TRAITAL 3
Verwikkelingen in de CPN-fractie
FILATELIE
Brand op „Skaubryn" ontstond door
vergissing in de machinekamer
IJmuidense „Cycloop" maakt
brandende „Skaubryn" vast
Vader redde zijn dochters uit
te water gereden auto
Kapitein T. Hoek: „Schip was te heet
om er runners op over te zetten"
Hij en zijn vrouw verdwenen met
de wagen in de diepte
Geredden in Aden
aangekomen
Op en om het
Binnenhof
In 30 dagen nieuwe
kracht voor
verzwakte mannen
7
GARAGE DEN HOUT
Dak van kerk in brand
te Lochem
Achttien man, die het
klaarden
Privé-munitie opslagplaats
in Beverwijk ontdekt
Nieuwe hoogleraren
Laat roospuntjes verdwijnen met
anti-roos
Prof. Gerbrandv wil een
gedenkplaat in de
Ridderzaal
ZATERDAG 5 APRIL 1958
(Van een onzer verslaggevers)
MET HET NOG STEEDS ROKENDE en brandende wrak van het 9786 ton grote
Noorse passagiersschip „Skaubryn" achter zich, is de IJmuidense zeesleepboot
„Cycloop" sinds vrijdagmiddag één uur (Nederlandse tijd) onderweg naar Aden. De
voor de Zeesleepvaart- en bergingsmaatschappij N.V. Bureau Wijsmuller verheugende
melding, dat de bemanning van de twaalfhonderd paardekrachten sterke „Cycloop"
er in de Indische Oceaan op ongeveer vijftig mijl ten zuidoosten van het eiland
Socotra in was geslaagd de sleepdraad op de uitgebrande en met slagzij ronddrijvende
Noor te bevestigen, werd vrijdagmiddag ontvangen. Kapitein Teun Hoek uit IJmuiden
meldde in de telegrammen, dat de „Skaubryn", waarvan dinsdag 1300 mensen werden
gered, nog te heet was om runners aan boord te latep gaan. Men had de sleepdraad
echter toch bij de kalme weersomstandigheden, die er thans bestaan, op de anker
ketting van de „Skaubryn" kunnen bevestigen.
Met het vastmaken van de „Skaubryn"
is voor de bemanning van de „Cycloop" en
het kantoorpersoneel van N.V. Bureau
Wijsmuller de bekroning gekomen op het
vele en moeizame werk, dat sinds dinsdag
morgen, toen de ramp door marconist J.
v. d. Berg van de „Cycloop" als eerste werd
gemeld, moest worden verricht. Zowel op
de „Cycloop", die in de Indische Oceaan de
jacht inzette, als op het kantoor te IJmui
den, is dag en nacht doorgewerkt. Op de
sleepboot kwam het er op aan de concur
renten waarbij de Deense „Protector" uit
Aden voor te zijn. Voortdurend moest
worden gepeild om de juiste koers te lopen,
vooral toen de commandant van het Britse
korvet „Loch Fada" besloot om een poging
te doen de „Skaubryn" op sleeptouw te
nemen.
Losgegooid
De „Loch Fada" slaagde in deze ma
noeuvre, want donderdagmorgen kon de
commandant van het korvet melden, dat
hij met de sleep koers zette naar Aden.
Door de enorme hitte en rook op het wrak
was het voor de bemanning van de Brit
De jonge kapitein van de „Cycloop",
Teun Hoek uit IJmuiden.
niet gemakkelijk geweest de sleepdraden
vast te maken.
Vrijdagmorgen kreeg de „Loch Fada" van
de Britse admiraliteit evenwel opdracht om
de „Skaubryn" los te gooien en over te
geven aan de sleepboot „Cycloop", die nu
in de nabijheid was gekomen. Ook de
Deense „Protector" van Svitzer was inmid
dels op de positie van de „Skaubryn"
11.28 noorderbreedte en 54.10 oosterlengte
- aangekomen.
Grote ravage
Toen de „Cycloop" het wrak naderde,
moest men waarnemen hoe het met een
slagzij van vijf tot tien graden ronddreef.
De opbouw in de midscheeps, aldus mel
den de telegrammen van kapitein Hoek, is
een complete ravage. Ook de gehele brug
is uitgebrand.
De romp van de „Skaubryn" ziet er nog
goed uit, maar het vuur moet nog steeds
woeden in het binnenste van de tiendui-
sendtonner, want kapitein Hoek maakte er
ook melding van, dat uit het voor- en
achterschip nog steeds rook opstijgt.
Zeshonderd myl
De sleepreis met de „Skaubryn", waar-
ian de „Cycloop" nu bezig is, is ruim zes
honderd mijl lang. Gistermiddag kon een
vaart worden gemaakt van ongeveer vier
oiyl per uur, maar het is de vraag of deze
vaart staande kan worden gehouden wan
neer het weer slechter wordt.
Men verwacht, dat de sleep eind vol
gende week in Aden zal binnenlopen. De
kapitein en bemanning van de „Cycloop"
hebben gisteren reeds vele telegrammen
met gelukwensen bij het vastmaken van
de Noor mogen ontvangen.
Het is nog niet bekend, wat het volgende
reisdoel van de „Cycloop" na het binnen
lopen van Aden zal zijn. De sleper vertrok
op 29 januari uit Nederland en leverde op
ADVERTENTIE
..DE BESTE CRITICUS IS HET PUBLIEK"
wordt vrijwel algemeen aangenomen.
Het publiek kocht binnen 2 jaar meer dan
300.000 RENAULT-DAUPHINE'S, de grootste
productie, ooit door een Europese fabriek in
zo'n korle tijd na de lancering behaald.
Vierdeurs sedan vanaf 5995.
Tijdens de Avondmaalsdienst in de Ned.
'orvormde Kerk te Lochem is gister-
vond het dak van het kerkgebouw in
wand geraakt. De brand was ontstaan in
wee balken, die de schoorsteen droegen.
Dfv.e balken waren totaal verkoold en het
'ur sloeg door de nok van het dak langs
1 schoorsteen naar buiten. Daar de brand
eer spoedig water kon geven, waren de
'oimen spoedig gedoofd.
i De brandweer uit Deventer klom met
magyrusladder op het dak, maar de
'Hissing van binnenuit bleek voldoende te
'Ön geweest. De brand is ontstaan door
oververhitting van de schoorsteen. Het
sieenwerk was zo heet geworden, dat de
houten balken, waarop het rustte, in brand
geraakten.
28 maart in Basrah de sleep, een bok, af.
Toen het bericht van de brand op de
„Skaubryn" door de marconist werd opge
vangen, was de „Cycloop" in de Indische
Oceaan zonder sleep onderweg van Basrah
naar Aden.
Achttien man, meest IJmuide-
naren, vormen de bemanning van
de 'zeesleepboot „Cycloop". In deze
groep, die bet beeft gepresteerd om
de „Skaubryn" vast te maken en op
sleeptouw te nemen naar Aden,
moet een ieder naar vermogen heb
ben bijgedragen om dit nieuwe
succes van de IJmuidense zee
sleepvaart- en bergingsmaatschap
pij van N.V. Bureau Wijsmuller
mogelijk te maken.
Deze achttien zijn: kapitein T. Hoek,
eerste stuurman A. v. d. Lugt. tweede
stuurman J. Horbeek, marconist J. M.
v. d. Berg, eerste machinist J. v. d.
Meulen, tweede machinist W. Moer-
mans, derde machinist J. Visser, olie
man Ij. v. d. Zwan, kok J. v. d. Zee,
koksjongen G. Fennell, bootsman R. v.
d. Zee, matroos F. Moerman, matroos
J. van Ommen, matroos o.g. E. Dijk
huizen, matroos o.g. T. Zwart, matroos
o-g. J. Bruyncn, runner D. de Man en
runner II. Talsma.
ADEN (UP) Donderdagavond zyn in
Aden de opvarenden van het Noorse cmi-
grantenschip „Skaubryn" aangekomen. Op
800 mijl van Aden in de Indische Oceaan
was maandagavond brand uitgebroken aan
boord van dit schip.
Alf Faeste, de gezagvoerder van de
„Skaubryn", vertelde dat de brand is ont
staan in de machinekamer. Een olieman
die aan een hulpmachine werkte draaide
een olietoevoerleiding open voordat hy
daar opdracht voor had gekregen. Het ge
volg was dat de olie uit de leiding spoot,
onder druk van een elektrische oliepomp,
en bij de machine in brand geraakte.
De eerste machinist had nog getracht de
olie-aanvoer af te sluiten, maar dit lukte
niet meer omdat het schakelbord door de
hitte van de brand onbereikbaar geworden
was. Ook een poging om met schuimblus-
sers de brand te doven had geen succes.
Gezagvoerder Feaste hoorde, toen hij in
de eetzaal zat, een van de passagiers
brand" roepen. Hij ging kijken en zag dat
de vlammen zich snel uitbreidden.
Terwijl het machinekamerpersoneel alle
ventilators uitschakelde en de overige be
manningsleden alle patrijspoorten en deu
ren sloten, gaf de gezagvoerder opdracht
in de boten te gaan.
De beide marconisten zonden noodseinen
uit en bleven daarmee doorgaan totdat het
verblijf in de radiohut door de hitte on
mogelijk werd.
De brand was tegen de avond ontdekt.
Enkele uren later brandde de „Skaubryn"
als een fakkel.
Toen de opvarenden in de boten gingen
brak er geen paniek uit. Een reddings
boot kapseisde. Een Griekse matroos brak
een arm en een vrouwelijke passagier
brak een been. Eén passagier, een Duitse
emigrant, overleed in de reddingsboot ten
gevolge van een hartaanval.
De Nederlandse hofmeester W. Stinke,
uit Apeldoorn, was een van de laatsten
die het brandende schip heeft verlaten.
Zijn ogen bleken door de rook te zijn aan
getast, nadat hij twee kinderen uit hun
hut had helpen redden.
Toen ook de gezagvoerder het schip
verlaten had, deden zich twee explosies
voor. Nog enkele kleine reddingboten
lagen op dat moment langszij het bran
dende schip.
Verscheidene passagiers hebben al hun
bezittingen verloren bij de brand en de
vlucht in de boten.
Korte tijd nadat de boten vrij van het
schip waren gekomen, verscheen de „City
of Sidney". Dit Britse schip nam alle
schipbreukelingen op. Aan boord werd
appèl gehouden.
De volgende ochtend tegen daglicht ver
scheen de „Roma" ter plaatse, en nam de
schipbreukelingen over voor de reis naar
Aden.
Twee Duitse opvarenden van de „Skau
bryn" hebben in Aden verklaard dat naar
hun mening het bevel in de boten te gaan,
veel te laat kwam. „De brand werd om
zeven uur ontdekt, maar pas tegen negen
uur werd alarm geslagen", zeiden Kurt
Heiner uit Keulen en Richter uit Berlijn.
Toch naar Australië
(Reuter) De passagiers van de „Skau
bryn" zullen met het Nederlandse passa
giersschip „Johan van Oldenbarnevelt"
(19.921 ton) en het onder Britse vlag va
rende passagiersschip „Orsavo" (28.790
ton) naar Australië worden overgebracht.
Dit heeft de Australische minister voor
Immigratie, Alexander Downer, meège-
deeld.
De „Johan van Oldenbarnevelt" ver
trekt volgende week vrijdag uit Aden, de
„Orsova" maandag a.s.
De 21-jarige studente Marijke van Wes-
scl uit Wassenaar en haar 13-jarige zusje
Ankie hebben vrijdagmiddag te Rotter
dam haar ouders verloren. Zelf zijn zij op
het nippertje aan de verdrinkingsdood ont
snapt, nadat haar vader, de 49-jarige di
recteur van een n.v. W. van Wessel met
zijn auto de rivier was ingereden. De va
der heeft zijn dochters nog door het raam
pje van het voorportier geholpen, maar
daarna zonk de over de kop geslagen auto
snel weg in het water, dat daar 12 tot 14
meter diep is. De heer Van Wessel en zijn
47-jarige echtgenote waren niet meer te
redden.Pas na een uur kon met behulp van
een takelwagen de auto worden opge
haald.
De tweede luitenant H. van der Valk uit
Rotterdam stond op de kade te kijken naar
de voorbij varende „Nieuw Amsterdam".
Plotseling zag hij de auto, die twee fiet
sen omver reed en daarna naar de kant
van de kade schoot en in de rivier stortte.
Luitenant Van der Valk sprong direkt in
het koude water en zag twee meisjes, die
zich uit de auto hadden gewerkt. De oud
ste was de zwemkunst machtig, zodat zij
zich drijvende kon houden. Dit was ech
ter niet het geval met de jongste. Gelukkig
wist de heer Van der Valk haar te grijpen.
Ook een brandwacht was in het water ge
sprongen, maar hij werd door de koude
bevangen en moest op de wal worden ge
holpen. Ook opvarenden van de in de na
bijheid liggende schepen kwamen te hulp.
De stuurman van een motorschip liet een
touw van de kade zakken, waaraan de
drenkelingen zich konden optrekken. Vol
komen overstuur stonden de zusjes op de
Een leerling van de HORECA-vakschool,
wonend in Castricum heeft de politie ver
teld, dat hij een aantal patronen had ge
kregen van een medescholier. Deze zouden
afkomstig zijn uit een schuur van een
zekere H. J. P. aan de Heemskerkerweg
onder Beverwijk, waar de politie 454 licht-
kogels, 600 pistoolpatronen, een aantal
kwikslagpijpjes, een handgranaat en een
termietbom van Duitse origine vond....
P. had bovendien een geweer en een de
fecte revolver zonder wapenvergunning in
zijn bezit. Hij heeft een proces-verbaal ge
kregen.
kant. Zij werden overgebracht naar het
bureau van de rivierpolitie.
Inmiddels werd alle mogelijke moeite
gedaan zo snel mogelijk de auto te berei
ken, doch dit bleek vrijwel onmogelijk.
Pas een uur later kon de wagen op de wal
worden gehesen, waarna de stoffelijke
overschotten van de heer en mevrouw
Wessel geborgen konden worden.
Afgeleid?
Omtrent de oorzaak van het ongeluk be
staat geen zekerheid. Het is niet onmoge
lijk dat de heer Van Wessel door de voorbij
varende „Nieuw Amsterdam" is afgeleid.
Ooggetuigen zagen de auto op de zeer bre
de Parkkade plotseling naar links zwen
ken en twee fietsen omverrijden die aan
de kant stonden. Blijkbaar is de heer Van
Wessel hierdoor geschrokken en heeft hij
in plaats van op het rempedaal, op het gas
pedaal getrapt, waardoor de grote wagen
het water inschoot. De stuurman van een
langs de kade gemeerd schip heeft nog ge
zien dat de heer Van Wessel zijn dochters
door een geopend portierraampje naar
buiten duwde. Daarna stroomde het water
door dit raampje naar binnen en ver
dween de auto in het ongeveer 14 meter
diepe water.
Tot gewoon hoogleraar in de faculteit
der wis- en natuurkunde aan de rijks
universiteit te Leiden, om onderwijs te ge
ven in de biochemie is benoemd dr. H.
Veldstra, thans buitengewoon hoogleraar
aan deze universiteit. Met ingang van 15
september is benoemd tot gewoon hoog
leraar in de faculteit dei wis- en natuur
kunde aan de rijksuniversiteit te Gronin
gen, om onderwijs te geven in de farma
ceutische en analyt-'sche scheikunde, dr.
J. S. Faber, thans wetenschappelijk hoofd
ambtenaar A aan deze universiteit. Tot
gewoon hoogleraar in de afdeling der
weg- en waterbouwkunde aan de Techni
sche Hogeschool te Delft, om onderwijs
te geven in de civiele gezondheidstechniek
is benoemd W. F. J. M Krul, thans di
recteur van het Rijksinstituut voor Drink
watervoorziening, tevens buitengewoon
hoogleraar aan deze hogeschool. Met in
gang van 15 september is aan prof. dr.
D. van Os opdracht verleend om van 15
september 1958 tot 20 september 1959 in
de faculteit der wis- en natuurkunde aan
de rijksuniversiteit te Groningen onder
wijs te geven in de toxicologie.
ADVERTENTIE
TVaital 3 bevat het pas-ontdekte apelium met
de sterke van roos bevrijdende eigenschappen.
Na 6 wekelijkse haarwassingen Is de roos verdwenen.
Vraag TRAITAL 3
Op het Binnenhof is het zeer rustig, nu
de Tweede Kamer sinds enige weken al op
Paasreces is, dat tot de 15e van deze maand
zal duren. Natuurlijk staan er terstond
critieklustige lieden gereed om enige
schimpscheuten los te laten in de richting
van onze volksvertegenwoordigers, die toch
maar een herenleventje leiden, zoals dan
onder meer zou zijn op te maken uit zulk
een lange paasvakantie. Een dergelijke
critiek mist echter alle grond. Zij kan
alleen maar getuigen van een verregaande
onwetendheid van de critikasters in kwes
tie met betrekking tot de omvangrijke en
moeilijke arbeid, door de Kamerleden te
verrichten. Zij zitten gedurende zulk een
reces heus geen duimen te draaien. In de
eerste plaats is er het onderhouden van
het nodige contact met de kiezers, het in
het land, onder meer door gesprekken met
deskundigen, door bezoeken ter plaatse,
nagaan van allerlei vraagstukken alsook
verschijnselen, waarmee de afgevaardigden
zich in 's lands vergaderzaal hebben bezig
te houden Voorts dienen zij, nog afgezien
van de tijd, die zij toch ook moeten geven
aan hun particuliere werkzaamheden, be
hoorlijk gelegenheid te hebben om de aan
de orde komende wetsontwerpen, de daar
op betrekking hebbende stukken te bestu
deren. Bovendien zij aangestipt, dat ook al
vergadert de Kamer niet in het openbaar,
het werk in de commissies doorgaat en tal
van commissies gedurende het reces wel
degelijk haar bijeenkomsten houden. Het is
daarom allerminst een weelde, doch wel
degelijk hoog noodzakelijk voor de Kamer
leden, dat zij van tijd tot tijd ook eens vrij
zijn van het bijwonen van openbare ver
gaderingen op het Binnenhof. Aangezien,
helaas, ook in wijdere kring dan die van
sociëteits- en bittertafels, in ons goede
vaderland een te kort aan kennis bestaat
omtrent het vele. dat de afgevaardigden uit
hoofde van hun lidmaatschap van de Twee
de Kamer moeten doen, meende ik er goed
aan te doen hierop nog eens even de aan
dacht te vestigen.
De verwikkelingen bij de
communisten
Wanneer straks de Tweede Kamer weer
op volle toeren aan slag gaat, zal kunnen
blijken of en in hoeverre ook in haar mid
den de verwikkelingen binnen de Commu
nistische Partij Nederland, die in de jong
ste tijd sterk naar voren treden, enige uit
werking zullen hebben.
De voorzitter van de communistische
fractie in de Kamer van honderdenvijftig,
de heer Wagenaar en nog drie andere leden
dier fractie, te weten de heren Brandsen,
Gortzak en mevrouw Lips-Odinot, zouden
ten opzichte van het te voeren beleid geheel
en al afwijzend staan tegenover hetgeen de
partij-secretaris de heer De Groot en de
heer Bakker voorstaan, terwijl deze twee
op zijn hoogst nog het zevende fractielid,
de heer Borst, aan hun zijde zouden heb
ben. In het licht van de onderlinge strijd
en dan in het bijzonder in het licht van de
felheid, waarmee deze gevoerd wordt,
schijnt het helemaal niet uitgesloten, dat
het binnen de Kamerfractie op een werke
lijke splitsing zou uitdraaien. Mocht dit ge
beuren, dan kunnen daaruit allicht met be
trekking tot bepaalde zaken, die in de par-
lementaire praktijk van belang zijn, con
sequenties voortvloeien. Wil dit echter het
geval zijn, wil de leiding van de Kamer en
de Kamer zelf zich genoopt zien er in aller
lei opzichten rekening mee te houden, dat
er twee afzonderlijke communistische groe
pen in de Kamer bestaan, dan zal vóór
alles de Kamervoorzitter officiële mede
deling van het bestaan van die twee frac
ties moeten ontvangen.
Indien dat gebeurt zal er, telkenmale
waarin er sprake is van verdeling van
spreektijd over de fracties, niet aan te ont
komen zijn, dat elk van die twee fracties,
tussen wie dan geen onderlinge overeen
stemming, ook niet ten opzichte van de
spreektijd, te verwachten ware, afzonder
lijk voor een toewijzing aan bod komen.
Oplossing van dat probleem behoeft overi
gens nog niet tot ernstige moeilijkheden te
leiden. Anders wordt het echter, wat de
vertegenwoordiging in allerlei commissies
aangaat. Tenslotte zou het al te dwaas zijn,
wanneer voortaan zowel de communistische
fractie A als de communistische fractie B
een plaats in een of meer commissies zou
den gaan krijgen, als zonder de splitsing
slechts één communist aanspraak op een
commissoriale zetel zou hebben. De onder
linge meningsverschillen tussen groep A en
groep B gaan toch in elk geval zeker niet
zover, dat de ene fractie wel, de andere
daarentegen niet als communistisch te be
schouwen zou zijn. Hier zou dus alleen een
toekenning van commissie-lidmaatschap
pen naar billijkheid de uitweg moeten op
leveren.
Tussentijdse scheiding
De moeilijkheid is onder anderen, dat
werkelijke splitsing van een enkele fractie,
in twee gescheiden groepen, binnen het
normaliter vierjarig tijdperk, waarvoor de
Kamer gekozen wordt, bij wijze van spre
ken nooit voorkomt. Hierdoor zullen de
Kamervoorzitter met zijn naaste medewer
kers niet licht een beroep op precedenten
kunnen doen. Meer dan twintig jaar ge
leden reeds deed zich de laatste tussentijdse
scheiding voor. Te weten, toen mr. J. W. E.
Duys in 1933, als lid van de Sociaal Demo-
kratische Arbeiders Partij op een der lijs
ten van die partij wederom tot Kamerlid
gekozen, wegens meningsverschillen met
de partij uit de Kamerfractie trad. Hij
deelde zulks aan de toenmalige voorzitter
der Tweede Kamer, jhr. mr. Ch. Ruys de
Beerenbrouck, mee en „eiste" voortaan zijn
„rechten" als „éénmansfractie" op. De
voorzitter kon hierin niet treden, waarop
genoemde afgevaardigde, jammer genoeg
op onelegante wijze, via een christelijk-
historisch dagblad, een bovendien nog on
juiste weergave publiceerde van hetgeen er
binnenskamers tussen de voorzitter en hem
was besproken. Het behoeft wel geen be
toog, dat het hier bedoelde geval dermate
anders lag dan dat van een eventueel wer
kelijk in twee stukken uiteenvallen van de
communistische fractie, dat voor het dan
van de zijde der Kamer te volgen beleid,
het geval-Duys kwalijk als richting aan
gevend precedent dienst kan doen.
De gang van zaken bij de Communistische
Partij Nederland doet wel het volle licht
vallen op een niet te loochenen bezwaar,
dat er aan de hier te lande geldende rege
ling op het gebied van de evenredige ver
tegenwoordiging met het lijstenstelsel ver
bonden is. Met name. ingeval van een tus
sentijdse vacature.
Enige tijd geleden had de communistische
afgevaardigde de heer Reuter zich genoopt
gezien, zijn ontslag als Kamerlid te nemen,
aangezien hij uit de gratie lag bij de partij
secretaris de heer De Groot, met wiens
optreden in de Eenheids-Vak-Centrale hij
zich in het geheel niet kon verenigen. Op
grond van de verkiezingsuitslag van 1956
was de heer Brandsen de eerst aangewezene
om de open gekomen plaats in te nemen.
Maar ook de heer Brandsen behoort tot de
anti-Grootiaanse richting. Toch bleek hij
bereid de heer Reuter op te volgen. Be
grijpelijkerwijze is zodoende hier en daar
al de vraag gerezen, waarom dan de heer
Reuter" niet had kunnen blijven zitten, als-
ook, of deze misschien achteraf spijt heeft,
zijn zetel te hebben opgegeven. Intussen
heet het nu uit het kamp van de heer De
Groot en diens aanhang, dat de heer
Brandsen zich aan „Kamerzetel-roof" zou
schuldig maken en dat hij, in strijd met de
wil van de communistische kiezers, aan
stonds als volksvertegenwoordiger zou gaan
optreden.
Hoe het met de wil van die kiezers pre
cies gesteld is, vermag ik moeilijk te be
oordelen. Maar een feit is, dat in dit geval
wel heel duidelijk blijkt, dat er zich ingeval
van een tussentijdse vervulling van een
vacature in de Kamer vreemde dingen
kunnen voordoen. Immers, iemand die op
het tijdstip, waarop de burgerij ter stem
bus toog, nog het vertrouwen genoot van
degenen, die hem kandidaat stelden en al
dus de mogelijkheid schiepen, dat hij, in
gevolgde de hem op de lijst toegekende
plaats, op een gegeven ogenblik zitting in
de Kamer zou krijgen, kan later dat ver
trouwen volkomen verspeeld hebben. Dan
is het natuurlijk wel mogelijk aandrang op
hem uit te oefenen, geen plaats in 's lands
vergaderzaal (meer) in te nemen, doch enig
wettelijk dwangmiddal om te beletten, dat
de man in kwestie de benoeming aanneemt,
ontbreekt. Dat was ook onder het oude,
districten- en meerderheidsstelsel het ge
val met betrekking tot een mettertijd op
grond van de kiezersuitspraak zitting ge
nomen hebbend Kamerlid, ingeval dit
later het vertrouwen van zijn kiezersaan-
hang geheel en al verspeeld mocht hebben.
Bleef hij doof voor verzoeken van zijn
politieke geestverwanten, van de kiesver
eniging, die hem destijds kandidaat had
gesteld, dan kon hij „rustig" zijn zetel blij
ven innemen.
Thans echter kan zich het euvel voor
doen, dat iemand pas enige jaren na de
gehouden algemene Kamerverkiezing,
dank zij de indertijd door hem op de kan
didatenlijst ingenomen plaats, zijn intree
op het Binnenhof doet, ook al mocht zijn
aanhang van weleer hem inmiddels de rug
hebben toegekeerd. Zeker, een dergelijke
figuur doet zich - gelukkig - slechts uiter
mate zelden voor. Niettemin blijft het de
overweging waard, of het niet mogelijk
zou zijn met het oog op zulk een toch wel
ongewenste situatie, een wettelijke voor
ziening te treffen. In dit verband acht ik
tweeërlei soort oplossing denkbaar. De ene
komt hierop neer, dat een orgaan van de
partij, op wier lijst de man in kwestie
kandidaat was gesteld, bij de wet bevoegd
verklaard zou worden het veto uit te spre
ken tegen het zitting nemen van de kandi
daat in kwestie. Zulk een regeling ware
overigens alleen te treffen, ingeval het tot
wettelijke erkenning van de partijen en
van haar organen zou zijn gekomen. Let
wel, ik noem deze mogelijkheid, zonder op
dit ogenblik tevens de wenselijkheid ken
baar te maken van wetsbepalingen inzake
partijen, inschrijving op de ledenlijsten
van partijen enz. zoals in Amerika wel be
staat. Een andere oplossing zou kunnen
zijn om aan de kiezers in de kring „waar
voor" een afgevaardigde geacht kan wor
den zitting te hebben, de bevoegdheid toe
te kennen op bepaalde wijze hun veto te
uiten. Laat ik er meteen aan toevoegen,
dat aan een dergelijke regeling wel heel
ernstige bezwaren verbonden zouden zijn.
In de eerste plaats deze, dat zij niet is toe
te passen, wanneer men te maken heeft
met iemand, die op een in alle kringen in
gediende gelijkluidende lijst kandidaat was
gesteld. Dan zou namelijk het gehele Ne
derlandse kiezerskorps bij het uitspreken
van een veto betrokken zijn. En verder is
het zeker ook reeds heel bezwaarlijk, dat
de kiezers in een gehele kieskring aan een
veto-uitspraak te pas zouden komen. Bo
vendien valt niet te vergeten, dat het toe-
valselement een grote rol speelt t.o.v. be
slissing der vraag „voor welke" kring
iemand zitting krijgt. Als ik dan nog denk
aan de alleszins gegronde tegenwerping,
dat bij een veto-beslissing in de trant als
hier aangegeven, plots tienduizenden kie
zers van geheel andere politieke kleur, die
aanvankelijk helemaal niet gestemd had
den op de partij wier lijst de „opvolger"
ingeval ener vacature heeft te leveren, een
woordje zouden gaan meespreken, kom ik
tot de volgende conclusie.
Tot de onvolmaaktheden van ons stelsel
van evenredige vertegenwoordiging be
hoort het hier gesignaleerde, denkbare
euvel ingeval ener tussentijdse vacature.
Wegneming daarvan zou echter op dus
danige bezwaren stuiten, dat het toch
maar de voorkeur verdient, in dit geval
het streven naar het volmaakte op te
geven. En dit te meer, omdat gelukkig
het mogelijk tussentijds door een kan
didaat verspeeld hebben van het vertrou
wen, dat hij indertijd genoot, tot de zeer
grote uitzonderingen behoort
Dr. E. van Raaltc
WEST-DUITSLAND. Wilhelm Busch
(1832-1908), Duits humoristisch teke
naar, dichter en schilder, overleed vijf
tig jaar geleden. Hij was medewerker
aan de „Fliegende Blatter" en de „Mün-
chener Bilderbogen". „Max und Mo-
ritz", de eerste van een reeks door hem
zelf grappig geïllustreerde Bilder-
bücher, maakte hem wereldberoemd.
Ter herdenking van zijn vijftigste sterf
dag is een serie postzegels van twee
waarden uitgekomen, namelijk 10 pf.
Wm
(groen en zwart) en 20 pf. (rood en
zwart). Een grappig tekeningetje uit
„Max und Moritz" ziet men op de 10
pf., terwijl op de 20 pf. het zelfportret
van Busch voorkomt. Voor het Saar
land zijn de zegels in dezelfde ontwer
pen en kleuren uitgevoerd, maar met
inschrift „Saarland" en de waarde van
10 pf. is vervangen door 12 fr. en die
van 20 pf door 15 fr.
INDIA. De Indiase posterijen hebben
een serie postzegels het licht doen zien
ter gelegenheid van het honderdjarig
bestaan van de universiteiten te Bom
bar/. Calcutta en Madras. De serie be
staal uil een 10 n.p. (violet) met het
universiteitsgebouw van Bombay, een
10 n.p. (grijs) met dat van Calcutta en
een 10 n.p. (donkerbruin) met dat van
Madras. Van deze laatste zegel geven
wij hierbij de afbeelding.
ITALlé. Ter herdenking van de hei
lige Franciscus van Paola, patroon van
de zeevarenden, die 450 jaar geleden
overleed, is een postzegel van 25 lire
(blauwgrijs) in omloop gebracht, die de
heilige staande in een schip uitbeeldt.
ARGENTINIë. Het 75-jarig bestaan
van de stad La Plata, hoofdstad van de
provincie Buenos Aires, is onder meer
herdacht door de uitgifte van een post
zegel van 40 c. met als voorstelling de
voorzijde van hel „Museo de la Plata".
De oplage bedraagt vijf miljoen exem
plaren.
In Argentinië wordt vijftig jaar pe
troleum geëxploiteerd. Een zegel van
40 c. (blauw) is ter viering van dit feit
in circulatie gebracht. De postzegel
draagt de afbeelding van een boortoren,
waarvan een lichtstraal uitgaat in de
kleuren van de Argentijnse vlag, die
twee met olie gevulde handen verlicht.
Dit als symbool van de overvloedige
rijkdom van de Argentijnse bodem. Van
deze zegel zijn eveneens vijf miljoen
stuks gedrukt.
Het Tweede Kamerlid prof. Gerbrandy
(A.R.) heeft aan de minister-president ge
vraagd: „Is het de minister-president be
kend, dat Koningin Elisabeth II in de
Westminster Abbey een gedenkplaat heeft
onthuld, waarop in sobere, indrukwekken
de woorden zij herdacht werden, die zo
veel tot de ontwikkeling van India hebben
bijgedragen?
Is de minister-president niet van oor
deel dat de tijd is gekomen, dat aan on
ze dankbaarheid tegenover de figuren en
tegenover de diensten, die gedurende het
Nederlands bestuur over Indonesië zulk
een groot werk aldaar hebben tot stand
gebracht, op eenvoudige en voorname wij
ze openlijk uitdrukking wordt gegeven?
Is de minister-president niet van oor
deel, dat deze erkenning zou kunnen ge
schieden door in de Ridderzaal een pas
sende gedenkplaat aan te brengen, waar
op aan deze erkenning op sobere wijze uit
drukking wordt gegeven?"
ADVERTENTIE
Algemene, en zeker nerveuze vermoeid
heid, lusteloosheid en gemis aan eetlust,
zijn meestal te wijten aan verarming van
de rode bloedcellen in het bloed. Zorg voor
„nieuw bloed" en herwin aan kracht door
het volgen van de ijzerkuur.
Wanneer u zich lusteloos voelt, dan is het de
hoogste tijd bij elke maaltijd medicinaal
ijzer in te nemen, zoals de Pinkpilien dit be
vatten. Ze zijn zo opbeurend, dat 4 weken
volstaan om van 500.000 tot 700.000 rode bloed
lichaampjes per mm3 bloed te herwinnen.
Het aldus weer gezond geworden bloed kan
wederom al het nuttige halen uit de ver
sterkende bestanddelen van het voedsel en
uit de levenskrachtige zuurstof der lucht;
en wel in die mate, dat de vitaliteit vari
alle cellen van het organisme wordt hersteld.
Van de eerste week af krijgt men weer eet
lust. De spieren worden van dag tot dag
sterker. Verzwakte mannen of mannen met
bloedarmoede worden weer sterk en dyna
misch.
Pinkpilien bij apothekers en drogisten.
Bespaar 1.35 door aankoop van de grote
doos voor een volledige kuur.