„DE STORM" onder de dreiging
van regen en onweer
Sfeer en spanning op internationaal
muziekconcours in Kerkrade
Dubbele jubileumviering in
Spaarndam begonnen
De negen Muzen
6
Voorstelling in Bloemendaalse Openluchttheater
Feestweek in Spaarndam
Nederlandse films op
Festival in Edinburgh
Roger Martin du Gard t
IJmuider Harmoniegeeft eerste feestconcert
Concerten op zondag
Het werkte
Museum Boymans
verandert van naam
Brand in Santpoort
Orgelconcert door
Bernard Bartelink
Programma orgelconcert
N.Ph.O. gaf concert in
Openluchttheater
Toon Verheij teraarde-
besteld
Leo Blech overleden
Weer driemastbark voor
Duitse marine-opleiding
MAANDAG 25 AUGUSTUS 1958
Film over televisie. In opdracht van
Philips is Carillon Films te Rijswijk thans
bezig met de vervaardiging van een docu
mentaire, die „Venster op Europa" zal
heten. Deze film is gewijd aan de vooruit
gang van de televisie in Europa. Onder
leiding van Ted de Wit, die belast is met
produktie en regie, en met Jan Schefer
aan de camera, worden opnamen gemaakt
in Nederland, België, Frankrijk, Italië,
Groot-Brittannië, Denemarken en West-
Berlijn. In al deze landen worden scènes
gespeeld door artisten uit die landen.
Uitnodiging. De violist Jo Juda heeft
voor 8 september een uitnodiging gekregen
om een recital te geven voor de televisie
in Parijs. Uitgevoerd worden sonaten van
Bach. Franck en Brahms.
Spaanse organist. Op donderdagavond
28 augustus zal de Spaanse organist José
Mancha het negenendertigste artifex-
orgelconcert in Delft verzorgen. Op dit
concert dat gegeven wordt in de St.. Hip-
polytuskerk aan de Voorstraat, zullen wer
ken ten gehore worden gebracht van
Bach, Langlais, Cabanilles en andere
Spaanse componisten.
Weense operette. De Hoofdstad Ope
rette onder leiding van Meyer Hamel, Otto
Aurich en Fritz Steiner, zal op 6 en 7 sep
tember een voorstelling geven van „Zwei
Herzen im dreivierteltakt"
Karei de Grote-prijs. Burgemeester en
wethouders van Nijmegen hebben aan de
beeldhouwer G. M. Bruning, geboren in
Nijmegen en thans wonende in Cuyk aan
de Maas, medegedeeld, dat hem de cultuur
prijs van de gemeente Nijmegen, de zoge
naamde Karei de Grote-prijs voor het jaar
1958 is toegekend.
Beeld aangekocht. Het gemeentebe
stuur van Eindhoven heeft op de tentoon
stelling van beeldhouwwerken in Sonsbeek
bij Arnhem een werk van de Zwitserse
beeldhouwer Otto Banninger aangekocht
voor zesduizend zeshonderdvijfenzeventig
gulden. Het is een bronzen beeld van een
paard van ruim een meter hoog.
Ter gelegenheid van de opening van
het muziekfestival te Spaarndam
m.aakten de musici van Crescendo
gestoken in hun nieuwe uniformen,
een. wandeling door het dorp.
Harmonie „Crescendo" kreeg
nieuwe uniformen
Het had er zaterdag veel van weg dat
Spaarndam een nationale feestdag vierde.
Uit tal van huizen wapperde vrolijk de va
derlandse driekleur. De Westkolk was om
zoomd met honderden kleurige vlaggetjes
en spandoeken riepen de bezoekers een
hartelijk welkom toe.
Aanleiding tot dit feestelijk vertoon was
het jubileum van de oudste twee Spaarn-
damse verenigingen, het 50-jarige Spaarn-
dams Gemengd Koor en de 40-jarige Har
monie Crescendo. De besturen van beide
verenigingen hebben gemeend hun be-
staansfeest in eendrachtige samenwer
king te moeten vieren. Deze week wordt op
de Westkolk een reeks concerten gehouden
waaraan vele zangkoren en muziekkorp
sen medewerking verlenen.
De feestelijkheden begonnen zaterda-
middag om twee uur met de officiële over
dracht van 39 gloednieuwe uniformen aan
de voorzitter van Harmonie „Crescendo"
de heer J. Naaktgeboren. Deze fraaie kle
dingstukken, donkerblauw met zilverwitte
uitmonstering, zijn het geschenk van een
groot aantal leden, vrienden en begunsti
gers van de jubilerende vereniging, niet al
leen in Spaarndam, maar ook in Haarlem
en omgeving. De overdracht geschiedde
door mevrouw Stapel, de echtgenote van
de heer C. Stapel jr., die beschermheer
van het muziekkorps is.
Compliment van burgemeester
Nadat mevrouw Stapel, ten teken dat zij
de uniformen aan de vereniging overdroeg
de heer J. Naaktgeboren de uniformpet
had opgezet hield de burgemeester van
Haarlem, mr. O. P. F. M. Cremers, een
korte toespraak, waarin hij het bestuur
van „Crescendo" met het jubileum en de
uniformen complimenteerde. De burge
meester merkte daarbij met betrekking
tot de uniformen op, dat 't kleine Spaarn
dam daarmede 't grote Haarlem een voor
beeld heeft gegeven. De heer Naaktgebo
ren deelde vervolgens mede, dat het be
stuur van „Crescendo" tot oprichting van
een tamboerskorps had besloten. Hij nood
de tamboer-instructeur, de heer J. A. de
Vries, bij deze „geboorte" van het korps
een vlag aan. De heer De Vries beant
woordde dit gebaar met het aanbieden van
een overslagtrom en twee paradetrom-
men namens het tamboerkorps. Onder lei
ding van dirigent H. Bakker speelde har
monie en tamboerkorps vervolgens ge
zamenlijk de nieuwe mars „Arendsnest".
Tot besluit maakten beide korpsen onder
grote belangstelling van de bevolking een
muzikale rondgang door het dorp. Later
op de middag hield het bestuur van „Cres
cendo" in café T. J. van der Putte op de
Westkolk een zeer druk bezochte receptie.
Een lange rij van sprekers bood namens
hun vereniging of organisatie of hun per
soonlijke gelukwensen aan. Velen van hen
lieten dat vergezeld gaan van een ge
schenk.
Vanavond concenteert op de Westkolk t'
fanfarekorps „Wilhelmina" uit Sant
poort, dirigent de heer J. Groot.
Tijdens het filmfestival in Edinburgh,
dat van 23 augustus tot 14 september ge
houden wordt, zullen van Nederlandse
zijde de volgende films worden vertoond:
„Glas" van Bert Haanstra, „A.B.C." (Aru
ba, Bonaire en Curagao) van Kohn Fern-
hout, „Metrografic" van Maarten Toon
der en „De gouden Ilsy" van Charles
Huguenot van der Linden.
Op 31 augustus zal ter gelegenheid van
de internationale conferentie van filmers
de film „Glas" van Bert Haanstra worden
vertoond.
PARIJS (AFP) De Franse schrijver
Roger Martin du Gard, die in 1937 de No
belprijs voor letterkunde kreeg, is vrijdag
nacht in zijn woning te Belleme (departe
ment Orne) overleden. Hij is zevenen
zeventig jaar geworden.
Roger Martin du Gard verkreeg zijn
grootste bekendheid met zijn elf delen tel
lende „Les Thibault", een in de jaren 1922-
1940 geschreven serie romans over het
Frankrijk van voor de oorlog.
Ter gelegenheid van de jubilea van
Harmonie Crescendo Spaarndam (veertig
jaar) en Spaarndams Gemengd Koor (vijf
tig jaar) heeft de muze der blaas- en
roffelmuziek een volle week vrij spel in
het pittoreske dorp aan en beneden de
IJdijk, dat weliswaar tot de gemeente
Haarlem is gaan behoren, maar in wezen
het dorpje Spaarndam gebleven is, dat, in
de geslotenheid van zijn kleine gemeen
schap, de muziek als vrijetijdsbesteding op
voorbeeldige wijze dient.
„Crescendo", in keurig nieuw uniform
gestoken, luidde de dubbele jubileum
viering zaterdagmiddag in met een muzi
kale wandeling, die aan een druk bezochte
receptie voorafging, 's Avonds werd op
de muziektent aan de Kolk door de
„IJmuider Harmonie" het eerste feest
concert gegeven van de negen, die in de
jubileum week geprojecteerd zijn. De
„IJmuider Harmonie", die pas geleden
driedubbel gelauwerd werd op het inter
nationale concours van Kerkrade, was
wegens deze omstandigheid wel de aan
gewezen vereniging om concerterend het
feest muzikaal in te wijden. Uiteraard
kwam het korps onder meer met de drie
nummers: het verplichte, het vrije en ere-
wedstrijdnummer, van de Kerkrader
krachtmeting. De dirigent Jan Groot, die
er blijkbaar zijn levenstaak van maakt zijn
IJmuider muziekvereniging tot een voor
aanstaand korps te maken, bereikte met
zijn mensen deze zaterdagavond een resul
taat dat het succes op het wereldconcours
volkomen verklaarde. De Valerius-Suite
van Meindert Boekei werd frappant van
klankverhouding en fijne detailwerking
weergegeven: in de ouverture „De Ita
liaanse in Algerië" van Rossini was de
vlotte techniek van het „hout" te prijzen
en kon men vooral de correcte ritmiek en,
waar pas gaf, de lyrische bewogenheid
waarderen; en in Beethovens Egmont-
ouverture onderkende men de combinatie
van smaak en vaardigheid om een mees
terwerk te geven wat het toekomt. Het
was een treffende sensatie de triomfmu-
ziek aan het slot over de Kolk te horen
klinken. Ook de overige nummers van het
programma, onder meer de Slavische
Rhapsodie no. 1 van Friedemann, voldeden
aan de verwachting die men met de con
coursnummers gewekt had.
De weersomstandigheden waren voor
het concert prima en aan belangstelling
was geen tekort.. De onweersbui kwam net
te laat om de festiviteit te verstoren. Ge
lukkig.
Zondagmiddag was het de beurt aan de
jubilerende verenigingen om op de Kolk
een feestconcert uit te voeren. Ter intro
ductie speelde Crescendo, versterkt door
zijn kleine staf van tamboers en klaroenen,
een show-mars. Met een drietal composi
ties van Gerard Boedijn, „Sinfonia concer
tante", „Caesar en Cleopatra" en „Ciacon-
na antiqua" bereikte dirigent Henk Bak
ker een bijzonder fraai resultaat. Er is een
tijd geweest, nog niet zo erg lang geleden,
dat onze amateurverenigingen tamelijk
vreemd, om niet te zeggen afwijzend ston
den tegenover de werken van deze Neder
landse componist. Nu speelt men ze bij
voorkeur en kan men steeds ervaren, dat
er een opmerkelijk opvoedende kracht van
uitgaat, want het is een feit dat ze als het
ware dwingen tot secure articulatie en
fijne detailwerking, met het resultaat dat
de korpsen er hun beste prestaties mee
leveren. Wat nu ook weer het geval was
in de lenige en gedistingeerde vertolkingen
die dirigent Bakker wist af te dwingen.
Tevens wat de stemming, het klankkarak
ter en de nuancering betreft werden de
werken van Boedijn met ere gediend. Ook
„La forêt chante" van Thiry, een stuk dat
aardig uit één motief ontwikkeld wordt,
genoot een zeer goede verklanking. En ook
de rest van het programma stond qua uit
voering op een behoorlijk peil.
Spaarndams Gemengd Koor, onder lei
ding van Ernst van 't Kaar volvoerde het
waagstuk om op dit gecombineerd open
luchtconcert een executie te geven zij
het dan fragmentarisch van de „Llebes-
lieder" van Brahms, waarbij het gerepu
teerde piano-duo Miep van Luin-Ans Bou-
ter a-quatre-mains de elegante klavier
partij speelde. Er was in deze vertolking
zeker veel te waarderen, al wekte zij het
verlangen naar een meer intieme ruimte,
waarin pas de finesses van deze smaak
volle walsenreeks ten volle tot hun recht
kunnen komen. Maar al met al deed het
toch ook weer goed deze beschaafd-gees-
tige muziek op het programma te ontmoe
ten. Een schot vlak in de roos was daarna
de uitvoering van „Gallia" van Gounod,
waarbij het koor assistentie genoot van
de heldere goed dragende sopraanstem van
May Oranje-Den Uil en van de pianiste
Miep van Luin. Deze kleine cantate ge
noot dan ook een welverdiend daverend
succes.
Het concert kreeg een interessant besluit
met de uitvoering, onder leiding van Henk
Bakker, van een paar zangnummers met
beeeleiding van harmonie-orkest.
En dan volgde nog als coda een briljante
show van het tamboer- en klaroenblazers
korps „Bato", onder leiding van W. v. d.
Peyl. Als steeds waren de prestaties van
deze jongelui een reeks staaltjes van rit
misch en dynamisch bravour en van voor
beeldige ordelijkheid.
Verder werd 's avonds een zwaar fan
fareprogramma uitgevoerd door het mu
ziekgezelschap „Harmonie" uit Assendelft.
Jos. de Klerk
Het grootste gebrek van Nederland, het
weer, heeft zaterdagavond de voorstelling
van de Toneelgroep Theater in Bloemen-
daal danig parten gespeeld. Het was niet
zo dat de opvoering van Shakespeares „De
Storm" moest, worden afgelast. Tot. het
derde bedrijf bleef de regen goedgunstig
wachten. Wel weerlichtte het gestadig ster
ker, maar de eerste stortbui ontlaadde zich
pas toen het juist pauze was. Droog begon
nen we aan het. vervolg. Tegen de opvoe
ring van de „Masqque" keerde het onweer
terug. De bliksem zorgde zelfs voor effect
volle natuurlijke belichting, maar de zacht
jes inzettende regen was toch wel een on
welkome bijkomstigheid. Het werd een
wedkamp tussen de voorstelling en de
elementen. De voorstelling won het. Tegen
de tijd dat het water weer met bakken
vol uit de hemel viel, had Prospero zijn
laatste Klaus gesproken: „Toverij heeft
afgedaan, weerloos kom ik voor u staan.
Men zal begrijpen dat deze klimatologi
sche gebeurtenissen nu niet bepaald gun
stige factoren waren om de opvoering ge
concentreerd te volgen. Ze maken een be
oordeling naar de artistieke kwaliteit
uiterst moeilijk. Er was een tikje te veel
onrust in de natuur en in ons binnenste.
Vooral het tweede deel der voorstelling
leed daaronder. Des te meer klemt dat, om
dat Shakespeares spel een ware contradic
tie vormt met omstandigheden als hier
boven omschreven. „De Storm" is in feite
een stilte na de storm. In die stilte spelen
zich de toverachtige tonelen af, die het
eiland van de verbannen Prospero tot een
oord maken van ongereptheid en zuiver
heid, de sublimatie van het edelste mense
lijk voelen en denken, dat door geen lage
bedoelingen kan worden geschonden. Ook
de verdorvenheid van de laaghartige An
tonio, de schurkenslimheid van Sebastiaan,
de bestiale drift van het heksenjong Kali-
baan randen de wonderbaarlijke vrede van
dit eiland niet aan. Wat de dronken nar en
de wijnschenker er uitrichten staat in geen
verhouding tot de menselijke slechtheid
zoals deze in de drie genoemde figuren
wordt geopenbaard. Hebzucht is misschien
hun sterkste drijfveer. Scherts is de wijn,
die zij schenken. De droesem komt bij hén
niet boven. Maar wat er ook aan onge
rechtigheid een aanslag probeert te doen
op Prospero's ballingsoord, de edele hertog
van Milaan bezweert alles met zijn tover
kunst. Daarom men vergeve mij de plot
selinge trivialiteit der vergelijking zou
Prospero ook moeten heersen over het
weer, dat een voorstelling in het ongerede
kan brengen. Men zou bijna kunnen zeg
gen: dat heeft hij ook gedaan, maar de
onzekerheid heeft hij bij ons niet kunnen
wegnemen.
Misschien zijn er lieden, die daarin de
maatstaf zien voor de conclusie of de voor
stelling al of niet is geslaagd. Ik zou die
zienswijze niet graag overnemen. Mijn be
oordeling kan niet veel meer zijn dan een
verslag. De eerlijkheid komt in het ge
drang,wanneer ik de omstandigheden weg
cijfer. Over het geheel genomen is er veel
van de sprookjesachtige sfeer van het
eiland tot ons gekomen, in het bijzonder in
de verhouding van Prospero tot de etheri
sche Ariël, ook al zo'n sublieme creatie der
dichterlijke verbeelding. Ik acht Cruys
Voorbergh niet de ideale Prospero, hij mist
de magie der verschijning, maar het zij
toegegeven, dat hij zijn mooiste momenten
had met de kinderlijke en pril zangerige
Martine Crefcoeur als gehoorzame geest.
De contrasterende groep der edellieden,
aangevoerd door Gerard Hartkamp (Gon-
zalo), Henk Schaer (Alonso) en Jacques
Snoek (Antonio) vond vooral in Hartkamp
bezieling. Het minnepaar, vertegenwoor
digd door Marijke Bakker als Miranda en
Carl van der Plas als Ferdinand, verteder-
HET GEDURFDE INITIATIEF, dat enige muziekminnaars uit Zuid-Limburg in
1950 namen om Kerkrade om de vier jaar met een groots opgezet concours tot een
internationaal muziekcentrum te maken, is met een buitengewoon groot succes
bekroond. Alle pessimistische gedachten ten spijt werd aan het eerste concours dat in
1951 gehouden werd, deelgenomen door vijfduizend muzikanten. In 1954, bij het
tweede concours, was dit aantal gegroeid tot ongeveer zesduizend en voor de derde
wedstrijd, die deze maand gehouden wordt, hebben zevenduizend musici hun mede
werking toegezegd. Hier in het westen des lands kan men zich moeilijk een begrip
vormen van de sfeer en de spanning, die het concours kenmerken.
De marswedstrijd
DE DAG begon met een marswedstrijd
in het stadion te Kerkrade. Voor een pu
bliek van eenendertigduizend toeschouwers
defileerden tamboers- en hoornblazers
korpsen, scherp beoordeeld door een jury,
bestaande uit de heren Gijsbert Nieuwland,
voorzitter; de Engelsman Frank Wright en
de Belgische militaire dirigent Jos Moeren
hout.
Er werd voortreffelijk ritmisch werk ge
leverd, vooral door 't Nederlandse pijpers
en tamboerskorps Heide uit Swalmen, het
Duitse korps Rot Weisse Husaren en de
Zwitserse harmonie Stadtmusik Thun.
Middagwedstrijden
DE GROTE gebeurtenissen van de dag
kwamen met de middagwedstrijden die in
de reusachtige concerthal, welke voor het
muziekconcours in Kerkrade werd opge
richt, gehouden werden. De belangstelling
was wederom groot.
Het harmonie-orkest „Utrecht" speelde
met weinig spanning en had een tekort aan
ritmische accuratesse, maar kreeg toch de
derde prijs; het Symfonie-orkest van de
koninklijke muzikale kring van Winterslag
uit België kreeg de tweede prijs. Het fan
fare-orkest „Onderling Genoegen" onder
leiding van zijn tachtigjarige dirigent G.
Schaar uit Krommenie maakte een voor
treffelijke indruk en behaalde met drie-
honderdvier punten de eerste prijs. De fan
fare Saint Cécilia uit Schinnen spande de
kroon en kreeg de eerste prijs met lof van
de jury.
Tenslotte kwam de koninklijke harmonie
Saint Cécile uit Eysden met twee uitvoe
ringen, waarvan de eerste van de Suite
Enfantine van Hinniker soms wat grof
klonk. „Les Préludes" van Franz Liszt kreeg
een prachtige vertolking en behaalde dan
ook een eerste prijs.
Erewedstrijd
De erewedstrijd, die 's avonds gehouden
werd, bracht de eersteprijswinnaars van
de middag tegen elkaar in het strijdperk.
De fanfare Saint Cécilia uit Schinnen be
haalde de eerste prijs met lof en driehon
derdvijfenvijftig punten.
Tot slot weerde de fanfare „Onderling
Genoegen" zich weer uitstekend met Bou-
dijn's Epigrammen en Erin Balls tweede
rapsodie op negro-spirituals, waarvan de
samenvattende opbouw hechter had kun
nen zijn. Niettemin was de eerste prijs met
tweehonderdzevenennegentig punten alles
zins verdiend.
Tot 1 september wordt het concours
voortgezet en dan is weer voor dit jaar
het eind gekomen aan deze pracntig
georganiseerde onderneming.
P. Zwaanswijk
LONDEN, (UPI) De Londense po
litie dacht vrijdagavond, dat inbrekers
de Britse kroonjuwelen in de „Tower
of London" wilden stelen, toen het ge
heime alarmsysteem van de zwaarbe
waakte schatkamer begon te werken.
Politie-auto's snelden naar de Tower,
maar het bleek dat brigade-generaal
Leslie Wieier, gouverneur van de To
wer, het alarmsysteem alleen maar had
willen testen.
„Het werkte uitstekend", merkte hij
tevreden op.
Het volgende gebeurde allemaal toen
hij het systeem om 9.18 uur in werking
stelde:
Onmiddellijk daalde een stalen kooi
van 16 ton neer en sloot zich om de vi
trine met de kroonjuwelen.
Om 9.20 reed. de eerste politie-auto
over de ophaalbrug naar het middel
eeuwse fort.
Het alarmsysteem, brengt geen ge
wone bellen in het zenuwcentrum, van
Scotland Yard in werking maar een
grammofoon-opnam,e van een stem die
het volgende aankondigt: „Inbrekers
zijn het juwelenhuis van de Tower of
London binnengedrongen".
de zonder te veroveren. In de nar en de
wijnschenker was zoals dat in Neder
landse opvoeringen vaker gebeurt de
ware geest gevaren. Johan Walhain en
Hans Tiemeier gaven ze de zotsklap mee
van vrijbuiterige personages. Aan de
„Masqué", grotendeels gezegd in de regen,
durf ik niet te raken. Daarvoor werd de
illusie al te zeer verstoord. Voor zover een
beoordeling passend is, kan men van de
regie van Michael Warre wel beweren,
dat ze aan het toneelbeeld durende zorg
had besteed. De muzikale ornamentiek
verfraaide de scène, de figuratie en het
decor vormden een waardige bijdrage tot
de herschepping van Shakespeares dichter
lijk verzinsel, dat een overvloed van milde
en rechtschapen menselijkheid op ons deed
toestromen, zoals alleen in het sluitstuk
van een grootse dramatische conceptie past.
Die stroom brak door de bedding der
woorden heen, hun onvolkomen realisering
in zegging en gebaar overspoelend door de
kracht van de poëtische emotie. Prospero's
toverstaf, de toverstaf van Shakespeare
raakte ons aan. Dat zulks toch mogelijk
was ondanks zoveel belemmerende om
standigheden, is iets wat wij blijmoedig
mogen constateren.
P. W. Franse
Indien de gemeenteraad zich achter het
voorstel van B. en W. van Rotterdam zal
stellen de „Verzameling Van Beuningen"
voor achttien miljoen gulden van de erven
te kopen, dan houdt dit tevens in, dat de
naam Museum Boymans zal worden ge
wijzigd in Museum Boymans Van Beunin
gen. Dit, aldus B. en W., omdat de erven
als voorwaarde hebben gesteld, dat steeds
duidelijk zal blijken, dat de voorwerpen
tot de „Verzameling Van Beuningen" be
horen. Het college acht de naamswijzi
ging mede verantwoord, omdat wijlen de
heer Van Beuningen dit Rotterdamse mu
seum steeds verrijkt heeft met kunstvoor
werpen van hoge waarde.
De heer D. G. van Beuningen uit Vier
houten, die op 29 mei 1955 is overleden,
heeft in de loop der jaren een verzame
ling kunstvooi-werpen verworven, die
overal ter wereld voor kenners der beel
dende kunsten tot een begrip zijn gewor
den. Met uitzondering van enige stukken
willen de erven het eigendomsrecht van
deze „Verzameling Van Beuningen" voor
genoemd bedrag aan de gemeente Rotter
dam overdoen, hetgeen, zo zeggen B. en
W., betekent, dat Rotterdam de gelegen
heid wordt gegeven deze internationaal
vermaarde verzameling voor ons land te
behouden en daarmee een nationaal be
lang te dienen.
De motorspuit van de Santpoortse brand
weer rukte zondagmiddag omstreeks twee
uur uit na de melding van een grote uit
slaande brand in de Pastoorstraat. Ter
plaatse bleek de brand zich echter te
beperken tot een in vlammen geraakte
motorfiets bij het schuurtje achter de wo
ning Pastoorstraat 23. Bij het aantrappen
van de motor was het voertuig in brand
geraakt. Er werd ook schade toegebracht
aan de houten schuur. Omwonenden had
den de vlammen al gedoofd toen de brand
weer verscheen.
De organist Bernard Bartelink bracht
zaterdag op het orgel van de Grote Kerk
in Haarlem een in hoofdzaal, uit twee ge
deelten bestaand programma ten gehore.
In het eerste gedeelte waren J. P. Swee-
linck en Frescobaldi, die men als de stam
vaders van een onafhankelijke instrumen
tale muziek kan beschouwen, ieder met
twee werken vertegenwoordigd. Men hoort
hoe de primitievere mogelijkheden van het
orgel (en van het clavecimbel met twee
manualen) worden afgetast in Sweelincks
Echo-fantasie, hoe hij in het „Balletto del
granduca" een eenvoudige danswijs figu
reert met kennelijk plezier in de ornamen
ten en het passagewerk die zijn fantasie en
vingervaardigheid hem ingeven. De beide
Toccata's van Frescobaldi zijn veel sterker
het resultaat van een vocale polyfonie, op
het instrument toegepast.
Om deze vier werken heen waren enkele
kortere stukken gegroepeerd, waarvan drie
van Nederlandse huize (in de ruimere
toenr. lige zin genomen) te weten een
Canzona van de Macque (1551-1614), een
Fuga van Abraham van de Kerckhoven
(1627-1673), organist van de Koninklijke
Kapel te Brussel en voortzetter van de
tradities van Sweelinck, en een „Offer-
torio" van Domenico Zipoli (1688-1726), in
zijn nogal uitbundig figuratiewerk een ty
pisch produkt van zuidelijke barok.
De organist bracht vervolgens vier wer
ken uit de hedendaagse orgellitteratuur
ten gehore. In een „Petite Pièce" van Alain
en in „Te lucis ante terminum" van Marcel
Dupré bleek hoe de op de grens der a cap-
pella-muziek ontstane instrumentale stijl
van een Fresc baldi de componisten nog
boeit om het zuivere lineaire stramien
waarop de „modale" melodieën gebor
duurd worden. (In tegenstelling tot Bachs
veel meer verticaal bepaalde majeur-mi-
neur). „Le Banquet Céleste" van Messiaen
getuigde van een bijkans impressionis
tische zin voor klankkleur in een wat
hybridische harmonische taal. De bespe
ling werd besloten met een goed opge
bouwde Prelude en Fuga van de hand
van de stadsorganist Albert de Klerk.
De mogelijkheden van het orgel werden
door de organist met veel stijlgevoel toe
gepast op dit goed samengestelde pro
gramma.
Sas Bunge
Het programma van het orgelconcert dat
Piet Kee morgenavond in de Grote Kerk
te Haarlem geeft vermeldt de volgende
werken: 1. a Magnificat primi toni (koraal-
fantasie) van Buxtehude, b Magnificat
(koraalbewerking, melodie in bas) van J.
Pachelbel, c Vier Magnificat-fuga's van
J. Pachelbel, d Magnificat (koraalbewer
king, melodie in alt) van J- S. Bach; 2. Fuga
in 9 kl. t. van J. S. Bach; 3. Adagio - alle
gro - adagio KV 594 „Ein stück für ein
Orgelwerk in eine Uhr" van W. A. Mozart;
4. Trio-sonatine (1947) Vivo - Pastorale -
Distinto e con vivezza van W. Vogel en
5. Finale van L. Vierne.
Begunstigd door prachtig weer gaf het
Noordhollands Philharmonisch Orkest zon
dagmiddag een uitvoering in het Bloemen-
daals openluchttheater. Dirigent Adam had
een programma samengesteld waarin de
taak die de muziek in deze omgeving ten
deel moest vallen, namelijk sfeerbepalend
te zijn, voortreffelijk vervuld kon worden.
Hij had terecht rekening gehouden met het
feit dat de muziek hier een element (zij 't
het voornaamste) onder vele is ze dat in
de openlucht op de tonen van een „Andan
te cantabile" van Tsjaikofski of een „Eli-
gische melodie" van Grieg de fantasie wel
eens even meegevoerd wordt met een over
trekkende wolk. Ook de vervluchtigende
werking die de open ruimte-op de klank
heeft, stelt grenzen aan het repertoire dat
zonder, al te veel schade in aanmerking
komt voor uitvoering.
Het moet tot eer van het orkest gezegd
worden, dat deze laatste factor, die immers
de taak van de musici in zeker opzicht
nogal ondankbaar maakt, het niet ver
leidde tot een onverantwoord „door
draaien" van de muziek. Dat de canti
lene, zeker bij het toch al wat onder
bezette strijkerscorps van ons orkest, wel
eens wat dunnetjes aandeed, kan men
de orkestleden moeilijk verwijten. Over
het algemeen kwam muziek met een ge
prononceerde rritmiek het beste tot haar
recht. Enkele delen uit de „Carmen
Suite" van Bizet alsmede de balletmuziek
uit Smetana's „Verkaufte Braut" deden
het dan ook zeer goed. Adam besloot dit
programma, dat ook nog een tweetal
ouvertures n.l. tot „Fra Diavolo" van
Auber en „De Barbier" van Rossini ver
meldde, alsmede Dvorak's Slavische Dans
no. 8, met de effectvolle „London Suite"
van Eric Coates. Dit werk, dat het mid
den houdt tussen musical comedy en
Tsjaikofski, oogstte veel succes waar
voor dirigent en orkest dankten met het
bisseren van het laatste deel, de mars
„Knightsbridge".
Sas Bunge
Onder vele blijken van deelneming is za
terdagmiddag op de algemene begraaf
plaats te Heemstede teraardebesteld het
stofffelijk overschot van de heer Toon Ver-
hey, oud-dirigent van het Noordhollands
Philharmonisch Orkest. Tot. de aanwezi
gen behoorden burgemeester mr. O. P. F.
M. Cremers, wethouder D. J. A. Geluk, le
den van het bestuur en leden van het or
kest van het Noordhollands Philharmo-
nich Orkest, de eerste en tweede dirigent
Henri Arends en Marinus Adam en vele
vrienden van de overledene.
Egbert Vos speelde in de aula op het or
gel „Wilt heden nu treden", toen de baar
met het stoffelijk overschot werd binnen
gedragen.
Namens het bestuur der Stichting van
het N. Ph. O. herdacht dr. J. R. H. de Smidt
de overledene. Hij zeide, dat toen Toon
Verhey twintig jaar geleden tot dirigent
van de Haarlemse Orkestvereniging
werd benoemd de verwachtingen hoog ge
spannen waren. Op indrukwekkende wijze
heeft hij aan de verwachtingen voldaan.
Toon Verhey begon onder buitengewoon
moeilijke omstandigheden zijn werk. De
moeilijkheden betroffen niet alleen het or
kest, maar ook de orkestleden. Toch zag de
dirigent kans prestaties te leveren die ver
boven wat men in Haarlem mocht ver
wachten lagen. Toon Verhey wist de or
kestleden en toehoorders volkomen te
doordringen van zijn dienaarschap. Voor
zijn arbeid is het bestuur van het Noord
hollands Philharmonisch Orkest dank
baar, maar ook is het mevrouw Verhey
dankbaar voor de wijze, waarop zij haar
man in de loop der jaren gesteund heeft
Nadat de organist „Ase's Tod" ten gehore
had gebracht werd het stoffelijk overschot
grafwaarts gedragen, waar een familielid
woorden van nagedachtenis sprak en dank
te voor de blij'ken van deelneming.
BERLIJN, (DPA) Prof- Leo Blech, de
bekende Duitse dirigent, is in de nacht
van zondag op maandag in Berlijn aan
een hartziekte overleden. Hij bereikte de
leeftijd van zevenentachtig jaar.
Leo Blech werd in Aken geboren. Zijn
leermeesters in de muziek waren Bargiel,
de stiefbroer van Clara Schumann, en
Humperdinck.
In 1906 werd hij door Richard Strauss
uitgenodigd Karl Muck op te volgen als
dirigent van de Koninklijke Opera in Ber-
lijn.Van 1913 tot 1937 was hij daar „Gene-
ralmusikdirector", de titel die de hofkapel-
meesters van het koninkrijk Pruisen droe
gen. Spontini was in 1820 de eerste die
deze functie kreeg, gevolgd door Mendels
sohn, Meyerbeer, Richard Strauss, Karl
Muck en tenslotte Leo Blech.
Ook in het buitenland heeft Blech als
dirigent van werken van Wagner, Verdi en
vooral Bizet grote bekendheid gekregen.
Als componist maakte hij ook naam. Zijn
eerste bekende werk was de eenacter „Das
war ich", die in 1902 in Dresden voor het
eerst opgevoerd werd, gevolgd door
„Aschenbroedel" (1905) en „Versiegeit"
(1908). Ook zijn operette „Die Strohwitwe"
had veel succes.
Door het optreden van de nationaal-
socialisten moest Blech in 1937 Berlijn ver.
laten. Hij week uit naar Riga waar hij tot
1941 dirigent van de Nationale Opera was,
Van 1941 tot 1949 was hij dirigent van de
Koninklijke Opera van Stockholm.
In 1949 keerde hij terug naar Berlijn
waar hij de leiding van het orkest der
Stedelijke Opera op zich nam. Deze functie
legde hij in 1954 neer. Het jaar tevoren
had hij het Westduitse kruis van verdien
ste gekregen.
PROF. ETTORE ROTA OVERLEDEN
CANNOBBIO (UPI) De bekende
Italiaanse historicus prof. Ettore Rota is
zaterdag in het Italiaanse vakantieoord
Cannobbio aan een hartaanval overleden.
Prof. Rota werd vijfenzeventig jaar. Hij
is vooral bekend om zijn studies van het
Jansenisme.
(Reuter) In Hamburg is zaterdag het
eerste opleidingszeilschip voor de nieuwe
Westduitse marine „Desgorch Fock", te
water gelaten. Het schip, dat eind van dit
jaar in de vaart zal komen, is een bark
met drie masten. Het meet 1760 ton. Na de
ramp met de Pamir, vorig jaar, is ernstige
critiek op de bouw van dit schip als op
leidingsschip geuit.