F.L.N. kiest zich nieuw en machtig
bondgenoot: communistisch China
De Gaulle vol optimisme
terug uit Algerije
College Bedrijfsvoering staat
directie KNHS ter zijde
In het Franse optimisme omtrent de
„vrijwel verslagen rebellen" lijkt
de wens de vader van de gedachte
VOORBEREIDING
TOT LANGE STRIJD
IN ALGERIJE
Nieuwe taakverdeling door
afscheid ir. Ingen Housz
TrtcffMean,
Economie moet de oplossing geven
MAANDAG 8 DECEMBER 1958
Murw maken
Onrustbarend symptoom
Algerijnse afvaardiging in
Peking aangekomen
Scala in Milaan opende
seizoen zonder Gallas
<~Prcicitótoel
Dulles lijdt aan stoornis
in de ingewanden
Drijvende mijn
Examens
Kerkelijk Nieuws
Nog 17 dagen
Frans protest bij Marokko
Walvisconventie wordt
ernstig bedreigd
Vertrouwensvotum voor de
Italiaanse regering
Van onze reisredacteur)
ALGIERS, december. „De oorlog in Algerije is zo goed als afgelopen",
schreef maarschalk Juin onlangs in L'Aurore en alle internationae olie-mensen,
Canadezen, Amerikanen, Nederlanders ook, die in de Sahara naar het vloeibaar
goud boren, zeggen het hem in alle toonaarden na: „Het F.L.N. heeft het
gehad.de rebellen hebben geen been meer om op te staan". Nu past het mij
geenszins het militaire oordeel van een maarschalk van Frankrijk in twijfel te
trekken, maar wel om er op te wijzen, dat alle maarschalken alle oorlogen die
hun land voerde, altijd „zo goed als afgelopen" achtten. En voorts dat Frankrijk,
grandioze dromen koesterend omtrent Eurafrika, waarin zijn spilpositie het
opnieuw tot de rang van wereldmacht zou kunnen ophijsen, er wel enig belang
bij heeft het zo voor te stellen alsof het Algerijnse probleem in feite vrijwel
geknipt en geschoren is. Want de miljarden investeringen die van Frankrijks
droom werkelijkheid moeten maken, moeten ten dele uil het buitenland komen.
Nu houden buitenlandse investeerders niet van mitrailleurgeratel en aangevoch
ten regimes. Vandaar dat de psychologen van het vijfde bureau van het Franse
leger de buitenlandse oliemensen aan een subtiele, maar niet minder efficiënte
bewerking hebben onderworpen, die hen de officiële lijn met meer braafheid
doet herkauwen dan hun miljoenenprojecten zouden moeten vereisen.
Loopt het F.L.N. op zijn laatste benen?
Ik herinner mij, dat men vier jaar gele
den in het Aurès-gebergte waar de opstand
begon, tegen mij zei: „In drie weken, drie
maanden hooguit, hebben wij deze ban
dieten onder de knie". Toen ik aarzelend
een periode van drie jaar als waar
schijnlijker opperde, verklaarde men mij
voor krankzinnig. Het spijt mij bitter meer
dan gelijk te hebben gekregen. Wat is de
prognose nu? Men kan iedere dag in iede
re Algierse krant verslagen lezen over de
bittere gevechten die het Franse leger d a-
gelijks voert, over terreurdaden van
het F.L.N. waarvan dagelijks Fransen
en Algerijnen het slachtoffer worden. Het
gemiddelde van omstreeks vijftig gedode
rebellen per dag blijft constant. Kan het
F.L.N. met zulke verliezen een lang leven
beschoren zijn? Het lijdt ze al twee jaar
lang en het strijdend effectief (omstreeks
25.000 man) blijkt op peil. Het F.L.N. put
uit voorlopig onbegrensde reserves: zo
gauw er een rebel valt, neemt een andere
jonge Algerijn zijn plaats in.
Men zegt in Algiers, dat de Morice-lijn
Algerije zo hermetisch van Tunesië af
sluit, dat wapentransporten onmogelijk
zijn geworden en dat het F.L.N. nu wa
pens en munitie tekort komt. Hier zit een
kern van waarheid in. Vast staat echter
dat het F.L.N. in Oost-Algerije belangrijke
wapendepots heeft. Zijn grootste probleem
is het wapentransport in Algerije zelf,
vooral naar het centrale Kabylië, dat met
het oog op de strikte controle van het
Franse leger slechts druppelsgewijs kan
geschieden.
De officiële versie wil ook dat het mo
reel van de F.L.N.-troepen zwaar gedeukt
is en wijst daarbij vooral op recente moei
lijkheden en arrestaties binnen de mili
taire leiding van het F.L.N. in Tunesië. Ge
durende de operaties die ik de afgelopen
week in Algerije volgde, vochten de
F.L.N.-katiba's (compagnieën) als leeu
wen. Het is moeilijk vast te stellen in
hoeverre de uit Franse bron stammende
interpretatie juist is, dat de Algerijn
se „minister van Oorlog" Krim Belkacem
op aandrang van de Wilaya-commandan-
ten in Algerije zelf, in Tunesië gelegerde
F.L.N.-eenheden opdracht gaf door de
Morice-lijn te breken en vervolgens een
aantal weigerachtige commandanten deed
arresteren. Ook hier kan een kern van
waarheid in steken, zonder dat die nood
zakelijkerwijs voor het F.L.N. fataal hoeft
te zijn.
Wat is de concrete militaire positie in
Algerije zelf? De georganiseerde F.L.N.-
eenheden zijn teruggedrongen tot vier gro
te centra, ten oosten van Constantine, het
Aurès-gebergte, Kabylië en het gebied om
Tlemcen. Daarbuiten opereren slechts
kleine groepjes of enkelingen. De werke
lijke aanvallen op Franse legereenheden
zijn zo goed als voorbij. Het F.L.N. mijdt
het contact, is, zo men wil, in het defen
sief gedrongen, beperkt zich tot terroris
tische aanslagen. Maar daarom heeft het
F.L.N. de strijd nog niet verloren. Het
F.L.N. weet zeer goed dat een militaire
overwinning op het Franse leger van een
half miljoen man, gesteund door twee
duizend vliegtuigen een onmogelijkheid is.
Maar het werkelijke doel van de F.L.N.-
actie is slechts Frankrijk te dwingen, dat
enorme legerapparaat in Algerije op de
been te houden, daarmee Frankrijk zo oor
logsmoe en vooral zo economisch murw
te maken, dat het tenslotte in arren moe
de tot onderhandelingen besluit.
Die tactiek heeft vlak voor de dertien
de mei bijna tot het gewenste doel geleid.
Zelfs na de dertiende mei, die uit deze si
tuatie voortsproot, is er kans op onder
handelingen geweest, toen De Gaulle „de
vrede der moedigen" aanbood. De voorlo
pige Algerijnse regering van Ferhat Ab
bas heeft dat aanbod bruut afgeslagen, om
dat hij er niets voor voelde om na, zoals
De Gaulle zelf stelde „een moedige strijd
waarin het F.L.N. zeventig duizend man
verloor „onder een witte vlag naar Parijs
te komen, om daar zonder enigerlei ga
rantie dat ook maar een deel van de doe
len van die strijd verwezenlijkt zou wor
den, het vuren te staken". Dat 't slimmer
zou zijn geweest, w e 1 naar Parijs te ko
men, te horen wat De Gaulle te bieden
had en dan eventueel de onderhandelin
gen af te breken, is een andere zaak. Het
F.L.N. heeft in ieder geval de poging van
De Gaulle om uit de verkiezingen een an
dere „geldige gesprekspartner", bestaan
de uit gematigde nationalisten, te construe
ren, met succes getorpedeerd. Het referen
dum met zijn overweldigende meerder
heid voor het „ja" was reeds een minder
groot échec voor het F.L.N. dan men alge
meen doet voorkomen. Want voor de over
grote meerderheid der Algerijnse moham
medanen betekende dat „ja" voorname
lijk de wens dat De Gaulle met het F.L.N.
tot een akkoord zou komen. De verkie
zingen daarentegen zijn 'n duidelijke over
winning voor het F.L.N., die heeft kunnen
verhinderen dat een mohammedaanse élite
(en om haar gaat het) zich als tussenper
soon zou opwerpen. Daarmee blijft het
F.L.N., of de voorlopige Algerijnse rege
ring, voorlopig de enige, feitelijke gespreks
partner.
Wat is in de huidige situatie de tactiek
van Ferhat Abbas en de zijnen? Zij blij
ven bereid tot onderhandelen, eisen niet di
recte Algerijnse onafhankelijkheid, maar
stellen wel drie andere voorwaarden: er
kenning als enige geldige gesprekspart
ner, onderhandelingen op neutraal ter
rein, gesprek over wapenstilstand, gekop
peld aan gesprek over het politieke
probleem. De uitslag van de Franse ver
kiezingen laat op die basis weinig speel
ruimte en het F.L.N. zal dat wel besef
fen. Derhalve bereidt hij zich voor op een
lange oorlog. En daarbij doet zich een bij
zonder onrustbarend symptoom voor. Voor
die lange strijd moet het F.L.N. alle poten
tiële buitenlandse hulpbronnen mobilise
ren. De hulp van Nasser en het Arabische
blok alleen acht hij onvoldoende. De nieu
we bondgenoot nu is communistisch Chi
na. Twee ministers van de voorlopige Al
gerijnse regering (Bewapening en Sociale
Zaken) vertrekken dezer dagen naar Pe
king. Het laatste nummer van „El Mou-
jahid", het blad van het F.L.N., staat vol
prijzende artikelen over China, „de kam
pioen van de voor hun onafhankelijkheid
strijdende gekleurde volken". Peking heeft
in tegenstelling tot Moskou, de regering
van Abbas erkpnd. Het F.L.N., eertijds
schuw zich door communistische hulp te
doen compromitteren, heeft die schuwheid
laten varen, hoopt in het machtige Peking
meer steun te kunnen halen, dan bij de
twistende, traag betalende Arabische Liga.
Het lijkt een politieke wanhoopsdaad.
Maar het onoplosbaar lijkende Algerijnse
probleem biedt rijke grond voor politie
ke wanhoopsdaden. Men zie de dertiende
mei en zijn gevolgen.
LONDEN (UPI) Premier Tsjoe-en-Lai
van communistisch China en een groot
aantal van de voornaamste Chinese rege-
rings-personen, hebben zondag een dele
gatie van de „Algerijnse regering-in-bal-
lingschap", die een bezoek aan China
brengt, in Peking ontvangen. Volgens een
uitzending van radio-Peking heette Tsjoe
En Lai de „minister voor Sociale Zaken",
Ben-Joessef-Ben-Khedda, de „minister
voor de bewapening en bevoorrading",
Mahmoed Sjerif en „het hoofd van het
ministerie van Voorlichting", Saad Bahlab
„van harte welkom".
MILAAN (UPI) Zondag heeft de Sca
la in Milaan haar operaseizoen voor het
eerst sinds zeven jaar geopend zonder dat
Maria Meneghini Callas een hoofdrol zong.
„La Callas" heeft ruzie gehad met Anto
nio Ghh-inghelli, de directeur van de Sca
la, en is daarom uit de lijst van mede
werkers geschrapt. Zij liet zich tijdens de
galavoorstelling van „Turandot" niet zien.
De Zweedse sopraan Birgit Nilsson
zong de hoofdrol van prinses Turandot, en
haar optreden verleidde het verwend Sca
la-publiek tot een daverende ovatie, die
iets van een demonstratie tegen de tem
peramentvolle diva kreeg.
Van onze correspondent in Parijs)
Generaal Charles de Gaulle, Frankrijks
minister-president, is gisteren per vlieg
tuig van zijn vierde verblijf in Algerije,
dat ditmaal vyf dagen duurde, terugge
keerd in Parijs. In een korte radiobood
schap heeft hij van zijn optimisme getuigd
over de toekomst van Algerije. Over mili
taire taken, pacificatie en F.L.N. heeft de
generaal niet gesproken. Wel heeft hij aan
gekondigd dat alle Algerijnen hun vrij
heid, geluk en waardigheid deelachtig zul
len worden en dat Frankrijk in staat is
die taak te volbrengen in een Frans-Afri
kaanse gemeenschap. De ontwikkeling van
de oliebronnen van de Sahara, waaraan
de generaal ook een bezoek heeft ge
bracht, neemt bij dit perspectief een over
wegende plaats in.
De generaal heeft de menselijke en
psychologische elementen van het pro
bleem Algerije op de voorgrond geplaatst
en de militaire oplossing naar een verdere
toekomst verschoven. Hij is de overtui
ging toegedaan, dat het Algerijnse vraag
stuk uit de wereld is geholpen, zodra de Al
gerijnen een menswaardig bestaan is ver
zekerd en de oorzaken van hun rebellie zijn
opgeheven.
Een der officiële doeleinden van de reis
was de wens van de generaal kennis te ma
ken met de 71 afgevaardigden, die op 30
november in Algerije werden gekozen. Het
ogenblik is gekomen, zo liet de generaal
de nieuwe députés van Franse en Alge
rijnse oorsprong weten, nu ernstig aan het
werk te gaan. Zelfs de studentenleider La-
gaillarde, die anders niet op zijn fascisti
sche mondje is gevallen, moest na afloop
van de audiëntie, ietwat bleek om de neus,
erkennen dat de generaal ook op hem een
diepe indruk had gemaakt.
De nieuwe reis van de generaal stond
vooral in het teken van het vijftienjaren
plan, dat De Gaulle bij zijn vorige bezoek
in Constantine had onthuld. De Gaulle
heeft nu de nodige schikkingen op langere
termijn willen treffen, om de uitvoering
van zijn plan te garanderen. Met het oog
op zijn aanstaande promotie tot staatschef
zal hij in de toekomst nog bezwaarlijker
tijd en gelegenheid kunnen vinden Parijs
te verlaten. Overigens is er in de omge
ving van de generaal al op gewezen, dat de
president van de republiek volgens de
nieuwe grondwet tevens hoofd van de
Franse gemeenschap zal zijn en als zoda
nig dus ook in de grote lijnen de leiding
van de verdere politieke, militaire en eco
nomische ontwikkeling in Algerije in han
den kan blijven houden.
Duister
Over één punt heeft de generaal Frank
rijk en Algerije nog in onwetendheid ge
laten. Tegen de verwachting in werd het
vertrek van generaal Salan op zijn post van
regeringsvertegenwoordiger in Algiers, nog
altijd niet officieel aangekondigd. In Pa
rijs tast men in het duister naar de reden
van dit zwijgen. Is Salan De Gaulle opnieuw
te slim geweest? Of wenst de premier
een aftocht in de stilte, die zich komende
dagen zou kunnen voltrekken en waarop
De Gaulle tevoren geen speciale aandacht
wilde vestigen? Vermoedelijk zal men
hierover wel spoedig meer bijzonderheden
vernemen.
WASHINGTON (Reuter) De Ameri
kaanse minister van Buitenlandse Zaken,
John Foster Dulles is vrijdagmiddag in
het Walter-Reed-ziekenhuis in Washing
ton opgenomen wegens een ontsteking
aan de dikke darm. Men verwacht even
wel dat Dulles de bijeenkomst van de
NAVO-raad te Parijs toch zal kunnen bij
wonen. Dulles lijdt niet aan het kanker
gezwel waarvoor hij twee jaar geleden is
geopereerd.
De minister is aan de beterende hand,
zo is officieel meegedeeld.
Het afscheid van de president-direc
teur van de Koninklijke Nederlandse
Hoogovens en Staalfabrieken n.v. in
IJmuiden, ir. A. H. Ingen Housz, heeft
ten gevolge dat zijn werkzaamheden
door de drie overblijvende directeuren,
ir. P. van Delden, P. R. Bentz van den
Berg en prof. dr. J. F. Ten Doesschate,
zullen worden overgenomen. Ir. P. van
Delden zal als oudste directeur optreden
als coördinator van het directiebeleid en
als woordvoerder voor zaken van alge
mene aard.
De directie heeft besloten om met in
gang van 1 januari 1959 een groter deel
van haar taak te delegeren aan degenen
die direct onder haar staan. De directie zal
terzijde worden gestaan door een „College
tot Bedrijfsvoering" (afgekort C.B.) van
K.N.H.S., Mekog, Cemy en Breedband. In
het college zullen ir. A. Drijver, drs. P. L.
Justman Jacob en de heer F. W. E. Spies
zitting hebben. Aan dit college wordt de
dagelijkse zorg voor de optimale bedrijfs
voering van bovengenoemde vennootschap
pen opgedragen. Daarnaast zal het C.B. ter
zake van de bedrijfsvoering beleidsbeslis
singen van de directie voorbereiden. Aan
het college worden bevoegdheden verleend
wat de uitvoering van de produktiepro-
gramma's, het controleren van de produk-
tieresultaten en het uitvoeren van de goed
gekeurde investeringen betreft.
Van de uitvoerende taak van het C.B.
zijn tenzij door de directie anders
wordt beslist uitgezonderd: de commer-
V.l.n.r.: de heren W. A. Drijver, F. W.
E. Spieen drs. P. L. Justman Jacob.
Ir. AH. Ingen Housz
ciële zaken; de personeelszaken; de organi
satieaangelegenheden en de woningzaken;
de administratieve en financiële zaken; de
accountantscontrole en die aangelegenhe
den die de meer algemene belangen raken
van het IJmuidense concern, zoals aange
legenheden die verband houden met de
Europese integratie.
Overleg
Om het C.B. in staat te stellen zijn taak
naar behoren te verrichten is het bevoegd
overleg te plegen met de hoofden van de
niet onder zijn leden ressorterende afde
lingen en diensten, die op hun beurt ver
plicht zijn inlichtingen en gegevens te ver
strekken. De heer Spies zal optreden als
voorzitter van het C.B. De heer Van Caste
ren zal worden toegevoegd als secretaris.
De instelling van dit nieuwe instituut
heeft, enige wijzigingen in de bedrijfslei
ding van de ijzer- en staalsector van het
bedrijvencomplex en in de hoofdafdeling
nieuwbouw tot gevolg. Tot hoofd van de
IJzer- en Staalsector is benoemd ir. J. van
der Woude en tot plaatsvervangend hoofd
ir. J. Rijkeboer. Ir. B. Th. W. van Hasselt
blijft hoofd van de Hulpdiensten en ir. W.
H. Schoenmaker en dr. F. Schonenberger
blijven bedrijfsleiders van respectievelijk
Mekog en Cemij.
In de Hoofdafdeling Nieuwbouw worden
ir.P. M. Gunst en ir. D. G. Nijman be
noemd tot leiders van de afdeling Con
structie en Uitvoering en van de afdeling
Voorbereiding. Ir. G. W. van Stein Callen-
fels blijft het hoofd van de afdeling Speur
werk en Ontwikkeling van Hoogovens en
Breedband.
Wat de verdeling van de werkzaamhe
den van de heer Ingen Housz over de
overblijvende directeuren betreft, zal het
de ondernemingsraad bijzonder geïnteres
seerd hebben dat de heer Van Delden de
leiding van de personeelszaken zal over
nemen, terwijl de woningvraagstukken en
de financiële aspecten van de personeels
vraagstukken tot het werkgebied van prof.
dr. J. F. ten Doesschate zullen behoren.
Onder de heer Justman Jacob zullen
ressorteren: drs. J. P. A. van Casteren, drs.
J. D. Hooglandt en mr. J. A. Walkate (die
per 1 januari a.s. in dienst treedt), die
ieder een speciaal gedeelte der Algemene
Zaken zullen behartigen; drs. L. A. Pen-
nock voor het Secretariaat, de Economische
Afdeling en de Public relations (Voorlich
tingsdienst). Tot plaatsvervangend chef
van de Economische Afdeling wordt be
noemd mejuffrouw A. A. Hana, aan wie
voorts en als zodanig rechtstreeks onder
de heer Justman Jacob een taak in het
kader van de Algemene Zaken zal wor
den opgedragen; mr. C. P. Vos en mr. A. L.
de Wolf voor de Juridische Zaken, met
dien verstande dat de heer De Wolf de
algemene juridische zaken (Juridische Af
deling) zal waarnemen en de heer Vos met
de behandeling van de juridische aspecten
van nader omschreven speciale onderwer
pen wordt belast; de heer G. Prent voor de
Centrale Produktieplanning en de heer
L. C. A. van Kuijk voor de Propaganda-
afdeling.
Onder de heer Spies zullen binnenkort
ressorteren: ir. J. van der Woude als hoofd
van de IJzer- en Staalsector van het be
drijf, met als zijn plaatsvervanger ir. J.
Rijkeboer; ir. B. Th. W. van Hasselt als
hoofd van de Hulpdiensten; ir. W. H.
Schoenmaker als bedrijfsleider van Mekog;
dr. F. Schonenberger als bedrijfsleider van
Cemij; ir. F. W. Santman, als hoofd van de
Afdeling Bedrijfsorganisatie.
Van het een en ander zijn alle perso
neelsleden van de Hoogovens in kennis
gesteld.
Zondagochtend werd de scheepvaart ge
waarschuwd voor een drijvende mijn, wel
ke was gesignaleerd nabij Den Helder.
Amsterdam. Gemeente Universiteit. Doctoraal
examen Engels: mevr. W. H. P. van Es-Jacobs,
Haarlem. Kandidaatsexamen economie: K.L.Pe
tersen. Th. J. Scheerder. H. H. van Wijk en H. J.
Veltman, allen Amsterdam. Kandidaatsexamen
pedagogiek: mej. J. G. Meyer, Amsterdam. Kan
didaatsexamen psychologie: J. H. v. d. Tol, Heem
stede.
Ned. Herv. Kerk
Aangenomen naar Wilp (Geld.): Th. van
Sprang te Zundert; naar Beetsterzwaag
(wijkgemeente Nij-Beets): H. K. de Wilde,
vicaris te 's Gravenhage. Bedankt voor
Bodegraven: H. N. van Hensbergen te
Renkum.
Geref. Kerken
Aangenomen naar Nieuwerkerk a.d. IJsel:
J. Niemandsverdriet, kand. te Barendrecht,
die bedankte voor Hijlaard, Oldemarkt,
Onderdendam, Ottoland en voor Zwarte-
waal-Abbenbroek.
Chr. Geref. Kerken
Beroepen te Westzaan: B. Bijleveld te
Noordeloos.
Prof. J. F. Ten Doesschate
Ir. P. Van Delden
P. R. Bentz van den Berg
Goeie morgen!
Mijn eerste wandeling van iedere dag
begint vrijwel steeds met dezelfde route.
Brug over, winkelstraat door, schoolplein
langs.
Hoewe ik die dagelijks loop eigenlijk wel
wat mechanisch maak, wil dat beslist niet
zeggen, dat de mensen die ik steeds op
hetzelfde uur passeer mij onverschillig zijn.
Drie kantoordames met een sergeant
vormen meestal de kopSchoolkinderen de
staart. En daartussen ontmoet ik een nog
al dikke heer van middelbare leeftijd die
gezellig met zijn tas schommelt, twee kna
pen waarvan er één altijd een fiets aan de
hand heeft en een juffrouw die al dan
niet toevallig juist de andere kant op
kijkt als ik passeer.
Groeten doet niemand niemand.
En toch zien we elkaar iedere dag.
Soms, op natte dagen, zou ik best eens zo
terloops willen zeggen: „Wat een weertje",
of de morgen voor Kerstmis: „Prettige
feestdagen", of op de tweede „Gelukkig
nieuwjaar".
Maar dat gaat nu eenmaal niet, we le
ven niet in een dorp, maar in een stad van
enige omvang. Alleen bekenden groeten
elkaar daar hardop.
Toch weet ik dagelijks precies wie ik
mis en wat de tegenlopers wel voor kleren
aanhebben. Het zijn zwijgende bekenden
van mij geworden.
Zwijgende, zeg ik. Dat is maar goed ook.
Vorige week op een morgen werd de
stilte verbroken door een achtergebleven
meiske uit een groep kinderen, stuk voor
stuk van een grootte die je in turven aan
geeft.
„Dag, meneer", zei ze plotseling tegen
mij en haar blauwe ogen keken wat ver
legen onderuit. Ik was er verbaasd van en
stond even te kijken, vóór ik antwoordde:
„Dag, zusje".
Het kind huppelde opgetogen naar het
clubje dat een tiental meters voor haar
liep.
„Ik zei meneer tegen 'em", hijgde het
stemmetje, „en hij zei wat terug ook. Hij
weet dat ie een meneer is".
„Dag meneer!", schetterde het uit vijf,
zes keeltjes-
Ik liep rustig door, alsof het een ander
betrof.
„Goeie morgen", heb ik in mezelf ge
mompeld.
De staart heb ik sindsdien niet meer ge
zien.
Ach, je moet tenslotte niet altijd dezelfde
weg lopen en daarom sla ik vóór het
schoolpleintje tegenwoordig maar eens
links af.
Clemens Pincet
Advertentie
dan hebben wij weer heerlijke feest
dagen. Natuurlijk haalt U voor Uw
feestschotels mayonnaise in huis.
Wilt U verse mayonnaise, let dan op
het achteretiket met datumstempel.
Wilt U lekkere mayonnaise, let dan
op het vooretiket, want de fijnst»
mayonnaise komt van
PARIJS (Reuter) De Franse minis
ter van Buitenlandse Zaken, Couve de Mur-
ville, heeft zaterdag de Marokkaanse zaak
gelastigde te Parijs ontboden en er bij hem
op aangedrongen dat de Marokkaanse over
heid „zeer krachtige maatregelen" neemt
tegen de ongeveer twintig Algerijnen, die
vrijdag te Casablanca een officier van het
Franse vreemdelingenlegioen hebben ge
lyncht
OSLO (Reuter) De Noorse walvisin
dustrie heeft voor een door haar ingediend
verzoek om voorwaardelijke aanzegging
van terugtrekking uit de internationale
overeenkomst voor de walvisvaart groot
begrip bij de regering ontmoet, zo heeft
Frithjof Bettum, president-commissaris
van de Pelages-walvisvaartmaatschappij,
in de vergadering van aandeelhouders de
zer maatschappij medegedeeld.
Hij zeide, dat het vroeger niet moge
lijk was de steun van de regering voor
dit voorstel te winnen, maar dat de jong
ste besprekingen goede resultaten hebben
opgeleverd. Bettum, die donderdag als
woordvoerder van de walvisindustrie een
bespreking heeft gehad met regerings
functionarissen, deelde mede, dat er geen
beslissing kan worden genomen voor de
minister-president en de minister van bui
tenlandse zaken terugkeren van hun be
zoek naar India, waarvan zij medio-de-
cember worden terugverwacht.
Van ambtelijke zijde weigerde men van
daag commentaar te geven op de mede
delingen van Bettum.
De Noorse walvisindustrie dringt reeds
geruime tijd aan op terugtrekking uit de
overeenkomst, in het bijzonder wegens de
Russische plannen tot uitbreiding van de
walvisexpedities. Volgens de Noorse re
ders zijn de Russen niet bereid hun wal
visvangst in de Zuidelijke ijszee aan con-
zouden onwillig zijn hieraan mede te
trole te onderwerpen. Ook de Japanners
werken.
ROME (Reuter) De Italiaanse regering
heeft in de Kamer van Afgevaardigden
met 294 tegen 286 stemmen bij twee ont
houdingen een vertrouwensstemming ge
wonnen. Premier Fanfani had de vertrou
wenskwestie gesteld nadat de Kamer voor
de tweede maal in een maand een rege
ringsvoorstel had verworpen. De volksver
tegenwoordiging keurde toen met 314 tegen
263 stemmen een amendement van de
rechtse oppositie goed, waarbij de benzine
prijs werd verlaagd. De coalitie van chris
ten en sociaal-democraten is zes maanden
aan de macht. De stemming van donderdag
was geheim, die van zaterdag niet Een
aantal leden van de regeringspartijen had
bij de eerste stemming kennelijk tegen het
kabinet gestemd.