Plan voor Nederlands-Duitse uraniumproduktie Bodegraven feest om erkenning van volvette boerenkaas Basisbesluit vat de algemene vestigingseisen samen Werk van de zelfkazende boerinnen wordt hoog gewaardeerd Tekeningen door Lily van Cleeff Zeeschilders Volgens de methode-Kiste maker 11 Machtsmisbruik door de gemeente Amsterdam? „Perlon" had bezittingen van slachtoffers aan boord Waterverbruik in Haarlem neemt toe „Scholendienst" krijgt tweejarige cursus Boerderijbrand in Mijdrecht Crematie van J. J. Thöne In Hoensbroek dreigen „onthullingen" over de wethoudersverkiezing WOENSDAG 10 SEPTEMBER 1958 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT (Van een onzer verslaggevers) Elke dinsdag wordt in het dorp Bode graven kaas verhandeld. Van de boerde rijen, die hier en daar het zicht over de groene grasvlakte breken, rijden de boeren met. kaasbrikken en auto's naar het dorp aan de Oude Rijn. Op het Marktplein zetten zij de brikken voor het beursge bouw keurig in het gelid. Zij stellen zich naast de wagens op wachtend op de handelaren, die de kazen met een klets van de vlakke hand zullen keuren. Dan volgt het onvermijdelijke handjeklap. Soms worden boer en handelaar het gauw eens. maar ook gebeurt het dat de hande laar wel een paar keer wegloopt en weer terugkomt. Houdt de boer het been stijf, of zal hij zijn prijs een paar cent laten zakken? 't Is het proberen waard, denkt de handelaar, die na jarenlange ervaring zijn mensen op zijn duim kent. De kaasmarkt van Bodegraven is niet te vergelijken met die van Alkmaar. Hier geen mannen in stijve witte pakken en strohoeden met kleurige linten de kaas dragers die om wille van de toeristen elke vrijdag naast de Alkmaarse Waag heen en weer rennen en met hun „Pasterop" een bedrijvigheid suggereren. Wat geeft het of de kaasdragers op de berries soms al ver handelde partijen versjouwen? Als de drommen vreemdelingen maar gelegen heid hebben om iets van de oude glorie der kaasstad in de lens van hun fototoe stel te vangen. In Bodegraven echter wandelen geen buitenlanders met dure fototoestellen over het-Marktplein. Hier ontmoeten boer en kaashandelaar elkaar nog in alle gemoe delijkheid zonder als bezienswaardigheid te fungeren. De boeren handjeklappen, doen inkopen bij de marktkramen aan de voet van de kerk, drinken wat in „Het bonte varken" en rijden na het middaguur weer met de brik naar huis terug. En de velen, die de brik al hebben afgedankt, stappen in hun auto. Eens per jaar, tijdens de najaarsmarkt, blijven zij langer in Bodegraven hangen. Want dan gunnen zij zich een extraatje. De kermis draait en van vroeg tot laat zijn er festiviteiten, zoals demonstraties van de landelijke ruiters. Deze najaarsmarkt, dinsdag gehouden, was feestelijker dan alle voorgaande. Want het gemeentebe stuur van het dorp in de Rijn- en Gouwe- streek had zich ingespannen om de be langstelling speciaal te richten op de vol vette boerenkaas, die in dit gebied nog ijverige producenten heeft. Na jaren van strijd door de bqeren is kortelings een eigen rijksmerk voor de volvette boeren kaas ingesteld. De boeren hier weten niet. alleen te strijden, maar ook te feesten. Dus moesten alle vlaggen uit „want de boeren hadden overwonnen". /Va jaren erkend Hef rijksmerk „volvette boerenkaas" is als het predikaat „handwerk". Het is een erkenning van het werk der zelfkazende boerinnen die op ruim vierduizend boerde rijen het kaasmaken nog beoefenen als een edel ambacht. Zij weten natuurlijk dat zij tegen de zo'n zeventig jaar geleden opgekomen kaasfabriekcn niet op kunnen. Erg belangrijk kon ik de tentoonstelling, die Lily van Cleeff deze maand van haar tekeningen in „Het Goede Uur" in Haar lem houdt, niet vinden. Getrouw tekende of schetste zij naar de natuur, soms voor zichtig en wat academisch, soms wat vrijer, maar dan niet uitkomend boven vlotte en dan veelal wel aangenaam aandoende stu dies. Zeker, zij behoeft zich niet te generen voor haar schetsen naar paarden. De groep studies betreffende dit onderwerp is als geheel echter wat weinig interessant. Boeiender lijkt mij een aantal meestal voorzichtiger getekende studies naar mu sici, die bovendien grotendeels portretjes genoemd kunnen worden. Mooi is dat van een celliste. De aan de gelijkenis bestede aandacht was er echter de oorzaak van. dat de koppen soms iets te groot werden en bovendien de handeling het musi ceren minder op de voorgrond gebracht werd dan toch wel in het vermogen van de tekenares ligt. Het is me niet bekend of zij veel werkt. Mocht dit het geval zijn, dan geloof ik dat er mogelijk een betere keuze uit haar produktie gedaan zou kun nen worden, daar zij blijkens nog het één en ander, als mannetjes op een bank, een klein portretje daarnaast en een paar ro kers, toch wel wat te vertellen heeft. Tot 14 september is in de bovenzaal van het veilinggebouw van Mak van Waay te Amsterdam werk van leden van de Nederlandse Vereniging van Zeeschilders te zien. Deze vereniging werd opgericht door enige kunstenaars die te gast waren op schepen van de Koninklijke Marine en al eerder dan thans bewezen hebben van hun tochten te kunnen profiteren. Wie van schepen houdt, zal zeker plezier beleven aan deze tentoonstelling. De onderwerpen werden grotendeels met vakkennis behan deld. En het doel buiten beschouwing latend: oorlogsschepen zijn meestal mooie schepen. De grootste inzending is die van Cees Bolding en terecht! Deze altijd knap werkende en wat nuchtere figuur blijkt op zijn reizen beslist meer geïnspireerd, vermoedelijk ook door de voor hem nieuwe landschappen, die hij van onze oorlogs bodems af waarnam. De opbouw van Hr. Ms. Zeven Provinciën werd aanleiding tot een zeker monumentaal karakter van enkele zijner aquarellen. Knap, maar ietwat vervelend knap, is het werk van H. Bosboom, wiens gelijkende portretten van ook andere schepen als oorlogsbodems de liefhebbers echter wel zullen interesseren. J. C. A. Goedhart werkt vlotter. Iets te handig misschien, maar daarmee voor mij dan toch aantrek kelijker resultaten boekend. J. W. Heyting viel me vooral op als een goed aquarellist. Jan Sluijters Jr. en R. H. Beider verstaan hun vak eveneens. Flip Hamers brengt ook getrouw zijn onderwerp in beeld op soms wat illustratieve wijze en een enkele keer met een vleugje van echte ver beelding. Bob Buys Want de fabriekskaas overheerst sterk op de markt. Voor de oorlog was een derde van alle verhandelde kaas afkomstig van de boerderli. Nu wordt per jaar lfiO mil joen kg fabriekskaas en slechts twaalf miljoen kg boerenkaas geproduceerd. De boerenkaas heeft dus de strijd tegen het fabrieksprodukt verloren. Maar de zelfkazende boerinnen weten ook dat nog vele kaaskenners het edele produkt van hun handen niet verzaken. De erkenning van hun werk ligt mede in de prijs, die aanmerkelijk hoger is dan die van fa briekskaas. Vooral in de Rijn- en Gouwestreek vindt men nog op vele boerderijen de vrouwen iedere dag aan de kaasbereiding. Machines verlichten soms het zware werk, maar ook gebeurt het werk soms als in de tijd van de grootmoeders. Als de melk 's morgens en 's avonds van het land komt, gaat zij in teakhouten bakken. De boerin voegt, stremsel en zuursel bij de melk, waardoor het witte vocht gaat stremmen. Of mecha nisch of met de hand wordt met een serie messen de gestremde melk doorsneden om de wrongel, de kaasstof, te scheiden van de wei. Warm water wordt toegevoegd om het vocht uit de wrongel te doen ontsnap pen. Is de wrongel droog genoeg dan wor den de kaasvormen gevuld. De wrongel is aangekleed met een schone kaasdoek en komt onder de pers. Als het laatste vocht verwijderd is en d^ kaas vorm heeft ge kregen, gaat hij naar de pekelbak. Het bereidingsproces is daarna nog niet afgelopen, want een goede verzorging door de boerin kan de doorslag geven voor het nittige aroma, dat de boerenkaas kenmerkt. Elke zelfkazende boerin doet haar werk, dat vele uren vergt, met de uiterste zorg. Als de kaas na drie of vier weken op de markt wordt gebracht, weet zij of haar werk de hoogste lof verdient. Want een hoge prijs is het bewijs van een goede kwaliteit. En om die hoge prijs is het toch begonnen. De kaasbereiding op de boerderij is een zware bezigheid. Maar de boerin voelt zich geen sloof. „Onze ouders maakten al kaas en wij doen het ook al jarenlang", vertelden de dames Koot van de hoeve Inrijverbod om bedrijf van smalle gracht weg te krijgen De directeur van een aan de Groenburg wal te Amsterdam gevestigde oud-papier- handel, meent, dat een inrijverbod voor wagens breder van twee meter op deze gracht uitsluitend door de gemeente ge troffen is om hem het uitoefenen van zijn bedrijf op de Groenburgwal onmogelijk te maken. Dit inrijverbod heeft zijns in ziens niets met verkeersveiligheid te ma ken en is slechts machtsmisbruik van de gemeente Amsterdam. De directeur heeft de gemeente in kort geding gedagvaard, waarbü van de president van de recht bank wordt gevraagd de gemeente te be velen het rijverbod binnen 24 uur op te heffen. Gisteren heeft het kort geding voor de president van de rechtbank te Amster dam gediend. De raadsman van de oud-papierhandel stelde dat het verbod een bedreiging be tekent van het burgerlijk eigendomsrecht. In de dagvaarding werd gesteld, dat de burgemeester in mei tegen de directeur heeft gezegd: ..Het bedrijf dient volledig te verdwijnen". Als het inrijverbod niet zou helpen zou de Hinderwetvergunning door de gemeente worden ingetrokken en de Groenburgwal voor de papierschepen verboden worden. Voorts wordt in de dag vaarding vermeld, dat wethouder Van 't Hull in een vergadering van B. en W. in april heeft gezegd: „Het moet het bedrijf met alle mogelijke middelen onmogelijk worden gemaakt het bedrijf uit te oefe nen". De directeur heeft zich hierdoor ge noodzaakt gezien een ontslagaanvraag voor het gehele personeel van 57 man in te dienen. Er zijn over deze kwestie en de oplossing daarvan tussen de directeur en de ge meente ialrijke besprekingen geweest. He' bedrijf zou het pand aan de achterzijd' moeten verbouwen en de gemeente zou de trottoirs daar smaller maken, zodat het lossen en laden dan aan de achterzijde zou kunnen geschieden. Gedurende deze verbouwing zou ontheffing van het inrij verbod worden verleend. De directeur heeft toen verbouwingsplannen laten ma ken. maar er kwam geen ontheffing van het rijverbod. De raadsman betoogde aan de hand van talrijke foto's dat er geen noodzaak voor het inrijverbod bestaat en twee auto's ter plaatse elkaar makkelijk kunnen passeren. De advocaat van de gemeente bestreed dit. Het openbaar belang en het verkeer eisen verplaatsing van het bedrijf van de smalle Groenburgwal. Het uitgevaardigde verbod is een beleidskwestie waar een rechter moeilijk over kan beslissen. Ook andere bedrijven worden door het verbod getroffen. Het besluit is gewettigd dooi de situatie ter plaatse. Voorts deelde de advocaat nog mede, dat omwonenden heb ben geklaagd over hinder, die zij van het bedrijf ondervinden. Een heel onaange name ver: .issing noemde pleiter het feit. dat een autoriteit de suggestie deed voor verbouwing, terwijl nadien bleek, dat de gemeente toen reeds van oordeel was dat het bedrijf verplaatst moest worden. De president zal op 16 september uit braak doen. De ramp met de „Hugo de Groot" Van de meeste der door de Spaanse trawler „Perion" na de ramp met de „Hugo de Groot" opgeviste persoonlijke bezit tingen heeft men niet kunnen nagaan aan wie der slachtoffers zij hebben toebehoord, zo meldt het Spaanse blad „ABC". Dank zij de hulp van de enige Nederlandse inwoon ster van La Coruna, de echtgenote van de Spaanse schilder Gerardo Porto, heeft men kunnen vaststellen dat de „Perion" van slechts één slachtoffer persoonlijke documenten aan land heeft gebracht, na melijk van de heer J. Bering, die als emi grant op weg was naar Canada. Nadat de dames Kool de wrongel in een kaasdoek hebben gedaan, gaat de kaasstof de vorm. in. Dan nog persen en de kaas kan de pekelbak in. Twee keer per dag maken de dames Koot al jarenlang twee kazen. „Ravenspoort" in Bodegraven, terwijl de één de wrongel stond te snijden en de an der de wei uit de kaaskuip overgoot. „Elke dag maken we vier kazen. Zevenendertig koeien leveren de melk. 's Zondags werken ze niet. Dan staan de kuipen glimmend aan de kant en leggen we de loper uit. We hebben plezier in het werk, maar zo'n dag rusten is wel fijn". Onder het praten is de wrongel op de juiste dikte gekomen. De dames vullen twee vormen en gaan persen. Even later gaan zij de keldertrap af naar de pekelbak. Over een paar weken keurt de handelaar op de markt hun produkt en beslecht hij de koop met zijn handjeklap. GENèVE (UPI) Prof. dr. J. H. de Boer. voorzitter van de adviesraad van het Reactorcentrum Nederland, heeft te Ge- nève .verklaard, dat binnen een jaar een Nederlands-Duitse installatie zal werken, waarin uranium-brandstof wordt gepro duceerd. De installatie over bouw en inrichting waarvan kortgeleden overeen stemming werd bereikt zal uranium produceren, dat gebruikt wordt als brand stof in processen waarbij de kernenergie vreedzaam wordt toegepast. De nieuwe installatie is gebaseerd op het ultracentrifugeproces van de Nederlandse natuurkundige J. Kistemaker, en zal onder zijn leiding komen. De uitvinding maakt het mogelijk het uranium op veel goed koper wijze vrij te maken dan met de hui dige installaties onder andere die te Oak Ridge mogelijk is. Prof. De Boer weigerde te verklaren waar, wanneer, en hoe de installatie zal worden gebouwd, en wat de kosten ervan zijn. Hij vertelde slechts dat zij hoogst waarschijnlijk in Nederland zal worden gebouwd en binnen een jaar tijd aan het werk zal zijn. Dit is mogelijk geworden door een overeenkomst, die gesloten is tus sen het Reactorcentrum Nederland en Westduitse instanties. (ANP) Het ultracentrifugeproces voor de scheiding van isotopen, dat prof. dr. J. Kistemaker in het laboratorium voor mas- saspectografie te Amsterdam aan het ont wikkelen is, is reeds gedeeltelijk gereali seerd. Men is er in geslaagd een cylinder de zogenaamde superkritische draaisnel heid te geven. Dit betekent echter nog niet, dat daarmee nu ook de hele centrifuge gerealiseerd is. Dit heeft prof. Kistemaker medegedeeld op een persconferentie in Genève van de Nederlandse delegatie naar de atoomcon ferentie. Gevraagd naar de betekenis van de ul- tracentrifugale methode in economisch op zicht zet prof. Kistemaker uiteen, dat dit proces veel goedkoper zal zijn. dan de dif fusie-fabriek, die de Fransen willen bou wen. Om een kwalitatief en kwantitatief gelijke produktie te krijgen met ultra centrifuge als de Fransen zich van de dif fusie voorstellen, hoeft men aan kapitaal slechts een fractie te investeren van wat de Fransen moeten besteden. Vergeleken met de Franse methode zijn bij de ultra centrifuge de kosten van de energie voor het proces zelfs te verwaarlozen. De Ne derlandse industrie zal in staat zijn alle onderdelen voor de proeffabriek te leveren en het is ook inderdaad de bedoeling deze onderdelen in Nederland te bestellen. De vijf officiële Nederlandse gedelegeer den op de atoomconferentie zijn van oor deel, dat deze confex-entie over het alge meen weinig fundamenteel nieuwe dingen heeft gebracht, maar wel een uitei'st waar devolle schat aan nieuwe gegevens op reeds bekende gebieden. De voorzitter van de Nederlandse delegatie, prof. dr. J. H. de Boer noemde drie aspecten: In de eerste plaats is nu voor het eerst in het openbaar gediscussieerd over de kernfusie, vervol gens is gebleken, dat de technologische ontwikkeling van de laatste jaren ons zeer veel te bieden heeft en tenslotte blijkt men sinds 1955 veel meer te weten gekomen te zijn over de medisch-biologische aspecten van de kernenergie, hetgeen onder andere voor het veiligheidsprobleem van groot belang is. Naar de persoonlijke mening van prof. De Boer is deze conferentie echter te groot. Het persoonlijke contact tussen de geleerden, dat van groot nut is. kan nu te weinig worden onderhouden. Herbewerking GENèVE (UPI) Geleerden van het Noors-Nederlandse researchstation voor kernenergie te Kjeller in Noorwegen heb ben plannen bekend gemaakt voor de op richting van een proeffabriek voor „her bewerking" van nucleaire brandstof elementen. Het heden op de conferentie ingediende rapport is opgesteld door T. J. Barendregt en L. Koren Lund. Er wordt in verteld, dat de capaciteit van de proeffabriek on geveer drie ton per jaar zal zijn, indien er constant gedraaid wordt. Zo nodig zou de produktie misschien opgevoerd kunnen worden tot tien ton per jaar. Barendregt en Lund zeggen dat de bouw van de proeffabriek ten doel heeft het mo gelijk te maken op redelijke schaal te wer ken met. plutonium en splijtingsprodukten, teneinde veiliger criteria te krijgen voor een fabriek, die op nog grotere schaal zal kunnen werken. De splijtingsprodukten, welke, naar ver wacht wordt, verkregen zullen worden door de herbewerking, zijn met name radio-actief iodine, dat toegepast kan wor den in de geneeskunde, en plutonium, dat mogelijk gebruikt kan worden om andere reactors van brandstof te voorzien. Uit het verslag van het gemeentelijk waterbedrijf van Haarlem over 1957 blijkt, dat als gevolg van de grote hoeveelheid neerslag, welke in dat jaar 913,2 mm be droeg, van september af de gemiddelde grondwaterstand in de winplaats steeg, welke stijging in 1958 voortduurde en in mei van dat jaar in totaal rond 80 cm bedroeg. Tijdens de hittegolven in juni en juli van het vorig jaar steeg het verbruik per etmaal tot het nog niet eerder bereikte maximum van 20.237 kubieke meter. Het gevolg van dit hoge gebruik was dat bij alle winningen de pompaggregaten met de grootste capaciteit moest worden inge schakeld. zodat er geen gelijkwaardige re serve meer aanwezig was. Met het oog op de toeneming van het watergebruik werd besloten tot de op stelling van een elektrisch gedreven rein- waterpomp met een capaciteit van 600 ku bieke meter per uur op de daarvoor ge reserveerde plaats in de pompenkamer van het hoofdmachinegebouw. Na zestig jaar elke dag dienst te hebben gedaan moest voorts de imposante stoom pompaggregaten voor reinwater buiten be- drijf worden gesteld en voor reserve be stemd zodat zij alleen nog bij zeer groot waterverbruik bijvoorbeeld tijdens hittegolven dienst zullen doen. Daartoe zal één stoomketel van een automatische oliestookinstallatie worden voorzien, ter wijl een tweede ketel ingericht blijft voor het stoken met kolen als reserve. De derde ketel werd verwijderd om plaats te maken voor een centrale-verwarmingsketel. Uit het jaarverslag blijkt verdei-, dat in het begin van 1957 een uitvoerig rapport werd u' gebracht waarin de noodzakelijk heid om over te gaan tot de uitbreiding van de waterwinningsmiddelen werd aan getoond. Op grond van de verziltingsver- schijnselen, die in de laatste jaren bij de winning van diepduinwater zijn geconsta teerd was namelijk gebleken, dat de op brengst van de beschikbare winningsmid delen veiligheidshalve niet hoger mag wor den opgevoerd dan 4,5 miljoen per jaar. In 1956 moest evenwel reeds 4.8 miljoen worden opgepompt en in 1957 4,9 miljoen kubieke meter. Voorgesteld werd over te gaan tot de bouw van een pompstation in het noorde lijk gedeelte van de winplaats waaraan nog geen diepduinwater wordt onttrokken en het maken aldaar van een diepduin- waterwinning bestaande uit zeven groe pen van acht diepe putten. Na algehele uit bouw van deze winning, welke geleidelijk naar behoefte kan geschieden, zal hieraan rond 4,5 miljoen m3 kunnen worden ont trokken. De totale kosten van dit pompstation en zes diepe pompputten met toebehoren wer den. mede aan de hand van een schetsont werp voor het gebouw gemaakt door open bare werken van Haarlem, geraamd op 350.000. Hiervan werd 100.000 in de begroting van 1958 opgenomen, terwijl voor de vol tooiing van de werkzaamheden het res tant in 1959 beschikbaar zou moeten worden gesteld. In de loop van 1957 werd het plan verder uitgewerkt. Opgemerkt dient nog te worden, dat voor de afvoer van het opgepompte diepduin water voorloDig gebi'uik gemaakt kan worden van de ter plaatse liggende zuig- leiding voor bovenduinwater. Daar dit echter als een provisorische op lossing moet worden beschouwd is het noodzakelijk dat in een van de volgende jaren een begin gemaakt wordt met het leggen van een afzonderlijke persleiding naar het voorfiltergebouw. De totale kos ten van deze persleiding, die een lengte zal hebben van 5 km. zullen rond 450.000 bedragen. Het bestuur van de stichting „Scholen dienst", gevormd door de afdeling scho ling van het N.V.V., het Instituut voor Ar beidersontwikkeling en de Dr. Wiardi Beckmanstichting, heeft besloten in het nieuwe seizoen het roer radicaal om te gooien. Er zullen na half oktober alleen nog tweede klassen van de arbeiders avondschool en de plaatselijke kader- school in Haarlem worden gevormd. Er zal daarnaast bij wijze van proef een nieu we tweejarige cursus beginnen, die veel meer dan de op te heffen avondscholen van de stichting „scholendienst" op de praktijk is gericht. Alle cursisten van de op te heffen avondscholen zullen de gele genheid krijgen om hun studie te voltooien. De leerlingen van de arbeidersavondscho len. die naar de kaderschool zouden gaan, kunnen deelnemen aan de nieuwe cursus. Het ligt in de bedoeling om voor de nieuwe tweejarige cursus groepen te vor men van 15 tot 20 cursusten. Bij de toela ting zal het eerste jaar de nodige soepel heid worden betracht voor de leerlingen van de arbeidersavondschool. De plaatse lijke commissie van de scholendienst heeft nog geen besluit genomen omtrent het ge bouw, waarin de nieuwe cursus zal wor den gegeven. Bij voldoende belangstelling zal men trachten om hiervoor een school gebouw te huren. Voor het opheffen van de ai'beiders- avondscholen en de plaatselijke kader- scholen, want daar komt de radicale koers wijziging van de scholendienst op neer, zijn vele redenen aan te wijzen. Het aan-, tal leerlingen van deze scholen daalt voort durend. De behoefte aan de arbeidersavondscho len, waarvan het onderwijs Nederlandse taal, rekenen en sociale kennis (sociale aardrijkskunde en staatsinrichting) om vat, is eveneens sterk gedaald. Het per centage volwassenen met meer dan lager ondei-wijs is na 1945 voortdurend geste gen. In 1957 genoot meer dan 80 percent van de 14-jarigen voortgezet lager onder wijs of middelbaar onderwijs. Het feit, dat de cursisten voor het volgen van de cursussen van arbeidersavond school en kaderschool in totaal vier jaar nodig hebben, wordt zo langzamerhand als bezwarend gevoeld. Daarnaast neemt het aantal mogelijkheden voor het genieten van aanvullend onderwijs nog steeds toe. Uiteraard zijn er nog talrijke andere oorzaken voor het teruglopen van het aan tal leerlingen aan te wijzen, werken op gi-ote afstand van de woonplaats, voetbal, radio, televisie, bromfietsen, scooters, auto's, kortom allerlei zaken van gestegen welvaart en grotere verkeei'smogelijkhe- den, die de mens bepaald niet rustiger hebben gemaakt... Het bestuur van de stichting scholen dienst is echter van mening, dat het ken nen van de oorzaken van het teruglopen van het aantal leerlingen én de wetenschap dat de toekomstige cursisten minder tijd voor hun studie hebben, het niet veroor looft om bij de pakken te gaan neerzitten. Er zijn nog steeds duizenden mensen in ons land, die over te weinig algemene ont wikkeling beschikken om krant, tijdschrift of boek goed te kunnen lezen. Het gebrek aan inzicht belemmert nog velen om de gebeurtenissen m de samen leving belangstellend te volgen. Tallozen worden in hun werk voor allerlei maat schappelijke organisaties gehinderd door gebrekkig taalgebruik en door een tekort aan kennis van allerlei zaken. „Een democi-atische samenleving vraagt, medeleven met en medebeïnvloe- den van de maatschappelijke ontwikkeling. Wanneer dit gaat ontbreken, wordt het prachtige beschavingswerk van zestig ja ren arbeidersbeweging bedreigd" aldus de stichting. Op verkenning Zo is men tenslotte op het idee gekomen om de beide bestaande scholen op te hef fen en te beginnen met een nieuwe twee jarige cui-sus met één lesavond per week. Als richtlijn voor deze ontwikkelings-cur- sus zal het boekje „Op verkenning naar mens en maatschappij" worden gebi-uikt. Een leei'boekje van E. Wolthuis en S. H. Woudsma en uitgegeven bij J. B. Wolters in Groningen, dat allerlei praktische zaken uit het dagelijkse leven behandelt. Het gebruik van dit boekje als richtsnoer voor de cursus zal tamelijk veel van de cursusleiders eisen. Zij zullen als het wa re „de les zelf moeten maken". Taalon derwijs zal gebonden zijn aan maatschap pijleer, dat als kernvak voor de cui-sus is gekozen. Bij het behandelen van bijvoor beeld het onderwerp belastingen zal men echter deskundigen op dit gebied uitnodi gen voor het lesgeven. De nieuwe cursus houdt tevens in. dat men de schoolse vorm van de arbeidersavond- scholen en kaderscholen heeft prijs gege ven. Er zal veel meer worden overgelaten aan het inzicht van de cursisten. Gisteravond is het bedrijfsgedeelte van de boerderij van de heer G. Mur te Mij drecht tot de grond toe afgebrand. Slechts de varkens konden uit het brandende ge bouw worden gered. De brand, die was ontstaan door hooibroei, werd bestreden door de brandweren van Mijdrecht en Am- stelhoek. Dank zij de brandmuur tussen bedrijf en woning kon de laatste behouden blijven. Tussen Nijkerk en Barneveld zijn twee grote hooibergen en een korenmijt afge brand. Het blussingswerk werd zeer be moeilijkt. omdat water slechts te krijgen was op ruim een kilometer afstand van de brand. Veertig ton hooi, 12.000 kilo haver en 600 kilo rogge werden een prooi van het vuur. Onder grote belangstelling werd dins dagmiddag op Westerveld het stoffelijk overschot van de heer J. J. Thöne, oud firmant van de firma Guépin en Van der Vlugt te Haarlem, verast. Behalve de fa milie waren vele belangstellenden en vrienden uit bedrijven en instellingen, waar de overledene een functie had be kleed, naar Westerveld gekomen. Aanwe zig waren onder meer dr. J. E. baron de Vos van Steenwijk, voorzitter van de Hol landse Maatschappij der Wetenschappen, mr. J. W. van der Vlugt, oud-firmant van de bankiersfirma Guépin en Van der Vlugt, de heer P. A. J. Jas namens de Neder landse Bank, de heer B. F. Enschedé, de heer Karei Lotsy en de heer G. G. van Houten, secretaris van H.F.C. Nadat de kist was binnengedragen speel de de organist Piet Halsema: „Een vaste burcht is onze God," waarna drie spre kers in de aula het woord voerden. De zoon en de broer van de overledene, dr. A. W. Thöne en mr. C. W. Thöne, spraken enige afscheidswoorden, waarna ds. A. J. Snaayer naar aanleiding van Mattheus 6 16-18: „En wanneer gij vast, toont geen droevig gezicht gelijk de geveinsden," sprak. Ds. Snaayer zei onder meer, dat de overledene in zijn leven altijd heel dui delijk de gebrekkigheid van menselijke 'woorden heeft beseft. De goede en schone dingen wist hij te genieten en met de ver keerde dingen rekende hij af. In woord en daad onderscheidde hij duidelijk wat hei lig was. „Eén ding was kenmerkend voor zijn persoonlijkheid," aldus ds. Snaayer, „Namelijk zijn grote zelfbeheersing, voor al ook tijdens zijn ziekte, waardoor hij zich de laatste drie jaren veel heeft moe ten ontzeggen." De heer Thöne was een man, die onverbiddelijk neen kon zeggen, die hoge eisen aan zichzelf stelde en onver moeibaar was als men een bex-oep op hem deed. Van de Doopsgezinde gemeente was hij meer dan veertig jaar lid, regent van het Wijnbergshofje en bestuurder van de Ziekenverpleging. Hij heeft de gemeente steeds trouw gediend en geholpen, waar hulp nodig was. Nadat ds. Snaayer het „Onze Vader" had gebeden daalde de kist onder het spe len van „Wenn ich einmal soil scheiden" en „Was mein Gott will gescheh' alle Zeit" uit J. S. Bach's Mattheus Passion. De heer Van Hoof, die vorige week door de Hoensbroekse gemcentei-aad tot wet houder gekozen was en daarbij met slechts één stem zijn concurrent de oud-wethou der Mannens, had verslagen, heeft gister avond tijdens een spoedeisende raadsver gadering moeten beleven dat de heer Man nens toch in zijn plaats tot wethouder werd benoemd, omdat deze nu die ene stem meer kreeg. Na de benoeming van de heer Van Hoof was gebleken dat de verkiezing niet volgens de bepalingen van de Ge meentewet was verlopen, zodat een nieu we verkiezing plaats had in een spoed eisende vergadering. Een fractiegenoot van de heer Van Hoof kon zich met dit verloop niet verenigen en verklaarde bij de Kroon in bei-oep te zullen gaan. Volgens hem is het in strijd met de Gemeentewet een wethouder te kiezen in een spoedeisen de raadsvergadering. Ook een ander raadslid twijfelde aan de wettigheid van de spoedeisende vergadering, aangezien zij bijeen geroepen was bij ontstentenis van de burgemeester door een wethouder, die destijds medebenoemd was door een „onwettige" wethouder. Toen een raads lid het woord verlangde om een en ander te onthullen over de gang van zaken bij de wethoudersverkiezing, kreeg hij van de loco-burgemeester geen kans. „Die kwes tie staat niet op de agenda", zei deze. Waarop het raadslid verklaarde dan in een volgende vergadering met de onthullin gen te zullen komen. In Maastricht De fractievoorzitter van de Katholieke Volkspartij in de Maastrichtse raad. de heer J. Ensinck. had na de wethouders verkiezing vorige week verklaard, dat een deel van zijn fractie gewetensbezwai-en had om de P.v.d.A. niet te betrekken in de bestuursverantwoordelijkheid. In de kring van de K.V.P.-organisatie was tegen dit standpunt fel stelling genomen. Daarom heeft de heer Ensinck gisteravond in de raadsvergadering mededelingen gedaan over de fractiebesprekingen. Het voorstel in de K.V.P.-fractie, een P.v.d.A.-kandi daat te steunen haalde wel niet de regle mentair vereiste tweederde meerderheid, maar wel de gewone meerderheid. Deze meerderheid had gewetensbezwaren om de P.v.d.A. niet in de bestuui'lijke verant woordelijkheid te betrekken en achtte zich niettegenstaande alle verzet uit de katholieke bevolking gerechtigd het reglementaire besluit te negeren. Voorts keerde de heer Ensinck zich on danks protesten op de publieke tribune fel tegen de openlijke kritiek in de pers en in de K.V.P.-organisatie. De woordvoerder van de P.v.d.A. in de Maastrichtse raad, dr. J. Tans, spi'ak van zijn kant met waardering over het zijns inziens gezond democratisch begrip om de minderheidsgroep van de P.v.d.A. te blij ven betrekken in de verantwoordelijkheid van het college. Verdronken. De 35-jarige mevi-ouw R. Talsma te Stiens is in de Dokkumer Ee, vlak voor haar huis, verdronken. Haar man was naar een vergadering en mevrouw Talsma had een vriendin op bezoek gehad, die zij per boot over de Dokkumer Ee naar de weg heeft gebracht. Toen de heer Talsma 's avonds thuis kwam, miste hij zijn vrouw. Het bleek dat zij bij het terug varen uit het bootje gevallen moet zijn. Haar stoffelijk overschot werd uit het water ongehaaid. De ervaring met de bestaande vesti- gingsbesluiten (gebaseerd op de vestigings wet kleinbedrijf 1937) heeft geleerd, dat de vestigingseisen met betrekking tot kre dietwaardigheid en handelskennis nage noeg voor alle bedi-ijven gelijkluidend zijn. De staatssecretaris van Economische Zaken meent dat dit ook het geval zal zijn bij vele vestigingsbesluiten, die op grond van de Vestigingswet Bedrijven 1954 zul len worden vastgesteld. Ook in elk van deze vestigingsbesluiten afzonderlijk Zou telkenmale dezelfde omschrijving van de kredietwaardigheids- en handelskennis eisen moeten worden herhaald. Een thans afgekondigd basisbesluit ves tigingseisen heeft ten doel dit te voorko men en daarmede de redactie van de nieuwe vestigingsbesluiten, die op grond van de Vestigingswet Bedrijven 1954 zul len worden vastgesteld, te vereenvoudigen. Aan dit basisbesluit kunnen successievelijk bijlagen worden toegevoegd, die elk be trekking hebben op eventueel afwijkende eisen voor een bepaalde sector van het bedrijfsleven. Aan het basisbesluit is i-eeds een bijlage toegevoegd, waarin eisen van handelsken nis en van kredietwaardigheid voor klein handels-, ambachts-, kleine nijverheids- en dienstenverleningsbedrijven zijn om schreven. De hierin voorkomende eisen ten aanzien van de kredietwaardigheid zijn zo geformuleerd, dat rekening is gehouden met het uiteenlopende karakter der be drijven waaroo zii van toepassing zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1958 | | pagina 11