties en verbeteringen op Buckingham Palace waar onder meer een soort „cen trale commandopost" werd ingericht maar het blijkt keer op keer ook bij ,,Oog en oor" van de vorstin 1 zijn bezoeken aan kolenmijnen, fabrie ken en constructiewerkplaatsen. Hij trekt er graag op uit om zelf rond te kijken en hij apprecieert het niet als zulke bezoeken met een officieel tintje omgeven worden. Alles moet zijn gewone gang gaan. Zo wil de prins-gemaal het omdat hij alleen zo doende een goed beeld kan krijgen van in dustrie, handel en verkeer. ER IS VEEL, waar de Britse vorstin zich in moet beperken. Haar vorstelijke functie brengt dit met zich mee. Het is het constitutionele odium, dat op de draagster van de kroon rust. De Hertog van Edin burgh wordt echter niet door strenge gren zen ingeperkt in zijn daden en woorden. Hij kan vrij-uit spreken, iets, wat nu juist de vorstin niet mogelijk is. Zeker, zij kan een sterk persoonlijk accent in haar woor den leggen, maar bij dit alles moet zij toch bepaalde constitutionele gebruiken, vormen en voorschriften in acht nemen. Volkomen ongeremd spreken is niet voor Koningin Elizabeth weggelegd. De Hertog van Edinburgh mag daarentegen wèl spre ken zoals hij dat wenst, zelfs indien hij daarbij mensen tegen zich inneemt of een minderheid bij wijze van spreken krenkt. Hij kan bovendien gaan en komen waar en en wanneer hij dat wenst. De Koningin ge niet zulk een vrijheid niet. De Hertog wordt beschouwd als ener giek, intelligent en bijzonder nieuwsgierig naar het hoe en waarom. Onbevooroordeeld beschouwt hij vele problemen en wanneer de gelegenheid zich voordoet, wanneer dan ook en in welke vorm ook, is hij er steeds op uit zijn kennis te vergroten en een die per inzicht te krijgen in hetgeen hem inte resseert. Zo maakte hij tijdens het staats bezoek aan Zweden van het halve uur, dat uitgetrokken was voor het voorstellen van Britse onderdanen, wonende en werkende in Zweden, niet een dertig minuten van conventionele gesprekjes zonder enige in Naar aanleiding van „This side of the Truth" door Elizabeth Montagu en „A Bitt off the Map" door Angus Wilson, respectievelijk bij Heinemann en Seeker Warburg te Londen verschenen. mm houd, maar stelde aan een ieder scherp geformuleerde vragen, zodat hij antwoor den kreeg, die hem een zo duidelijk moge lijk beeld gaven al was het dan ook vrij vrij globaal van hun leven buiten En- gelands grenzen. Men kan dan ook aannemen, dat het be zoek, dat hij met Prins Bernhard aan de Utrechtse Jaarbeurs zal brengen, meer zal zijn dan een snel langs de stands lopen en het wisselen van enkele beleefdheden. Een groot gedeelte van de woensdagochtend van de zesentwintigste maart is voor dit bezoek trouwens gereserveerd. Decorum, goed, ook Prins Philip beseft dat dit af en toe noodzakelijk is, maar als het enigszins kan, vergeet hij het. Op de jaarbeurs zal men geconfronteerd worden met twee man nen, die wérkelijke belangstelling voor het geëxposeerde zullen hebben en niet louter beleefde interesse zullen tonen. Het zal dan ook voor de standhouders, die benaderd worden door de twee prinsen, zaak zijn hen niet met een soort „kluitje in het riet" weer te laten gaan. Geen van beiden zou dat op prijs stellen. DE HERTOG is begiftigd met een ge zond en scherp gevoel voor humor, die zich vermomd of direct manifesteert. Zo was er eens critiek op hem utgeoefend, een critiek overigens, weike niet helemaal op recht was, omdat zij bezijden de waarheid genoemd moest worden. Tijdens een werk bezoek aan een midden-Engelse industrie, pareerde hij toen die critiek op bedekte wijze, deels met een kwinkslag, deels ech ter ook met een voor de goede verstaander vrij scherp woord. Dit nu is voor Koningin Elizabeth niet weggelegd. De prins is in zijn bewegingen veel vrijer en zijn woor den worden niet eerst op een goudschaal tje afgewogen. Deze hem gelaten vrijheid weet hij dan ook uitstekend te gebruiken. Wpvdt. hjj ergens meer of minder officieel ontvangen, dan interesseert hem de for mele welkomstspeech van de burgemeester maar matig, maar men kan er van verze kerd zijn, dat de hertog in het hierna vol gende gesprek met diezelfde burgemeester er op uit is zo veel mogelijk op feiten ge baseerde bijzonderheden te weten te ko men. Van een beleefd luisteraar, die zijn blikken wel eens laat afdwalen en bepaal de passages het ene oor in en het andere oor uit laat gaan, is de prins dan veranderd in een scherpzinnig ondervrager, die pre cies weet waar hij het over heeft. Hij voelt er dan ook weinig voor om slechts op te treden als een soort vlagver toon. Graag geeft hij leiding, maar alleen indien hem daarbij een reële taak toevalt. Toen iemand hem eens vroeg of hij een be paalde functie op zich wilde nemen, ant woordde hij: „Ik wil wel iets doen, maar alleen als het nieuw en noodzakelijk is'. Aan verzoeken om louter een show-functie te vervullen, geeft hij dan ook geen ge hoor. Heeft hij eenmaal een taak op zich genomen, dan maakt hij er zich niet met een jant.ie-van-leiden af. Hij verdiept zich zo veel mogelijk in de achtergronden van de kwestie en tracht de ontwikkelingen vooruit te zijn hetgeen hij overigens ook van zijn medewerkers verwacht. Zo is hij bijvoorbeeld één van de meest ac tieve voorzitters, die de „National Playing Fields Association'" (de nationale sport veldenvereniging) ooit heeft gehad. Om zich helemaal vertrouwd te maken met doelstellingen en werkwijze van dit insti tuut, dat zorgt voor aanleg en onderhoud van sportvelden voor de jeugd, ging hij kort na zijn benoeming tot voorzitter ge ruime tijd op het hoofdkantoor werken om zich de problemen, waarmee hij gecon fronteerd zou worden, eigen te maken. DE ECHTE JONGEN, verzot op avon tuur, is nooit in hem verloren gegaan, ter wijl sport in hem geen toeschouwer heeft maar een daadwerkelijk beoefenaar. Cricket, polo en zeilen zijn zijn favoriete sporten. En niet te vergeten vliegen, hoe- DE ENGELSE SCHRIJFSTER Elizabeth Montagu is bezig zich een naam te maken met romans, waarin de wereld gezien wordt door abnormale waarnemers. In haar vorige boek „The Small Corner" was het een vrouw, wier karakter door egocen triciteit verwrongen was. In „This Side of the Truth" is het een meisje van dertien jaar. Niet dat dat meisje in de beklagens- waardige zin abornormaal is, zij is het al leen krachtens haar leeftijd, als waar neemster van het leven der volwassenen. De uitgever herinnert op het omslag aan het grote voorbeeld van een roman over zo'n meisje: „The Member of the Wed ding" van Carson McCullers en inderdaad is het boek van Elizabeth Montagu daar mee te vergelijken, al is het niet zo goed. De Frankie van Carson McCullers nam deel aan het leven der vowassenon, of ten minste probeerde dat te doen. Deze werd diep teleurgesteld. Maar de Sarah van Eli zabeth Montagu is niet met haar eigen be lang betrokken bij de gebeurtenissen, die zij beschrijft. De lezer gaat zich afvra gen waar het eigen leven van dat meisje is, afgezien van haar nieuwsgierigheid naar wat haar ouders en hun vrienden doen. Hij neigt tot de conclusie dat het boek beter als een kunststuk kan worden opgevat, als een gewoon verhaal verteld van een ongewoon gezichtspunt, dan als een onderzoek in het jonge meisjeshart. DAT IS OOK NIET de hele waarheid. Het verhaal over de volwassenen zou inte ressanter zijn als het gedaan was door een personage van grotere ervaring en het is Elizabeth Montagu wel degelijk om het meisje te doen. Sarah mag met haar moe der en pleegvader mee bij een schrijver aan de Cóte d'Azur logeren. Zij bespeurt daar iets van de liefde van haar pleegva der voor een van de andere gasten, de schone Catherine, zij merkt tevens dat haar moeder, toch altijd al een onmogelijk mens, steeds moeilijker wordt. Zij ver haast dan een ontknoping door een paar onhandige dingen te doen, hopende dat zij de volwassenen, die allen zoveel narig heid hebben, helpen kan, welke pogingen uitlopen in een uitbarsting van woede te gen haar moeder, waarin zij de kern van haar talrijke grieven onder woorden brengt. De ontknoping evenwel is alleen maar dat zij afreist met haar moeder en pleegvader en dat Catherine een auto-on geluk heeft in het gezelschap van een be jaarde rijkaard die voornemens was haar te trouwen, een détail dat helaas alleen aan het werk van Frangoise Sagan doet denken (wat niet anders zeggen wil dan dat het hier geen eigen betekenis heeft). Wij worden van deze dingen tenslotte niet veel wijzer. Frankie, die dacht dat zij bij het huwelijk hoorde, herinneren wij ons na jaren nog. Sarah zal spoedig verge ten zijn. Wat er aan het verhaal van de ro man verandert doordat een dertienjari ge vertelt, is voornamelijk, dat veel be langwekkende dingen verzwegen blijven. Het is jammer, want Elizabeth Montagu schrijft heel goed. De charme van een kind dat geacht wordt een roman te ver vliegtuigen „verboden" voor hem ver klaard. Anders dan bij Prins Bernhard dus, die reeds met vele prototypen en serie- toestellen gevlogen heeft. Prins Bernhard is dan echter ook inspecteur-generaal van onder meer de Koninklijke Luchtmacht, een functie, die voor Prins Philip niet is weggelegd. Prins Philip, een dynamisch man, die zowel graag bergen beklimt als in kolenmijnen afdaalt, zaken zelf in han den neemt en tegen ongerieflijkheid geen enkel bezwaar heeft, een intelligent man ook, waarmee het Britse volk zich geluk kig mag prijzen. tellen is altijd en dus ook hier dat het niet voorwendt dat het de kleren van de keizer ziet. Het vertelt zonder omwegen wat er aan de hand is, voorzover het dat weet, nooit afgeleid door de vooroordelen der ouderen. Er is al gauw een beetje pose in die soort kinderlijke natuurlijkheid. Zelfs bij Elizabeth Montagu ontbreekt die niet. Maar het is een aardige en intelligen te pose, zonder overtollige woorden en bijna zonder overtollige grappen. Men denkt lange tijd onder het lezen dat het haar zal lukken met deze roman. En als men gemerkt heeft dat dat toch niet zo is, bewondert men nog haar beheersing van iedere situatie op zichzelf en haar ele gante vertolking van een kinderlijke ma nier van schrijven. Als zij nog iets beter wordt zal zij misschien bijzonder goede ro mans maken. ANGUS WILSONS derde bundel korte verhalen sluit in zoverre bij het boek van Elizabeth Montagu aan, dat in het beste verhaal daarvan de auteur de manier van schrijven van een getrouwde jonge vrouw aanneemt. De veelbelovende en beeld schone schrijver Rodney Galt wordt ka merbewoner bij die getrouwde jonge vrouw wier echtgenoot de uitgever zal zijn van het boek, dat nu in ideale omstandig heden geschreven kan worden. De echtge noot moet op reisl de auteur gaat met zijn „hospita" op reis naar Frankrijk en het komt zelfs zover dat hij haar tot een huwelijk uitnodigt, maar dat wil zij toch niet. Korte tijd later hoort zij dat de veel belovende auteur in Rome in de gevange nis is gezet voor diefstal, niet zo'n won der, want hij stond altijd al zichtbaar te wankelen op de grens tussen briljant en verlopen. Dat verhaal „More Friend than Lod ger"is een onverbeterlijk voorbeeld van Wilsons manier om critiek te leveren tege lijkertijd op de conventionele Engelse mentaliteit en op degenen die er iets be ters voor in de plaats menen te kunnen stellen. De uitgever is hier het conventione le personage, zijn vrouw is gehecht aan de gemakken van het gewone leven maar kwetsbaar door iets meer zelfcritiek („ik ben altijd het best op mijn gemak als de dingen die ik doe mij een beetje absurd lij ken") en de veelbelovende auteur verte genwoordigt met de titel van zijn onge schreven boek „Honour and Civility" de rebellie, uit naam van een paar half begre pen deugden van vroeger tijden. Meestal zijn de verhalen van Wilson nogal triest, met hun personen die hetzij in opstand ko men tegen de verkeerde levens die zij zelf leiden, hetzij om de verkeerde rede nen met zichzelf tevreden zijn, maar wan neer het uitgangspunt al is dat de hele ver toning „faintly absurd" moet zijn, is het eerder opwekkend om daar vele overtui gende bevestigingen van te zien en worden de personen komplete mensen, van een flauwtjes absurde normaalheid. ANGUS WILSON is nergens grappiger dan in zijn verhaal van de kamerbewo ner, maar overigens schiet hij in dat op zicht nooit tekort wanneer hij het wil. Wel is zijn ernst soms ontoereikend in deze verhalen, wanneer bepaalde personages tegen zichzelf in opstand komen: men is dan niet gauw overtuigd dat het nog iets meer betekent dan een middel om het ver haal te intensiveren tegen het slot. Wat aan het slot voorafgaat is bijna altijd heel goed: de jongeman die geboeid wordt door een verlopen meisje, de „nozem" die zijn karakter probeert op te helderen, de oude fabrieksdirecteur die zich in een seniele verbeelding heeft teruggetrokken. Al de personen en situaties zijn echt, dat wil zeggen: zij zien er nooit uit of zij bedacht zijn om een verhaal op te leveren. Daar door zijn zelfs de minst geslaagde van de verhalen nog uitstekend leesbaar. S. Af. fc -tó-, „u wel hij dit laatste niet zo intensief be oefent als Prins Bernhard. In Londen in troduceerde hij zo bijvoorbeeld de heli kopter. Van de tuinen achter Buckingham Palace stijgt hij vaak met een hefschroef- vliegtuig op als hij ergens een officieel of officieus bezoek moet gaan brengen. Tot zijn ergernis werden overigens straal- Cu r Engeland, het domein bij uitstek van traditionele sprookjes in werkelijkheid: aristocratisch vertoon bij een democratische plicht, te weten de koninklijke opening van het parlement.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1958 | | pagina 15