ELn, Lion d'Or „BRULLEN ALS EEN DUIF" Kunstkring-Apollo Tlieuiae nu ook in uniform Vocaal- en instrumentaal concert voor de K.N. T. V. Van alles wat in Amsterdam ZUIDPOOLLECTUUR MAANDAG 24 NOVEMBER 1958 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 7 Boeiende lezing van Schipper Mees Toxopeus over reddingswezen Subsidie voor jeugdwerk in Noordholland Hefdeel van Prinsenbrug komt weldra klaar UITGAVEN Sportwagen op circuit over de kop REISGIDSEN Dr. Portiel je sprak voor Dierenbescherming Een kostelijk bezit voor lage prijs 1. 95 Lesley Storm die „Toontje heeft een „aard 'getekend" en „Zwarte crêpe de chine" uit haar vlotte, door een spitse geest bestuurde pen liet vloeien weet blijk baar precies welke ingrediënten men moet gebruiken voor de lichte, pikante kost, waar mensen prijs op stellen die eens een avond uit de sfeer van hun dagelijkse be slommeringen willen treden en daartoe in de schouwburg naar zo geanimeerd moge lijk amusement komen zoeken. En de Haagse Comedie is in ons land precies he( gezelschap, dat daarbij als interme diair kan dienen, zeker wanneer de in dit luchtige genre gespecialiseerde Cees La- seur met 7-ijn genuanceerd gevoel voor ver houdingen een toeziend oog op de voorbe reiding heeft geworpen. Men zegt altijd, dat het publiek het ruikt als er zo'n ge makkelijk verteerbaar avondgerecht met een geraffineerde saus van genotmiddelen is klaargestoomd en dat zal ook wel zo zijn, want bij de voorstelling, die zaterdag van' het blijspel „Brullen als een duif" in Haarlem werd gegeven, zat de knusse zaal van het gemeentelijk theater aardig vol. Ik stel dat vast zonder enige ironie, het is immers een goed ding als er ook op het gebied van het toneel adressen van ver trouwen bestaan. In dit geval stonden er trouwens nog meer namen op het affiche, die het gewenste genoegen konden doen verwachten. „Brullen als een duif" is een eigenaar dige variatie op 't stramien van de zeden- komedie. Het thema zou men misschien kunnen aangeven als: het vruchtbaarheids- complex. Een Schotse edelman, Lord Dun- gavel, werkt als een bezetene om de op brengst van het voorvaderlijk erfgoed te verhogen door de oogsten te vermeerde ren en de veestapel te vermenigvudigen. Daar bij een oude testamentaire beschik king alleen opvolging in de mannelijke lijn mogelijk is, wenst hij een zoon, die te zij ner tijd de bloei zijner domeinen kan pro longeren tot meerdere glorie van zijn ge slacht. Zijn van geboorte Amerikaanse echtgenote voelt echter weinig voor het feodale principe: zij gaat in staking, als zij hem binnen de negen jaar een slaap zaal vol dochters heeft geschonken. Men bedenke hierbij, dat zij door de komst van het zesde kind nota bene verhinderd was de kroningsplechtigheid in Westminster Abbey bij te wonen In wanhoop laat zij haar ouders overkomen uit, de Verenigde Staten, die door de uitvoering van tegen strijdige tactische manoeuvres voldoende verwikkelingen ontketenen om zoniet, de vele tafrelen zinrijk te vullen dan toch de spelers en daarmee de toeschouwers ple zierig onledig te houden. Bij de voorstellin gen in Engeland werd de komische tegen stelling tussen de partijen vergroot door een gemengde bezetting, die voor een deel uit Amerikaanse gasten bestond. Voor ons zijn de figuren in deze geschiedenis zo al vreemd genoeg, al zou men zich iets meer contrasten kunnen denken dan er thans werden vertoond. Maar anderzijds getuigt het wellicht van wijs beleid, dat men niet tot nabootsing van uiterlijke manieren van doen is overgegaan. Hoe dan ook, met. Eli sabeth Andersen in de vrouwelijke hoofd rol werd het een sprankelende, spirituele aangelegenheid. Deze actrice heeft het ge heim van een stralend sarcasme, dat een geheel eigen accent verleent aan de ge voeligheid, die men toch ook in een triviale komedie verwacht. Frans van der Lingen is met zijn beperkte mogelijkheden éen wat stereotiepe acteur, maar daardoor nu juist bijzonder geschikt voor de verliefde ma niak met waardige allure. Er waren twee Meestal bestaat het onderwerp van een lezing uit een reisverhaal over verre en avontuurlijke tochten naar allerlei onbe kende streken, waarbij de spreker diver se bijzonderheden onthult over de zeden en gewoonten der bewoners van Tibet, Nieuw Guinea of Alaska. Daarom is het een enigszins ongewone ervaring, op een der gelijke avond geen andere plaats- en streeknamen te horen vermelden dan Delfzijl, Terschelling, Ameland en Rot- tumeroog en daarbij nog te moeten ver nemen, dat de mogelijkheden voor een boeiend verhaal hier stellig niet geringer zijn, dan in welk ver continent dan ook. Dit bewijs werd vrijdagavond door schip per Mees Toxopeus geleverd in de boven zaal van het Minerva theater, waar hij voor de afdeling Haarlem en omstreken van de Volksuniversiteit een spreekbeurt kwam vervullen. En wat zou nu anders zijn onderwerp kunnen zijn dan „Het red dingswezen aan de Nederlandse kust". Zijn boeiende causerie bestond uit het verslag van een gedeelte der ervaringen, welke hi.i gedurende vierendertig jaar aan boord van drie reddingboten heeft beleefd. De laatste periode daarvan was hij schip per van de „Insulinde". Heel gemoedelijk, alsof het alle vrij eenvoudige opdrachten waren geweest, beschreef hij zijn tochten naar de diverse schepen die voor de Ne derlandse of Duitse kust waren gestrand, om daarbij met verduidelijkende gebaren de methodes te verklaren, volgens welke hij en de bemanning bij de redding dei- schipbreukelingen te werk gingen. Ook besteedde hij aandacht aan de red dingboot, die, nadat deze is omgeslagen, zich geheel uit eigen kracht weer opricht. Dit geschiedt volgens een vrij eenvoudig principe, zodat spreker zich erover had verwonderd dat. niemand eerder op dit idee v/as gekomen. De eerste boot ter we reld die deze eigenschap bezat, werd ge deeltelijk volgens zijn aanwijzingen op een kleine scheepswerf in Delfzijl ge bouwd en na enige mislukte pogingen slaagde men erin, de omgeslagen boot reeds na een minuut en tweeënveertig se- konden de juiste positie weer te doen in nemen. Op dit moment wierp spreker een blik op de klok, maar de tijd voor de pauze was kennelijk nog niet aangebroken, ,,'t is eigenlijk nog te vroeg, daarom zal ik je nog een paar dinge vertelle". merkte hij onder gelach van zijn toehoorders op. Er volgde toen het verhaal van de stran ding van een Fins schip bij de Eems, waar bij Toxopeus en zijn mensen eerst vier vrouwen en zes mannen bij een vliegende storm van boord haalden. Vervolgens keerden zij weer terug, om voor het inmid dels vlot geraakte schip als loods te funge- ren en het veilig door zandbanken en bran ding naar de Eems te geleiden, waar het vervolgens op eigen kracht naar Emden kon doorstomen. Een staaltje van onver schrokken zeemanskunst, waarvoor zij van de Finse regering een verdiende on derscheiding mochten ontvangen. Deze en andere verhalen over koene reddingen werden na de pauze met een aantal lan taarnplaatjes toegelicht, waardoor deze toch reeds boeiende lozing op een interes sante manier werd verduidelijkt. erg leuke rollen van Ineke Brinkman en Jules Croiset, verder zag men Gijsbert Ter- steeg voor de zoveelste keer onberispelijk als de voorname bohémien en Kitty Klup- pell als de bazige zaakwaarneemster van de belangen van de „misbruikte" dochter. Cees Laseur kwam ten gevolge van een klein ongeluk met zijn auto een half uur te laat in de schouwburg. Men had op hem gewacht en hij werd voor het eerst weer optredend na zijn ziekte met een hartelijk applaus begroet. Blijkbaar heeft het gebeurde hem toch een kleine schok bezorgd, want de souffleur kreeg bijna de gehele avond gelegenheid te bewijzen dat de aan „Een Midzomernachtdroom" van Shakespeare ontleende titel ook op hem kon slaan: zelden hebben wij iemand zo liefelijk indringend als een duif horen brullen zonder iemand aanstoot te geven. Maar overigens was het de echte en on vervalste Laseur, die een groot deel van het succes met machtige armzwaaien bin nenhaalde. Het geheel speelde zich af in een fraai decor, dat door Eline van Dreght is ontworpen. David koning Gedeputeerde Staten van Noordholland hebben de Provinciale Staten voorgesteld de „vrije jeugdbeweging" een subsidie te verlenen. Subsidie wordt slechts toege kend aan de provinciale afdelingen van landelijke organen, die ook subsidie van het rijk genieten. De subsidie bedraagt 25n/o van de exploitatiekosten, tot een ma ximum van 75.000 voor alle in Noord holland werkzame provinciale afdelingen. In de toelichting tot het voorstel wordt opgemerkt, dat er van de jeugdorganisa ties veel wordt gevraagd, vooral in de ge bieden, waar een snelle ontwikkeling gaan de is, zoals de Zaanstreek, het IJmondge- bied en de Kop van Noordholland, omdat juist daar het probleem van de aanpassing van de jeugd aan de zich gewijzigde le vensomstandigheden sterk op de voor grond treedt. Wil het jeugdwerk voor zijn taak berekend zijn, dan zal het moeten kunnen beschikken over de nodige leiders, wier deskundigheid aan hoge eisen zal be horen te voldoen. De kosten van de lei dersvorming en de salariëring van de functionarissen gaan echter ver uit boven de financiële draagkracht van de belang hebbende organisaties. Daarom wordt een beroep gedaan op de provincie. De Amsterdamse tentoonstellingen ver tonen deze maand van alles wat. Achter het mooiste geveltje van „De drie Hen- dricken" op de Bloemgracht zijn tot 5 december wandkleden van Margriet Kagi- Mosterd, mozaiek in ceramische stenen en Belgisch glas van Louis Schrikkel en gra fiek van Gerrit de Jong te zien. Van alles wat ook in Santee Landweers tuinhuis, waar de beeldhouwer L. J. P. Braat werk uit dertig jaar exposeert. Tot 4 december kan men zijn uit hout gehakte en veelal gepolychromeerde beelden, zijn ook wel beschilderde chamottes, zijn bronzen, zijn ceratpische produkten en zijn tekeningen daar vinden. Dat de vormen, waarin Braat zijn denkbeelden goot, in die dertig jaren aan veranderingen onderhevig waren, is nogal voor de hand liggend. Het valt daar bij op hoezeer toch dit werk een eigen in zicht vertoont. Hoewel Braat bewust zocht met zijn tijd mee te gaan, kenmerkt zijn werk zich door een echte originaliteit. Hij maakte nogal een en ander, dat ik eigenlijk niet anders dan „wel gek" zou kunnen noemen. Toch is hij er niet op uit ons in de eerste plaats te verwonderen. Daar is hij trouwens te onhandig voor. Hij be proefde iets te maken zoals primitieve vol ken dat deden, maar leidde zijn vormen toch niet af van primitieve kunst. Sinds Picasso's experimenten met ceramiek heb ben ook anderen zich nogal eens aan vazen in vormen gewaagd van mensen of dieren. Weinigen stonden daarbij zo los van Picas so's voorbeeld als Braat. Bij Magdalena Sothmann exposeert naast de door mij reeds besproken Franse schil der Chambrin ook Corry van Heerden- Wortel, niet zozeer van alles wat, maar wel figuratief en nonfiguratief werk. In het laatste spelen mij toevalligheidseffecten een te grote rol. Zo deed een en ander mij denken aan marmerpapier. Zij behoeft zich door deze opmerking niet te laten ontmoe digen. De tot 24 november in het Stedelijk Museum geopende tentoonstelling van de aankopen in dit jaar door de gemeente Amsterdam kan haar steunen. Daar over heerst abstract of bijna-abstract werk. Op vallend zijn daar de formaten. Het lijkt of vele schilders zich in het bijzonder richten op tentoonstellen in grote museumzalen. Picasso's slordig verfgebruik maakt school en zelfs een Defesche liet de druppels over zijn doek lopen. Jammer! Van alles wat ik daar zag, was een heel klein schilderijtje van Coba Ritsema het mooist. En daarnaast Binnenkort zal ook het hefgedeelte van de Prinsenbrug te Haarlem, die bestaat uit een basculebrug, een hefbrug en twee vaste overspanningen, voor de scheep vaart geopend kunnen worden. Als er zich tenminste weer geen onvoorziene omstan digheden voordoen. Zoals reeds eerder bericht werd deze Prinsenbrug, ondanks het feit dat de hef brug nog niet geopend kon worden omdat er bij het beproeven van de constructie enige onvolkomenheden aan het. licht wa ren getreden, op maandag 28 juli voor het wegverkeer opengesteld. Ondertussen heeft men in de constructie van de schroefvijzels, waarmee de hef brug opgevijzeld wordt, enige veranderin gen aangebracht en men hoopt uiteraard dat deze veranderingen tot een goed func tioneren zullen leiden. Over enkele weken is men zover dat de verbeterde constructie op haar waarde be proefd kan worden. Het is niet uitgesloten dat de Prinsenbrug dan weer enkele dagen voor het landverkeer zal worden afgeslo ten. Alvorens daartoe over te gaan, wil men eerst de Catharijnebrug. die nu van wege revisiewerkzaamheden voor het ver keer afgesloten is, weer openstellen. Pas dan gaat men het hefdeel van de Prinsen brug opnieuw beproeven. Vooral voor de schippers, die normaal met hun schip onder de spoorbrug door kunnen varen, zal het gebruik van de hefbrug een hele verbetering zijn. Men verwacht bovendien dat het openen en sluiten van deze brug sneller zal geschie den dan met de basculebrug, zodat ook het landverkeer er profijt van heeft. om warm van te worden De lange reeks van boeken over het zes de continent is opnieuw met twee lijvige werken uitgebreid. In het eerste: „Antarc tica" verschenen bij de Erven F. Bohn, n.v. te Haarlem geeft dr. ir. W. H. C. Knapp een indrukwekkend panorama van de geschiedenis van het geheimzinnige woeste Zuidland met zijn vreemde na tuurverschijnselen, zijn gevaren en zijn merkwaardige afwezigheid van alle ziek tekiemen. In wetenschappelijk verant woorde, maar ook voor leken begrijpelijke trant behandelt hij achtereenvolgens het klimaat, de ijsformaties, de geologie en het leven van planten en dieren in het Zuidpoolgebied, de Antarctische zeeën, de periode der sledetochten van de eerste poolvorsers, het tijdvak der luchtverken- ning en de betekenis van het geofysisch jaar voor de ontsluiting van het witte we relddeel en zijn enorme natuurlijke rijk dommen. Het boek is verlucht met vijfen tachtig foto's en andere afbeeldingen als mede met een grote gekleurde landkaart van Antarctica. In „De Zuidpool bedwongen" doen Sir Vivian Fuchs en Sir Edmund Hillary ons het bewogen relaas van hun geruchtma kende tocht in het begin van dit jaar, dwars over de eindeloze ijswoestijn van het Zuidpoolcontinent: een worsteling van honderd dagen over een afstand van vijf endertighonderd kilometer, die hen bij temperaturen van soms vijfenveertig gra den onder nul langs en over ijsbergen, gletsjers en bodemloze ravijnen voerde. Het is uitermate boeiende lectuur. De Ne derlandse uitgave in vlekkeloze verta ling is verschenen bij Scheltens Gil- tay en geïllustreerd met een groot aantal fascinerende kleurenfoto's van het Zuid poolgebied. natuurlijk Kruyders Blaricumse landschap, dat de gemeente Amsterdam cadeau kreeg van de De Swaanstichting. Tot 7 december is in het Stedelijk Mu seum ook nog een tentoonstelling gewijd aan de kleur. Deze expositie werd samen gesteld door de Liga Nieuw Beelden en een verffabriek. Het ziet er hier fraai uit. Ik betwijfel echter of er veel te leren valt. Het meest interessant zijn een paar archi tectuurtekeningen. waarmee het effect van verschillende kleuren in een ruimte geïllu streerd wordt. Dat hier verder met lan taarnplaatjes in kleur nog les gegeven wordt, is een beetje eigenaardig in een museum, dat toch wel over voldoende schilderijen beschikt om een en ander dui delijk te maken. Aan de andere kant is het natuurlijk wat pijnlijk in kunstwerken alleen maar leervoorbeelden te zien. Mis schien ook vond het groepje kinderen, dat ik op deze tentoonstelling aantrof, die mo derne toverlantaarn boeiender dan echte schilderijen. Bob Butjs Advertentie Iedere morgen een heerlijk kopie koffie De zangeres Nelly Groenevelt en haar begeleidster, de pianiste Erna de Bruyn hebben tezamen met de pianiste Justine Koot aan de leden van de afdeling Haarlem van de Koninklijke Nederlandse Toonkun stenaarsvereniging en introducé's zaterdag avond in de grote zaal van de Haarlemse muziekschool van „Toonkunst" een in veel opzichten verrassend mooi concert geboden. Nelly Groenevelt, die als oratoriumzan geres al bekendheid heeft, liet zich op deze avond gelden als een vocaliste met een verheugende dispositie voor liederenvoor- dracht. In welk een belangrijke mate zij voor die voordracht, kan steunen op een uitstekende zangtechniek, demonstreerde zij al direct bij de aanvang van het concert, toen zij het verfijnde „Rossignob amou- reux" van Rameau vertolkte, een ariette", waaraan de nachtegaal-zangrealismen in subtiele ornamentiek en figuraties met een lichte expressiviteit een heel aparte roman tische sfeer schiepen. Hoe gaarne had ik hierbij de zilverige klank van een hoog clavecimbel-register gehoord als begelei ding! De klare stem van Nelly Groenevelt kwam daarna in volledige harmonie met twee liederen van Mozart, schone muziek, die bijzonder beheerst gezongen werd. Andere romantiek brachten zes fraaie liederen van Johannes Brahms, waarvan „So willst du des Armen" overtuigend klonk. „Dein blaues Auge" opviel door een stemkleur-wisseling van diepe zin, „Tren- nung" lichte weemoed liet horen en het „Standchen" als een ranke liefdesuiting zeer innemend werd gezongen. Vcor „Der Jager" zal Nelly Groenevelt nog een andere, psychologisch-verantwoorde interpretatie moeten vinden. Na de pauze heeft Nelly Groenevelt haar auditorium verrast met. een voortreffelijke voordracht van enige liederen van Hugo Wolf. waarbij het opviel hoe de sterkste dispositie van deze zangeres uitging naar geladen en romantisch bewogen voordracht (Mignon, In dem Schatten meiner Locken) en dat de geestige expressiviteit nog meer tot een werkelijk eigen bezit gemaakt moet worden. Een mooie herinnering bewaar ik aan de vertolking van twee fraaie liederen van Rudolf Mengelberg: „Domi Jesu" en „Resonet in laudibus". Zeer veel had de zangeres te danken aan de muzikale, door schone klank uitmuntende begeleidingen. De pianiste Justine Koot, die als soliste optrad, zocht bij haar vertolking van de Sonate in a (K.V. 310) van Mozart merk baar naar de gunstigste klankverhouding, die zi.i waarschijnlijk anders verwacht had dan zij nu ondervond. Van dit zoeken was echter geen sprake meer, toen zij de aan- „De lokroep van het onbekende" van de Duitse auteur dr. Paul Herrmann (Ne derlandse vertaling en uitgave van W. de Haan n.v. te Utrecht) is een verrukkelijk boek voor de liefhebbers van avontuurlij ke reisverhalen op authentieke grondslag. Het beschrijft met een aanstekelijke geest drift de heldenmoed en euveldaden van de grote ontdekkingsreizigers sinds de mid deleeuwen, beginnende met de ontdekking van Amerika, de strijd om de handelswe gen naar Oost-Indië, het optreden der Con quistadores, de verlokkingen van het zuiden, de verovering van de jungle en de bedwinging der woestijnen. Het boek laat zich even vlot en plezierig lezen als een licht romannetje. Maar al voortle- zende, krijgt men toch ook een helder in zicht in de samenhang en de achtergron den van al die ontdekkingsreizen. Popu- lair-wetenschappelijke lectuur van de prettigste soort! Bij de uitgeverij Ad. Donker te Rotter dam is verschenen „Het weer van me teoor tot meteorologie", een royaal boek werk, waarin de directeur van het Ko ninklijk Nederlands Meteorologisch Insti tuut, prof. dr. S. W. Visser, de lezer met vermijding van alle geleerde formules en theorie een inzicht geeft in de problema tiek van het weer en de weersvoorspel ling. Om ingewikkelde verschijnselen op klimatologisch, sterrekundig en meteoro logisch gebied te verklaren zonder ge bruik te maken van natuurkundige en scheikundige begrippen, is een welhaast onmogelijke taak. Prof. Visser is daar, dunkt ons, toch goeddeels in geslaagd wat meer zegt: hij weet voortdurend de aandacht te blijven boeien. Zijn betoog wordt geïllustreerd met vele verhelderen de foto's, tekeningen en kaarten. Goede wijn behoeft geen krans en dus behoeft het nieuwe boek van Jan P. Strijbos, dat bij L. J. Veens Uitgevers maatschappij n.v. te Amsterdam versche nen is geen uitvoerige aanprijzingen on zerzijds. „Svalbard" heet dit nieuwe tri- trekkelijke en klankrijke Sonatine No. 3 van Leon Orthel speelde en zij haar klank fantasie zo doeltreffend kon combineren met een ontwikkelde pianotechniek Justine Koot bleef op een zelfde loffelijk vertol- kingsniveau met de uitvoering van de on conventionele Serenade van Henorik An- driessen en van vier „zelfportretten" van de Nederlandse componisten Oscar van Hemel, Jurriaan Andriessen, Herman Stra- tegier en Leon Orthel. De voorzitter van de afdeling, de heer Piet V:ncent, die de avond met een woord van welkom had ingeleid, dankte aan het slot daarvan de solisten hartelijk voor het geen zij geschonken hadder F. Zwaanswijk Op de jaarlijkse feestavond van de Haarlemse harmonievereniging Kunst- kring-Apollo, die zaterdag in de zaal van de H.J.M.V. aan de Lange Margaretha- straat gehouden is traden de korpsleden voor het eerst in hun nieuwe uniformen voor het publiek op. Hun stemmige don kerblauwe pakken zullen, gecompleteerd met de uniformpetten van opvallende vorm, stellig een bijzondere indruk ma ken, wanneer Kunstkring-Apollo in rit mische cadans langs de straten zal mar cheren. Er viel echter een schaduw op de feestavond, doordat de dirigent Peter Wit wegens ziekte niet van de partij kon zijn. In zijn plaats dirigeerde de heer C. M. Mel- lema uit Amsterdam. Of het nu aan die keurige nieuwe uniformen lag of aan an dere dingen, de mars „Le Chef de Corps", waarmee geopend werd, klonk bijzonder opgeweekt. pittig van ritme en zuiver van klank. Na deze openingsmars trad voorzit ter L. Bonkerk naar voren om met een hartelijke toespraak en wat er verder bij kwam aan geschenken en bloemen, de velen dank te zeggen die de uniformering van het korps tot een feit hebben gemaakt. Speciaal huldigde hij de leden A. Snel, E. v. d. Kwaak en J. Kuipers om hun activi teit in de uniform-zaak. Een der leden, de heer Iiakhof, overhandigde de voorzitter een bedrag, dat door de leden was bijeen gebracht. Ook directeur Wit werd niet ver geten; hem werd, per speciale ijlbode naar het ziekenhuis, een mand met fruit toege zonden en mevrouw Wit werd met bloe men bedacht. De leveranciers van de uni formen alsmede hun dames, werden mede in de hulde betrokken. Aan de heer Melle- buut van de onvermoeibare zwerver met pen en camera aan de schoonheid der na tuur, zijnde het resultaat van zijn zwerf tochten op Spitsbergen, een uithoek der aarde, waaromtrent de meesten van ons nog de vreemdste begrippen koesteren. Strijbos rekent af met al deze misvattin gen en toont ons Spitsbergen, zoals het is: een arctisch eiland, waar de moderne be schaving nog beperkt gebleven is tot de spaarzame nederzetting, maar waar alles daarbuiten nog uit maagdelijke, ongerep te natuur bestaat. „Spitsbergen werd voor mij een openbaring" schrijft de auteur in zijn voorwoord. Het is dat, door zijn le vendige verteltrant en zijn boeiende ver halen over mensen, dieren en planten op dit kille eilandenrijkje, ook voor ons ge worden. Ettelijke foto's, alle door Strijbos zelf gemaakt, verluchten dit prachtige, op zwaar kunstdrukpapier uitgevoerde boek. Recht op Eigen Geweten door Nikolai Chochlof (Nijgh en van Ditmar) is een verslag van een voormalige Sovjet-Russi sche spion over zijn leven. Uitgeweken naar Duitsland, nadat hij besloten had een opdracht tot moord niet uit te voeren, heeft Chochlof zich in dienst van de anti communistische actie in het Westen ge steld en een boek geschreven, dat dienen moet om de Russische, niet-communisti- sche burger te waarschuwen, in te lichten cn te activeren tot ondermijning van het communistische regime. Een bewer king van zijn boek in niet al te verzorgd Nederlands is thans verschenen. Het is een enigszins t'-aag verhaal, met spannen de hoogtepunten, moeilijk in één adem uit te lezen doch onthullend en interessant ten aanzien van „het spel achter de scher men" de spionage. Zondagmiddag om kWart voor drie is op het circuit in Zandvoort een sportwagen bij het uitwijken voor een motor in de zachte wegberm geraakt, over de kop geslagen en in een duinvallei terechtgekomen. De bestuurder, een 34-jarige Hagenaar, werd met diepe vleeswonden in een van de be nen naar het Grote Gasthuis in Haarlem vervoerd en kon later naar huis worden overgebracht. De kostbare sportwagen werd ernstig beschadigd en moest worden weggesleept. Hoogleraar. Dr. G. P. v. Itterson is be noemd tot gewoon hoogleraar in de facul teit Ier godgeleerdheid aan de rijksuniver siteit te Utrecht, om onderwijs te geven in de geschiedenis van het christendom na het jaar 800 en de leerstellingen van de christelijke godsdienst. Prof. Van Itterson zal op 24 november zijn ambt aanvaarden. ma werd dank gebracht voor zijn muzikale leiding. Tenslotte maakte de heer Willem- sen zich tot tolk van de korpsleden, om voorzitter Bonkerk en mevrouw Bonkerk welverdiend in het zonnetje te zetten.... Vooraf waren de aanwezigen begroet, sommige zelfs bij name en was dank gebracht aan de schenkers van prijzen voor een tombola. Verder werd nog het woord gevoerd door de heer P. Koen, in zijn kwaliteit van gemeentelijk ambtenaar van culturele zaken; zijn toespraak duidde op hoopvolle vooruitzichten voor het korps. Ook de heer W. v. d. Peyl, adviseur inzake het korpswezen in Haazdem. sprak er zijn voldoening over uit. dat Kunstkring- Spaandam nu als vijfde korps geünifor- meei-d op straat en op het podium zal ver schijnen. Hij bracht nog eens speciaal hulde aan voorzitter Bonkerk, die voor heel deze actie de stuwende kracht ge weest is. De heer Mellema dirigeerde ver volgens de fantasie op Franse kerstliederen van Meindert Boekei, die voor kort op het prestatieconcert als verplicht nummer ge speeld was. Het werd een verdienstelijke verklanking. Maar het was duidelijk dat het korps meer vertrouwd is met een se lectie uit de Czardasfürstin, welk stuk klankschoon met animo verdedigd werd. Het eigenlijke concert werd besloten met het geliefde koraal van Bach „Bleibe mun ter, mein Gemüthe". In de tweede helft van de avond werd nog klarinetspel ten beste gegeven door de heren C. Stoop. C. v. d. Mey en de jonge heer Willemsen. Verder was er een non stop-cabaret en een bal tot besluit. Jos. de Klerk Met het sluiten van de „Expo" is het reisseizoen wel definite! voorbij. Over het algemeen is men van mening, dat men reisgidsen alleen raadpleegt vóór de va kantie. Maar wat wil „vóór de vakantie" eigenlijk zeggen? Het ligt er maar aan in betrekking tot welke vakantie men het be kijkt! „Na" de ene vakantie is „vóór" de volgende vakantie! In dit licht gezien kan men dan ook evengoed nu genieten om met raadpleging van bovengenoemde hulpmid delen vakantieplannen te maken. De serie gidsen van de uitgeverij „Kos mos" te Amsterdam, uitgegeven in sa menwerking met de Nederlandse Reisver- eniging, waarvan wij in deze kolommen reeds verscheidene exemplaren hebben besproken, is nog weer met een aantal uitgebreid: ten eerste: Noord-Zwitserland en het Tödi-gebied, ten tweede: De kas telen aan de Loire, Bretagne. Normandië, ten derde: Napels, Pompei' en Capri, ten vierde: Salzburg en Salzkammergut en tenslotte Karinthië kleine en uiteraard beknopte, maar goedverzorgd uitziende gidsjes om zo in de zak te steken. Van de Foto-Pockets van de uitgeverij „Contact" te Amsterdam uit welke serie wij ook al eerder uitgaven hebben ge noemd, ontvingen wij nog: „Dit is de Ita liaanse Rivièra" en „Dit is Griekenland" met vooral foto's als introductie tot de be trokken landen. Met Cas Oorthuys zijn wij daarbij in goed gezelschap. De tekst voor het eerstgenoemde boekje is van Marise Ferro, van het laatste van A. den Doolaard. Dan is er nog de populaire serie „Taal en Land" (uitgegeven door C. de Boer jr. in Amsterdam) gidsjes, waarin het prak tische taalgebruik met de beschrijving van het land, alles in beknopte vorm, is ge combineerd. In deze serie zijn de nieuw ste delen aan Lugano en de Zwitsers-Ita liaanse meren, aan Corsica en Elba ge wijd. Het zijn boekjes om gedurende de wintei-maanden niet alleen in te lezen, maar ook uit te leren. „Breng uw vakantie door in eigen land!" Deze leuze zult u zeker willen waarma ken, wanneer u uit de r'eeds genoemde „Contact"-serie het boekje „Overijsel" onder ogen krijgt. Het is een verrukkelijk land, waarvan de schoonheid en de folklo re ons door foto's van Cas Oorthuys en de beschrijving van Evert Zandstra overtui gend geopenbaard worden. De vereniging die in Haarlem en om streken bekend staat als Dierenbescher ming uit de Ridderstraat heeft vrijdag avond in de tuinzaal van het concertge bouw haar vijfentachtigjarig bestaan her dacht met een bijeenkomst waar dr. A. F. Poi-tielje sprak over „De omgang met die ren, ook met de zeer gevaarlijke" en waar in het begin van de avond en ook geduren de de pauze een bazaar gehouden werd. De belangstelling voor deze avond was zee:1 groot. De voorzitter van Dierenbescherming, de heer B. H. C. J. van Oosterhout opende de bijeenkomst met een korte toespraak waarin hij de oprichting van de vereni ging memoreerde en daarbij de naam van de heer Westendorp noemde, in wiens woonhuis aan de Schotersingel, destijds de uiterste grens van Haarlem, de grondslag gelegd werd van de vereniging en van het thans bestaande dierentehuis in de Rid- dei-straat. In de verhouding mens-dier is sindsdien veel ten goede gewijzigd, de toe standen op veemarkten en ook het vee- vervoer, zijn belangrijk verbeterd, er zijn dierentehuizen en poliklinieken waar die ren kunnen worden verzorgd, opgericht, bij rampen en in strenge winters wordt aan dieren hulp verleend, de trekhond is dankzij de dierenbescherming zo goed als verdwenen, aan het uitmoorden van ver schillende vogelsoorten is een einde geko men. Alleen de kettinghond wacht nog op be vrijding, hetgeen pas zal kunnen geschie den als de dierenwet aangenomen zal zijn. Veel is er in Haarlem en omgeving gedaan en veel valt er nog steeds aan dierenhulp te doen en soreker noemde het bedroevend dat in het gebied dat de vereniging be strijkt van de kwart miljoen inwoners slechts 2500 mensen lid van de vereniging zijn. Het werk van de vereniging breidt zich steeds uit, hulpverlening aan slacht offers van het verkeer, het verzorgen van dieren in het tehuis kost ieder jaar meer geld. Bovendien heeft de vereniging plan nen om tot de bouw van een nieuw asyl te komen en spreker vertrouwde erop, dat de dierenvrienden de vereniging niet in de steek zullen laten. Hierna wees de heer Van Oosterhout er in het bijzonder op, dat Dierenbescher ming in Haarlem en omgeving de enige vereniging is, die daadwerkelijk aan die renbescherming doet. Nog niet zo lang ge leden is er in Haarlem een stichting in het leven geroepen, die misschien m de toe komst de dierenbescherming ter hand zal gaan nemen. Daartegen is, aldus spreker, geen enkel bezwaar, want hoe meer die renbescherming, hoe beter het lot van de dieren kan zijn. Wel had de spreker er ech ter bezwaar tegen, dat bedoelde stichting in woord en geschrift de voorstelling geeft alsof zij reeds nu de dierenbescherming beoefend. Zij schroomt daarbij, aldus de heer Oosterhout, niet te suggereren, d at haar gelden bedoeld zijn voor de „bescher ming van dieren", daarbij misschien on bedoeld een deel van het publiek in de waan brengende, dat deze gelden ten goe de komen aan de vereniging uit de Ridder straat. Tegen dergelijke praktijken wilde spreker nadrukkelijk stelling nemen. Dr. Portielje kreeg hierna het woord om in een zeer onderhoudende en leerzame causerie zijn toehoorders uiteen te zetten dat de mens die met dieren omgaat, be ginnen moet met waarnemen en naden ken en niet, zoals zo vaak geschiedt, met bedenken. Bij velen ligt er een afgrond van wanbegrip tussen hen en het dier, waar we „honds" of „leeuws" of „paards" mee om moeten gaan zoals we kinderlijk met kinderen omgaan. Met vele voorbeelden en met lantaarnplaatjes en film illustreer de spreker zijn betoog, Wie Wat Waar 1959 handhaaft de traditie van de jaarboeken 195/ en 1958: het geeft helder en bondig een kroniek van het af gelopen jaar, een grondige be handeling van een bonte rij van onderwerpen die in de actuele belangstelling staan. Het is een bron van informaties, een sieraad voor de boekenkast, goed en goedkoop. Uitsluitend verkrijgbaar aan de kantoren van Haarlems Dagblad/Opr. Haarl. Courant en Umuider Courant

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1958 | | pagina 7