VOOR JULLIE CATERINA VALENTE Overal thuis Een bewogen middag ll§lil8>A v-WA^ de stormloop in duizend dagen naar het succes van een circuskind Vergeetachtigheid viert hoogtij op de Expo IF IE IE ST Incarvillea Erbij Schat voor de bruid Paard en wagen Emir Fahed Ben Abdel Aziz, de Saoe- di-arabische minister van onderwijs en broer van koning Saoed, is te Cairo in het huwelijk getreden met een Egyptisch meisje van 18 jaar. Volgens de Egypti sche pers heeft hij zijn bruid juwelen ge schonken ter waarde van 1 miljoen gulden en verder 300 japonnen van Christian Dior en een bedrag van 150.000 gulden. De fa milie van de bruid kreeg van de 40-jarige bruidegom bovendien zes nieuwe Ameri kaanse auto's. HET VERHAAL van het succes van Caterine Valen te is een van die merkwaardige voorbeelden van de cerrassingen, die het leven soms kan brengen. Nog niet heel lang geleden was Caterina een circusartieste :onder bijzondere bekwaamheden, zonder bijzondere toekomstkansen. Nu is zij een befaamde zangeres, een beroemde actrice met vele films op haar naam, met negen miljoen grammofoonplaten, bewoonster van een huis van bijna driehonderdduizend gulden en moeder eon een zoon, die Erik. heet. Dat alles is plotseling gekomenLetterlijk in duizend dagen tijdis is Caterina Valente een ster geworden, wier naam iedereen kent. Zij is ongetwijfeld de grootste ster in de Duitse kringen van zang, film en variété, zeker een der best betaalde. Vijf jaar geleden was zij een circuskind, deel uitmakend van de befaamde „Valente"-groep, die onbarmhartig streng werd geregeerd door de moeder. Haar moeder wordt „de vrouwelijke Grock" genoemd, een van de populairste der overigens zeldzame vrouwelijke clowns ter wereld, die dertig muziekinstrumenten bespeeld. CATERINA werd al op haar vijfde jaar opgenomen in de „Valente"-groep. Haar rader trad op als de accordeonvirtuoos Di Zazzo, haar broers Silvio en Pietro maak ten deel uit van de troep, het jongste zusje, jvina, behoorde daar eveneens toe. De Va- lentes leefden comfortabel, voorzover men reizen en trekken en wonen in een kermis- aanhangwagen, hoe modern en gerieflijk ook ingericht, comfortabel kan noemen. De goeder hield de teugels met ijzeren hand. De troep moest bijeen blijven. Dat was ook «n van de redenen, dat zij Caterina niet wilde loslaten, hoewel deze meermalen be wezen had geen enkel talent voor het cir cus te hebben. Caterina Valente was een figurante, een meisje dat erbij stond, dat dingen aangaf, dat zich op de achtergrond hield. Zij wilde zelfstandig zijn en haar goeder niet om elke cent vragen, die zij nodig had. Maar moeder hield niet alleen de teugels, doch ook de koorden van de beurs. Zelfs de vader had niets bij haar in ie brengen. De jongens waren haar gehoor zaam. Caterina was de rebel van de troep. CATERINA VALENTE bleef bij haar moeder zeuren om te mogen zingen. Tenslotte gaf deze haar verzet op en siond haar dochter toe het te proberen. Alles mislukte echter. Caterina maakte een filmtest in Parijs, waar niets van terecht kwam. Men vond haar mager en lelijk. Ze mocht proefzingen voor Radio Luxemburg: Die stem van u is niet om aan te horen!" kreeg ze te horen. Dat was een harde noot om te kraken voor Caterina, maar zij vond troost bij haar moeder, die het wél goed vond, dat haar dochter nu wel gedwongen was bij „de troep" te blijven. Dat nam niet weg, dat ze haar dochter keer op keer wist te vertellen, dat ze niets kon en blij moest rijn dat ze tenminste een plaats bij een lékende troep als de Valentes had. De eerste lichtstraal in het wat eenzame en uitzichtloze leven van Caterine Valente tcos Erik, een jongleur, die zij in Hamburg teerde kennen. Het was de eerste man in har leven en zij was er op slag wég van. voor de ra.dio en televisie, maakte de eerste grammofoonplaat met haar en werd zo doende de aanleiding tot een eerste film engagement. HET GROTE SUCCES kwam als een stormwind. Grammofoonplaten: Malaguena, The Breeze and I, films: Casino de Paris, Abends in die Scala Caterina Valente haalde haar broers naar de film en verzoende zich met haar moeder. Ze verdiende veel geld en kon zich een huis met dertien kamers en een zwembad in Oberflockenbach bij Mannheim kopen, 5 dat wegens de vreemde vorm algemeen „sigarenkist" wordt genoemd. Haar leven is gevuld met reizen, trekken en optreden. Binnenkort komt zij naar Nederland en België voor een serie speciale concerten. Er is geen twijfel aan: Caterina Valente is een Europees succes. Wellicht zal zij nog wel eens in Amerika belanden. Zij zingt en spreekt vele talen: Frans. Duits. Engels, Italiaans, Spaans en zelfs een beetje Vlaams, dat zij in het circus leerde. Maar haar grote trots is de kleine Erik, drie kleine Erik heeft zelfs zijn ijzeren groot- maanden oud, de nieuwe generatie. De moeder weten te vertederen. Cateri ic Velen!e Nog een paar weekjes Expo en het is voorbij. Niet helemaal trouwens. Er blijft van alles achter en heus niet alleen paviljoenen. Wat is er al niet verlóren op de Expo! Mensen, dieren en dingen. De eersten kwamen wel weer op de goede plaats terecht, maar van de rest blijft heel wat over. Je kon in de afgelopen vakantie maanden geen kwartier tussen de paviljoenen lopen of je hoorde de luidspreker galmen: „De ouders of de leiders van groepen die kinderen verloren hebben, worden dringend verzocht zich naar de ontvangsthal te begeven". Een paar jaar geleden was Geertje uit een klein dorpje naar de stad verhuisd, 'n Peuter van een jaar of vier was ze toen en ze-had, nu ze zeven was, nog m.aar een héél vage herinnering aan „vroeger". Het drukke stadsleven en de nieuwe vriendin netjes hadden haar helemaal in beslag genomen. Moeder vertelde, door eigen heimwee gedreven, nog vaak over de ge beurtenissen uit het dorp en over de ooms en tantes, die daar nog woonden. De belangstelling was niet bijster groot bij Geertje, maar nu was deze toch plotse ling gewekt, want moeder had verteld, dat er een bruiloft zou komen: oom Harm en tante Toos waren vijfentwintig jaar ge trouwd. Het zou een luisterrijk feest wor den en Geertje mocht met vader en moe der mee om dit heugelijk feit te vieren. Ze kwam niet uitgevraagd en moeder, geluk kig haar dorp weer eens terug te zien, fan taseerde over het aanstaande feest zoals zij zich dat graag voorstelde. Langzamer hand werd voor Geertje de bruiloft als een sprookje met mooi uitgedoste mensen, grote taarten, limonade en muziek! Ze tel de de dagen, die ze nu nog moest wachten en bekeek telkens het rose nylon jurkje: zo iets moois had ze nog nooit gehad! Ein delijk was het dan zo ver. Ze huppelde trots tussen vader en moeder in naar d.e trein! Lopend door het dorpje, begon ze zich alles weer te herinneren: de kerk, 't café en de dikke boom op het plein. Even later stond ze in een kamer vol mensen: het feest van Oom, Harm en tante Toos. 't. Was er al erg rumoerig, papieren slingers hingen door de hele kamer, oom en tante zaten op versierde stoelen en de gasten hadden reeds de graad van pret bereikt, die men aan de lege flessen en volle glaas jes toetsen kon. Geertje werd door ieder een geknuffeld, ze werd er angstig van, vooral ook, omdat ze geen andere kinde ren zag. „Kom eens hier meid" zei joviaal oom Harm, en zette haar een feesthoedje op, gaf haar een toeter en hing haar een papieren sjerp om. „Ziezo, je ziet er fijn uit, dat mot ook, 't is feest!" Doodongeluk kig voelde Geertje zich opeens, in een spiegel zag ze het malle punthoedje met een bos gekleurde veertjes, de grote men sen hadden haar vergeten. Ook vader en moeder, die ze als een steunpunt zocht, waren in druk gesprek met de anderen; ze hadden zoveel nieuwtjes in te halen! Ze wilde hier weg, ze vond het naar bij oom Harm en tante Toos! Ongemerkt glipte ze d.e deur uit, naar buiten. Tegen de muur ging ze staan, doelloos, verloren in ho.ar eenzaamheid. De ontspanning kwam met de huilbui. Ze boende met haar knuistjes in haar ogen, de tranen maak ten vuile strepen op haar gezichtje. Mal stond daarboven het feesthoedje, stijf hield ze de toeter in haar handje, de sjerp, van paars en geel papier, vloekte tegen het zachte rose nylonjurkjeVrouw Teunis- sen van de slager kwam voorbij en keek verbaasd naar 't aangetakelde kind. „Wat is er liefje?" vroeg ze meewarig. En met lange huilgieren snikte Geertje: I-k h-e-b fe-est!" Mies van Oss HET WERD een langdurige en moei- zame romance, want mama paste, zeldzaam goed op haar dochter.. Ze had allang gemerkt dat er kapers op de kust waren. Toen ze echter besefte, dat het ernst was, veranderde haar houding. Ze stelde Caterina een ultimatum: „Je laat die jongleur lopen of je verlaat de troep! Ver raad duld ik niet!" Caterina huilde tranen net tuiten, maar moeder was onverbidde- ijk. De discipline moest gehandhaafd blij ven onder alle omstandigheden. Erik en Caterina trouwden in Berchtesgaden na ren hartroerend afscheid van de vader, de broers en het zusje. Caterina werd de as sistente van haar man. Ze stond bij hem in de piste of op het toneel en gaf hem aan, wat hij nodig had. Erik verdiende behoorlijk geld en de woonwagen van het jonge paar was zo luxueus ingericht als met een huis op wie len maar mogelijk is. Ze reisden half Euro pa door en Caterina begon al te berusten in het feit, dat ze nooit beroemd zou wor sen, toen het lot ingreep M IN ZWITSERLAND had Erik met zijn assistente in het circus van Grock een engagement te vervullen. Op een dag lieten twee acrobaten verstek laan en werd Caterina door de Grock uit- lanodigd om te zingen. Het bleek, dat hij baar vaak had horen zingen en zeer met baar stem was ingenomen. Het eerste zelf standige optreden van Caterina had in Solothurn plaats. Zij repeteerde de hele middag lang drie liedjes met. het orkest. Ze was doodzenuwachtig, toen ze moest optreden. Maar het eerste liedje gaf haar seeds het zelfvertrouwen terug. Het had de veelzeggende titel „Mijn ouders waren er altijd op tegen...." en ze zong het met overtuiging en nadruk. Het toeval wilde, dat de bekende Duitse orkestleider Kurt Edelhagen aanwezig vos. Hij haastte zich Caterina Valente ver- <fer te „ontdekken". Hij nam. haar mee op '■on tournee door Duitsland, bracht haar In 'de afdeling voor zoekgeraakte kinde ren waren dagelijks de hostesses druk be zig in evenveel talen de voortvarende pio- niertjes te troosten, die de veilige moe derhand hadden losgelaten. Op Nederland se stranden zie je in de bewaarplaatsen voor verdwaalde kinderen meestal blon de kopjes. Hier echter zat het mistroosti ge Franse knaapje naast het verdwaalde Afrikaanse kroeskopje en de kleine Span jaard die hier wat meer deed denken aan een zoet-droevige plaat uit de vorige eeuw dan aan het land van de stieren vechters. Onze vrijgevochten Nederlandse kinde ren zijn ook al bij tientallen verloren en teruggevonden. Men had het in de bewaar plaats zó druk, dat men beslist weigerde de naam van een verdwenen man om te roepen, die door zijn vrouw ijverig werd gezocht. „Zoek geraakte mannen", zo meende men met Brusselse ervaring, „ko men gewoonlijk vanzelf weer terug". En wat wordt er al niet teruggevonden i ER ZIJN MANNEN, die houden niet van Hinkelen. Ik begrijp dat niet. Ik heb er, al ik het zelf. wel. kaas van gegeten. Met Hinkelen moet. je dan ook in een kaas- Hinkel beginnen, dan krijg je er nooit ojnoeg vanWanneer mijn vrouw zegt: Jkvioet vanmiddag d.e stad in, ga je mee?" don ga ik mee. Vrolijk keuvelend reppen He ons voort. Ik ken nu al heel wat win kels. De Vries en Te Winkel bijvoorbeeld. ?n de Winkler Prins, goede winkels zijn dat. Voor de winkel van Sinkel mag ik altijd graag staan kijken. Die is enorm Bespecialiseerd- Hoeden en petten en da- otescorsetten. Het is maar dat de lezer ^oet dat ik mijn mondje kan roeren als «et ouer winkelen gaat. «Hé!", zegt mijn vrouw, „kijk, daar, aan de overkant!" •Wat is er aan de overkant?" vraag ik. «Ik zie iets leuks liggen", zegt mijn vrouw. We gaan naar de overkant. Maar als we oen de overkant zijn, ontdekt mijn vrouw oar! de andere kant weer een overkant en <ton wordt het net het spelletje van „lieve 'chipper vaar mij over". We lopen alle overkantjes eraf. Het houdt er wel de pas in natuurlijk. Tegen de Lijd dat ik me aj- vraag of ik. dat nu wel allemaal over mijn kant kan laten gaan. schiet ze een winkel binnen. Uit de rijen juffrouwen maakt er zich een los. Zij komt met fluwelige tred op ons af en vraagt, terwijl ze mij diep in de ogen kijkt: „Mevooi, wat mag het wezen?" Mijn vrouw zegt wat het wezen mag. Ik vraag mij af wat het wezen mag. Ik ben de hele tijd met die juffrouw afwezig. Dan is mijn vrouw klaar„Wilt u maar aan de kassa afrekenen, mevooi?" zegt de juf frouw. Ze kijkt mij weer aan. Nu begrijp ik wat het wezen mag. We gaan de winkel uit. Mijn vrouw straalt. „Zie je wel", zegt ze, „dat je daar goed kunt slagen!" Ik denk aan de keren dat ze daar niet slaagdeBij zulke gelegenheden gebruikt ze mij alleen als alibi. Thuis herinnert ze zich opeens dat ze nog bij de kruidenier langs moest. Maar ze is moe. Als de juf frouw daar met mij klaar is, vraagt ze met de nonchalanche der routine: „Bent u ver der niets vergeten?" Nee, zeg ik, ik niet. Maar mijn vrouw Michael Réty op de Expo! Daarvoor moet mén de in ventaris eens zien van het bureau voor gevonden voorwerpen. Zij aan zij liggen daar een schuiftrompet, een tas met twee paar schoenen, een karbies met boterham men en een scherp, puntig broodmes van een halve meter lengte! Ra, ra, hoe ver lies je dat? Wij vrouwen hebben het weer gedaan, volgens de Expo-oppassers die al die voor werpen dagelijks aanbrengen. Zij vonden vele schoenen, soms tassen met diverse paren, soms één schoen, soms ook pan toffels. Nog niet zó onbegrijpelijk, als men bedenkt welke afstanden er afgelegd moe ten worden om tenminste het allerbelang rijkste van de Expo te zien. Vele dames nemen dus een extra paar schoenen mee en wie zal het de Belgen euvel duiden, dat zij de geruite pantoffels —die welhaast een nationale dracht zijn bij zich heb ben? De in het groen geklede oppassers vin den echter ook corsetten en andere linge rie, die te boek worden gesteld naast jur ken, kousen, hoeden en vesten. Gek genoeg verliezen de heren nagenoeg geen kledingstukken of schoenen. Zij zijn waarschijnlijk tevreden met het dragen van de tas, die hier „kabas" heet, van madame. Daarentegen verliezen de mannen het pasgekochte Expo-dasspeldje maar ook hun horloges en welgevulde portefeuilles, van welke verliezen ten onrechte soms de zakkenrollers de schuld krijgen. De inhoud van die portefeuilles gaat van luttele francs tot duizenden francs en ook van een foto van de familie-huishoudster tot die van Brigitte Bardot. Al deze voorwerpen worden netjes ingeschreven en als ze niet dezelfde dag worden opgehaald, gaan ze naar de politie. Meestal worden de verlo ren bezittingen niet vlug teruggevraagd, ook al omdat velen denken dat ze besto len zijn. Maar er zijn méér eerlijke vin ders op de Expo dan men zou denken. Het is zelfs verboden de oppassers een fooi te geven. Ze doen slechts hun" plicht, zo zegt men. Maar die plicht kan wel eens heldhaftigheid worden, als er een los brief je van duizend francs zo maar op de grond ligt. Dat dacht men op de Nederlandse ambassade ook en daarom ontving de dienst voor gevonden voorwerpen een dankbrief uit naam van vele landgenoten en op die brief zijn de mannen in het groe ne uniform trots. Ook al zijn er mensen, die het doodgewoon vinden, dat soms heel grote bedragen op het bureau liggen tc wachten op hun eigenaar. Wat gaat er echter na de Expo gebeuren met de voorraad vesten, parapluies, tas sen, manden en fototoestellen? Met de portemonnees, oudbakken etenswaren en met dat broodmes? En met de vreemdste vondst vén de Expo: een plastic kunst oog? Hoe is het mogelijk, dat iemand dat heeft verloren en hoe valt het te rijmen, dat hij niet eens is gaan zoeken...? R.-K. Kraamverzorgsters. De Neder landse R.-K. Bond van Kraamverzorgsters heeft in de Deventer schouwburg zijn alge mene jaarvergadering gehouden. Dr. A. Melchior uit Haarlem hield een lezing over de wijze waarop in de binnenlanden van het mandaat Tanganjika de geboorte van nieuwe wereldburgers en de „kraamver- zorging" geschiedt. Hij vertelde onder meer dat de kindersterfte in dit deel van de wereld 65 pet bedraagt en dat de mis sie er goed werk doet met het verzachten van de onmenselijk® methodes, die daar worden toegepast. Incarvillea's biedt men ook wel aan onder de naam van tuin-gloxinia en in derdaad doen de mooie roze of purper kleurige bloemen er in schoonheid en vorm wel een beetje aan denken. Aller liefste tuinplanten die vooral op de voor grond in de border uitstekend tot hun recht zullen komen en die ook een zonnig plekje verlangen. Ze groeien het best in een humusrijke zanderige grond. Spit er wat oude koemest onder, maar geen verse stalmest. Indien de grond voldoende hu mus bevat, kan men ook heel goede resul taten bereiken met de bekende tuin- en gazonkorrelmest. Incarvillea's kan men nu bestellen. Zo dra men ze ontvangt, dienen ze dan op de voor hen bestemde plaats gepoot te wor den. Ze zijn niet helemaal winterhard en het is dus nuttig hen na het poten of legen het invallen van de winter met een laagje turfmolm af te dekken. Misschien is het beter voorlopig een stokje te plaat sen waar ze gepoot zijn; tegen de winter kan men ze dan afdekken. G. Kromdijk Zeven keer. Voor de zevende keer heeft de Rotterdamse politie proces verbaal opgemaakt tegen een 56-jarige magnetiseur uit Rotterdam, wegens onbevoegd uitoefe nen van de geneeskunst Toen de recherche in zijn spreekkamer kwam zaten er vijftien patiënten op consult te wachten. Op zijn lijstje stonden er echter nog 70, die die dag behandeld zouden moeten worden. Voor elk consult rekende hij f 2.50. GISTEREN werd Wim tien jaar en als verjaarsgeschenk verrasten zijn ouders hem met een mooi aquarium. Dat was wat! Daar kreeg hij nu pre cies waar hij al zo lang naar verlangd had. Vader zei erbij: „Je hebt nu zo'n mooie glazen bak, die zullen we sa men bewoonbaar maken, maar daarna moet je zelf maar voor visjes en plantjes zorgen". „Oh, wat vind ik dat fijn, vader." Wim vloog zijn vader zo maar om de hals. 's Middags werd de bak goed schoongemaakt, op de bodem klei ge legd, daarop flink gewassen zand en verder gevuld met water en weggezet. Wim kon haast niet wachten om er op uit te trekken voor het zoeken naar vis jes en planten, maar hij mocht pas gaan als hij een vrije middag van school had. DIE MIDDAG kwam! Samen met zijn vriendje Hans trok hij er op uit. Zijn kleine zus Nelleke, die altijd met broer Wim mee kocht, was er nu ook bij. Het was mooi weer en vrolijk gin gen ze op stap met vangnet en busje. Zii wisten ergens een sloot, die vol kroos zat en wemelde van stekeltjes. Het drietal tippelde al zingend en flui tend voort en spoedig kwam de sloot in zicht. Deze was vol van leven. Kever tjes en torren snorden. Op het water, dat open lag tussen de dikke plakken kroos, schreven de schrijverkens. De waterlelie bloeide en vele gele en witte bloemen staken hun kopjes omhoog. Een kikker sprong met een plons van een lelieblad het water in. Libellen scheerden ver het water. In het riet broedde een waterhoentje. „Kijk eens, Wim, hoe mooi dat diertje daar zit!" zei Hans, „We gaan wat verderop Hans!"antwoordde Wim, want hij wil de de broedende vogel niet storen. Daar hoorden ze het gezang van de kleine ka- rekiet, die schommelde op een rietsten gel. Het wijfje zat daar te broeden op vier pieterig kleine eitjes. NELLEKE WERD in het gras gezet om te spelen. De jongens deden hun schoenen en kousen uit en stapten aan de kant de sloot in. Op de bodem kroop een posthoornslakje over een steentje. Wim nam het op en deed het in het bus je, dat Hans vasthield. Er kwam wat kroos mee, dat ook in het busje ging, alsmede een takje waterpest. Het klei ne grut, zoals wat torretjes en koker juffers, dat ook meegekomen was, ging terug de sloot in. Nu nog wat bronmos, waterhoorn en een paar posthoorntjes. Daar kwam een poelslak naar boven en klampte zich vast aan een takje wa terpest. „Die lelijkerd mag in de sloot blijven, want die eet de waterplanten op!" zei Wim. Juist hadden ze ook nog een stekel baarsje gevangen, toen Wim aan zijn zusje dacht. In hun ijver hadden ze Nel leke helemaal vergeten. Ze keken naar alle kanten, maar tot hun grote schrik was zus nergens te bekennen. Wat een angst! Ze legden vangnet en busje aan de kant en gingen op zoek. WAT WAS ER intussen gebeurd? Nelleke was bloemen gaan plukken hier een boterbloem, daar een made liefje, verderop een paardebloem en wat margrieten. Wat een mooie bloe men overal! Zo ging ze al verder en verder. Maar wat zag ze daar toch! Dicht aan de kant van de sloot stond een prachtige gele bloem van de wa terlelie, net een kluitje boter, dat op een blad in de zon lag te smelten. Die wil ik plukken, zei ze, maar toen ze haar pak ken wilde was het net of die van haar weggetrokken werd. Die bloem was zo mooi, maar zo heel ver weg en haar armpje was zo kortNog eens pro beren, maar nee hoor, het lukte niet. Wat nu te doen? Ze wilde die bloem hebben. Daar zag ze een grote tak lig gen. Ze nam hem op, reikte ermee naar de bloem en ja hoor, hiermee raakte ze de bloem van onderen aan. Nu nog een stapje, maar ohwat was dat? Daar gleed ze de sloot in. Wat een schrik! Ze probeerde naar de kant te komen, maar gleed hoe langer hoe verder weg. „Wim, Hans, help, help!" gilde ze, maar de jongens hoorden haar niet en er was niets waaraan ze zich kon vast grijpen. „GA JE MEE met baasje?" zei Ka rei, die met de riem in zijn hand de ka mer in kwam tot Kazan. Blij sprong de hond op en liet gewillig de riem vastma ken. Kazan vond de riem niet prettig. Maar hij wist dat, als de drukke straat waarin Karei woonde, achter hen lag, de riem los ging en de renpartij begon. Meestal gingen ze door een lange beu kenlaan, aan het einde waarvan de sloot was, waar Kazan dan heen holde om een flinke slok water te nemen. Brave hond, zei Karei en klopte hem op de rug. Kazan kwispelde met zijn staart van vreugde. In de beukenlaan maakte Karei de riem los en daar vloog Kazan weg. Elke keer holde hij terug om te zien of baasje wel volgde. Een eekhoorn rende over de weg, Ka zan achtervolgde het vlugge dier, maar kreeg het niet te pakken, want het vluchtte in een boom. Een groene specht was bezig om insecten onder de schors vandaan te halen. Onder de boom lag het vol houtsplinters, want zo'n specht pikt maar raak en haalt er heel wat af. Ka-ka-ka! Wat krasten die kraaien toch in de beuken. Karei keek omhoog, maar kreeg een beukenoot vlak op zijn neus. Kazan werd steeds uitgelatener, sprong telkens tegen Karei op, die dan maar moest oppassen, dat hij niet om ver gegooid werd. Zo stoeiend kwa men ze op een open plek, waar Karei wat wilde uitblazen. Maar lang duurde dit niet, want een eind voor zich uit za gen ze de sloot al. Kazan maakte aan stalten om weg te hollen, maar wat was dat! Hij bleef plotseling staan, stak zijn kop omhoog en trilde van spanning. Wat hij hoorde, ontging Karei maar, plotseling schoot hij vooruit en rende naar de sloot. Karei holde achter hem aan en zag dan dat een paar jon gens probeerden een klein meisje uit de sloot te trekken. Kazan sprong pardoes de sloot in, zwom achter het meisje om, greep haar beet en hield haar zo omhoog, dat de jongens haar konden aanpakken. Jullie hebben zeker wel begrepen dat dit meisje Nelleke was en dat de jon gens Wim en Hans waren! Wat zag dat Nelleke er uit, maar wat. een geluk dat Kazan nog. juist op tijd gekomen was! Karei was nu ook naderbij gekomen en nam het drietal mee naar het huis waar Wim en Nelleke woonden. Wim was wat bang, dat moeder boos zou zijn. Ze stond al op de uitkijk en schrok hevig, toen ze Nelleke zo toegetakeld zag aankomen. Toen ze echter hoorde wat er allemaal gebeurd was, bleek ze veel te blij om nog boos te zijn. Kazan bleef maar steeds bij Nelleke, die steeds weer de trouwe hond streelde en dan maar zei: „Lieve, zoete brave hond!" NU DACHTEN Wim en Hans pas aan hun vangnet en het busje met de oogst. En Nelleke was zonder bloempjes thuis gekomen. Ze spraken echter af om er dan maar eens opnieuw op uit te trekken en Karei zei, dat hij dan graag mee wilde gaan met Kazan, die er wel voor zou zorgen, dat er met Nelleke niets meer kon gebeuren. Tussen de drie jongens ontstond er een grote vriendschap. Tezamen trok ken ze er geregeld op uit. En als Kazan er bij was. was Nelleke niet thuis te hou den. Zo was er dus nog veel goeds geko men uit deze „bewogen middag". Anita V'g?? eikels, kastanjes, lucifers, pijpe- schoonmakers en een luciferdoosje kun je dit leuke span maken. Kijk goed naar het voorbeeld, dan lukt het vast wel. MUIZENIS Deze muis heeft haar naamkaartje ver scheurd. Als je begint bp het stukje bij haar pootje en je volgt de lijn van let ter tot letter, dan kom je toch gemak kelijk te weten hoe zij heet, als je daar benieuwd naar bent.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1958 | | pagina 17