Rectoraatsoverdracht aan universiteiten en hogescholen „De Tulp" voor uitbreiding van areaal met drie percent Erepromotie jhr, D. C. Roëll Teveel aantrekkelijke werken verblijven in museumdepots 9 Nachtelijke overval op echtpaar in Blerick Gemaskerde mannen drongen slaapkamer binnen Een Nederlands schilderij voor Koningin Elizabeth Nieuwe regeling voor bevordering van militairen Minister Samkalden sprak in nieuw paleis van Justitie te Almelo Vrouw ving dief DINSDAG 16 SEPTE M B E R 19 5 8 Na zijn dankwoord tot de senaat gaf dij. Roëll enige beschouwingen over de ontwik keling der kunstmuseums in de laatste hal ve eeuw, zich daarbij beperkend tot de wij ze van opstelling. Deze was in het begin van onze eeuw nauwelijks een probleem. Bij plaatsgebrek stapelde men de kunst werken op. Nog steeds werkte de traditie na van de vorstelijke kunstkabinetten. Bij na overal waren de museumzalen boven dien nog overdadig versierd met orna menten en opschriften. Wilhelm Bode sloeg nieuwe wegen in. Hij gaf er zich re kenschap van hoe belangrijk het is, dat niet een overladen architectuur de kunst werken hindert. Om de eentonigheid te breken vermengde hij de schilderijen met meubelen uit eenzelfde periode en een zelfde land. Deze gemengde opstelling heeft lange tijd hoogtij gevierd. Zij wordt ook nu nog toegepast, maar is volgens spreker bij schilderijen van bijzondere kwaliteit onnodig en zelfs ongewenst. Kas ten en stoelen houden het bij Rembrandt niet uit. Dr. Roëll acht de gemengde op stelling alleen te verdedigen bij schilde rijen van meer decoratieve aard. Men is thans terecht overgegaan tot. egn ruimere opstelling. Maar spreker ziet liever een goed ingedeelde volle wand dan een pretentieuze lege, waar de schil derijen, zonder onderlinge samenhang, eenzaam zweven. Naar zijn mening moe ten de schilderijen uitkomen tegen niet te lichte wanden. Hij ziet deze het liefst be kleed met een matte, rustige stof. Na pas nu bekend is geworden hebben in de nacht van zaterdag op zondag twee gemaskerde mannen zich via een kelder raam toegang verschaft tot een woning aan de Van Laerstraat in Blerick. Na de zekering te hebben losgedraaid, drongen zij door tot de slaapkamer van het bejaar de echtpaar Schaafsma, en probeerden de hevig geschokte man en vrouw tot afgifte van hun geld te bewegen. Een van de aanvallers sloeg de heer Schaafsma op het hoofd. Daarop vlucht te mevrouw Schaafsma uit bed. maakte een raam los en riep luidkeels om hulp. Hierop namen de overvallers de vlucht. Hoewel onmiddelijk na het bekend worden van de overval de toegangswegen tot Ven- lo werden afgesloten is men er tot heden niet in geslaagd de daders, van wie slechts een vaag signalement bekend is, op te sporen. KONINKLIJKE MILITAIRE KAPEL IN NEDERLAND TERUG De Koninklijke Militaire Kapel en het jachthoornkorps van het Garderegiment Jagers zijn na een twaalfdaagse buiten landse reis in Nederland teruggekeerd. In vier Dakota's kwamen zij maandag op de vliegbasis Ypenburg aan. Onder leiding van majoor-directeur R. van Yperen heb ben zij geconcerteerd te Hamburg tijdens de Nederlandse Week aldaar, te Chichester in Sussex en te Londen, overal met veel I succes. De voorzitter van de vereniging „De Tulp", de heer Chr. Eggink, plaatste maandagmorgen op de algemene vergade ring in het Haarlemse Krelagehuis enkele „losse opmerkingen" zoals hij zijn ope ningswoord noemde. Hij achtte dit. jaar weer bewezen, dat het bloembollenvak maar door één wet wordt geregeerd: die van vraag en aanbod. Hoewel voortdurend blijkt dat de natuur, hier letterlijk be doeld. sterker is dan de leer, tast men toch steeds naar het verleden om normen te vinden. Normen voor alles wat men maar enigszins denkt te kunnen regelen. In al deze normen echter kan men geen basis vinden voor prijsbeleid. De kwekers spraken zich in meerder heid voor verruiming van de teelt uit Voor een vergroting van het. tulpenareaal met drie percent waren 381 leden, 193 stemden voor het behoud van het bestaan de areaal. De diverse standpunten waren al op de afdelingsvergaderingen be sproken. De groep behoudenden was over het algemeen genomen bevreesd, dat de betere rassen niet van de verruiming zou den profiteren, omdat er niet voldoende plantgoed van is. Wel zouden de massa soorten dienen om de uitbreiding van het areaal vol te zetten. De rondvraag is altijd het voornaamste deel van deze vergadering, omdat deze ge legenheid biedt om het bestuursbeleid een bepaalde richting te geven. Ditmaal kreeg het bestuur tot taak om zich intensief be zig te gaan houden met de keuring van bollen voor het „surplus". De Stichting Surplusfonds heeft op het ogenblik een slechte naam bij de kwekers die in Boven- karspel veiler, omdat ze strenge voor waarden voor overneming heeft gesteld. Zo streng, dat volgens de heer Jn. Fit geen bol wordt goedgekeurd. De kwekers stu ren ze dan maar naar de veilingen in Lisse, waar ze wel worden goedgekeurd. Tevens wees de heer Fit er op, dat de Plantenziektenkundige Dienst, in het begin van het exportseizoen zo streng bij de exporteurs heeft gekeurd, dat de export is bemoeilijkt. De voorzitter heeft hierop geantwoord dat dr. Briejer, directeur van de Plantenziektenkundige Dienst inderdaad strenge voorschriften heeft samengesteld. Men zal echter trachten gedaan te krijgen, dat de keuringseisen voor het seizoen aan kwekers en exporteurs bekend zijn. De heer Van Saase sprak zijn bezorgd heid uit over de door de Commissie voor Bijstand van het Produktschap voorge stelde minimumprijzen. De voorzitter wees er op, dat het hier over geruchten gaat. Hij vroeg de leden een systeem te ontwerpen zonder de voortdurend gewraakte gemid delden. Deze werden overigens heftig ver dedigd door de heer Rood uit Boven- karspel. Intussen vernam de vergadering dat de Commissie van Bijstand maandag weer vergadert. Het antwoord van de voorzitter aan de heer Verhaar was tekenend voor de gehele situatie. Het hoofdbestuur van de Konink lijke Algemene Vereniging voor Bloem bollencultuur publiceert verslagen van haar vergaderingen in haar orgaan. De heer Verhaar wees er op, dat deze ver slagen duister zijn. Men spreekt over een voorstel, dat aan het P.V.S. is gedaan en later misschien kan worden gepubliceerd. „Wij willen weten wat er aan de hand is". De voorzitter noemde de formulering een mooie camouflage van de onzekerheid van het hoofdbestuur. PAUL NIVOIX OVERLEDEN De Franse toneelschrijver Paul Nivoix is zondagnacht op 69-jarige leeftijd in Parijs overleden. Nivoix debuteerde in 1923 met „Le masque déchiré". Wageningen De rector-magnificus, professor ir. W. de Jong, heeft het studiejaar 1958-1959 aan de Landbouwhogeschool geopend met een rede. waarin hij onder meer zei, dat de Landbouwhogeschool eigenlijk nog in haar ontwikkelingsperiode verkeert., welke door bijzondere omstandigheden (de economi sche crisis na 1923 en de tweede wereld oorlog) niet steeds bevredigend is verlo pen. De rector waarschuwde tegen de veel al door buitenstaanders nogal eens ge maakte vergissing, alles wat in Wagenin gen wordt, gebouwd en ingericht aan la boratoria te vereenzelvigen met de Land bouwhogeschool, waardoor zelfs in univer sitaire kringen wel eens de mening post vat, dat de Landbouwhogeschool, mate rieel gesproken, een bijzonder bevoorrech te positie inneemt. Prof. De Jong verheugde zich over het feit, dat nihilisme bij de Wageningse stu denten vrijwel geen rol speelt. Maar de le vensstijl van de Nederlandse student wordt nog te zeer beheerst door tradities, die te weinig rekening houden met ener zijds de veranderde maatschappij en an derzijds de veelal andere maatschappelij ke kringen, waaruit de hedendaagse stu dent voorkomt, aldus prof. De Jong. In Bonn is dezer dagen het huwelijk voltrokken tussen prinses Felicitas Caecilie van Pruisen en de heer Dennis von Osten. De prinses is de oudste dochter van Prins Wilhelm van Prui sen, die in de tweede wereldoorlog sneuvelde. Dienstplichtigen en beroepsmilitairen van de landmacht beneden de rang van tweede luitenant zullen binnenkort niet meer op eigen gelegenheid de kennis en vakbekwaamheid behoeven te vergaren, die nodig is om voor bevordering tot een hogere rang in aanmerking te komen. Met ingang van 1 oktober is het bevorderings voorschrift voor de betrokken militairen gewijzigd. Voortaan zal, indien de dienst het noodzakelijk maakt, het rijk zorgen voor de vereiste opleiding en vaktechni sche vorming van de militair die voor een hogere rang in aanmerking komt. Deze opleidingen zullen met een examen wor den afgesloten. De betrokken militairen zullen voortaan volledig in dienstverband worden beoordeeld, waarbij zij in sterk verminderde mate afhankelijk worden van buiten de dienst verworven kennis. De cri teria, die voor de bevordering gelden, zijn de geschiktheid, de plaats op de ranglijst, de ouderdom in rang, de beschikbare plaatsen in de vredessamenstelling van de onderdelen en de plaats op de lijst van voor bevordering in aanmerking komende kandidaten. Bij de beroepsmilitairen gel den de nieuwe voorschriften zowel voor het instructief als voor het administratief, technisch, gespecialiseerd en marechaus see-personeel. In Almelo is het geheel vernieuwde en uitgebreide Paleis van Justitie in gebruik genomen in tegenwoordigheid van de mi nister van Justitie, prof. dr. I. Samkal den. De minister sprak over de plaats, die de onafhankelijke rechtspraak inneemt in het cultuurpatroon van onze samenleving. Deze plaats, zei de minister, wordt niet alleen door de overheid gedragen, maar door alle burgers tezamen. Zij komt tot uiting in de bereidheid om te aanvaarden dat de rechter niet persoonlijk be trokken is bij de rechtsstrijd die hij heeft te beslissen. Dit niet persoonlijk be trokken zijn is de rechtvaardiging van het rechterlijk ambt, aldus de minister, en wie deze rechtvaardiging niet aanvaardt ont kent een wezenlijk element van de onaf hankelijkheid van de rechtspraak. Het is een menselijke zwakheid dat men licht de oorzaak van zijn ongelijk eerder bij de rechter zoekt dan bij het recht of bij zich zelf. Doch telkens als men de praktijk los laat om in het openbaar te zwijgen over zaken die sub judice zijn, loopt men het gevaar dat de indruk ontstaat alsof men de rechter persoonlijk bij de beslissing be trokken acht en alsof men hem tegen over de publieke opinie ter verantwoording zou kunnen roepen. Wie werkelijke onaf hankelijkheid van de rechtspraak verlangt weet, aldus de minister, dat onafhanke lijkheid en plicht tot verantwoording niet samengaan en dat de rechter voor zijn be slissing buiten de rechterlijke macht al leen in zijn geweten verantwoording schul- Gisteren hebben de rectoren van de Ne derlandse universiteiten en hogescholen hun waardigheid aan hun opvolgers over gedragen bij de opening van het studie jaar 1958-1959. Leiden In Leiden werd het rectoraat door prof. dr. S. E. de Jongh overgedragen aan prof. dr. H. J. Lam. In zijn overdrachtsrede vroeg hij zich af of het grotere aantal nieuwe studenten van het afgelopen jaar (846 tegenover 782 in het voorgaande jaar, op een totaal van 4700 studenten (tegen over 4546 voorgaand jaar) het begin is van de voorspelde onheilspellende toeneming van het aantal studenten in de komende decennia. De universiteiten kunnen in hun huidige constellatie een grote toevloed van studenten niet opvangen. Voor de hand ligt de gedachte aan een uitbreiding van het aantal universiteiten, doch prof. De Jongh meende hiertegen te moeten waar schuwen. Hij achtte uitbreiding van de bestaande instellingen doelmatiger. In Leiden moet in vele opzichten nog van noodtoestanden worden gesproken. Voorts vroeg de aftredende rector mag nificus zich af, of de zich wijzigende maat schappelijke, wetenschappelijke en uni versitaire verhoudingen en omstandighe den de huidige promotie-procedure nog wel rechtvaardigen. Vooral in de B-faculteiten wordt tijdens de studie en in de maatschappij in groeps verband gewerkt. Het werk van de enke ling is niet uit het resultaat van de groep als geheel af te zonderen. Dit schept voor deze wetenschappelijke onderzoekers geen gelegenheid hun maatschappelijk werk aan een promotie dienstbaar te maken. Voorts zijn de vormen van publikaties in wetenschappelijke tijdschriften zodanig gewijzigd, dat. een dissertatie daartoe niet meer bruikbaar is zonder volledige her schrijving. Ook dit belemmert, het tot stand komen van promoties. Prof. De Jongh vroeg zich af of het niet gewenst is dat iemand, wiens werk herhaaldelijk in goed bekend staande wetenschappelijke tijd schriften is gepubliceerd, dit. werk ter be oordeling aan zijn faculteit mag voorleg gen voor het verkrijgen van de doctorsti tel. Het imperatief verbinden van ernstige financiële lasten aan een prestatie, die of ficieel als bekroning en afsluiting van de studie wordt aangemoedigd, past volgens prof. De Jongh niet in onze democratische maatschappij. Tenslotte sprak prof. De Jongh over de bestuursvorm van de universiteit. Hij vroeg zich af of de huidige vorm daarvan (ministerie-curatorium-senaat) als ge zagsverhouding in trappen) nog wel past in een tijd, waarin de universiteit een mil joenenbedrijf geworden is. Van de hoogleraren mag niet nog meer tijd voor bestuursarbeid gevraagd worden zonder het gevaar te lopen dat het pro fessoraat nog meer van zijn attractie ver liest dan, thans helaas al het geval is. Men mag het directe bestuur in de tegen woordige tijd ook niel meer in handen leg gen van een curatorium, dat bestaat uit hoogstaande lieden, die ongesalarieerd uit liefde voor wetenschap en universiteit naajft. omvangrijke dagtaken elders nog tijd geven aan de universiteit. Amsterdam „Het uitblijven van geldelijke steun van het rijk aan de gemeente Amsterdam ten behoeve van haar universiteit heeft in kringen van deze instelling ernstige ver ontrusting en ontevredenheid gewekt. Dit zei de rector-magnificus van de Amster damse universiteit, prof. dr. M. W. Woer deman, in zijn overzicht van de lotgeval len der hoofdstedelijke universiteit. Prof. Woerdeman zei te hopen dat de acties tegen het besluit van de gemeente raad om het Wilhelminagasthuis tot aca demisch ziekenhuis in te richten, niet tot vertraging zullen leiden. Hij deelde mede, dat een studiecentrum voor administra tieve automatisering in het leven is ge roepen, dat zich ten doel stelt, kennis om trent automatisering van administratieve arbeid te vergaren en te verbreiden. Over de levenswijze van sommige werk studenten toonde de rector zich niet erg enthousiast. Hij was van mening dat velen van hen niet behoefden te werken als zij zich de luxe van het. bezitten van brom fietsen. scooters en auto's zouden ontzeg gen. „Het is verontrustend dat een groep Met wonderlijk dooreengemengde gevoelens heeft de Zweedse zeeman Aalce Viking uit Gotheburg eens, in 1.955, een fles met een briefje nagekeken, die hij in de Middellandse Zee aan de golven had toevertrouwd. Toen hij allang weer ergens anders op de wereld zat heerste er opschudding in de familie Puzzi op Sicilië, waarvan de vader de fles gevonden had en de inhoud aan een hele rits dochters voorhield.. Hij zamelde foto's in en verzond deze alle in een harte lijke brief naar de Zweed. Die koos een van de dochters uit en gaat dezer dagen met haar trouwen. In zijn vrije hand heft hij de fles, de „flacon d'amour", die destijds met onbekende bestemming in zee dobberde, maar door listig samenspel van stroom, wind en golven pa Puzzi voor de voeten werd geworpen. Een schilderij van J. C. A. Goedhart uit Rijswijk zal door de Nederlandse Vereni ging van Zeeschilders aan Koningin Eliza beth worden aangeboden. Het is door een jury uitgekozen uit een vijftal werken, die in maart bij de aankomst van de Brit se vorstin zijn gemaakt. Men ziet er het jacht „Britannia" met een aantal oorlogs bodems, zoals het bij IJmuiden arriveer de. Deze schilderijen worden thans samen met zestig andere werken door leden van de Nederlandse Vereniging van Zeeschil ders tentoongesteld in het gebouw Mak van Waay te Amsterdam. De eerste daad van de academische se naat der Gemeente-Universiteit van Am sterdam na de officiële ojpening van het 327ste cursusjaar door de rector-magnifi cus prof. dr. W. M. Woerdeman was de plechtige erepromotie tot doctor in de let teren en wijsbegeerte van jhr. D. C. Roëll, hoofddirecteur van het thans anderhalve eeuw bestaande Rijksmuseum in de hoofd stad. Prof. Woerdeman zei maandagmid dag tot de talrijke aanwezigen, onder wie de Commissaris van de Koningin in de pro vincie Noordholland, dr. M. J. Prinsen, de burgemeester en het bestuur der univer siteit, dat de senaat dit eredoctoraat ver leende wegens „de grote verdiensten van jhr. Roëll op het gebied der kunstgeschie denis". Nadat de eredoctor de roodzijden cappa om de schouders had gekregen en hem de bul was uitgereikt, sprak de promotor, prof. dr. J. Q. van Regteren Altena, bui tengewoon hoogleraar in de kunstgeschie denis van de middeleeuwen en van de nieuwere tijd: „Men kent u als degene, die het Rijksmuseum na de oorlog grotere be tekenis heeft gegeven, hier en in het bui tenland, dan ooit in de jaren daarvoor. U hebt de wetenschap, die heden ten dage onmisbaar is geworden, daar waar kunst schatten beheerd worden, in ruime mate aangetrokken, aldus van het Rijksmuseum een centrum van wetenschapsbeoefening makend". De promotor roemde ook het werk van jhr. Roëll bij het organiseren van talrijke beroemdgeworden exposities: „Zelden zal een Amsterdamse pi-omotie op zoveel (tentoon)stellingen zijn geschied, als deze!" Een van de belangrijkste problemen bij het inrichten van een museum vindt dr. Roëll, dat van de selectie. Plaatsgebrek speelt helaas maar al te vaak een grote rol. Er zijn in de depots van de meeste mu seums veel aantrekkelijke werken van de tweede en zelfs van de derde rang, die de kenner en de verzamelaar, maar ook het grote publiek nog weten te boeien. Men geve, aldus spreker, aan déze de voorkeur boven vervelende of minder gelukki ge werken van kunstenaars, die men ter- wille van de grote naam handhaaft. Dr. Roëll geeft er de voorkeur aan de verza melingen in drieën te splitsen: een om vangrijke keurcollectie, daarnaast een kunsthistorische studieverzameling en tenslotte het depot met de kopieën en re plieken. Dr. Roëll zette vervolgens uiteen hoe hij zich de opstelling van deze verzamelingen denkt, waarbij het voornaamste doel moet zijn de bezoeker verveling en vooral ver moeidheid te besparen. Hij wees op vol doende gelegenheid tot uitrusten en een perfect systeem van verwarming en ver lichting: „Niets is zo teleurstellend en ver moeiend als een museum bij donker weer en onvoldoende kunstverlichting". Amsterdamse burgemeester, mr. G. van Hall, wenst jhr. dr. D. C Roëll geluk. Men ziet op de foto de zojuist gepromoveerde tussen prof. dr. M. W. Woerdeman en prof. dr. J. Q. van Regteren Altena. Een kordate huisvrouw, mevrouw Jon ker uit de Albert Cuyplaan te Apeldoorn, is erin geslaagd een dief in handen van de politie te spelen, naar wie al enige tijd werd gezocht. De man, de 23-jarige kelner A. E. P., werd door de politie gezocht we gens diefstal van de bromfiets van een me de-kostganger en van een fototoestel, dat in een van de kamers stond van het hotel in Beekbergen, waar hij werkzaam was. De kelner was al enige tijd ondergedoken, maar werd plotseling door iemand in de Eendrachtstraat te Apeldoorn gesigna leerd. De politie, die direct werd gewaar schuwd was snel ter plaatse, maar de man nam bij het naderen van de politie auto de benen en vluchtte dwars door de tuinen in de buurt voor de hem achter volgende agenten. Toen hij al te zeer in het nauw werd gedreven drong hij de keuken van mevrouw Jonker binnen en vroeg haar, hem te verbergen. De vrouw gaf de man een sigaret en vertelde hem, dat hij zich maar in de kelder moest ver bergen. Toen P. de kelder binnenstapte draaide mevrouw J. snel de deur op slot en alarmeerde vervolgens de politie, die de vluchteling inrekende. Visser verdronken. De 22-jarige A. van der Hoek uit Dordrecht is, terwijl hij aan de zeehaven zat te vissen, onwel ge worden en in het water gevallen. Men w;st hem vrij spoedig op het droge te brengen, maar hij bleek reeds te zijn verdronken Het slachtoffer was ongehuwd. studenten na Pasen geen colleges meer bezoekt om een tijdelijke werkkring te aanvaarden voor deze doeleinden", aldus besloot prof. Woerdeman zijn rede. Utrecht In Utrecht droeg prof. dr. L. Seekles het rectoraat, over aan prof. dr. J. Jongbloed. In zijn overdrachtsrede zei prof. Seekles onder meer, dat het verschijnsel, dat fundamenteel wetenschappelijk onderzoek wordt verricht buiten de universiteit in industriële laboratoria en instituten, die door de overheid worden onderhouden of gesubsidieerd, vele leden van de senaat met zorg vervult. Het bestaan van buiten universitair onderzoek geeft echter dik wijls aanleiding tot vruchtbare gedach- tenwisseling tussen de onderzoekers uit beide sferen, die de wetenschap als ge heel ten goede komt. Prof. Seekles vrees de het buitenuniversitair fundamenteel on derzoek niet, maar aanvaardde het als een noodzakelijk uitvloeisel van de ontwikke lingsgang der moderne maatschappij. Wel erkende hij, dat hier een probleem ligt. Hij vroeg zich af, of wel de juiste weg wordt gevolgd, wanneer overheidsgelden, die aan instellingen als Z.W.O. en T.N.O. ter beschikking worden gesteld, langs een omweg en onder voogdij van deze instel lingen voor een kleiner of groter gedeelte naar de universiteit vloeien. De directe weg zou naar zijn mening verkieslijker zijn. Groningen In Groningen heeft de pro-rector, prof. dr. W. J. W. Koster namens de rector- magnificus, prof. dr. F. H. L. van Os, die nog steeds in het ziekenhuis ligt na een hem overkomen ongeluk, het rectoraat overgedragen aan prof. mr. H. J. Schel- tema. Prof. Koster zei onder meer, dat men aan de Groningse universiteit prijs stelt op geregelde voeling met de kringen van het V.H.M.O. Men is bereid de eisen en belangen van de middelbare school en de belangen der onderwijzers in acht te ne men. Men ziet echter met zorg de neiging veld winnen tot verlaging van de eisen voor het eindexamen, omdat daarmee aan de universiteit een taak tot. aanvulling van de tekorten wordt toebedacht, die men haar bij de bestaande behoeften aan ver korting van de studieduur niet naar beho ren kan laten vervullen. Er is grond voor de verwachting dat tegen 1970 het aantal studenten in Nederland verdubbeld zal zijn. De bekorting van studieduur is een maatschappelijke eis in het belang van de jonge mensen zelf en van de samenleving. Maar noodzakelijk is dan dat de studen ten hard werken en dat vergt weer meer hulp van begeleidende aard. Er moet ook worden gezorgd dat het voor de begaafden aantrekkelijk is na de examenstudie een verdere wetenschappelijke vorming te on dergaan, opdat voldoende wetenschappelij ke krachten voor de leidende functies en voor het hogere onderzoek beschikbaar komen. Nijmegen Aan de r.k. universiteit te Nijmegen heeft prof. dr. W. K. Grossouw het recto raat overgedragen aan prof. dr. G. W. Groeneveld. Prof. Grossouw onderschreef de opvat ting die wijlen mgr. dr. J. Schrijnen, de eerste rector magnificus, heeft geuit. „Wij vormen hier geen katholiek ghetto, en willen geen kastegeest, geen separatisme kweken. Onze universiteit is vredewerk en wil verenigen. De universele geestesvor- ming, door onderricht en onderzoek, door dienst der waarheid, gedragen door een wereldbeschouwing en een levensgevoel, waarvoor godgeleerdheid en wijsbegeerte bezielde klaarheid leveren, zich voltrek kend in een bloeiend, niet-verzuild katho liek midden. Dat is ons ideaal." Prof. Grossouw releveerde de sterke vooruitgang van de universiteit, vooral van de medische faculteit en van die van de wis- en natuurkunde. Het aantal studenten bedroeg aan het einde van dit academi sche jaar 2193, die volledig ingeschreven stonden. Delft De rector-magnificus der Technische Hogeschool te Delft. prof. dr. O. Bottema, heeft zich in zijn jaarrede niet optimis tisch uitgelaten over de Delftse studiere sultaten in het algemeen. Hij zei, dat het aantal ingenieursdiploma's, dat kan wor den uitgereikt, dalende is en dat niet veel meer dan de helft van wie komen na vol tooide studie gaat. Van de generatie 1950, groot 870 ingeschrevenen, heeft na acht jaren 39 pet. het ingenieursdiploma be haald; 27 pet. vertrok zonder enig vol doend examen. Het feit, dat na het overlijden van prof. Josephus Jitta door zijn vrienden een ge schilderd portret van hem aan de senaat werd aangeboden, deed prof. Bottema eni ge opmerkingen maken over de onvolle digheid van de portrettengalerij der ho geschool. Maatschappelijke verschuivingen en wijziging in de levensstijl hebben een baisse doen ontstaan in het geschilderde portret. Het streven is niet tot de icono grafie in engere zin beperkt: de foto- en filmdocumentatie zal zich uitstrekken tot groepen, tot gebouw en apparaat. „Het hoofdgebouw bezit de rectors sinds 1905 compleet", aldus prof. Bottema. „Sommi ge afdelingen hebben volledige verzame lingen van de portretten der leden. De studenten geven geen zorgen. Sinds 1928 be waren wij de foto van de eerste inschrij ving. Dat deze soms bij vertrek van de hogeschool onherkenbaar blijkt zal onder meer met het systeem der studievrijheid samenhangen". Rotterdam Aan de Nederlandsche Economische Ho geschool te Rotterdam heeft de rector- magnificus, prof. Ch. Glasz, het rectoraat overgedragen aan prof. H. W. Lambers. Prof. Glasz had de indruk dat de groei van het aantal studenten in de economi sche wetenschappen tot ongeveer 6000 over ongeveer tien jaar door de bestaan de vijf faculteiten en hogescholen zonder te grote bezwaren kan worden opgevan gen, indien de nodige voorzieningen tijdig worden getroffen. De stichting van nieu we economische faculteiten en hogescho len kan bezwaarlijk als een urgente aan gelegenheid worden gezien. Over het pro bleem van het werkstudentschap zei prof. Glasz dat hun aantal wellicht ruim een derde van het totale aantal studenten be draagt. Helaas wordt de beslissing om de ze weg te gaan in vele gevallen te vlot ge troffen, meende de rector. Te snel wordt uit het voorbeeld van de goede en succes volle werkstudent van de oude stempel en deze.zijn er gelukkig nog steeds de conclusie getrokken, dat men het ook wel kan. De hogeschool overweegt die werk studenten. van wie het aannemelijk is, dat zij ernst met. hun academische studie wil len maken, de gelegenheid te bieden om op voor hun omstandigheden geschikte wij ze in werkelijk contact met de hogeschool te staan. Een zekere selectie van de werk studenten zal hiertoe niet zijn te ontgaan. Tilburg In Tilburg gewaagde de aftredende rec tor-magnificus aan de Katholieke Econo mische Hogeschool, prof. dr. P. P. van Berkum, van een regelmatig voortschrij dende aanpassing van het studieprogram ma der economische en sociale weten schappen aan de snel vooruitgaande eisen van wetenschap en praktijk. Teleurstellend noemde hij de belang stelling van de studenten voor de meeste gastcolleges en taalcursussen door buiten landse docenten. Prof. Van Berkum toon de zich eveneens teleurgesteld over de be langstelling van het katholieke volksdeel, vooral buiten de zuidelijke provincies, voor de studiemogelijkheden, aan de Katholieke Economische Hogeschool. Dit verwonderde hem des te meer omdat juist van deze bevolkingsgroep regelmatig zwa re financiële offers worden gevraagd om de eigen hogeschool in stand te houden en uit te bouwen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1958 | | pagina 9