HET REGENT
HET ZEGENT
AARDBEVING VAN MESSINA
WËÊm
Wekelijks toegevoegd aart alle edities van
Haarlems Dagblad/Oprechte Haarlemsche Courant
Een halve eeuw geleden
Honderddertig duizend doden
Vernietigende combinatie
„Kastijding des hemels"
Eén groot kerkhof
en IJmuider Courant
Derde radiocursus van
Openbaar Kunstbezit
Steeds meer dikke Denen
Old „Kentucky"home
y y V - J
U KUNT WEL tweederde van de men
sen walverlof geven, luitenant, zei de com
mandant van de Italiaanse torpedoboot
Serpente, die in de prille ochtenduren van
de achtentwintigste december 1908 de ha
ven van Messina wilde binnenlopen.
—Goed, kapitein, antwoordde de offi
cier. We blijven over het nieuwe jaar heen
liggen?
Ik denk, dat we pas vier of vijf janu
ari weer varen, zei de kapitein.
De twee mannen keken vooruit naar de
lichtjes op de Palazzata, de grote boule
vard van de stad. Plotseling voelden zij
een schok, een heftige stoot, net alsof hun
vaartuig met de kiel op een zandbank
was gelopen. Onmiddellijk daarop weer
klonk van het strand en van de boulevard
een oorverdovend gekraak en gerommel.
Met één slag doofden alle lantaarns aan
de oever en in de plaats daarvan laaiden
overal donkerrode vlammen op. In enkele
ogenblikken was de stad één grote vlam
menzee. Het zeewater wierp zich met enor
me kracht terug uit het havenbekken en
van het strand. Nog terwijl de boot draai
de om zo snel mogelijk volle zee te berei
ken, keerde het water terug en nam het
schip op een geweldige golf mee in de rich
ting van het strand. Dank zij de sterke ma
chines en de tegenwoordigheid van geest
van de kapitein kon het schip standhou
den. Een meer dan drie meter hoge zeebe-
vingsgolf verwoestte bij het binnenstro
men van de stad alle huizenblokken en al
les wat verder nog niet was ingestort of
door de vlammen verteerd.
HET WAS NIET de eerste keer, dat
Messina door een ramp werd getroffen. In
1347 en 1740 eisten pestepedemieën talloze
slachtoffers. In 1783 en 1894 had de stad
zwaar te lijden gehad onder aardbevin
gen. Doch geen van die rampen, hoewel zij
duizenden mensenlevens hadden gevergd,
waren in de verste verte te vergelijken
met die, welke de stad Messina en omge
ving in december van het jaar 1906 trof.
Messina ligt op de noordoostelijke punt
van het eiland Sicilië, recht tegenover de
stad Reggio, op de teen van de Italiaanse
laars, daarvan door een zeestraat geschei
den. Er waren voortekenen geweest van
een naderende vulkanische katastrofe.
Twee dagen tevoren had een onverwachte
kleine vloedgolf een groot aantal gekook
te vissen op het strand geworpen, een bui
tenkansje voor alle arme hongerlijders van
de stad. Er was een onverwachte draai
kolk ontdekt in de straat van Messina, die
weer even plotseling verdwenen was. Nie
mand had er enig vermoeden van welke
helse krachten zich verzamelden om de
weliswaar arme, maar natuurschone kust
streken van noordoostelijk Sicilië en van
Calabrië te vernietigen. Als gevolg van de
hitte sliepen vele mensen buiten op het
strand, een van de oorzaken, dat zoveel
slachtoffers nooit zijn teruggevonden. De
combinatie van aardbeving en vloedgolf
was vernietigend.
Ondanks het feit, dat de omvang van de
ramp onbeschrijfelijk was, kwam het
hulpwerk snel op gang. De overlevenden,
waaronder artsen, verpleegsters, pries
ters en kloosterzusters, organiseerden
brandploegen om de talrijke branden te
blussen. Italiaanse marinemannen en mi
litairen uit de militaire depots hielpen ge
wonden uit de puinhopen bevrijden. Vele
mensen kon men weer door kunstmatige
ademhaling tot het leven wekken. In de
verwarring vergat men om hulp van bui
ten te vragen. De telegraafverbindingen
waren verbroken. Daar de ramp op het
vasteland ook grote omvang had aangeno
men, was Messina aanvankelijk vergeten.
Beelden van ooggetuigen uit die vreselij
ke dagen zijn ons bewaard gebleven in hun
berichten: een oude vrouw met twee ge
broken benen, die op straat om water lag
te roepen, een spiernaakte kleine baby,
die temidden van de puinhopen op een
duim lag te zuigen. Er werden vele kin
deren in verwoeste huizen en straten aan
getroffen, die nog ongedeerd waren. De
Heer heeft met de kinderen mededogen
gehad, zeiden de zusters van Theresia, die
de vondelingen bijeen brachten op de bin
nenplaats van hun halfvernielde klooster.
EEN HELE WEEK was er praktisch
geen eten in de stad te krijgen. Daar een
aquaduct was ingestort, had men ook geen
ander water dan wat men in de stinkende
putten kon vinden, bedorven door duizen
den lijken. Er was geen brood, geen vis,
geen macaroni, geen groente, geen vlees.
De meeste vissersboten waren gezonken,
toen de vloedgolf terugkeerde en duizen-
de mensen met zich mee terug voerde.
Op het strand lagen duizenden mensen die
verdronken waren De haaien van de
straat van Messina, befaamd om hun
bloeddorst, waagden zich ver naar het
strand toe en werden geslacht door hon
gerige mensen, wanneer zij de kans kre
gen. In een opengesneden haai vond men
het been van een vrouw met een roodwol
len kous eraan, zo netjes afgesneden, als
of het door een chirurg was geamputeerd.
Men mompelt overigens nog altijd, dat in
die dagen niet alleen de haaien mensen
vlees aten. Het staat vast, dat de vele
rondzwervende dakloze honden en katten
van mensenvlees leefden. Het enige goe
de was, dat er in de tuinen en boomgaar
den rijkelijk sinaasappelen, mandarijnen
en citroenen te vinden waren. Ook wijn
was er in overvloed.
De eerste dag van de ramp begonnen
al de plunderingen van winkels en kelders,
waar men wijn vermoedde. De avond van
die eerste dag waren er nieuwe aard
schokken. Men hoorde in de duisternis,
die hier en daar door branden werd ver
licht, mensen krijsen en gebouwen instor
ten. Het veiligste was om in de kelders
te slapen als men zich vrij kon maken van
de angst om door een instorting ingeslo
ten te worden. Beter sliep men aanvanke
lijk in de boomgaarden buiten de stad,
maar de tweede dag begon er een ijzige
regen te vallen en werd het te koud voor
de mensen om buiten te slapen. Niemand
had nog behoorlijke kleren en dat was uit
eindelijk maar goed ook, want geen wel
geklede man zou lang veilig zijn gebleven
temidden van de puinhopen, die het gevolg
waren van wat men noemde „Is castigo
di Dio" een kastijding Gods
VOORDAT de troepen aankwamen en
de gouverneur de militaire noodtoestand
uitvaardigde, waren moord, doodslag en
overvallen aan de orde van de dag. Doden
en levenden werden beroofd. Afgrijselijke
taferelen speelden zich af. Het gebrek aan
orde werd voornamelijk veroorzaakt door
het feit, dat van de achthonderd man cara
binieri in de kazerne slechts veertig er
het leven afbrachten, terwijl de eerste
grote aardschok meer dan vierhonderd
misdadigers uit de gevangenis bevrijdde.
Dit waren allemaal misdadigers die tot le
venslang waren veroordeeld, rovers en
moordenaars. Deze lieden gingen er di
rect op uit om zich van kledingstukken,
wapens en wijn te voorzien. Zij braken
zelfs in de kelders van de Bank van Na
pels in, na de beide wachten met pistool
schoten te hebben gedood. Tenslotte on
derscheidden verscheidene van deze mis
dadigers zich bij het redden van mensen
uit de puinhopen. Zij kregen later gratie.
Anderen werden gevangen door de solda
ten en in het ruim van een schip opgeslo
ten.
Maar naast taferelen van moord en heb
zucht, waren er ook tonelen van roeren
de naastenliefde. Mensen deelden hun
laatste bezit met anderen, die niets meer
hadden. Niemand, die nog een stuk brood
had, weigerde dat met een ander te delen.
Mensen waagden hun leven om gewonden
uit puinhopen te bevrijden. Toen de vier
de dag de eerste hulpcolonnes kwamen,
behoorden de ergste toestanden tot het
verleden. De stad rouwde om zijn doden,
van wie men toen nog niet wist, dat het
er vierentachtig duizend waren. Aan de
overzijde van de straat van Messina, in
Reggio, was het zelfs ernstiger. Daar wa
ren bij de eerste schok twintig duizend
mensen om het leven gekomen. Nog erger
was het in de eenzame, vergeten kust
plaats j es: Scilia, Canitello. Villa San Gio
vanni, Gallico, Archi en San Gregorio.
Wat eens een der schoonste streken van
Italië mocht heten, was nu een reusachtig
kerkhof, waar meer dan dertigduizend do
den en duizenden gewonden lagen. De ge
wonden lagen twee nachten in een ijzige
regen. Hulp was er aanvankelijk niet.
Meer naar het zuiden van de teen van de
laars, in Pellaro, waar er van de vijf dui
zend inwoners slechts, honderdveertig in
leven bleven, kon men niet eens meer zien
waar de straten geweest waren. De kérk
waarin duizenden 'n toevlucht hadden ge
zocht, was bij de tweede schok ingestort.
Het kerkhof was bezaaid met openge
scheurde kisten en bood een afschuwelij-
Een eenvoudig regenglas, zoals meer dan
tweeduizend particulieren in ons land voor
eigen gebruik in de tuin hebben. Hel glas
rust in een ijzeren stander, die met drie
spijkers op een paaltje is bevestigd. Hoewel
niet op een tiende millimeter zijn de waar
nemingen met dit maatglas toch vrij
nauwkeurig.
ke aanblik. Toen de eerste hulpcolonne in
deze stad binnenkwam, vond zij op de
puinhopen twaalf in lompen gehulde vrou
wen, die sidderend en hongerig bijeendron-
gen. Pas een week later, toen de omvang
van de ramp beter bekend werd, kwam
het hulpwerk op volle gang. Niet alleen uit
Italië, maar uit tal van Europese landen
werd hulp toegezonden. Voor de honderd-
vierendertig duizend doden, die deze ramp
had gevergd, kwam die hulp te laat.
Messina werd herbouwd, mooier en gro
ter, geen enkel huis hoger dan twee ver
diepingen. Gedurende vele maanden daar
na was de scheepvaart door de straat van
Messina levensgevaarlijk. Waar eerst
diepten van honderd meter en meer wa
ren, was nu gevaar voor stranding. Latei-
heeft men getracht de ramp te reconstrue
ren. Een stuk zeebodem had zich ver
plaatst in de altijd in werking verkerende
bodem tussen Sicilië en Calabrië en daar
door een aardbeving en een zeebeving ver
oorzaakt, een catastrofe waaraan men nu,
ruim vijftig jaren later, nog met huivering
terugdenkt.
(Van onze weerkundige medewerker)
OM EEN TNDRUK van de klimato
logische omstandigheden in een bepaald
land of in een deel van dat land te ver
krijgen, is het onder meer noodzakelijk
iets van de regenval af te weten. Zo
heeft het Koninklijk Nederlands Meteoro
logisch Instituut te De Bilt verspreid
over het gehele land driehonderd regen
meters geplaatst, waarmee elke dag
('s morgens om half negen) de neerslag
wordt gemeten. Uit deze waarnemingen
is onder meer gebleken dat een strook
achter de duinen, ter breedte van tien
tot twintig kilometer en lopend van
Haarlem tot Delft, met een deel van
Utrecht en een gebied rond Apeldoorn
en Vaals, tot de natste gebieden van ons
land behoren met een gemiddelde jaar
lijkse regenval boven de achthonderd
millimeter.
De KNMI-regenmeter, zoals men die op
de foto ziet afgebeeld, bestaat uit een ronde
trechter die een oppervlakte van vier vier
kante decimeter heeft. In het midden van
deze trechter loopt een pijpje naar de zich
hieronder bevindende verzamelbak, waar
het regenwater in komt. Deze verzamel
bak heeft een tuit met een dopje, er op om
verdamping zoveel mogelijk tegen te gaan.
Elke morgen, althans wanneer het heeft
geregend, wordt het dopje van de tuut ge
nomen en de neerslag, die zich in de bak
heeft verzameld, uitgegoten in een maat
glas.
Dit maatglas op tienden van een milli
meter nauwkeurig geeft een schaalver
deling tot elf millimeter te zien. Zit er
meer dan elf millimeter regen in de regen
meter, hetgeen vooral in de zomer tijdens
buien dikwijls voorkomt, dan meet men
eerst tien of elf millimeter, ledigt het glas
en meet dan het overige. Bij zeer zware
buien kan het wel gebeuren, dat er 's mor
gens vijf of zes glazen van elk elf milli
meter worden afgetapt, maar dit komt lang
niet elk jaar voor.
NIET ALLEEN van streek tot streek va
rieert de regenval, maar ook van maand
tot maand. In het oosten van ons land,
waar het in de zomer warmer wordt dan
in de kustgebieden en waar dus in de zo
mer de kans op onweersbuien groter is,
valt in die zomermaanden daar meer regen
dan hier in het westen.
In onze omgeving zijn de herfstmaanden
met ongeveer tachtig millimeter neerslag
als gemiddelde, de natste maanden. Eén
millimeter neerslag komt overeen met een
liter water op een vierkante meter. Wan
neer er in een etmaal twintig millimeter
regen is gevallen, dan komt dit dus over-
De regen, die in een KNMI-regenmeter
valt, komt in een verzamelbak, van waar
uit de gevallen hoeveelheid elke morgen
via een tuitje in een maatglas wordt ge
goten, waarop men de hoeveelheid Kan
aflezen, doordat dit maatglas van een
nauwkeurige schaalverdeling is voorzien.
een met twintig liter water op elke vier
kante meter in dat gebied.
Voor Haarlem en omgeving gelden per
maand de volgende gemiddelde regen-
cijfers in millimeters: januari 56, februari
42, maart 36, april 44, mei 50, juni 52, juli
66, augustus 74, september 82, oktober 80,
november 78, december 60.
NEERSLAG mag in ons land grotendeels
in de vorm van regen vallen, toch zijn er
veel meer neerslagvormen: hagel, sneeuw,
natte sneeuw, ij zei, dauw, motregen, mist.
Het meten van sneeuw, vooral wanneer er
vrij veel wind staat, is moeilijk. De regen
meter is daarbij dikwijls niet bruikbaar,
daar de wind de sneeuw uit de trechter
blaast. Meestal wordt dan de gemidddelde
sneeuwhoogte gemeten met een meetlatje,
want elke centimeter sneeuw komt over
een met een millimeter regen.
Behalve het K.N.M.I. te De Bilt zijn er
ook bedrijven die voor hun werkzaam
heden (zoals landbouwers, tuinders) belang
bij de regenval in of op hun bedrijf heb
ben en ook zijn er tal van amateurs die er
prijs op stellen zelf een regenmeter in de
tuin te hebben. Het K.N.M.I. plaatst alleen
daar een regenmeter, waar dit nodig wordt
geacht. Er zijn regenmeters in de handel,
waarvan het regenglas wel het meest een
voudige en goedkoopste is. Van deze re
genglazen staan er in ons land al meer dan
tweeduizend. Schrijver dezes heeft contact
rnet een honderdtachtig regenwaarnemers
in ons land die een eigen regenmeter be-
ziten en na elke maand op een kaart op
gave van de neerslag doen.
Mochten er onder de lezers zijn die ge
ïnteresseerd zijn bij een eigen regenglas
om de neerslag te meten en mochten over
wegen een regenglas aan te schaffen, dan
willen wij met genoegen op verzoek aan
de redactie de nodige bijzonderheden,
verschaffen.
BEHALVE de door mij reeds e=
besproken schilder Chambrin
exposeert, nog een Fransman EEE
in de hoofdstad. Tot 29 no-
vember is zijn werk in de
kunsthandel M. L. de Boer te
zien. Gêrard Altmann is ter
gelegenheid van dit optreden
voor het eerst in ons land. Het
zou me niet verbazen als hij
hier terug kwam om te wer-
kenGezien de structuur van
zijn schilderijen bieden on-
denoerpen van hier hem mo-
gelijkheden. De wijze, waarop |i|
hij zijn composities opbouwt,
ligt de Nederlander wel en j=E
heeft iets gemeen met die van
een Chambrin, die zich hier
20 thuis voelt, of ook met die
van Frederick Franck, de Ne-
derlands-Amerikaanse tand-
arts-schilder, die hier van-
daan komt. Zoals Altmann
Par ij se gevels of huizen in
Lille, blijkens het hierboven
gereproduceerde doek) schil- =EE
'dert, kan hij het ook typisch j|
Hollands doen.
Altmanns composities zijn
grotendeels uiterst eenvoudig.
Zijn wijze van schilderen is
breed, de kleur sonoor te noe-
men. Hij ziet zijn onderwerp
graag in een wat donkere at-
mosfeer, waarbij details op =E
gaan in grote kleurvlekken,
geordend door strakken lijnen.
Bob Buys =s
KOPENHAGEN, (UPI) Het aantal
boeken over methodes om mager te wor
den dat elk jaar in Denemarken wordt
uitgegeven is aanzienlijk, maar of ze ge
lezen worden en vooral toegepast? Vol
gens de officiële statistieken heeft de Deen
in 1957 gemiddeld 3415 calorieën per dag
tot zich genomen, 40 calorieën per dag
meer dan in 1956. Volgens wetenschappe
lijke berekeningen moet dit hem drie pond
zwaarder hebben gemaakt. (2000 calorieën
per dag wordt als voldoende beschouwd
voor iemand met niet te zwaar werk). De
manier waarop de gemiddelde Deen in
1957 zijn menu koos moet elke voedsel
deskundige wel het gevoel geven een roe
pende in de woestijn te zijn: de verkoop
van sterk bier, varkensvlees, boter, vis en
melk nam toe, die van fruit af en zelfs
aanzienlijk, namelijk van 43,2 kilo in 1956
t.ot 34,3 in 1957. Niets wijst erop, dat- de
soberheid dit jaar vooruitgang geboekt
zou hebben, integendeel. De goedkope bo
ter zou er wel eens voor gezorgd kunnen
hebben, dat dit. jaar zelfs meer dan drie
pond bij de reeds overtollige drie pond
van 1957 gekomen zijn.
NEW YORK (UPI) Het slagschip
„Kentucky", welks bouwkosten 55 miljoen
dollar bedroegen, maar dat nooit op zee
is geweest, is gisteren als schroot verkocht
voor 1.176.666,66 dollar aan een firma te
Boston. Het slagschip, dat grotendeels vol
tooid was en dat zijn machinerie reeds
had. is nooit in dienst genomen tijdens zijn
«leven" van zestien jaan,
De derde radiocursus der Stichting
Openbaar Kunstbezit, waarop nu reeds
zestigduizend personen hebben ingete
kend, begint maandagavond 19 januari
1959. De cursussen in 1957 en 1958 hadden
respectievelijk achtenzeventig en achten
negentigduizend deelnemers. Dit jaar
hebben de leden van Openbaar Kunstbezit
naar schatting meer dan zestigduizend
keer gebruik gemaakt van de gratis toe
gangskaarten voor museums en voor be
paalde tentoonstellingen waar reductie
werd verleend, was de toeloop opvallend
groot.
De stichting heeft van levende kunste
naars uit alle delen des lands voor vijftien
duizend gulden ruim honderd werken ge
kocht, die verloot worden onder hen, die
tijdig hun abonnement voor de cursus
1959 hernieuwden. Voorts schonk de stich
ting bij het vijfenzeventig-jarig bestaan
der Vereniging Rembrandt twee kunst
werken, een doek van Roelandt Savery en
een voorstudie voor een schilderij van Jan
Sluyters, respectievelijk aan het museum
te Dordrecht en het Stedelijk Museum in
Amsterdam.
In 1959 wordt de cursus op maandag
avond gehouden. De sprekers worden bij
gestaan door een deskundige op voor-
drachtsgebied. Zonodig worden teksten
door anderen voorgelezen. Verder heeft de
stichting een randloze wissellijst met twee
passepartouts en een plastic voorplaat
voor de reprodukties laten maken. In het
materiaal voor 1959 zijn reprodukties opge
nomen van werken van buitenlandse kun
stenaars, van wie zich werk in Nederland
se museums bevindt, onder meer van
Franse impressionisten, Monnet-, Cézan-
ne en Rodin.
Het aantal buitenlandse abonnees be
draagt meer dan duizend. In België en Ne
derland hebben de plannen om het open
baar kunstbezit aldaar door middel van
een geïllustreerde radiocursus of op andere
wijze in de aandacht van het publiek
aan te bevelen, al een vaste vorm aange
nomen. Om ook in kleine gemeenten en bij
lokale organisaties meer bekendheid aan
het streven der stichting te geven zullen in
1959 tentoonstellingen worden gehouden
van de reprodukties, waarbij uitleg wordt
gegeven over doel en werkwijze der stich
ting.
MOIRA SHEARER ACTRICE
De thans eenendertigjarige danseres
Moira Shearer zal in januari bij de Old
Vic in Londen de hoofdrol spelen in
Strindbergs „Juffrouw Julie" en verder
een rol krijgen in een blijspel yan Molière.