„DE STORM" onder de dreiging van regen en onweer Sfeer en spanning op internationaal muziekconcours in Kerkrade Dubbele jubileumviering in Spaarndam begonnen De negen Muzen 6 Voorstelling in Bloemendaalse Openluchttheater Feestweek in Spaarndam Nederlandse films op Festival in Edinburgh Roger Martin du Gard t IJmuider Harmoniegeeft eerste feestconcert Concerten op zondag Het werkte Museum Boymans verandert van naam Brand in Santpoort Orgelconcert door Bernard Bartelink Programma orgelconcert N.Ph.O. gaf concert in Openluchttheater Toon Verheij teraarde- besteld Leo Blech overleden Weer driemastbark voor Duitse marine-opleiding MAANDAG 25 AUGUSTUS 1958 Film over televisie. In opdracht van Philips is Carillon Films te Rijswijk thans bezig met de vervaardiging van een docu mentaire, die „Venster op Europa" zal heten. Deze film is gewijd aan de vooruit gang van de televisie in Europa. Onder leiding van Ted de Wit, die belast is met produktie en regie, en met Jan Schefer aan de camera, worden opnamen gemaakt in Nederland, België, Frankrijk, Italië, Groot-Brittannië, Denemarken en West- Berlijn. In al deze landen worden scènes gespeeld door artisten uit die landen. Uitnodiging. De violist Jo Juda heeft voor 8 september een uitnodiging gekregen om een recital te geven voor de televisie in Parijs. Uitgevoerd worden sonaten van Bach. Franck en Brahms. Spaanse organist. Op donderdagavond 28 augustus zal de Spaanse organist José Mancha het negenendertigste artifex- orgelconcert in Delft verzorgen. Op dit concert dat gegeven wordt in de St.. Hip- polytuskerk aan de Voorstraat, zullen wer ken ten gehore worden gebracht van Bach, Langlais, Cabanilles en andere Spaanse componisten. Weense operette. De Hoofdstad Ope rette onder leiding van Meyer Hamel, Otto Aurich en Fritz Steiner, zal op 6 en 7 sep tember een voorstelling geven van „Zwei Herzen im dreivierteltakt" Karei de Grote-prijs. Burgemeester en wethouders van Nijmegen hebben aan de beeldhouwer G. M. Bruning, geboren in Nijmegen en thans wonende in Cuyk aan de Maas, medegedeeld, dat hem de cultuur prijs van de gemeente Nijmegen, de zoge naamde Karei de Grote-prijs voor het jaar 1958 is toegekend. Beeld aangekocht. Het gemeentebe stuur van Eindhoven heeft op de tentoon stelling van beeldhouwwerken in Sonsbeek bij Arnhem een werk van de Zwitserse beeldhouwer Otto Banninger aangekocht voor zesduizend zeshonderdvijfenzeventig gulden. Het is een bronzen beeld van een paard van ruim een meter hoog. Ter gelegenheid van de opening van het muziekfestival te Spaarndam m.aakten de musici van Crescendo gestoken in hun nieuwe uniformen, een. wandeling door het dorp. Harmonie „Crescendo" kreeg nieuwe uniformen Het had er zaterdag veel van weg dat Spaarndam een nationale feestdag vierde. Uit tal van huizen wapperde vrolijk de va derlandse driekleur. De Westkolk was om zoomd met honderden kleurige vlaggetjes en spandoeken riepen de bezoekers een hartelijk welkom toe. Aanleiding tot dit feestelijk vertoon was het jubileum van de oudste twee Spaarn- damse verenigingen, het 50-jarige Spaarn- dams Gemengd Koor en de 40-jarige Har monie Crescendo. De besturen van beide verenigingen hebben gemeend hun be- staansfeest in eendrachtige samenwer king te moeten vieren. Deze week wordt op de Westkolk een reeks concerten gehouden waaraan vele zangkoren en muziekkorp sen medewerking verlenen. De feestelijkheden begonnen zaterda- middag om twee uur met de officiële over dracht van 39 gloednieuwe uniformen aan de voorzitter van Harmonie „Crescendo" de heer J. Naaktgeboren. Deze fraaie kle dingstukken, donkerblauw met zilverwitte uitmonstering, zijn het geschenk van een groot aantal leden, vrienden en begunsti gers van de jubilerende vereniging, niet al leen in Spaarndam, maar ook in Haarlem en omgeving. De overdracht geschiedde door mevrouw Stapel, de echtgenote van de heer C. Stapel jr., die beschermheer van het muziekkorps is. Compliment van burgemeester Nadat mevrouw Stapel, ten teken dat zij de uniformen aan de vereniging overdroeg de heer J. Naaktgeboren de uniformpet had opgezet hield de burgemeester van Haarlem, mr. O. P. F. M. Cremers, een korte toespraak, waarin hij het bestuur van „Crescendo" met het jubileum en de uniformen complimenteerde. De burge meester merkte daarbij met betrekking tot de uniformen op, dat 't kleine Spaarn dam daarmede 't grote Haarlem een voor beeld heeft gegeven. De heer Naaktgebo ren deelde vervolgens mede, dat het be stuur van „Crescendo" tot oprichting van een tamboerskorps had besloten. Hij nood de tamboer-instructeur, de heer J. A. de Vries, bij deze „geboorte" van het korps een vlag aan. De heer De Vries beant woordde dit gebaar met het aanbieden van een overslagtrom en twee paradetrom- men namens het tamboerkorps. Onder lei ding van dirigent H. Bakker speelde har monie en tamboerkorps vervolgens ge zamenlijk de nieuwe mars „Arendsnest". Tot besluit maakten beide korpsen onder grote belangstelling van de bevolking een muzikale rondgang door het dorp. Later op de middag hield het bestuur van „Cres cendo" in café T. J. van der Putte op de Westkolk een zeer druk bezochte receptie. Een lange rij van sprekers bood namens hun vereniging of organisatie of hun per soonlijke gelukwensen aan. Velen van hen lieten dat vergezeld gaan van een ge schenk. Vanavond concenteert op de Westkolk t' fanfarekorps „Wilhelmina" uit Sant poort, dirigent de heer J. Groot. Tijdens het filmfestival in Edinburgh, dat van 23 augustus tot 14 september ge houden wordt, zullen van Nederlandse zijde de volgende films worden vertoond: „Glas" van Bert Haanstra, „A.B.C." (Aru ba, Bonaire en Curagao) van Kohn Fern- hout, „Metrografic" van Maarten Toon der en „De gouden Ilsy" van Charles Huguenot van der Linden. Op 31 augustus zal ter gelegenheid van de internationale conferentie van filmers de film „Glas" van Bert Haanstra worden vertoond. PARIJS (AFP) De Franse schrijver Roger Martin du Gard, die in 1937 de No belprijs voor letterkunde kreeg, is vrijdag nacht in zijn woning te Belleme (departe ment Orne) overleden. Hij is zevenen zeventig jaar geworden. Roger Martin du Gard verkreeg zijn grootste bekendheid met zijn elf delen tel lende „Les Thibault", een in de jaren 1922- 1940 geschreven serie romans over het Frankrijk van voor de oorlog. Ter gelegenheid van de jubilea van Harmonie Crescendo Spaarndam (veertig jaar) en Spaarndams Gemengd Koor (vijf tig jaar) heeft de muze der blaas- en roffelmuziek een volle week vrij spel in het pittoreske dorp aan en beneden de IJdijk, dat weliswaar tot de gemeente Haarlem is gaan behoren, maar in wezen het dorpje Spaarndam gebleven is, dat, in de geslotenheid van zijn kleine gemeen schap, de muziek als vrijetijdsbesteding op voorbeeldige wijze dient. „Crescendo", in keurig nieuw uniform gestoken, luidde de dubbele jubileum viering zaterdagmiddag in met een muzi kale wandeling, die aan een druk bezochte receptie voorafging, 's Avonds werd op de muziektent aan de Kolk door de „IJmuider Harmonie" het eerste feest concert gegeven van de negen, die in de jubileum week geprojecteerd zijn. De „IJmuider Harmonie", die pas geleden driedubbel gelauwerd werd op het inter nationale concours van Kerkrade, was wegens deze omstandigheid wel de aan gewezen vereniging om concerterend het feest muzikaal in te wijden. Uiteraard kwam het korps onder meer met de drie nummers: het verplichte, het vrije en ere- wedstrijdnummer, van de Kerkrader krachtmeting. De dirigent Jan Groot, die er blijkbaar zijn levenstaak van maakt zijn IJmuider muziekvereniging tot een voor aanstaand korps te maken, bereikte met zijn mensen deze zaterdagavond een resul taat dat het succes op het wereldconcours volkomen verklaarde. De Valerius-Suite van Meindert Boekei werd frappant van klankverhouding en fijne detailwerking weergegeven: in de ouverture „De Ita liaanse in Algerië" van Rossini was de vlotte techniek van het „hout" te prijzen en kon men vooral de correcte ritmiek en, waar pas gaf, de lyrische bewogenheid waarderen; en in Beethovens Egmont- ouverture onderkende men de combinatie van smaak en vaardigheid om een mees terwerk te geven wat het toekomt. Het was een treffende sensatie de triomfmu- ziek aan het slot over de Kolk te horen klinken. Ook de overige nummers van het programma, onder meer de Slavische Rhapsodie no. 1 van Friedemann, voldeden aan de verwachting die men met de con coursnummers gewekt had. De weersomstandigheden waren voor het concert prima en aan belangstelling was geen tekort.. De onweersbui kwam net te laat om de festiviteit te verstoren. Ge lukkig. Zondagmiddag was het de beurt aan de jubilerende verenigingen om op de Kolk een feestconcert uit te voeren. Ter intro ductie speelde Crescendo, versterkt door zijn kleine staf van tamboers en klaroenen, een show-mars. Met een drietal composi ties van Gerard Boedijn, „Sinfonia concer tante", „Caesar en Cleopatra" en „Ciacon- na antiqua" bereikte dirigent Henk Bak ker een bijzonder fraai resultaat. Er is een tijd geweest, nog niet zo erg lang geleden, dat onze amateurverenigingen tamelijk vreemd, om niet te zeggen afwijzend ston den tegenover de werken van deze Neder landse componist. Nu speelt men ze bij voorkeur en kan men steeds ervaren, dat er een opmerkelijk opvoedende kracht van uitgaat, want het is een feit dat ze als het ware dwingen tot secure articulatie en fijne detailwerking, met het resultaat dat de korpsen er hun beste prestaties mee leveren. Wat nu ook weer het geval was in de lenige en gedistingeerde vertolkingen die dirigent Bakker wist af te dwingen. Tevens wat de stemming, het klankkarak ter en de nuancering betreft werden de werken van Boedijn met ere gediend. Ook „La forêt chante" van Thiry, een stuk dat aardig uit één motief ontwikkeld wordt, genoot een zeer goede verklanking. En ook de rest van het programma stond qua uit voering op een behoorlijk peil. Spaarndams Gemengd Koor, onder lei ding van Ernst van 't Kaar volvoerde het waagstuk om op dit gecombineerd open luchtconcert een executie te geven zij het dan fragmentarisch van de „Llebes- lieder" van Brahms, waarbij het gerepu teerde piano-duo Miep van Luin-Ans Bou- ter a-quatre-mains de elegante klavier partij speelde. Er was in deze vertolking zeker veel te waarderen, al wekte zij het verlangen naar een meer intieme ruimte, waarin pas de finesses van deze smaak volle walsenreeks ten volle tot hun recht kunnen komen. Maar al met al deed het toch ook weer goed deze beschaafd-gees- tige muziek op het programma te ontmoe ten. Een schot vlak in de roos was daarna de uitvoering van „Gallia" van Gounod, waarbij het koor assistentie genoot van de heldere goed dragende sopraanstem van May Oranje-Den Uil en van de pianiste Miep van Luin. Deze kleine cantate ge noot dan ook een welverdiend daverend succes. Het concert kreeg een interessant besluit met de uitvoering, onder leiding van Henk Bakker, van een paar zangnummers met beeeleiding van harmonie-orkest. En dan volgde nog als coda een briljante show van het tamboer- en klaroenblazers korps „Bato", onder leiding van W. v. d. Peyl. Als steeds waren de prestaties van deze jongelui een reeks staaltjes van rit misch en dynamisch bravour en van voor beeldige ordelijkheid. Verder werd 's avonds een zwaar fan fareprogramma uitgevoerd door het mu ziekgezelschap „Harmonie" uit Assendelft. Jos. de Klerk Het grootste gebrek van Nederland, het weer, heeft zaterdagavond de voorstelling van de Toneelgroep Theater in Bloemen- daal danig parten gespeeld. Het was niet zo dat de opvoering van Shakespeares „De Storm" moest, worden afgelast. Tot. het derde bedrijf bleef de regen goedgunstig wachten. Wel weerlichtte het gestadig ster ker, maar de eerste stortbui ontlaadde zich pas toen het juist pauze was. Droog begon nen we aan het. vervolg. Tegen de opvoe ring van de „Masqque" keerde het onweer terug. De bliksem zorgde zelfs voor effect volle natuurlijke belichting, maar de zacht jes inzettende regen was toch wel een on welkome bijkomstigheid. Het werd een wedkamp tussen de voorstelling en de elementen. De voorstelling won het. Tegen de tijd dat het water weer met bakken vol uit de hemel viel, had Prospero zijn laatste Klaus gesproken: „Toverij heeft afgedaan, weerloos kom ik voor u staan. Men zal begrijpen dat deze klimatologi sche gebeurtenissen nu niet bepaald gun stige factoren waren om de opvoering ge concentreerd te volgen. Ze maken een be oordeling naar de artistieke kwaliteit uiterst moeilijk. Er was een tikje te veel onrust in de natuur en in ons binnenste. Vooral het tweede deel der voorstelling leed daaronder. Des te meer klemt dat, om dat Shakespeares spel een ware contradic tie vormt met omstandigheden als hier boven omschreven. „De Storm" is in feite een stilte na de storm. In die stilte spelen zich de toverachtige tonelen af, die het eiland van de verbannen Prospero tot een oord maken van ongereptheid en zuiver heid, de sublimatie van het edelste mense lijk voelen en denken, dat door geen lage bedoelingen kan worden geschonden. Ook de verdorvenheid van de laaghartige An tonio, de schurkenslimheid van Sebastiaan, de bestiale drift van het heksenjong Kali- baan randen de wonderbaarlijke vrede van dit eiland niet aan. Wat de dronken nar en de wijnschenker er uitrichten staat in geen verhouding tot de menselijke slechtheid zoals deze in de drie genoemde figuren wordt geopenbaard. Hebzucht is misschien hun sterkste drijfveer. Scherts is de wijn, die zij schenken. De droesem komt bij hén niet boven. Maar wat er ook aan onge rechtigheid een aanslag probeert te doen op Prospero's ballingsoord, de edele hertog van Milaan bezweert alles met zijn tover kunst. Daarom men vergeve mij de plot selinge trivialiteit der vergelijking zou Prospero ook moeten heersen over het weer, dat een voorstelling in het ongerede kan brengen. Men zou bijna kunnen zeg gen: dat heeft hij ook gedaan, maar de onzekerheid heeft hij bij ons niet kunnen wegnemen. Misschien zijn er lieden, die daarin de maatstaf zien voor de conclusie of de voor stelling al of niet is geslaagd. Ik zou die zienswijze niet graag overnemen. Mijn be oordeling kan niet veel meer zijn dan een verslag. De eerlijkheid komt in het ge drang,wanneer ik de omstandigheden weg cijfer. Over het geheel genomen is er veel van de sprookjesachtige sfeer van het eiland tot ons gekomen, in het bijzonder in de verhouding van Prospero tot de etheri sche Ariël, ook al zo'n sublieme creatie der dichterlijke verbeelding. Ik acht Cruys Voorbergh niet de ideale Prospero, hij mist de magie der verschijning, maar het zij toegegeven, dat hij zijn mooiste momenten had met de kinderlijke en pril zangerige Martine Crefcoeur als gehoorzame geest. De contrasterende groep der edellieden, aangevoerd door Gerard Hartkamp (Gon- zalo), Henk Schaer (Alonso) en Jacques Snoek (Antonio) vond vooral in Hartkamp bezieling. Het minnepaar, vertegenwoor digd door Marijke Bakker als Miranda en Carl van der Plas als Ferdinand, verteder- HET GEDURFDE INITIATIEF, dat enige muziekminnaars uit Zuid-Limburg in 1950 namen om Kerkrade om de vier jaar met een groots opgezet concours tot een internationaal muziekcentrum te maken, is met een buitengewoon groot succes bekroond. Alle pessimistische gedachten ten spijt werd aan het eerste concours dat in 1951 gehouden werd, deelgenomen door vijfduizend muzikanten. In 1954, bij het tweede concours, was dit aantal gegroeid tot ongeveer zesduizend en voor de derde wedstrijd, die deze maand gehouden wordt, hebben zevenduizend musici hun mede werking toegezegd. Hier in het westen des lands kan men zich moeilijk een begrip vormen van de sfeer en de spanning, die het concours kenmerken. De marswedstrijd DE DAG begon met een marswedstrijd in het stadion te Kerkrade. Voor een pu bliek van eenendertigduizend toeschouwers defileerden tamboers- en hoornblazers korpsen, scherp beoordeeld door een jury, bestaande uit de heren Gijsbert Nieuwland, voorzitter; de Engelsman Frank Wright en de Belgische militaire dirigent Jos Moeren hout. Er werd voortreffelijk ritmisch werk ge leverd, vooral door 't Nederlandse pijpers en tamboerskorps Heide uit Swalmen, het Duitse korps Rot Weisse Husaren en de Zwitserse harmonie Stadtmusik Thun. Middagwedstrijden DE GROTE gebeurtenissen van de dag kwamen met de middagwedstrijden die in de reusachtige concerthal, welke voor het muziekconcours in Kerkrade werd opge richt, gehouden werden. De belangstelling was wederom groot. Het harmonie-orkest „Utrecht" speelde met weinig spanning en had een tekort aan ritmische accuratesse, maar kreeg toch de derde prijs; het Symfonie-orkest van de koninklijke muzikale kring van Winterslag uit België kreeg de tweede prijs. Het fan fare-orkest „Onderling Genoegen" onder leiding van zijn tachtigjarige dirigent G. Schaar uit Krommenie maakte een voor treffelijke indruk en behaalde met drie- honderdvier punten de eerste prijs. De fan fare Saint Cécilia uit Schinnen spande de kroon en kreeg de eerste prijs met lof van de jury. Tenslotte kwam de koninklijke harmonie Saint Cécile uit Eysden met twee uitvoe ringen, waarvan de eerste van de Suite Enfantine van Hinniker soms wat grof klonk. „Les Préludes" van Franz Liszt kreeg een prachtige vertolking en behaalde dan ook een eerste prijs. Erewedstrijd De erewedstrijd, die 's avonds gehouden werd, bracht de eersteprijswinnaars van de middag tegen elkaar in het strijdperk. De fanfare Saint Cécilia uit Schinnen be haalde de eerste prijs met lof en driehon derdvijfenvijftig punten. Tot slot weerde de fanfare „Onderling Genoegen" zich weer uitstekend met Bou- dijn's Epigrammen en Erin Balls tweede rapsodie op negro-spirituals, waarvan de samenvattende opbouw hechter had kun nen zijn. Niettemin was de eerste prijs met tweehonderdzevenennegentig punten alles zins verdiend. Tot 1 september wordt het concours voortgezet en dan is weer voor dit jaar het eind gekomen aan deze pracntig georganiseerde onderneming. P. Zwaanswijk LONDEN, (UPI) De Londense po litie dacht vrijdagavond, dat inbrekers de Britse kroonjuwelen in de „Tower of London" wilden stelen, toen het ge heime alarmsysteem van de zwaarbe waakte schatkamer begon te werken. Politie-auto's snelden naar de Tower, maar het bleek dat brigade-generaal Leslie Wieier, gouverneur van de To wer, het alarmsysteem alleen maar had willen testen. „Het werkte uitstekend", merkte hij tevreden op. Het volgende gebeurde allemaal toen hij het systeem om 9.18 uur in werking stelde: Onmiddellijk daalde een stalen kooi van 16 ton neer en sloot zich om de vi trine met de kroonjuwelen. Om 9.20 reed. de eerste politie-auto over de ophaalbrug naar het middel eeuwse fort. Het alarmsysteem, brengt geen ge wone bellen in het zenuwcentrum, van Scotland Yard in werking maar een grammofoon-opnam,e van een stem die het volgende aankondigt: „Inbrekers zijn het juwelenhuis van de Tower of London binnengedrongen". de zonder te veroveren. In de nar en de wijnschenker was zoals dat in Neder landse opvoeringen vaker gebeurt de ware geest gevaren. Johan Walhain en Hans Tiemeier gaven ze de zotsklap mee van vrijbuiterige personages. Aan de „Masqué", grotendeels gezegd in de regen, durf ik niet te raken. Daarvoor werd de illusie al te zeer verstoord. Voor zover een beoordeling passend is, kan men van de regie van Michael Warre wel beweren, dat ze aan het toneelbeeld durende zorg had besteed. De muzikale ornamentiek verfraaide de scène, de figuratie en het decor vormden een waardige bijdrage tot de herschepping van Shakespeares dichter lijk verzinsel, dat een overvloed van milde en rechtschapen menselijkheid op ons deed toestromen, zoals alleen in het sluitstuk van een grootse dramatische conceptie past. Die stroom brak door de bedding der woorden heen, hun onvolkomen realisering in zegging en gebaar overspoelend door de kracht van de poëtische emotie. Prospero's toverstaf, de toverstaf van Shakespeare raakte ons aan. Dat zulks toch mogelijk was ondanks zoveel belemmerende om standigheden, is iets wat wij blijmoedig mogen constateren. P. W. Franse Indien de gemeenteraad zich achter het voorstel van B. en W. van Rotterdam zal stellen de „Verzameling Van Beuningen" voor achttien miljoen gulden van de erven te kopen, dan houdt dit tevens in, dat de naam Museum Boymans zal worden ge wijzigd in Museum Boymans Van Beunin gen. Dit, aldus B. en W., omdat de erven als voorwaarde hebben gesteld, dat steeds duidelijk zal blijken, dat de voorwerpen tot de „Verzameling Van Beuningen" be horen. Het college acht de naamswijzi ging mede verantwoord, omdat wijlen de heer Van Beuningen dit Rotterdamse mu seum steeds verrijkt heeft met kunstvoor werpen van hoge waarde. De heer D. G. van Beuningen uit Vier houten, die op 29 mei 1955 is overleden, heeft in de loop der jaren een verzame ling kunstvooi-werpen verworven, die overal ter wereld voor kenners der beel dende kunsten tot een begrip zijn gewor den. Met uitzondering van enige stukken willen de erven het eigendomsrecht van deze „Verzameling Van Beuningen" voor genoemd bedrag aan de gemeente Rotter dam overdoen, hetgeen, zo zeggen B. en W., betekent, dat Rotterdam de gelegen heid wordt gegeven deze internationaal vermaarde verzameling voor ons land te behouden en daarmee een nationaal be lang te dienen. De motorspuit van de Santpoortse brand weer rukte zondagmiddag omstreeks twee uur uit na de melding van een grote uit slaande brand in de Pastoorstraat. Ter plaatse bleek de brand zich echter te beperken tot een in vlammen geraakte motorfiets bij het schuurtje achter de wo ning Pastoorstraat 23. Bij het aantrappen van de motor was het voertuig in brand geraakt. Er werd ook schade toegebracht aan de houten schuur. Omwonenden had den de vlammen al gedoofd toen de brand weer verscheen. De organist Bernard Bartelink bracht zaterdag op het orgel van de Grote Kerk in Haarlem een in hoofdzaal, uit twee ge deelten bestaand programma ten gehore. In het eerste gedeelte waren J. P. Swee- linck en Frescobaldi, die men als de stam vaders van een onafhankelijke instrumen tale muziek kan beschouwen, ieder met twee werken vertegenwoordigd. Men hoort hoe de primitievere mogelijkheden van het orgel (en van het clavecimbel met twee manualen) worden afgetast in Sweelincks Echo-fantasie, hoe hij in het „Balletto del granduca" een eenvoudige danswijs figu reert met kennelijk plezier in de ornamen ten en het passagewerk die zijn fantasie en vingervaardigheid hem ingeven. De beide Toccata's van Frescobaldi zijn veel sterker het resultaat van een vocale polyfonie, op het instrument toegepast. Om deze vier werken heen waren enkele kortere stukken gegroepeerd, waarvan drie van Nederlandse huize (in de ruimere toenr. lige zin genomen) te weten een Canzona van de Macque (1551-1614), een Fuga van Abraham van de Kerckhoven (1627-1673), organist van de Koninklijke Kapel te Brussel en voortzetter van de tradities van Sweelinck, en een „Offer- torio" van Domenico Zipoli (1688-1726), in zijn nogal uitbundig figuratiewerk een ty pisch produkt van zuidelijke barok. De organist bracht vervolgens vier wer ken uit de hedendaagse orgellitteratuur ten gehore. In een „Petite Pièce" van Alain en in „Te lucis ante terminum" van Marcel Dupré bleek hoe de op de grens der a cap- pella-muziek ontstane instrumentale stijl van een Fresc baldi de componisten nog boeit om het zuivere lineaire stramien waarop de „modale" melodieën gebor duurd worden. (In tegenstelling tot Bachs veel meer verticaal bepaalde majeur-mi- neur). „Le Banquet Céleste" van Messiaen getuigde van een bijkans impressionis tische zin voor klankkleur in een wat hybridische harmonische taal. De bespe ling werd besloten met een goed opge bouwde Prelude en Fuga van de hand van de stadsorganist Albert de Klerk. De mogelijkheden van het orgel werden door de organist met veel stijlgevoel toe gepast op dit goed samengestelde pro gramma. Sas Bunge Het programma van het orgelconcert dat Piet Kee morgenavond in de Grote Kerk te Haarlem geeft vermeldt de volgende werken: 1. a Magnificat primi toni (koraal- fantasie) van Buxtehude, b Magnificat (koraalbewerking, melodie in bas) van J. Pachelbel, c Vier Magnificat-fuga's van J. Pachelbel, d Magnificat (koraalbewer king, melodie in alt) van J- S. Bach; 2. Fuga in 9 kl. t. van J. S. Bach; 3. Adagio - alle gro - adagio KV 594 „Ein stück für ein Orgelwerk in eine Uhr" van W. A. Mozart; 4. Trio-sonatine (1947) Vivo - Pastorale - Distinto e con vivezza van W. Vogel en 5. Finale van L. Vierne. Begunstigd door prachtig weer gaf het Noordhollands Philharmonisch Orkest zon dagmiddag een uitvoering in het Bloemen- daals openluchttheater. Dirigent Adam had een programma samengesteld waarin de taak die de muziek in deze omgeving ten deel moest vallen, namelijk sfeerbepalend te zijn, voortreffelijk vervuld kon worden. Hij had terecht rekening gehouden met het feit dat de muziek hier een element (zij 't het voornaamste) onder vele is ze dat in de openlucht op de tonen van een „Andan te cantabile" van Tsjaikofski of een „Eli- gische melodie" van Grieg de fantasie wel eens even meegevoerd wordt met een over trekkende wolk. Ook de vervluchtigende werking die de open ruimte-op de klank heeft, stelt grenzen aan het repertoire dat zonder, al te veel schade in aanmerking komt voor uitvoering. Het moet tot eer van het orkest gezegd worden, dat deze laatste factor, die immers de taak van de musici in zeker opzicht nogal ondankbaar maakt, het niet ver leidde tot een onverantwoord „door draaien" van de muziek. Dat de canti lene, zeker bij het toch al wat onder bezette strijkerscorps van ons orkest, wel eens wat dunnetjes aandeed, kan men de orkestleden moeilijk verwijten. Over het algemeen kwam muziek met een ge prononceerde rritmiek het beste tot haar recht. Enkele delen uit de „Carmen Suite" van Bizet alsmede de balletmuziek uit Smetana's „Verkaufte Braut" deden het dan ook zeer goed. Adam besloot dit programma, dat ook nog een tweetal ouvertures n.l. tot „Fra Diavolo" van Auber en „De Barbier" van Rossini ver meldde, alsmede Dvorak's Slavische Dans no. 8, met de effectvolle „London Suite" van Eric Coates. Dit werk, dat het mid den houdt tussen musical comedy en Tsjaikofski, oogstte veel succes waar voor dirigent en orkest dankten met het bisseren van het laatste deel, de mars „Knightsbridge". Sas Bunge Onder vele blijken van deelneming is za terdagmiddag op de algemene begraaf plaats te Heemstede teraardebesteld het stofffelijk overschot van de heer Toon Ver- hey, oud-dirigent van het Noordhollands Philharmonisch Orkest. Tot. de aanwezi gen behoorden burgemeester mr. O. P. F. M. Cremers, wethouder D. J. A. Geluk, le den van het bestuur en leden van het or kest van het Noordhollands Philharmo- nich Orkest, de eerste en tweede dirigent Henri Arends en Marinus Adam en vele vrienden van de overledene. Egbert Vos speelde in de aula op het or gel „Wilt heden nu treden", toen de baar met het stoffelijk overschot werd binnen gedragen. Namens het bestuur der Stichting van het N. Ph. O. herdacht dr. J. R. H. de Smidt de overledene. Hij zeide, dat toen Toon Verhey twintig jaar geleden tot dirigent van de Haarlemse Orkestvereniging werd benoemd de verwachtingen hoog ge spannen waren. Op indrukwekkende wijze heeft hij aan de verwachtingen voldaan. Toon Verhey begon onder buitengewoon moeilijke omstandigheden zijn werk. De moeilijkheden betroffen niet alleen het or kest, maar ook de orkestleden. Toch zag de dirigent kans prestaties te leveren die ver boven wat men in Haarlem mocht ver wachten lagen. Toon Verhey wist de or kestleden en toehoorders volkomen te doordringen van zijn dienaarschap. Voor zijn arbeid is het bestuur van het Noord hollands Philharmonisch Orkest dank baar, maar ook is het mevrouw Verhey dankbaar voor de wijze, waarop zij haar man in de loop der jaren gesteund heeft Nadat de organist „Ase's Tod" ten gehore had gebracht werd het stoffelijk overschot grafwaarts gedragen, waar een familielid woorden van nagedachtenis sprak en dank te voor de blij'ken van deelneming. BERLIJN, (DPA) Prof- Leo Blech, de bekende Duitse dirigent, is in de nacht van zondag op maandag in Berlijn aan een hartziekte overleden. Hij bereikte de leeftijd van zevenentachtig jaar. Leo Blech werd in Aken geboren. Zijn leermeesters in de muziek waren Bargiel, de stiefbroer van Clara Schumann, en Humperdinck. In 1906 werd hij door Richard Strauss uitgenodigd Karl Muck op te volgen als dirigent van de Koninklijke Opera in Ber- lijn.Van 1913 tot 1937 was hij daar „Gene- ralmusikdirector", de titel die de hofkapel- meesters van het koninkrijk Pruisen droe gen. Spontini was in 1820 de eerste die deze functie kreeg, gevolgd door Mendels sohn, Meyerbeer, Richard Strauss, Karl Muck en tenslotte Leo Blech. Ook in het buitenland heeft Blech als dirigent van werken van Wagner, Verdi en vooral Bizet grote bekendheid gekregen. Als componist maakte hij ook naam. Zijn eerste bekende werk was de eenacter „Das war ich", die in 1902 in Dresden voor het eerst opgevoerd werd, gevolgd door „Aschenbroedel" (1905) en „Versiegeit" (1908). Ook zijn operette „Die Strohwitwe" had veel succes. Door het optreden van de nationaal- socialisten moest Blech in 1937 Berlijn ver. laten. Hij week uit naar Riga waar hij tot 1941 dirigent van de Nationale Opera was, Van 1941 tot 1949 was hij dirigent van de Koninklijke Opera van Stockholm. In 1949 keerde hij terug naar Berlijn waar hij de leiding van het orkest der Stedelijke Opera op zich nam. Deze functie legde hij in 1954 neer. Het jaar tevoren had hij het Westduitse kruis van verdien ste gekregen. PROF. ETTORE ROTA OVERLEDEN CANNOBBIO (UPI) De bekende Italiaanse historicus prof. Ettore Rota is zaterdag in het Italiaanse vakantieoord Cannobbio aan een hartaanval overleden. Prof. Rota werd vijfenzeventig jaar. Hij is vooral bekend om zijn studies van het Jansenisme. (Reuter) In Hamburg is zaterdag het eerste opleidingszeilschip voor de nieuwe Westduitse marine „Desgorch Fock", te water gelaten. Het schip, dat eind van dit jaar in de vaart zal komen, is een bark met drie masten. Het meet 1760 ton. Na de ramp met de Pamir, vorig jaar, is ernstige critiek op de bouw van dit schip als op leidingsschip geuit.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1958 | | pagina 6