KLAPROZEN
DE KETTINGHOND
Hof kok klapt uit de school
MEESTERWERKJES VAN
ZWITSERSE BRODERIE
Alarmsysteem
Kinderwagens
„Pygmalion"
in praktijk
ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1958
Erbij
Kaviaar met wodka
Prachtig uitzicht
Voor figuurzagers
PAGINA VIER
Als Charles Meilis, de man die twaalf
jaar lang voor de tegenwoordige koningin
Elizabeth van Engeland op haar reizen
kookte, en die nu een eigen restaurant in
Londen heeft, hoort dat een koning een
speciaal dieet houdt om te vermageren,
glimlacht hij. In al die twaalf jaar heeft
hij nooit meegemaakt dat zijn koningin
iets niet at omdat zij bang was dik te
worden. „Natuurlijk heeft zij haar ideeën
over eten", zegt hij. „Ze houdt niet van
meloen en maar matig van vis. Grapefruit
zegt haar niets, wel is koningin Elizabeth
dol op vers sinaasappelsap".
Wist u, dat gebakken aardappelen een
speciaal zwak van Engelands vorstin zijn?
Ze neemt er altijd minstens twee keer van.
Meilis snijdt er kleine knikkers van, die hij
goudbruin bakt. Daarbij houdt hij heel wat
aardappel over, maar ook daar weet hij
raad op. Hij vulde de gaten met parme-
saanse kaas en bakte de gevulde aardap
pels, die hij serveerde met peterselie als
„Pommes royales", een lievelingsschotel
van de koningin.
Charles Meilis werd op 12-jarige leeftijd
slagersleerling. Als 15-jarige trad hij als
kok in dienst bij een Londense mode
dokter, die zo ingenomen met hem was, dat
hij Meilis drie jaar naar Parijs stuurde om
de Franse keuken te leren kennen. Daarna
werd hij kok in het Savoyhotel.
„De koningin zegt, dat ze voor goed eten
op reis moet gaan met Charlie Meilis", ver
telt secretaris sir Michael Adeane. Meilis
werd uitgenodigd om kok te worden in
Buckingham Palace, maar hij weigerde en
zei, dat Ronald Aubrey het werk best
afkon.
Meilis weet maar al te goed met welke
moeilijkheden zijn collega Aubrey te kam
pen heeft. In een grote paleiskeuken,
meestal ver van de eetzalen, koelt het eten
veel te snel af of kookt door onder metalen
deksels, wat de smaak bederft. In het
paleis heeft de koningin metalen schotel-
verhitters op tafel, waar het eten wordt
„opgewai-md" na de lange wandeling door
de gangen. Meilis geeft de voorkeur aan
zijn kleine keuken in het koninklijk rijtuig,
waar hij zijn spijzen onmiddellijk op laat
dienen. Zo heeft hij alle eer van zijn werk.
„Ik kan u nog een „geheim" vertellen",
zegt hij. „De koningin houdt ervan als haar
eten leuk wordt opgemaakt. Dat geeft haar
eetlust. Een beetje peterselie of tomaat
doet wonderen."
Koningin Elizabeth mag zo haar speciale
verlangens hebben, haar man eet alles wat
men hem voorzet. Hij eet niet veel, maar
lust alles. Zijn lievelingsgerechten zijn
kreeft, garnalen en spinazie. Prins Philip
houdt ook van kaviaar en drinkt er wodka
bij. Meestal gebruikt hij sherry bij het
eten, iets wat de koningin zelden doet. Zij
drinkt het liefst sinaasappelsap bij haar
maaltijden.
Voor haar ontbijt neemt koningin Eliza
beth een kop thee met melk en suiker,
gebakken bacon, paddestoelen, niertjes,
gebakken eieren en gebakken aardap
peltjes.
Noch de koningin, noch haar man houden
van dessert. Ze eten vooraf paddestoelen
op toast of sardines. De koningin houdt
voorts van hors d'oeuvres, rood vlees en
fruitsla. Ze heeft een hekel aan roomijs en
de kinderen krijgen het ook niet. Prins
Charles, rustig en beheerst, eet goed, maar
snoept nooit. Zijn zusje Anne, luidruchtig
en baldadig, glipt vaak naar de keuken om
een extra hapje te halen. Beide kinderen
kwamen Meilis na een reis altijd bedanken
voor zijn maaltijden. Tijdens de reis toonde
Charles vooral interesse voor de technische
kant van de miniatuur-keuken. Anne vroeg
b.v.: „Laat u wel eens een ei vallen?"
Het werk in de koninklijke trein doet
de koninklijke kok bij een snelheid van
90 kilometer per uur in een miniatuur
keuken. Als de koningin eet vermindert
Klaprozen zijn algemeen bekende snij
bloemen, mooie tuinplanten waarvan
vooral de Oosterse papaver of Papaver
orientalis genoemd moet worden. Aan
vankelijk kwamen hier alleen de donker
rode kleuren in voor, maar nu zijn er ook
rose. Vooral de mooie zalmtinten kunnen
aanbevolen worden; het oranje-rood is ook
erg opvallend. U kunt klaprozen nu in de
tuin poten. Het is goed hen zo spoedig mo
gelijk te bestellen. Ze houden wel van een
voedzame grondsoort en verlangen een
zonnige standplaats. Als borderplanten
voldoen ze uitstekend. Ze kunnen zo onge
veer in het midden van een grote border
gepoot worden; in de kleinere border vol
doen ze beter op de achtergrond. Ze zijn
volkomen winterhard en behoeven dus te
gen het invallen van de winter niet afge
dekt te worden. Men klaagt wel eens over
de houdbaarheid van de klaprozen op wa
ter, maar dat is te verhelpen. Afgesne
den bloemen moeten van onderen even
dicht gebrand worden; houdt de onder
einden van de stengels dus even in een
vlammetje. Wanneer de bloemknoppen
bovendien gesneden worden als ze de
kleur doorlaten en ze niet zonder meer op
men de vaart tot 60 kilometer. Het kleine
keukentje is voortreffelijk ingericht, maar
dat maakte het kokkerellen bepaald niet
tot een gemakkelijke bezigheid.
In de beperkte ruimte moest Meilis alles
doen: aardappels schillen, erwten doppen,
gecompliceerde sausen maken. Alle ingre
diënten kocht hij zelf en maakte ze per
soonlijk schoon. Ieder gerecht ging recht
streeks naar de blauw en gouden schotels
van de koninklijke tafel. Voor het perso
neel was er een andere keuken met een
andere kok. Aan de koninklijke tafel is
plaats voor acht personen, maar door een
schot weg te nemen, kunnen nog zes
gasten aanzitten.
„De koningin kan rustig eten wat zij
toil en zoveel zij belieft", zo vertelt Meilis.
„Ze heeft het altijd zo druk en wordt zo
opgejaagd, dat ze wel mager moet blijven,
al at ze nog veel meer".
Meilis hield niet van bezoek in zijn
keuken, maar iedereen kwam altijd kijken.
Dat was al zo in de tijd van koning George
VI, die alle maaltijden precies op de minuut
voor zich wilde zien. Dat was ook in de
tijd, dal prinses Margaret nog een heel
jong meisje was, dat de kok ieder uur van
de dag om iets eetbaars kwam vragen,
alsof zij chronisch honger leed.
Meilis kreeg de schrik van zijn leven,
toen tijdens een reis naar Schotland zijn
assistent bij het opdienen van het voorge
recht vertelde, dat hij vergeten had aard
appelen te schillen. Meilis nam een hand
vol aardappelen, sneed ze in dobbelstenen,
bakte ze in vet en liet ze met wat peter
selie serveren, nog net op tijd
De laatste maaltijd voor zijn vorstin be
reidde hij enkele maanden geleden op een
reis naar Schotland. Hij had er extra zijn
best op gedaan en de filet de boeuf zag er
keurig uit. Na het diner schrok hij, want
koningin Elizabeth en haar man kwamen
zelf naar de keuken om hem te bedanken.
Haastig veegde Meilis zijn handen af aan
zijn voorschoot om de hem toegestoken
handen te drukken. De koningin gaf hem
een enveloppe met een foto, waarop zij,
haar man en de kinderen hun namen had
den geschreven. De hertog van Edinburgh
verraste Meilis met een paar gouden
manchetknopen.
„Dank u, majesteit", zei Mellis. „De
dank is aan ons", antwoordde de ko
ningin. „Ik hoop dat we altijd zo goed
zullen eten!"
Twaalf jaar lang wus Charles Mellis kok
van de trein van de koninklijke Engelse
familie. Nu heeft hij een eigen restaurant
in Londen met minder aanzienlijke gasten,
maar met een grotere keuken dan in zijn
gloriejaren. Zijn vakbekwaamheid is on
veranderd gebleven, net als de vreugde,
die hij in zijn werk heeft.
ZWITSERLAND is bekend om zijn
mooie broderie, een bewerking die, wel
ke nieuwe mode-lijnen er ook door Parijs
gedecreteerd worden, nooit uit de mode
gaat. De beste representatie van deze bro
derie-industrie geeft wel de fabriek van
Jacob Rohner, de grootste industrie op dit
gebied, die in de loop dep laatste .jaren een
wereldberoemde naam heeft verworven.
Het was daarom eén evenement een de
zer dagen op een internationale persshow
te Amsterdam de nieuwste broderie-stof
fen met een minicare finish te bezichti
gen.
Deze finish iets nieuws van de laatste
jaren geeft aan deze veredelde stoffen
een vervolmaking, waardoor ze kreukher-
Kinderjurkje dat op 't lijfje en onder aan
de mouw van mooie broderie is
voorzien.
stellend en na het wassen sneller gedroogd
zijn. Prachtige stoffen waren door ver
schillende Nederlandse confectionnairs en
door het Italiaanse Haute Couture huis Fa-
vro uit Turijn tot blouses, japonnen en
rokken verwerkt. Vanzelfsprekend gaat de
grootste voorkeur uit naar broderie blou-
sg5,..die in.modipuze ontwerpen en prach
tige materialen een geheel eigen stijl ver
tegenwoordigen. Naast de reeds bekende
broderie batist in minicare, zagen we nu
ook wafelpiqué, natté, crêpe, linnen en
structuurweefsels met de mooist denkba
re motieven gebrodeerd. In de nieuwe
tinten lindegroen, ice-blue, zalmrood en
natuurlijk ecru en wit en in ontwerpen vol
gens de laatste mode-lijnen, ware ze in rij
ke variatie uitgevoerd.
DE LIGNE BLOUSON met een ingerim-
pelde taille, een ruime rug en een kort
strak schootje; de moderne grote even af
staande of platliggende kraag, een garne
ring van strikjes aan kraag, onder aan de
rug of van voren als sluiting van de taille
band, en de kleine zijsplitjes waren wel de
meest in het oog springende nouveauté's.
De meeste blouses zijn kort en worden
strak over de rok, liefst een kokermo
del, gedragen waardoor de verfijnde
motieven en de mooie kwaliteit van de
blouse nog beter tot haar recht komt.
Voor de rokken en japonnen had men het
vaak in witte bloemmotieven gezocht, die
op een zacht getinte ondergrond mooi naar
voren sprongen.
De Italiaanse collectie, die joyeuzer en
gewaagder was, toonde meesterwerkjes
van broderie. Witte piqué applicaties,
die met gouddraad waren afgestikt, of pi
qué medaillons met zilverdraad omrand,
cordon- en reliëfstiksels en applicaties van
fluweel en satijn, gaven prachtresultaten
op de mooie materialen, die door hun rijke
verwerking een waardevolle categorie
toevoegen aan de cocktailkleding.
Katy
van Nederlandse origine
Het is geen wonder, dat in een land als
Nederland met zijn hoge geboortecijfer
een bloeiende kinderwagenindustrie kon
ontstaan. Iedere 2 a 2V2 minuut komt er
een nieuwe Nederlander bij, die van tijd
tot tijd naar buiten moet om op te groeien
tot een gezonde staatsburger. Bij dat naar-
buiten-gaan is de kinderwagen onontbeer
lijk.
In het begin van deze eeuw kon men al
van een kinderwagenindustrie spreken, al
verschilden de produkten zonder rubber
banden, met zogenaamde rijtuigvering en
vaste, stevige kappen nog veel van de
tegenwoordige modellen. De vormgeving
dateert van de laatste dertig jaar.
Het doet misschien vreemd aan, maar
het is alleszins verklaarbaar: de modellen
van de kinderwagens passen zich aan bij
de modellen van de auto's, de modellen
van de poppewagens bij die van de kin
derwagens en zo kunnen de auto van va
der, de kinderwagen van moeder en de
poppewagen van de jongste, hetzelfde mo
del carrosserie hebben in dezelfde tinten
geschilderd. Met dit verschil echter dat
de eigenlijke kinderwagen in Nederland
altijd van triplex is gemaakt, dat men el
ke gewenste vorm kan geven en dat 's zo
mers koeler en 's winters warmer is dan
staal. Het is dus niet vreemd dat de En
gelse kinderwagen steeds dezelfde vorm
blijft behouden: hiervoor is staal ge
bruikt en het veranderen van model brengt
dure gereedschapskosten met zich mee.
Momenteel is het hoge model favoriet,
dat ook voor de jonge moeder vele voor
delen biedt.. Zij kan de baby immers veel
gemakkelijker bereiken. De wielen'staan
zo kort mogelijk bij elkaar opdat "zonder
moeite door een deur kan worden binnen
gereden. De vering is geheel uitgebalan
ceerd. De eigenlijke wagen kan van het
frame worden afgenomen en dan desge
wenst als reiswieg worden gebruikt. Er
zijn modellen met een opvouwbare
standaard, die dus als wieg kunnen dienst
doen. Elke wagen kan in ruststand op een
rem worden gezet. Voor de wat klein-be-
huisden is er het opvouwbare type, een
comfortabele en gemakkelijk hanteerba
re wagen, die in de lengte kan worden op
gevouwen.
Er is export naar België en Duitsland,
maar ook naar de Verenigde Staten en
Mexico, naar Z.-Afrika en Canada en
eigenlijk naar alle delen van de wereld,
waar Nederlandse emigranten zitten. Wan
neer men ziet welke zorg er door de Ne
derlandse fabrikanten wordt besteed aan
de kwaliteit van de kinderwagens en met
hoeveel vakmanschap veelal in samen
werking met het Instituut voor Industriële
Vormgeving aandacht aan de vorm
wordt besteed, dan is die vraag van ver
over onze grenzen volkomen begrijpelijk
Blouse met modieuze hals verwerking, die
achter in een laag dédossé eindigt.
kaal water worden gezet, doch er chrysal
in wordt opgelost, zal men er zeker drie
dagen langer plezier van hebben.
G. Kromdijk
Voor meisjes, die „dame" willen wor
den is in Londen, in het hart van een van
de deftigste wijken, een school opgericht
door de Canadese miljonair Sidney Le-
vene. Geïnspireerd door de Amerikaanse
musical „My fair Lady", een vrije muzi
kale bewerking van Shaws beroemde to
neelstuk „Pygmalion" dat op zijn beurt
geïnspireerd is op een verhaal uit de
Griekse mythologie investeerde de Ca
nadese miljonair 280.000 gulden in de
„John Douglas school" waar elk meisje
dat er zin in heeft, zich voor elf gulden
per week kan laten vormen tot een echte
dame. Ze kan er haar plat accent kwijt
raken, klassieke muziek leren waarderen
en nog van alles meer, van persoonlijke
hygiëne tot het schoonmaken en bereiden
van vis voor een deftig diner toe.
De school belooft meisjes haar dromen
en wensen waar te maken: betere baan
tjes, een succesvolle carrière, een geluk
kig huwelijk, geluk, zelfvertrouwen en
maatschappelijk succes. Daarvoor ge
schikte meisjes kunnen geïntroduceerd
worden bij film- en t.v.-producenten. Aan
het einde van de cursus geeft het „John
Douglas diploma" toegang tot de poort
van het succes.. De man, die dat alle
maal organiseert schijnt het voorbeeld
van professor Higgins uit Shaws „Pygma
lion" te willen volgen. Op de vraag waar
om hij dat allemaal deed, antwoordde hij:
„Ik zoek een vrouw".
ROME (UPI) Twee Italiaanse auto
monteurs, Albore Gramellini en Vito Pic-
cini, hebben een uitvinding laten paten
teren, die volgens hen een doeltreffend
strijdmiddel is tegen het vaak noodlot
tige gevolgen hebbende in slaap sukke
len van automobilisten. Het tweetal heeft
een alarmsysteem ontworpen, bestaande
uit een metalen ring, die op de stuurkolom
wordt gemonteerd. Wanneer deze ring in
geschakeld is, moet de hand van de auto
mobilist steeds op het stuurwiel blijven
rusten (zoiets als de „dodemanskruk" bij
spoortreinen) om de lichte druk te ver
schaffen, die de ring op gelijke hoogte
houdt met de onderkant van het stuurwiel
Als die druk wegvalt, begint een claxon
te werken en wordt door middel van eer,
elektrische impuls een handrem inge
schakeld.
Het is een bekend verschijnsel, dat
lange gemakkelijke trajecten en het voort
durend zoemen van de motor zelfs de beste
automobilisten in een slaperige toestand
kunnen brengen. De nieuwe uitvinding
doet de automobilist uit zijn verdoving
ontwaken. Bij proeven was de twee uit
vinders gebleken, dat de toestand van doe
zeligheid op lange ritten zich het eerst
aankondigt in de spieren van de handen,
nog voor de oogleden zich sluiten of een
hoofd wegzakt boven het stuurwel. Zij be
sloten toen die ontspanning van de hand
spieren te gebruiken om een alarminstal
latie in werking te stellen.
De uitvinding kan op elk type wagen
worden toegepast en de apparatuur werkt
op de eigen accu van de wagen. Het enige
nadeel van het apparaat is, dat het hinder
lijk kan zijn voor die automobilisten, d'c
zelfs als zij klaar wakker zijn de spieren
van hun hand plegen te ontspannen.
LONDEN, (UPI) Mag men de
„Daily Mirror'' geloven, dan hebben de
Russen belangstelling voor het eilandje
Stroma, dat voor de Schotse baai Scapa
Flow ligt en bij mooi weer een prachtig
uitzicht geeft op deze voorname Engelse
vlootbasis.
De Russische ambassadeur zou de ma
kelaar, die Stroma te koop heeft aan
geboden, hebben opgebeld. „Ik heb geen
contact meer met ze opgenomen. Maar
als ze een goed bod doen mogen ze het
wat m.ij betreft, heus hebben", zei de
man volgens de „Daily Mirror".
Als dit verhaal waar is zal er waar
schijnlijk evenveel verzet tegen komen
als indertijd toen de Amerikaanse tv
Stroma wilde kopen
Beste meisjes en jongens, hier hen ik clan weer. Ilebben jullie al een paar
goudhamsters? De mijne bezorgen mij nog veel plezier. Ik laat er jullie nog
wel eens wat meer van horen, als jullie dat leuk vinden. Nu wil ik jullie
een ware geschiedenis vertellen over:
OP EEN ERF van een boerderij lag
een grote zwarte hond aan een ketting.
Het dier lag daar dag-in dag-uit, maand-
in maand-uit, al wel tien jaar lang aan
die nare ketting. Die ketting was zo kort,
dat de hond niet, meer dan tien passen
heen en tien passen terug kon lopen.
Hij had een akelig, van wat oude plan
ken in elkaar gezet hok. Als het regende
kwam het water door de kieren naar
binnen. De opening, waardoor hij in en
uit moest gaan, was zo klein, dat het
arme dier zich steeds aan de randen
bezeerde. Bij storm gierde de wind door
de reten en door al die jaren van zijn
verblijf in tocht, en vocht waren zijn
stramme benen krom gaan staan van de
reumatiek.
Toch deed hij wat van hem verlangd
werd, namelijk ongewenste gasten van
het erf weghouden, al was zijn geblaf
door de narigheid wel wat schor ge
worden. Zijn trouw werd echter slecht
beloond, want de boer, zijn baas, brom
de maar op hem en schopte het arme
dier of riep: „Wil je je bek wel eens
houden, lelijke schreeuwerd!" Zijn
voedsel bestond uit wat afval uit de
keuken, een korst brood of wat aardap
pelen. Zo moest het arme dier wel ziek
worden. Dat werd hij dan ook.
OP EEN SCHOOL, niet zo heel ver
daar vandaan, kregen de leerlingen
's woensdagsmorgens les in plant-en-
dierkunde en gewoonlijk vertelde de
onderwijzer na de les nog een of ander
verhaal, dat daarmee verband hield. Die
onderwijzer kon prachtig vertellen en
de kinderen luisterden dan ook altijd
met gespannen aandacht. Deze keer ging
het verhaal over Franciscus van Assisi,
die zieke dieren genas en verwaarloosde
verzorgde. „Die Sint Franciscus" zo
sprak de onderwijzer heeft in zijn
leven zeer veel voor de dieren gedaan.
Jullie weten wel, dat de vierde oktober
„Dierendag" is. Die datum werd ge
kozen om de grote dierenvriend Fran
ciscus van Assisi op zijn sterfdag te eren
voor zijn prachtige werk! Hij leefde tot
1226. Na hem hebben velen zijn mooie
werk voortgezet. Het duurde echter nog
heel lang voordat de eerste vereniging
tot bescherming van dieren werd opge
richt. Dat was in Engeland in 1824. Nog
veertig jaar later kwam ook in ons land
zo'n vereniging tot stand. Thans zijn er
afdelingen van die vereniging in alle
steden en vele dorpen van ons land. Die
doen prachtig wefk. Maar jullie, begrij-
pen wel,.dat er nog. steeds niet genoeg
personen zijn om alle zieke en verwaar
loosde dieren op te sporen. En nu vraag
ik jullie, of jullie eens een handje willen
helpen. Denk daar maar eens over na,
dan hoor ik het wel.
TWEE VAN de leerlingen. Jan en
Kees, keken elkaar eens aan. Zij waren
al vriendjes van de eerste klas "af. En
beiden waren zij echte dierenvrienden.
Jan had zelf een mooie hond, een Collie.
Een knipoog van Jan was voor Kees
al voldoende om de meester dadelijk
hun hulp aan te bieden. Omdat er
's woensdagmiddags geen school was,
besloten de twee jongens om er die
middag maar meteen eens op uit te
trekken. Toen ze thuis vertelden wat ze
van plan waren, kregen ze boterhammen
mee voor onderweg, dan behoefden ze
niet met het avondeten terug te zijn,
waardoor ze een lange middag voor zich
hadden.
HET WAS PRACHTIG weer en het
tweetal genoot met volle teugen In het
bos, waar ze door gingen, hoorden ze de
vogels hun hoogste lied zingen. Iets ver
der gekomen zagen ze een eekhoorn met
een denneappel tussen zijn pootjes. Rrts,
weg was de roodpluim, gevlucht naar de
achterkant van de boomstam even
kwam hij om het hoekje kijken of de
weg alweer veilig was. Een haas rende
over het pad waar Jan en Kees liepen.
Het was zo vredig in het bos en het
rook er zo heerlijkToen ze bij een
stromend beekje kwamen, konden ze
niet nalaten even hun schoenen en kou
sen uit te trekken om, zittend aan de
kant, hun voeten in het heldere water
te laten bungelen. Het water was echter
kouder dan ze verwacht hadden en
daarom trokken ze maar gauw hun kou
sen en schoenen aan en wandelden door.
Dit is een voorbeeld voor een zaag-
stukje. Trek het met behulp van kar
bonpapier over op triplex. Zaag het
heel voorzichtig uit. Vooral bij de dunne
stukjes moet je het hout goed steunen.
Het beste kun je een heel fijn zaagje
gebruiken en je er niet mee haasten.
Schuur het geheel na het uitzagen
en schilder het in een donkere kleur.
Het komt dan erg leuk uit tegen een
lichte wand.
Al spoedig hadden ze het bos achter
zich gelaten en kwamen ze op een weg,
die naar de boerderijen leidde. Ze stap.
ten nu flink door en kwamen weldra bij
de eerste boerderij aan. Ze keken hun
ogen uit;. Het vee glansde en alles zag er
even verzorgd uit. Een paard kwam
naar de afrastering, Kees aaide het en
joeg de vliegen weg. Een mooie hond
speelde er met een klein jongetje. Op
deze boerderij was alles wel in orde
hoor!
DAN DUS maar verder op. Opeens
riep Jan: „Kijk eens joh, daar ligt een
hond aan een ketting!" Samen gingen ze
het erf op. De hond blafte wel, maar de
jongens lieten zich niet afschrikken. Ze
naderden hem met zachte vriendelijke
woorden. Ze knielden bij de hond neer,
die aan een korte ketting bij zijn hok
lag. Wat ze toen zagen, was vreselijk:
het arme dier kon zich haast niet be
wegen, toch voelde het dadelijk dat deze
jongens dierenvrienden waren. Met
moeite richtte hij zijn kop op en legde
die op Jans knie. Kees ging intussen op
zoek naar water. Hij vond een oude
klomp, vulde die uit een drinkbak en
gaf de hond te drinken. Gulzig dronk
het arme dier de klomp leeg. Ook gaven
Jan en Kees van hun boterhammen de
hond te eten. Het leek wel of deze uit
gehongerd was.
IN HUN IJVER om het arme dier te
helpen, hadden ze niet bemerkt dat de
boer op hen afkwam. Met scheldwoor
den trachtte hij de jongens weg te jagen,
maar zij dachten aan hun belofte van
die morgen na de les. Ze bleven bij de
hond staan, maar de boer werd woedend
en brulde: „Ga als de drommel van mijn
erf af, kwaje apen, of ik zal jullie!" en
hij gaf de hond, die dicht bij de jongens
was gekropen, een harde trap.
Nu hadden ze gezien hoe slecht die
boer voor zijn hond was. Ze gingen te
rug naar de eerste boerderij, vertelden
wat zij gezien hadden en vroegen of ze
even de Dierenbescherming mochten
opbellen. De boer vond dit best en zei
dat hij er zelf blij om was, dat er van
dat geval werk werd gemaakt. Ook hij
had al gehoord, dat die hond meer slaag
dan eten kreeg.
Jan belde de Dierenbescherming op
en vertelde wat er aan de hand was en
vanwaar hij opbelde. „We komen dade
lijk, wachten jullie maar op ons!" was
het antwoord. Geen kwartier later kwa
men er twee heren in een auto.Ze
namen de jongens mee naar het erf,
waar de zieke hond lag. De beide heren
gingen het huis binnen om de boer te
ondervragen. Daarna kwamen ze bij de
hond terug, die zich door het bijzijn van
de jongens rustig liet onderzoeken. Ook
de ligging werd bekeken. Het gevolg
was dat de boer zijn hond moest af
staan. Heel voorzichtig werd het dier
losgemaakt van de ketting, die hem
tien lange jaren van zijn vrijheid had
beroofd. Hij liet zich gewillig meenemen
en werd in de auto op de achterbank
gelegd. De jongens mochten elk aan een
kant van de hond plaats nemen. Zij
aaiden hem over zijn kop en rug en de
hond wist niet wat hem overkwam!
ZO VERLIEPEN er enige maanden
Jan en Kees spraken nog dikwijls over
die zwarte kettinghond. Zij vroegen zich
af, hoe het toch wel met hem zou zijn.
Een poosje later werd de moeder van
Kees op een morgen opgebeld door
iemand van het asiel, die zei: „Mevrouw,
die zwarte hond, die hier verpleegd
wordt, is nu zo ver hersteld, dat er een
tehuis voor hem gezocht kan worden
voor de verdere verzorging. Het is een
lief gehoorzaam dier en nu dachten wij
aan uw zoon. Zou hij misschien verder
voor hem willen zorgen?"
Toen Kees uit school thuis kwam en
hoorde dat zijn moeder op het verzoek
was ingegaan, vloog hij bijna tegen het
plafond van vreugde. Hij holde de deur
uit naar Jan en riep hem toe: „Blacky
komt bij ons, hij wordt vanmiddag nog
gebracht!"
Het weerzien was geweldig: de hond
herkende Kees dadelijk en sprong tegen
hem op van blijdschap. Hij werd al heel
spoedig goede maatjes met de huisge
noten, die veel plezier hadden van dit
trouwe dier, dat na een paar maanden
van goede voeding en verzorging een
mooie hond werd.
Jan en Kees kregen van de Vereni
ging tot bescherming van dieren ieder
een mooie medaille, waar ze erg trots
op waren. Dikwijls gingen de jongens
met de honden, de mooie bekroonde
Collie van Jan en de zwarte bastaard-
Bouvier van Kees, op stap. Zo had dan
een arme zieke en verwaarloosde ket
tinghond door het verhaal van een on
derwijzer over Franciscus van Assisi
een goed tehuis gekregen.
Anita