Kamer verlangt vrije veren
voor voetgangers en fietsers
Hans Haselböck winnaar van
het Improvisatieconcours
Achtste Berlinale stond op hoog peil
Belangwekkende prestaties
Residentie-Orkest met
vertrouwd programma
Ondanks drie moties wil minister
Algera er niets van weten
Rijk moet jaarlijks
miljoenen bijpassen
Beslissingen van de jury aanvechtbaar
HAARLEM ORGELSTAD
DE WINNAAR VAN
DE WEDSTRIJD
Helikopter van de marine
landt bij grote sluis
Holland
Festival
Moeiteloze superioriteit van
Hongaars Strijkkwartet
Hoofdstad van Europa
Tweede Kamer wensteen
spoedige beslissing
Universitaire studie voor
het notarisambt
Vlonderling
Vragen over aftreden van
ir. J. A. P. Franke
DONDERDAG 10 JULI 1958
Onder grote belangstelling had woens
dagavond het achtste Haarlemse Interna
tionale Improvisatieconcours voor organis
ten in de Grote Kerk plaats. De opgave
voor elk der vier deelnemers bestond uit
een fantasie op een hexachord, gevolgd
door een fuga. Men had de keuze tussen
het normale hexachord en een kunstmatige
reeks van zes hele toonschreden. Ook wat
de fuga betreft, mocht men kiezen tussen
twee ritmisch gelijke, maar tonaal 'anders
gevormde thema's. Bovendien stond het de
deelnemers vrij uit één van drie aange
duide grondtonen uit te gaan. De jury
werd door Pierre Segond, de organist van
de Geneefse kathedraal St. Pierre, door
Siegfried Reda, hoofd van de afdeling
Evangelische kerkmuziek van de Folk-
wangschule te Essen en als derde door de
Nederlandse componist Henk Badings ge
vormd. De volgorde van optreden der vier
concurrenten was evenmin aan de jury als
aan het publiek bekend.
Nummer één stak vrijmoedig van wal,
door zowel het ene als het andere hexa
chord in de opbouw van zijn
fantasie te betrekken, zonder Hnlhnrf
dat de constructie ervan nuiidliu
duidelijk en effectief gediend
werd. Maar daar stond
tegenover dat men 'n boeiend
en kleurrijk spel hoorde, een
vlot zich bewegen in het ge
kozen toonpatroon, dat met
ononderbroken spanning
naar zijn climax ging. De fesM
fuga kreeg een niet minder
treffende ontwikkeling,
waarbij het thema in omkering, in een
lichter timbre gespeeld, een meesterlijke
indruk maakte. Met een obstinate bas
werd de structuur uit de schoolse sfeer
gehouden. Maar de laatste expositie kwam
op haar tijd de geijkte vorm bevestigen.
De indruk van het geheel was die van een
prestatie van een volbloed muzikant, die
zich los durft te maken van de starre
materie.
Nummer twee begon met het hexachord
(ut re mi fa sol la) zwaar op te zetten, om
daarna, in een mild klinkende registratie,
rustig te contrapunteren op het thema in
dc bas. Tenslotte liet deze speler de be-
De Oostenrijks-Amerikaanse dirigent
Erich Leinsdorf, die woensdagavond het
Residentie Orkest in de Kurzaal te Scheve-
ningen leidde op een concert van het Hol
land Festival, heeft het zijn talrijk audito
rium met de keuze van zijn programma
niet moeilijk gemaakt. Misschien heeft en
kelen de Ouverture voor orkest, die de
componist Henk Badings in 1954 in op
dracht van het ministerie van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen schreef, hier
tn daar wat ongewoon in de oren geklon
ken. Uit de reacties van de toehoorders op
de uitvoering van het werk bleek echter
duidelijk,- dat het geen onverstaanbare taal
geweest was, die tot hen gericht werk. De
directie van Erich Leinsdorf had er trou
wens voor gezorgd, dat de muzikale ge
dachten klaar en helder,
met transparante, minutieu-
ze detaillering werden ge- HOlldlld
formuleerd en dat zij wer
den gedragen op een naar
timbre en dynamiek voor
treffelijk uitgebalanceerde
klank. De dirigent had een
scherp beeld van de metrisch
aog al eens gecompliceerde
partituur vast in het geheu-
gen en dit maakte het hem rBSlIVSl
mogelijk de uitvoering ge
heel uit het hoofd bewonderenswaardig
knap te leiden.
Van.de overige werken, die werden uit
gevoerd, de Achtste Symfonie van Ludwig
van Beethoven, het vioolconcert van Felix
Mendelssohn Bartholdy en zelfs de suite
uit de opera „Hary Janos" van Zoltan
Kodaly, kon men zonder voorbehoud ver
wachten. dat zij. als repertoiremuziek- voor
de toehoorders vertrouwd waren. De suite
uit „Hary Janos" werd al drie maanden
ha de allereerste uitvoering te New York
op 15 december 1927, door het Concertge
bouw Orkest onder leiding van Willem
Mengelberg te Amsterdam ten gehore ge
bracht en sindsdien is deze kostelijke reeks
van muzikale typering en uitbeelding van
de fantastische belevenissen van de snoe
verige volksfiguur Hary Janos hier te lan
de zeer bekend en geliefd geworden.
Het precisiewerk van de dirigent ten
aanzien van de details, dat voor de indruk
van de ouverture van Badings van zoveel
betekenis werd, bleek voor Beethovens
symfonie tot nadeel te strekken. Het was
een steriliserend uitvoeringsprincipe, dat
iedere spontaneïteit van expressie en de
blijmoedige, hartelijke geest der muziek
verstikte. Men zou kunnen zeggen, dat
Leinsdorf met deze uitvoering een soort
anatomische les gaf, waarbij geen rekening
wérd gehouden met het leven, dat deze
■symfonie haar karakter en inhoud gaf.
Voor de „Hary Janos"-suite bleek de in
stelling van Erich Leinsdorf niet zo exclu
sief objectief analyserend. Ongetwijfeld is
het „programma" van deze muziek mede
richtinggevend geweest voor zijn interpre
tatie, die alle facetten van de psychische
gesteldheid der muziek voortreffelijk ver
werkelijkte in een rijkdom van orkest
klank met een veelvuldigheid van instru
mentale kleuren. Het meesterlijk musice
rende Residentie Orkest met zijn uitne
mende strijkers en blazers, zijn vaardige
slagwerkers en zijn uitstekende cembaal-
bespelers, werkte in voorbeeldige eenheid
met de dirigent samen, zodat deze uitvoe
ring een prachtig besluit van het concert
kon worden.
Voor dit slot was er echter nog een
hoogtepunt geweest met de vertolking van
Mendelssohns vioolconcert door de violist
Isaac Stern, een vertolking, die ogenblik
ken kende van expressieve verstillingen,
met name in het berceuseachtige Andante,
maar die toch in het bijzonder getypeerd
werd door een schier weergaloze virtuoze
beheersing, die de solist in de finale van
het concert echter wel eens verleidde tot
overijling in tempo en tot bravour. En daar
v-raagt het elegante, licht gevoelige en
evenwichtig opgebouwde concert echt niet
om. De nauwgezette begeleiding door Erich
Leinsdorf en het orkest droeg niet weinig
hij tot het succes dat Isaac Sterns spel ver
wierf.
P. Zwaanswijk
-trokken toonreeks in het volle werk peda
liter klinken. In de constructie van de
fuga was naast een klassieke duidelijkheid
van tekening en harmonie te waarderen
dat het hexachord van de fantasie als
contrasubject een zinrijke verwerking
kreeg in het complex. Het verliep allemaal
in goed klassiek contrapunt zonder mo
derne neigingen of epaterende dingen,
hoewel de aanwending van het hexachord
een niet te onderschatten vondst was,
maar het was in ieder geval knap en be
heerst, gezien uit traditioneel oogpunt.
Nummer drie begon zijn fantasie met 'n
stramien te weven a la Dupré, om daar
tegen het hexachord in de bas te expo
seren. Afgewisseld met aardige tussen
spelen werd de toonreeks op een andere
trap herhaald. Een mooi effect werd be
reikt met het thema zacht in de bas met
mooie tegenmelodieën in de discant. Een
minder fraaie indruk maakte een reeks
tertssprongen in de bas. De fuga werd
vaardig opgezet en ontwikkeld. De episo
den waren boeiend. Een reëxpositie maakte
een climax naar een soort cadens, die een
stretto inleidde met gewijzigde ritmische
structuur en waarin het thema ook in de
verbreding verwerkt werd. De afsluiting
van deze veelbelovende finale klonk ech
ter minder overtuigend.
Nummer vier begon met het hexachord
klimmend en dalend té exposeren en
daarna afwisselend in sterke en zachte
registratie met quasi moderne samenklan
ken zijn fantasie op te bouwen. Net toen
het betoog wat eentonig begon te worden,
kwam er beweging en stuwing in de im
provisatie. De expositie van de fuga had
een degelijk rustig verloop. Na een korte
episode dook de „dux" weer op in de bas.
Het verliep allemaal vrij netjes, ook in
een volgende episode en in een aanloop
naar het stretto, dat met verbreding in de
bas, op een effect makend stramien in de
discant, zijn beslag kreeg.
Over 't geheel constateerden wij op het
concours veel belangrijks in de prestaties.
Ook de minst boeiende had kwaliteiten, al
ontbeerde het dan iets van het levendige
element dat, hoe dan ook, de muziek een
spanning geeft die overtuigend op de toe
hoorder inwerkt. Die overtuigende kracht
hadden wij waargenomen in de prestatie
van de eerste speler en zij werd door geen
der volgende kandidaten in die mate nabij
gekomen en zeker niet overtroffen. Het
duurde echter lang eer de jury het over
de rangorde der verdiensten der vier im
provisators eens was. Nummer één, die
bleek te zijn Hans Haselböck, organist van
de Dominicaner Basilica te Wenen, werd
zoals wij verwacht hadden de winnaar
van de wisselprijs. Nummer drie werd als
tweede aangewezen: het was Klaas Bolt,
die zijn reeds twee keer behaalde trofee
aan zijn Weense collega moet afstaan.
Nuumer twee, Martin Gotthard Schneider
uit Heidelberg, kwam op de derde'plaats
en Peter Hurford uit St. Albans in Enge
land, die het laatst gespeeld had, werd
vierde. Voor de tweede keer in deze acht
con coursj aren verhuist dus de wissel-
prijs naar het buitenland en wel naar
Oostenrijk.
Na deze sportieve dag van het concours
volgt hedenavond het juryconcert in de
Grote Kerk, waarop Pierre Segond en
Siegfried Reda de solisten zijn. En mor
gen, vrijdag is het de gebruikelijke con
certavond met orgel en orkest in het Con
certgebouw.
Jos. de Klerk
De bezoekers aan het improvisatiecon
cert in de Grote Kerk waren in de ge
legenheid op te geven hoe naar hun bor
deel de vier mededingers- naar de wissel-
prijs moeten worden geclassificeerd. Voor
hen, wier opgave met het oordeel van de
jury overeenstemde, waren prijzen ter'be
schikking gesteld. Ingekomen waren- vier
honderdentwee formulieren. Op zeven was
de uitslag juist ingevuld. Na loting werd
bepaald, dat de heer A. van der Velden uit
Utrecht de eerste prijs 25) zal ont
vangen, mejuffrouw Boegschoten uit
Overveen de tweede 15) en de heer B.
Kee uit Zaandam de derde 10).
De Weense organist Hans Haselböck
heeft, woensdagavond in de Grote Kerk
in Haarlem de eerste prijs de wis
selplaquette gewonnen voor impro
visatie in het Internationaal Orgel
concours.
Hans Haselböck werd in 1928 in We
nen geborenHij ontving zijn opleiding
aan het conservatorium van zijn ge
boortestad en aan de Weense muziek-
akademie, waar Walter Pach zijn leer
meester was. Hij treedt geregeld op in
Oostenrijkse radio-uitzendingen. In 1956
behaalde hij een grote prijs in het te
StFlorian gehouden orgelconcours.
Na afloop van de improvisatiewed
strijd praatten we even. met de win
naar, die dit grote succes niet ver
wacht. had. Integendeel, want hij zegt:
„Toen ik verleden jaar Klaas Bolt
hoorde spelen, vond ik dat zó goed, dat
ik aanvankelijk de uitnodiging niet wil
de accepteren Gelukkig ben ik van
idee veranderd", voegt hij er haastig
met een bescheiden lachje aan
toe. „Ik heb met bijzonder veel ple
zier kunnen spelen. Ik heb ook de in
druk, dat de mededingers naar de wis-
selprijs met even veel genoegen aan
de wedstrijd hebben deelgenomen. Het
door de jury opgegeven thema bood
veel mogelijkheden. Voor een buitenlan
der is het moeilijk in een vreemd land
op een voor hem onbekend orgel te
spelen, hoewel het voor mij niet ge
heel onbekend was, want in 1954 heb
ik ook al eens aan de improvisatiewed
strijd in de Grote Kerk in Haarlem
meegedaan. Ik zal hier nog een paar
dagen blijven."
Hans Haselböck vertelt ons dit alle
maal, terwijl wij op een groot terras
aan de Grote Markt zitten. Het is dan
al bijna elf uur. Het is nog warm en
erg stil. Er is geen verkeer meer. Er
zijn nog maar weinig mensen. Aan een
tafeltje iets verderop zitten kennissen
van de organistZij. kijken een beetje
ongeduldig of het gesprek nog niet af
gelopen is. Daarom, durven we Hans
Haselböck niet langer op te houden.
Maar we stellen nog een vraag: „Hoe
vindt u Haarlem?" Hij geeft even geen
antwoord, maar kijkt om zich heen.
Het plein is donker In de Grote Kerk
zijn de lichten gedoofd. Langzaam be
gint de torenklok elf uur te slaan. Hans
Haselböck zucht dan even en zegt:
Sprookjesachtig
Op het terrein bij de grote sluis in het
Noordzeekanaal te IJmuiden is heden
morgen een helikopter van de Marine ge
land. Het geldt hier een eerste proeflan-
ding om na te gaan of dit terrein voor
landingen door helikopters geschikt is. De
Marine had om assistentie verzocht van de
politie onder andere met het oog op hin
derlijke belangstelling. De belangstelling
was evenwel te verwaarlozen.
Hans Haselböck (midden) in gesprek
met professor Anton Heilier, de be
faamde Weense organist en componist,
die ook aan de Zomeracademie do
ceert. Links staat de Deense graaf
Schock, een vriend van de winnaar.
Het tweede optreden in het Holland Fes
tival van het Hongaars Strijkkwartet be
vestigde de indruk van het eerste: deze
vier begenadigde kunstenaars - Zoltan
Szekely en Alexander Moskowsky, eerste
en tweede viool, Denes Koromzay, altviool
en Gabor Magyar, cello - hebben een supe
rieur samenspel dat moeiteloos in de puur
ste individualiteit van de
„kwartet-toon" resulteert.
De uitvoering van gisteren
was oorspronkelijk op 30 juni
vastgesteld, maar moest toen
wegens ziekte van een der
leden worden uitgesteld. Dit
maal werd uitgevoerd het
kwartet in G. gr., K.V. 387
van Mozart, waarvan de
perfecte strenge weergeving
misschien iets te weinig
ruimte liet voor het speelse
karakter van dit kwartet. Men moet de
Hongaren die opvatting echter gunnen, ge
zien de glasheldere verwezenlijking ervan.
Voor de uitvoering van Bartöks eerste
Strijkkwartet, opus 7, verwijzen wij naar
de bespreking op 7 juli in ons blad van het
tweede strijkkwartet., In de uitvoering van
Beethovens kwartet in C gr. t., opus 59 -
het derde van de drie Razoemowsky-kwar-
tetten - was vooral het andante aangrij
pend. De niet uitverkochte maar goed be
zette zaal was enthousiast en huldigde de
Hongaren met een frenetiek applaus.
De Tweede Kamer heeft met algemene
stemmen een door de fractievoorzitters van
K.V.P., A.R., C.H.U., V.V.D. en P.v.d.A.
ingediende motie aangenomen, waarin
wordt aangedrongen op een spoedige be
slissing over de zetel van de Europese ge
meenschappen. Een spoedige keuze is een
dringende'eis voor de goede functionering
van de gemeenschappen en de verdere
éénwording van Europa, aldus de motie,
die ter kennis zal worden gebracht van de
regeringen en de parlementen van de zes
landen, die erbij zijn betrokken. In het be
gin van dit jaar hebben de ministers reeds
besloten, dat de Europese gemeenschap
pen zullen worden gevestigd in één stad,
maar in het begin van deze maand is de
beslissing over de keuze van de stad op
nieuw uitgesteld.' Daarom heeft de Twee
de Kamer met haar motie de ministers on
der druk willen zetten.
(Van onze Kamerverslaggever)
Het verzet in Zeeuws-Vlaanderen tegen de verhoging van de tarieven voor de
veren op de Westerschelde heeft gisteren weerklank gevonden in de Tweede Kamer,
Met grote meerderheid werd bij zitten en opstaan een motie aangenomen, waarin de
wens wordt uitgesproken, dat de veren in ieder geval kosteloos moeten blijven voor
voetgangers en fietsers en dat voor het overige verkeer de verhoging slechts een
tijdelijk karakter moet hebben. Minister Algera had de motie ten sterkste ontraden.
Hjj is niet verplicht haar uit te voeren en het is waarschijnlijk, dat hij de motie
naast zich zal neerleggen, omdat hij met nadruk verklaarde zich te zullen houden
aan de afspraak met Gedeputeerde Staten van Zeeland omtrent de tarieven.
Het tekort, dat het rijk bijbetaalt op
de exploitatie van de veren over de Wes
terschelde, zal in 1958 veel meer dan twee
miljoen gulden bedragen. Wegens de zor
gelijke financiële toestand is gestreefd naar
inperking van dat tekort door verhoging
van de tarieven op een basis, die ook voor
Gedeputeerde Staten van Zeeland aan
vaardbaar was. Elke bezuiniging wekt
verzet, maar de financiële toestand dwingt
ertoe, zei minister Algera. Vrijstelling,van
de veren voor voetgangers en fietsers zou
per jaar 1.600.000 gulden kosten.
Bovendien had minister Algera het for
mele bezwaar tegen de motie, dat hij
wordt uigenodigd de tarieven te herzien,
hoewel Gedeputeerde Staten deze vast
stellen na overleg met het rijk, dat het
tekort op de exploitatie betaalt.
Volgens de minister is het verkeer meer
gediend met iets hogere tarieven, waar
door met een nieuwe boot de verbinding
beter wordt, dan met een goedkope maar
gebrekkige verbinding, die lange wachttij
den veroorzaakt. Tegenover de kortere
wachttijd valt het financiële nadeel van
de tariefsverhoging weg.
(Van onze Kamerverslaggever)
Volgens de thans nog geldende regeling
(van 1842) kan men zonder wetenschap
pelijke universitaire opleiding notaris
worden. Met een soepele overgangsrege
ling wil de regering nu een verplichte uni
versitaire opleiding voor het notariaat in
voeren, een hervorming, die reeds sedert
een eeuw en vooral na de oorlog sterk is
bepleit. Met het beginsel van dit wetsont
werp kan de Tweede Kamer zich wel ver
enigen, maar tegen de uitwerking bestaan
bij een belangrijk deel bezwaren.
De studie is aldus gedacht, dat het kan
didaatsexamen voor de notariële studie
gelijk is aan dat voor de studie in het Ne
derlands recht en dat daarna een nota
rieel doctoraal examen volgt. Aan dit doc
toraal examen zal de kandidaat de hoeda
nigheid van meester in de rechten ontle
nen, die echter uitsluitend de bevoegdheid
geeft benoemd te worden tot notaris.
Tegen dit laatste maakte de heer Van
Rijckevorsel (K.V.P.) gisteren in de Ka
mer bezwaar, omdat voor dat examen
slechts vereist zal zijn „enige kennis van
en inzicht in de beginselen van staats- en
administratief recht" en generlei kennis
van het strafrecht. Wel wilde hij de hoe
danigheid van „kandidaat-notaris" ver
heffen tot een eigen universitaire titel, ge
lijkwaardig aan die van meester in de
rechten, toe te kennen aan hen, die het
doctoraal examen in de notariële studie
richting hebben, afgelegd. Op grond van
de ervaring, dat ongeveer tweederde ge
deelte van hen, die tot op heden kandidaat
notaris werden, middelbaar onderwijs,
hebben gevolgd, wilde de heer Van Rijcke
vorsel de toelatingseisen voor de univer
sitaire studie daarop afstemmen en niet
onnodig verzwaren. Hij diende op deze
drie punten amendementen in, waarover
vandaag, na voortzetting van het debat,
zal worden beslist.
BERLIJN Het internationaal film
festival tè Berlijn, de Berlinale, deze
week geëindigd, heeft een ontwikkeling be
vestigd, die al enige jaren gaande was:
de filmproducenten bewaren kennelijk hun
best. films juist voor dit festival. Nu er
dit jaar zoveel grote filmfestivals zijn
mocht men verwachten, dat de gemiddel
de kwaliteit lager zou zijn dan vorig jaar,
maar althans te Berlijn was daarvan geen
sprake. Daar was het peil hoger dan vori
ge jaren.
Enerzijds werd dat dus veroorzaakt door
net feit, dat de producenten het belang van
de Berlinale inzien als festival in een we
reldstad en in een land, dat veel films „con
sumeert" (in Duitsland blijkt de film maar
heel weinig concurrentie van de televisie
te ondervinden), anderzijds echter dankt
men deze verdere verbetering van het
peil ook aan de scherpere selectie dooi
de festivalleiding, die blijkbaar niet meer
alles accepteert om het aantal deelnemen
de landen zo hoog mogelijk te krijgen.
Niettemin waren er toch nog 36 deelne
mende filmproducerénde landen! Er wa
ren ook dit jaar nog enkele films, die niet
aan het vereiste festivalpeil reikten, films
van Brazilië, Mexico, Indonesië en Iran
bijvoorbeeld, maar dat waren nu nog
slechts uitzonderingen.
Zweden terecht onderscheiden
De jury heeft beslissingen genomen, die
enerzijds alleszins toe te juichen, ander
zijds echter nogal aanvechtbaar zijn. Dat
de hoofdprijs bij de speelfilms, de Gouden
Beer, naar de Zweedse festivalbijdrage
„Aan het eind van de dag", van regisseur
Ingmar Bergman zou gaan, was eigenlijk
te verwachten, want dat werk over een
bejaarde geleerde, die op zijn levensavond
tot het inzicht komt, dat hij steeds als een
egoist heeft geleefd, was naar inhoud en
regie het sterkste werk van de Berlinale.
Het is onzin om naast de prijs voor de
beste film een andere prijs voor de beste
regie te geven, want in feite bepaalt de
regie hoe de film zal worden. Niettemin
was er ook in dit jaar een aparte prijs voor
de regie en die werd nu, om Japan weer
eens aan zijn trek te laten komen, toege
kend aan de regisseur Tadashi Imai, voor
de aan het slot van het festival vertoonde,
nogal vervelende en zeer conventioneel-
geregisseerde film „De geschiedenis van
een echte liefde".Japan heeft in de loop
der jaren heel wat sterkere films naar de
festivals gestuurd!
Met de prijzen voor de beste acteur en de
beste actrice, resp. verleend aan Sydney
Poitier (in The Defiant Ones) en Anna
Magnani (in Wild is the Wind) zal ieder
een zich kunnen verenigen hier werden
twee grote vertolkingen geëerd.
Twee stellig belangrijke films werden
bij de officiële prijzenregen vergeten: de
Deense zeer humoristische film „Gouden
Bergen", waarvoor men desnoods een
speciale prijs van de 'humor had dienen
te scheppen, en de op een der laatste dagen
vertoonde uiterst-knappe, geraffineerd-
geregisseerde Britse speelfilm „Ice Cold
in Alex" (Ijskoud in Alexandrië) van
een regisseur, die reeds eerder, namelijk
in de ook te onzent vertoonde films „Yield
to the Night" en „The Woman in the
Dressing Gown", zijn grote kwaliteiten
heeft bewezen: J. Lee Thompson.
Althans in dit laatste geval kon de omis
sie van de jury worden hersteld: deze
Britse festivalbijdrage kreeg nu de prijs
van de Fipresci, de internationale organi
satie der filmcritici.
„Ice Cold in Alex" speelt tijdens de
Duitse opmars in Noord-Afrika, in de twee
de wereldoorlog en zij vertelt van een slo
pende tocht, die twee Britse militaires en
een verpleegster met een Rode Kruisauto
door de woestijn moeten maken om
Alexandrië te bereiken, zonder in handen
van de Duitsers te vallen. Onderweg pik
ken ze nog een Zuidafrikaans officier mee,
die later blijkt helemaal geen Zuidafri
kaan, maar een Duits spion te zijn. De
film, waarvan het heet, dat ze op een wa
re gebeurtenis is gebaseerd, is prachtig
van afgewogen regie, van fotografie, sterk
van vertolking en bovendien zeldzaam
spannend. John Mills, Harry Andrews en
Sylvia Syms spelen de drie Engelsen, An
thony Quayle is de Zuidafrikaanse Duit
ser.
Demonstratieve bijval voor Bert Haanstra
Verheugend is, dat Bert Haanstra's kor
te documentaire „Glas" bekroond werd
met een Zilveren Beer, al had deze mees
terlijke film, dit filmgedicht over de glas
blazerij, eigenlijk de Gouden Beer ver
diend, die nu aan een Italiaanse documen
taire ten deel viel. „Glas" was, naar mijn
mening, de beste korte documentaire van
dit festival en blijkbaar dacht ook het pu
bliek er zo over, want voor geen der an
dere films in deze groep werd zo demon
stratief luid en langdurig geapplaudisseerd
als vóór de Nederlandse festivalfilm. De
vertoning van deze geheel te Leerdam op
genomen film was met uitzonderlijk-grote
aandacht gevolgd, aan het slot klonk er
Scène uit de film van Ingmar Berg
man „Aan het eind van de dag", die de
eerste pr\is van het filmfestival te Ber
lijn in de categorie speelfilms verwierf.
niet slechts het reeds gememoreerde de
monstratieve applaus, maar ook enthou
siast „bravo"-geroep.
Dat Walt Disney's „Perri" de Gouden
Beer voor de lange documentaires zou
krijgen, lag in de lijn van de verwachtin
gen: te Berlijn is in dit opzicht een soort
traditie geschapen. Elk jaar toont Disney
op de Berlinale zijn nieuwste film die
steeds bekroond wordt met een der hoog
ste onderscheidingen. Dat Disney zijn werk
juist voor dit festival bewaart is overi
gens mede een aanwijzing voor het be
lang, dat de filmproducenten aan de Ber
linale zijn gaan hechten.
Jan Koomen
Tegenover het argument, dat het ver
voer door de tunnels in ons land gratis is,
voerde minister Algera aan, dat een veer
niet wordt beschouwd als een weg, maar
als een vervoermiddel. Een vaste oever
verbinding onder de Westerschelde zou ten
minste 1500 miljoen gulden kosten. Aan
zo'n uitgave valt niet te denken. Uit het
feit, dat het rijk ieder jaar miljoenen toe
legt op de veren over de Westerschelde,
blijkt overigens, dat rekening is gehouden
met de bijzondere positie van Zeeuws-
Vlaanderen. Wanneer de veren in het zui
den van Zeeland voor voetgangers en fiet
sers gratis blijven, zullen ook de passa
giers op de andere veren in Zeeland gra
tis vervoerd willen worden.
Alle argumenten van de minister legde
de Kamer echter naast zich neer en zij
nam de in het begin reeds genoemde mo
tie-Van den Heuvel (K.V.P.) aan. Even
eens werd met grote meerderheid een
motie van de heer Westerhout (P.v.d.A.)
aangenomen, waarin ook werd aangedron
gen op handhaving van het vrije vervoer
van voetgangers en fietsers. Dat was dus
dubbelop! K.V.P. en P.v.d.A. steunden el
kanders moties, die op dit punt hetzelfde
inhielden. Maar de K.V.P.-motie wilde
bovendien de verhoging van het tarief voor
personenauto's en vrachtauto's slechts als
tijdelijke maatregel aanvaarden, waar
mede de P.v.d.A. ook akkoord ging. Al
leen V.V.D. en A.R. stemden tegen deze
moties. Zij steunden met de heer Van der
Peijl (C.H.U.) een motie van de heer Ver
kerk (A.R.), die de wenselijkheid uit
sprak, dat de veertarieven gebaseerd wor
den op de kosten, die worden bespaard,
doordat een auto een afstand vaart in-
plaats van rijdt.
Prof. Romme (K.V.P.) verklaarde, dat
de K.V.P. niet voor de motie-Verkerk zou
stemmen. Ook de P.v.d.A. en de C.P.N.
deden dat niet, zodat de motie-Verkerk
met 23 tegen 75 stemmen werd verwor
pen.
Er is ook nog een vierde motie ingediend,
die uit de pen kwam van de heer Gort
zak. Maar de communistische „rebellen"
zijn slechts vier man sterk en voor een
motie zijn vijf handtekeningen nodig om
in behandeling te kunnen worden geno
men. Aan het adres van de „officiële" com
munisten richtte de heer Gortzak daarom
scherpe verwijten, maar de heer Bakker
(C.P.N.) gaf de verzekering, „dat gedu
rende de kor^e tijd, die de heer Gortzak
nog onrechtmatig op zijn Kamerzetel zal
zitten", de C.P.N.-communisten nooit een
motie van de „rebellen" zullen steunen.
Langzamerhand worden de communisten
onvriendelijker tegen elkaar.
Actiecomité gaat door
De leden van het actiecomité „Vrije Ve
ren", die de Kamervergadering hadden bij
gewoond, verklaarden na afloop:
„Wij zijn een stapje verder gekomen en
daarbij hebben wij een goed ding bereikt:
de negatieve gedachte: „je kunt er toch
niets aan doen", is overwonnen. Wij gaan
door en hopen eens te bereiken, dat de
veren vrij zullen zijn. Bij de debatten in
de Kamer is wel gebleken, dat men daar
ook vrije veren wenst".
Het actiecomité zal zich thans ovér de
volgende stappen beraden. Eén van deze
stappen zal zijn druk uit te oefenen op de
leden van de Provinciale Staten van Zee
land, die op 30 juli bijeenkomen, zo werd
verklaard.
Tijdens de middagpauzes van de
landbouwconferentie te Stresa ont
spannen minister Vondeling en zijn
secretaris-generaal Franke zich ge
zamenlijk in de prachtige tuin van het
hotel Borromees, dat gelegen is aan het
La go Maggiore. Ook kan men beide
héren dan wel in het blauwe water zien
duiken en broederlijk naar een voor de
kust gelegen vlondertje zien zwemmen.
Het Tweede Kamerlid de heer Den Har-
tog (V.V.D.) heeft aan de minister van
Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening
vragen gesteld in verband met het voor
nemen van de directeur-generaal voor de
Voedselvoorziening, ir. J. A. P. Franke,
ontslag uit deze functie te vragen.
De heer Den Hartog vraagt: Is het waar,
dat de minister voornemens is zodanige
reorganisatie in het departement van
Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening
door te voeren, dat de voorbereiding van
het internationaal beleid meer zal worden
geconcentreerd bij de Directie Internatio
nale Organisaties en dat ook de landbouw-
attaché's bij die directie zullen worden
ondergebracht, en of door deze reorgani
satie de invloed van de directeur-generaal
voor de voedselvoorziening op het inter
nationaal beleid in belangrijke mate zal
worden verminderd ten opzichte van de
bestaande situatie? Tenslotte vraagt de
heer Den Hartog hoe het mogelijk zal zijn
voor een directeur-generaal voor de voed
selvoorziening zijn taak in het landbouw-
prijsbeleid naar behoren te vervullen zon
der dat hij voortdurend deel zal hebben
aan de behandeling van zaken met be
trekking tot de afzet van landbouwpro-
dukten "in het buitenland.
Prof. Weve. Met ingang van 15 sep
tember is aan prof. dr. H. J. M. Weve op
zijn verzoek eervol ontslag verleend als
hoogleraar aan de rijksuniversiteit te
Utrecht, met dankbetuiging voor de be
langrijke in deze betrekking bewezen
diensten.