ALGERIJE IS FRANS PROEFTERREIN VOOR PSYCHOLOGISCHE OORLOG Buitenlandse getuigen in het proces tegen kampbeulen Cyprus-debat in de UNO Van dag tot dag Leopold Ziegler overleden Kolonels van vijfde bureau ontwierpen „antwoord op de revolutionaire strijd van het communisme ZIELKUNDIGEN IN UNIFORM '"Hoe is het ontstaand 3 j TAFELKLEDEN FANTASIEKLEDEN v. DUIVENBODEN „Knokploeg van Lemmer" mishandelde politieman Vroegere Tsjechoslowaak kwam over uit New York Psychologie Partijen tonen zich niet bijzonder inschikkelijk Khartoem verwijdert imperiale soevenirs Gordon en Kitchener eruit de ^Praatótoel VetihcJk 'deluxe' Georgi Zaroebin overleden VAN LOTJE GETIKT WOENSDAG 26 NOVEMBER 1958 Het heeft ongetwijfeld algemene aan dacht getrokken, dat minister Staf in de Tweede Kamer een zeer progressief geluid heeft doen horen, met name met betrek king tot de mogelijke bouw van een Neder landse atoomduikboot. Menigeen zal ge schrokken zijn van de enorme kosten, die een dergelijk type onderzeeboot zou op slokken en de eerste reactie van velen zal waarschijnlijk aan wrevel grenzen, om dat de defensiekosten door dergelijke pro jectielen tot het onvoorstelbare zouden stijgen. De tweede reactie dient echter enigszins minder impulsief te zijn. Men moet nu eenmaal rekening houden met het onweer legbare feit, dat de techniek met snelle pas vooruitgaat en dat een leger zijn doel treffendheid slechts kan ontlenen aan een zo groot mogelijke moderniteit. Het is de minister niet euvel te duiden, dat hij peinst over de manier waarop de defensiemacht zo doeltreffend mogelijk kan worden ge maakt en daarbij dient in aanmerking te worden genomen dat de astronomische bedragen gegrond zijn op de ontzaglijke kosten die de moderne techniek nu een maal eist. Een andere vraag is echter, of Neder land met de eventuele bouw van één, t«n hoogste twee atoomduikboten iets toe voegt aan de doeltreffendheid van zijn strijdkracht. Een defensie die met der gelijke indrukwekkende kosten gepaard moet gaan. overschrijdt immers onmisken baar de draagkracht van kleine naties, zonder dat daartegenover het werkelijke effect van hun nationale leger wordt ver hoogd. Men kan immers een nationaal leger niet meer apart, volgens de aan zijn nationale beperking ontleende doeltref fendheid beschouwen, doch moet het steeds meer zien als een stukje van de legpuzzel, die in zijn totaliteit de defensiemacht van een eensgezinde alliantie vormt. Of dat kleine Nederlandse stukje van de puzzel een atoomduikboot nodig heeft om in het grote geheel te passen, blijft een vraag die vele twijfels oproept. Nederland mag zich dan nog steeds als een zeevarende natie beschouwen in het grote geheel van de NAVO vormt de bijdrage van onze marine een zeer bescheiden deel en als het erom gaat dat deel zo effectief mogelijk te maken, moet de opbouw van die nationale marine zijn afgestemd op het totaal aan strategische planning, dat de NAVO schraagt. De aanschaffing van kleinere, goed kopere doch eveneens onmisbare marine eenheden als bijdrage tot de operationele zeestrijdkrachten van de NAVO zou Neder land, gezien zijn mogelijkheden in allerlei opzichten, beter passen. Wanneer aan de bouw van een atoomduikboot de effectieve organisatie van onze bijdrage tot de NAVO-marine zou worden opgeofferd, zou dat noch onze veiligheid, noch onze plicht tegenover de NAVO dienen. Daar komt nog bij, dat de bouw van een atoomduikboot toch weer uitsluitend een Amerikaanse aangelegenheid zou worden, aangezien onze kennis en outillage daar voor tekort schieten. Daar geen enkel klein land zich in een eventuele oorlog zelf verdedigen kan, is het streven naar „afgerondheid" van zijn strijdmacht een illusie. Als men rekening houdt met wat Nederland in het NAVO- defensiebeleid kan doen, komt men tot een taakverdeling die voor ons land zeker niet de zelfstandige nroduktie van de militaire top-apparatuur inhoudt. Als men zou uitgaan van de vraag, hoe de geallieerden van de NAVO een doel treffend duikbootwapen kunnen opbouwen, zou de medewerking van alle aangesloten landen zeker niet bestaan in het opschroe ven van hun nationale prestiges en zou er geen sprake moeten zijn van „Neder landse", „Duitse" of „Belgische" atoom duikboten, doch van NAVO-duikboten, vervaardigd met gezamenlijke en efficiënt verdeelde inspanning. Advertentie VOOR vanaf 9.50 naar Ged. Oude Gracht 108-110 - Haarlem Telefoon 17165 Voor de rechtbank te Zwolle stonden drie jongemannen terecht, die in de nacht van 12 op 13 september in een café in de Noordoostpolder een politieman hadden mishandeld. Zij namen hem zijn gummi stok af en mishandelden hem daarmee. Het publiek ontzette de politieman, maar de drie aanvllers die diep in het glaasje hadden gekeken, waren echter door het dolle heen. De politieman loste ter waar schuwing een schot in de lucht en toen dit niet hielp schoot hij een der vechtersba zen in een been. De officier van Justitie zei in zijn re- quistoir dat de jongemannen in hun woon plaats bekend staan als „de knokploeg van Lemmer". Zij zijn meermalen wegens mishandeling en huisvredebreuk veroor deeld. De officier eiste gevangenisstraffen van tien, acht en zes maanden, waarvan de helft voorwaardelijk. Op 9 december zal de rechtbank uitspraak doen. (Van onze correspondent in Bonn) De Newyorkse journalist Ivan Herben getuigde gisteren in het proces tegen de ex-concentratiekampbewakers Sorge en Schubert. „Ik ben niet gekomen om me te wreken", zei de vroegere Tsjechoslo waak Herben. „Ik wil alleen de vrienden die in Sachsenhausen zijn omgekomen door mijn verklaringen de laatste eer bewijzen en hun de genoegdoening verschaffen, dat er aardse gerechtigheid bestaat". Herben was in december 1939 te Praag gearresteerd als tegenstander van het na zisme en bleef tot 1945 in Sachsenhausen. Hij verklaarde dat een hoge militair uit een der Baltische landen, eens attaché in Warschau begin 1942 door Schubert was doodgetrapt. Sorge joeg, volgens Herben, UBERLINGEN (DPA) De cultuur- en godsdienstfilosoof Leopold Ziegler is dinsdag te Ueberlingen aan het Bodenmeer op 77-jarige leeftijd overleden. Ziegler heeft een aantal cultuurhistori sche werken geschreven waarvan de voornaamste zijn „Gestaltwandel der Götter" (gedaanteverwisseling van de goden). „Das heilige Reich der Deut- schen" (het heilige rijk van de Duit sers) en „Menschwerdung" (menswor- wording). Hierin geeft hij een analyse van het verval der huidige cultuur maar ook middelen tot herstel. Aanvankelijk was hij voorstander van een „religie zonder god". Later werd hij aan hanger van een ondogmatisch Christen dom. Hij heeft ook een plan opgesteld voor een Europese universiteit. In 1929 kreeg hij de Goethe-prijs en in 1951 het eredoctotaat in de theologie aan de uni versiteit van Marburg. V) (Van onze reisredacteur ALGIERS, november. „Hoe stem ik „ja"?Ik begeef mij naar het stembureau. Ik neem twee stembiljetten, een wit en een paars. Ik neem een envelop. Ik ga naar het stemhokje. Hier kan niemand mij zien. Ik doe het witte stembiljet in de envelop en gooi het paarse weg. Ik heb „ja" gestemd. Ik ben gelukkig. Want nu ben ik honderd percent Fransman". Ziedaar de handleiding voor het referendum, dat het Franse leger op de muren van Algerije had geplakt, voor alle zekerheid geïllustreerd met een serie foto's van een van blijdschap stralende Ahmed Ben Oui Oui, die het precies voordeed. Het lijkt overbodig te verhalen, dat er geen handleiding naast hing hoe men „nee" moest stemmen. Dat diende men zelf uit te vinden. Maar het is wel tekenend voor de methoden, die door het Franse leger, of liever gezegd: de psychologen van het vijfde bureau, zijn aangewend om bij het referendum ruim tachtig percent van de Algerijnse kiezers naar de stembussen te krijgen en 96.6 percent „ja" te doen stemmen. Het wantrouwen van de sceptische buitenstaander inzake stembus knoeierijen is daarbij zo goed als zeker ongegrond geweest. Formele vervalsingen zijn noch door de talrijke buitenlandse correspondenten, noch door de volkomen onverdachte controlecommissie van de oud-ambassadeur Hoppenot geconstateerd. Er waren andere middelen. Zeker heeft een zeer groot deel der Algerijnen de buik vol van de oorlog en, al of niet nationalist, een groot persoonlijk vertrouwen in De Gaulle gehad. Zeker hebben tallozen in het militaire transport naar en de militaire bewaking van de stembureaus een stille pressie gevoeld en voor alle zekerheid het vileine paarse biljet (een ongelukskleur) weggegooid. Zeker hebben primitieve bevolkingsgroepen eenvoudig geen benul gehad waar het om ging en de dichtstbijzijnde officier gevraagd hoe te stemmen. Klaar het concerteren van al die stemmen tot het machtig koor van „ja's" is vooral het werk geweest van de kolonels-psychologen van het vijfde bureau. Niet alleen omdat er in Algerije weer verkiezingen voor de deur staan is het fas cinerend kennis te maken met deze ge- uniformeerde zielkundigen. Want in de psychologische actie die zij leiden, zien zij niets minder dan het antwoord op de revo lutionaire strijd die wordt gevoerd door het internationale communisme, en dat is een recept waarnaar het Westen al jaren tevergeefs zoekt. Deze Franse officieren, verbijsterd door het echec in Indochina, waar zij militaire overwinningen en poli tieke nederlagen leden, geschokt door het geen er in Tsjechoslowakije en China is gebeurd, beangstigd door het onweer staanbaar opdringen van het communisme in Azië en Afrika, hebben zich van 1954 tot 1956 aan een diepgaande studie van de marxistische leerstellingen en methoden gezet. Zij hebben Marx, Lenin, Stalin en Mao Tse Toeng herlezen en zich Lenins variatie op Clausewitz: „de vrede is de voortzetting van de oorlog met andere middelen" in het hoofd geprent. Zij hebben van de Russi sche psychologen geleerd welke impulsen men op het menselijk onderbewustzijn kan afsturen om hem in een bepaalde richting te stuwen en van de Russische sociologen dat de twintigste-eeuwer een eenzame in de massa is, die men kan her-collectivi seren. Zij hebben een aantal marxistische methodes aan hun doelstellingen aangepast, een aantal slechts, want zij zeggen zeer goed in te zien dat het marxisme uit gaand van de stelling dat de mens materie is, de hersenen een machine vormen, dat er geen absolute waarheid, g'oed of kwaad bestaat en dat de mens geen morele waar de heeft praktijken gebruikt, die moei lijk kunnen worden aangewend ter ver dediging van een beschaving die op chris telijke en humanistische idealen berust. Derhalve, zeggen zij, geen dwang, geen marteling, geen „psychische ingrepen" op het individu. (Voorzover deze pijnlijke de tails in Algerije te signaleren zijn geweest, moeten zij blijkbaar op rekening van an dere militaire diensten geschreven worden.) Waar bestaat dit „antwoord op de revo lutionaire strijd van het communisme" dan wél uit? Zeer in het kort uit de gedachte, dat iedere handeling in het Westen op poli tiek, militair, economisch, cultureel, sociaal, zelfs recreatief terrein van invloed is, of kan zijn, op de strijd tegen het commu nisme en derhalve georganiseerd en ge bundeld moet worden in een alles over koepelende psychologische oorlogvoering, die geen ogenblik aflaat. Immers ook de communistische leerstelling zegt, dat vrede, warme of koude oorlog slechts fasen van de strijd zijn. Dat is het uitgangspunt van deze officieren van het Franse vijfde bu reau, die onder leiding van de kolonel Goussaud, een briljant officier, uit een jezuïtisch milieu, in Algerije sinds twee jaar hun proefterrein hebben gevonden. Mocht men hen tegenwerpen, dat het F.L.N. geen communistische tegenstander is, dan zeggen zij (want zij kennen hun Lenin) dat de nationalistische worsteling van de ge koloniseerde volken ook een fase is in de strijd voor een socialistische wereld. Wat is hun doel? Zij achten de militaire acties in Algerije van secundair belang, zij vallen de Algerijnse bevolking winnen. Hoe gaan zij te werk? Ten eerste hebben zij een beslissende stem bij alle militaire, politieke, economi sche en sociale acties, die zij zo ncaig om vormen om het gewenste psychologische effect te bereiken (waarbij zij wel eens vreemde blunders slaan, want zij vonden en vinden het bombardement op Sakiet een bijzonder geslaagde onderneming). Maar vooral pogen zij een rechtstreekse politieke penetratie van de bevolking. Daartoe heb ben zij een aangepaste versie ontworpen van hetgeen in de communistische landen de „parallelle hiërarchieën" heet. Daar is iedere burger lid van een aantal evenwijdige organisaties, die zijn beroep, zijn kinderen, zijn liefhebberijen betreffen, organisaties die op ieder niveau (dorp, stad, district, staat) door het corresponderend partij orgaan worden gecontroleerd. Hetgeen tot gevolg heeft dat het individu op ieder ogenblik en bij alles wat hij doet, gevormd en gecontroleerd wordt door de partij. Het vijfde bureau in Algerije nu heeft ten eerste aangehaakt bij bestaande orga nisaties, vooral bij de basisvorm, de „douar", het dorp dat hier meer is dan een dorp, namelijk haast een „clan", een hechte organische gemeenschap. Het vijfde bureau heeft zijn vertakkingen in vrijwel alle douars in de persoon van de „chef de douar". Het penetreert of organiseert ver der de jeugdbeweging door iedere zes maanden vijfhonderd speciaal gevormde jeugdleiders te plaatsen. Het dringt door tot het voorheen strikt verboden terrein der mohammedaanse vrouwen met socio- medische teams van een Europese en twee mohammedaansen. De actie begint met een poging vertrouwen te winnen door con crete sociale daden: bouw van scholen, kli nieken, huizen, distributie van kleren en voedsel, organisatie van sport, lessen in kinderverzorging, koken en naaien aan de vrouwen, bij wie het succes het grootst is, omdat er een aanzienlijke belofte tot eman cipatie insteekt. Men gaat dan voort, onder dekking van deze sociale activiteiten, de eerste politieke informatie binnen te. smok kelen: wat wil en doet het F.L.N., wat heeft het te bieden? Dood, terreur, armoe. Wat wil en kan Frankrijk? Gezondheid, vrede, welvaart. Met grootscheepse en fijnvertakte mede werking van het leger en de Franse sol daten geven zich veelal met hart en ziel over aan de sociale taak heeft deze psy chologische actie in Algerije inderdaad successen geboekt, daar doet het belang rijk aandeel van de bescherming of de stil zwijgende pressie der immer aanwezige wapens niets aan af. De belangrijkste slotsom van het referen dum was trouwens het bewijs hoezeer het Franse leger „aanwezig" is in Algerije. En na een uur met de gepassioneerde kolonel Goussaud krijgt men haast neiging in zijn recept te geloven. Maar dan keert de twij fel terug. Want ten eerste rijst de vraag hoe diep en duurzaam deze kunstmatige psychologische penetratie in Algerije zal zijn. Marx leert ook omtrent werkelijke grondoorzaken van zulke conflicten, al wil len de Franse officieren die bij hem enige methodiek hebben geleend, daar niet aan Men betrapt hen trouwens op andere intel lectuele hink-partijen. De methodes van het marxisme behoren onvervreemdbaar bij zijn uitgangspunten en doelstellingen. Iedere allesomvattende, van bovenaf gelei de psychologische actie is in strijd met het wezen van de liberale democratie. Pleegt de eerste ontucht met de tweede, dan heet de onvermijdelijke bastaard, die er uit voorkomt: fascisme. En men moet niet ver geten dat deze Franse officieren hun actie niet tot Algerije beperkt willen zien. Advertentie eens een rooms-katholieke Tsjechoslo- waakse geestelijke in het niemandsland om het kamp door de pet van deze ge vangene in de gevaarlijke zone te gooien en het slachtoffer te bevelen zijn hoofd deksel terug te halen. De geestelijke werd neergeschoten, maar herstelde. Sorge kwam door dit voorval in moeilijkheden, omdat de geestelijke recht kon doen gel den op een bijzondere behandeling, krach tens voorspraak van de toenmalige Ita liaanse minister van Buitenlandse Zaken Ciano bij de Duitsers. Een commissie heeft dit geval destijds nauwkeurig onderzocht. Schubert had, volgens Herben in 1942 een Tsjechische jongeman, die het voorschrift „zich zittend aankleden is verboden" had overtreden, tijdens zware vorst met koud water bespoten, waarna de jongen was overleden. Belgische getuigenis De Belgische hoogleraar professor dr. Florent Peeters, die voor de oorlog het boek „Het bruine bolsjewisme" uitgaf en die van 1942 tot 1945 in Sachsenhausen ver bleef, vertelde dat Schubert eens acht Joodse gevangenen had doodgetrapt. Sorge rukte, volgens de hoogleraar in het kampziekenhuis het verband van won den. Een der gevangenen was daardoor dood gebloed. Professor Peeters eindigde zijn verklaringen aldus: „Ik zou willen verklaren, dat ik geen enkel ressentiment meer heb noch tegen deze verdachten, noch tegen het Duitse volk. NEW YORK (UPI) Een Britse woord voerder heeft de UNO voorgehouden dat voor het ogenblik elke poging om een op lossing voor lange termijn af te dwingen op Cyprus, zal uitlopen op burgeroorlog, of ergex-. De Britse minister van staat Commander Allan Noble drong er bij de politieke commissie op aan het plan van pi-emier Macmillan, dat er op gericht is de toestand op Cyprus geleidelijk te nor maliseren in een pex-iode van zeven jaar, te aanvaarden. „Een burgeroorlog zou op zijn beurt lei den tot verdeling van Cyrpus en misschien naar een intex-nationaal conflict in de Mid dellandse Zee", aldus waarschuwde Noble. Griekenland verlangt onafhankelijkheid voor Cyrpus en de Griekse minister van Buitenlandse Zaken Avex-off beloofde dat de rechten van de Turkse minderheid op het eiland gewaarborgd zullen worden. Griekenland vexiangt tevens de oprichting van een uit vijf naties bestaande com missie van goede diensten, die moet hel pen de onafhankelijkheid tot stand te brengen. Turkije beweert dat een onafhankelijk Cyprus slechts een dekmantel is voor een uiteindelijke unie met Griekenland. De Tui-kse minister van Buitenlandse Zaken Zorloe verklaarde dat de Griekse en Turk se Cyprioten nooit als een volk kunnen le ven. „Wil men het principe van zelfbe schikking toepassen, dan moet het op bei de bevolkingsgroepen worden toegepast. Wil men onafhankelijkheid erkennen, dan moet dat gedaan worden voor elk van die groepen De Bxritse en Tui'kse uitnodigingen om te onderhandelen vei-werpend, sprak de Griekse minister de beschuldiging uit dat de twee landen pogen Griekenland in een val verdeling van Cyprus te lokken. NICOSIA (Reuter) In Limassol is gistei-en een negentienjarige Griekse Cy prioot doodgeschoten, die poogde te ont vluchten, nadat hij door Bi'itse veilig heidstroepen was aangehouden. Twee Turkse leden van de resei've-politie wer den door verdwaalde kogels getroffen. Een hunner is in het ziekenhuis overleden. De Tux-kse ondergrondse organisatie T.M.T. heeft in pamfletten verklaard dat zij in de bres zal staan voor haar besluit, dat Grieken en Turken niet tezamen op Cyprus kunnen leven. Naar aanleiding van het door do EOKA afgekondigde be stand heeft gouverneur sir Hugh Foot en kele beperkingen van de bewegingsvrij heid opgeheven. De beperkingen worden weer ingesteld zodra de vex-zetsbewe- ging haar gewelddaden hervat. CAIRO (Reuter) De Soedanese rege ring heeft besloten de standbeelden te Khartoem van generaal Charles Goi'don en veldmaarschalk Lord Kitchener te ver wijdden. Zij zullen blijkens een bericht van het aan de egyptische regering ondei-- geschikte „persbureau voor het Nabije- Oosten", in een museum worden ge plaatst. Generaal Gordon, destijds ook gouver neur van Soedan, werd in 1885 gedood tij dens de opstand van „El Mahdi". De voor het ontzet van hem en zijn gax-ni- zoen onderweg zijnde troepen kwamen te laat, om hem voor dit lot te behoeden. Veldmaax-schalk Lord Kitchener voei'de het bevel over het Egyptische leger, dat in 1898 de opstand van de „Mahdi" neer sloeg. Kitchener werd een der militaire grondleggers van het Britse imperium. Hij kwam in 1915 om het leven, toen de Britse kruizer „Hampshire", waarmede hij op weg was naar Rusland, waar hij een op dracht moest vervullen, op een Duitse mijn liep en zonk. PARIJS, (Reuter) De voormalige Soe danese pemier Abdoellah Khalil heeft, in een te Ómdoerman gehouden gesprek met een correspondent van het Franse dag blad „Le Monde'in anwoord op een vraag verklaard de staatsgreep van ge neraal Abboed volledig goed te keuren. Hij voegde hieraan toe: „Trouwens, ik wist, wat er gebeuren zou. Generaal Abboed heeft het land voor het binnendringen van buitenlandse invloeden behoed, iets, wat juist de laatste tijd aan de dag was getre den". Khalil zei ook te menen, dat het nieu we Soedanese bewind gaarne hulp van zo wel Oost als West zou aanvaarden, mits hieraan geen voorwaarden zouden worden verbonden. Sfeer Toen ik de wachtkamer van de tand arts binnenkwam, zat er slechts één man, die kennelijk blij was, dat hij gezelschap kreeg. Aanvankelijk zat hij met zijn ellebogen op zijn knieën, maar toen ik de deur ach ter me sloot, kwam hij overeind, knikte me wat droevig toe en sprak somber: „Een echte nare sfeer hè, in alle wachtkamers". En hij blikte hierbij omhoog, alsof de sfeer als een lampion aan het plafond be vestigd was. „Wat is sfeer eigenlijk", vervolgde hij een beetje schoolmeesterachtig, „hebt u daar wel eens over nagedacht?" „Tja", peinsde ik hardop, „wat is het eigenlijk? Je kunt kolen scheppen en sfeer scheppen het eerste is per mud ver krijgbaar en het laatste niet. Doel: lichamelijke en geestelijke warmte". „TJ praat onzin", zei de man kribbig, u omzeilt mijn vraag, ik vroeg u wat het i sIk haalde mijn .schouders op, ik kwam hier per slot niet om definities te geven „Het zit raar met die sfeer", hernam de man, „als ik een biertje ga drinken, ga ik nooit naar het café van Jansen, maar al tend naar dat van Pïetersen toe. 't Gaat bij mij niet alleen om dat biertje, snapt u wel, maar je wil er toch ook wel een beetje sféér bij hebben. Als man alléén kom je dat tekort, 't Is meer een vrouwe lijke aangelegenheid om sfeer te maken met lampies en zo, maar daar schijnt het toch ook weer niet uitsluitend jn te zitten, want bij Jansen zijn óók lampies genoeg Ik ben een rare man, ik denk vaak over zulk soort dingen na. Je kunt sfeer niet zien, niet vasthouden, niet ruiken en tóch is het er. Het is niet iets, waarvan de één zegt: „ja hoor, ik vóel het"; terwijl de tweede zegt: „chut, niks an" en de derde „waar dan??" „Nee-nee", zei ik, „zoiets is het zéker niet". „Maar wat is het dan wél?" drensde de man. „Soms denk ik wel eens, dat het in jezelf zit, dat het iets met stemming te maken heeft. Gisteravond was ik in een miserabele bui en ik liep even bij mijn zus an die kan sfeer maken! En wég was de bui! Fluitend ging ik naar mijn kosthuis terug. En nou vraag ik u: waar zit 'm dat nou in?" „Misschien wordt sfeer veroorzaakt door warmte, muziek, harmonie, lichtspr ei- ding waagde ik. „Van muziek hou ik hélemaal niet en het is me gauw te warm", riep de man vinnig. „En in geld zit het evenmin; ik heb een mevrouw gekend, die dure meubelen en mooie juwelen had, maar er was geen draad sfeer in huis. Nogmaals vraag ik u, mevrouwtje: wat is sfeer?? U wéét het niet!!!" En hij keek me ongeduldig aan. „Ik zal het eens voor u opzoeken in het woordenboek", zei ik verveeld. Gelukkig werden we toen opgeschrikt door het belletje en de man verdween met zijn probleem. Thuisgekomen, sloeg ik direct „sfeer" in het woordenboek op en er stond: De kring, waarbinnen iemands kundigheden of macht zich bepalen. Ik vraag me af, of hij er iets aan zal hebben. Marianne van Raait Advertentie CREAM CRACKERS met het geheel eigen karakter. Per groot pak 75 ct. Los 28 ct per 100 gr. Ook zoutloos. MOSKOU (Reuter/AFP) Georgi Za roebin, een der Russische onderministers van Buitenlandse Zaken, is op 58-jarige leeftijd overleden aan een „ernstige ziek te". Zaroebin is ambassadeur te Washing ton, Ottawa en Londen geweest. Hij was een der belangrijke Russische diplomaten in en na de oorlog. In januari van dit jaar keerde hij uit Washington naar Moskou terug, enige da gen nadat hij het eerste Amerikaans-Rus sische culturele akkoord had getekend. Zaroebin heeft aan talrijke internatio nale confei'enties deelgenomen. Hij was in 1954 tegenwoox-dig bij het overleg tussen de ministers van Buitenlandse Zaken der „grote vier" te Berlijn en bij de confe rentie van regeringsleiders te Genève in 1955. Een der tientallen uitdrukkingen waarmee men wil te kennen geven, dat iemand mal, gek, niet wijs is of een klap van de molen heeft gekre gen, luidt: hij is van Lotje getikt. Dat men Lotje met een hoofdletter pleegt te schx-ijven, is een aanwijzing dat men aan de meisjesnaam denkt. Het is echter hoogst onwaarschijnlijk dat een juffrouw Lotje iets met deze zegs wijze te maken heeft. Men is er even wel nog niet in geslaagd de uitdruk king geheel te vei'klaren. Toch is er een aanwijzing: af en toe leest men ook: hij is van lorretje gepikt. Lorre is de naam van de papegaai, de vogel die te pas en te onpas zonder ze te be grijpen de paar woorden uitspreekt die men hem geleerd heeft. De dwaas doet net als de papegaai. Ter vergelijking haalt men de zegswijze aan: hij is van het hondje gebeten voor; hij is hoog moedig. i «J

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1958 | | pagina 3