uamm Chinese mode is thans practisch en smaakvol Voor de vergaderden DE KLEINBLOEMIGE CLEMATIS Schemerdrankjes in Washington 's Werelds beroemdste kappers ZATERDAG 31 MEI 1958 Erbij PAGINA TWEE Kleine klucht: Koosje Mysterieuze zaak SPINAZIE Ambre hoofdtint Wereldomroep G. Kromdijk V ariaties Wintercollectie van rokken En verder? De kleinbloemige Clematis montana var. rubra is een lust voor het oog; een grote schat van licht roze vlinderachtige bloe men. Dit is één van de soorten die erg makkelijk groeit en ook geen last heeft van de zogenaamde verwelkingsziekte. Clematis groeit het best als klimplant. Maak dus een houten latwerk of wat ijzerdraad aan de muur vast; de lange ranken zullen er wel omheen klauteren. Clematis groeit het best op het oosten en dan liefst een beetje beschut. Zet onder aan de voet wat be planting; de voet moet namelijk zo veel mogelijk in de schaduw gehouden worden. Er wordt onder aan de voet ook wel eens een dakpan gezet; beplanting voldoet ech ter beter. Deze kleinbloemige, doch zeer rijk bloeiende Clematis moet na de bloei gesnoeid worden. De groene bebladerde scheuten, die men wenst te behouden, kun nen opnieuw langs het hekwerk of het draad geleid worden. Aanstaande herfst kan zo'n clematis wel gepoot worden. Vlak bij de fundering zit geen goede grond. Maak dus eerst een ruim plantgat en vul dat met goede tuingrond. T. v. O. te O. Eigenlijk behandelt u de kamerlinde niet goed; die plant moet half mei zeker één maand rust hebben. Dan gedeeltelijk terug snijden. Daarna zo nodig verpotten. De plant kan dan 's zomers met WMmmM ^'«1— EEN wandeling door een Chinese stad is hoogst interessant. Voor ons, Westerlingen, is China immers altijd een land ge weest, dat een beetje geheimzinnig was. En pas na 1920 is het „Hemelse Rijk" (zoals men China wel noemde) de moderne wereld binnengestevend. Pas na 1920 heeft de emancipatie der Chinese vrouw zich voltrokken. Vóór 1940 droegen de meeste Chinese vrouwen een wijde, vormloze broek en een los jak. De meesten, dat wil dus zeggen de boerinnen en de volksvrouwen. Broek en jak waren gewoonlijk gemaakt van vaalblauwe ka toen. De welgestelde vrouwen droegen lange, strakke zijden rokken en kleurige, veelal geborduurde jakken. Thans ziet men die ouderwetse kledij nauwelijks meer. Ook het plompe schoei sel en de mooie, met de hand genaaide muiltjes van weleer zijn verdwenen. Tegenwoordig draagt de Chinese vrouw een Chi P'ao en „Europese" schoenen. Zij heeft een compromis gezocht (en gevonden) tussen de traditionele Chinese kledij en de Wes terse mode. Het resultaat was het beste wat men kon verlangen, te weten praktisch en smaakvol. (Van onze Parijse medewerkster) Het is niet helemaal uitgesloten dat zélfs de trouwe lezeressen van deze rubriek on der alle internationale conferenties en studiebijeenkomsten der jongste weken, nu juist dit congres van de kappers in Parijs is ontgaan. En omdat de materie die hier besproken, bestudeerd, bediscussieerd en ook gedemonstreerd werd, lezeressen moeilijk onverschillig kan laten, meende ik er goed aan te doen deze brief uit Parijs dit keer eens aan dit onderwerp te wijden. Om te beginnen, en teneinde u toch wél met de onontbeerlijke diepte van de draag wijdte en betekenis van dit Parijse con gres te doordringen, moet ik er even op wijzen dat 't maar niet zo'n willekeurig stelletje dorpskappertjes was, dat zich hier in de zalen van het lang niet onge riefelijke hotel Georges V verenigd had. O nee! De crème de la crème, ofte wel het neusje van de zalm als dit ontoe passelijk beeld hier gebruikt mag worden hield zich hier omstandig bezig met die omvangrijke massa problemen, die bij het kapsel van de elegante vrouw op de prop pen komt. Er bestaat een Internationale Vereniging van Meester-Dameskappers en door hen was deze ontmoeting georgani seerd. Die Internationale der Meestercoif- feurs is een zeer selecte beweging. Een aspirant-lid moet eerst maar 's tonen wat hij in zijn mars heeft zitten, en over 't algemeen schijnt die inhoud niet mee te vallen. Want over de hele wereld verspreid werden er in drie jaar nauwelijks duizend kappers, par don haar-kunstenaars, tot de vereni ging toegelaten. De helft van dat ledental had zich, af komstig uit drieëntwintig verschillende landen, naar Parijs begeven, waar mon sieur Guillaume, een der honderd Franse uitverkorenen, als voorzitter de resultaten van het congres èn de richtlijnen voor het volgend seizoen wereldkundig heeft ge maakt. Resultaten die aan de collega kunstbroeders aanschouwelijk werden voorgesteld dank zij de vermaarde man nequin Lucky, die haar hoofdje voor de demonstratie wilde lenen. De richtlijnen die overigens aan het artistieke inzicht en initiatief van iedere „coiffeur inspiré" de nodige ruimte open laten, worden niet zomaar uit de duimen van de bestuursleden gezogen. Een mode is een mysterieuze zaak die eerst een maand of wat in de lucht schijnt te moe ten hangen. En 't vreemde is bovendien dat de hoogmogenden van de Haute Coutu re èn van de Haute Coiffure met overeen komstige ideeën voor de draad bleken te komen. Zo hebben ook de meesterkappers het wachtwoord trapeze uitgesproken, waardoor eveneens het kapsel dit jaar zal worden geïnspireerd. Niet zo simpel, een haartooi in tra peze-vorm zegt u? Dan onderschat ge de scheppende fantasie van de duizend Groten. „Kijkt u eens hier", zo heeft president Guillaume zijn medecongressisten uitge legd. Ge begint met het hoofdhaar op de kruin en over de schedel tot op een lengte van omstreeks zes tot acht centimeters af te knippen. In de nek gaat u nog wat ver der, want daar hoeven maar twee a drie centimeters lengte te resteren. Voorts geen ondulatie meei\ Maar een „bombage en volume". Een aanwijzing die ik op eigen risico zo maar niet durf te vertalen. De hoeden zijn 4us van de baan?, waag de ik, de leek, even later op te merken. Oui en voorzeker. Zo lang als 't duurt. Maar begrijpt u vooral wel goed dat de coiffure gelijk wij dit concipiëren, ont worpen wordt niet als abstractie in het vage, doch te allen tijde in nauwe relatie met de natuurlijke gegevens van persoon lijkheid, gelaatsvorm, halslengte en ande re soortgelijke factoren. Bij een rond ge zichtje zoeken we 't meer in de hoogte. Een een meer uitgestrekte scheeelvorm vraagt nu juist weer een kapsel dat eer der in de horizontale dimensie is gedacht. We kappen geen haar maar we boetseren of decoreren een gelaat. Een gelaat dat dan weer in onmiddellijk verband met een De waaier verleent een element van traditie aan deze Chi P'ao. in handen namen. Tot 1911 regeerde de Mandsjoe-dynastie over China. In dat jaar werd het land een republiek. De Chinezen noemden de Mandsjoes „Chi Jen", het „vendel-volk", omdat de Mandsjoes orga nisatorisch in vendels waren ingedeeld. De dracht der Mandsjoes noemden de Chh nezen de „Chi Chuang". Deze Chi Chuang was gelijk voor mannen en vrouwen, na melijk een lang gewaad. De Chinezen zelf bleven trouw aan de aloude kledij, te weten een lange broek of rok en een jak. Doch na de val der Mandsjoe-dynastie en vooral na de eerste wereldoorlog werden de positie en levenswijze der Chineze vrouw ingrij pend gewijzigd. Zij werd vrijer en onaf hankelijker. Dit kwam tot uiting in haar kleding. De oude „vendeldracht" begon meer en meer in de mode te komen, vooral sedert 1930. Thans is de Chi P'ao een moderne vorm van de Chi Chuang alom in China gebruikelijk geworden en het ziet er niet naar uit, dat binnen afzienbare tijd een nieuwe mode zijn intrede zal doen. Im mers, de Chi P'ao past uitstekend bij de Chinese vrouw. Hij is praktisch, smaakvol sierlijk, modern en bevat tevens een tradi tioneel element. Vermoedelijk is de Chi P'ao zelfs het model, dat meer dan welk ander model ook op aarde wordt gedragen. Immers, ongeveer tweehonderd miljoen Chinese vrouwen en jonge meisjes zijn volgelingen van de Chi P'ao! 2 kg spinazie, bloem, zout, boter of margarine. De spinazie uitzoeken, wassen en opzet ten met aanhangend water en zout. De groente snel aan de kook brengen in een goed gesloten pan. De groente even om leggen en weer aan de kook brengen me! het deksel op de pan. Het vuur temperes en de groente gaarkoken in 5 a 10 minuten De spinazie afgieten (het vocht voor soep bewaren), klein snijden, wat bloem er door roeren en door even verwarmen de bloem gaar laten worden. Desgewenst, voor de spinazie wordt opgediend, er een klontje boter of margarine door roeren. Men kan de spinazie versieren met reep jes gebakken brood (soldaatjes) en/of part jes hardgekookt ei. voorkomen, en dus ook met de algehele mode, wordt opgevat. „Nog andere nieuwtjes?" Zonder twijfel. We zijn ook bij het haar nu niet bang meer voor heldere en zelfs geprononceerde kleuren. Hoofdtint: ambre. En dan willen we ook de coiffures meer variëren naar 't uur, de bezigheden en de verplichtingen van de dag. Bloemen, linten en juwelen komen aan bod. En die attri buten verhogen nog onze variatiemogelijk heden. „Hebben we 't hiermee gehad?" Artistiek gesproken in de grote lijnen wèl. Maar op het gebied van de 'nterna- tionale samenwerking moet nog de ge boorte worden gemeld van de Inter-Coif- fure. Een dienst die de repliek is van een soortgelijke samenwerking onder de fleu- risten aller landen en die nu dus ook onze cliëntèle in staat zal stellen zich bij onze aangesloten coiffeurs in het buitenland te laten behandelen tegen betaling door mid del van een speciale reischeque. En ook ik moge 't by deze regels dan wel weer laten. U heeft zo ook al wel be grepen dat met een simpel permanentje 't laatste en hoogste woord over uw kap sel dit jaar nog niet zal zijn gesproken.» In het jaarverslag 1957 van de Wereld omroep wordt de voldoening over de uit zendingen naar het buitenland voor een groot deel toegeschreven aan de uitbrei dingen die gemaakt zijn of nog tot vol tooiing moeten worden gebracht in de outillage van de zendapparatuur. Geconstateerd wordt, dat de opmars van de televisie tot nader order geen essen tiële bedreiging vormt voor de kortegolf- radio. Er is, zo wordt opgemerkt, nog g«n medium voorhanden, dat de functie van dit apparaat kan overnemen. Toch be steedt de wereldomroep aandacht aan het publiciteitsmedium van de televisie. In het hoofdstuk over de transcript^" dienst, wordt gezegd, dat de distributie mogelijkheden op zo kort mogelijke ter mijn moeten worden aangevuld met pr<>" gramma's voor de televisie. Hierbij wordt gewezen op de doelstellingen van de gehe le opzet van de wereldomroep: het uit dragen op zo breed mogelijk gebied van alles wat Nederland te bieder heeft uit eigen bezit. In het afgelopen jaar zijn de meeste transcripties gezonden naar de Verenigde Staten (19194) en voor een gr°ot deel naar de overzeese rijksdelen. In to taal werden deze programma's, met groot succes, verstrekt in 29 yerschillenda ta len. pot en al in de tuin worden ingegraven en blijft er staan tot begin oktober. U hebt nu verpoot en dus nu maar geen rust meer geven. Als er enkele bladeren vallen, is dat niet erg; er komen genoeg nieuwe in de loop van de zomer bij. Dus volgend jaar meer rust geven; niet gieten en niet mesten; maand laten rusten en dan verpotten en daarna in de tuin of op lichte plaats in de kamer. DE Chi P'ao is een japon van één ba sispatroon met talloze variaties. Het is een lange, nauwe jurk, die tot even boven de enkels reikt en vaak een „mandarijn kraagje" heeft. Hij sluit op zij met kno pen. Aan beide kanten van de rok zijn splitjes aangebracht, die ten goede ko men aan de bewegingsvrijheid. Zoekt men naar een vergelijking met de Europese mode, dan zou men de Chi P'ao een „Chi nese ligne sac" kunnen noemen. Een Chi P'ao is heel gemakkelijk te maken. Een handige naaister kan van twee meter stof zo'n Chinese jurk in een paar uur ver vaardigen. Hij is gemakkelijk te wassen en te strijken. Des zomers is hij luchtig en koel om te dragen. In de winter brengt men een dunne gewatteerde voering aan en dan zit hij heerlijk warm. De eenvou dige coupe geeft de Chi P'ao distinctie en elegance. DE eerste indruk van velen is: „Wel aardig, maar toch ook wel een beetje een tonig, als alle vrouwen naar één stijl ge kleed gaan. Dat moet op den duur toch wel vervelen!" Bij nadere beschouwing merkt men al heel spoedig, dat dit aan vankelijke oordeel onjuist is. De Chi P'ao biedt namelijk de mogelijkheid tot zeer veel variaties. Zo zijn praktisch gespro ken alle stoffen voor zo'n „Chinese jurk" geschikt, 's Zomers kan men gebloemde, gestreepte of effen katoen en linnen ge bruiken. Ruitjes en nopjes kan men ook in een Chi P'ao verwerken. Wie zich een zijden jurk kan veroorloven, komt met het Chi P'ao-model uitstekend uit, want zijde valt soepeler dan katoen of linnen. Vooral gemoireerde zijde is prachtig ma teriaal voor een Chi P'ao. Voor avondkle ding gebruikt men veelal fluweel of bro kaat. In voor- en najaar zijn dunne wol len stoffen in trek. 's Winters houdt een dunne, gewatteerde voering de Chinese vrouw warm. De Chi P'ao-variaties liggen intussen niet alleen in de keuze der stoffen. De mouwen bijvoorbeeld, kunnen nauw of wijd lang, kort of driekwart zijn. Vooral als de stof een opvallend patroon heeft, knipt men schouderstuk en mouwen vaak uit een stuk. Voor avondkleding k^est men gewoonlijk een hoog kraagje. Ook'de leng te van de rokken is verschillend, al gel den in China de regels der Parijse mode koningen niet. Het is echter vooral de traditionele Chi nese manier van garnering, die iedere Chi P'ao, waaraan enige zorg is besteed, tot een individuele creatie kan maken. Typisch zyn de omboordselen, de wat men in China noemt „bloemtressen" en het dubbel passement. De kraag, mou wen en zoom van de jurk worden afge werkt "met een of meer bandjes in kleu ren die contrasteren met die van de stof. Het is alles handwerk. Geen steekje mag zichtbaar zijn. „Bloemtressen" zijn lan ge tressen van een stof, die harmonieert met die van de jurk. Ze worden onzicht baar op de jurk genaaid en wel zo, dat de bloempatronen vormen, soms heel vluch tig op schouders en mouwen, soms op de rok, soms ook over de gehele japon. Voor zover wij weten, past men alleen in Chi na deze „bloemtressen" toe. Van oudsher zijn de Chinese vrouwen bekwame, geduldige en kunstzinnige bor duursters. Dit blijkt ook nu nog, als men een aantal geborduurde Chi P'aos be schouwt. Wij zagen zo'n Chinese jurk van melk-wit satijn. In een hoek van de rok waren een paar takjes bamboe geborduurd hetgeen een zeer elegant en artistiek ef fect gaf. Op Chinese jurken in pastel-tin ten zagen wij fraaie pauwen, bloemenrui- Eigenlijk was Koosje niet helemaal een prettig jongetje. Hij gaf van alles altijd anderen de schuld en hij hield veel van klikken. Hij was nog maar op de kleuter school, een knaapje van nog géén vier jaar. Met veel slimmigheidjes wist hij altijd aan een berisping te ontkomen en had er vast geen hartzeer van, wanneer anderen zijn verdiende standjes opliepen. Waren er, in 't speelkwartier, bloemetjes uit de perken van de schooltuin geplukt, Koosje wist nooit ergens van. Was de sproeier aangezet, de kruiwagen omgegooid, er was nèt nooit bewijs genoeg om Koosje te beschuldigen, hoewel de juffrouw bij intuïtie voelde, dat hij bij deze stoutigheden betrokken was. In zijn klas zat ook een klein, verlegen jon getje, Chieltje, die hij tot wrijfpaal van zijn streken had gekozen. Chieltje, de on schuld zelf, durfde zich niet te verdedigen noch Koosje tegen te spreken en zo incas seerde Chieltje wel eens onverdiend een standje. Voor het speelkwartier moesten alle kleuters onder leiding van een jonge kwe- kelinge naar de toilet, een rij kleine W.C.- tjes in een frisse tegelgang met lage was bak j es, waar ze even naar hartelust aan de kranen met het water en de zeep kon den knoeien. Deze traditionele tocht naar de toiletten was stellig nodig, want in het vuur van hun spel gebeurde er anders menig „ongelukje"! Weer stonden de kinderen in de gang geduldig op hun beurt te wachten. Koosje postte direct bij de kranen en speelde naar hartelust met de waterstraal, die hij met zijn kleine vinger trachtte te bedwingen. De kleine kwekelinge had het te druk met haar kroost, om op alles te letten. Toen haar groepje klaar was, zette ze de kinde ren in de rij en vertrok. Tot zijn schrik had Koosje zijn beurt voorbij laten gaan, maar hij durfde dat niet te zeggen. En het „erge" gebeurde. Op de speelplaats voelde hij ineens de „narigheid" in zijn broekje komen en al gauw merkte de juf frouw 't in de klas. Ze snuffelde eens langs de rij en stond bij Koosje stil. „Koosje" begon ze, maar voor ze wat zeggen kon, huilde Koos erbarmelijk en zei: „Juf, Chiel heeft 't in MIJN broek gedaan!" Mies van Oss lende wasbeurten. Een grappige vinding was een rok met een z.g. kleefsluiting, die bij opening de indruk wekte losgescheurd te worden. De après-ski-rokken gaan een steeds belangrijkere plaats innemen, en worden in allerlei variaties gebracht. In deze collectie waren de modellen van een zuiver wollen dubbel geweven jackard stof bijzonder mooi. Originele Oostenrijkse handweefstof als lappen van 185 cm. geleverd voegden weer een nieuw genre aan de collectie toe. Ook bij de meer geklede rokken troffen we mooie modellen aan, de stof was vaak doorweven met een lurex draad, die vooral tot haar recht kwam in wijde rok met banen van pletvrije fluweel in bruin en beige. Verheugend is, dat ook de kleuren van de rokken in de winter licht worden gehouden waardoor heel wat donkere da gen minder somber zullen lijken. Katy (Van onze correspondent in Washington) In Zuid Afrika heet een „cocktail": schemerdrankje, maar overigens zal het in Kaapstad en Pretoria wel precies eender toegaan als in Washington, Den Haag of Rome. In Washington ken ik een Europese diplomatenvrouw, die weigert naar cock- tailparties te gaan en die zelf nooit een cocktailparty geeft. „Zo iets kun je je vrienden niet aandoen", vindt zij. Zij heeft een beter begrip van gastvrouw-zijn. Haar lunches en diners zijn voortreffelijk en ge zellig. Ze gaat op deze charmante manier nu al een jaar of vier tegen de draad in. Sommigen geven haar gelijk, maar haar voorbeeld vindt geen navolging. „Het kan ook niet", zo meent men in Washington. Men kent hier zoveel mensen, dat men wél gedwongen is tot massawerk, ontvangsten voor vijftig, honderd of tweehonderd gas ten tegelijk. Van september tot juli staat er op mijn boekenkast altijd een rijtje uitnodigingen voor „cocktails". Diplomaten en journalis ten doen hier 's avond na zessen „de ronde". Soms werkt men twee, drie of vier „parties" af voor het avondeten. Eens trof ik in de vestibule van een huis een Amerikaanse senator, die op het punt stond de party te verlaten en zijn uitnodi gingskaarten doorkeek. Ik vroeg hem of hij naging naar welke volgende party hij moest. „Nee", zei hij, „ik kijk even waar ik nu was Op de meeste cocktailparties zijn te veel mensen. Waarschijnlijk meent men popu lair te zijn, wanneer het huis alle „vrien den" niet kan bevatten. Het geroezemoes van al die mensen is oorverdovend. Men moet zich inspannen om iets te verstaan en meestal is de conversatie die inspan ning niet waard. Er is een Nederlandse vrouw die handig van die herrie profi teert. Zij kan niet al te goed namen ont houden en als ze iemand moet voorstellen, wiens naam ze vergeten is, dan mompelt ze: „Dit is mijnheer Bubbeldebubs". Er is toch niemand die het verstaat. Ernstige cocktailgangers vragen soms hoe men zijn naam spelt en dan zijn namen als Esta- brook of Dé Lagerie een openbaring. kers en takjes kersebloesem aangebracht. Heel, heel fraai en geraffineerd! Het ef fect van flonkerende sterren aan de he mel bereikte een Chinese schone door hemelsblauwe Chi P'ao met gouden lover tjes te borduren. Borduren ligt de Chine se vrouw nu eenmaal zeer goed en haar fantasie kan zij met naald en draad laten spelen als weinig andere vrouwen. Ook de wijze, waarop de knopen worden gemaakt, biedt voor de Chi P'ao veel mogelijkheid tot variatie, die de moderne Chinese vrouw gaarne aangrijpt. HET jasje, jak of manteltje is ook van betekenis voor de kleding der Chinese vrouw. Thuis draagt zij vaak een mouw loos jasje of een jersey over haar Chi P'ao. Buitenshuis zijn korte jasjes met lange mouwen zeer in trek. In de zomer zijn deze gemaakt van lichte stof, in de winter zijn zij veelal ge watteerd. En al is „avondkledij" naar Westerse trant in China niet in zwang, toch draagt een Chinese vrouw als zij 's avonds uitgaat graag een jasje van fluweel, bro- caat of zelfs van bont over haar Chi P'ao. Lange jassen of mantels ziet men in China vrijwel nooit door een vrouw dragen. WAT is eigenlijk de oorsprong van de Chi P'ao? De naam betekent „vendel dracht". U moet weten, dat in 1644 de Mandsjoes China onder hun heerschappij brachten, een hunner vorsten op de Chine se troon plaatsten en het betuur des lands Moderne Chinese jurk, Chi P'ao geheten. Rechts een voorbeeld der geklede Chi P'ao. DE ROKKENMODE stelt haar eigen voorschriften en brengt ieder mode-sei zoen weer andere veranderingen aan in het model, de coupe en de stofverwerking. De bekende rokkenfabrikant Neugarten toonde ons in haar nieuwe wintercollectie een rijke variëteit, waarvan de terlenka in allerlei bindingen, in effen, ruit en streepdessin, die vooral tot plissé's ver werkt waren, een belangrijke plaats inna men. Mantelstoffen, waarvan men vroe ger nooit kon vermoeden, die nog eens voor rokken te gebruiken, worden nu in alle dikte geplooid tot wijd uitstaande soe- pelvallende sportrokken, die vooral het jonge meisje zullen bekoren. Zeer ge slaagd in dit genre was een wollen duffel in een zwart wit ruit. Italië, het land van de zon en juichende kleuren, had haar bij drage geleverd met fleurige stoffen, waarvan vooral een multi color tweed met tien gemêleerde kleuren de kroon span de. Eveneens van Italiaanse origine was een schaduwruitje in een loden stof, die tot een strak rokje verwerkt was. De strak ke rokjes vertoonden twee kleine loopsplit- jes achter, met daaronder een zijden on- derrpk met een brede zoom stof. Ook de zuiver wollen Engelse tweeds waren ge heel gevoerd; mooi in dit genre was een li la met olijfgroene ruit Ook de knitted look (de geweven breistof) leent zich uit stekend voor rokverwerking en vooral in kabelsteek en strepen in verschillende tin ten werden aardige effecten bereikt. Tin neroy zagen we nu ook bedrukt met dwar- Après-skirok in een zuiver wollen dubbel geweven jackard stof. se kleurige banen en grote bloemdessins. Ook de positie-rok was vertegenwoor digd in het bekende model met in de lengte en breedte verstelbare knoopsluiting, maar ook met een verstelbare rits, die op een „rem" vastgezet kon worden. Iets nieuws was een nylon tweed, bestaande uit 95 percent wol en 5 percent nylon. Ook een rok van 100 percent orlon ontbrak niet aan de collectie; de stof voelde heerlijk licht en soepel aan en men garandeerde ons een blijvend mooi aanzien ook na verschil-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1958 | | pagina 16