ELn, Lion d'Or
„BRULLEN ALS EEN DUIF"
Kunstkring-Apollo
Tlieuiae
nu ook in uniform
Vocaal- en instrumentaal
concert voor de K.N. T. V.
Van alles wat
in Amsterdam
ZUIDPOOLLECTUUR
MAANDAG 24 NOVEMBER 1958
HAARLEMS DAGBLAD
- OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
7
Boeiende lezing van
Schipper Mees Toxopeus
over reddingswezen
Subsidie voor jeugdwerk
in Noordholland
Hefdeel van Prinsenbrug
komt weldra klaar
UITGAVEN
Sportwagen op circuit
over de kop
REISGIDSEN
Dr. Portiel je sprak voor
Dierenbescherming
Een kostelijk bezit
voor lage prijs
1.
95
Lesley Storm die „Toontje heeft een
„aard 'getekend" en „Zwarte crêpe de
chine" uit haar vlotte, door een spitse geest
bestuurde pen liet vloeien weet blijk
baar precies welke ingrediënten men moet
gebruiken voor de lichte, pikante kost,
waar mensen prijs op stellen die eens een
avond uit de sfeer van hun dagelijkse be
slommeringen willen treden en daartoe in
de schouwburg naar zo geanimeerd moge
lijk amusement komen zoeken. En de
Haagse Comedie is in ons land precies
he( gezelschap, dat daarbij als interme
diair kan dienen, zeker wanneer de in dit
luchtige genre gespecialiseerde Cees La-
seur met 7-ijn genuanceerd gevoel voor ver
houdingen een toeziend oog op de voorbe
reiding heeft geworpen. Men zegt altijd,
dat het publiek het ruikt als er zo'n ge
makkelijk verteerbaar avondgerecht met
een geraffineerde saus van genotmiddelen
is klaargestoomd en dat zal ook wel zo
zijn, want bij de voorstelling, die zaterdag
van' het blijspel „Brullen als een duif" in
Haarlem werd gegeven, zat de knusse zaal
van het gemeentelijk theater aardig vol.
Ik stel dat vast zonder enige ironie, het
is immers een goed ding als er ook op het
gebied van het toneel adressen van ver
trouwen bestaan. In dit geval stonden er
trouwens nog meer namen op het affiche,
die het gewenste genoegen konden doen
verwachten.
„Brullen als een duif" is een eigenaar
dige variatie op 't stramien van de zeden-
komedie. Het thema zou men misschien
kunnen aangeven als: het vruchtbaarheids-
complex. Een Schotse edelman, Lord Dun-
gavel, werkt als een bezetene om de op
brengst van het voorvaderlijk erfgoed te
verhogen door de oogsten te vermeerde
ren en de veestapel te vermenigvudigen.
Daar bij een oude testamentaire beschik
king alleen opvolging in de mannelijke lijn
mogelijk is, wenst hij een zoon, die te zij
ner tijd de bloei zijner domeinen kan pro
longeren tot meerdere glorie van zijn ge
slacht. Zijn van geboorte Amerikaanse
echtgenote voelt echter weinig voor het
feodale principe: zij gaat in staking, als
zij hem binnen de negen jaar een slaap
zaal vol dochters heeft geschonken. Men
bedenke hierbij, dat zij door de komst van
het zesde kind nota bene verhinderd was
de kroningsplechtigheid in Westminster
Abbey bij te wonen In wanhoop laat zij
haar ouders overkomen uit, de Verenigde
Staten, die door de uitvoering van tegen
strijdige tactische manoeuvres voldoende
verwikkelingen ontketenen om zoniet, de
vele tafrelen zinrijk te vullen dan toch de
spelers en daarmee de toeschouwers ple
zierig onledig te houden. Bij de voorstellin
gen in Engeland werd de komische tegen
stelling tussen de partijen vergroot door
een gemengde bezetting, die voor een deel
uit Amerikaanse gasten bestond. Voor ons
zijn de figuren in deze geschiedenis zo al
vreemd genoeg, al zou men zich iets meer
contrasten kunnen denken dan er thans
werden vertoond. Maar anderzijds getuigt
het wellicht van wijs beleid, dat men niet
tot nabootsing van uiterlijke manieren van
doen is overgegaan. Hoe dan ook, met. Eli
sabeth Andersen in de vrouwelijke hoofd
rol werd het een sprankelende, spirituele
aangelegenheid. Deze actrice heeft het ge
heim van een stralend sarcasme, dat een
geheel eigen accent verleent aan de ge
voeligheid, die men toch ook in een triviale
komedie verwacht. Frans van der Lingen
is met zijn beperkte mogelijkheden éen wat
stereotiepe acteur, maar daardoor nu juist
bijzonder geschikt voor de verliefde ma
niak met waardige allure. Er waren twee
Meestal bestaat het onderwerp van een
lezing uit een reisverhaal over verre en
avontuurlijke tochten naar allerlei onbe
kende streken, waarbij de spreker diver
se bijzonderheden onthult over de zeden en
gewoonten der bewoners van Tibet, Nieuw
Guinea of Alaska. Daarom is het een
enigszins ongewone ervaring, op een der
gelijke avond geen andere plaats- en
streeknamen te horen vermelden dan
Delfzijl, Terschelling, Ameland en Rot-
tumeroog en daarbij nog te moeten ver
nemen, dat de mogelijkheden voor een
boeiend verhaal hier stellig niet geringer
zijn, dan in welk ver continent dan ook.
Dit bewijs werd vrijdagavond door schip
per Mees Toxopeus geleverd in de boven
zaal van het Minerva theater, waar hij
voor de afdeling Haarlem en omstreken
van de Volksuniversiteit een spreekbeurt
kwam vervullen. En wat zou nu anders
zijn onderwerp kunnen zijn dan „Het red
dingswezen aan de Nederlandse kust".
Zijn boeiende causerie bestond uit het
verslag van een gedeelte der ervaringen,
welke hi.i gedurende vierendertig jaar aan
boord van drie reddingboten heeft beleefd.
De laatste periode daarvan was hij schip
per van de „Insulinde". Heel gemoedelijk,
alsof het alle vrij eenvoudige opdrachten
waren geweest, beschreef hij zijn tochten
naar de diverse schepen die voor de Ne
derlandse of Duitse kust waren gestrand,
om daarbij met verduidelijkende gebaren
de methodes te verklaren, volgens welke
hij en de bemanning bij de redding dei-
schipbreukelingen te werk gingen.
Ook besteedde hij aandacht aan de red
dingboot, die, nadat deze is omgeslagen,
zich geheel uit eigen kracht weer opricht.
Dit geschiedt volgens een vrij eenvoudig
principe, zodat spreker zich erover had
verwonderd dat. niemand eerder op dit
idee v/as gekomen. De eerste boot ter we
reld die deze eigenschap bezat, werd ge
deeltelijk volgens zijn aanwijzingen op
een kleine scheepswerf in Delfzijl ge
bouwd en na enige mislukte pogingen
slaagde men erin, de omgeslagen boot
reeds na een minuut en tweeënveertig se-
konden de juiste positie weer te doen in
nemen.
Op dit moment wierp spreker een blik
op de klok, maar de tijd voor de pauze was
kennelijk nog niet aangebroken, ,,'t is
eigenlijk nog te vroeg, daarom zal ik je
nog een paar dinge vertelle". merkte hij
onder gelach van zijn toehoorders op.
Er volgde toen het verhaal van de stran
ding van een Fins schip bij de Eems, waar
bij Toxopeus en zijn mensen eerst vier
vrouwen en zes mannen bij een vliegende
storm van boord haalden. Vervolgens
keerden zij weer terug, om voor het inmid
dels vlot geraakte schip als loods te funge-
ren en het veilig door zandbanken en bran
ding naar de Eems te geleiden, waar het
vervolgens op eigen kracht naar Emden
kon doorstomen. Een staaltje van onver
schrokken zeemanskunst, waarvoor zij
van de Finse regering een verdiende on
derscheiding mochten ontvangen. Deze
en andere verhalen over koene reddingen
werden na de pauze met een aantal lan
taarnplaatjes toegelicht, waardoor deze
toch reeds boeiende lozing op een interes
sante manier werd verduidelijkt.
erg leuke rollen van Ineke Brinkman en
Jules Croiset, verder zag men Gijsbert Ter-
steeg voor de zoveelste keer onberispelijk
als de voorname bohémien en Kitty Klup-
pell als de bazige zaakwaarneemster van
de belangen van de „misbruikte" dochter.
Cees Laseur kwam ten gevolge van een
klein ongeluk met zijn auto een half uur
te laat in de schouwburg. Men had op hem
gewacht en hij werd voor het eerst
weer optredend na zijn ziekte met een
hartelijk applaus begroet. Blijkbaar heeft
het gebeurde hem toch een kleine schok
bezorgd, want de souffleur kreeg bijna de
gehele avond gelegenheid te bewijzen dat
de aan „Een Midzomernachtdroom" van
Shakespeare ontleende titel ook op hem
kon slaan: zelden hebben wij iemand zo
liefelijk indringend als een duif horen
brullen zonder iemand aanstoot te geven.
Maar overigens was het de echte en on
vervalste Laseur, die een groot deel van
het succes met machtige armzwaaien bin
nenhaalde. Het geheel speelde zich af in
een fraai decor, dat door Eline van Dreght
is ontworpen.
David koning
Gedeputeerde Staten van Noordholland
hebben de Provinciale Staten voorgesteld
de „vrije jeugdbeweging" een subsidie te
verlenen. Subsidie wordt slechts toege
kend aan de provinciale afdelingen van
landelijke organen, die ook subsidie van
het rijk genieten. De subsidie bedraagt
25n/o van de exploitatiekosten, tot een ma
ximum van 75.000 voor alle in Noord
holland werkzame provinciale afdelingen.
In de toelichting tot het voorstel wordt
opgemerkt, dat er van de jeugdorganisa
ties veel wordt gevraagd, vooral in de ge
bieden, waar een snelle ontwikkeling gaan
de is, zoals de Zaanstreek, het IJmondge-
bied en de Kop van Noordholland, omdat
juist daar het probleem van de aanpassing
van de jeugd aan de zich gewijzigde le
vensomstandigheden sterk op de voor
grond treedt. Wil het jeugdwerk voor zijn
taak berekend zijn, dan zal het moeten
kunnen beschikken over de nodige leiders,
wier deskundigheid aan hoge eisen zal be
horen te voldoen. De kosten van de lei
dersvorming en de salariëring van de
functionarissen gaan echter ver uit boven
de financiële draagkracht van de belang
hebbende organisaties. Daarom wordt een
beroep gedaan op de provincie.
De Amsterdamse tentoonstellingen ver
tonen deze maand van alles wat. Achter
het mooiste geveltje van „De drie Hen-
dricken" op de Bloemgracht zijn tot 5
december wandkleden van Margriet Kagi-
Mosterd, mozaiek in ceramische stenen en
Belgisch glas van Louis Schrikkel en gra
fiek van Gerrit de Jong te zien. Van alles
wat ook in Santee Landweers tuinhuis,
waar de beeldhouwer L. J. P. Braat werk
uit dertig jaar exposeert. Tot 4 december
kan men zijn uit hout gehakte en veelal
gepolychromeerde beelden, zijn ook wel
beschilderde chamottes, zijn bronzen, zijn
ceratpische produkten en zijn tekeningen
daar vinden. Dat de vormen, waarin Braat
zijn denkbeelden goot, in die dertig jaren
aan veranderingen onderhevig waren, is
nogal voor de hand liggend. Het valt daar
bij op hoezeer toch dit werk een eigen in
zicht vertoont. Hoewel Braat bewust zocht
met zijn tijd mee te gaan, kenmerkt zijn
werk zich door een echte originaliteit. Hij
maakte nogal een en ander, dat ik eigenlijk
niet anders dan „wel gek" zou kunnen
noemen. Toch is hij er niet op uit ons in
de eerste plaats te verwonderen. Daar is
hij trouwens te onhandig voor. Hij be
proefde iets te maken zoals primitieve vol
ken dat deden, maar leidde zijn vormen
toch niet af van primitieve kunst. Sinds
Picasso's experimenten met ceramiek heb
ben ook anderen zich nogal eens aan vazen
in vormen gewaagd van mensen of dieren.
Weinigen stonden daarbij zo los van Picas
so's voorbeeld als Braat.
Bij Magdalena Sothmann exposeert naast
de door mij reeds besproken Franse schil
der Chambrin ook Corry van Heerden-
Wortel, niet zozeer van alles wat, maar wel
figuratief en nonfiguratief werk. In het
laatste spelen mij toevalligheidseffecten
een te grote rol. Zo deed een en ander mij
denken aan marmerpapier. Zij behoeft zich
door deze opmerking niet te laten ontmoe
digen. De tot 24 november in het Stedelijk
Museum geopende tentoonstelling van de
aankopen in dit jaar door de gemeente
Amsterdam kan haar steunen. Daar over
heerst abstract of bijna-abstract werk. Op
vallend zijn daar de formaten. Het lijkt of
vele schilders zich in het bijzonder richten
op tentoonstellen in grote museumzalen.
Picasso's slordig verfgebruik maakt school
en zelfs een Defesche liet de druppels over
zijn doek lopen. Jammer! Van alles wat ik
daar zag, was een heel klein schilderijtje
van Coba Ritsema het mooist. En daarnaast
Binnenkort zal ook het hefgedeelte van
de Prinsenbrug te Haarlem, die bestaat
uit een basculebrug, een hefbrug en twee
vaste overspanningen, voor de scheep
vaart geopend kunnen worden. Als er zich
tenminste weer geen onvoorziene omstan
digheden voordoen.
Zoals reeds eerder bericht werd deze
Prinsenbrug, ondanks het feit dat de hef
brug nog niet geopend kon worden omdat
er bij het beproeven van de constructie
enige onvolkomenheden aan het. licht wa
ren getreden, op maandag 28 juli voor het
wegverkeer opengesteld.
Ondertussen heeft men in de constructie
van de schroefvijzels, waarmee de hef
brug opgevijzeld wordt, enige veranderin
gen aangebracht en men hoopt uiteraard
dat deze veranderingen tot een goed func
tioneren zullen leiden.
Over enkele weken is men zover dat de
verbeterde constructie op haar waarde be
proefd kan worden. Het is niet uitgesloten
dat de Prinsenbrug dan weer enkele dagen
voor het landverkeer zal worden afgeslo
ten. Alvorens daartoe over te gaan, wil
men eerst de Catharijnebrug. die nu van
wege revisiewerkzaamheden voor het ver
keer afgesloten is, weer openstellen. Pas
dan gaat men het hefdeel van de Prinsen
brug opnieuw beproeven.
Vooral voor de schippers, die normaal
met hun schip onder de spoorbrug door
kunnen varen, zal het gebruik van de
hefbrug een hele verbetering zijn. Men
verwacht bovendien dat het openen en
sluiten van deze brug sneller zal geschie
den dan met de basculebrug, zodat ook het
landverkeer er profijt van heeft.
om warm van te worden
De lange reeks van boeken over het zes
de continent is opnieuw met twee lijvige
werken uitgebreid. In het eerste: „Antarc
tica" verschenen bij de Erven F. Bohn,
n.v. te Haarlem geeft dr. ir. W. H. C.
Knapp een indrukwekkend panorama van
de geschiedenis van het geheimzinnige
woeste Zuidland met zijn vreemde na
tuurverschijnselen, zijn gevaren en zijn
merkwaardige afwezigheid van alle ziek
tekiemen. In wetenschappelijk verant
woorde, maar ook voor leken begrijpelijke
trant behandelt hij achtereenvolgens het
klimaat, de ijsformaties, de geologie en
het leven van planten en dieren in het
Zuidpoolgebied, de Antarctische zeeën, de
periode der sledetochten van de eerste
poolvorsers, het tijdvak der luchtverken-
ning en de betekenis van het geofysisch
jaar voor de ontsluiting van het witte we
relddeel en zijn enorme natuurlijke rijk
dommen. Het boek is verlucht met vijfen
tachtig foto's en andere afbeeldingen als
mede met een grote gekleurde landkaart
van Antarctica.
In „De Zuidpool bedwongen" doen Sir
Vivian Fuchs en Sir Edmund Hillary ons
het bewogen relaas van hun geruchtma
kende tocht in het begin van dit jaar,
dwars over de eindeloze ijswoestijn van
het Zuidpoolcontinent: een worsteling van
honderd dagen over een afstand van vijf
endertighonderd kilometer, die hen bij
temperaturen van soms vijfenveertig gra
den onder nul langs en over ijsbergen,
gletsjers en bodemloze ravijnen voerde.
Het is uitermate boeiende lectuur. De Ne
derlandse uitgave in vlekkeloze verta
ling is verschenen bij Scheltens Gil-
tay en geïllustreerd met een groot aantal
fascinerende kleurenfoto's van het Zuid
poolgebied.
natuurlijk Kruyders Blaricumse landschap,
dat de gemeente Amsterdam cadeau kreeg
van de De Swaanstichting.
Tot 7 december is in het Stedelijk Mu
seum ook nog een tentoonstelling gewijd
aan de kleur. Deze expositie werd samen
gesteld door de Liga Nieuw Beelden en een
verffabriek. Het ziet er hier fraai uit. Ik
betwijfel echter of er veel te leren valt.
Het meest interessant zijn een paar archi
tectuurtekeningen. waarmee het effect van
verschillende kleuren in een ruimte geïllu
streerd wordt. Dat hier verder met lan
taarnplaatjes in kleur nog les gegeven
wordt, is een beetje eigenaardig in een
museum, dat toch wel over voldoende
schilderijen beschikt om een en ander dui
delijk te maken. Aan de andere kant is het
natuurlijk wat pijnlijk in kunstwerken
alleen maar leervoorbeelden te zien. Mis
schien ook vond het groepje kinderen, dat
ik op deze tentoonstelling aantrof, die mo
derne toverlantaarn boeiender dan echte
schilderijen.
Bob Butjs
Advertentie
Iedere morgen een heerlijk kopie koffie
De zangeres Nelly Groenevelt en haar
begeleidster, de pianiste Erna de Bruyn
hebben tezamen met de pianiste Justine
Koot aan de leden van de afdeling Haarlem
van de Koninklijke Nederlandse Toonkun
stenaarsvereniging en introducé's zaterdag
avond in de grote zaal van de Haarlemse
muziekschool van „Toonkunst" een in veel
opzichten verrassend mooi concert geboden.
Nelly Groenevelt, die als oratoriumzan
geres al bekendheid heeft, liet zich op deze
avond gelden als een vocaliste met een
verheugende dispositie voor liederenvoor-
dracht. In welk een belangrijke mate zij
voor die voordracht, kan steunen op een
uitstekende zangtechniek, demonstreerde
zij al direct bij de aanvang van het concert,
toen zij het verfijnde „Rossignob amou-
reux" van Rameau vertolkte, een ariette",
waaraan de nachtegaal-zangrealismen in
subtiele ornamentiek en figuraties met een
lichte expressiviteit een heel aparte roman
tische sfeer schiepen. Hoe gaarne had ik
hierbij de zilverige klank van een hoog
clavecimbel-register gehoord als begelei
ding!
De klare stem van Nelly Groenevelt
kwam daarna in volledige harmonie met
twee liederen van Mozart, schone muziek,
die bijzonder beheerst gezongen werd.
Andere romantiek brachten zes fraaie
liederen van Johannes Brahms, waarvan
„So willst du des Armen" overtuigend
klonk. „Dein blaues Auge" opviel door een
stemkleur-wisseling van diepe zin, „Tren-
nung" lichte weemoed liet horen en het
„Standchen" als een ranke liefdesuiting
zeer innemend werd gezongen. Vcor „Der
Jager" zal Nelly Groenevelt nog een andere,
psychologisch-verantwoorde interpretatie
moeten vinden.
Na de pauze heeft Nelly Groenevelt haar
auditorium verrast met. een voortreffelijke
voordracht van enige liederen van Hugo
Wolf. waarbij het opviel hoe de sterkste
dispositie van deze zangeres uitging naar
geladen en romantisch bewogen voordracht
(Mignon, In dem Schatten meiner Locken)
en dat de geestige expressiviteit nog meer
tot een werkelijk eigen bezit gemaakt moet
worden. Een mooie herinnering bewaar ik
aan de vertolking van twee fraaie liederen
van Rudolf Mengelberg: „Domi Jesu" en
„Resonet in laudibus". Zeer veel had de
zangeres te danken aan de muzikale, door
schone klank uitmuntende begeleidingen.
De pianiste Justine Koot, die als soliste
optrad, zocht bij haar vertolking van de
Sonate in a (K.V. 310) van Mozart merk
baar naar de gunstigste klankverhouding,
die zi.i waarschijnlijk anders verwacht had
dan zij nu ondervond. Van dit zoeken was
echter geen sprake meer, toen zij de aan-
„De lokroep van het onbekende" van
de Duitse auteur dr. Paul Herrmann (Ne
derlandse vertaling en uitgave van W. de
Haan n.v. te Utrecht) is een verrukkelijk
boek voor de liefhebbers van avontuurlij
ke reisverhalen op authentieke grondslag.
Het beschrijft met een aanstekelijke geest
drift de heldenmoed en euveldaden van
de grote ontdekkingsreizigers sinds de mid
deleeuwen, beginnende met de ontdekking
van Amerika, de strijd om de handelswe
gen naar Oost-Indië, het optreden der Con
quistadores, de verlokkingen van het
zuiden, de verovering van de jungle en
de bedwinging der woestijnen. Het boek
laat zich even vlot en plezierig lezen als
een licht romannetje. Maar al voortle-
zende, krijgt men toch ook een helder in
zicht in de samenhang en de achtergron
den van al die ontdekkingsreizen. Popu-
lair-wetenschappelijke lectuur van de
prettigste soort!
Bij de uitgeverij Ad. Donker te Rotter
dam is verschenen „Het weer van me
teoor tot meteorologie", een royaal boek
werk, waarin de directeur van het Ko
ninklijk Nederlands Meteorologisch Insti
tuut, prof. dr. S. W. Visser, de lezer met
vermijding van alle geleerde formules en
theorie een inzicht geeft in de problema
tiek van het weer en de weersvoorspel
ling. Om ingewikkelde verschijnselen op
klimatologisch, sterrekundig en meteoro
logisch gebied te verklaren zonder ge
bruik te maken van natuurkundige en
scheikundige begrippen, is een welhaast
onmogelijke taak. Prof. Visser is daar,
dunkt ons, toch goeddeels in geslaagd
wat meer zegt: hij weet voortdurend de
aandacht te blijven boeien. Zijn betoog
wordt geïllustreerd met vele verhelderen
de foto's, tekeningen en kaarten.
Goede wijn behoeft geen krans en dus
behoeft het nieuwe boek van Jan P.
Strijbos, dat bij L. J. Veens Uitgevers
maatschappij n.v. te Amsterdam versche
nen is geen uitvoerige aanprijzingen on
zerzijds. „Svalbard" heet dit nieuwe tri-
trekkelijke en klankrijke Sonatine No. 3
van Leon Orthel speelde en zij haar klank
fantasie zo doeltreffend kon combineren
met een ontwikkelde pianotechniek Justine
Koot bleef op een zelfde loffelijk vertol-
kingsniveau met de uitvoering van de on
conventionele Serenade van Henorik An-
driessen en van vier „zelfportretten" van
de Nederlandse componisten Oscar van
Hemel, Jurriaan Andriessen, Herman Stra-
tegier en Leon Orthel.
De voorzitter van de afdeling, de heer
Piet V:ncent, die de avond met een woord
van welkom had ingeleid, dankte aan het
slot daarvan de solisten hartelijk voor het
geen zij geschonken hadder
F. Zwaanswijk
Op de jaarlijkse feestavond van de
Haarlemse harmonievereniging Kunst-
kring-Apollo, die zaterdag in de zaal van
de H.J.M.V. aan de Lange Margaretha-
straat gehouden is traden de korpsleden
voor het eerst in hun nieuwe uniformen
voor het publiek op. Hun stemmige don
kerblauwe pakken zullen, gecompleteerd
met de uniformpetten van opvallende
vorm, stellig een bijzondere indruk ma
ken, wanneer Kunstkring-Apollo in rit
mische cadans langs de straten zal mar
cheren. Er viel echter een schaduw op de
feestavond, doordat de dirigent Peter Wit
wegens ziekte niet van de partij kon zijn.
In zijn plaats dirigeerde de heer C. M. Mel-
lema uit Amsterdam. Of het nu aan die
keurige nieuwe uniformen lag of aan an
dere dingen, de mars „Le Chef de Corps",
waarmee geopend werd, klonk bijzonder
opgeweekt. pittig van ritme en zuiver van
klank. Na deze openingsmars trad voorzit
ter L. Bonkerk naar voren om met een
hartelijke toespraak en wat er verder bij
kwam aan geschenken en bloemen, de velen
dank te zeggen die de uniformering van
het korps tot een feit hebben gemaakt.
Speciaal huldigde hij de leden A. Snel, E.
v. d. Kwaak en J. Kuipers om hun activi
teit in de uniform-zaak. Een der leden, de
heer Iiakhof, overhandigde de voorzitter
een bedrag, dat door de leden was bijeen
gebracht. Ook directeur Wit werd niet ver
geten; hem werd, per speciale ijlbode naar
het ziekenhuis, een mand met fruit toege
zonden en mevrouw Wit werd met bloe
men bedacht. De leveranciers van de uni
formen alsmede hun dames, werden mede
in de hulde betrokken. Aan de heer Melle-
buut van de onvermoeibare zwerver met
pen en camera aan de schoonheid der na
tuur, zijnde het resultaat van zijn zwerf
tochten op Spitsbergen, een uithoek der
aarde, waaromtrent de meesten van ons
nog de vreemdste begrippen koesteren.
Strijbos rekent af met al deze misvattin
gen en toont ons Spitsbergen, zoals het is:
een arctisch eiland, waar de moderne be
schaving nog beperkt gebleven is tot de
spaarzame nederzetting, maar waar alles
daarbuiten nog uit maagdelijke, ongerep
te natuur bestaat. „Spitsbergen werd voor
mij een openbaring" schrijft de auteur in
zijn voorwoord. Het is dat, door zijn le
vendige verteltrant en zijn boeiende ver
halen over mensen, dieren en planten op
dit kille eilandenrijkje, ook voor ons ge
worden. Ettelijke foto's, alle door Strijbos
zelf gemaakt, verluchten dit prachtige, op
zwaar kunstdrukpapier uitgevoerde boek.
Recht op Eigen Geweten door Nikolai
Chochlof (Nijgh en van Ditmar) is een
verslag van een voormalige Sovjet-Russi
sche spion over zijn leven. Uitgeweken
naar Duitsland, nadat hij besloten had
een opdracht tot moord niet uit te voeren,
heeft Chochlof zich in dienst van de anti
communistische actie in het Westen ge
steld en een boek geschreven, dat dienen
moet om de Russische, niet-communisti-
sche burger te waarschuwen, in te lichten
cn te activeren tot ondermijning van het
communistische regime. Een bewer
king van zijn boek in niet al te verzorgd
Nederlands is thans verschenen. Het is
een enigszins t'-aag verhaal, met spannen
de hoogtepunten, moeilijk in één adem uit
te lezen doch onthullend en interessant ten
aanzien van „het spel achter de scher
men" de spionage.
Zondagmiddag om kWart voor drie is op
het circuit in Zandvoort een sportwagen bij
het uitwijken voor een motor in de zachte
wegberm geraakt, over de kop geslagen
en in een duinvallei terechtgekomen. De
bestuurder, een 34-jarige Hagenaar, werd
met diepe vleeswonden in een van de be
nen naar het Grote Gasthuis in Haarlem
vervoerd en kon later naar huis worden
overgebracht. De kostbare sportwagen
werd ernstig beschadigd en moest worden
weggesleept.
Hoogleraar. Dr. G. P. v. Itterson is be
noemd tot gewoon hoogleraar in de facul
teit Ier godgeleerdheid aan de rijksuniver
siteit te Utrecht, om onderwijs te geven
in de geschiedenis van het christendom na
het jaar 800 en de leerstellingen van de
christelijke godsdienst. Prof. Van Itterson
zal op 24 november zijn ambt aanvaarden.
ma werd dank gebracht voor zijn muzikale
leiding. Tenslotte maakte de heer Willem-
sen zich tot tolk van de korpsleden, om
voorzitter Bonkerk en mevrouw Bonkerk
welverdiend in het zonnetje te zetten....
Vooraf waren de aanwezigen begroet,
sommige zelfs bij name en was dank
gebracht aan de schenkers van prijzen
voor een tombola. Verder werd nog het
woord gevoerd door de heer P. Koen, in
zijn kwaliteit van gemeentelijk ambtenaar
van culturele zaken; zijn toespraak duidde
op hoopvolle vooruitzichten voor het korps.
Ook de heer W. v. d. Peyl, adviseur inzake
het korpswezen in Haazdem. sprak er zijn
voldoening over uit. dat Kunstkring-
Spaandam nu als vijfde korps geünifor-
meei-d op straat en op het podium zal ver
schijnen. Hij bracht nog eens speciaal
hulde aan voorzitter Bonkerk, die voor
heel deze actie de stuwende kracht ge
weest is. De heer Mellema dirigeerde ver
volgens de fantasie op Franse kerstliederen
van Meindert Boekei, die voor kort op het
prestatieconcert als verplicht nummer ge
speeld was. Het werd een verdienstelijke
verklanking. Maar het was duidelijk dat
het korps meer vertrouwd is met een se
lectie uit de Czardasfürstin, welk stuk
klankschoon met animo verdedigd werd.
Het eigenlijke concert werd besloten met
het geliefde koraal van Bach „Bleibe mun
ter, mein Gemüthe".
In de tweede helft van de avond werd
nog klarinetspel ten beste gegeven door
de heren C. Stoop. C. v. d. Mey en de jonge
heer Willemsen. Verder was er een non
stop-cabaret en een bal tot besluit.
Jos. de Klerk
Met het sluiten van de „Expo" is het
reisseizoen wel definite! voorbij. Over het
algemeen is men van mening, dat men
reisgidsen alleen raadpleegt vóór de va
kantie. Maar wat wil „vóór de vakantie"
eigenlijk zeggen? Het ligt er maar aan in
betrekking tot welke vakantie men het be
kijkt! „Na" de ene vakantie is „vóór" de
volgende vakantie! In dit licht gezien kan
men dan ook evengoed nu genieten om met
raadpleging van bovengenoemde hulpmid
delen vakantieplannen te maken.
De serie gidsen van de uitgeverij „Kos
mos" te Amsterdam, uitgegeven in sa
menwerking met de Nederlandse Reisver-
eniging, waarvan wij in deze kolommen
reeds verscheidene exemplaren hebben
besproken, is nog weer met een aantal
uitgebreid: ten eerste: Noord-Zwitserland
en het Tödi-gebied, ten tweede: De kas
telen aan de Loire, Bretagne. Normandië,
ten derde: Napels, Pompei' en Capri, ten
vierde: Salzburg en Salzkammergut en
tenslotte Karinthië kleine en uiteraard
beknopte, maar goedverzorgd uitziende
gidsjes om zo in de zak te steken.
Van de Foto-Pockets van de uitgeverij
„Contact" te Amsterdam uit welke serie
wij ook al eerder uitgaven hebben ge
noemd, ontvingen wij nog: „Dit is de Ita
liaanse Rivièra" en „Dit is Griekenland"
met vooral foto's als introductie tot de be
trokken landen. Met Cas Oorthuys zijn wij
daarbij in goed gezelschap. De tekst
voor het eerstgenoemde boekje is van
Marise Ferro, van het laatste van A. den
Doolaard.
Dan is er nog de populaire serie „Taal en
Land" (uitgegeven door C. de Boer jr. in
Amsterdam) gidsjes, waarin het prak
tische taalgebruik met de beschrijving van
het land, alles in beknopte vorm, is ge
combineerd. In deze serie zijn de nieuw
ste delen aan Lugano en de Zwitsers-Ita
liaanse meren, aan Corsica en Elba ge
wijd. Het zijn boekjes om gedurende de
wintei-maanden niet alleen in te lezen,
maar ook uit te leren.
„Breng uw vakantie door in eigen land!"
Deze leuze zult u zeker willen waarma
ken, wanneer u uit de r'eeds genoemde
„Contact"-serie het boekje „Overijsel"
onder ogen krijgt. Het is een verrukkelijk
land, waarvan de schoonheid en de folklo
re ons door foto's van Cas Oorthuys en de
beschrijving van Evert Zandstra overtui
gend geopenbaard worden.
De vereniging die in Haarlem en om
streken bekend staat als Dierenbescher
ming uit de Ridderstraat heeft vrijdag
avond in de tuinzaal van het concertge
bouw haar vijfentachtigjarig bestaan her
dacht met een bijeenkomst waar dr. A. F.
Poi-tielje sprak over „De omgang met die
ren, ook met de zeer gevaarlijke" en waar
in het begin van de avond en ook geduren
de de pauze een bazaar gehouden werd.
De belangstelling voor deze avond was
zee:1 groot.
De voorzitter van Dierenbescherming,
de heer B. H. C. J. van Oosterhout opende
de bijeenkomst met een korte toespraak
waarin hij de oprichting van de vereni
ging memoreerde en daarbij de naam van
de heer Westendorp noemde, in wiens
woonhuis aan de Schotersingel, destijds de
uiterste grens van Haarlem, de grondslag
gelegd werd van de vereniging en van het
thans bestaande dierentehuis in de Rid-
dei-straat. In de verhouding mens-dier is
sindsdien veel ten goede gewijzigd, de toe
standen op veemarkten en ook het vee-
vervoer, zijn belangrijk verbeterd, er zijn
dierentehuizen en poliklinieken waar die
ren kunnen worden verzorgd, opgericht,
bij rampen en in strenge winters wordt
aan dieren hulp verleend, de trekhond is
dankzij de dierenbescherming zo goed als
verdwenen, aan het uitmoorden van ver
schillende vogelsoorten is een einde geko
men.
Alleen de kettinghond wacht nog op be
vrijding, hetgeen pas zal kunnen geschie
den als de dierenwet aangenomen zal zijn.
Veel is er in Haarlem en omgeving gedaan
en veel valt er nog steeds aan dierenhulp
te doen en soreker noemde het bedroevend
dat in het gebied dat de vereniging be
strijkt van de kwart miljoen inwoners
slechts 2500 mensen lid van de vereniging
zijn. Het werk van de vereniging breidt
zich steeds uit, hulpverlening aan slacht
offers van het verkeer, het verzorgen van
dieren in het tehuis kost ieder jaar meer
geld. Bovendien heeft de vereniging plan
nen om tot de bouw van een nieuw asyl te
komen en spreker vertrouwde erop, dat de
dierenvrienden de vereniging niet in de
steek zullen laten.
Hierna wees de heer Van Oosterhout er
in het bijzonder op, dat Dierenbescher
ming in Haarlem en omgeving de enige
vereniging is, die daadwerkelijk aan die
renbescherming doet. Nog niet zo lang ge
leden is er in Haarlem een stichting in het
leven geroepen, die misschien m de toe
komst de dierenbescherming ter hand zal
gaan nemen. Daartegen is, aldus spreker,
geen enkel bezwaar, want hoe meer die
renbescherming, hoe beter het lot van de
dieren kan zijn. Wel had de spreker er ech
ter bezwaar tegen, dat bedoelde stichting
in woord en geschrift de voorstelling geeft
alsof zij reeds nu de dierenbescherming
beoefend. Zij schroomt daarbij, aldus de
heer Oosterhout, niet te suggereren, d at
haar gelden bedoeld zijn voor de „bescher
ming van dieren", daarbij misschien on
bedoeld een deel van het publiek in de
waan brengende, dat deze gelden ten goe
de komen aan de vereniging uit de Ridder
straat. Tegen dergelijke praktijken wilde
spreker nadrukkelijk stelling nemen.
Dr. Portielje kreeg hierna het woord om
in een zeer onderhoudende en leerzame
causerie zijn toehoorders uiteen te zetten
dat de mens die met dieren omgaat, be
ginnen moet met waarnemen en naden
ken en niet, zoals zo vaak geschiedt, met
bedenken. Bij velen ligt er een afgrond van
wanbegrip tussen hen en het dier, waar we
„honds" of „leeuws" of „paards" mee
om moeten gaan zoals we kinderlijk met
kinderen omgaan. Met vele voorbeelden
en met lantaarnplaatjes en film illustreer
de spreker zijn betoog,
Wie Wat Waar 1959 handhaaft de
traditie van de jaarboeken 195/
en 1958: het geeft helder en
bondig een kroniek van het af
gelopen jaar, een grondige be
handeling van een bonte rij van
onderwerpen die in de actuele
belangstelling staan. Het is een
bron van informaties, een sieraad
voor de boekenkast, goed en
goedkoop.
Uitsluitend verkrijgbaar aan de kantoren van
Haarlems Dagblad/Opr. Haarl. Courant en Umuider Courant