|I3||
het pa
rlement
VOOR JULLIE
6
EEN PAASEI VOOR EEN
VROLIJK MENS
SERIE RONDE Q
Handicap voor de sterksten
STAND:
z
z
z
z
O
ZATERDAG 5 APRIL 195S
Erbij
PAGINA ZES
REGLEMENT
Muzikale tribune
L
E
N
T
E
Z
O
N
N
E
B
R
A
N
D
B
L
A
A
R
8
2
1
10
2
9
7
1
1
2
5
4
3
1
6
5
8
3 3
4
TOTAAL AANTAL PUNTEN
*- (VORIGE RONDEN)
O
O
O
O
tn
TEKST VAN
LIZZY SARA MAY
TEKENINCEN VAN
F IEP WESTENDORP
Meneer Bijkema is in
zijn element en Ivo
doet een „ontdekking'
Naam inzender
1. De wedstrijd bestaat uit vier ronden per serie.
Iedere week begint een nieuwe serie.
2. Uit de letters van het gegeven woord dienen
nieuwe woorden van negen of minder letters
te worden samengesteld, waarbij zelfstandige
delen van het gegeven woord niet ongewijzigd
mogen worden gebruikt als enkel invulwoord.
3 Men mag de letters van het gegeven woora
ln willekeurig aantal gebruiken.
4. Het aantal punten voor ieder gevonden woord,
ontstaande uit de samentelling van de pun-
tenwaarde der letters, moet achter ieder woord
worden ingevuld, evenals het totaal aantal pun
ten der vier gevonden woorden gezamenlijk.
5. Geldig zijn: Nederlandse woorden of samen
stellingen en gangbare woorden of samenstel
lingen van buitenlandse oorsprong, voor zover
zij voorkomen in Van Dale's Groot Woorden
boek nieuwe spelling. Niet geldig ztin: voor
namen, familienamen, aardrijkskundige namen,
merknamen, Latijnse vormen, afkortingen. De
ij is één letter en mag ook als y worden ge
bruikt De ei geldt voor twee letters.
6. Inzendingen per briefkaart met duidelijke in
vulling in blokletters en aanduiding van serie
en ronde voor dinsdagavond 24 uur aan een
van onze bureaus: Haarlem, Grote Houtstraat
93 of Soendaplein, IJmuiden: Lange Nieuw-
straat 427. Elke ronde moet iedere week wor
den ingezonden, dus niet worden opgespaard
tot vier van een gehele serie.
7. De premie van de winnaar wordt berekend
naar het aantal punten, dat hij heeft verzameld
over vier ronden van de betreffende serie. Hij
ontvangt één gulden per twintig verzamelde
punten.
8. Men kan aan Iedere nieuwe serie meedoen, ook
al is men deelnemer aan de lopende series.
Men moet echter voor iedere ronde van iedere
serie een afzonderlijk diagram invullen en dui
delijk aangeven, voor welke ronde en welke
serie het betreffende diagram gelden moet.
Men kan desgewenst inzenden op nagetekende
diagrammen.
9. Over deze wedstrijd kan niet gecorrespondeerd
of getelefoneerd worden.
De sterkste renners in deze, nu reeds
ettelijke weken aan de gang zijnde,
race, hebben zich duidelijk onderschei
den en daarom heeft de jury besloten,
deze favorieten te belasten met een
handicap, ingaande bij de heden te be
ginnen nieuwe serie A. Deze handicap
geldt voor hen, die reeds één of meer
malen een sex-ie hebben gewonnen. Zij
zullen bij ieder van de twee ronden
van serie A 5 punten méér moeten be
halen dan de anderen, met dien ver
stande dat van hun inzending 5 punten
zullen worden afgetrokken bij de be
rekening van de rangorde in iedere
ronde. Winnen zij desondanks toch hun
serie, dan krijgen zij hun tweemaal vijf
punten terug met een extra honorering
van één gulden per punt oftewel tien
gulden in totaal.
Het diskwalificatie-zwaard heeft danig
huisgehouden in de gelederen van onze
Derby-renners. Dit was in de eerste plaats
een gevolg van het feit, dat een groot aan
tal goed-geklasseerden een punt van het
reglefnent verwaarloosd hebben, dat het
gebruik van aardrijkskundige namen ver
biedt. „Bataviaas" valt daar natuurlijk on
der, alsmede alle woorden die op een of
andere manier Batavia inhielden.
Een uniek verschijnsel doet zich in ronde
Tot de ook in ons land meest beluister
de buitenlandse radioprogramma's be
hoort zeker de „Tribune du discophile"
van Brussel-Frans. Dit uur van elf tot
twaalf op de zondagmoi gen houdt nu al
jarenlang stand en verheugt zich nog
steeds in de onverflauwde belangstelling
van muziekliefhebbers en grammofoon-
platenverzamelaars. Dat bleek ook giste
ren weer uit de omvangrijke correspon
dentie welke het Nationaal Radio-Insti
tuut had ontvangen naar aanleiding van
de vergelijking tussen drie uitvoeringen
van het Requiem van Fauré onder leiding
van de dirigenten René Leibowitz, Jean
Fournet en Ernest Ansermet.
Het principe van dit discussieprogram
ma is dat twee musicologen, Jacques Steh-
man en Marcel Doisy, een aantal vertol
kingen van hetzelfde werk commentarië
ren. De week daarop komen de luisteraars
aan het woord. De versie welke de mees
te voorstanders heeft gevonden wordt dan
in haar geheel uitgezonden. De tweede
uitzending heet dan ook ..Illustration de la
tribune du discophile". Het progi-amma is
ook in Nederland buitengewoon gewild,
hetgeen blijkt uit de brieven van regel
matige cori-espondenten welke men uit
Haarlem, Amsterdam, Den Haag, Leiden,
Scheveningen, Delft en Arnhem ontvangt.
De Tribune wordt trouwens ook door de
Draadomroep verbreid, hetgeen wel iets
zegt. Dit valt niet alleen te verklaren uit
de plezierige manier waarop Stehman en
Doisy hun taak aanpakken, aan uiteenlo
pende opvattingen recht doen wederva
ren, critisch durven te zijn zonder on
welwillend te woi-den en objectiviteit niet
verwarren met het sparen van kool en
geit. Daarom vindt hun progiamma niet
alleen in het eigen land weerklank, maar
ook in Frankrijk, Nederland en zelfs
Duitsland, getuige de brieven van luiste
raars in het Rijnland.
Voor de Nederlanders komt daar nog
bij, dat onze omroep vrijwel geen verge
lijkende discografie kent, zeker niet in de
ze gedegen vorm en nog minder op een
zo gunstig uur. Misschien dat het succes
van deze NIR-uitzending ook nog eens tot
Hilversum doordringt. Bekwame spre
kers zijn er zeker te vinden.
1 van serie C voor: niet minder dan drie
koplopers, die op het punt af gelijk zijn.
De winnaars van deze week in de geëin
digde serie A (drie ronden) en serie D (vier
ronden) zijn respectievelijk N. Franken,
Haarlem (tojaal 981) en A. M. v. d. Hoorn-
Kleijn, Heemstede (totaal 1363).
De heer Franken ontvangt de premie van
49,05. Mevrouw v. d. Hoorn-Kleijn krijgt
68,10'/s.
De stand van de nog lopende series is
hierbij weergegeven.
De winnaars en koplopers bereikten de
eerste plaats met de volgende woorden:
zaagbaars, zaaibaars, vraagbaar, bazarbaas,
bazarvaas, bazarzaag, bazargaas, gasaanval,
rabbinaat, gangbaars.
Afgekeurd o.m.: baanbaars, bazarbaat,
vaasbasis, Bataviaas, babababy's, assagaais,
vaatbast, zangzaags, bazaangat.
In verband met de paasdagen is de in-
zendingstermün verlengd tot woensdag
avond 24 uur (gepost of bij ons bezorgd).
De nieuwe opgave geldt voor: A 1 (2 ron
den); B3 (3 ronden); ,C 2 (3 ronden); Dl
(3 ronden).
(Auteursrecht voorbehouden)
Ronde
Serie
1
2
3
4
AAN DE KOP
A
281
648
981
N. Franken, Haarlem
B
373
739
Mej. F. H. Poot, Haarlem
C
379
A. v. d. Hoff, Haarlem
Mej. F. H. Poot, Haarlem
J. W. v. Dartelen H'stede
D
358
634
996
1363
Mevr. A. M. v. d. Hoorn-Kleijn
LU
UD
LU
LU
c*
j
3
LU
U_
'V 'V
WEL, zei meneer
Bijkema, terwijl hij
de eerste tekening in
de projector schoof,
wel, eens kijken wat
dat oplevert. Een
beeldschoon lam, zou
ik zeggen, zoet en
vreedzaam... Wie van onze parlements
leden kan daar een equivalent oftewel
evenknie tegenaan gooien. Jullie hebt toch
allemaal een voorbeeld meegebracht? Een
schilderij uit een perinde van nu tot tach
tig jaar geleden? Wie?
Ik! riep Pete Wit, 'k geloof tenminste
dat het plaatje dat ik meegebracht heb
hierbij past.
Kom maar op, zei meneer.
Pete reikte meneer Bijkema de foto aan
en meneer schoof die naast de tekening
in de pi'ojector.
Ai! zei hij, een wonderschoon voor
beeld van onze beroemde Haagse School:
een lieve melk-en-homrgdi'oom van de
heer Jacob Isi-aels. Inderdaad Pete, dat
schilderij past het best bij deze lieve te
kening, alhoewel ik aan de tekening de
voorkeur zou geven. Vertel eens, Pete,
weet je nog meer schilders uit de tijd der
Hollandse impressionisten? Nee...? Jij,
Ivo!
Jozef Israels, aarzelde Ivo. En dan
was er geloof ik nog een... maar daar
weet ik de naam niet van. En Jacob Ma-
ris en Matthijs Maris.
Stop maar, zei meneei Bijkema, prach
tig. Ja, er waren er drie van die Israels:
Izaak, had je ook nog. En twee Marissen.
Matthijs is de beroemdste. Was en is trou
wens ook de moeite waard Hij heeft
prachtige dingen gemaakt. Goed. Maar ik
kan niet té lang bij de tekeningen afzon
derlijk blijven stilstaan We moeten nog
meer afwerken vanmorgen. Volgende te
kening. Ai! da's een verschil met de vo
rige.
Op het projectiedoek verscheen een lam,
dat letterlijk kop noch staart had. Toch zag
de tekening, die met vaardige hand in
kleurige vlakken gehouden was, er boeiend
en interessant uit.
Die is vast van Jaap, peinsde Ivo. Alleen
Jaap kan met zo'n fantasie een onderwerp
aanpakken. Hij weet ei altijd iets van te
maken.
Dit vervolgde meneer Bijkema voor
zijn doen erg schoolmeesterachtig, is
weer eens een typisch voorbeeld van de...
ja, Laura, hoe noemden we dat de vorige
keer ook weer?
De non-figuratieve schilderkunst, zei
Laura gehoorzaam.
Uitstekend, uitstekend prees meneer.
Laura, kind, een pluim op je hoed! De
non-figuratieven, ook wel de abstracten
genaamd. Degene, die deze tekening ge
maakt heeft, bewijst niet alleen talent te
hebben, maar ook duif en fantasie!
Daar ga je Jaap, fluisterde Ivo in de
richting waarvan nij dacht dat Jaap zat
in het verduisterde lokaal
En wie heeft een voorbeeld? riep me
neer Bijkema.
Ik! zei Ivo en hij reikte meneer Bijke
ma zijn voorbeeld aan.
Meesterlijk! riep mxneer Bijkema en
thousiast uit, nadat hij het plaatje in de
projector had geschoven. Fantastisch Ivo,
het kon niet beter. Karei Appel! In volle
glorie! En een hele mooie nog wel, één
waar je voor stil blijft staan!
Nou, riep Walter van Dooren door de
klas, ik blijf liever vooi iets anders stil
staan!
Ah! zei meneer Bijkema, ons parle
mentslid Walter van Dooren heeft het
woord. U zei meneer?
Dat ik iiever voor iets anders blijf stil
staan, herhaalde Waltei
En waar dan wel voor? vi'oeg meneer.
Voor een meisje!
Een aardig meisje dan tenminste, op
perde meneer Bijkema.
Ja, meneer, grinnikte Walter.
Kijk, zei meneer Bijkema, hier doet
zich een uiterst gecompliceerd probleem
voor. Namelijk: het probleem smaak. We
hebben allemaal een andei'e smaak, dat
is logisch, maar we staan ook allemaal
anders tegenover de smaak. Dat wil zeg
gen: de een vindt: „Ik wil alles bekijken
en daarna mijn oordeel zeggen" en de an
der meent: „Ik wil alleen datgene bekij
ken waar ik zin in heb en dat andere vast
veroordelen zonder het gezien te heb
ben". Kijk jongens, das ist des Pudels
Kei-n
Die tweede groep maakt het zich maar al
te gemakkelijk, die maakt ei zich van af.
En en nier verhief meneer Bijkema te
gen zijn gewoonte in zijn stem moet ik
tegen protesteren. Vooral jonge mensen
moeten voor alles open staan. Waarom
schelden jullie altijd op de bekrompen
oudex-en? Hè!? Nee, diegene, die niet open
staat voor alles wat er aan nieuwe dingen
te koop is, is een nul
Dat was niet mis, dacht Ivo. Dat heeft ie
even fijn gezegd. Het was precies wat ik
zelf wel zou willen zeggen. Als je goed
naging waren sommige ouders nog leu
ker en jonger dan jonge mensen. Dat ver
velende Waltertje, die had index-daad al
leen maar ogen voor meisjes en de rest
kon hem geen steek schelen.
Eigenlijk toch wel een beetje -ermoeiend,
zo'n les. Dat turei naar het projectiedoek
en het luistex-en naar al die uitleg Met
inspanning probeerde hij zijn aandacht
er bij te houden, totdat hij plotseling op
schrok door een woord dat hij meende te
horen. Wie had het gezegd? Meneer Bij
kema. Komplotteren. Had hij het goed ge
hoord? Op hetzelfde ogenblik zag hij op
het projectiedoek inplaats van lam
metjes, flessen en kolven verschijnen.
Het duurde alles met elkaar misschien
maar enkele seconden, toen ging het
beeld in rook op. Alsof er wolken voor zijn
ogen kwamen. En daar verschenen de
lammetjes weer.
Dat was het laboratorium van de schulp-
prof, alias Tygendaag, herkende Ivo. Hij
voelde dat zijn hart hem in de keel klopte.
Een visioen, dacht hij. Ik heb een visioen
gehad. Wat was het? Een waax-schuwing?
Hoe kwam dat zo plotseling? Vreemd,
dat ik daar niet eerder aan gedacht heb.
Natuurlijk.de schulppx-of zit in het kom-
plot. Dat w^ daar niet opgekomen zijn. Het
ligt zo voor de hand.
Ivo snakte naar het ogenblik dat de bel
zou gaan, dat hij zijn vreemde visioen aan
Jaap zou kunnen vertellen. Vaag hooi-de
hij de stem van meneer Bijkema, die nu
vex-zeild was geraakt tussen de Franse Im
pressionisten.Manet, Degas, Re
noir.
En daar ging de bel. Gelukkig. Het had
niet veel gescheeld of Ivo was zo de klas
uitgelopen. Maar nu moest hij nog wach
ten tot het licht opging. Toen dat gebeur
de en iedereen elkaar met knipperende
ogen zat aan te kijken, was het of Ivo weer
even dat beklemmende gevoel terug
kreeg. Maar het bleek deze keer gelukkig
maar verbeelding. Ivo tx-achtte Jaaps aan
dacht te trekken, maar Jaap was blijk
baar nog helemaal bij de impressionisten.
Hij keek tenminste Ivo's kant niet uit.
Meneer Bijkema trok met behulp van een
paar jongens de zwarte rolgordijnen om
hoog en een golf zonlicht spatte plotseling
de klas binnen. Het stemgeroes hield op
eens op, alsof iedereen onder de indruk
was van lente en bloemen, alsof ze het al
lemaal voor het eerst zagen.
Onze gx-ote kunstenaar de natuur, wees
meneer Bijkema met een gx-oots gebaar.
En nu leden van het parlement, vervolg
de hij, wilde ik jullie even vertellen dat we
de volgende week een excursie gaan ma
ken naar het Museum voor Moderne
Kunst. Vergeet dus niet iets eetbaai-s mee
te ner en. We gaan per trein, dus ook reis
geld meenemen. En een tekenschrift!
Saluut, allemaal!
Jaap, riep Ivo meteen toen meneer Bij
kema verdwenen was, Jaap!!
Ja, riep Jaap terug, wat is er?
Schiet op, zei Ivo alleen.
Je hebt gewoon een sleutelwoord ge
vonden, zei Jaap, toen Ivo hem, toen ze
voor de school stonden, opgewonden ver
telde wat er met hem gebeurd was. Ge
woon een sleutelwoord. Dat gaat zo, weet
je: In je onderbewustzijn zoek je naar een
oplossing dat gebeurt dus buiten jezelf
om en bij het een of andex-e gebeuren of
of woord, valt alles als een legpuzzel in el
kaar.
Maar vreemd is het, vond Ivo. En nu be
gint het feest pas!
(Wordt volgende week vervolgd)
DE PAASHAAS keerde terug van
zijn tocht naar de mensen. Zijn poot
jes sleepten, zijn oren hingen een beet
je gekreukeld langs zijn bol en zijn ogen
stonden moe. Zijn rai-e trillippen mom
pelden iets.
„Wat doet hij toch?" vroeg de klei
ne merel aan zijn moeder, want hij had
nog nooit eerder de Paashaas zien te
rugkomen van de mensen. „Ik dacht
dat hij zou dansen, dat hij zou zingen,
omdat alles klaar is."
„Nee," zei z'n moeder. „Hij is niet
gerust voor iedereen zijn ei gevonden
heeft. Eén foutje en alles is in de war.
Hij weet hóe erg het is als er iemand
woi'dt overgeslagen."
„Wat gebeurt er dan?" vroeg de
kleine mex-el.
„Precies weet ik het ook niet," zei
moeder Merel. „Maar wel weet ik dat
er iets vreselijks gebeurt als de Paas
haas merkt dat hij iemand heeft ver
geten. Ik geloof.." zei ze zacht, „dat
hij dan zijn toverkracht verliest. En
daarom kan hij niet gerust zijn voor
het Paasmorgen is. Luister maar wat
hij mompelt."
De Paashaas liep nu vlak onder de
boom door, waarin de merels zaten.
„Er mag geen foutgemaakt worden,
er mag geen fout gemaakt wox-den!"
mompelde hij.
„Een moeilijk vak", zei de kleine
mex-el. „Ik ben blij dat ik geen Paas
haas ben."
„Zeg dat wel," zei z'n moeder.
De Paashaas sloeg een zijpaadje in
naar een open plek van het bos, waar
het mos het zachtste is. Daar zou hij
de moi-gen afwachten. Maar toen hij
op zijn vaste plaatsje wilde gaan zitten,
merkte hij dat dat al bezet was. Van
verbazing gingen zijn oren ex-van om
hoog. Want het was geen dier van het
bos, dat daar lag te slapen, maar een
mens. Hij sliep heel vast. Naast hem
lag een bundeltje en een gitaar. Iedere
andere haas zou meteen op de loop
zijn gegaan, maar de Paashaas niet.
Hij had in zijn leven al zó veel men
sen gezien. Nee, hij was meer nieuws
gierig dan geschx-okken. Daai-om ging
hij naast de mens zitten en wachtte tot
die wakker werd. Dat gebeurde pas na
een hele poos toen de maan al hoog
aan de hemel stond. De mens was niet
eens verbaasd dat bi' door een haas
werd aangesproken, want ook hij had
al heel wat dieren meegemaakt in zijn
leven. Een heleboel waren zelfs' vrien
den van hem, dikke vrienden.
Terwijl de Paashaas met de mens
pi-aatte ging er aldoor maar één ge
dachte door zijn bol. „Waar is het ei
voor deze mens? Waar zou het liggen?
Waar staat zijn huis?"
Hij kende natuurlijk niet alle men
sen uit zijn bol, die hij eieren had ge-
brach'. en hij was er dus zeker van
dat er ergens ook voor deze mens een
ei lag.
Op het laatst vroeg hij het. „Waar
staat uw huis?"
De mens lachte. „Ik heb geen huis,"
zei hij, „ik tx*ek maar wat door de we
reld en ik probeer ze wat op te vrolij
ken met mijn gitaar en mijn liedjes.
En dan kun je nergens lang blijven,
meneer Haas, want er zijn zoveel men
sen die een beetje vx-olijkheid nodig
hebben."
De Paashaas hoorde niet eens meer
wat de mens zei. Hij zag wit rond zijn
snorren en zijn pootjes trilden. Hier zat
nu een mens voor hem die px-obeex-de
om andei-e mensen vrolijk te maken
en juist voor dié mens had hij geen
ei! Wat moest hij beginnen? Hij zag
al die stoeten mensen voor zich die wél
een ei zouden krijgen en hoeveel waren
er daar niet van die nog nooit gepro
beerd hadden om een ander op te vro
lijken?
„Een fout," zei de Paashaas, „er is
een fout gemaakt." Hij rende bij de
mens weg en ging aan de boom van
de kraai schudden die rustig zat te sla
pen. „Kraai! Kraai!" riep hij. „Maak
iedei-een wakker. Roep het hele bos bij
elkaar. Een fout! Er is een fout ge
maakt!"
Een beetje sufferig en rillerig'en ook
een beetje mopperend, omdat die Paas
haas nooit van ophouden wist, kwamen
de dieren uit hun nesten. Maar toen ze
hoorden waar het om ging, wax-en ze
meteen klaar wakker. „De enige mens
die nou eens werkelijk een ei verdient,"
zei mevrouw Merel, „eentje die liever
vrolijke gezichten ziet dan een eigen
huis. Eén die net als wij leeft van zijn
liedjes. We moeten er iets aan doen."
Ia, dat vond iedereen. Maar eieren
waren er nergens meer. De verfpotten
van de Paashaas waren tot op de bo
dem leeg en waar zou je midden in de
nacht strikken vinden voor een Paasei?
En terwijl de dieren elkaar versla
gen aankeken, hoorden ze in de verte
een vx-eemd gerommel dat langzaam
dichterbij kwam. De Paashaas zelf
hoorde het het eerste. Hij schrok zó,
dat hij op een klein konijn moest steu
nen om niet te vallen. „Mijn tover
kracht", kx-eunde hij. „Ik ben mijn to
verkracht kwijt. De paaseieren komen
terug naar waar ze vandaan kwamen."
En het was waar. Bij het licht van
de maan zagen de dieren hoe een le
ger van paaseieren, zó groot, dat je er
het einde niet van zag, aan kwam rol
len. Ze keerden tex-ug omdat er een fout
was gemaakt.
„Het mèg niet, het mèg niet gebeu
ren," zei de kleine merel tegen zich
zelf. „Al ben ik maar klein, ik ga iets
doen."
De kleine merel schoof bij zijn moe
der vandaan, sloeg zijn vleugeltjes uit
en vex-dween zo snel als hij maar kon.
Niemand merkte het, zó verslagen was
iedex-een. Ze stonden stokstijf bij elkaar
en keken, keken naar die eindeloze
stoet die rommelend dichterbij rolde.
De Paashaas was in elkaar gezakt.
Zijn oi-en lagen plat tegen de grond.
Hij kon het niet meer aanzien. Hoe lang
ze daar stonden zonder een snavel of
bekje open te doen wisten de dieren
zelf niet meer. De voox-ste eieren wa
ren de poten van de Paashaas genaderd
en 'agen daar stil. Ook de anderen
daarachter bewogen niet meer. Muren
van Paaseieren rezen rond de dieren
op. Maar in de stilte, na al het gerom
mel van de eieren hoorden ze plotse
ling een ander geluid „Het lijkt.het
lijkt.stil eens.het zijn twee dieren
die met elkaar praten!" zei de kraai.
„Ssst.. zei moeder Merel en ze keek
opzij naar waar haar zoontje had ge
staan, „ik geloof dat het mijn zoon is."
„Welnee" zei een konijn, „als je het
mij vraagt is het een kip die daar
praat."
„Een kip! Heb jij ooit van een kip
gehoord die midden in de nacht door
het bos wandelde?" vx-oeg de kraai,
maar hij had dat nog maar net ge
zegd of boven de muur van paaseieren
verscheen de snavel van een kip. Bo
ven haar vloog een kleine merel.
„Vlugvlug!" riep hij. „Ik heb
haar wakker gemaakt. Ze zal een ei
leggen. Een ei voor de mens zonder
huis."
De kip fladderde tot vlakbij de Paas
haas en voor zijn voeten legde ze een
ei.
„Toktoktok!" riep ze trots toen het
gebeurd was. De Paashaas keek op en
het eerste was hij zag was een glan
zend wit eitje.
„Een ei! Een ei!", schreeuwde hij,
„Er is nog hoop! Vlug.vlug, bedenk
nog iets."
„Maar we hebben geen verf," riepen
de hulp-paashazen die rond hun mees
ter stonden.
„O, wacht maar", zei een zachte
stem. „Als zelfs de kippen van stok ko
men om de Paashaas te helpen, dan
doet ik ook mee!"
Een klein anemoontje vouwde haar
blaadjes open, boog zich over het ei en
tekende met haar meeldi-aden een boe
ketje bloemen op de witte schaal. Daar
onder schreef ze met haar mooiste let
ter's: „Vrolijk Pasen!"
„Fn nu een strik.nu nog een strik!"
riep de merelmoeder. „Waar halen we
nu nog een strik vandaan?"
„Hier", zei een zachte stem. „Als de
kippen van stok komen om de Paashaas
te helpen, als het anemoontje in de
nacht haar blaadjes openvouwt, dan
doe ik ook mee!"
De mooiste vlin
der van het bos
sloeg haar vleu
gels uit en ging op
het ei zitten als
een prachtige strik
van duizend kleu
ren. Een mooier
Paasei kun je je
niet denken dan
dat wat nu aan de
voeten van de
Paashaas lag. Er
ging een diepe
zucht van opluch
ting door de rijen
Met Pasen zingen de klokken,
de klokken in de toren,
maar er zingen nog veel meer stemmen
voor wie oren heeft om te horen.
Daar heb je de stem van de vogels,
trillertjes, tonen en fluiten.
Ze nodigen iedereen uit
en niemand sluiten ze buiten.
En luister ook eens naar de bloemen,
naar de narcissen ruisend op 't veld,
wat elk van die gouden trompetters
de mensen en kinderen vertelt.
Ze steken die gouden trompetten
als herauten de wereld in:
Nu komt het feest van de lente
en Pasen is het begin.
Mies Boühuys
dieren toen ze za
gen hoe de Paas
eieren bij hem
wegrolden terug
naar de plaats
waar ze op Paas
morgen gevonden
moesten worden.
De Paashaas droeg
het prachtige ei
voorzichtig naar
de mens zonder
huis die weer was
in geslapen.Tx-anen
van blijdschap,
stonden in zijn
ogen. De fout was
goed gemaakt!
En wie op Paas
morgen door dat
bos zal lopen, zal
zich misschien af
vragen waarom de
vogels daar nóg
mooier fluiten dan
in andere bossen,
waarom de ane
moontjes daar nog
stralender lijken
en de vlinders er
mooier dansen dan
waar ter wereld
ook.
Alle dieren en
bloemen daar zou
den je het kunnen
vertellen. Maar zij
doen het. niet. Wél
de mens met de
gitaar. Die heeft
er een liedje over
gemaakt en wie
hem tegenkomt en
dat liedje hoort die
weet pas wat „vr0"
lijk Pasen" bete
kent.