Kamer verlangt vrije veren voor voetgangers en fietsers Hans Haselböck winnaar van het Improvisatieconcours Achtste Berlinale stond op hoog peil Belangwekkende prestaties Residentie-Orkest met vertrouwd programma Ondanks drie moties wil minister Algera er niets van weten Rijk moet jaarlijks miljoenen bijpassen Beslissingen van de jury aanvechtbaar HAARLEM ORGELSTAD DE WINNAAR VAN DE WEDSTRIJD Helikopter van de marine landt bij grote sluis Holland Festival Moeiteloze superioriteit van Hongaars Strijkkwartet Hoofdstad van Europa Tweede Kamer wensteen spoedige beslissing Universitaire studie voor het notarisambt Vlonderling Vragen over aftreden van ir. J. A. P. Franke DONDERDAG 10 JULI 1958 Onder grote belangstelling had woens dagavond het achtste Haarlemse Interna tionale Improvisatieconcours voor organis ten in de Grote Kerk plaats. De opgave voor elk der vier deelnemers bestond uit een fantasie op een hexachord, gevolgd door een fuga. Men had de keuze tussen het normale hexachord en een kunstmatige reeks van zes hele toonschreden. Ook wat de fuga betreft, mocht men kiezen tussen twee ritmisch gelijke, maar tonaal 'anders gevormde thema's. Bovendien stond het de deelnemers vrij uit één van drie aange duide grondtonen uit te gaan. De jury werd door Pierre Segond, de organist van de Geneefse kathedraal St. Pierre, door Siegfried Reda, hoofd van de afdeling Evangelische kerkmuziek van de Folk- wangschule te Essen en als derde door de Nederlandse componist Henk Badings ge vormd. De volgorde van optreden der vier concurrenten was evenmin aan de jury als aan het publiek bekend. Nummer één stak vrijmoedig van wal, door zowel het ene als het andere hexa chord in de opbouw van zijn fantasie te betrekken, zonder Hnlhnrf dat de constructie ervan nuiidliu duidelijk en effectief gediend werd. Maar daar stond tegenover dat men 'n boeiend en kleurrijk spel hoorde, een vlot zich bewegen in het ge kozen toonpatroon, dat met ononderbroken spanning naar zijn climax ging. De fesM fuga kreeg een niet minder treffende ontwikkeling, waarbij het thema in omkering, in een lichter timbre gespeeld, een meesterlijke indruk maakte. Met een obstinate bas werd de structuur uit de schoolse sfeer gehouden. Maar de laatste expositie kwam op haar tijd de geijkte vorm bevestigen. De indruk van het geheel was die van een prestatie van een volbloed muzikant, die zich los durft te maken van de starre materie. Nummer twee begon met het hexachord (ut re mi fa sol la) zwaar op te zetten, om daarna, in een mild klinkende registratie, rustig te contrapunteren op het thema in dc bas. Tenslotte liet deze speler de be- De Oostenrijks-Amerikaanse dirigent Erich Leinsdorf, die woensdagavond het Residentie Orkest in de Kurzaal te Scheve- ningen leidde op een concert van het Hol land Festival, heeft het zijn talrijk audito rium met de keuze van zijn programma niet moeilijk gemaakt. Misschien heeft en kelen de Ouverture voor orkest, die de componist Henk Badings in 1954 in op dracht van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen schreef, hier tn daar wat ongewoon in de oren geklon ken. Uit de reacties van de toehoorders op de uitvoering van het werk bleek echter duidelijk,- dat het geen onverstaanbare taal geweest was, die tot hen gericht werk. De directie van Erich Leinsdorf had er trou wens voor gezorgd, dat de muzikale ge dachten klaar en helder, met transparante, minutieu- ze detaillering werden ge- HOlldlld formuleerd en dat zij wer den gedragen op een naar timbre en dynamiek voor treffelijk uitgebalanceerde klank. De dirigent had een scherp beeld van de metrisch aog al eens gecompliceerde partituur vast in het geheu- gen en dit maakte het hem rBSlIVSl mogelijk de uitvoering ge heel uit het hoofd bewonderenswaardig knap te leiden. Van.de overige werken, die werden uit gevoerd, de Achtste Symfonie van Ludwig van Beethoven, het vioolconcert van Felix Mendelssohn Bartholdy en zelfs de suite uit de opera „Hary Janos" van Zoltan Kodaly, kon men zonder voorbehoud ver wachten. dat zij. als repertoiremuziek- voor de toehoorders vertrouwd waren. De suite uit „Hary Janos" werd al drie maanden ha de allereerste uitvoering te New York op 15 december 1927, door het Concertge bouw Orkest onder leiding van Willem Mengelberg te Amsterdam ten gehore ge bracht en sindsdien is deze kostelijke reeks van muzikale typering en uitbeelding van de fantastische belevenissen van de snoe verige volksfiguur Hary Janos hier te lan de zeer bekend en geliefd geworden. Het precisiewerk van de dirigent ten aanzien van de details, dat voor de indruk van de ouverture van Badings van zoveel betekenis werd, bleek voor Beethovens symfonie tot nadeel te strekken. Het was een steriliserend uitvoeringsprincipe, dat iedere spontaneïteit van expressie en de blijmoedige, hartelijke geest der muziek verstikte. Men zou kunnen zeggen, dat Leinsdorf met deze uitvoering een soort anatomische les gaf, waarbij geen rekening wérd gehouden met het leven, dat deze ■symfonie haar karakter en inhoud gaf. Voor de „Hary Janos"-suite bleek de in stelling van Erich Leinsdorf niet zo exclu sief objectief analyserend. Ongetwijfeld is het „programma" van deze muziek mede richtinggevend geweest voor zijn interpre tatie, die alle facetten van de psychische gesteldheid der muziek voortreffelijk ver werkelijkte in een rijkdom van orkest klank met een veelvuldigheid van instru mentale kleuren. Het meesterlijk musice rende Residentie Orkest met zijn uitne mende strijkers en blazers, zijn vaardige slagwerkers en zijn uitstekende cembaal- bespelers, werkte in voorbeeldige eenheid met de dirigent samen, zodat deze uitvoe ring een prachtig besluit van het concert kon worden. Voor dit slot was er echter nog een hoogtepunt geweest met de vertolking van Mendelssohns vioolconcert door de violist Isaac Stern, een vertolking, die ogenblik ken kende van expressieve verstillingen, met name in het berceuseachtige Andante, maar die toch in het bijzonder getypeerd werd door een schier weergaloze virtuoze beheersing, die de solist in de finale van het concert echter wel eens verleidde tot overijling in tempo en tot bravour. En daar v-raagt het elegante, licht gevoelige en evenwichtig opgebouwde concert echt niet om. De nauwgezette begeleiding door Erich Leinsdorf en het orkest droeg niet weinig hij tot het succes dat Isaac Sterns spel ver wierf. P. Zwaanswijk -trokken toonreeks in het volle werk peda liter klinken. In de constructie van de fuga was naast een klassieke duidelijkheid van tekening en harmonie te waarderen dat het hexachord van de fantasie als contrasubject een zinrijke verwerking kreeg in het complex. Het verliep allemaal in goed klassiek contrapunt zonder mo derne neigingen of epaterende dingen, hoewel de aanwending van het hexachord een niet te onderschatten vondst was, maar het was in ieder geval knap en be heerst, gezien uit traditioneel oogpunt. Nummer drie begon zijn fantasie met 'n stramien te weven a la Dupré, om daar tegen het hexachord in de bas te expo seren. Afgewisseld met aardige tussen spelen werd de toonreeks op een andere trap herhaald. Een mooi effect werd be reikt met het thema zacht in de bas met mooie tegenmelodieën in de discant. Een minder fraaie indruk maakte een reeks tertssprongen in de bas. De fuga werd vaardig opgezet en ontwikkeld. De episo den waren boeiend. Een reëxpositie maakte een climax naar een soort cadens, die een stretto inleidde met gewijzigde ritmische structuur en waarin het thema ook in de verbreding verwerkt werd. De afsluiting van deze veelbelovende finale klonk ech ter minder overtuigend. Nummer vier begon met het hexachord klimmend en dalend té exposeren en daarna afwisselend in sterke en zachte registratie met quasi moderne samenklan ken zijn fantasie op te bouwen. Net toen het betoog wat eentonig begon te worden, kwam er beweging en stuwing in de im provisatie. De expositie van de fuga had een degelijk rustig verloop. Na een korte episode dook de „dux" weer op in de bas. Het verliep allemaal vrij netjes, ook in een volgende episode en in een aanloop naar het stretto, dat met verbreding in de bas, op een effect makend stramien in de discant, zijn beslag kreeg. Over 't geheel constateerden wij op het concours veel belangrijks in de prestaties. Ook de minst boeiende had kwaliteiten, al ontbeerde het dan iets van het levendige element dat, hoe dan ook, de muziek een spanning geeft die overtuigend op de toe hoorder inwerkt. Die overtuigende kracht hadden wij waargenomen in de prestatie van de eerste speler en zij werd door geen der volgende kandidaten in die mate nabij gekomen en zeker niet overtroffen. Het duurde echter lang eer de jury het over de rangorde der verdiensten der vier im provisators eens was. Nummer één, die bleek te zijn Hans Haselböck, organist van de Dominicaner Basilica te Wenen, werd zoals wij verwacht hadden de winnaar van de wisselprijs. Nummer drie werd als tweede aangewezen: het was Klaas Bolt, die zijn reeds twee keer behaalde trofee aan zijn Weense collega moet afstaan. Nuumer twee, Martin Gotthard Schneider uit Heidelberg, kwam op de derde'plaats en Peter Hurford uit St. Albans in Enge land, die het laatst gespeeld had, werd vierde. Voor de tweede keer in deze acht con coursj aren verhuist dus de wissel- prijs naar het buitenland en wel naar Oostenrijk. Na deze sportieve dag van het concours volgt hedenavond het juryconcert in de Grote Kerk, waarop Pierre Segond en Siegfried Reda de solisten zijn. En mor gen, vrijdag is het de gebruikelijke con certavond met orgel en orkest in het Con certgebouw. Jos. de Klerk De bezoekers aan het improvisatiecon cert in de Grote Kerk waren in de ge legenheid op te geven hoe naar hun bor deel de vier mededingers- naar de wissel- prijs moeten worden geclassificeerd. Voor hen, wier opgave met het oordeel van de jury overeenstemde, waren prijzen ter'be schikking gesteld. Ingekomen waren- vier honderdentwee formulieren. Op zeven was de uitslag juist ingevuld. Na loting werd bepaald, dat de heer A. van der Velden uit Utrecht de eerste prijs 25) zal ont vangen, mejuffrouw Boegschoten uit Overveen de tweede 15) en de heer B. Kee uit Zaandam de derde 10). De Weense organist Hans Haselböck heeft, woensdagavond in de Grote Kerk in Haarlem de eerste prijs de wis selplaquette gewonnen voor impro visatie in het Internationaal Orgel concours. Hans Haselböck werd in 1928 in We nen geborenHij ontving zijn opleiding aan het conservatorium van zijn ge boortestad en aan de Weense muziek- akademie, waar Walter Pach zijn leer meester was. Hij treedt geregeld op in Oostenrijkse radio-uitzendingen. In 1956 behaalde hij een grote prijs in het te StFlorian gehouden orgelconcours. Na afloop van de improvisatiewed strijd praatten we even. met de win naar, die dit grote succes niet ver wacht. had. Integendeel, want hij zegt: „Toen ik verleden jaar Klaas Bolt hoorde spelen, vond ik dat zó goed, dat ik aanvankelijk de uitnodiging niet wil de accepteren Gelukkig ben ik van idee veranderd", voegt hij er haastig met een bescheiden lachje aan toe. „Ik heb met bijzonder veel ple zier kunnen spelen. Ik heb ook de in druk, dat de mededingers naar de wis- selprijs met even veel genoegen aan de wedstrijd hebben deelgenomen. Het door de jury opgegeven thema bood veel mogelijkheden. Voor een buitenlan der is het moeilijk in een vreemd land op een voor hem onbekend orgel te spelen, hoewel het voor mij niet ge heel onbekend was, want in 1954 heb ik ook al eens aan de improvisatiewed strijd in de Grote Kerk in Haarlem meegedaan. Ik zal hier nog een paar dagen blijven." Hans Haselböck vertelt ons dit alle maal, terwijl wij op een groot terras aan de Grote Markt zitten. Het is dan al bijna elf uur. Het is nog warm en erg stil. Er is geen verkeer meer. Er zijn nog maar weinig mensen. Aan een tafeltje iets verderop zitten kennissen van de organistZij. kijken een beetje ongeduldig of het gesprek nog niet af gelopen is. Daarom, durven we Hans Haselböck niet langer op te houden. Maar we stellen nog een vraag: „Hoe vindt u Haarlem?" Hij geeft even geen antwoord, maar kijkt om zich heen. Het plein is donker In de Grote Kerk zijn de lichten gedoofd. Langzaam be gint de torenklok elf uur te slaan. Hans Haselböck zucht dan even en zegt: Sprookjesachtig Op het terrein bij de grote sluis in het Noordzeekanaal te IJmuiden is heden morgen een helikopter van de Marine ge land. Het geldt hier een eerste proeflan- ding om na te gaan of dit terrein voor landingen door helikopters geschikt is. De Marine had om assistentie verzocht van de politie onder andere met het oog op hin derlijke belangstelling. De belangstelling was evenwel te verwaarlozen. Hans Haselböck (midden) in gesprek met professor Anton Heilier, de be faamde Weense organist en componist, die ook aan de Zomeracademie do ceert. Links staat de Deense graaf Schock, een vriend van de winnaar. Het tweede optreden in het Holland Fes tival van het Hongaars Strijkkwartet be vestigde de indruk van het eerste: deze vier begenadigde kunstenaars - Zoltan Szekely en Alexander Moskowsky, eerste en tweede viool, Denes Koromzay, altviool en Gabor Magyar, cello - hebben een supe rieur samenspel dat moeiteloos in de puur ste individualiteit van de „kwartet-toon" resulteert. De uitvoering van gisteren was oorspronkelijk op 30 juni vastgesteld, maar moest toen wegens ziekte van een der leden worden uitgesteld. Dit maal werd uitgevoerd het kwartet in G. gr., K.V. 387 van Mozart, waarvan de perfecte strenge weergeving misschien iets te weinig ruimte liet voor het speelse karakter van dit kwartet. Men moet de Hongaren die opvatting echter gunnen, ge zien de glasheldere verwezenlijking ervan. Voor de uitvoering van Bartöks eerste Strijkkwartet, opus 7, verwijzen wij naar de bespreking op 7 juli in ons blad van het tweede strijkkwartet., In de uitvoering van Beethovens kwartet in C gr. t., opus 59 - het derde van de drie Razoemowsky-kwar- tetten - was vooral het andante aangrij pend. De niet uitverkochte maar goed be zette zaal was enthousiast en huldigde de Hongaren met een frenetiek applaus. De Tweede Kamer heeft met algemene stemmen een door de fractievoorzitters van K.V.P., A.R., C.H.U., V.V.D. en P.v.d.A. ingediende motie aangenomen, waarin wordt aangedrongen op een spoedige be slissing over de zetel van de Europese ge meenschappen. Een spoedige keuze is een dringende'eis voor de goede functionering van de gemeenschappen en de verdere éénwording van Europa, aldus de motie, die ter kennis zal worden gebracht van de regeringen en de parlementen van de zes landen, die erbij zijn betrokken. In het be gin van dit jaar hebben de ministers reeds besloten, dat de Europese gemeenschap pen zullen worden gevestigd in één stad, maar in het begin van deze maand is de beslissing over de keuze van de stad op nieuw uitgesteld.' Daarom heeft de Twee de Kamer met haar motie de ministers on der druk willen zetten. (Van onze Kamerverslaggever) Het verzet in Zeeuws-Vlaanderen tegen de verhoging van de tarieven voor de veren op de Westerschelde heeft gisteren weerklank gevonden in de Tweede Kamer, Met grote meerderheid werd bij zitten en opstaan een motie aangenomen, waarin de wens wordt uitgesproken, dat de veren in ieder geval kosteloos moeten blijven voor voetgangers en fietsers en dat voor het overige verkeer de verhoging slechts een tijdelijk karakter moet hebben. Minister Algera had de motie ten sterkste ontraden. Hjj is niet verplicht haar uit te voeren en het is waarschijnlijk, dat hij de motie naast zich zal neerleggen, omdat hij met nadruk verklaarde zich te zullen houden aan de afspraak met Gedeputeerde Staten van Zeeland omtrent de tarieven. Het tekort, dat het rijk bijbetaalt op de exploitatie van de veren over de Wes terschelde, zal in 1958 veel meer dan twee miljoen gulden bedragen. Wegens de zor gelijke financiële toestand is gestreefd naar inperking van dat tekort door verhoging van de tarieven op een basis, die ook voor Gedeputeerde Staten van Zeeland aan vaardbaar was. Elke bezuiniging wekt verzet, maar de financiële toestand dwingt ertoe, zei minister Algera. Vrijstelling,van de veren voor voetgangers en fietsers zou per jaar 1.600.000 gulden kosten. Bovendien had minister Algera het for mele bezwaar tegen de motie, dat hij wordt uigenodigd de tarieven te herzien, hoewel Gedeputeerde Staten deze vast stellen na overleg met het rijk, dat het tekort op de exploitatie betaalt. Volgens de minister is het verkeer meer gediend met iets hogere tarieven, waar door met een nieuwe boot de verbinding beter wordt, dan met een goedkope maar gebrekkige verbinding, die lange wachttij den veroorzaakt. Tegenover de kortere wachttijd valt het financiële nadeel van de tariefsverhoging weg. (Van onze Kamerverslaggever) Volgens de thans nog geldende regeling (van 1842) kan men zonder wetenschap pelijke universitaire opleiding notaris worden. Met een soepele overgangsrege ling wil de regering nu een verplichte uni versitaire opleiding voor het notariaat in voeren, een hervorming, die reeds sedert een eeuw en vooral na de oorlog sterk is bepleit. Met het beginsel van dit wetsont werp kan de Tweede Kamer zich wel ver enigen, maar tegen de uitwerking bestaan bij een belangrijk deel bezwaren. De studie is aldus gedacht, dat het kan didaatsexamen voor de notariële studie gelijk is aan dat voor de studie in het Ne derlands recht en dat daarna een nota rieel doctoraal examen volgt. Aan dit doc toraal examen zal de kandidaat de hoeda nigheid van meester in de rechten ontle nen, die echter uitsluitend de bevoegdheid geeft benoemd te worden tot notaris. Tegen dit laatste maakte de heer Van Rijckevorsel (K.V.P.) gisteren in de Ka mer bezwaar, omdat voor dat examen slechts vereist zal zijn „enige kennis van en inzicht in de beginselen van staats- en administratief recht" en generlei kennis van het strafrecht. Wel wilde hij de hoe danigheid van „kandidaat-notaris" ver heffen tot een eigen universitaire titel, ge lijkwaardig aan die van meester in de rechten, toe te kennen aan hen, die het doctoraal examen in de notariële studie richting hebben, afgelegd. Op grond van de ervaring, dat ongeveer tweederde ge deelte van hen, die tot op heden kandidaat notaris werden, middelbaar onderwijs, hebben gevolgd, wilde de heer Van Rijcke vorsel de toelatingseisen voor de univer sitaire studie daarop afstemmen en niet onnodig verzwaren. Hij diende op deze drie punten amendementen in, waarover vandaag, na voortzetting van het debat, zal worden beslist. BERLIJN Het internationaal film festival tè Berlijn, de Berlinale, deze week geëindigd, heeft een ontwikkeling be vestigd, die al enige jaren gaande was: de filmproducenten bewaren kennelijk hun best. films juist voor dit festival. Nu er dit jaar zoveel grote filmfestivals zijn mocht men verwachten, dat de gemiddel de kwaliteit lager zou zijn dan vorig jaar, maar althans te Berlijn was daarvan geen sprake. Daar was het peil hoger dan vori ge jaren. Enerzijds werd dat dus veroorzaakt door net feit, dat de producenten het belang van de Berlinale inzien als festival in een we reldstad en in een land, dat veel films „con sumeert" (in Duitsland blijkt de film maar heel weinig concurrentie van de televisie te ondervinden), anderzijds echter dankt men deze verdere verbetering van het peil ook aan de scherpere selectie dooi de festivalleiding, die blijkbaar niet meer alles accepteert om het aantal deelnemen de landen zo hoog mogelijk te krijgen. Niettemin waren er toch nog 36 deelne mende filmproducerénde landen! Er wa ren ook dit jaar nog enkele films, die niet aan het vereiste festivalpeil reikten, films van Brazilië, Mexico, Indonesië en Iran bijvoorbeeld, maar dat waren nu nog slechts uitzonderingen. Zweden terecht onderscheiden De jury heeft beslissingen genomen, die enerzijds alleszins toe te juichen, ander zijds echter nogal aanvechtbaar zijn. Dat de hoofdprijs bij de speelfilms, de Gouden Beer, naar de Zweedse festivalbijdrage „Aan het eind van de dag", van regisseur Ingmar Bergman zou gaan, was eigenlijk te verwachten, want dat werk over een bejaarde geleerde, die op zijn levensavond tot het inzicht komt, dat hij steeds als een egoist heeft geleefd, was naar inhoud en regie het sterkste werk van de Berlinale. Het is onzin om naast de prijs voor de beste film een andere prijs voor de beste regie te geven, want in feite bepaalt de regie hoe de film zal worden. Niettemin was er ook in dit jaar een aparte prijs voor de regie en die werd nu, om Japan weer eens aan zijn trek te laten komen, toege kend aan de regisseur Tadashi Imai, voor de aan het slot van het festival vertoonde, nogal vervelende en zeer conventioneel- geregisseerde film „De geschiedenis van een echte liefde".Japan heeft in de loop der jaren heel wat sterkere films naar de festivals gestuurd! Met de prijzen voor de beste acteur en de beste actrice, resp. verleend aan Sydney Poitier (in The Defiant Ones) en Anna Magnani (in Wild is the Wind) zal ieder een zich kunnen verenigen hier werden twee grote vertolkingen geëerd. Twee stellig belangrijke films werden bij de officiële prijzenregen vergeten: de Deense zeer humoristische film „Gouden Bergen", waarvoor men desnoods een speciale prijs van de 'humor had dienen te scheppen, en de op een der laatste dagen vertoonde uiterst-knappe, geraffineerd- geregisseerde Britse speelfilm „Ice Cold in Alex" (Ijskoud in Alexandrië) van een regisseur, die reeds eerder, namelijk in de ook te onzent vertoonde films „Yield to the Night" en „The Woman in the Dressing Gown", zijn grote kwaliteiten heeft bewezen: J. Lee Thompson. Althans in dit laatste geval kon de omis sie van de jury worden hersteld: deze Britse festivalbijdrage kreeg nu de prijs van de Fipresci, de internationale organi satie der filmcritici. „Ice Cold in Alex" speelt tijdens de Duitse opmars in Noord-Afrika, in de twee de wereldoorlog en zij vertelt van een slo pende tocht, die twee Britse militaires en een verpleegster met een Rode Kruisauto door de woestijn moeten maken om Alexandrië te bereiken, zonder in handen van de Duitsers te vallen. Onderweg pik ken ze nog een Zuidafrikaans officier mee, die later blijkt helemaal geen Zuidafri kaan, maar een Duits spion te zijn. De film, waarvan het heet, dat ze op een wa re gebeurtenis is gebaseerd, is prachtig van afgewogen regie, van fotografie, sterk van vertolking en bovendien zeldzaam spannend. John Mills, Harry Andrews en Sylvia Syms spelen de drie Engelsen, An thony Quayle is de Zuidafrikaanse Duit ser. Demonstratieve bijval voor Bert Haanstra Verheugend is, dat Bert Haanstra's kor te documentaire „Glas" bekroond werd met een Zilveren Beer, al had deze mees terlijke film, dit filmgedicht over de glas blazerij, eigenlijk de Gouden Beer ver diend, die nu aan een Italiaanse documen taire ten deel viel. „Glas" was, naar mijn mening, de beste korte documentaire van dit festival en blijkbaar dacht ook het pu bliek er zo over, want voor geen der an dere films in deze groep werd zo demon stratief luid en langdurig geapplaudisseerd als vóór de Nederlandse festivalfilm. De vertoning van deze geheel te Leerdam op genomen film was met uitzonderlijk-grote aandacht gevolgd, aan het slot klonk er Scène uit de film van Ingmar Berg man „Aan het eind van de dag", die de eerste pr\is van het filmfestival te Ber lijn in de categorie speelfilms verwierf. niet slechts het reeds gememoreerde de monstratieve applaus, maar ook enthou siast „bravo"-geroep. Dat Walt Disney's „Perri" de Gouden Beer voor de lange documentaires zou krijgen, lag in de lijn van de verwachtin gen: te Berlijn is in dit opzicht een soort traditie geschapen. Elk jaar toont Disney op de Berlinale zijn nieuwste film die steeds bekroond wordt met een der hoog ste onderscheidingen. Dat Disney zijn werk juist voor dit festival bewaart is overi gens mede een aanwijzing voor het be lang, dat de filmproducenten aan de Ber linale zijn gaan hechten. Jan Koomen Tegenover het argument, dat het ver voer door de tunnels in ons land gratis is, voerde minister Algera aan, dat een veer niet wordt beschouwd als een weg, maar als een vervoermiddel. Een vaste oever verbinding onder de Westerschelde zou ten minste 1500 miljoen gulden kosten. Aan zo'n uitgave valt niet te denken. Uit het feit, dat het rijk ieder jaar miljoenen toe legt op de veren over de Westerschelde, blijkt overigens, dat rekening is gehouden met de bijzondere positie van Zeeuws- Vlaanderen. Wanneer de veren in het zui den van Zeeland voor voetgangers en fiet sers gratis blijven, zullen ook de passa giers op de andere veren in Zeeland gra tis vervoerd willen worden. Alle argumenten van de minister legde de Kamer echter naast zich neer en zij nam de in het begin reeds genoemde mo tie-Van den Heuvel (K.V.P.) aan. Even eens werd met grote meerderheid een motie van de heer Westerhout (P.v.d.A.) aangenomen, waarin ook werd aangedron gen op handhaving van het vrije vervoer van voetgangers en fietsers. Dat was dus dubbelop! K.V.P. en P.v.d.A. steunden el kanders moties, die op dit punt hetzelfde inhielden. Maar de K.V.P.-motie wilde bovendien de verhoging van het tarief voor personenauto's en vrachtauto's slechts als tijdelijke maatregel aanvaarden, waar mede de P.v.d.A. ook akkoord ging. Al leen V.V.D. en A.R. stemden tegen deze moties. Zij steunden met de heer Van der Peijl (C.H.U.) een motie van de heer Ver kerk (A.R.), die de wenselijkheid uit sprak, dat de veertarieven gebaseerd wor den op de kosten, die worden bespaard, doordat een auto een afstand vaart in- plaats van rijdt. Prof. Romme (K.V.P.) verklaarde, dat de K.V.P. niet voor de motie-Verkerk zou stemmen. Ook de P.v.d.A. en de C.P.N. deden dat niet, zodat de motie-Verkerk met 23 tegen 75 stemmen werd verwor pen. Er is ook nog een vierde motie ingediend, die uit de pen kwam van de heer Gort zak. Maar de communistische „rebellen" zijn slechts vier man sterk en voor een motie zijn vijf handtekeningen nodig om in behandeling te kunnen worden geno men. Aan het adres van de „officiële" com munisten richtte de heer Gortzak daarom scherpe verwijten, maar de heer Bakker (C.P.N.) gaf de verzekering, „dat gedu rende de kor^e tijd, die de heer Gortzak nog onrechtmatig op zijn Kamerzetel zal zitten", de C.P.N.-communisten nooit een motie van de „rebellen" zullen steunen. Langzamerhand worden de communisten onvriendelijker tegen elkaar. Actiecomité gaat door De leden van het actiecomité „Vrije Ve ren", die de Kamervergadering hadden bij gewoond, verklaarden na afloop: „Wij zijn een stapje verder gekomen en daarbij hebben wij een goed ding bereikt: de negatieve gedachte: „je kunt er toch niets aan doen", is overwonnen. Wij gaan door en hopen eens te bereiken, dat de veren vrij zullen zijn. Bij de debatten in de Kamer is wel gebleken, dat men daar ook vrije veren wenst". Het actiecomité zal zich thans ovér de volgende stappen beraden. Eén van deze stappen zal zijn druk uit te oefenen op de leden van de Provinciale Staten van Zee land, die op 30 juli bijeenkomen, zo werd verklaard. Tijdens de middagpauzes van de landbouwconferentie te Stresa ont spannen minister Vondeling en zijn secretaris-generaal Franke zich ge zamenlijk in de prachtige tuin van het hotel Borromees, dat gelegen is aan het La go Maggiore. Ook kan men beide héren dan wel in het blauwe water zien duiken en broederlijk naar een voor de kust gelegen vlondertje zien zwemmen. Het Tweede Kamerlid de heer Den Har- tog (V.V.D.) heeft aan de minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening vragen gesteld in verband met het voor nemen van de directeur-generaal voor de Voedselvoorziening, ir. J. A. P. Franke, ontslag uit deze functie te vragen. De heer Den Hartog vraagt: Is het waar, dat de minister voornemens is zodanige reorganisatie in het departement van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening door te voeren, dat de voorbereiding van het internationaal beleid meer zal worden geconcentreerd bij de Directie Internatio nale Organisaties en dat ook de landbouw- attaché's bij die directie zullen worden ondergebracht, en of door deze reorgani satie de invloed van de directeur-generaal voor de voedselvoorziening op het inter nationaal beleid in belangrijke mate zal worden verminderd ten opzichte van de bestaande situatie? Tenslotte vraagt de heer Den Hartog hoe het mogelijk zal zijn voor een directeur-generaal voor de voed selvoorziening zijn taak in het landbouw- prijsbeleid naar behoren te vervullen zon der dat hij voortdurend deel zal hebben aan de behandeling van zaken met be trekking tot de afzet van landbouwpro- dukten "in het buitenland. Prof. Weve. Met ingang van 15 sep tember is aan prof. dr. H. J. M. Weve op zijn verzoek eervol ontslag verleend als hoogleraar aan de rijksuniversiteit te Utrecht, met dankbetuiging voor de be langrijke in deze betrekking bewezen diensten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1958 | | pagina 9