Tweede Kamer verwierp motie van PvdA over Nieuw-Guinea Pindakaas tfDPS jonge klare! Kunsthars „Buitenpost van het Westen in de srij'd tegen het communisme", verklaart dr. Drees adstwu &p de Kruiningen wil hogere vergoeding rampschade Spaanse documentaire door Wereldomroep aangeboden Van Gogh collectie in de Verenigde Staten Drukbezochte receptie van Bioscoopbond Prof. G. M. Verrijn Stuarl SER-voorzitter PONDERDAG 2 OKTOBER 1958 o j -■■■ Advertentie \sz> <~Pracit1stoel Advertentie maar langs de officiële weg inlichtingen moesten vragen. „Dat antwoord is niet gegeven", inter rumpeerde minister Staf. „Dan liegt de een of de ander", conclu deerde mr. Burger. „Dat antwoord is wèl gegeven," riep de heer Schouwenaar. Ook de staatssecretaris van Marine, de heer Moorman, interrumpeerde. Het was opeens rumoerig in de Kamer. Mr. Burger maakte zich kwaad omdat een brutaal ant woord was gegeven op een informatie naar een „officiële mededeling". Minister Staf en staatssecretaris Moorman zaten met hun vinger in de lucht ten teken dat zij wilden interrumperen, want de zware stem van mr. Burger maakte hun opmerkingen onverstaanbaar. Minister Zijlstra bracht de microfoon op de ministerstafel naar minis ter Staf, die tenslotte kon zeggen dat het particuliere tijdschrift schreef over een „officiële mededeling", maar dat het geen officiële mededeling van zijn departement was. Mr. Burger kreeg toch de indruk dat het departement van Defensie niet scheutig was met inlichtingen aan de Kamerleden. „Het departement had er niets mee te maken", zei minister Staf. „Dan is het antwoord toch niet hoffelijk geweest", concludeerde mr. Burger. „Maar dat antwoord is niet gegeven", zei minister Staf weer. „Het is wèl", hield de heer Schouwenaar vol. Dat spelletje van 't is niet, 't is wel had nog lang kunnen duren, maar de voorzitter sloot het incident, waarna de rust in de Kamer terugkeerde. De Raad van State heeft een conflict tussen het gemeentebestuur van Kruinin- gen en de minister van Financiën behan deld over de uitkering van de vergoeding der stormrampschade. De gemeente Kruiningen moest in november 1953, toen het zeewater nauwelijks uit de gemeente was geweerd en de herstelwerkzaamhe den nog moesten beginnen, reeds opgeven hoe groot de rampschade was. Deze opga ve, die op een zeer globale raming geba seerd kon zijn, bleek achteraf veel te laag. De minister van Financiën, geadviseerd door provinciale waterstaat van Zeeland, was echter niet bereid een hogere uitke- i'ing te verstrekken, dan de aanvankelijk geraamde 73.000,-. Burgemeester A. Schipper verklaarde, dat de totale kosten rond een miljoen heb ben bedragen. Er moesten „onrustbaren de hoeveelheden onbruikbaar materiaal" worden afgevoerd. Er waren 545.000 nieu we klinkerkeien nodig. De rioleringen ble ken zo volgeslibt met zand, dat vaak aan schoonmaken niet te denken viel en nieu we buizen moesten worden gelegd. Het "Op eenvoudige wijze terugbrengen in de oude staat" was in vele gevallen theorie. De burgemeester meende dat de gemeen te niet alleen aansprakelijk kan worden gesteld voor de hoge kosten. De Raad van State zal later advies aan de Koningin uitbrengen. Vincent naar Tokio Advertentie Uw levenslust bewaren met De Italiaanse filmster Guillietta Ma- sina, die men zich ongetwijfeld uit „La Strada" en „De nachten van Ca- biria" herinnert, is donkerblond in Amsterdam aangekomen, waar zij de première van „Fortunella" zal bij wonen. Men ziet haar op de foto met haar echtgenoot, de regisseur Frederico Fellini, verwelkomd op Schiphol door de directeur van de maatschappij Stan daardfilm, diens echtgenote en de Ita liaanse vertegenwoordiger. Ook in Den Haag en Rotterdam zal Guillietta Ma- sina. met haar aanwezigheid de ken nismaking met „Fortunella" opluiste ren. Over een paar weken komt de nieuwste film van het samenwerkende echtpaar gereed, die in ons land „De gevangenen" zal heten. Het vierde eeuwgetij van de dood van keizer Karei V wordt in de Spaans-spre kende wereld op grootse wijze herdacht. In verband hiermee heeft de Wereldom roep een uitvoerig documentair program ma samengesteld met als titel „Karei V en de Lage Landen". In dit programma zijn historische gege vens verwerkt uit de archieven van o.a. Amsterdam, Utrecht, Den Bosch en Maas tricht over bezoeken aan deze steden van Karei V tijdens acht reizen, die hij naar de Noordelijke Nederlanden heeft ge maakt. Dit programma, samengesteld door Kees Middelhoff en bewerkt door me vrouw Virtudes Luque, zal ais een Neder landse bijdrage aan verschillende om- roepstations in Spanje en enkele Zuid- Amerikaanse landen worden aangeboden. Een grote verzameling schilderijen en tekeningen van Vincent van Gogh is woensdag uit Amsterdam in New York aangekomen. De werken zullen in San Francisco, Los Angeles, Portland en Seattle tot 6 april worden geëxposeerd. In de zalen van Carlton heeft de Neder landse Bioscoopbond woensdagmiddag een receptie aangericht ter gelegenheid van zijn veertigjarig bestaan. Zeer velen heb ben van de gelegenheid gebruik gemaakt het bestuur van de Bond te complimente ren. Voorzitter Miedema vooral ontving vele gelukwensen in verband met de hem verleende koninklijke onderscheiding. Mr. D. Bijderdijk voerde namens de mi nister van Binnenlahdse Zaken en Publie ke Bedrijfsorganisatie het woord. „De Nederlandse bioscoopbond heeft" aldus spreker „een erezuil opgericht door de stichting van het Bio-vakantieoord dat voor ons volk een begrip is en waar van nu in Arnhem een speciaal zuster oord verrijst." „De bond is groot gewor den door zijn specifiek Nederlandse deug den: energie, durf, ondernemingslust en naastenliefde". 's Avonds verenigden zich bestuur en leden van de bond in de Cinetone-studio's, waar een groot feest was georganiseerd, dat tot in de nacht voortduurde. Vanmorgen is de herdenking van hel jubileum voortge zet met de eerste steenlegging van het re- validiteitscentrum te Renkum, waarvoor de gelden uit de jaarlijkse collectes in de bioscopen zijn bijeengebracht, vermeerderd met een door de Nederlandse Bioscoop bond geschonken bedrag. Vanavond is in het City-theater te Amsterdam het sluit stuk: een galavoorstelling, welke door prins Bernhard en de prinsessen Beatrix en Irene bijgewoond zal worden. Nee mensen, ik zeg het ronduit: ik vind, die zending van honderddertig kunstwer ken van Vincent van Gogh naar Tokio on verantwoord- Kijk ik wil het nog niet eens hebben over culturele uitwisseling. Wij hebben vijftien jaar geleden geleerd elegante Ja panse buigingen te maken en in ruil daar voor zouden we dan nu om te beginnen honderddertig Van Gogh's sturen Ik be doel maar, och die buigingen, die kósten niets meer, tóén wel, maar nu dan niet, je kunt ze altijd wel weer es ophalen. Maar honderddertig Van Goghs. Tsjonge, dat is me wat! En dan lees je wel dat ze stevig verpakt via de Noordpool naar Tokio zijn verzonden, maar ik vraag me maar af, wat doet een stevige verpakking tegen een klein foutje in een weerbericht? Vóór je 't weet is er zelfs geen ijsbeer meer die de kans krijgt om ons hoogste culturele goed nog te besnuffelen. Nou ja hoor ik zeggen de zaak is voor 5'/s miljoen verzekerd. Maar m'n beste man, wat is heden ten dage nog vijf en een half miljoen? We schrikken niet eens meer van anderhalf miljard! Maar goed de boel is dan goed en wel in Tokio aangekomen. Ben ik ook niet dol opOp Tokio bedoel ik. In 1923 woedde er een typhoon die de stad grotendeels ver woestte. Wie zegt me dat er na vijf-en-der tig jaar niet nóg es zo'n natuurramp komt. Je stikt er nog steeds in de houten gebou wen. Dan heb je nog dat gerommel in het Verre Oosten. Wordt Japan daarbij be trokken dan moet je niet denken dat ser geant Koetjepof, of brigadier Macdinges zich tijdig zal realiseren: daar mot ik niet wezen met me waterstofboel, want die Van Goghs hangen er. De kunstwerken gaan ook nog naar Kioto. Nou was het daar tot het begin van deze eeuw één en al schone kunsten wat de klok sloeg. In 1931 echter werden de al daar werkende kunstenaars, vooral de ke- ramiek-metaalbewerkers, ingeschakeld in de machine-, instrument- en.chemische industrieën. Dat was dus negen jaar voor de narigheid losbarstte. Nou?! Zou in het ergste noodgeval de luitenant Goi Mah Jong in zijn met trotyl, of hoe heet dat goedje, volgepropte zelfmoorddekker, ook maar één moment overwegen zich niet met zijn afgedankte toekomst op Kioto te smijten omdat Van GoghKom nou! Nee, wanneer kunstzinnige Japanners dan toch zo voor Van Gogh voelen, laten ze dan naar de „Hoge Veluwe" komen, of naar het „Stedelijk" in Amsterdam, dan kunnen ze daar hun hart ophalen; wij praten dan niet meer over die buigingen van vroeger, want wie daar nou nog op kijkt is maar een kniesoor. Maar om. nou nóg weer Van Goghs daar heen te sturenLaten we dat nou niet doen- Echt niet. Jan van Ee$ Er is een verbazingwekken de wisselwerking, leidend tot een frappante doelmatigheid, te constateren tussen de mens en zijn omgeving. Een wissel werking die strekt tot een on feilbare vervulling van mense lijke en materiële functies, welke in elkander grijpen als de tanden van een koekoeks klok. Natuurlijk is dit een volzin die, hoe fraai ook, onmogelijk kan worden begrepen wan- nneer men ze niet zelf gecon strueerd heeft. Vandaar, dat een verduidelijkend voorbeeld onmisbaar mag heten. Welnu: zij houdt de be wering in dat alles, wat de mens in de loop zijner historie ter beschikking is gekomen aan hulpmiddelen van be staan, gebruiksklaar versche nen is op het moment dat de ontwikkeling der mensheid de behoefte daartoe geschapen had. Het welsprekendste voor beeld daarvan is zeker dat gene, wat wij „plestik" plegen te noemen de grondstof die de wereld vult met goedkope, duurzame, kleurige, lichte, gemakkelijk te vervaardigen gebruiksartikelen, speelgoe deren en dekmateriaal. Wan neer „plestik" in het jaar 1567 zou zijn uitgevonden, zou niemand hebben geweten wat ermee aan te vangen. Doch deze wonderlijke stof ver scheen op aarde in een tijds gewricht, toen de mentaliteit en de levensgewoonten der mensen behoefte aan iets lichts, goedkoops, eenvoudigs en kleurigs hadden tevoor- schijngeroepen. De moderne mens moet met één handomdraai een bruik baar en functioneel artikel kunnen maken. Hij heeft geen geduld meer om urenlang te peuteren, te hakken, te snij-' den en te prutsen, doch wil als een goochelaar de comfor tabele middelen des levens te- voor-schijn kloppen uit het niets. Wanneer men plestik als „niets" beschouwt, en de hen del van een machine als een toverstok, dan goochelt de mens van- vandaag naar hartelust. Het overhalen van zo'n hendel, waardoor een onaf zienbare reeks van keurig af gewerkte gebruiksvoorwerpen tevoorschijn rolt, zou een middeleeuwse monnik weinig vreugde hebben bezorgd. Hij was een mens die tien jaar met het puntje van zijn tong tussen de tanden op de hoofd letter H kon blijven zitten priegelen maar daar had hij dan ook de langzame middel eeuwen voor. Wij leven sneller .beweeg lijker, met. méér opdrachten dan het produceren van één H. Wij moeten twintig mon nikenlevens tegelijk leven om ons levensalfabet te kun nen afmaken en ziedaar het plestik. Het is ons uit de hemel gegeven, in ruil voor het geduld dat ten hemel ge varen is. Men behoeft geen profeet te zijn om het plestik een grootse toekomst te voorspellen een toekomst van gebruiks wijzen die onuitputtelijk en verbazingwekkend zal zijn. Wanneer men alle voor werpen en voorzieningen, die in onze dagen reeds in ples tik worden uitgevoerd, buiten beschouwing laat, dienen zich desalniettemin voor de hand liggende toepassingen aan, die het leven in het algemeen en het bestaan van velen onzer in het bijzonder danig zouden vergemakkelijken en veraan genamen. Op die wijze zou het plestik dus een bij uitstek humani taire functie in onze samen leving gaan vervullen, waar door de hemelse afkomst er van nog duidelijker in het oog zou springen. Zo zou ik het plestik willen gebruiken om alle menselijke figuren, die door hun afkomst, functie of beroep gedoemd zijn zich te gedragen alsof zij dode poppen zijn, te ver vangen. Alle mensen die om wille van hun dagelijks brood verplicht zijn een overwegend deel van hun bestaan roerloos en onbeweeglijk tot decor te dienen, kunnen uit die gruwe lijke tortuur worden verlost en op nuttiger, produktiever wijze worden ingezet in de maatschappelijke machinerie. De voordelen van plestikken figuren op plaatsen die thans door levende mensen worden ingenomen, vallen navrant op. Ten eerste: schildwachten voor paleizen, ministeries van Oorlogen, kazernementen en wat dies meer zij. Wanneer men deze decoratieve doch overigens volmaakt nutteloze functionarissen zou ver vangen door uit één stuk ge perste kunsthars-figuren, zou men echte mensen verlossen uit een enerverende en volmaakt tegennatuurlijke dwangpositie. Men zou enorm besparen op de textielreke- ning, aangezien de uniformen en uitrustingen eveneens uit plestik zouden worden mee- geperst in de voorgeschreven kleuren en dus volkomen weerbestendig zouden zijn. Met een eenvoudig ingebouwd mekaniekje kan men de ples tik figuren hun plestik ge weren laten presenteren bij nadering van de daarvoor in aanmerking komende hoog waardigheidsbekleders, men kan door middel van foto- elektrische cellen zelfs defen sieve handelingen organi seren bij nadering van degene, wiens mogelijke nadering de oorspronkelijke reden is ge weest van het plaatsen van schildwachten: namelijk de Vijand. Ofschoon: men kan aan nemen, dat de Vijand nooit tracht te naderen op een wijze ,die in het geijkte decor past, zodat ook een echte schildwacht nooit komt in de situatie, die uitgangspunt van zijn eigen plaatsing is ge weest. Ten tweede: erewachten. De besparing aan textiel is hierbij nog indrukwekkender. De roerloosheid kan tot het volmaakte worden opgevoerd, en onberispelijkheid in kle ding en houding wordt su bliem. Ten derde: in het algemeen alle figuren in staatsiekledij en gala, wier enige functie wordt gevormd door het be- wegenloos staan in Ridder zalen, naast en achter troon zetels, bij deuren, op de ach terzijde van calèches, naast spreekgestoelten of op parade podia. De besparing aan textiel wordt hierbij onvoorstelbaar en de volmaaktheid in de uit oefening van functies impo nerend. Vliegen op neuzen, zenuwjeuk of andere aandoe ningen hebben volgens de resultaten van proefnemingen bij plestik geen enkel gevolg, waardoor een niveau van decoratieve supprematie wordt bereikt dat de ware liefheb bers van het traditionele en decoratieve tot vreugde zal ontroeren. Misschien doet het denk beeld enigszins vreemd aan, doch men zal er spoedig aan wennen en in enkele jaren niet beter meer weten. En wie er moeilijk aan wennen zal, moge zich troosten met. de rijke filosofische overwe ging, dat het idee volkomen past in het moderne, onont koombare vernieuwingsver schijnsel van bevrijding der mensen uit het dwangbuis van een anachronistisch con servatisme, dat door het ge zonde verstand en de zin van realiteit is uitgehold tot een dunne, dode laag van zinne loze uiterlijkheid. Voor het nog resterende gedeelte van de zittingsperiode van de Sociaal-Economische Raad, die eindigt op 31 maart 1960, is tot voorzitter van de SER benoemd prof. mr. dr. G. M. Verrijn Stuart te Amsterdam. Prof. Verrijn Stuart, een zeer vooraan staand econoom, die president-commissa ris en oud-directeur is van de Amsterdam- sche Bank, alsmede buitengewoon hoog leraar aan de gemeentelijke universiteit van Amsterdam, werd op 16 september 1893 in 's-Gravenhage geboren. Na voltooiing van zijn gymnasiale studie in Den Haag en Groningen studeerde Ver rijn Stuart aan de universiteiten in Gro ningen, Zürich en Genève rechtsweten schappen. In Groningen verwierf hij op stellingen de meestertitel. In 1919 promoveerde hij tot doctor aan de rijksuniversiteit te Utrecht op een proefschrift: „Inleiding tot de leer der waardevastheid van het geld". Tevoren reeds was hij gedurende korte tijd werkzaam geweest ais ambtenaar ter pro vinciale griffie te Groningen welke functie hij al spoedig verwisselde voor die van plaatsvervangend agent van de Nederland- sche Bank aldaar. In 1919 kwam dr. Verrijn Stuart bij de Rotterdamsche Bank. van welke instelling hij weldra, na een zakenreis door het toen malige Nederlands-Indië, directiesecretaris werd. In 1922 werd hij, nauwelijks 29 jaar oud, buitengewoon hoogleraar aan de Ne derlandse Economische Hogeschool te Rot terdam. Twee jaar later vertrok hij naar Batavia, waar hij hoofddirecteur werd van de Javasche Bank. Nog geen jaar later deed de Nederlandse Economische Hoge school opnieuw een beroep op dr. Verrijn Stuart om haar te dienen als gewoon hoog leraar voor het munt-, crediet- en bank wezen en de handels- en verkeerspolitiek. In 1934 volgde zijn benoeming tot hoog leraar in de staathuishoudkunde en de sta tistiek aan de universiteit te Utrecht, in welk ambt hij zijn vader, prof. dr. C. A. Verrijn Stuart opvolgde. Van 1940 tot 1954 was prof. Verrijn Stuart directeur van de Amsterdamsche Bank, van welke instelling hij sinds 1955 president-commissaris is. Publicaties Van zijn publicaties is het tweedelige: „Geld. crediet en bankwezen" het bekendst, geworden. Verder verschenen van zijn hand: „Het bankwezen in de Nederlandse koloniën", „De conjunctuur in het econo mische leven" en vele artikelen in „The Economist", „Economisch-Statistische Be richten" en „Weltwirtschaftliches Archiv". Prof. Verrijn Stuart, die lid is van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen, is ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw, commandeur in de orde van Oranje-Nassau, commandeur in de huisorde van oranje en groot-officier in de orde van Leopold II van België. Als Kroonlid (sinds 1950) en lid van het dagelijks bestuur van de SER (sedert 1952) heeft prof. Verrijn Stuart steeds een werk zaam aandeel gehad in de activiteiten van dit college, waarvan twee belangrijke vaste commissies, de commissie Benelux en de commissie Vrijhandelsgebied, onder zijn voorzitterschap staan. (Van onze Kamerverslaggever) Waarom ik \juuUhmc King Size sigaretten prefereer? Het antwoord is eenvoudig: ik vind, dat ze nooit veranderen van kwaliteit en aroma. Werkelijk, ze zijn alles wat je je in een sigaret maar kunt wensen. De motie van mr. Burger (P.v.d.A.), waarin van de regering wordt gevraagd de Tweede Kamer, bij voorkeur door middel van een nota, in te lichten omtrent de mogelijkheid van een Nederlands beheer over Nieuw Guinea in opdracht van de Verenigde Naties, is gisteravond verworpen met 45 tegen 77 stemmen. Alleen de leden van de P.v.d.A. stemden voor de motie. Uit de lange tekst van de motie had prof. Romme (K.V.P.) de indruk dat het zo ongeveer de bedoeling is van de P.v.d.A. op het eiland Nieuw Guinea een bord te plaatsen: „Te koop, te huur, te leen of cadeau. Te bevragen: mr. Burger, Wassenaar, Holland". De P.v.d.A. klaagt over de onzekere po sitie van Nieuw Guinea. Maar het inwin nen van inlichtingen bij bevriende mogend heden over wat zij de beste bestuursvorm voor Nieuw Guinea zouden vinden, zoals de motie wil, zou juist door dit initiatief van Nederlandse zijde de twijfel aan de huidige jmsitie versterken, aldus prof. Romme, die zich niet aan de indruk kon onttrekken dat ondergrond van de motie is, dat de P.v.d.A. Nieuw Guinea kwijt wil. Louter zakelijk beoordeeld, zag minister president dr. Drees er wel voordelen in, van Nieuw Guinea af te zien. Maar er zijn n0g andere factoren, zei hij. Wij hebben de verantwoordelijkheid voor de bevolking van Nieuw Guinea, waarvan de positie van belang is in de strijd van het communisme tegen het westen. Door de grote invloed van de communisten in Indonesië zou prijs geven van Nieuw Guinea strijd tengevolge hebben en het communisme tot aan de grens van Australië in Nieuw Guinea brengen. Nieuw Guinea is in de strijd tegen het communisme een buitenpost van het wes ten. Nieuw Guinea is dus allerminst uit sluitend een Nederlands belang, maar een belang van het westen in het algemeen. Wij hebben de verplichting, vervolgde dr. Drees, naar wegen te zoeken om Nieuw Guinea tot ontwikkeling te brengen en wij moeten het zo in een internationale positie stellen, dat het niet alleen een Nederlandse zaak is. In dat opzicht zit de regering niet stil. Er is samenwerking met Australië, dat nooit een militair bondgenootschap sluit, maar ook Engeland nooit in de steek heeft gelaten. Amerika verzet zich principieel tegen iedere gebiedsuitbreiding met geweld. De Amerikaanse wapenleverantie aan In donesië houdt in dat Amerika meer dan te voren de morele verplichting heeft een aanval van Indonesië op Nieuw Guinea te voorkomen. Met het betoog van dr. Drees konden zich de heren Oud (V.V.D.), Bruins Slot (A.R.) en Tilanus (C.H.U.) volkomen ver enigen. Zij meenden dat de motie alleen was ingediend als gevolg van de verdeeld heid in de P.v.d.A. over Nieuw Guinea. Maar de P.v.d.A. moet haar inwendige moeilijkheden niet afreageren op de rege ring door een nota te vragen over de be stuursvorm voor Nieuw Guinea, zeiden zij. Dr. Platteels verklaring Dr. Drees verklaarde nog, dat de gouver neur van Nieuw Guinea, dr. Platteel, heeft meegedeeld niet te hebben gezegd, hetgeen hem in de mond is gelegd in een Reuter- bericht uit Port Moresby. De gouverneur heeft bericht in het betreffende persge- sprek, dat niet werd bijgewoond door een vertegenwoordiger van Reuter, ontwijkend te hebben geantwoord op een vraag over de wenselijkheid van een Nederlands- Australisch defensiepact. ,Jt Is wel, 't is niet Er ontstond in de Kamer even enig ru moer over de klacht, dat het departement van Defensie geweigerd heeft de biblio thecaresse van de Tweede Kamer in te lichten over een officiële mededeling". In een tijdschrift in de Engelse taal was ver meld dat volgens een „officiële mede deling" bepaalde marineplannen waren aangekondigd. De marine-specialist, van de P. v. d. A. in de Kamer, de heer Schou wenaar, informeerde bij de bibliotheca resse waar hij deze mededeling kon vin den. Zij wist het niet en informeerde bij het departement van Defensie. Daarop kreeg zij ten antwoord dat de Kamerleden Gladstone met of zonder Silk Filter houdt de smaak waarvan U houdt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1958 | | pagina 3