Examen
INTRIGES
FILATELIE
VERSTERKING VAN RAAD VAN STATE
Open brief van
Arti et amicitiae
rondom de Pauiventroon
'm
Op en qm het
Binnenhof
11
Beoordeling beeldende kunst
in discrediet geraakt
Akkoord over verbetering
kanaal Gent-Terneuzen
Nederlands aandeel in
kosten rond f 40 miljoen
Minister Algera opent
nieuwe weg in Friesland
Kerkelijk Nieuws
Lijkschouwingen verricht
zonder toestemming
Twee artsen voor de
rechter
Lenin-prijzen toegekend
Juan Jimenez overleden
Drieling in Sittard
i&mm, -!•
Examens
Geen televisie voor leden
van Gereformeerde
gemeenten
ideaal
^5. wonen
Complete MV „Stal" naar
De Asser T.T.
VRIJDAG 30 MEI 1958
pe begripsverwarring in de beelden
de kunst is allengs zo groot geworden en
wordt, wat erger is, op zo stelselmatige
pn wclgeorganiseerde wijze aangewak
kerd, dat wij ons genoodzaakt voelen ter
verdediging van de integriteit van ons
beroep een openbaar protest te doen ho
ren". Zo luidt de aanhef van een open
brief van de maatschappij „Arti et ami-
citiae" gericht aan „allen, wie het wel
zijn der beeldende kunst ter harte gaat".
In de brief wordt de wens uitgespro
ken dat het aankoop- en tentoonstellings-
beleid in rijk, provincies en gemeenten,
onder toezicht wordt gesteld van kunste
naars, die door hun persoon en hun werk
bet vertrouwen van hun collega's genie
ten. In toenemende mate wordt het open
bare kunstleven, met name ten aanzien
van tentoonstellingen en internationale uit
wisseling op monopolistische wijze gediri
geerd door een kleine groep museumamb
tenaren en geestverwante journalisten,
aldus de brief, waarin voorts met nadruk
wordt, vastgesteld, dat er noch voor kunst
ambtenaren noch voor kunstcritici een op
leiding bestaat of bestaanbaar is die
enige garantie biedt voor de waarde van
hun oordeel, zoals deze ten aanzien van
de oude kunst wel bestaat in de kunsthisto
rische studie en die ook daar slechts in
combinatie met een aangeboren goede
smaak kan leiden tot bezonken kenner
schap. De dirigenten van het hedendaag
se kunstleven ontlenen hun gezag echter
alleen aan hun functie en het is geenszins
bewezen, dat de functie kennis van zaken
zou garanderen. Volgens de samenstellers
van de open brief is de toestand thans zo
geworden, dat de kunstwerken niet meer
beoordeeld worden naar hun kwaliteit van
talent en vakmanschap, doch volgens
maatstaven die aan de mode en het recla
mewezen zijn ontleend.
In antwoord op schriftelijke vragen van
het Tweede-Kamerlid Assmann (K.V.P.),
heeft de minister van Verkeer en Water
staat medegedeeld, dat inderdaad overeen
stemming tussen de Nederlandse en Bel
gische regeringen is bereikt over de ver
betering van het kanaal GentTerneuzen.
Deze overeenstemming betreft onder
meer de verdeling der kosten van de door
Nederland op Nederlands gebied uit te
voeren werken, de aard en de globale
hoofdafmetingen van deze werken zoals
dein Terneuzen te bouwen zee- en binnen-
vaartsluizen, de verbreding en de verdie
ping van het kanaal, de oeververbindingen,
de wegverbinding TerneuzenGent langs
ie westzijde van het te verbeteren kanaal,
lok in het binnen bepaalde grenzen hou-
sn van het zoutgehalte van het kanaal
water en het vraagstuk van de zeehaven-
spoorwegtarieven en van de havengelden
is voorzien.
De tekst der overeenkomst inzake de op
heffing van de stop van Ternaaien wordt
thans in gemeenschappelijk overleg tussen
Nederland en België opgesteld. Verwacht
mag worden, dat de overeenkomst binnen
enige maanden aan de Staten-Generaal
kan worden voorgelegd.
Naar vernomen wordt, zou men voor
nemens zijn de afmetingen van het kanaal
voldoende te verruimen, teneinde de dub
bele vaart mogelijk te maken van schepen
van 210 meter lengte, 26 meter breedte en
11 meter diepgang.
Er kunnen nu schepen worden geschut
van 140 meter lengte met een diepgang van
acht meter, zodat een nieuwe zeesluis ge
bouwd moet worden te Terneuzen. Met een
nuttige lengte van 290 meter en een breed
te van 35 meter. In Zeeuwsch-Vlaanderen
meent men te weten, dat volgens de nu
bereikte overeenstemming Nederland bijna
20 percent van de kosten of 40 miljoen gul
den zal dragen.
Advertentie
Rustig denken
Mijnhardt's
uwt a bIe 11 e n
Minister mr. J. Algera heeft donderdag
net nieuwe wegvak Beetsterweg-Drachten
dat deel uitmaakt van Rijksweg 43 naar
Groningen, geopend. Hij wees daarbij op
'net grote belang, dat deze weg heeft voor
het verkeer in het noordelijk deel van
Friesland en ook voor de nieuwe IJsel-
Tieerpolders. Het is nu mogelijk geworden
jn het rijkswegenplan een nieuwe wegver
binding van Amsterdam over Lelystad
naar Emmeloord op te nemen, waar kan
worden aangesloten op de weg 38 naar
lemmer. Er ontbreekt slechts nog het ge
deelte Lemmer-Joure om een doorgaande
wegverbinding te krijgen van Amster
dam over Heerenveen naar Groningen,
die aanmerkelijk korter is dan de bestaan
de route over Zwolle.
Als toekomstig project noemde de min
ister ook nog een kortere verbin
ding van Groningen met Emmeloord, die
op heUogenblik in studie is.
De afstand tussen Drachten en Hoeren
den is nu teruggebracht van 27 tot 21 km.
fn de rijtijd zal wel tot minder dan de
helft zijn verminderd, aldus minister Alge
ra. Evenals alle vroeger opengestelde
wegvakken van deze rijksweg, is het nieu
we weggedeelte voorzien van een beton
en rijbaan van 7 meter breedte. Bij be-
'angrijke wegkruisingen is de rijbaan ver
dubbeld.
Ned. Herv. kerk
Bedankt voor Nieuwe-Tonge G. v. Estrik
Nieuwland (Z.-H.)
Geref. kerken
Tweetal te Amsterdam (vac. R. C. Har-
dr) dr. C. Gilhuis te 's-Gravenhage-O. en
l!r- B. Rietveld te 's-Gravenhage-W.
Beroepen te Murmerwoude Th. Kuiper te
tybrandsburen.
Geref. gemeenten
Bedankt voor Barneveld P. v. d. Bijl te
dhenen.
Advertentie
Nu èl het rumoer rondom het tragische einde van het huwelijk van
Keizerin Soraya wat is verstomd en men U van alle kanten de méést
fantastische onthullingen heeft gedaan over de redenen die tot dit
teleurstellende drama hebben geleid; nü wordt het tijd, dat óók U de
ware toedracht leert kennen van deze vorstelijke tragedie. U weet alles
van het kind dat Soraya zo lang verwachtte en dat nooit kwam!
Maar... wat weet U van het meedogenloze en listige spel van jalouzie
en haat, dat de ware achtergrond vormt van al het gebeurde?
Want... ondoorgrondelijk en onbegrijpelijk als het Oosten zélf loopt
de weg van het huwelijk van Soraya en haar Sjah; een weg die
voorbestemd leek om over rozen te gaan en die dood liep op de
duistere intriges in de sloppen en Bazar van Teheran.
Wanneer IJ de volgende week in MARGRIET de eerste
bladzijden leest van MARGRIET's speciale medewerker,
die - om achter de waarheid te komen - voor U naar
I V'y», Keulen en Teheran reisde, dan zal veel U duidelijk
worden van wat er zich
rondom de Pauwentroon
heeft afgespeeld en nog
afspeelt!
Leest U MARGRIET nog
niet regelmatig, schrijf dan
nog vandaag een briefkaart
aan fylARGRIET, Huide-
koperstraat 20, Amsterdam
Voor de Rotterdamse rechtbank hebben
terecht gestaan de 44-jarige patholoog
anatoom dr. H. E. S. en de 32-jarige arts
I. S. L. beiden uit Rotterdam, die in hoger
beroep waren gekomen van hun veroorde
ling door de kantonrechter tot 150 boete
of zestig dagen hechtenis. Het betrof een
overtreding van de wet op de lijkbezor
ging, in die zin, dat sectie zou zijn ver
richt op een stoffelijk overschot zonder
toestemming van de officier van justitie,
terwijl bleek dat er geen natuurlijke doods
oorzaak was.
De artsen voerden aan, dat zij jai'en-
lang op deze manier gewerkt hebben. In
de gemeentezickerïhuizen, waar zij meest
al werkzaam waren, zorgde de admini
stratie voor deze zaken. In het particulie
re ziekenhuis, waar de ten laste gelegde
gevallen gebeurd waren, was dat dan ken
nelijk anders, maar daar wisten wij niets
van, aldus hun verweer.
De president merkte op, dat volgens
een nieuwe wet van 1955 deze zaken scher
per geregeld zijn. De officier vond, dat al
regelt de administratie deze kwesties dan
meestal, de wet toch de geneeskundige
zelf verantwoordelijk stelt. Vooral in het
geval van dr. S., waar het een jongetje
betrof, dat door zijn vader zo was mis
handeld dat het overleed, zou het betreu
renswaardig geweest zijn als dit niet aan
het licht zou zijn gekomen, aldus de offi
cier. De vader had namelijk gezegd dat
het kind van een hobbelpaard was geval
len. De eis was: bevestiging van het von
nis, maar halvering van de boete.
Uitspraak over veertien dagen.
Officieel is bekendgemaakt dat als
„vooraanstaande figuren in de strijd voor
vrede en vreedzame samenwerking onder
de landen" de volgende personen begif
tigd zijn met de Lenin-prijs: De Duitse
auteur Arnold Zweig, de Zweedse schrij
ver Arthur Lindquist, de Franse vakbonds
leider Louis Saillant, de Tsjechische theo
loog Joseph Kromadka en de Japanse
rechtsgeleerde prof.. Kaoru Yasui.
De schrijver Juan Ramon Jimenez. No
belprijswinnaar voor litteratuur in 1956. is
donderdag op 76-jarige leeftijd in San
Juan op Porto Rico overleden.
Jimenez werd algemeen beschouwd als
de grootste figuur van de hedendaagse
Spaanse dichtkunst.
Hij ging in 1936 tijdens de Spaanse bur
geroorlog vrijwillig in ballingschap en
vestigde zich op Porto Rico. Daar gaf hij
colleges in letterkunde.
Het echtpaar Crijns-Mestrom in Sittard
is donderdag verblijd met de geboorte
van een drieling: een dochtertje en twee
zoontjes. Moeder en kinderen verblijven
in het ziekenhuis te Sittard en maken het
naar omstandigheden goed. De heer en
mevrouw Crijns zijn in 1954 getrouwd. In
1955 werd een zoontje geboren, in 1957 een
tweeling (twee dochters) en nu de drie
ling.
VERENIGDE
STATEN.
Op 31 mei komt
een postzegel van
3 c. (zwart en
oranje) uit ter ge
legenheid van hel
Internationaal ge
ofysisch jaar. Er-
vine Metzl is de
ontwerper van de
ze zegel. Zijn te
kening is geba
seerd op een foto
van de zon en
beeldt een gebied
van intense zonne-
activiteit uit, zo
als periodiek voor
komt. De zon is
een van de objecten, die in het 18 maan
den durende Internationaal geofysisch
jaar wordt bestudeerd. De zegel geeft
ook een afbeelding van een detail van
Michaela Angelo's beroemde fresco „De
schepping van Adam" uit de Sixtijnse
kapel te Rome
It
mm
DEUTSCHE BUN DES POST
ao
Toe*} fetre 'Tncrxr uefmsrfir
'f- •'KI4.-N.' ''joe '•VmAfiS V
-• 4 A";X;5£
n" <5
VERENIGDE ARABISCHE REP. De
Egyptische postadministratie heeft een
postzegel van 10 mills (blauw) uitge
geven ter herdenking van de 50ste sterf
dag van Quasim Amin (1865-1008), so
ciaal hervormer, die veel heeft gedaan
voor de emancipatie van de Egyptische
vrouw.
WEST-DUITSLAND. In 958 richtte
Heinrich, aartsbisschop van Trier, in
opdracht van de keizer op het markt
plein van zijn stad het stenen kruis op,
dat er nu nog staat. Nadat de Romeinen
de stad (destijds Augusta Trevirorum
genaamd) hadden verlaten en later gro
te verwoestingen waren aangericht, was
er van Trier niet veel meer over. De
oprichting van het kruis betekende de
wedergeboorte van de stad. Ter her
denking van het 1000-jarig bestaan van
de Trierer Hauptmarkt en zijn kruis
wordt op 3 juni een postzegel van 20 pf.
(rood en zwart) in omloop gebracht. De
zegel vertoont tegen een achtergrond
van enige huizen aan het marktplein,
het stenen kruis.
Voor hel eindexamen van de tweede leerkring
aan de Rijkskweekschool te Haarlem zijn ge
slaagd de dames: J. Souwer te Haarlem, E. Luy-
nenburg te Overveen. C. van Bommel te Haarlem
en J. Geerts te Haarlem.
Amsterdam. Gemeente Universiteit. Bevorderd
tot arts: mevr. M. P. Varenbrink-Grotjohann en
de lieren J Varenbrink, H. Dunn, allen te Am
sterdam: C. S. D. de Heer. Bloemendaal. Arts
examen le gedeelte: E. M. Vroom. Amsterdam.
Kandidaatsexamen politieke en sociale weten
schappen: P. E. V. de Bruin. Huizen. Doctoraal
examen geschiedenis: rnej. R. G. Mansfeld, Am
sterdam. Kandidaatsexamen geschiedenis: mej. E.
Koppenberg, Amsterdam. Doctoraalexamen geo
logie: H. N. A. Priem. Doctoraalexamen wijsbe
geerte: J. Nienhuis, Amsterdam. Kandidaatsexa
men wis- en natuurkunde: W. Jansen, E. A. Kum-
mer. beiden te Amsterdam: E. Klein. Abcoude;
W. E. Witteveen, Den Haag. Doctoraalexamen
geografie: A. A. Wijnkoop, Amsterdam.
I)en Haag. Geslaagd voor het examen ter ver
krijging .van de sta^tsbeyoegdheid voor heilgvm-
nasliek en massage: mevr. G. van Doorn-Van
Walterop te Heemstede.
Nu er in de beide Kamers van Staten-
Generaal ten gevolge van de pinksterva
kantie even volslagen rust heerst, grijp
ik deze gelegenheid aan om, toch nog op
het Binnenhof blijvende, enige aandacht te
wijden aan een daar eveneens zijn zetel
hebbend college. Ik heb hier het oog op
de Raad van State.
In één opzicht bestaat er tussen dit hoge
college van staat en de Staten-Generaal
ongetwijfeld overeenstemming. Zij hebben
gemeen, dat hun benaming uit reeds lang
vervloden tijden afkomstig is en tevens,
dat niet slechts hun bevoegdheden maar
ook heel hun wezen in die oude tijd van
volkomen andere aard waren dan thans.
Zelfs nog vóór de Republiek der Verenigde
Nederlanden tot stand kwam, bestond zo
wel de Raad van State als de Staten-
Generaal. In de Grondwet van 1814 kregen
die benamingen van weleer een plaats.
In die Grondwet en ook daarna is het
aanvankelijk nog zo geweest, dat men zich
de Raad van State dacht als het college,
dat het vorstelijk staatshoofd in zijn
optreden zou bijstaan. Vandaar, dat er
wel gesproken werd van dit orgaan als
een soort „Koningsraad". Allengs was
zich echter de medewerking met de Koning
gaan verplaatsen naar de ministers. Wil
lem I ging er al vroeg toe over het
feitelijke voorzitterschap te laten vervullen
door de vice-President van de Raad. Dat
is nog steeds de gang van zaken in de
praktijk; de Koning(in) verschijnt er alleen
om te presideren ter gelegenheid van zeer
uitzonderlijk plechtige bijeenkomsten.
Daarentegen placht Koning Willem I (in
1815 maakte de titel van Souvereine Vorst
plaats voor die van Koning) wel de ver
gaderingen met zijn ministers voor te zit
ten, die dan tezamen met hem en onder
zijn leiding de Kabinetsraad vormden.
Toen in 1848 de volledige ministeriële ver
antwoordelijkheid haar intree deed, kwam
hoogst enkele uitzonderingen daarge
laten de Kabinetsraad te vervallen en
vergaderden de ministers onderling, voor
gezeten door hem die nu Minister-Presi
dent heet. Juist vanwege de in 1848 in
de Grondwet aangebrachte hervormingen,
waaronder de zoëven genoemde ministe
riële verantwoordelijkheid, kon de Raad
van State onmogelijk nog langer „Konings
raad" blijven. De enige raadslieden van
het onschendbare staatshoofd dienden de
aan het parlement voor al het doen en
laten van het staatshoofd verantwoordelijk
zijnde ministers te zijn.
Zo rees dan ook bij de Grondwetsher
ziening van 1848 de vraag, of er eigenlijk
nog wel voldoende reden bestond tot
handhaving van de Raad van State. Uit
eindelijk viel de beslissing ten gunste van
het eerwaardige college uit. Maar dit pas
na heel wat strijd. Een van de tegenstan
ders had zelfs betoogd, na eerst de uit
stekende talenten, de trouw en de vader
landsliefde van vele leden gaarne hulde
te hebben gebracht, dat de Raad ook „de
wijkplaats geworden (was) voor.... on
bruikbare graven en baronnen". Nu, wan
neer men eens even stil staat bij de
tegenwoordige samenstelling van dat hoge
college, dan zal men toch wel moeten er
kennen, dat er sedert 1848 heel wat ver
anderd is!
Intussen geldt dit niet met betrekking
tot de ten opzichte van de noodzaak of
het nut van het bestaan van de Raad van
State gekoesterde opvattingen. Die lopen
immers ook heden ten dage nog heel
sterk uiteen.
In hoofdzaak komt, een bijzondere, aan
het slot nog even te vermelden functie
daargelaten, de taak van de Raad van
State neer op:
1. advies uitbrengen over wetsontwerpen,
2. advies geven over algemene maatrege
len van bestuur,
3. het onderzoeken van de geschillen van
bestuur of andere geschillen en het
dienomtrent uitbrengen van advies.
Alle wetsontwerpen en alle maatregelen
van bestuur moeten naar de Raad van
State, opdat deze daarover zijn advies
kenbaar maakt. Uit de aard der zaak zijn
het adviezen gericht tot de regering, dus
geenszins alleen tot de Koning, doch tot
de Kroon, dat wil zeggen, de Koning en
de verantwoordelijke minister(s). Zozeer
staat mede in dit opzicht de door de ver
antwoordelijke ministers in ons staats
bestel ingenomen plaats op de voorgrond,
dat een onmiddellijk contact tussen de
Koning alleen en de Raad van State uit
gesloten is; alles loopt via de ministers.
r,2'. A-ftï 'r -.
Nu valt niet te ontkennen, dat de bete
kenis ik zeg niet de waarde van
's Raads adviserende werk in het bijzon
der met betrekking tot wetsontwerpen van
slechts beperkte aard is. In tal van geval
len toch zal voor de beslissing van de
vraag, of en in welke vorm een Kabinet of
een minister een wetsontwerp bij de volks
vertegenwoordiging aanbangig meent te
moeten maken, een beleidsoverweging de
doorslag geven. En over het beleid is het
laatste woord aan de verantwoordelijke
ministers, geenszins aan de Raad van State.
Meer dan eens komt het daardoor waar
schijnlijk wel voor, dat een minister van
oordeel is, dat de indiening van een wets
ontwerp staatkundig gewenst te achten
valt en de daaraan verbonden voordelen
eventueel zelfs gaan boven de nadelen van
een of meer juridische bezwaren, welke in
de ogen van de Raad van State aan de
ontworpen bepalingen zouden kleven. Na
tuurlijk komt hel ongetwijfeld wel voor,
dat de minis.er alsnog, na van 's Raads
advies tc hebben kennis genomen, wijzigin
gen in de aanvankelijke opzet van zijn
ontwerp aanbrengt. En evenzeer is het
denkbaar, dat hij tenslotte, onder de indruk
van de daartegen aangevoerde bezwaren,
de hele indiening zelfs achterwege laat.
Maar nog eens, voor de minister(s) is door
slaggevend of het ontwerp, gezien onder
meer de in het parlement gekoesterde ver
langens, met het oog op het te voeren be
leid tot stand dient te komen, dan wel of
hij het voor zijn verantwoording kan
nemen ervan af te zien.
De adviezen van de Raad van State
zijn geheim. Slechts indien de Kroon
Koning en ministers tot publicatie meent
te moeten overgaan, hetgeen bijkans nooit
het geval pleegt te zijn, krijgen anderen
dan de Koning en de ministers kennis van
het oordeel van de Raad. Vandaar, dat ook
normaliter onmogelijk een beroep kan
worden gedaan op 's Raads advies; men
kent dit immers niet en kan in dat verband
op zijn hoogst met vermoedens werken.
Nog daargelaten, dat in heel wat gevallen
uiteindelijk van de zijde van de ministers,
door de Raad van State uitgebrachte ad
viezen terzijde worden gelaten en dat zij
ook geen stof voor discussie in 's lands
vergaderzaal kunnen opleveren, is er nog
een andere factor, waardoor de betekenis
van dit adviserende werk nogal eens in het
gedrang komt. Noch in gevallen, waarin
na de indiening van een ontwerp in een
later stadium van de kant van de ministers
wijzigingen worden aangebracht b.v. om
aldus aan bepaalde in de Kamer sterk le
vende wensen tegemoet te komen noch
over amendementen, die in de Tweede Ka
mer ter tafel worden gebracht en vervol
gens eventueel aangenomen, vindt nadere
raadpleging van de Raad van State plaats.
Met betrekking tot de adviezen over al
gemene maatregelen van bestuur geldt
insgelijks, dat openbaarmaking daarvan
achterwege blijft. Intussen zal de neiging
van ministers om bij de vaststelling van de
in een algemene maatregel van bestuur
vervatte regelingen, mede speciale aan
dacht aan de raadgevingen van de Raad
van State te wijden, allicht iets groter zijn
en kunnen zijn dan wanneer het om advie
zen over wetsontwerpen gaat. Toch bestaat
het gevaar, dat een minister, gesteld voor
de keuze tussen een regeling, gelijk die op
zijn departement door zijn ambtenaren is
uitgedacht, en een regeling, zoals de Raad
van State zou verkiezen, tenslotte de voor
keur geeft aan hetgeen zijn ambtenaren
ontworpen hadden. Mij heeft althans een
lid van de Raad van State wel eens
verteld, dat reeds de sommige ambtenaren
niet vreemd zijnde neiging om het eigen
produkt nu eenmaal mooier te vinden dan
dat van de Raad, bij dergelijke te nemen
beslissingen mee van invloed pleegt te zijn.
Verreweg het belangrijkste, dat tot
's Raads taak behoort is de behandeling,
door de afdeling geschillen van bestuur,
van bestuursgeschillen. Deze kunnen voort
vloeien uit toepassing door de overheid van
tal van wetten, zoals de hinderwet, de
drankwet, de onderwijswetten, belasting
wet, dienstplichtwet. Tot de bestuursge
schillen, te veel en velerlei om ze hier te
kunnen opsommen, kunnen o.m. ook be
horen kwesties over toelating van gemeen
teraadsleden en soortgelijke problemen.
Men is hier, kort samengevat, op het gebied
van administratieve rechtspraak. Na schrif
telijke uiteenzettingen kunnen de bij zulk
een bestuursgeschil betrokken partijen hun
standpunten tenslotte in een openbare ver
gadering van de afdeling bestuursgeschil
len, die tegenwoordig uit liefst vier kamers
bestaat, bepleiten. Tenslotte wordt aan de
Kroon vanwege de Raad van State geadvi
seerd, hoe de Koninklijke beslissing in het
geschil zou dienen te luiden. De Kroon
beslist dus, de Raad adviseert alleen. En
wanneer dan de Kroon van het advies
wenst af te wijken, moet tevens het ad
vies, waarvan wordt afgeweken, geopen
baard worden, alsook de motivering voor
de afwijking. Hier ziet zich derhalve de
minister nu wel genoopt als het ware pu
bliekelijk verantwoording af te leggen,
waarom hij aan het advies van de Raad
geen gehoor geeft. Deze verplichting leidt
er toe, dat hij zich nog wel eens d-J: -l en
dwars zal bedenken alvorens het advies in
de wind te slaan. Vooral ook, omdat hij dan
met wel zeer steekhoudende redenen hier
voor voor de dag moet komen. Mij dunkt,
uit het zoëven meegedeelde blijkt wel, dat
aan hetgeen de Raad van State inzake be
stuursgeschillen te doen heeft, inderdaad
van grote betekenis te achten vait.
Alles te samen genomen meen ik, dat er
voor behoud van dit college toch meer
pleit dan voor afschaffing er van. En in
elk geval verdient het toejuiching, dat, nu
het eenmaal bestaat, het nodige wordt ge
daan om het zo sterk mogelijk te doen
zijn. Te weten door de benoeming van eer-
ste-rangs-krachten. In de jongste drie
vacatures is voorzien door de benoeming
tot lid van de oud-minister-president prof.
dr. Beel, man doorkneed in de praktijk ook
van besturende en wetgevende problemen,
van de oud-Gedeputeerde mevrouw Rib-
bius Pelletier, die onder meer haar sporen
bij behandeling van gewestelijke bestuurs
aangelegenheden heeft verdiend en van
prof. mr. R. P. Cleveringa, met wie een
insgelijks alom in den lande groot aanzien
genietende figuur, die op privaatrechtelijk
terrein goed thuis'is, zijn intree in de Raad
van State heeft gedaan, zulks, nadat hij
reeds geruime tijd als buitengewoon lid.
van dat college, daar actief werk had ver
richt.
Thans nog het volgende. De Raad van
State bestaat uit de vice-president en veer
tien leden, terwijl officieel het. staatshoofd
voorzitter is en bovendien de troonopvolger
van zijn 18de jaar er zitting in heeft, wat
thans met Prinses Beatrix het geval is.
Verder kan aan de overige prinsen van het
koningshuis het lidmaatschap worden toe
gekend, zoals met Prins Bernhard is ge
beurd. In bepaalde gevallen ziet zich de
Raad van State ingevolge de Grondwet met
de waarneming van het koninklijk gezag
belast. Mede uit dien hoofde valt dit or
gaan dan ook zeker terecht een hoog col
lege van staat te noemen. Een gelukkig
verschijnsel is, dat het buiten de dagelijkse
politieke strijd blijft, al wordt er dan
m.i. tereent nu reeds een aantal jaren
lang wel naar gestreefd de verschillende
staatkundige stromingen mede in de Raad
tot uiting te kunnen doen komen. Dat ten
langen leste nu ook een vrouw tot gewoon
lid is benoemd, verdient warme instem
ming. aangezien in dat opzicht te lang het
„als van ouds" was gebleven.
Tot besluit breng ijc in herinnering, dat
de leeftijdsgrens voor het lidmaatschap van
de Raad van State op 75 jaar is bepaald,
zodat het volgend jaar de vervanging van
de tegenwoordige vice-president dr. Rut
gers aan de orde komt. Begrijpelijkerwijze
zien velen nu reeds in staatsraad Beel zijn
opvolger. Deze zou daarvoor ongetwijfeld
alleszins in aanmerking komen en ook als
een der gebruikelijke adviseurs van het
staatshoofd, wanneer het om kabinetsfor
matie gaat, zeker op zijn plaats zijn. In
overeenstemming met het gehele karakter
van de Raad van State is, dat zijn leden
zelf geen deel meer nemen in de actieve
politieke strijd. Mede daardoor heeft be
doelde adviserende taak van de vice-presi
dent nog een bijzondere waarde, aangezien
hij dan als een onpartijdig scheidsrechter
de situatie pleegt te kunnen beoordelen en
zo tot een advies van waarde in staat
pleegt te zijn.
Dr. E. van Raalte
Advertentie
In de godsdienstoefeningen van de ge
reformeerde gemeenten in Nederland is
van de kansels bekend gemaakt welke be
sluiten de classis heeft genomen, (de clas
sis omvat bij deze kerkgemeenschap alle
plaatselijke gemeenten). Leden, die in het
bezit zijn van een televisietoestel zullen
worden gecensureerd. Ambtsdragers zul
len geen radiotoestel mogen bezitten, le
den die in het bezit zijn van zulk een toestel
zal ernstig worden gewezen op de grote
gevaren hiervan, naar het oordeel van de
classis, en bij voortgaand misbruik zullen
zij eveneens censurabel zijn. Bij een ker
kelijke huwelijksbevestiging zal de bruid
in het donker gekleed moeten zijn, bij
voorkeur in het zwart. De bruid zal voorts
geen sluier mogen dragen.
Ter voorkoming van misverstand vesti
gen wij er de aandacht op dat het hier een
groep betreft, die enkele jaren geleden als
gevolg van een controverse uit de Gerefor
meerde gemeenten is getreden en een eigen
kerkverband is aangegaan.
De groep omvat enkele duizenden leden,
verspreid over ongeveer veertig kerkelijke
gemeenten voornamelijk op de Zeeuwse
eilanden.
Advertentie
interessante
Wt tentoonstelling
v van moderne v
interieurs
Voor de Grote Prijs van Nederland der
KNMV, die zaterdag 28 juni op het circuit
van Drente wordt gehouden, heeft Mecca-
nica Verghera zijn complete „stal" inge
schreven. In de 125 cc-klasse zullen de
wereldkampioenen Carlo Ubbiali en Tar-
quinio Provini, alsmede Fortunato Liboa-
nori allen Italianen starten. Dezelfde
renners komen ook in de 250 cc-klasse uit.
De Brit. John Hartle, de Italiaan Remo
Venturi en de Brit John Surtees zijn inge
schreven voor de 350 cc-klasse en de halve
liters in deze Asser T.T.-races.