uamm
Chinese mode is thans practisch en smaakvol
Voor de
vergaderden
DE KLEINBLOEMIGE CLEMATIS
Schemerdrankjes
in Washington
's Werelds beroemdste kappers
ZATERDAG 31 MEI 1958
Erbij
PAGINA TWEE
Kleine klucht: Koosje
Mysterieuze zaak
SPINAZIE
Ambre hoofdtint
Wereldomroep
G. Kromdijk
V ariaties
Wintercollectie van rokken
En verder?
De kleinbloemige Clematis montana var.
rubra is een lust voor het oog; een grote
schat van licht roze vlinderachtige bloe
men. Dit is één van de soorten die erg
makkelijk groeit en ook geen last heeft van
de zogenaamde verwelkingsziekte. Clematis
groeit het best als klimplant. Maak dus
een houten latwerk of wat ijzerdraad aan
de muur vast; de lange ranken zullen er
wel omheen klauteren. Clematis groeit het
best op het oosten en dan liefst een beetje
beschut. Zet onder aan de voet wat be
planting; de voet moet namelijk zo veel
mogelijk in de schaduw gehouden worden.
Er wordt onder aan de voet ook wel eens
een dakpan gezet; beplanting voldoet ech
ter beter. Deze kleinbloemige, doch zeer
rijk bloeiende Clematis moet na de bloei
gesnoeid worden. De groene bebladerde
scheuten, die men wenst te behouden, kun
nen opnieuw langs het hekwerk of het
draad geleid worden. Aanstaande herfst
kan zo'n clematis wel gepoot worden. Vlak
bij de fundering zit geen goede grond.
Maak dus eerst een ruim plantgat en vul
dat met goede tuingrond.
T. v. O. te O. Eigenlijk behandelt u de
kamerlinde niet goed; die plant moet half
mei zeker één maand rust hebben. Dan
gedeeltelijk terug snijden. Daarna zo nodig
verpotten. De plant kan dan 's zomers met
WMmmM ^'«1—
EEN wandeling door een Chinese stad is hoogst interessant.
Voor ons, Westerlingen, is China immers altijd een land ge
weest, dat een beetje geheimzinnig was. En pas na 1920 is het
„Hemelse Rijk" (zoals men China wel noemde) de moderne
wereld binnengestevend. Pas na 1920 heeft de emancipatie der
Chinese vrouw zich voltrokken. Vóór 1940 droegen de meeste
Chinese vrouwen een wijde, vormloze broek en een los jak. De
meesten, dat wil dus zeggen de boerinnen en de volksvrouwen.
Broek en jak waren gewoonlijk gemaakt van vaalblauwe ka
toen. De welgestelde vrouwen droegen lange, strakke zijden
rokken en kleurige, veelal geborduurde jakken. Thans ziet men
die ouderwetse kledij nauwelijks meer. Ook het plompe schoei
sel en de mooie, met de hand genaaide muiltjes van weleer zijn
verdwenen. Tegenwoordig draagt de Chinese vrouw een Chi
P'ao en „Europese" schoenen. Zij heeft een compromis gezocht
(en gevonden) tussen de traditionele Chinese kledij en de Wes
terse mode. Het resultaat was het beste wat men kon verlangen,
te weten praktisch en smaakvol.
(Van onze Parijse medewerkster)
Het is niet helemaal uitgesloten dat zélfs
de trouwe lezeressen van deze rubriek on
der alle internationale conferenties en
studiebijeenkomsten der jongste weken, nu
juist dit congres van de kappers in Parijs
is ontgaan. En omdat de materie die hier
besproken, bestudeerd, bediscussieerd en
ook gedemonstreerd werd, lezeressen
moeilijk onverschillig kan laten, meende
ik er goed aan te doen deze brief uit Parijs
dit keer eens aan dit onderwerp te wijden.
Om te beginnen, en teneinde u toch wél
met de onontbeerlijke diepte van de draag
wijdte en betekenis van dit Parijse con
gres te doordringen, moet ik er even op
wijzen dat 't maar niet zo'n willekeurig
stelletje dorpskappertjes was, dat zich
hier in de zalen van het lang niet onge
riefelijke hotel Georges V verenigd had.
O nee! De crème de la crème, ofte wel
het neusje van de zalm als dit ontoe
passelijk beeld hier gebruikt mag worden
hield zich hier omstandig bezig met die
omvangrijke massa problemen, die bij het
kapsel van de elegante vrouw op de prop
pen komt. Er bestaat een Internationale
Vereniging van Meester-Dameskappers en
door hen was deze ontmoeting georgani
seerd.
Die Internationale der Meestercoif-
feurs is een zeer selecte beweging. Een
aspirant-lid moet eerst maar 's tonen
wat hij in zijn mars heeft zitten, en
over 't algemeen schijnt die inhoud
niet mee te vallen. Want over de hele
wereld verspreid werden er in drie
jaar nauwelijks duizend kappers, par
don haar-kunstenaars, tot de vereni
ging toegelaten.
De helft van dat ledental had zich, af
komstig uit drieëntwintig verschillende
landen, naar Parijs begeven, waar mon
sieur Guillaume, een der honderd Franse
uitverkorenen, als voorzitter de resultaten
van het congres èn de richtlijnen voor het
volgend seizoen wereldkundig heeft ge
maakt. Resultaten die aan de collega
kunstbroeders aanschouwelijk werden
voorgesteld dank zij de vermaarde man
nequin Lucky, die haar hoofdje voor de
demonstratie wilde lenen.
De richtlijnen die overigens aan het
artistieke inzicht en initiatief van iedere
„coiffeur inspiré" de nodige ruimte open
laten, worden niet zomaar uit de duimen
van de bestuursleden gezogen. Een mode
is een mysterieuze zaak die eerst een
maand of wat in de lucht schijnt te moe
ten hangen. En 't vreemde is bovendien
dat de hoogmogenden van de Haute Coutu
re èn van de Haute Coiffure met overeen
komstige ideeën voor de draad bleken te
komen. Zo hebben ook de meesterkappers
het wachtwoord trapeze uitgesproken,
waardoor eveneens het kapsel dit jaar zal
worden geïnspireerd.
Niet zo simpel, een haartooi in tra
peze-vorm zegt u? Dan onderschat ge
de scheppende fantasie van de duizend
Groten.
„Kijkt u eens hier", zo heeft president
Guillaume zijn medecongressisten uitge
legd. Ge begint met het hoofdhaar op de
kruin en over de schedel tot op een lengte
van omstreeks zes tot acht centimeters af
te knippen. In de nek gaat u nog wat ver
der, want daar hoeven maar twee a drie
centimeters lengte te resteren. Voorts geen
ondulatie meei\ Maar een „bombage en
volume". Een aanwijzing die ik op eigen
risico zo maar niet durf te vertalen.
De hoeden zijn 4us van de baan?, waag
de ik, de leek, even later op te merken.
Oui en voorzeker. Zo lang als 't duurt.
Maar begrijpt u vooral wel goed dat de
coiffure gelijk wij dit concipiëren, ont
worpen wordt niet als abstractie in het
vage, doch te allen tijde in nauwe relatie
met de natuurlijke gegevens van persoon
lijkheid, gelaatsvorm, halslengte en ande
re soortgelijke factoren. Bij een rond ge
zichtje zoeken we 't meer in de hoogte.
Een een meer uitgestrekte scheeelvorm
vraagt nu juist weer een kapsel dat eer
der in de horizontale dimensie is gedacht.
We kappen geen haar maar we boetseren
of decoreren een gelaat. Een gelaat dat
dan weer in onmiddellijk verband met een
De waaier verleent een element van
traditie aan deze Chi P'ao.
in handen namen. Tot 1911 regeerde de
Mandsjoe-dynastie over China. In dat jaar
werd het land een republiek. De Chinezen
noemden de Mandsjoes „Chi Jen", het
„vendel-volk", omdat de Mandsjoes orga
nisatorisch in vendels waren ingedeeld.
De dracht der Mandsjoes noemden de Chh
nezen de „Chi Chuang". Deze Chi Chuang
was gelijk voor mannen en vrouwen, na
melijk een lang gewaad. De Chinezen zelf
bleven trouw aan de aloude kledij, te weten
een lange broek of rok en een jak. Doch na
de val der Mandsjoe-dynastie en vooral na
de eerste wereldoorlog werden de positie
en levenswijze der Chineze vrouw ingrij
pend gewijzigd. Zij werd vrijer en onaf
hankelijker. Dit kwam tot uiting in haar
kleding. De oude „vendeldracht" begon
meer en meer in de mode te komen, vooral
sedert 1930.
Thans is de Chi P'ao een moderne
vorm van de Chi Chuang alom in China
gebruikelijk geworden en het ziet er niet
naar uit, dat binnen afzienbare tijd een
nieuwe mode zijn intrede zal doen. Im
mers, de Chi P'ao past uitstekend bij de
Chinese vrouw. Hij is praktisch, smaakvol
sierlijk, modern en bevat tevens een tradi
tioneel element. Vermoedelijk is de Chi
P'ao zelfs het model, dat meer dan welk
ander model ook op aarde wordt gedragen.
Immers, ongeveer tweehonderd miljoen
Chinese vrouwen en jonge meisjes zijn
volgelingen van de Chi P'ao!
2 kg spinazie, bloem, zout, boter of
margarine.
De spinazie uitzoeken, wassen en opzet
ten met aanhangend water en zout. De
groente snel aan de kook brengen in een
goed gesloten pan. De groente even om
leggen en weer aan de kook brengen me!
het deksel op de pan. Het vuur temperes
en de groente gaarkoken in 5 a 10 minuten
De spinazie afgieten (het vocht voor soep
bewaren), klein snijden, wat bloem er
door roeren en door even verwarmen de
bloem gaar laten worden. Desgewenst,
voor de spinazie wordt opgediend, er een
klontje boter of margarine door roeren.
Men kan de spinazie versieren met reep
jes gebakken brood (soldaatjes) en/of part
jes hardgekookt ei.
voorkomen, en dus ook met de algehele
mode, wordt opgevat.
„Nog andere nieuwtjes?"
Zonder twijfel. We zijn ook bij het haar
nu niet bang meer voor heldere en zelfs
geprononceerde kleuren. Hoofdtint: ambre.
En dan willen we ook de coiffures meer
variëren naar 't uur, de bezigheden en de
verplichtingen van de dag. Bloemen, linten
en juwelen komen aan bod. En die attri
buten verhogen nog onze variatiemogelijk
heden.
„Hebben we 't hiermee gehad?"
Artistiek gesproken in de grote lijnen
wèl. Maar op het gebied van de 'nterna-
tionale samenwerking moet nog de ge
boorte worden gemeld van de Inter-Coif-
fure. Een dienst die de repliek is van een
soortgelijke samenwerking onder de fleu-
risten aller landen en die nu dus ook onze
cliëntèle in staat zal stellen zich bij onze
aangesloten coiffeurs in het buitenland te
laten behandelen tegen betaling door mid
del van een speciale reischeque.
En ook ik moge 't by deze regels dan
wel weer laten. U heeft zo ook al wel be
grepen dat met een simpel permanentje
't laatste en hoogste woord over uw kap
sel dit jaar nog niet zal zijn gesproken.»
In het jaarverslag 1957 van de Wereld
omroep wordt de voldoening over de uit
zendingen naar het buitenland voor een
groot deel toegeschreven aan de uitbrei
dingen die gemaakt zijn of nog tot vol
tooiing moeten worden gebracht in de
outillage van de zendapparatuur.
Geconstateerd wordt, dat de opmars van
de televisie tot nader order geen essen
tiële bedreiging vormt voor de kortegolf-
radio. Er is, zo wordt opgemerkt, nog g«n
medium voorhanden, dat de functie van
dit apparaat kan overnemen. Toch be
steedt de wereldomroep aandacht aan
het publiciteitsmedium van de televisie.
In het hoofdstuk over de transcript^"
dienst, wordt gezegd, dat de distributie
mogelijkheden op zo kort mogelijke ter
mijn moeten worden aangevuld met pr<>"
gramma's voor de televisie. Hierbij wordt
gewezen op de doelstellingen van de gehe
le opzet van de wereldomroep: het uit
dragen op zo breed mogelijk gebied van
alles wat Nederland te bieder heeft uit
eigen bezit. In het afgelopen jaar zijn de
meeste transcripties gezonden naar de
Verenigde Staten (19194) en voor een gr°ot
deel naar de overzeese rijksdelen. In to
taal werden deze programma's, met groot
succes, verstrekt in 29 yerschillenda ta
len.
pot en al in de tuin worden ingegraven en
blijft er staan tot begin oktober.
U hebt nu verpoot en dus nu maar geen
rust meer geven. Als er enkele bladeren
vallen, is dat niet erg; er komen genoeg
nieuwe in de loop van de zomer bij. Dus
volgend jaar meer rust geven; niet gieten
en niet mesten; maand laten rusten en dan
verpotten en daarna in de tuin of op lichte
plaats in de kamer.
DE Chi P'ao is een japon van één ba
sispatroon met talloze variaties. Het is
een lange, nauwe jurk, die tot even boven
de enkels reikt en vaak een „mandarijn
kraagje" heeft. Hij sluit op zij met kno
pen. Aan beide kanten van de rok zijn
splitjes aangebracht, die ten goede ko
men aan de bewegingsvrijheid. Zoekt men
naar een vergelijking met de Europese
mode, dan zou men de Chi P'ao een „Chi
nese ligne sac" kunnen noemen. Een Chi
P'ao is heel gemakkelijk te maken. Een
handige naaister kan van twee meter stof
zo'n Chinese jurk in een paar uur ver
vaardigen. Hij is gemakkelijk te wassen
en te strijken. Des zomers is hij luchtig
en koel om te dragen. In de winter brengt
men een dunne gewatteerde voering aan
en dan zit hij heerlijk warm. De eenvou
dige coupe geeft de Chi P'ao distinctie en
elegance.
DE eerste indruk van velen is: „Wel
aardig, maar toch ook wel een beetje een
tonig, als alle vrouwen naar één stijl ge
kleed gaan. Dat moet op den duur toch
wel vervelen!" Bij nadere beschouwing
merkt men al heel spoedig, dat dit aan
vankelijke oordeel onjuist is. De Chi P'ao
biedt namelijk de mogelijkheid tot zeer
veel variaties. Zo zijn praktisch gespro
ken alle stoffen voor zo'n „Chinese jurk"
geschikt, 's Zomers kan men gebloemde,
gestreepte of effen katoen en linnen ge
bruiken. Ruitjes en nopjes kan men ook
in een Chi P'ao verwerken. Wie zich een
zijden jurk kan veroorloven, komt met
het Chi P'ao-model uitstekend uit, want
zijde valt soepeler dan katoen of linnen.
Vooral gemoireerde zijde is prachtig ma
teriaal voor een Chi P'ao. Voor avondkle
ding gebruikt men veelal fluweel of bro
kaat. In voor- en najaar zijn dunne wol
len stoffen in trek. 's Winters houdt een
dunne, gewatteerde voering de Chinese
vrouw warm.
De Chi P'ao-variaties liggen intussen
niet alleen in de keuze der stoffen. De
mouwen bijvoorbeeld, kunnen nauw of
wijd lang, kort of driekwart zijn. Vooral
als de stof een opvallend patroon heeft,
knipt men schouderstuk en mouwen vaak
uit een stuk. Voor avondkleding k^est men
gewoonlijk een hoog kraagje. Ook'de leng
te van de rokken is verschillend, al gel
den in China de regels der Parijse mode
koningen niet.
Het is echter vooral de traditionele Chi
nese manier van garnering, die iedere
Chi P'ao, waaraan enige zorg is besteed,
tot een individuele creatie kan maken.
Typisch zyn de omboordselen, de wat
men in China noemt „bloemtressen"
en het dubbel passement. De kraag, mou
wen en zoom van de jurk worden afge
werkt "met een of meer bandjes in kleu
ren die contrasteren met die van de stof.
Het is alles handwerk. Geen steekje mag
zichtbaar zijn. „Bloemtressen" zijn lan
ge tressen van een stof, die harmonieert
met die van de jurk. Ze worden onzicht
baar op de jurk genaaid en wel zo, dat de
bloempatronen vormen, soms heel vluch
tig op schouders en mouwen, soms op de
rok, soms ook over de gehele japon. Voor
zover wij weten, past men alleen in Chi
na deze „bloemtressen" toe.
Van oudsher zijn de Chinese vrouwen
bekwame, geduldige en kunstzinnige bor
duursters. Dit blijkt ook nu nog, als men
een aantal geborduurde Chi P'aos be
schouwt. Wij zagen zo'n Chinese jurk van
melk-wit satijn. In een hoek van de rok
waren een paar takjes bamboe geborduurd
hetgeen een zeer elegant en artistiek ef
fect gaf. Op Chinese jurken in pastel-tin
ten zagen wij fraaie pauwen, bloemenrui-
Eigenlijk was Koosje niet helemaal een
prettig jongetje. Hij gaf van alles altijd
anderen de schuld en hij hield veel van
klikken. Hij was nog maar op de kleuter
school, een knaapje van nog géén vier jaar.
Met veel slimmigheidjes wist hij altijd aan
een berisping te ontkomen en had er vast
geen hartzeer van, wanneer anderen zijn
verdiende standjes opliepen. Waren er, in
't speelkwartier, bloemetjes uit de perken
van de schooltuin geplukt, Koosje wist
nooit ergens van. Was de sproeier aangezet,
de kruiwagen omgegooid, er was nèt nooit
bewijs genoeg om Koosje te beschuldigen,
hoewel de juffrouw bij intuïtie voelde, dat
hij bij deze stoutigheden betrokken was. In
zijn klas zat ook een klein, verlegen jon
getje, Chieltje, die hij tot wrijfpaal van
zijn streken had gekozen. Chieltje, de on
schuld zelf, durfde zich niet te verdedigen
noch Koosje tegen te spreken en zo incas
seerde Chieltje wel eens onverdiend een
standje.
Voor het speelkwartier moesten alle
kleuters onder leiding van een jonge kwe-
kelinge naar de toilet, een rij kleine W.C.-
tjes in een frisse tegelgang met lage was
bak j es, waar ze even naar hartelust aan
de kranen met het water en de zeep kon
den knoeien. Deze traditionele tocht naar
de toiletten was stellig nodig, want in het
vuur van hun spel gebeurde er anders
menig „ongelukje"!
Weer stonden de kinderen in de gang
geduldig op hun beurt te wachten. Koosje
postte direct bij de kranen en speelde naar
hartelust met de waterstraal, die hij met
zijn kleine vinger trachtte te bedwingen.
De kleine kwekelinge had het te druk met
haar kroost, om op alles te letten. Toen
haar groepje klaar was, zette ze de kinde
ren in de rij en vertrok. Tot zijn schrik
had Koosje zijn beurt voorbij laten gaan,
maar hij durfde dat niet te zeggen. En
het „erge" gebeurde. Op de speelplaats
voelde hij ineens de „narigheid" in zijn
broekje komen en al gauw merkte de juf
frouw 't in de klas. Ze snuffelde eens langs
de rij en stond bij Koosje stil. „Koosje"
begon ze, maar voor ze wat zeggen kon,
huilde Koos erbarmelijk en zei: „Juf, Chiel
heeft 't in MIJN broek gedaan!"
Mies van Oss
lende wasbeurten. Een grappige vinding
was een rok met een z.g. kleefsluiting, die
bij opening de indruk wekte losgescheurd
te worden. De après-ski-rokken gaan een
steeds belangrijkere plaats innemen, en
worden in allerlei variaties gebracht. In
deze collectie waren de modellen van een
zuiver wollen dubbel geweven jackard
stof bijzonder mooi.
Originele Oostenrijkse handweefstof als
lappen van 185 cm. geleverd voegden weer
een nieuw genre aan de collectie toe.
Ook bij de meer geklede rokken troffen
we mooie modellen aan, de stof was vaak
doorweven met een lurex draad, die vooral
tot haar recht kwam in wijde rok met
banen van pletvrije fluweel in bruin en
beige. Verheugend is, dat ook de kleuren
van de rokken in de winter licht worden
gehouden waardoor heel wat donkere da
gen minder somber zullen lijken.
Katy
(Van onze correspondent in Washington)
In Zuid Afrika heet een „cocktail":
schemerdrankje, maar overigens zal het
in Kaapstad en Pretoria wel precies eender
toegaan als in Washington, Den Haag of
Rome. In Washington ken ik een Europese
diplomatenvrouw, die weigert naar cock-
tailparties te gaan en die zelf nooit een
cocktailparty geeft. „Zo iets kun je je
vrienden niet aandoen", vindt zij. Zij heeft
een beter begrip van gastvrouw-zijn. Haar
lunches en diners zijn voortreffelijk en ge
zellig. Ze gaat op deze charmante manier
nu al een jaar of vier tegen de draad in.
Sommigen geven haar gelijk, maar haar
voorbeeld vindt geen navolging. „Het kan
ook niet", zo meent men in Washington.
Men kent hier zoveel mensen, dat men wél
gedwongen is tot massawerk, ontvangsten
voor vijftig, honderd of tweehonderd gas
ten tegelijk.
Van september tot juli staat er op mijn
boekenkast altijd een rijtje uitnodigingen
voor „cocktails". Diplomaten en journalis
ten doen hier 's avond na zessen „de
ronde". Soms werkt men twee, drie of
vier „parties" af voor het avondeten. Eens
trof ik in de vestibule van een huis een
Amerikaanse senator, die op het punt
stond de party te verlaten en zijn uitnodi
gingskaarten doorkeek. Ik vroeg hem of
hij naging naar welke volgende party hij
moest. „Nee", zei hij, „ik kijk even waar
ik nu was
Op de meeste cocktailparties zijn te veel
mensen. Waarschijnlijk meent men popu
lair te zijn, wanneer het huis alle „vrien
den" niet kan bevatten. Het geroezemoes
van al die mensen is oorverdovend. Men
moet zich inspannen om iets te verstaan
en meestal is de conversatie die inspan
ning niet waard. Er is een Nederlandse
vrouw die handig van die herrie profi
teert. Zij kan niet al te goed namen ont
houden en als ze iemand moet voorstellen,
wiens naam ze vergeten is, dan mompelt
ze: „Dit is mijnheer Bubbeldebubs". Er is
toch niemand die het verstaat. Ernstige
cocktailgangers vragen soms hoe men zijn
naam spelt en dan zijn namen als Esta-
brook of Dé Lagerie een openbaring.
kers en takjes kersebloesem aangebracht.
Heel, heel fraai en geraffineerd! Het ef
fect van flonkerende sterren aan de he
mel bereikte een Chinese schone door
hemelsblauwe Chi P'ao met gouden lover
tjes te borduren. Borduren ligt de Chine
se vrouw nu eenmaal zeer goed en haar
fantasie kan zij met naald en draad laten
spelen als weinig andere vrouwen. Ook de
wijze, waarop de knopen worden gemaakt,
biedt voor de Chi P'ao veel mogelijkheid
tot variatie, die de moderne Chinese vrouw
gaarne aangrijpt.
HET jasje, jak of manteltje is ook van
betekenis voor de kleding der Chinese
vrouw. Thuis draagt zij vaak een mouw
loos jasje of een jersey over haar Chi P'ao.
Buitenshuis zijn korte jasjes met lange
mouwen zeer in trek.
In de zomer zijn deze gemaakt van
lichte stof, in de winter zijn zij veelal ge
watteerd. En al is „avondkledij" naar
Westerse trant in China niet in zwang, toch
draagt een Chinese vrouw als zij 's avonds
uitgaat graag een jasje van fluweel, bro-
caat of zelfs van bont over haar Chi P'ao.
Lange jassen of mantels ziet men in China
vrijwel nooit door een vrouw dragen.
WAT is eigenlijk de oorsprong van de
Chi P'ao? De naam betekent „vendel
dracht". U moet weten, dat in 1644 de
Mandsjoes China onder hun heerschappij
brachten, een hunner vorsten op de Chine
se troon plaatsten en het betuur des lands
Moderne Chinese jurk, Chi P'ao geheten. Rechts een voorbeeld der geklede Chi P'ao.
DE ROKKENMODE stelt haar eigen
voorschriften en brengt ieder mode-sei
zoen weer andere veranderingen aan in
het model, de coupe en de stofverwerking.
De bekende rokkenfabrikant Neugarten
toonde ons in haar nieuwe wintercollectie
een rijke variëteit, waarvan de terlenka
in allerlei bindingen, in effen, ruit en
streepdessin, die vooral tot plissé's ver
werkt waren, een belangrijke plaats inna
men. Mantelstoffen, waarvan men vroe
ger nooit kon vermoeden, die nog eens
voor rokken te gebruiken, worden nu in alle
dikte geplooid tot wijd uitstaande soe-
pelvallende sportrokken, die vooral het
jonge meisje zullen bekoren. Zeer ge
slaagd in dit genre was een wollen duffel
in een zwart wit ruit. Italië, het land van
de zon en juichende kleuren, had haar bij
drage geleverd met fleurige stoffen,
waarvan vooral een multi color tweed met
tien gemêleerde kleuren de kroon span
de. Eveneens van Italiaanse origine was
een schaduwruitje in een loden stof, die
tot een strak rokje verwerkt was. De strak
ke rokjes vertoonden twee kleine loopsplit-
jes achter, met daaronder een zijden on-
derrpk met een brede zoom stof. Ook de
zuiver wollen Engelse tweeds waren ge
heel gevoerd; mooi in dit genre was een li
la met olijfgroene ruit Ook de knitted
look (de geweven breistof) leent zich uit
stekend voor rokverwerking en vooral in
kabelsteek en strepen in verschillende tin
ten werden aardige effecten bereikt. Tin
neroy zagen we nu ook bedrukt met dwar-
Après-skirok in een zuiver wollen dubbel
geweven jackard stof.
se kleurige banen en grote bloemdessins.
Ook de positie-rok was vertegenwoor
digd in het bekende model met in de lengte
en breedte verstelbare knoopsluiting,
maar ook met een verstelbare rits, die op
een „rem" vastgezet kon worden. Iets
nieuws was een nylon tweed, bestaande uit
95 percent wol en 5 percent nylon. Ook een
rok van 100 percent orlon ontbrak niet aan
de collectie; de stof voelde heerlijk licht
en soepel aan en men garandeerde ons
een blijvend mooi aanzien ook na verschil-