Plan voor Nederlands-Duitse
uraniumproduktie
Bodegraven feest om erkenning
van volvette boerenkaas
Basisbesluit vat de algemene
vestigingseisen samen
Werk van de zelfkazende boerinnen
wordt hoog gewaardeerd
Tekeningen door
Lily van Cleeff
Zeeschilders
Volgens de methode-Kiste maker
11
Machtsmisbruik door de
gemeente Amsterdam?
„Perlon" had bezittingen
van slachtoffers aan boord
Waterverbruik in Haarlem
neemt toe
„Scholendienst" krijgt
tweejarige cursus
Boerderijbrand in
Mijdrecht
Crematie van J. J. Thöne
In Hoensbroek dreigen
„onthullingen" over de
wethoudersverkiezing
WOENSDAG 10 SEPTEMBER 1958
HAARLEMS DAGBLAD
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
(Van een onzer verslaggevers)
Elke dinsdag wordt in het dorp Bode
graven kaas verhandeld. Van de boerde
rijen, die hier en daar het zicht over de
groene grasvlakte breken, rijden de boeren
met. kaasbrikken en auto's naar het dorp
aan de Oude Rijn. Op het Marktplein
zetten zij de brikken voor het beursge
bouw keurig in het gelid. Zij stellen zich
naast de wagens op wachtend op de
handelaren, die de kazen met een klets
van de vlakke hand zullen keuren. Dan
volgt het onvermijdelijke handjeklap.
Soms worden boer en handelaar het gauw
eens. maar ook gebeurt het dat de hande
laar wel een paar keer wegloopt en weer
terugkomt. Houdt de boer het been stijf,
of zal hij zijn prijs een paar cent laten
zakken? 't Is het proberen waard, denkt
de handelaar, die na jarenlange ervaring
zijn mensen op zijn duim kent.
De kaasmarkt van Bodegraven is niet
te vergelijken met die van Alkmaar. Hier
geen mannen in stijve witte pakken en
strohoeden met kleurige linten de kaas
dragers die om wille van de toeristen elke
vrijdag naast de Alkmaarse Waag heen
en weer rennen en met hun „Pasterop" een
bedrijvigheid suggereren. Wat geeft het of
de kaasdragers op de berries soms al ver
handelde partijen versjouwen? Als de
drommen vreemdelingen maar gelegen
heid hebben om iets van de oude glorie
der kaasstad in de lens van hun fototoe
stel te vangen.
In Bodegraven echter wandelen geen
buitenlanders met dure fototoestellen over
het-Marktplein. Hier ontmoeten boer en
kaashandelaar elkaar nog in alle gemoe
delijkheid zonder als bezienswaardigheid
te fungeren. De boeren handjeklappen,
doen inkopen bij de marktkramen aan de
voet van de kerk, drinken wat in „Het
bonte varken" en rijden na het middaguur
weer met de brik naar huis terug. En de
velen, die de brik al hebben afgedankt,
stappen in hun auto.
Eens per jaar, tijdens de najaarsmarkt,
blijven zij langer in Bodegraven hangen.
Want dan gunnen zij zich een extraatje.
De kermis draait en van vroeg tot laat zijn
er festiviteiten, zoals demonstraties van
de landelijke ruiters. Deze najaarsmarkt,
dinsdag gehouden, was feestelijker dan
alle voorgaande. Want het gemeentebe
stuur van het dorp in de Rijn- en Gouwe-
streek had zich ingespannen om de be
langstelling speciaal te richten op de vol
vette boerenkaas, die in dit gebied nog
ijverige producenten heeft. Na jaren van
strijd door de bqeren is kortelings een
eigen rijksmerk voor de volvette boeren
kaas ingesteld. De boeren hier weten niet.
alleen te strijden, maar ook te feesten. Dus
moesten alle vlaggen uit „want de boeren
hadden overwonnen".
/Va jaren erkend
Hef rijksmerk „volvette boerenkaas" is
als het predikaat „handwerk". Het is een
erkenning van het werk der zelfkazende
boerinnen die op ruim vierduizend boerde
rijen het kaasmaken nog beoefenen als
een edel ambacht. Zij weten natuurlijk
dat zij tegen de zo'n zeventig jaar geleden
opgekomen kaasfabriekcn niet op kunnen.
Erg belangrijk kon ik de tentoonstelling,
die Lily van Cleeff deze maand van haar
tekeningen in „Het Goede Uur" in Haar
lem houdt, niet vinden. Getrouw tekende
of schetste zij naar de natuur, soms voor
zichtig en wat academisch, soms wat vrijer,
maar dan niet uitkomend boven vlotte en
dan veelal wel aangenaam aandoende stu
dies. Zeker, zij behoeft zich niet te generen
voor haar schetsen naar paarden. De groep
studies betreffende dit onderwerp is als
geheel echter wat weinig interessant.
Boeiender lijkt mij een aantal meestal
voorzichtiger getekende studies naar mu
sici, die bovendien grotendeels portretjes
genoemd kunnen worden. Mooi is dat van
een celliste. De aan de gelijkenis bestede
aandacht was er echter de oorzaak van.
dat de koppen soms iets te groot werden
en bovendien de handeling het musi
ceren minder op de voorgrond gebracht
werd dan toch wel in het vermogen van
de tekenares ligt. Het is me niet bekend
of zij veel werkt. Mocht dit het geval zijn,
dan geloof ik dat er mogelijk een betere
keuze uit haar produktie gedaan zou kun
nen worden, daar zij blijkens nog het één
en ander, als mannetjes op een bank, een
klein portretje daarnaast en een paar ro
kers, toch wel wat te vertellen heeft.
Tot 14 september is in de bovenzaal
van het veilinggebouw van Mak van Waay
te Amsterdam werk van leden van de
Nederlandse Vereniging van Zeeschilders
te zien. Deze vereniging werd opgericht
door enige kunstenaars die te gast waren
op schepen van de Koninklijke Marine en
al eerder dan thans bewezen hebben van
hun tochten te kunnen profiteren. Wie van
schepen houdt, zal zeker plezier beleven
aan deze tentoonstelling. De onderwerpen
werden grotendeels met vakkennis behan
deld. En het doel buiten beschouwing
latend: oorlogsschepen zijn meestal mooie
schepen.
De grootste inzending is die van Cees
Bolding en terecht! Deze altijd knap
werkende en wat nuchtere figuur blijkt
op zijn reizen beslist meer geïnspireerd,
vermoedelijk ook door de voor hem nieuwe
landschappen, die hij van onze oorlogs
bodems af waarnam. De opbouw van Hr.
Ms. Zeven Provinciën werd aanleiding tot
een zeker monumentaal karakter van
enkele zijner aquarellen.
Knap, maar ietwat vervelend knap, is
het werk van H. Bosboom, wiens gelijkende
portretten van ook andere schepen als
oorlogsbodems de liefhebbers echter wel
zullen interesseren. J. C. A. Goedhart
werkt vlotter. Iets te handig misschien,
maar daarmee voor mij dan toch aantrek
kelijker resultaten boekend. J. W. Heyting
viel me vooral op als een goed aquarellist.
Jan Sluijters Jr. en R. H. Beider verstaan
hun vak eveneens. Flip Hamers brengt
ook getrouw zijn onderwerp in beeld op
soms wat illustratieve wijze en een enkele
keer met een vleugje van echte ver
beelding.
Bob Buys
Want de fabriekskaas overheerst sterk op
de markt. Voor de oorlog was een derde
van alle verhandelde kaas afkomstig van
de boerderli. Nu wordt per jaar lfiO mil
joen kg fabriekskaas en slechts twaalf
miljoen kg boerenkaas geproduceerd.
De boerenkaas heeft dus de strijd tegen
het fabrieksprodukt verloren. Maar de
zelfkazende boerinnen weten ook dat nog
vele kaaskenners het edele produkt van
hun handen niet verzaken. De erkenning
van hun werk ligt mede in de prijs, die
aanmerkelijk hoger is dan die van fa
briekskaas.
Vooral in de Rijn- en Gouwestreek vindt
men nog op vele boerderijen de vrouwen
iedere dag aan de kaasbereiding. Machines
verlichten soms het zware werk, maar ook
gebeurt het werk soms als in de tijd van
de grootmoeders. Als de melk 's morgens
en 's avonds van het land komt, gaat zij
in teakhouten bakken. De boerin voegt,
stremsel en zuursel bij de melk, waardoor
het witte vocht gaat stremmen. Of mecha
nisch of met de hand wordt met een serie
messen de gestremde melk doorsneden om
de wrongel, de kaasstof, te scheiden van
de wei. Warm water wordt toegevoegd om
het vocht uit de wrongel te doen ontsnap
pen. Is de wrongel droog genoeg dan wor
den de kaasvormen gevuld. De wrongel is
aangekleed met een schone kaasdoek en
komt onder de pers. Als het laatste vocht
verwijderd is en d^ kaas vorm heeft ge
kregen, gaat hij naar de pekelbak.
Het bereidingsproces is daarna nog niet
afgelopen, want een goede verzorging door
de boerin kan de doorslag geven voor het
nittige aroma, dat de boerenkaas kenmerkt.
Elke zelfkazende boerin doet haar werk,
dat vele uren vergt, met de uiterste zorg.
Als de kaas na drie of vier weken op de
markt wordt gebracht, weet zij of haar
werk de hoogste lof verdient. Want een
hoge prijs is het bewijs van een goede
kwaliteit. En om die hoge prijs is het toch
begonnen.
De kaasbereiding op de boerderij is een
zware bezigheid. Maar de boerin voelt
zich geen sloof. „Onze ouders maakten al
kaas en wij doen het ook al jarenlang",
vertelden de dames Koot van de hoeve
Inrijverbod om bedrijf van
smalle gracht weg te krijgen
De directeur van een aan de Groenburg
wal te Amsterdam gevestigde oud-papier-
handel, meent, dat een inrijverbod voor
wagens breder van twee meter op deze
gracht uitsluitend door de gemeente ge
troffen is om hem het uitoefenen van zijn
bedrijf op de Groenburgwal onmogelijk
te maken. Dit inrijverbod heeft zijns in
ziens niets met verkeersveiligheid te ma
ken en is slechts machtsmisbruik van de
gemeente Amsterdam. De directeur heeft
de gemeente in kort geding gedagvaard,
waarbü van de president van de recht
bank wordt gevraagd de gemeente te be
velen het rijverbod binnen 24 uur op te
heffen. Gisteren heeft het kort geding voor
de president van de rechtbank te Amster
dam gediend.
De raadsman van de oud-papierhandel
stelde dat het verbod een bedreiging be
tekent van het burgerlijk eigendomsrecht.
In de dagvaarding werd gesteld, dat de
burgemeester in mei tegen de directeur
heeft gezegd: ..Het bedrijf dient volledig
te verdwijnen". Als het inrijverbod niet
zou helpen zou de Hinderwetvergunning
door de gemeente worden ingetrokken en
de Groenburgwal voor de papierschepen
verboden worden. Voorts wordt in de dag
vaarding vermeld, dat wethouder Van 't
Hull in een vergadering van B. en W. in
april heeft gezegd: „Het moet het bedrijf
met alle mogelijke middelen onmogelijk
worden gemaakt het bedrijf uit te oefe
nen". De directeur heeft zich hierdoor ge
noodzaakt gezien een ontslagaanvraag voor
het gehele personeel van 57 man in te
dienen.
Er zijn over deze kwestie en de oplossing
daarvan tussen de directeur en de ge
meente ialrijke besprekingen geweest. He'
bedrijf zou het pand aan de achterzijd'
moeten verbouwen en de gemeente zou de
trottoirs daar smaller maken, zodat het
lossen en laden dan aan de achterzijde
zou kunnen geschieden. Gedurende deze
verbouwing zou ontheffing van het inrij
verbod worden verleend. De directeur
heeft toen verbouwingsplannen laten ma
ken. maar er kwam geen ontheffing van
het rijverbod.
De raadsman betoogde aan de hand van
talrijke foto's dat er geen noodzaak voor
het inrijverbod bestaat en twee auto's ter
plaatse elkaar makkelijk kunnen passeren.
De advocaat van de gemeente bestreed
dit. Het openbaar belang en het verkeer
eisen verplaatsing van het bedrijf van de
smalle Groenburgwal. Het uitgevaardigde
verbod is een beleidskwestie waar een
rechter moeilijk over kan beslissen. Ook
andere bedrijven worden door het verbod
getroffen. Het besluit is gewettigd dooi
de situatie ter plaatse. Voorts deelde de
advocaat nog mede, dat omwonenden heb
ben geklaagd over hinder, die zij van het
bedrijf ondervinden. Een heel onaange
name ver: .issing noemde pleiter het feit.
dat een autoriteit de suggestie deed voor
verbouwing, terwijl nadien bleek, dat de
gemeente toen reeds van oordeel was dat
het bedrijf verplaatst moest worden.
De president zal op 16 september uit
braak doen.
De ramp met de „Hugo de Groot"
Van de meeste der door de Spaanse
trawler „Perion" na de ramp met de „Hugo
de Groot" opgeviste persoonlijke bezit
tingen heeft men niet kunnen nagaan aan
wie der slachtoffers zij hebben toebehoord,
zo meldt het Spaanse blad „ABC". Dank zij
de hulp van de enige Nederlandse inwoon
ster van La Coruna, de echtgenote van de
Spaanse schilder Gerardo Porto, heeft
men kunnen vaststellen dat de „Perion"
van slechts één slachtoffer persoonlijke
documenten aan land heeft gebracht, na
melijk van de heer J. Bering, die als emi
grant op weg was naar Canada.
Nadat de dames Kool de wrongel in
een kaasdoek hebben gedaan, gaat de
kaasstof de vorm. in. Dan nog persen
en de kaas kan de pekelbak in. Twee
keer per dag maken de dames Koot al
jarenlang twee kazen.
„Ravenspoort" in Bodegraven, terwijl de
één de wrongel stond te snijden en de an
der de wei uit de kaaskuip overgoot. „Elke
dag maken we vier kazen. Zevenendertig
koeien leveren de melk. 's Zondags werken
ze niet. Dan staan de kuipen glimmend
aan de kant en leggen we de loper uit. We
hebben plezier in het werk, maar zo'n dag
rusten is wel fijn". Onder het praten is de
wrongel op de juiste dikte gekomen. De
dames vullen twee vormen en gaan persen.
Even later gaan zij de keldertrap af naar
de pekelbak. Over een paar weken keurt
de handelaar op de markt hun produkt en
beslecht hij de koop met zijn handjeklap.
GENèVE (UPI) Prof. dr. J. H. de Boer.
voorzitter van de adviesraad van het
Reactorcentrum Nederland, heeft te Ge-
nève .verklaard, dat binnen een jaar een
Nederlands-Duitse installatie zal werken,
waarin uranium-brandstof wordt gepro
duceerd. De installatie over bouw en
inrichting waarvan kortgeleden overeen
stemming werd bereikt zal uranium
produceren, dat gebruikt wordt als brand
stof in processen waarbij de kernenergie
vreedzaam wordt toegepast.
De nieuwe installatie is gebaseerd op het
ultracentrifugeproces van de Nederlandse
natuurkundige J. Kistemaker, en zal onder
zijn leiding komen. De uitvinding maakt
het mogelijk het uranium op veel goed
koper wijze vrij te maken dan met de hui
dige installaties onder andere die te
Oak Ridge mogelijk is.
Prof. De Boer weigerde te verklaren
waar, wanneer, en hoe de installatie zal
worden gebouwd, en wat de kosten ervan
zijn. Hij vertelde slechts dat zij hoogst
waarschijnlijk in Nederland zal worden
gebouwd en binnen een jaar tijd aan het
werk zal zijn. Dit is mogelijk geworden
door een overeenkomst, die gesloten is tus
sen het Reactorcentrum Nederland en
Westduitse instanties.
(ANP) Het ultracentrifugeproces voor
de scheiding van isotopen, dat prof. dr. J.
Kistemaker in het laboratorium voor mas-
saspectografie te Amsterdam aan het ont
wikkelen is, is reeds gedeeltelijk gereali
seerd. Men is er in geslaagd een cylinder
de zogenaamde superkritische draaisnel
heid te geven. Dit betekent echter nog niet,
dat daarmee nu ook de hele centrifuge
gerealiseerd is.
Dit heeft prof. Kistemaker medegedeeld
op een persconferentie in Genève van de
Nederlandse delegatie naar de atoomcon
ferentie.
Gevraagd naar de betekenis van de ul-
tracentrifugale methode in economisch op
zicht zet prof. Kistemaker uiteen, dat dit
proces veel goedkoper zal zijn. dan de dif
fusie-fabriek, die de Fransen willen bou
wen. Om een kwalitatief en kwantitatief
gelijke produktie te krijgen met ultra
centrifuge als de Fransen zich van de dif
fusie voorstellen, hoeft men aan kapitaal
slechts een fractie te investeren van wat
de Fransen moeten besteden. Vergeleken
met de Franse methode zijn bij de ultra
centrifuge de kosten van de energie voor
het proces zelfs te verwaarlozen. De Ne
derlandse industrie zal in staat zijn alle
onderdelen voor de proeffabriek te leveren
en het is ook inderdaad de bedoeling deze
onderdelen in Nederland te bestellen.
De vijf officiële Nederlandse gedelegeer
den op de atoomconferentie zijn van oor
deel, dat deze confex-entie over het alge
meen weinig fundamenteel nieuwe dingen
heeft gebracht, maar wel een uitei'st waar
devolle schat aan nieuwe gegevens op reeds
bekende gebieden. De voorzitter van de
Nederlandse delegatie, prof. dr. J. H. de
Boer noemde drie aspecten: In de eerste
plaats is nu voor het eerst in het openbaar
gediscussieerd over de kernfusie, vervol
gens is gebleken, dat de technologische
ontwikkeling van de laatste jaren ons zeer
veel te bieden heeft en tenslotte blijkt men
sinds 1955 veel meer te weten gekomen te
zijn over de medisch-biologische aspecten
van de kernenergie, hetgeen onder andere
voor het veiligheidsprobleem van groot
belang is. Naar de persoonlijke mening van
prof. De Boer is deze conferentie echter
te groot. Het persoonlijke contact tussen
de geleerden, dat van groot nut is. kan nu
te weinig worden onderhouden.
Herbewerking
GENèVE (UPI) Geleerden van het
Noors-Nederlandse researchstation voor
kernenergie te Kjeller in Noorwegen heb
ben plannen bekend gemaakt voor de op
richting van een proeffabriek voor „her
bewerking" van nucleaire brandstof
elementen.
Het heden op de conferentie ingediende
rapport is opgesteld door T. J. Barendregt
en L. Koren Lund. Er wordt in verteld,
dat de capaciteit van de proeffabriek on
geveer drie ton per jaar zal zijn, indien er
constant gedraaid wordt. Zo nodig zou de
produktie misschien opgevoerd kunnen
worden tot tien ton per jaar.
Barendregt en Lund zeggen dat de bouw
van de proeffabriek ten doel heeft het mo
gelijk te maken op redelijke schaal te wer
ken met. plutonium en splijtingsprodukten,
teneinde veiliger criteria te krijgen voor
een fabriek, die op nog grotere schaal zal
kunnen werken.
De splijtingsprodukten, welke, naar ver
wacht wordt, verkregen zullen worden
door de herbewerking, zijn met name
radio-actief iodine, dat toegepast kan wor
den in de geneeskunde, en plutonium, dat
mogelijk gebruikt kan worden om andere
reactors van brandstof te voorzien.
Uit het verslag van het gemeentelijk
waterbedrijf van Haarlem over 1957 blijkt,
dat als gevolg van de grote hoeveelheid
neerslag, welke in dat jaar 913,2 mm be
droeg, van september af de gemiddelde
grondwaterstand in de winplaats steeg,
welke stijging in 1958 voortduurde en in
mei van dat jaar in totaal rond 80 cm
bedroeg. Tijdens de hittegolven in juni en
juli van het vorig jaar steeg het verbruik
per etmaal tot het nog niet eerder bereikte
maximum van 20.237 kubieke meter. Het
gevolg van dit hoge gebruik was dat bij
alle winningen de pompaggregaten met de
grootste capaciteit moest worden inge
schakeld. zodat er geen gelijkwaardige re
serve meer aanwezig was.
Met het oog op de toeneming van het
watergebruik werd besloten tot de op
stelling van een elektrisch gedreven rein-
waterpomp met een capaciteit van 600 ku
bieke meter per uur op de daarvoor ge
reserveerde plaats in de pompenkamer van
het hoofdmachinegebouw.
Na zestig jaar elke dag dienst te hebben
gedaan moest voorts de imposante stoom
pompaggregaten voor reinwater buiten be-
drijf worden gesteld en voor reserve be
stemd zodat zij alleen nog bij zeer groot
waterverbruik bijvoorbeeld tijdens
hittegolven dienst zullen doen. Daartoe
zal één stoomketel van een automatische
oliestookinstallatie worden voorzien, ter
wijl een tweede ketel ingericht blijft voor
het stoken met kolen als reserve. De derde
ketel werd verwijderd om plaats te maken
voor een centrale-verwarmingsketel.
Uit het jaarverslag blijkt verdei-, dat in
het begin van 1957 een uitvoerig rapport
werd u' gebracht waarin de noodzakelijk
heid om over te gaan tot de uitbreiding
van de waterwinningsmiddelen werd aan
getoond. Op grond van de verziltingsver-
schijnselen, die in de laatste jaren bij de
winning van diepduinwater zijn geconsta
teerd was namelijk gebleken, dat de op
brengst van de beschikbare winningsmid
delen veiligheidshalve niet hoger mag wor
den opgevoerd dan 4,5 miljoen per jaar.
In 1956 moest evenwel reeds 4.8 miljoen
worden opgepompt en in 1957 4,9 miljoen
kubieke meter.
Voorgesteld werd over te gaan tot de
bouw van een pompstation in het noorde
lijk gedeelte van de winplaats waaraan
nog geen diepduinwater wordt onttrokken
en het maken aldaar van een diepduin-
waterwinning bestaande uit zeven groe
pen van acht diepe putten. Na algehele uit
bouw van deze winning, welke geleidelijk
naar behoefte kan geschieden, zal hieraan
rond 4,5 miljoen m3 kunnen worden ont
trokken.
De totale kosten van dit pompstation en
zes diepe pompputten met toebehoren wer
den. mede aan de hand van een schetsont
werp voor het gebouw gemaakt door open
bare werken van Haarlem, geraamd op
350.000.
Hiervan werd 100.000 in de begroting
van 1958 opgenomen, terwijl voor de vol
tooiing van de werkzaamheden het res
tant in 1959 beschikbaar zou moeten
worden gesteld.
In de loop van 1957 werd het plan
verder uitgewerkt.
Opgemerkt dient nog te worden, dat voor
de afvoer van het opgepompte diepduin
water voorloDig gebi'uik gemaakt kan
worden van de ter plaatse liggende zuig-
leiding voor bovenduinwater.
Daar dit echter als een provisorische op
lossing moet worden beschouwd is het
noodzakelijk dat in een van de volgende
jaren een begin gemaakt wordt met het
leggen van een afzonderlijke persleiding
naar het voorfiltergebouw. De totale kos
ten van deze persleiding, die een lengte
zal hebben van 5 km. zullen rond 450.000
bedragen.
Het bestuur van de stichting „Scholen
dienst", gevormd door de afdeling scho
ling van het N.V.V., het Instituut voor Ar
beidersontwikkeling en de Dr. Wiardi
Beckmanstichting, heeft besloten in het
nieuwe seizoen het roer radicaal om te
gooien. Er zullen na half oktober alleen
nog tweede klassen van de arbeiders
avondschool en de plaatselijke kader-
school in Haarlem worden gevormd. Er
zal daarnaast bij wijze van proef een nieu
we tweejarige cursus beginnen, die veel
meer dan de op te heffen avondscholen
van de stichting „scholendienst" op de
praktijk is gericht. Alle cursisten van de
op te heffen avondscholen zullen de gele
genheid krijgen om hun studie te voltooien.
De leerlingen van de arbeidersavondscho
len. die naar de kaderschool zouden gaan,
kunnen deelnemen aan de nieuwe cursus.
Het ligt in de bedoeling om voor de
nieuwe tweejarige cursus groepen te vor
men van 15 tot 20 cursusten. Bij de toela
ting zal het eerste jaar de nodige soepel
heid worden betracht voor de leerlingen
van de arbeidersavondschool. De plaatse
lijke commissie van de scholendienst heeft
nog geen besluit genomen omtrent het ge
bouw, waarin de nieuwe cursus zal wor
den gegeven. Bij voldoende belangstelling
zal men trachten om hiervoor een school
gebouw te huren.
Voor het opheffen van de ai'beiders-
avondscholen en de plaatselijke kader-
scholen, want daar komt de radicale koers
wijziging van de scholendienst op neer,
zijn vele redenen aan te wijzen. Het aan-,
tal leerlingen van deze scholen daalt voort
durend.
De behoefte aan de arbeidersavondscho
len, waarvan het onderwijs Nederlandse
taal, rekenen en sociale kennis (sociale
aardrijkskunde en staatsinrichting) om
vat, is eveneens sterk gedaald. Het per
centage volwassenen met meer dan lager
ondei-wijs is na 1945 voortdurend geste
gen. In 1957 genoot meer dan 80 percent
van de 14-jarigen voortgezet lager onder
wijs of middelbaar onderwijs.
Het feit, dat de cursisten voor het volgen
van de cursussen van arbeidersavond
school en kaderschool in totaal vier jaar
nodig hebben, wordt zo langzamerhand als
bezwarend gevoeld. Daarnaast neemt het
aantal mogelijkheden voor het genieten
van aanvullend onderwijs nog steeds toe.
Uiteraard zijn er nog talrijke andere
oorzaken voor het teruglopen van het aan
tal leerlingen aan te wijzen, werken op
gi-ote afstand van de woonplaats, voetbal,
radio, televisie, bromfietsen, scooters,
auto's, kortom allerlei zaken van gestegen
welvaart en grotere verkeei'smogelijkhe-
den, die de mens bepaald niet rustiger
hebben gemaakt...
Het bestuur van de stichting scholen
dienst is echter van mening, dat het ken
nen van de oorzaken van het teruglopen
van het aantal leerlingen én de wetenschap
dat de toekomstige cursisten minder tijd
voor hun studie hebben, het niet veroor
looft om bij de pakken te gaan neerzitten.
Er zijn nog steeds duizenden mensen in
ons land, die over te weinig algemene ont
wikkeling beschikken om krant, tijdschrift
of boek goed te kunnen lezen.
Het gebrek aan inzicht belemmert nog
velen om de gebeurtenissen m de samen
leving belangstellend te volgen. Tallozen
worden in hun werk voor allerlei maat
schappelijke organisaties gehinderd door
gebrekkig taalgebruik en door een tekort
aan kennis van allerlei zaken.
„Een democi-atische samenleving
vraagt, medeleven met en medebeïnvloe-
den van de maatschappelijke ontwikkeling.
Wanneer dit gaat ontbreken, wordt het
prachtige beschavingswerk van zestig ja
ren arbeidersbeweging bedreigd" aldus de
stichting.
Op verkenning
Zo is men tenslotte op het idee gekomen
om de beide bestaande scholen op te hef
fen en te beginnen met een nieuwe twee
jarige cui-sus met één lesavond per week.
Als richtlijn voor deze ontwikkelings-cur-
sus zal het boekje „Op verkenning naar
mens en maatschappij" worden gebi-uikt.
Een leei'boekje van E. Wolthuis en S. H.
Woudsma en uitgegeven bij J. B. Wolters
in Groningen, dat allerlei praktische zaken
uit het dagelijkse leven behandelt.
Het gebruik van dit boekje als richtsnoer
voor de cursus zal tamelijk veel van de
cursusleiders eisen. Zij zullen als het wa
re „de les zelf moeten maken". Taalon
derwijs zal gebonden zijn aan maatschap
pijleer, dat als kernvak voor de cui-sus is
gekozen. Bij het behandelen van bijvoor
beeld het onderwerp belastingen zal men
echter deskundigen op dit gebied uitnodi
gen voor het lesgeven.
De nieuwe cursus houdt tevens in. dat men
de schoolse vorm van de arbeidersavond-
scholen en kaderscholen heeft prijs gege
ven. Er zal veel meer worden overgelaten
aan het inzicht van de cursisten.
Gisteravond is het bedrijfsgedeelte van
de boerderij van de heer G. Mur te Mij
drecht tot de grond toe afgebrand. Slechts
de varkens konden uit het brandende ge
bouw worden gered. De brand, die was
ontstaan door hooibroei, werd bestreden
door de brandweren van Mijdrecht en Am-
stelhoek. Dank zij de brandmuur tussen
bedrijf en woning kon de laatste behouden
blijven.
Tussen Nijkerk en Barneveld zijn twee
grote hooibergen en een korenmijt afge
brand. Het blussingswerk werd zeer be
moeilijkt. omdat water slechts te krijgen
was op ruim een kilometer afstand van
de brand. Veertig ton hooi, 12.000 kilo
haver en 600 kilo rogge werden een prooi
van het vuur.
Onder grote belangstelling werd dins
dagmiddag op Westerveld het stoffelijk
overschot van de heer J. J. Thöne, oud
firmant van de firma Guépin en Van der
Vlugt te Haarlem, verast. Behalve de fa
milie waren vele belangstellenden en
vrienden uit bedrijven en instellingen,
waar de overledene een functie had be
kleed, naar Westerveld gekomen. Aanwe
zig waren onder meer dr. J. E. baron de
Vos van Steenwijk, voorzitter van de Hol
landse Maatschappij der Wetenschappen,
mr. J. W. van der Vlugt, oud-firmant van
de bankiersfirma Guépin en Van der Vlugt,
de heer P. A. J. Jas namens de Neder
landse Bank, de heer B. F. Enschedé, de
heer Karei Lotsy en de heer G. G. van
Houten, secretaris van H.F.C.
Nadat de kist was binnengedragen speel
de de organist Piet Halsema: „Een vaste
burcht is onze God," waarna drie spre
kers in de aula het woord voerden. De
zoon en de broer van de overledene, dr.
A. W. Thöne en mr. C. W. Thöne, spraken
enige afscheidswoorden, waarna ds. A. J.
Snaayer naar aanleiding van Mattheus
6 16-18: „En wanneer gij vast, toont geen
droevig gezicht gelijk de geveinsden,"
sprak. Ds. Snaayer zei onder meer, dat
de overledene in zijn leven altijd heel dui
delijk de gebrekkigheid van menselijke
'woorden heeft beseft. De goede en schone
dingen wist hij te genieten en met de ver
keerde dingen rekende hij af. In woord en
daad onderscheidde hij duidelijk wat hei
lig was. „Eén ding was kenmerkend voor
zijn persoonlijkheid," aldus ds. Snaayer,
„Namelijk zijn grote zelfbeheersing, voor
al ook tijdens zijn ziekte, waardoor hij
zich de laatste drie jaren veel heeft moe
ten ontzeggen." De heer Thöne was een
man, die onverbiddelijk neen kon zeggen,
die hoge eisen aan zichzelf stelde en onver
moeibaar was als men een bex-oep op hem
deed. Van de Doopsgezinde gemeente was
hij meer dan veertig jaar lid, regent van
het Wijnbergshofje en bestuurder van de
Ziekenverpleging. Hij heeft de gemeente
steeds trouw gediend en geholpen, waar
hulp nodig was.
Nadat ds. Snaayer het „Onze Vader"
had gebeden daalde de kist onder het spe
len van „Wenn ich einmal soil scheiden"
en „Was mein Gott will gescheh' alle Zeit"
uit J. S. Bach's Mattheus Passion.
De heer Van Hoof, die vorige week door
de Hoensbroekse gemcentei-aad tot wet
houder gekozen was en daarbij met slechts
één stem zijn concurrent de oud-wethou
der Mannens, had verslagen, heeft gister
avond tijdens een spoedeisende raadsver
gadering moeten beleven dat de heer Man
nens toch in zijn plaats tot wethouder werd
benoemd, omdat deze nu die ene stem
meer kreeg. Na de benoeming van de heer
Van Hoof was gebleken dat de verkiezing
niet volgens de bepalingen van de Ge
meentewet was verlopen, zodat een nieu
we verkiezing plaats had in een spoed
eisende vergadering. Een fractiegenoot
van de heer Van Hoof kon zich met dit
verloop niet verenigen en verklaarde bij
de Kroon in bei-oep te zullen gaan. Volgens
hem is het in strijd met de Gemeentewet
een wethouder te kiezen in een spoedeisen
de raadsvergadering. Ook een ander
raadslid twijfelde aan de wettigheid van
de spoedeisende vergadering, aangezien
zij bijeen geroepen was bij ontstentenis
van de burgemeester door een wethouder,
die destijds medebenoemd was door een
„onwettige" wethouder. Toen een raads
lid het woord verlangde om een en ander
te onthullen over de gang van zaken bij
de wethoudersverkiezing, kreeg hij van de
loco-burgemeester geen kans. „Die kwes
tie staat niet op de agenda", zei deze.
Waarop het raadslid verklaarde dan in een
volgende vergadering met de onthullin
gen te zullen komen.
In Maastricht
De fractievoorzitter van de Katholieke
Volkspartij in de Maastrichtse raad. de
heer J. Ensinck. had na de wethouders
verkiezing vorige week verklaard, dat een
deel van zijn fractie gewetensbezwai-en
had om de P.v.d.A. niet te betrekken in de
bestuursverantwoordelijkheid. In de kring
van de K.V.P.-organisatie was tegen dit
standpunt fel stelling genomen. Daarom
heeft de heer Ensinck gisteravond in de
raadsvergadering mededelingen gedaan
over de fractiebesprekingen. Het voorstel
in de K.V.P.-fractie, een P.v.d.A.-kandi
daat te steunen haalde wel niet de regle
mentair vereiste tweederde meerderheid,
maar wel de gewone meerderheid. Deze
meerderheid had gewetensbezwaren om
de P.v.d.A. niet in de bestuui'lijke verant
woordelijkheid te betrekken en achtte zich
niettegenstaande alle verzet uit de
katholieke bevolking gerechtigd het
reglementaire besluit te negeren.
Voorts keerde de heer Ensinck zich on
danks protesten op de publieke tribune
fel tegen de openlijke kritiek in de pers
en in de K.V.P.-organisatie.
De woordvoerder van de P.v.d.A. in de
Maastrichtse raad, dr. J. Tans, spi'ak van
zijn kant met waardering over het zijns
inziens gezond democratisch begrip om de
minderheidsgroep van de P.v.d.A. te blij
ven betrekken in de verantwoordelijkheid
van het college.
Verdronken. De 35-jarige mevi-ouw
R. Talsma te Stiens is in de Dokkumer Ee,
vlak voor haar huis, verdronken. Haar man
was naar een vergadering en mevrouw
Talsma had een vriendin op bezoek gehad,
die zij per boot over de Dokkumer Ee naar
de weg heeft gebracht. Toen de heer
Talsma 's avonds thuis kwam, miste hij
zijn vrouw. Het bleek dat zij bij het terug
varen uit het bootje gevallen moet zijn.
Haar stoffelijk overschot werd uit het
water ongehaaid.
De ervaring met de bestaande vesti-
gingsbesluiten (gebaseerd op de vestigings
wet kleinbedrijf 1937) heeft geleerd, dat de
vestigingseisen met betrekking tot kre
dietwaardigheid en handelskennis nage
noeg voor alle bedi-ijven gelijkluidend
zijn. De staatssecretaris van Economische
Zaken meent dat dit ook het geval zal zijn
bij vele vestigingsbesluiten, die op grond
van de Vestigingswet Bedrijven 1954 zul
len worden vastgesteld. Ook in elk van
deze vestigingsbesluiten afzonderlijk Zou
telkenmale dezelfde omschrijving van de
kredietwaardigheids- en handelskennis
eisen moeten worden herhaald.
Een thans afgekondigd basisbesluit ves
tigingseisen heeft ten doel dit te voorko
men en daarmede de redactie van de
nieuwe vestigingsbesluiten, die op grond
van de Vestigingswet Bedrijven 1954 zul
len worden vastgesteld, te vereenvoudigen.
Aan dit basisbesluit kunnen successievelijk
bijlagen worden toegevoegd, die elk be
trekking hebben op eventueel afwijkende
eisen voor een bepaalde sector van het
bedrijfsleven.
Aan het basisbesluit is i-eeds een bijlage
toegevoegd, waarin eisen van handelsken
nis en van kredietwaardigheid voor klein
handels-, ambachts-, kleine nijverheids-
en dienstenverleningsbedrijven zijn om
schreven. De hierin voorkomende eisen ten
aanzien van de kredietwaardigheid zijn zo
geformuleerd, dat rekening is gehouden
met het uiteenlopende karakter der be
drijven waaroo zii van toepassing zijn.