Examen INTRIGES FILATELIE VERSTERKING VAN RAAD VAN STATE Open brief van Arti et amicitiae rondom de Pauiventroon 'm Op en qm het Binnenhof 11 Beoordeling beeldende kunst in discrediet geraakt Akkoord over verbetering kanaal Gent-Terneuzen Nederlands aandeel in kosten rond f 40 miljoen Minister Algera opent nieuwe weg in Friesland Kerkelijk Nieuws Lijkschouwingen verricht zonder toestemming Twee artsen voor de rechter Lenin-prijzen toegekend Juan Jimenez overleden Drieling in Sittard i&mm, -!• Examens Geen televisie voor leden van Gereformeerde gemeenten ideaal ^5. wonen Complete MV „Stal" naar De Asser T.T. VRIJDAG 30 MEI 1958 pe begripsverwarring in de beelden de kunst is allengs zo groot geworden en wordt, wat erger is, op zo stelselmatige pn wclgeorganiseerde wijze aangewak kerd, dat wij ons genoodzaakt voelen ter verdediging van de integriteit van ons beroep een openbaar protest te doen ho ren". Zo luidt de aanhef van een open brief van de maatschappij „Arti et ami- citiae" gericht aan „allen, wie het wel zijn der beeldende kunst ter harte gaat". In de brief wordt de wens uitgespro ken dat het aankoop- en tentoonstellings- beleid in rijk, provincies en gemeenten, onder toezicht wordt gesteld van kunste naars, die door hun persoon en hun werk bet vertrouwen van hun collega's genie ten. In toenemende mate wordt het open bare kunstleven, met name ten aanzien van tentoonstellingen en internationale uit wisseling op monopolistische wijze gediri geerd door een kleine groep museumamb tenaren en geestverwante journalisten, aldus de brief, waarin voorts met nadruk wordt, vastgesteld, dat er noch voor kunst ambtenaren noch voor kunstcritici een op leiding bestaat of bestaanbaar is die enige garantie biedt voor de waarde van hun oordeel, zoals deze ten aanzien van de oude kunst wel bestaat in de kunsthisto rische studie en die ook daar slechts in combinatie met een aangeboren goede smaak kan leiden tot bezonken kenner schap. De dirigenten van het hedendaag se kunstleven ontlenen hun gezag echter alleen aan hun functie en het is geenszins bewezen, dat de functie kennis van zaken zou garanderen. Volgens de samenstellers van de open brief is de toestand thans zo geworden, dat de kunstwerken niet meer beoordeeld worden naar hun kwaliteit van talent en vakmanschap, doch volgens maatstaven die aan de mode en het recla mewezen zijn ontleend. In antwoord op schriftelijke vragen van het Tweede-Kamerlid Assmann (K.V.P.), heeft de minister van Verkeer en Water staat medegedeeld, dat inderdaad overeen stemming tussen de Nederlandse en Bel gische regeringen is bereikt over de ver betering van het kanaal GentTerneuzen. Deze overeenstemming betreft onder meer de verdeling der kosten van de door Nederland op Nederlands gebied uit te voeren werken, de aard en de globale hoofdafmetingen van deze werken zoals dein Terneuzen te bouwen zee- en binnen- vaartsluizen, de verbreding en de verdie ping van het kanaal, de oeververbindingen, de wegverbinding TerneuzenGent langs ie westzijde van het te verbeteren kanaal, lok in het binnen bepaalde grenzen hou- sn van het zoutgehalte van het kanaal water en het vraagstuk van de zeehaven- spoorwegtarieven en van de havengelden is voorzien. De tekst der overeenkomst inzake de op heffing van de stop van Ternaaien wordt thans in gemeenschappelijk overleg tussen Nederland en België opgesteld. Verwacht mag worden, dat de overeenkomst binnen enige maanden aan de Staten-Generaal kan worden voorgelegd. Naar vernomen wordt, zou men voor nemens zijn de afmetingen van het kanaal voldoende te verruimen, teneinde de dub bele vaart mogelijk te maken van schepen van 210 meter lengte, 26 meter breedte en 11 meter diepgang. Er kunnen nu schepen worden geschut van 140 meter lengte met een diepgang van acht meter, zodat een nieuwe zeesluis ge bouwd moet worden te Terneuzen. Met een nuttige lengte van 290 meter en een breed te van 35 meter. In Zeeuwsch-Vlaanderen meent men te weten, dat volgens de nu bereikte overeenstemming Nederland bijna 20 percent van de kosten of 40 miljoen gul den zal dragen. Advertentie Rustig denken Mijnhardt's uwt a bIe 11 e n Minister mr. J. Algera heeft donderdag net nieuwe wegvak Beetsterweg-Drachten dat deel uitmaakt van Rijksweg 43 naar Groningen, geopend. Hij wees daarbij op 'net grote belang, dat deze weg heeft voor het verkeer in het noordelijk deel van Friesland en ook voor de nieuwe IJsel- Tieerpolders. Het is nu mogelijk geworden jn het rijkswegenplan een nieuwe wegver binding van Amsterdam over Lelystad naar Emmeloord op te nemen, waar kan worden aangesloten op de weg 38 naar lemmer. Er ontbreekt slechts nog het ge deelte Lemmer-Joure om een doorgaande wegverbinding te krijgen van Amster dam over Heerenveen naar Groningen, die aanmerkelijk korter is dan de bestaan de route over Zwolle. Als toekomstig project noemde de min ister ook nog een kortere verbin ding van Groningen met Emmeloord, die op heUogenblik in studie is. De afstand tussen Drachten en Hoeren den is nu teruggebracht van 27 tot 21 km. fn de rijtijd zal wel tot minder dan de helft zijn verminderd, aldus minister Alge ra. Evenals alle vroeger opengestelde wegvakken van deze rijksweg, is het nieu we weggedeelte voorzien van een beton en rijbaan van 7 meter breedte. Bij be- 'angrijke wegkruisingen is de rijbaan ver dubbeld. Ned. Herv. kerk Bedankt voor Nieuwe-Tonge G. v. Estrik Nieuwland (Z.-H.) Geref. kerken Tweetal te Amsterdam (vac. R. C. Har- dr) dr. C. Gilhuis te 's-Gravenhage-O. en l!r- B. Rietveld te 's-Gravenhage-W. Beroepen te Murmerwoude Th. Kuiper te tybrandsburen. Geref. gemeenten Bedankt voor Barneveld P. v. d. Bijl te dhenen. Advertentie Nu èl het rumoer rondom het tragische einde van het huwelijk van Keizerin Soraya wat is verstomd en men U van alle kanten de méést fantastische onthullingen heeft gedaan over de redenen die tot dit teleurstellende drama hebben geleid; nü wordt het tijd, dat óók U de ware toedracht leert kennen van deze vorstelijke tragedie. U weet alles van het kind dat Soraya zo lang verwachtte en dat nooit kwam! Maar... wat weet U van het meedogenloze en listige spel van jalouzie en haat, dat de ware achtergrond vormt van al het gebeurde? Want... ondoorgrondelijk en onbegrijpelijk als het Oosten zélf loopt de weg van het huwelijk van Soraya en haar Sjah; een weg die voorbestemd leek om over rozen te gaan en die dood liep op de duistere intriges in de sloppen en Bazar van Teheran. Wanneer IJ de volgende week in MARGRIET de eerste bladzijden leest van MARGRIET's speciale medewerker, die - om achter de waarheid te komen - voor U naar I V'y», Keulen en Teheran reisde, dan zal veel U duidelijk worden van wat er zich rondom de Pauwentroon heeft afgespeeld en nog afspeelt! Leest U MARGRIET nog niet regelmatig, schrijf dan nog vandaag een briefkaart aan fylARGRIET, Huide- koperstraat 20, Amsterdam Voor de Rotterdamse rechtbank hebben terecht gestaan de 44-jarige patholoog anatoom dr. H. E. S. en de 32-jarige arts I. S. L. beiden uit Rotterdam, die in hoger beroep waren gekomen van hun veroorde ling door de kantonrechter tot 150 boete of zestig dagen hechtenis. Het betrof een overtreding van de wet op de lijkbezor ging, in die zin, dat sectie zou zijn ver richt op een stoffelijk overschot zonder toestemming van de officier van justitie, terwijl bleek dat er geen natuurlijke doods oorzaak was. De artsen voerden aan, dat zij jai'en- lang op deze manier gewerkt hebben. In de gemeentezickerïhuizen, waar zij meest al werkzaam waren, zorgde de admini stratie voor deze zaken. In het particulie re ziekenhuis, waar de ten laste gelegde gevallen gebeurd waren, was dat dan ken nelijk anders, maar daar wisten wij niets van, aldus hun verweer. De president merkte op, dat volgens een nieuwe wet van 1955 deze zaken scher per geregeld zijn. De officier vond, dat al regelt de administratie deze kwesties dan meestal, de wet toch de geneeskundige zelf verantwoordelijk stelt. Vooral in het geval van dr. S., waar het een jongetje betrof, dat door zijn vader zo was mis handeld dat het overleed, zou het betreu renswaardig geweest zijn als dit niet aan het licht zou zijn gekomen, aldus de offi cier. De vader had namelijk gezegd dat het kind van een hobbelpaard was geval len. De eis was: bevestiging van het von nis, maar halvering van de boete. Uitspraak over veertien dagen. Officieel is bekendgemaakt dat als „vooraanstaande figuren in de strijd voor vrede en vreedzame samenwerking onder de landen" de volgende personen begif tigd zijn met de Lenin-prijs: De Duitse auteur Arnold Zweig, de Zweedse schrij ver Arthur Lindquist, de Franse vakbonds leider Louis Saillant, de Tsjechische theo loog Joseph Kromadka en de Japanse rechtsgeleerde prof.. Kaoru Yasui. De schrijver Juan Ramon Jimenez. No belprijswinnaar voor litteratuur in 1956. is donderdag op 76-jarige leeftijd in San Juan op Porto Rico overleden. Jimenez werd algemeen beschouwd als de grootste figuur van de hedendaagse Spaanse dichtkunst. Hij ging in 1936 tijdens de Spaanse bur geroorlog vrijwillig in ballingschap en vestigde zich op Porto Rico. Daar gaf hij colleges in letterkunde. Het echtpaar Crijns-Mestrom in Sittard is donderdag verblijd met de geboorte van een drieling: een dochtertje en twee zoontjes. Moeder en kinderen verblijven in het ziekenhuis te Sittard en maken het naar omstandigheden goed. De heer en mevrouw Crijns zijn in 1954 getrouwd. In 1955 werd een zoontje geboren, in 1957 een tweeling (twee dochters) en nu de drie ling. VERENIGDE STATEN. Op 31 mei komt een postzegel van 3 c. (zwart en oranje) uit ter ge legenheid van hel Internationaal ge ofysisch jaar. Er- vine Metzl is de ontwerper van de ze zegel. Zijn te kening is geba seerd op een foto van de zon en beeldt een gebied van intense zonne- activiteit uit, zo als periodiek voor komt. De zon is een van de objecten, die in het 18 maan den durende Internationaal geofysisch jaar wordt bestudeerd. De zegel geeft ook een afbeelding van een detail van Michaela Angelo's beroemde fresco „De schepping van Adam" uit de Sixtijnse kapel te Rome It mm DEUTSCHE BUN DES POST ao Toe*} fetre 'Tncrxr uefmsrfir 'f- •'KI4.-N.' ''joe '•VmAfiS V -• 4 A";X;5£ n" <5 VERENIGDE ARABISCHE REP. De Egyptische postadministratie heeft een postzegel van 10 mills (blauw) uitge geven ter herdenking van de 50ste sterf dag van Quasim Amin (1865-1008), so ciaal hervormer, die veel heeft gedaan voor de emancipatie van de Egyptische vrouw. WEST-DUITSLAND. In 958 richtte Heinrich, aartsbisschop van Trier, in opdracht van de keizer op het markt plein van zijn stad het stenen kruis op, dat er nu nog staat. Nadat de Romeinen de stad (destijds Augusta Trevirorum genaamd) hadden verlaten en later gro te verwoestingen waren aangericht, was er van Trier niet veel meer over. De oprichting van het kruis betekende de wedergeboorte van de stad. Ter her denking van het 1000-jarig bestaan van de Trierer Hauptmarkt en zijn kruis wordt op 3 juni een postzegel van 20 pf. (rood en zwart) in omloop gebracht. De zegel vertoont tegen een achtergrond van enige huizen aan het marktplein, het stenen kruis. Voor hel eindexamen van de tweede leerkring aan de Rijkskweekschool te Haarlem zijn ge slaagd de dames: J. Souwer te Haarlem, E. Luy- nenburg te Overveen. C. van Bommel te Haarlem en J. Geerts te Haarlem. Amsterdam. Gemeente Universiteit. Bevorderd tot arts: mevr. M. P. Varenbrink-Grotjohann en de lieren J Varenbrink, H. Dunn, allen te Am sterdam: C. S. D. de Heer. Bloemendaal. Arts examen le gedeelte: E. M. Vroom. Amsterdam. Kandidaatsexamen politieke en sociale weten schappen: P. E. V. de Bruin. Huizen. Doctoraal examen geschiedenis: rnej. R. G. Mansfeld, Am sterdam. Kandidaatsexamen geschiedenis: mej. E. Koppenberg, Amsterdam. Doctoraalexamen geo logie: H. N. A. Priem. Doctoraalexamen wijsbe geerte: J. Nienhuis, Amsterdam. Kandidaatsexa men wis- en natuurkunde: W. Jansen, E. A. Kum- mer. beiden te Amsterdam: E. Klein. Abcoude; W. E. Witteveen, Den Haag. Doctoraalexamen geografie: A. A. Wijnkoop, Amsterdam. I)en Haag. Geslaagd voor het examen ter ver krijging .van de sta^tsbeyoegdheid voor heilgvm- nasliek en massage: mevr. G. van Doorn-Van Walterop te Heemstede. Nu er in de beide Kamers van Staten- Generaal ten gevolge van de pinksterva kantie even volslagen rust heerst, grijp ik deze gelegenheid aan om, toch nog op het Binnenhof blijvende, enige aandacht te wijden aan een daar eveneens zijn zetel hebbend college. Ik heb hier het oog op de Raad van State. In één opzicht bestaat er tussen dit hoge college van staat en de Staten-Generaal ongetwijfeld overeenstemming. Zij hebben gemeen, dat hun benaming uit reeds lang vervloden tijden afkomstig is en tevens, dat niet slechts hun bevoegdheden maar ook heel hun wezen in die oude tijd van volkomen andere aard waren dan thans. Zelfs nog vóór de Republiek der Verenigde Nederlanden tot stand kwam, bestond zo wel de Raad van State als de Staten- Generaal. In de Grondwet van 1814 kregen die benamingen van weleer een plaats. In die Grondwet en ook daarna is het aanvankelijk nog zo geweest, dat men zich de Raad van State dacht als het college, dat het vorstelijk staatshoofd in zijn optreden zou bijstaan. Vandaar, dat er wel gesproken werd van dit orgaan als een soort „Koningsraad". Allengs was zich echter de medewerking met de Koning gaan verplaatsen naar de ministers. Wil lem I ging er al vroeg toe over het feitelijke voorzitterschap te laten vervullen door de vice-President van de Raad. Dat is nog steeds de gang van zaken in de praktijk; de Koning(in) verschijnt er alleen om te presideren ter gelegenheid van zeer uitzonderlijk plechtige bijeenkomsten. Daarentegen placht Koning Willem I (in 1815 maakte de titel van Souvereine Vorst plaats voor die van Koning) wel de ver gaderingen met zijn ministers voor te zit ten, die dan tezamen met hem en onder zijn leiding de Kabinetsraad vormden. Toen in 1848 de volledige ministeriële ver antwoordelijkheid haar intree deed, kwam hoogst enkele uitzonderingen daarge laten de Kabinetsraad te vervallen en vergaderden de ministers onderling, voor gezeten door hem die nu Minister-Presi dent heet. Juist vanwege de in 1848 in de Grondwet aangebrachte hervormingen, waaronder de zoëven genoemde ministe riële verantwoordelijkheid, kon de Raad van State onmogelijk nog langer „Konings raad" blijven. De enige raadslieden van het onschendbare staatshoofd dienden de aan het parlement voor al het doen en laten van het staatshoofd verantwoordelijk zijnde ministers te zijn. Zo rees dan ook bij de Grondwetsher ziening van 1848 de vraag, of er eigenlijk nog wel voldoende reden bestond tot handhaving van de Raad van State. Uit eindelijk viel de beslissing ten gunste van het eerwaardige college uit. Maar dit pas na heel wat strijd. Een van de tegenstan ders had zelfs betoogd, na eerst de uit stekende talenten, de trouw en de vader landsliefde van vele leden gaarne hulde te hebben gebracht, dat de Raad ook „de wijkplaats geworden (was) voor.... on bruikbare graven en baronnen". Nu, wan neer men eens even stil staat bij de tegenwoordige samenstelling van dat hoge college, dan zal men toch wel moeten er kennen, dat er sedert 1848 heel wat ver anderd is! Intussen geldt dit niet met betrekking tot de ten opzichte van de noodzaak of het nut van het bestaan van de Raad van State gekoesterde opvattingen. Die lopen immers ook heden ten dage nog heel sterk uiteen. In hoofdzaak komt, een bijzondere, aan het slot nog even te vermelden functie daargelaten, de taak van de Raad van State neer op: 1. advies uitbrengen over wetsontwerpen, 2. advies geven over algemene maatrege len van bestuur, 3. het onderzoeken van de geschillen van bestuur of andere geschillen en het dienomtrent uitbrengen van advies. Alle wetsontwerpen en alle maatregelen van bestuur moeten naar de Raad van State, opdat deze daarover zijn advies kenbaar maakt. Uit de aard der zaak zijn het adviezen gericht tot de regering, dus geenszins alleen tot de Koning, doch tot de Kroon, dat wil zeggen, de Koning en de verantwoordelijke minister(s). Zozeer staat mede in dit opzicht de door de ver antwoordelijke ministers in ons staats bestel ingenomen plaats op de voorgrond, dat een onmiddellijk contact tussen de Koning alleen en de Raad van State uit gesloten is; alles loopt via de ministers. r,2'. A-ftï 'r -. Nu valt niet te ontkennen, dat de bete kenis ik zeg niet de waarde van 's Raads adviserende werk in het bijzon der met betrekking tot wetsontwerpen van slechts beperkte aard is. In tal van geval len toch zal voor de beslissing van de vraag, of en in welke vorm een Kabinet of een minister een wetsontwerp bij de volks vertegenwoordiging aanbangig meent te moeten maken, een beleidsoverweging de doorslag geven. En over het beleid is het laatste woord aan de verantwoordelijke ministers, geenszins aan de Raad van State. Meer dan eens komt het daardoor waar schijnlijk wel voor, dat een minister van oordeel is, dat de indiening van een wets ontwerp staatkundig gewenst te achten valt en de daaraan verbonden voordelen eventueel zelfs gaan boven de nadelen van een of meer juridische bezwaren, welke in de ogen van de Raad van State aan de ontworpen bepalingen zouden kleven. Na tuurlijk komt hel ongetwijfeld wel voor, dat de minis.er alsnog, na van 's Raads advies tc hebben kennis genomen, wijzigin gen in de aanvankelijke opzet van zijn ontwerp aanbrengt. En evenzeer is het denkbaar, dat hij tenslotte, onder de indruk van de daartegen aangevoerde bezwaren, de hele indiening zelfs achterwege laat. Maar nog eens, voor de minister(s) is door slaggevend of het ontwerp, gezien onder meer de in het parlement gekoesterde ver langens, met het oog op het te voeren be leid tot stand dient te komen, dan wel of hij het voor zijn verantwoording kan nemen ervan af te zien. De adviezen van de Raad van State zijn geheim. Slechts indien de Kroon Koning en ministers tot publicatie meent te moeten overgaan, hetgeen bijkans nooit het geval pleegt te zijn, krijgen anderen dan de Koning en de ministers kennis van het oordeel van de Raad. Vandaar, dat ook normaliter onmogelijk een beroep kan worden gedaan op 's Raads advies; men kent dit immers niet en kan in dat verband op zijn hoogst met vermoedens werken. Nog daargelaten, dat in heel wat gevallen uiteindelijk van de zijde van de ministers, door de Raad van State uitgebrachte ad viezen terzijde worden gelaten en dat zij ook geen stof voor discussie in 's lands vergaderzaal kunnen opleveren, is er nog een andere factor, waardoor de betekenis van dit adviserende werk nogal eens in het gedrang komt. Noch in gevallen, waarin na de indiening van een ontwerp in een later stadium van de kant van de ministers wijzigingen worden aangebracht b.v. om aldus aan bepaalde in de Kamer sterk le vende wensen tegemoet te komen noch over amendementen, die in de Tweede Ka mer ter tafel worden gebracht en vervol gens eventueel aangenomen, vindt nadere raadpleging van de Raad van State plaats. Met betrekking tot de adviezen over al gemene maatregelen van bestuur geldt insgelijks, dat openbaarmaking daarvan achterwege blijft. Intussen zal de neiging van ministers om bij de vaststelling van de in een algemene maatregel van bestuur vervatte regelingen, mede speciale aan dacht aan de raadgevingen van de Raad van State te wijden, allicht iets groter zijn en kunnen zijn dan wanneer het om advie zen over wetsontwerpen gaat. Toch bestaat het gevaar, dat een minister, gesteld voor de keuze tussen een regeling, gelijk die op zijn departement door zijn ambtenaren is uitgedacht, en een regeling, zoals de Raad van State zou verkiezen, tenslotte de voor keur geeft aan hetgeen zijn ambtenaren ontworpen hadden. Mij heeft althans een lid van de Raad van State wel eens verteld, dat reeds de sommige ambtenaren niet vreemd zijnde neiging om het eigen produkt nu eenmaal mooier te vinden dan dat van de Raad, bij dergelijke te nemen beslissingen mee van invloed pleegt te zijn. Verreweg het belangrijkste, dat tot 's Raads taak behoort is de behandeling, door de afdeling geschillen van bestuur, van bestuursgeschillen. Deze kunnen voort vloeien uit toepassing door de overheid van tal van wetten, zoals de hinderwet, de drankwet, de onderwijswetten, belasting wet, dienstplichtwet. Tot de bestuursge schillen, te veel en velerlei om ze hier te kunnen opsommen, kunnen o.m. ook be horen kwesties over toelating van gemeen teraadsleden en soortgelijke problemen. Men is hier, kort samengevat, op het gebied van administratieve rechtspraak. Na schrif telijke uiteenzettingen kunnen de bij zulk een bestuursgeschil betrokken partijen hun standpunten tenslotte in een openbare ver gadering van de afdeling bestuursgeschil len, die tegenwoordig uit liefst vier kamers bestaat, bepleiten. Tenslotte wordt aan de Kroon vanwege de Raad van State geadvi seerd, hoe de Koninklijke beslissing in het geschil zou dienen te luiden. De Kroon beslist dus, de Raad adviseert alleen. En wanneer dan de Kroon van het advies wenst af te wijken, moet tevens het ad vies, waarvan wordt afgeweken, geopen baard worden, alsook de motivering voor de afwijking. Hier ziet zich derhalve de minister nu wel genoopt als het ware pu bliekelijk verantwoording af te leggen, waarom hij aan het advies van de Raad geen gehoor geeft. Deze verplichting leidt er toe, dat hij zich nog wel eens d-J: -l en dwars zal bedenken alvorens het advies in de wind te slaan. Vooral ook, omdat hij dan met wel zeer steekhoudende redenen hier voor voor de dag moet komen. Mij dunkt, uit het zoëven meegedeelde blijkt wel, dat aan hetgeen de Raad van State inzake be stuursgeschillen te doen heeft, inderdaad van grote betekenis te achten vait. Alles te samen genomen meen ik, dat er voor behoud van dit college toch meer pleit dan voor afschaffing er van. En in elk geval verdient het toejuiching, dat, nu het eenmaal bestaat, het nodige wordt ge daan om het zo sterk mogelijk te doen zijn. Te weten door de benoeming van eer- ste-rangs-krachten. In de jongste drie vacatures is voorzien door de benoeming tot lid van de oud-minister-president prof. dr. Beel, man doorkneed in de praktijk ook van besturende en wetgevende problemen, van de oud-Gedeputeerde mevrouw Rib- bius Pelletier, die onder meer haar sporen bij behandeling van gewestelijke bestuurs aangelegenheden heeft verdiend en van prof. mr. R. P. Cleveringa, met wie een insgelijks alom in den lande groot aanzien genietende figuur, die op privaatrechtelijk terrein goed thuis'is, zijn intree in de Raad van State heeft gedaan, zulks, nadat hij reeds geruime tijd als buitengewoon lid. van dat college, daar actief werk had ver richt. Thans nog het volgende. De Raad van State bestaat uit de vice-president en veer tien leden, terwijl officieel het. staatshoofd voorzitter is en bovendien de troonopvolger van zijn 18de jaar er zitting in heeft, wat thans met Prinses Beatrix het geval is. Verder kan aan de overige prinsen van het koningshuis het lidmaatschap worden toe gekend, zoals met Prins Bernhard is ge beurd. In bepaalde gevallen ziet zich de Raad van State ingevolge de Grondwet met de waarneming van het koninklijk gezag belast. Mede uit dien hoofde valt dit or gaan dan ook zeker terecht een hoog col lege van staat te noemen. Een gelukkig verschijnsel is, dat het buiten de dagelijkse politieke strijd blijft, al wordt er dan m.i. tereent nu reeds een aantal jaren lang wel naar gestreefd de verschillende staatkundige stromingen mede in de Raad tot uiting te kunnen doen komen. Dat ten langen leste nu ook een vrouw tot gewoon lid is benoemd, verdient warme instem ming. aangezien in dat opzicht te lang het „als van ouds" was gebleven. Tot besluit breng ijc in herinnering, dat de leeftijdsgrens voor het lidmaatschap van de Raad van State op 75 jaar is bepaald, zodat het volgend jaar de vervanging van de tegenwoordige vice-president dr. Rut gers aan de orde komt. Begrijpelijkerwijze zien velen nu reeds in staatsraad Beel zijn opvolger. Deze zou daarvoor ongetwijfeld alleszins in aanmerking komen en ook als een der gebruikelijke adviseurs van het staatshoofd, wanneer het om kabinetsfor matie gaat, zeker op zijn plaats zijn. In overeenstemming met het gehele karakter van de Raad van State is, dat zijn leden zelf geen deel meer nemen in de actieve politieke strijd. Mede daardoor heeft be doelde adviserende taak van de vice-presi dent nog een bijzondere waarde, aangezien hij dan als een onpartijdig scheidsrechter de situatie pleegt te kunnen beoordelen en zo tot een advies van waarde in staat pleegt te zijn. Dr. E. van Raalte Advertentie In de godsdienstoefeningen van de ge reformeerde gemeenten in Nederland is van de kansels bekend gemaakt welke be sluiten de classis heeft genomen, (de clas sis omvat bij deze kerkgemeenschap alle plaatselijke gemeenten). Leden, die in het bezit zijn van een televisietoestel zullen worden gecensureerd. Ambtsdragers zul len geen radiotoestel mogen bezitten, le den die in het bezit zijn van zulk een toestel zal ernstig worden gewezen op de grote gevaren hiervan, naar het oordeel van de classis, en bij voortgaand misbruik zullen zij eveneens censurabel zijn. Bij een ker kelijke huwelijksbevestiging zal de bruid in het donker gekleed moeten zijn, bij voorkeur in het zwart. De bruid zal voorts geen sluier mogen dragen. Ter voorkoming van misverstand vesti gen wij er de aandacht op dat het hier een groep betreft, die enkele jaren geleden als gevolg van een controverse uit de Gerefor meerde gemeenten is getreden en een eigen kerkverband is aangegaan. De groep omvat enkele duizenden leden, verspreid over ongeveer veertig kerkelijke gemeenten voornamelijk op de Zeeuwse eilanden. Advertentie interessante Wt tentoonstelling v van moderne v interieurs Voor de Grote Prijs van Nederland der KNMV, die zaterdag 28 juni op het circuit van Drente wordt gehouden, heeft Mecca- nica Verghera zijn complete „stal" inge schreven. In de 125 cc-klasse zullen de wereldkampioenen Carlo Ubbiali en Tar- quinio Provini, alsmede Fortunato Liboa- nori allen Italianen starten. Dezelfde renners komen ook in de 250 cc-klasse uit. De Brit. John Hartle, de Italiaan Remo Venturi en de Brit John Surtees zijn inge schreven voor de 350 cc-klasse en de halve liters in deze Asser T.T.-races.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1958 | | pagina 13