STEREOFONIE (tiititenstadspwMemeii Een Nederlands boek over de rassendiscriminatie OVEREENKOMSTEN EN VERSCHILLEN VAN HAARLEMSE EN AMSTERDAMSE Erbij EEN „KAPITAAL" PROBLEEM VOOR ALLE BEZITTERS VAN RADIO'S EN GRAMMOFOONS Parkeerprobleem Bereikbaarheid Staan radio, televisie en grammofoon voor een enorme omwenteling, of is er enkel nog sprake van een ietwat onrijpe uit concurrentiezucht te vroeg geannonceerde vinding, die nodeloos het muzikale publiek in verwarring brengt? Mooi bij de tijd ZATERDAG 1 NOVEMBER 1958 PAGINA TWEE v -f \WWf <M' x\Kv5^,3S!y >N^' 4*U'Ï «'«Li ,-; (Van een bijzondere medewerker) DE FIRATO, de grote tentoonstelling in Amsterdam waar men „alles" op het ge- geluidsweergeving weer tot het ver- enerzijds een diep vorderingen der tech- helaas, een nauwe- i'arring onder het publiek. Deze Fira- teken van de ste- driedimensiona- tentoonslellingslei- van exposanten het morgen zon- kunnen stellen tijd ten achter te nog een Neder- een of andere elektrische geluidsbron binnen zijn muren heeft. Theoretisch zijn niet alleen radio, televisie en grammofoon bij de stereofo- nie betrokken, maar even goed de tele foon. de geluidsversterking in zalen en nog veel meer. Daarom betekent de ste- reofonie -- als ze werkelijk de waarde heeft die men haar toeschrijft een dras- WAT IS STEREOFONIE eigenlijk en desgewenst intiem genieten. Wij kunnen wat wil zij? In beginsel is dat vrij gemak- er onze stoel dichtbij schuiven en het ge- kelijk te zeggen. De natuur heeft ons uit- luidsvolume heel bescheiden aanpassen gerust met twee ogen en twee oren. Niet aan onze persoonlijke behoefte, met een om er één in reserve te hebben, maar om minimum aan stoornis voor anderen. De „diepte^' te kunnen waarnemen. Houd eens een potlood of uw wijsvinger op tien centimeter vóór de punt van uw neus. Knijp beurtelings linker en rechter oog dicht. U ziet dan dat potlood of die vinger heen en weer springen. U dacht, dat u met beide ogen hetzelfde zag. In werkelijkheid ziet u twee net even verschillende beel- stereofönie echter vult. met haar in twee hoeken opgestelde luidsprekers de hele ka mer met een ware orkaan van klanken, tot wanhoop van gezinsleden en buren die niet óók wensen te luisteren. Goed. dit ge luid is „echter" en heeft meer „cuepte Maar als wij dat in onze toch al te ru moerige wereld moeten betalen met nog den. U kijkt met twee ogen als het ware veel méér lawaai, is de prijs te hoog. om de voorwerpen heen. De combinatie Er zijn nog veel méér bezwaren en on- van de twee beelden geeft de indruk van gemakken. Voor een gaaf resultaat is niet diepte en is onder meer van beslissende alleen de plaats van belang waar de luid- betekenis voor het schatten van afstanden. Bij het horen gaat het net. zo. Geluid dat ons bijvoorbeeld van links nadert, bereikt eerst ons linker en daarna pas ons rechter oor. De twee geluidsindrukken verschillen een fractie van elkaar en juist daardoor kunnen wij vaststellen, dat het geluid van links komt. Door met twéé oren te luiste ren. horen wij „diepte" in het geluid. Nu is een microfoon, die in de concert sprekers komen, maar ook de plaats waar u zelf ten opzichte van die luidsprekers gaat zitten. Tien tegen één zult. u uw ge liefde plaatsje aan de haard of bij het raam moeten opgeven, wilt u voor uw du re geld niet een nog veel onevenwichtiger geluid horen dan voorheen. Ook het zui ver instellen van het „tweekanalige" toe stel is veel moeilijker dan van het enkel voudige. De stereofonische apparatuur is voorts aanmerkelijk gevoeliger voor tril- rechtsteeks aangaat. zaal muziek opvangt om die via radio of tische aanslag op ons aller beurzen. Ze grammofoon in onze huiskamer te bren- lingen, schokken, stampen op de vloer, vormt een probleem dat bijna elk van ons gen< één oor. Zelfs wanneer men een hele Dan het platenrepertoire. Op het ogenblik batterij microfoons opstelt, monden die zijn er zó weinig stereofonische platen, normaal in één elektrisch „kanaal" uit. dat voor de verfijnde muziekliefhebber Ook al luisteren wij naar onze radio met van werkelijke keuze geen sprake is. Alle twéé oren, dan horen wij toch het resul- reclamefrasen ten spijt zal de keuze pas taat van één oor. Stereofonie echter luis- werkelijk omvangrijk worden, als de ste- tert al in de concertzaal met twéé oren. reofonie gemeengoed wordt. En dat. staat, Dat wil zeggen: men gebruikt niet alleen ernstig te bezien. Hier is dus sprake van twee microfoons of twee groepen micro- een vicieuze cirkel. Ten slotte: iedereen foons, maar men brengt het resultaat weet, hoe kwetsbaar „gewone" langspeel- daarvan ook langs twéé elektrische kana- platen al zijn. Stereofonische platen zijn len (met twee versterkers, twee zenders, door hun „dubbelregistrerende groeven" enzovoorts) naar onze huiskamer. Daar nog veel kwetsbaarder. Zorgeloze lieden (Van een onzer redacteuren ER BESTAAT een opmerkelijke over eenkomst tussen de sledebouwkundige pro blemen (met name die welke op de bin nenstad betrekking hebben) èn hun oplos sing van Amsterdam en Haarlem. Wanneer men de uitgangspunten van het Haarlemse Verkeersplan van 1954 ver gelijkt met die van het een jaar later aan de Amsterdamse gemeenteraad uitge brachte rapport over de hoofdstedelijke binnenstad, dat thans het gemeentebe stuur tot richtlijn voor het te volgen be leid dient, verneemt men heel wat gelijk luidende klanken, al zijn er natuurlijk ver schillen in intensiteit en omvang der vraagstukken. Zowel in Amsterdam als in Haarlem gaat men uit van de noodzaak de binnen stad te omsingelen met ringwegen en waar mogelijk gemakkelijker bereikbaar te ma ken. Men wil daarmee een tweeledig doel dienen: voor het doorgaande verkeer, dat in het centrum niets te maken heeft, moe ten zodanig aantrekkelijke alternatiefwe gen worden geschapen dat de weggebrui kers deze zullen prefereren, aan de ande re kant moet het verkeer dat wel in de binnenstad een doel heeft in het centrum zo goed mogelijk kunnen doorstromen. Men is in beide steden tegenstander van de afsluiting van straten voor het verkeer: dat dient drukke winkelstraten uit eigen belang te mijden. Op die manier voor komt men ook een verstarring van de „city" tot een museumstad, eerder wil men de nalatenschap van historische schoonheid meer onder de aandacht van stadgenoot en vreemdeling brengen door ze bewust deel te doen zijn van een levend organisme. IN DE UITWERKING van deze algeme ne beleidslijnen zijn er echter ook vrij gro te verschillen op te merken tussen de Am sterdamse en de Haarlemse aanpak van het binnenstadprobleem. Nu kan dat het gevolg zijn van de omstandigheid, dat het Amsterdamse rapport over de binnenstad een aantal elementen voor een structuur plan behelst, waarop Haarlem nog steeds wacht. Een andere belangrijke factor is, dat de Amsterdamse „city" zowel door haar oppervlakte als door haar structuur aanzienlijk meer ruimtelijke mogelijkheden openlaat dan de Haarlemse. In Amsterdam spreekt men bijvoor beeld veel over de dislokatie van ver- keersaantrekkende elementen in de bin nenstad. Genoemd kunnen worden: de ver plaatsing van het bodecentrum naar de Zeeburgerdijk. waardoor de Nieuwe Zijds Voorburgwal als verkeersader aan bete kenis kon winnen, de verplaatsing van een aantal grote kantoren naar de Wibaut- straat, de bouw van het Gemeenschappe lijk Administratiekantoor aan het Bos en Lommerplein, drie uit vele voorbeelden. Men vergete echter niet dat de Amster damse „city" dat is alles wat zich be vindt tussen IJ en Singelgracht (de ring van Nassaukade, Stadhouderskade en Mauritskade) met de onmiddellijk daar aan grenzende te saneren wijken als de Pijp en de Dapperbuurt oneindig meer mogelijkheden voor die dislokatie bieden dan in Haarlem te vinden zijn. Een be langrijk deel van de Amsterdamse binnen stad is trouwens wederopbouwgebied. De vroegere joodse wijken worden getrans formeerd in een nieuw kwartier met rui me straten en purkeergelegenheden, wel ke gegroepeerd worden om de tunneltra verse. In de Muiderstraat en Weesper- straat is daarmee een bescheiden begin gemaakt, maar de financiële belemmerin gen verhinderen een spectaculaire voort gang. Dat. weerhoudt ook vele bedrijven thans reeds ervan een vestiging in 't oos telijk deel van de „city" te kiezen: de overheid moet altijd enorme investeringen doen alvorens ook pai-ticulieren de aan trekkelijkheid van nieuwbouw in een ge saneerde omgeving inzien. Eerder is ves tiging trouwens ook niet mogelijk. Vast staat dat een potentiële belangstelling ver ondersteld kan worden, want talloze be drijven zijn thans in de city veel te krap behuisd. DE PARKEERPLAATSEN vormen tus sen Amstel- en Spaarnestad een tweede verschil. Hoewel het parkeerprobleem ook in de Haarlemse binnenstad wel degelijk zichtbaar is, kan zeker nog niet gesproken worden van een „benauwend vraagstuk". In Amsterdam is het dat wel, op alle werkdagen van de week. Het opmerkelij ke echter is dat in het Haarlemse Ver keersplan in de oude binnenstad drie gro te open ruimten zijn ontworpen als par keergelegenheid, namelijk één bij de zui delijke oost-westtraverse ter hoogte van het Nieuw Heiligland, een bij de noorde lijke dwarsverbinding ter hoogte van het Schapenplein en tenslotte nog het Doelen plein bij het toekomstige politiebureau. In Amsterdam is men niet tvan zins drasti sche oplossingen te zoeken voor de toene mende dispariteit tussen het aantal perso nenauto's en de parkeerruimte. Dit zou het stedebouwkundig monument, dat Am sterdam is, op ontoelaatbare wijze aan tasten. waarvan sommige reeds tot stand zijn ge komen, zijn langs de Singelgracht gepro jecteerd. Wethouder Van 't Huil hoopt dat het particulier initiatief zal voorzien in de bouw van parkeergarages. HET IS DUS VERKEERD de Amster damse binnenstad als het uitsluitende do mein van de voetganger voor te stellen, al wordt het stadsbeeld vooral in de mid daguren wel door talrijke voetgangers ge kenmerkt. Men kan in dit opzicht het best aan Brooklyn denken, waar de overgrote massa der lutomobilisten de voertuigen op een parkeerplaats achterlaat, maar desondanks nog een druk rijverkeer over blijft. WIJ VROEGEN de wethouder eveneens naar zijn oordeel over de bereikbaarheid van de binnenstad. Mr. van 't Huil gaf toe dat het daarmee juist aan de Haarlem se kant niet zo best is gesteld. Haarlem merstraat. Rozengracht en Leidsestraat zijn als verkeersaders ten enenmale on voldoende. De verbetering wordt ook in dit geval belemmerd door het tekort aan financiële middelen der gemeenten. Am sterdam houdt in elk geval vast aan zijn plan voor een doorbraak door de Haar lemmer Houttuinen als onderdeel van een basisweg, waarop zowel de Hemtunnel als de IJ tunnel zullen aansluiten als de twee ringwegen om de „city". Voor de verbetering van de Rozengracht is een afdoende oplossing nog niet gevon den. Eventueel zou de Elandsgracht in de richting van 't Spui kunnen worden door getrokken, maar men raakt dan toch weer onmiddellijk aan de '-oor Amsterdam zo typerende en in de gehele wereld unieke schoonheid der grachten. Wel is zeker dat de doortrekking van de Elandsgracht te vens een ontlasting zou betekenen van de Leidsestraat, waar men bovendien het fietsverkeer door het aanwijzen van een alternatiefverbinding via wat. smallere pa rallelstraten zou kunnen verminderen. Een verbreding van de Leidsestraat is dan niet meer nodig, waardoor de sfeer van deze karakteristieke Amsterdamse winkel straat behouden zal blijven. REKENT MEN in Amsterdam enerzijds op een nog steeds sterkere uitbreiding dei- binnenstad, ook al omdat men die als woonwijk voor thans nog ongeveer hon derdveertigduizend personen niet wil op geven, aan de andere kant wordt een deel van de „city"-functie niettemin door de centra in de nieuwe tuinsteden overgeno men. Met de Burgemeester De Vlugtlaan in Slotermeer is dat nog niet zo duidelijk het geval geweest, omdat het bedrijfsle ven de betekenis en de omvang der na oorlogse stadsuitbreiding onderschatte. Toch bezit Slotermeer een bloeiende win kelstand, waarbij men niet moet vergeten dat. in de nieuwe stadswijken de omvang en aard van de winkelstand op de behoefte kunnen worden afgestemd. Een zeer be langrijk wijkcentrum zal echter in Osdorp 'n tuinstad van vijftig tot zestig duizend inwoners'— ontstaan. Het grootwinkelbe drijf hee'ft. voor dé stichting vaïi een „shoppingcentre" reeds zoveel belang stelling aan de dag gelegd, dat men om trent de ontwikkeling van dit stadsdeel grote verwachtingen mag koesteren. Os dorp nu ligt niet zover van Haarlem ver wijderd en de Amsterdamse wethouder Van 't Huil zinspeelde er dan ook op. dat de ontwikkeling in Amsterdams „Verre Westen" ook voor Haarlemmers niet onin teressant zou kunnen zijn. Wij voor ons verstaan deze hoofdstedelijke vitaliteit lie ver als een aansporing voor de Haarlemse middenstand, zowel in het centrum als in de buitenwijken, tot nog grotere activiteit, op het punt van etalages, sortering, dienst betoon en commerciële attracties. Het verleden heeft bewezen dat de Amster damse uitdaging door de Haarlemse win keliers met succes kan worden aanvaard. moeten wij dan intussen ook twéé ontvang toestellen althans twee gescheiden ver sterkers en twee luidsprekers gebruiken, om het effect van diepte te behouden. Dit feit nu betekent al dadelijk een in de dubbele betekenis van het woord „kapi taal" bezwaar tegen de stereofonie. Ze vraagt een dubbele apparatuur (zelfs al zit die in één kast) en kost globaal bezien dus ook dubbel zoveel geld. In de radio 'experimenteert man al vele jaren met ste reofonie. Ze is daar betrekkelijk gemakke lijk te verwezenlijken, omdat in vrij veel woningen reeds een 'wcede ontvangtoestel aanwezig is. Toch zijn de financiële en praktische bezwaren zó groot, dat van vor deringen der stereofonie op radioterrein nauwelijks kan worden gesproken. DIE DURE LESSEN der praktijk ma ken het op zichzelf al vreemd, dat de gram mofoonindustrie zich thans zo hartstoch telijk op de stereofonie werpt. Ook daar is men er al vele jaren mee bezig. Niet lang na de eerste wereldoorlog werd een gram mofoon geconstrueerd, die met twéé weer gevers zo'n dubbel geluidsbeeld probeerde te geven. De moderne, elektrische oplos sing is vee! beter. Maar ze kan zich uiter aard niet onttrekken aan een dubbele ap paratuur. in de concertzaal zowel als in de huiskamer. En lonen de „diepte"-re- sultaten werkelijk die dubbele moeite en kosten? De oudsten onder ons kennen uit hun jeugd de stereoscoop, een toestel waarmee Maar wit dan wel? De Amsterds wethouder van Openbare Werken en Stads ontwikkeling, mr. G. van 't Hull, met wie wij een gesprek hadden over dit onder werp, hoopt dat binnen niet te lange tijd evenwicht zal zijn bereikt tussen de moei ten en het tijdverlies welke het zoe ken naar een parkeerplaats in de binnen stad met zich brengt èn het financiële of fer dat een automobilist zich zou moeten getroosten om zijn wagen aan de rand van de binnenstad op een parkeerplaats ach ter te laten. Deze parkeergelegenheden, Het is een verheugend verschijnsel, dat meer en meer commerciële onder nemingen bij belangrijke jubileums gelegenheidswerken laten verschijnen, die van artistieke en cultuurhistorische betekenis zijn. Hoewel het element der reclame er een overwegende rol in speelt, kan men zich toch dankbaar gestemd voelen door het fotoalbum, dat de firma Jacobus Boelen ter ere van haar 225- jariq bestaan deed uitkomen. Enkele proeven van de illustraties der ontwikke ling van Amsterdam sinds het eerste kwartaal van de achttiende eeuw be geleiden ons artikel, waarin actuele verkeer svraagstukken van de hoofdstad aan de orde worden gesteld. Wij kozen daartoe een reproduktie van een gravure door H. de Leth (waarvan het origineel in het bezit is van het Koninklijk Oud heidkundig Genootschap) van het IJ, welk vaarwater men tevens ziet zoals het zich heden ten dage aan ons kan voordoen. Het Kaartenhuis in Dixie (Blanken en negers in Amerika's „Deep South") door mr. H. L. Leffelaar, bij Scheltema en Hol- kema te Amsterdam verschenen. Een ver klaring behoeft geen verontschuldiging te zijn en de schrijver heeft slechts gepro beerd enig licht te werpen op dg vermoe delijke gronden van de rassendiscrimina tie in de zuidelijke Amerikaanse staten, zonder te streven naar vergoelijking of aanvaarding. Na zijn boek over het Ame rikaanse negerprobleem gelezen te heb ben is men niet minder dan voordien ge neigd deze rassendiscriminatie te rang schikken onder het hoofdstuk misdadige domheden, doch wel heeft men enig inzicht bij gewonnen ten aanzien van de verwon derlijke taaiheid, waarmee deze misdadi ge domheid zich heeft kunnen handhaven en de levenskracht, waarmee zij wortel heeft weten te schieten. Mr. Leffelaar heeft lang genoeg in de Verenigde Staten gewoond om feiten en gegevens te verza melen over het onderwerp en niet lang ge noeg om zijn objectiviteit in de „Southern way of life" te verliezen. Het is niet ver bazingwekkend, dat geen enkele Ameri kaan in staat is een juist beeld te schilde ren van de karakteristiek en de oorsprong der negerdiscriminatie en haar gevolgen, aangezien zij verweven is met datgene wat in zijn leven als Amerikaan tot het onwaarneembare is geïntegreerd. Boeken van niet-Amerikanen lijden echter vaak aan het euvel, dat zij niet ver en niet diep genoeg in de ziel van de „Deep South' weten door te dringen en dus van opper vlakkige verschijnselen te zware feiten maken, die het beeld verwringen. Mr. Lef felaar heeft een zeer lofwaardige poging gedaan dit euvel te omzeilen en zich open gehouden voor actuele zowel als histori sche indrukken, zonder deze verbandloos te interpreteren. Het behoeft geen betoog dat juist dit in verband brengen van his torie en actualiteit een zeer moeilijke en omvangrijke taak was, die de schrijver voor het grote probleem der beknoptheid en volledigheid plaatste. Het kan moeilijk worden gezegd, dat deze taak volledig en feilloos werd uitgevoerd. De opdracht bleek te zwaar en daardoor heeft het boek een gebrek aan lijn en helderheid, waar mee de leesbaarheid en het boeiende ele ment schade leden. Niettemin zullen de genen, die door actuele gebeurtenissen op het negervraagstuk zijn geattendeerd, er een stimulans voor verdere belangstelling in vinden, terwijl de velen, die reeds in de probleemstelling thuis waren, er onge twijfeld talrijke nieuwe en verduidelijken de elementen in zullen aantreffen, die hun menselijke bewogenheid verder zullen be krachtigen. men „dieptebeelden" kon zien door er een dubbele fotografie in te plaatsen, op genomen door een camera met twee len zen. Deze stereoscoop is bijna zo oud als de popularisering van de fotografie zelf. De kosten en het ongemak, vergeleken bij het „gewoon" bekijken van foto's, waren echter oorzaak, dat de stereoscoop in de moderne fotografie nog nauwelijks een rol speelt. Niemand kan met zekerheid voor spellen. of de thans als wereldsensatie aangediende stereofonische grammofoon, het lot van de stereoscoop zal delen. Maai de kansen zijn groot, dat ook hier de extra kosten de praktische bezwaren en het on gemak de voordelen zullen overtreffen. Wie aan stereofonie wil beginnen, dient er rekening mee te houden, dat hij be neden de duizend gulden nauwelijks klaar komt. Althans wanneer hij aan zijn ste reofonische grammofoon dezelfde verfijn de geluidseisen stelt als thans normaal ge worden zijn. Naar schatting worden de stereofonische grammofoonplaten in de handel vijfentwintig percent duurder dan „gewone" langspeelplaten. Maar aange zien de groeven óf verdubbeld moeten wor den. óf breder zullen zijn omdat ze dooi de pick-up aan twee kanten worden „afge tast", gaan er in de regel veel minder mi nuten muziek op een plaat en is dus het werkelijke prijsverschil veel groter. Nog noodlottiger dan de prijs lijken ons voor de kansen van de stereofonische grammofoon intussen de praktische be zwaren en het ongemak. Voor één luid spreker of één radiotoestel is altijd wel een hoekje te vinden. Maar hoevelen heb ben in onze tijd van woningnood en slech te behuizing gelegenheid de twee geluids producenten op de vereiste afstand (meestal ten minste drie meter) en in de juiste verhouding tot elkaar op te stellen? DAAR KOMT NOG BIJ, dat de stereo fonie alleen dan tot een redelijk effect komt, als er een hoeveelheid geluid wordt voortgebracht die in de meeste stadswo ningen bedenkelijk op burengerucht gaat lijken. Van onze vertrouwde radio en on ze vertrouwde grammofoon kunnen wij kunnen er maar beter van af blijven. De stereoscopische film is al jaren ge leden gestrand op het ongemak van de rood-groene-bril, die men er in het bios cooptheater voor moest opzetten. De sen sationeel aangekondigde Cinerama (niet eens een écht stereoscopische film) zal na lange jaren en na de „Expo" - straks eindelijk in één Nederlands theater te zien zijn, maar maakt in de eerste twin tig jaar door haar omvangrijke en kost bare apparatuur geen kans gemeengoed te worden. Hoezeer wij het werk van vin dingrijke technici ook bewonderen, toch vrezen wij. dat het met de stereofonie de geluidstegenhanger van de stereoscopie wel eens dezelfde weg op zou kunnen gaan. DOOR ONDERLINGE naijver hebben de fabrikanten hun stereofonische gram mofoons al gelanceerd, terwijl die tech nisch nog niet rijp zijn voor algemeen ge bruik. Zij hebben een wereldsensati_e wil len maken van wat wellicht niet méér zal blijken dan een (zeer rumoerige) storm in een glas water. Zij verwijzen daarbij naar de revolutie, die de langspeelplaat tien jaar geleden betekende. De vergelij king gaat mank. De langspeelplaat had alle voordelen van het oude, plus vele voordelen van het nieuwe. De stereofonie brengt in de huiskamer voorlopig onein dig meer bezwaren dan aantrekkelijkhe den mee. Toen de langspeelplaat haar intrede deed, werden er op slag geen grammo foons »-oor achtenzeventig toeren alléén meer geproduceerd. Dat is nu heel anders. Het is bijzonder tekenend, dat alle grote fabrikanten hun eigen stereofonische reclamefanfares ten spijt gewoon dóór gaan met het aankondigen en produceren van de vertrouwde éénkanalige appara ten. Die vormen in de produktieschema's voor 1959 zelfs de royale meerderheid. Dat pleit allerminst voor de innerlijke over tuiging. die d° stereofonie-profeten be zielt. Maar het strookt geheel met de ra diopraktijk, die er op goede gronden nog niet aan denkt, de stereofonie te propa geren. Het is bijzonder jammer, dat een ontij dige sensatie zoveel verwarring heeft ge sticht onder honderdduizenden bezitters van radio en grammofoon. Daarom is een woord van geruststelling en waar schuwing op zijn plaats. De ernstige mu ziekliefhebber kan onbeA'reesd voortgaan „gewone" langspeelplaten te kopen. Ze zullen hem stellig nog lange jaren een muzikaal genot bereiden dat ver uitgaat boven de onvoldragen stereofonische pres taties, die men hem hier en daar thans als het non-plus-ultra wil voorspiegelen. We zijn nu zover, dat iedere vrouw nerts kan dragen, al is het dan geen hele mantel van dit kostbare bont. Op de in de Gold smith's Hall in het centrum van Londen gehouden tentoonstelling „Van pendule tot atoom" (georganiseerd door de Britse uur werk industrie) heeft men dit luxueuze horlogebandje kunnen zien, uit nerts ver vaardigd. De draagster van dit bandje dat ongeveer tien gulden moet kostenwordt getoond door het fotomodel Wendy Ross

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1958 | | pagina 12