Staken wij het staken?
Ed van der Elsken
fotografisch
toont in „Bagara
natuurtalent
ONGESCHREVEN RECHT
VAN DE ZWAKKEN
DE DERDE MACHT IN
DE VERDRUKKING
ZATERDAG 11 OKTOBER 195$
Erbij
of onrechtmatige daad?
bij de nieuwe situatie
Nijvere meisjes
Moderne Amerikaanse
schilderkunst naar
Amsterdam
Atelier voor grafische
kunstenaars
PAGINA VIER
ALS ER in Nederland nog eens een enkele keer een staking uitgeroepen
wordt bij een arbeidsconflict zoals onlangs in het geval van de K.L.M.-
vliegers dan rijst er bij velen twijfel of een dergelijk extreem middel nog
wel gebruikt mag worden. Hier te lande is men het staken ontwend en dat
is een gelukkige ontwikkeling, hoewel sommigen er minder tevreden over
zijn en de arbeidsrust door hen wordt toegeschreven aan een gebrek aan
strijdlust, aan de Nederlandse nuchterheid die in lauwheid is ontaard, aan
de mentaliteit van de van-de-wieg-tot-het-graf-verzorgde, die zelfs de hem
direct rakende loonstrijd aan enkele experts overlaat, omdat hij hen immers
betaalt (bedoeld is de vakbondscontributie!). Maar als men het zo ziet heeft
men ongelijk. Wel is waar dat de werknemers voorzichtiger zijn geworden
in hun optreden, omdat men beter wellicht dan vroeger de voordelen en
bezwaren van een staking voor de arbeiders tegen elkaar afweegt; het gros
van de stakingen in het verleden werd verloren en de stakenden betaalden
dikwijls het gelag. Dan is er de in de gehele wereld bijna unieke „Stichting
van de Arbeid" een in 1945 op particulier initiatief ontstane instantie van
overleg, waarin vertegenwoordigers van organisaties van werknemers en
werkgevers in gelijken getale zitting hebben. De functie van deze zo plezie
rig werkende stichting zal allengs worden overgenomen door de Sociaal
DAT ER inderdaad niet veel meer ge
staakt is gedurende de laatste jaren, ziet
men meestal het beste aan het aantal ver
loren arbeidsdagen, dat jaarlijks zo tus
sen de honderd en tweehonderd duizend
ligt. Dat lijkt zo gezien nog erg veel, maar
men moet er rekening mee houden dat de
ongeveer drie miljoen vijfhonderd duizend
Nederlanders, die de werkende bevolking
uitmaken, tezamen per jaar ruim een mil
jard dagen wei-ken. Het aantal door sta
kingen verloren arbeidsdagen, gesteld dat
het eens het hier gegeven maximum van
tweehonderd duizend bedraagt, is dus één
vijftigduizendste van het totaal. Nog tref
fender worden deze cijfers, wanneer men
ze naast die van het verzuim wegens ziek
te of door andere oorzaken plaatst. Als
iedere werkende Nederlander één dag per
jaar verzuimt zijn er al drie-en-een-half
miljoen dagen verloren. Neen, het verlies
door staking is vrijwel te verwaarlozen en
er moet ook werkelijk heel lang en uit
gebreid gestaakt worden, willen de gevol
gen op grote schaal economisch algemeen
voelbaar worden. Het is ook gebleken, dat
eventuele gedane schade vrij snel wordt
goedgemaakt en wel door, hoe vreemd dit
ook mag klinken, het harder werken van
de vroegere stakers.
VELEN SCHUDDEN waarschijnlijk bij
het horen over een nieuwe staking zo be
denkelijk het hoofd, omdat zij overdreven
voorstellingen hebben van de economische
betekenis. Stakingen kunnen natuurlijk
wel uitermate hinderlijk zijn. Wie in Pa
rijs eens een staking van de Métro heeft
meegemaakt, kan er van meepraten.
Maar het zijn niet alleen economische re
denen, waarom men het hoofd schudt. Voor
vele mensen is een staking in strijd met hun
rechtsgevoel en dit zijn vaak dezelfde per
sonen, die vroeger vol vuur het stakings
recht verdedigden.
Het stakingsmiddel is een laatste wapen
in handen van de economisch zwakkeren
om hun belangen tegen de sterkeren te
beweging, die een hoge mate van zelfdis
cipline aan den dag legt, dat van deze
sterkere positie, men mag wel zeggen,
in het geheel geen gebruik wordt ge
maakt Ook op dit terrein ontstaat een
rechtsorde.
DE GEDURENDE de laatste maanden
voorgekomen stakingen zijn van uiterst
geringe betekenis geweest, echter met
twee uitzonderingen, namelijk die van de
tandartsen (die weigerden verder aan de
ziekenfondspatiënten hun diensten te ver
lenen voor de naar hun mening te gerin
ge vergoeding) en die van de K.L.M.-vlie
gers. Dit waren beide in feite kleine sta
kingen, waarbij slechts een gering aan
tal werknemers betrokken was, terwijl
ook de economische betekenis van deze
conflicten gering was. Deze stakingen zijn
echter om een geheel andere reden belang
wekkend, want het is hier niet een groep
met werkloosheid bedreigde, of uiterst
slecht betaalde arbeiders, die het werk
neerlegt, neen. men heeft te maken met
typische vertegenwoordigers van de mid
denstand. mensen, die er vroeger niet aan
zouden hebben gedacht het stakingsmid
del als wapen te hanteren om hun argu
menten extra kracht bij te zetten.
DAT DIT THANS wel gebeurt, moet zijn
oorzaken hebben en deze zijn bijzonder in
teressant, want men wordt bij het onder
zoek naar deze factoren geconfronteerd
met maatschappelijke verschuivingen,
die gedurende de laatste decennia meer of
minder ongemerkt hebben plaats gehad.
Dat de positie van de meest kwetsbare
groep, de arbeiders, gelukkig stelselma
tig werd verbeterd is algemeen bekend.
Voor hen werd en wordt steeds meer ge
daan. De ï'esultaten kan een ieder consta
teren, wanneer hij de situatie van thans
vergelijkt met die van vijftig jaar gele
den. Deze verbeteringen zijn voor een be
langrijk deel te danken aan de strijd van
verdedigen. De arbeid is economisch ge
zien, een koopwaar, die op de arbeids-
mai-kt wordt aangeboden. Dat de arbeid
onlosmakelijk is verbonden aan de per
soon van de arbeider, geldt als bijkom
stigheid, die voor de econoom niet rele
vant mag heten. De arbeider zonder socia
le voorzieningen, zonder economische re
serves, is te vergelijken met een bederfe
lijk goed: wanneer hij zijn arbeid niet kan
verkopen, gaat hij door gebrek ten onder.
Dat dit ook in onze tijd nog een veelvuldig
voorkomend verschijnsel is, kan men in
de onderontwikkelde gebieden zien. Wan
neer de arbeider in deze situatie verkeert
en hem het recht tot het stichten van vak
bonden wordt ontnomen, is hij overgele
verd aan de willekeur van de werkgever,
want individueel kan hij wel staken, maar
resultaat zal een dergelijke actie niet heb
ben. Het recht van vereniging —en daar
onder valt ook de vakbond behoort tot
de fundamentele menselijke vrijheden en
werd na enige strijd ook aan de arbeiders
toegekend. Daarmee was een belangrijke
vei-betering in hun rechtspositie ingetreden
maar een economische rechtsorde was nog
lang niet ontstaan. Het stakingsrecht ligt
in Nederland niet wettelijk vast, in tegen
stelling bij voorbeeld tot Frankrijk, waar
het in 1946 in de grondwet werd opgeno
men. Het is een ongeschreven recht. Niet
tegenstaande dit alles blijft staken een
vorm van eigeni-echtspleging, een blote
machtsuitoefening in de economische
sfeer. Wij zien hier af van stakingen met
een politiek doel. Er gaan thans steeds
meer stemmen op om het stakingsrecht te
beperken, daar er langzamerhand zoveel
op het gebied van de arbeidsverhoudingen
de arbeiders zelf. Er is voor gewerkt en
geleden. Ten dele is dit gegaan ten koste
van de winsten, maar de laatste tijd twij
felt n.en daax-aan. Loonsverhogingen
worden het loon is nu eenmaal kosten
factor voor de ondernemer doorbere
kend en gaan dus niet ten koste van de
winst, zodat er prijsstijgingen optreden.
Een dergelijke ontwikkeling, het is maar
al te bekend, gaat ten detrimente van hen
die voor een vast inkomen werken, van de
zogenaamde „vergeten groepen" van ge
pensioneerden en rentetrekkers, of van
hen wier salaris slechts langzaam woi-dt
bijgetrokken.
Zij vormen thans de groep van de econo
misch zwakkeren, ook al is hun inkomen
misschien in absolute cijfers nog hoger
dan het gemiddelde. Waar het om gaat is
het relatieve inkomen, het loon voor een
bepaalde prestatie in verhouding tot de
andere inkomens, die worden gehono
reerd voor andere prestaties. Ziet. men
de zaak zo, dan blijkt dat het inkomen van
allerlei soorten hoofdarbeiders, van amb
tenaren en van de uitoefenaren van de
vrije beroepen, ten sterkste bij het stijgen
van de arbeidersinkomens is achtergeble
ven. De middenstand is in de zogenaamde
herverdeling van het nationale inkomen
er bekaaid af gekomen.
NATUURLIJK heeft dit zijn oorzaken.
Waar het 't hax-dst nodig was, moest het
eerst iets gebeuren. En het is nu eenmaal
een feit. dat de groepen, die voor hun be
langen weten op te komen, resultaten boe
ken. Het was dringend noodzakelijk, zo-
en van het arbeidsrecht is veranderd, dat
staken als een onrechtmatige daad, als een
vorm van machtsmisbruik, kan worden
gezien.
In de economische situatie van de werk
nemers is immers heel veel vex-beterd. Tal
van sociale voorzieningen bieden een be
hoorlijke sociale zekerheid. Een ontslag
regeling heeft de vrijheid van handelen van
de werkgever verder beperkt. Door al de
ze oorzaken lijkt het er wel eens op, dat
de werkgevers de zwakkere partij worden.
Bij handhaving van het onbeperkte sta
kingsrecht voor zover de werknemers
dit zelf niet nadrukkelijke begrenzen in
een collectieve arbeidsovereenkomst of
anderszins kunnen de werknemers im
mers op krachtdadige wijze hun wil op-,
leggen. Zij zijn immers economisch veel
minder kwetsbaar". Het pleit voor de vak-
ED VAN DER ELSKEN.
een ietwat vage figuur met
een vlasblond ringbaardje,
geldt in brede kring als een
der belangrijkste nieuwlichters
der vaderlandse fotojourna-
listiek. Er zijn zelfs mensen
(waaronder zijn uitgevers)
die hem beschouwen als de
grote vernieuwer van de Licht-
beeldkunst-met-een-hoofdlet-
ter. Vele anderen daarentegen
zien hem slechts als een nan-
dige effectjager.
Misschien hebben zij alle
maal een beetje gelijk. Zoals
,.Een liefde in Monlparnasse"
duidelijk aantoonde, heeft Van
der Elsken zowel visie als
fantasie. Teveel fantasie mis
schien zelfs, want een eerlijk
poi-tret van de hedendaagse
jeugd is dat geruchtmakende
fotoboek niet geworden. Zelfs
geen eerlijk pox-tret van de
habitué's der Parijse pseudo-
existentialistenkeldertjes, die
hij als modellen gebruikt
heeft. Want geen doorsnee
jongen of meisje, hoe vrijge
vochten overigens ook. kan
men gelukkig vereenzelvigd
zien met de grot-sensuele ver
toningen. die Van der Elsken
ons in dit. boek als „repres-
sentatief voor de moderne
jeugdzeden" voorzet. Dus toch
een effectjager?
Oordeel u niet te snel. Want
in zijn nieuwste boek „Baga-
ra" vorige week bij De
Bezige Bij in Amsterdam ver
schenen leert men een
andere, een vooral eerlijker
Van der Elsken kennen. „Ba-
gara" (een negex-woord voor
buffel en het symbool voor
ongebreidelde woestheid en
kracht) is het resultaat van
een x-ondreis door Centraal
Afrika, die Van der Elsken op
uitnodiging van een vriend
eind vorig jaar gemaakt heeft.
„Bijna drie maanden heb ik er
rondgesjouwd in de moorden
de hitte", zo vertelde hij ons
op een persconferentie bij zijn
uitgever, „maar ik zou mor
gen wel terugwillen. Afrika is
een ontzagwekkende belevenis
voor mij geworden en ik heb
er gefotografeerd als een be
zetene. Alles wat je ziet. is
even indrukwekkend en groots:
het bai-baarse landschap, de
oercultuur, de mensen in hun
wel maatschappelijk als politiek, geheel
afgezien van humanitaire overwegingen,
dat de positie van de arbeider verbetei'de.
De toestand -an de middenstand was in de
jaren van de arbeidersemancipatie aan-
merkelijk beter dan die van de arbeiders
klasse. Uit de middenstandskx-ingen kwa
men zelfs vele figuren voox-t, die fel stre
den voor de lotsvei'betering van de arbei
ders. De positie van de middenstander zelf
bleef echter vrij stationaix-, omdat men
eigenlijk weinig rekening hield met de ge
volgen, economische zowel als sociale, van
een relatieve achteruitgang daarin. Een
andere belangrijke ooi-zaak van de ver
slechtering moet worden toegeschreven
aan het sociale prestige van deze groep.
Men voelde zich in deze kringen „meer"
(Zie verder de laatste kolom)
primitieve levenswijze ze
zijn gelukkiger dan wij en
de overal loerende dood. Ik
ging erheen met. het plan, de
ontmoeting tussen het. steen
tijdperk en onze westex'se be
schaving uit te beelden, die
mij, als elke westex-ling, het
boeiendste aspect, van Afrika
toescheen. Maar toen ik er
was, heb ik alles vergeten.
Andere dingen gi-epen mij
aan: de wildernis, de vreemde
ï-iten en de wilde dansfeesten
van de negers in hun oor
spronkelijke natuurstaat en
Maar in de donkere jungle en
op de afgelegen savannen
vond ik het in al zijn oer
kracht voortleven. Dat moest
ik fotograferen, omdat het mij
obsedeerde: ik kon aan niets
anders meer denken!"
En wie „Bagax-a" doorbla
dert, die moet erkennen dat
hier een fotografisch meester
werk geschapen is. Er zijn
legio fotoboeken over de
mysteries van Donker Afrika,
maar in geen daarvan is de
essentie van deze stervende
atavistische samenleving zo
de gestage, bloedige oorlogen
tussen mens en dier. Ik weet
het: dat is alleen maar het
oude, anachronistische Afrika,
dat eigenlijk allang dood en
begx-aven had behoren te zijn.
indringend benadex-d als in dit
boek van een jongeman zonder
veel achtergrond, die het
zwarte werelddeel voor het
eerst zag en in een tijdsver
loop van enkele weken tot het
wezen ervan wist door te
dringen. Met deze krachttoer
heeft Ed van der Elsken be
wezen, dat hij inderdaad een
natuurtalent is, zijn plaats
onder de beste reportagefoto
grafen tenvolle waardig.
Geconfronteerd met een
hem volkomen vreemd we
relddeel kon hij zich be
palen tot een eerlijke registra
tie van wat hem trof of ont
roerde, zonder zijn toevlucht
te hoeven nemen t.ot enscene
ren of opzettelijk verwringen
van de werkelijkheid. Wat
hem, als exponent van het
neoprimitivisme der westerse
jeugd vooral biologeerde, dat
waren „de pi-imitieve dans-
orgiën van de inboorlingen
met hun dwingende ritme van
de tam-tam, waaraan ook ik
mij op een gegeven moment
niet heb kunnen onttrekken.
Eenmaal heb ik ui-en lang nun
wilde dansen meegedanst, tot
ik volkomen uitgeput erbij
neerzonk" zoals hij in zijn
boek erkent. Maar van die
nachtelijke dansfeesten heeft
hij ook formidabele platen ge
maakt, waarvan wij er hierbij
een- reproducerenmen-kan er
het hijgen .van de dansers
bijna van afluisteren
Het tweede deel van „Baga-
ra" is het dynamische beeld
verhaal van enkele safari's
jachtpartijen op grof wild
waarvan Van der Elsken er
enkele meemaakte. Fotogra-
fisch knap werk, maar de
bloederige taferelen, die hier
in afgebeeld worden, zijn naar
onze smaak toch wel erg cru,
ook al worden die foto's dan
gepresenteerd als een soort
propaganda tegen dergelijke,
meestal zinloze slachtpartijen.
De tekst met beschrijvingen
is in een uitslaand katerntje
aan de binnenkant van het
achtex-omslag bevestigd: een
lumineus idee van Jurriaan
Schx-ofer. die ook de uitsteken
de lay-out van „Bagara" ver
zorgde. De tekst, zelf is door
Van der.Elsken op de geluids
band vastgelegd en door Jan
Vrijman „in het Nedex-lands
vertaald". Cliché's en druk
van de n.v. Rotogravure
Maatschappij in Leiden zijn
voorbeeldig.
H. Croesen
STOCKHOLM. (UPl) Kr heerst
leedvermaak onder de automobilisten in
de Zweedse hoofdstad. Het stadsbestuur
dreigt namelijk in een parkeervai te
lopen, die het zelf gezet heeft. Verleden
jaar nam de stad veertig jonge en knap
pe meisjes in dienst, die als parkeer-
spionnen moesten optreden. Zij deden
hun werk met zoveel ijver, dat de spe
ciale rechtbank voor verkeerszaken die
men in Stockholm heeft, begraven werd
onder hun rapportjes.
Van de 50.000 overtreders van het
parkeerverbod, d.ie tot. dusverre dit jaar
gerapporteerd zijn, zullen vermoedelijk
35.000 vrij uit gaan omdat wanneer hun
overtredingen aan berechting toe zijn,
de maximale tijd van twee jaar die
mag liggen tussen overtreding en be
rechting, wel verstreken zal zijn.
De chaotische toestand werd woensdag
aan de openbaarheid prijs gegeven toen
de stedelijke aanklager Martin Lund-
qvist. een dringend beroep op het stads
bestuur deed het personeel van zijn
kantoor en van het hof voor verkeers
zaken te versterken. Om feitelijke pro
cessen te vermijden, wordt door de aan
klager aan iedere overtreder verzocht
schriftelijk schuld te bekennen. Als
deze verklaring bij de aanklager binnen
is, kan een boete worden opgelegd.
Maar, zeide Lundqinst, we kunnen het
niet bijbenen. De achterstand is nu
40.000 gevallen en dit aantal stijgt voort
durend. Als de gewenste personeels
uitbreidingen niet komen, zullen min
stens 35.000 overtredingen genegeerd
moeten worden en dat komt te staan op
een boeteverlies van anderhalf miljoen
kronen.
Lundqvist. heeft het gemeentebestuur
in een moeilijke hoek gedreven. Het ge
val is namelijk, dat de stad de perso
neelsuitbreiding zou moeten bekostigen,
maar de staat gaart de boetes. Al her
haalde malen heeft het stadsbestuur be
pleit, dat het een deel van de boete-
opbrengst. mag houden. Dit verzoek aan
de regering zal nu wel hernieuwd
worden-
Tweeëntachtig van de modernste voor
beelden van de Amerikaanse schilder
kunst zullen van 17 oktober tot 23 novem
ber onder de titel „The New American
painting" in het Stedelijk Museum te Am-
stei-dam te zien zijn.
De tentoonstelling, die als onderdeel van
het internationale programma van het mu
seum of Modern Art te New York wordt
gepresenteerd, is vorige week te Berlijn ge
sloten en is daai-voor reeds te Bazel, Mi
laan en Madrid getoond.
Op initiatief,van de Amsterdamse kunst-
raad is, opgericht de stichting „Het Am
sterdamse grafische atelier", die in de
Wittenburgerstraat een atelier heeft inge
richt, waar beeldende kunstenaars de ets
en lithotechniek kunnen beoefenen. De
ets- en lithopersen op de drukkerij raken,
als gevolg van de ontwikkeling der druk
techniek, geleidelijk buiten gebruik en ver
dwijnen. De aanschaffing van een pers is
voor de meeste kunstenaars, die niet al
leen grafici zijn, niet alleen vrij kostbaar
maar ook bezwaarlijk als men niet over
voldoende i-uimte beschikt voor plaatsing.
Kunstenaars, die lid moetèn zijn van een
der bonafide ox-ganisaties van beeldende
kunstenaars, kunnen tegen een geringe
vex-goeding van dit atelier gebruik maken.
(Vervolg van de eerste kolom)
dan de arbieder en men meende daarom
niet dezelfde methode, die de arbeiders ge
bruikten, te mogen toepassen om de eigen
eisen kx-acht bij te zetten. Daarom kwam
het maar in beperkte mate tot het vormen
van een eigen vakbond, die zich als hij
kwam, bijna nooit aansloot bij een van de
gx-ote vakcentrales. Men wilde immers
niet met arbeiders in één vereniging zit
ten! Ook staken was taboe. Dit middel
werd veroordeeld als ongeschikt voor „fat
soenlijke mensen". Wij stellen het hier
wat scherp, maar in feite lag de situatie
zo en niet anders.
Nu de middenstand langzamerhand de
wrange vruchten van deze houding gaat
plukken, wordt men zich ervan bewust
dat er iets gedaan moet worden, voordat
de toestand nog verder is verslechterd. De
middenstand is sociaal en economisch
van gx-ote betekenis en niemand is gebaat
bij een achteruitgang van zijn kracht. Uit
zijn gelederen worden de bezetters van
middelbare en leidinggevende functies ge-
reerqteerd, de onderwijskx-achten, de ho
gere technici, de academici, het hogex-e ad
ministratieve personeel. Deze mensen le
veren een uiterst belangrijke bijdrage aan
onze nationale welvaart, zij geti-oosten
zich vaak grote offex-s voor de opvoeding
van hun kindex-en. die later functies vei-vul-
len, welke van gewicht zijn voor allen. In
middenstandskringen vindt, men het dan
ook niet meer dan billijk, dat men een ver
houdingsgewijs redelijk inkomen ver
dient. Over het algemeen staat men echter
onwennig tegenover het gebruik van ge
weld om aan zijn trekken te komen. De
reeds geconstateerde stakingen zijn ech
ter een teken aan de wand. Er blijkt uit,
dat goedgeorganiseerde groepen midden
standers, hoe kl in op zichzelf ook, hun niet
zo erg machtige, maar toch wel lange arm
kunnen laten voelen. Tevens kan men uit
deze korte conflicten concluderen dat men
hier en daar het geduld begint te verliezen
over gedurende vele maanden vruchteloos
gevoerd overleg.
Het is nu maar te hopen, dat men zich
in verantwoordelijke kringen rekenschap
geeft van deze situatie, die allerlei be
denkelijke gevolgen kan hebben. De met
zoveel zorg tot stand gebrachte arbeids-
vrede, daarin overleg de plaats heeft in
genomen van strijd, kan er door in ge
vaar komen
W, Langeveld