F.L.N. kiest zich nieuw en machtig bondgenoot: communistisch China De Gaulle vol optimisme terug uit Algerije College Bedrijfsvoering staat directie KNHS ter zijde In het Franse optimisme omtrent de „vrijwel verslagen rebellen" lijkt de wens de vader van de gedachte VOORBEREIDING TOT LANGE STRIJD IN ALGERIJE Nieuwe taakverdeling door afscheid ir. Ingen Housz TrtcffMean, Economie moet de oplossing geven MAANDAG 8 DECEMBER 1958 Murw maken Onrustbarend symptoom Algerijnse afvaardiging in Peking aangekomen Scala in Milaan opende seizoen zonder Gallas <~Prcicitótoel Dulles lijdt aan stoornis in de ingewanden Drijvende mijn Examens Kerkelijk Nieuws Nog 17 dagen Frans protest bij Marokko Walvisconventie wordt ernstig bedreigd Vertrouwensvotum voor de Italiaanse regering Van onze reisredacteur) ALGIERS, december. „De oorlog in Algerije is zo goed als afgelopen", schreef maarschalk Juin onlangs in L'Aurore en alle internationae olie-mensen, Canadezen, Amerikanen, Nederlanders ook, die in de Sahara naar het vloeibaar goud boren, zeggen het hem in alle toonaarden na: „Het F.L.N. heeft het gehad.de rebellen hebben geen been meer om op te staan". Nu past het mij geenszins het militaire oordeel van een maarschalk van Frankrijk in twijfel te trekken, maar wel om er op te wijzen, dat alle maarschalken alle oorlogen die hun land voerde, altijd „zo goed als afgelopen" achtten. En voorts dat Frankrijk, grandioze dromen koesterend omtrent Eurafrika, waarin zijn spilpositie het opnieuw tot de rang van wereldmacht zou kunnen ophijsen, er wel enig belang bij heeft het zo voor te stellen alsof het Algerijnse probleem in feite vrijwel geknipt en geschoren is. Want de miljarden investeringen die van Frankrijks droom werkelijkheid moeten maken, moeten ten dele uil het buitenland komen. Nu houden buitenlandse investeerders niet van mitrailleurgeratel en aangevoch ten regimes. Vandaar dat de psychologen van het vijfde bureau van het Franse leger de buitenlandse oliemensen aan een subtiele, maar niet minder efficiënte bewerking hebben onderworpen, die hen de officiële lijn met meer braafheid doet herkauwen dan hun miljoenenprojecten zouden moeten vereisen. Loopt het F.L.N. op zijn laatste benen? Ik herinner mij, dat men vier jaar gele den in het Aurès-gebergte waar de opstand begon, tegen mij zei: „In drie weken, drie maanden hooguit, hebben wij deze ban dieten onder de knie". Toen ik aarzelend een periode van drie jaar als waar schijnlijker opperde, verklaarde men mij voor krankzinnig. Het spijt mij bitter meer dan gelijk te hebben gekregen. Wat is de prognose nu? Men kan iedere dag in iede re Algierse krant verslagen lezen over de bittere gevechten die het Franse leger d a- gelijks voert, over terreurdaden van het F.L.N. waarvan dagelijks Fransen en Algerijnen het slachtoffer worden. Het gemiddelde van omstreeks vijftig gedode rebellen per dag blijft constant. Kan het F.L.N. met zulke verliezen een lang leven beschoren zijn? Het lijdt ze al twee jaar lang en het strijdend effectief (omstreeks 25.000 man) blijkt op peil. Het F.L.N. put uit voorlopig onbegrensde reserves: zo gauw er een rebel valt, neemt een andere jonge Algerijn zijn plaats in. Men zegt in Algiers, dat de Morice-lijn Algerije zo hermetisch van Tunesië af sluit, dat wapentransporten onmogelijk zijn geworden en dat het F.L.N. nu wa pens en munitie tekort komt. Hier zit een kern van waarheid in. Vast staat echter dat het F.L.N. in Oost-Algerije belangrijke wapendepots heeft. Zijn grootste probleem is het wapentransport in Algerije zelf, vooral naar het centrale Kabylië, dat met het oog op de strikte controle van het Franse leger slechts druppelsgewijs kan geschieden. De officiële versie wil ook dat het mo reel van de F.L.N.-troepen zwaar gedeukt is en wijst daarbij vooral op recente moei lijkheden en arrestaties binnen de mili taire leiding van het F.L.N. in Tunesië. Ge durende de operaties die ik de afgelopen week in Algerije volgde, vochten de F.L.N.-katiba's (compagnieën) als leeu wen. Het is moeilijk vast te stellen in hoeverre de uit Franse bron stammende interpretatie juist is, dat de Algerijn se „minister van Oorlog" Krim Belkacem op aandrang van de Wilaya-commandan- ten in Algerije zelf, in Tunesië gelegerde F.L.N.-eenheden opdracht gaf door de Morice-lijn te breken en vervolgens een aantal weigerachtige commandanten deed arresteren. Ook hier kan een kern van waarheid in steken, zonder dat die nood zakelijkerwijs voor het F.L.N. fataal hoeft te zijn. Wat is de concrete militaire positie in Algerije zelf? De georganiseerde F.L.N.- eenheden zijn teruggedrongen tot vier gro te centra, ten oosten van Constantine, het Aurès-gebergte, Kabylië en het gebied om Tlemcen. Daarbuiten opereren slechts kleine groepjes of enkelingen. De werke lijke aanvallen op Franse legereenheden zijn zo goed als voorbij. Het F.L.N. mijdt het contact, is, zo men wil, in het defen sief gedrongen, beperkt zich tot terroris tische aanslagen. Maar daarom heeft het F.L.N. de strijd nog niet verloren. Het F.L.N. weet zeer goed dat een militaire overwinning op het Franse leger van een half miljoen man, gesteund door twee duizend vliegtuigen een onmogelijkheid is. Maar het werkelijke doel van de F.L.N.- actie is slechts Frankrijk te dwingen, dat enorme legerapparaat in Algerije op de been te houden, daarmee Frankrijk zo oor logsmoe en vooral zo economisch murw te maken, dat het tenslotte in arren moe de tot onderhandelingen besluit. Die tactiek heeft vlak voor de dertien de mei bijna tot het gewenste doel geleid. Zelfs na de dertiende mei, die uit deze si tuatie voortsproot, is er kans op onder handelingen geweest, toen De Gaulle „de vrede der moedigen" aanbood. De voorlo pige Algerijnse regering van Ferhat Ab bas heeft dat aanbod bruut afgeslagen, om dat hij er niets voor voelde om na, zoals De Gaulle zelf stelde „een moedige strijd waarin het F.L.N. zeventig duizend man verloor „onder een witte vlag naar Parijs te komen, om daar zonder enigerlei ga rantie dat ook maar een deel van de doe len van die strijd verwezenlijkt zou wor den, het vuren te staken". Dat 't slimmer zou zijn geweest, w e 1 naar Parijs te ko men, te horen wat De Gaulle te bieden had en dan eventueel de onderhandelin gen af te breken, is een andere zaak. Het F.L.N. heeft in ieder geval de poging van De Gaulle om uit de verkiezingen een an dere „geldige gesprekspartner", bestaan de uit gematigde nationalisten, te construe ren, met succes getorpedeerd. Het referen dum met zijn overweldigende meerder heid voor het „ja" was reeds een minder groot échec voor het F.L.N. dan men alge meen doet voorkomen. Want voor de over grote meerderheid der Algerijnse moham medanen betekende dat „ja" voorname lijk de wens dat De Gaulle met het F.L.N. tot een akkoord zou komen. De verkie zingen daarentegen zijn 'n duidelijke over winning voor het F.L.N., die heeft kunnen verhinderen dat een mohammedaanse élite (en om haar gaat het) zich als tussenper soon zou opwerpen. Daarmee blijft het F.L.N., of de voorlopige Algerijnse rege ring, voorlopig de enige, feitelijke gespreks partner. Wat is in de huidige situatie de tactiek van Ferhat Abbas en de zijnen? Zij blij ven bereid tot onderhandelen, eisen niet di recte Algerijnse onafhankelijkheid, maar stellen wel drie andere voorwaarden: er kenning als enige geldige gesprekspart ner, onderhandelingen op neutraal ter rein, gesprek over wapenstilstand, gekop peld aan gesprek over het politieke probleem. De uitslag van de Franse ver kiezingen laat op die basis weinig speel ruimte en het F.L.N. zal dat wel besef fen. Derhalve bereidt hij zich voor op een lange oorlog. En daarbij doet zich een bij zonder onrustbarend symptoom voor. Voor die lange strijd moet het F.L.N. alle poten tiële buitenlandse hulpbronnen mobilise ren. De hulp van Nasser en het Arabische blok alleen acht hij onvoldoende. De nieu we bondgenoot nu is communistisch Chi na. Twee ministers van de voorlopige Al gerijnse regering (Bewapening en Sociale Zaken) vertrekken dezer dagen naar Pe king. Het laatste nummer van „El Mou- jahid", het blad van het F.L.N., staat vol prijzende artikelen over China, „de kam pioen van de voor hun onafhankelijkheid strijdende gekleurde volken". Peking heeft in tegenstelling tot Moskou, de regering van Abbas erkpnd. Het F.L.N., eertijds schuw zich door communistische hulp te doen compromitteren, heeft die schuwheid laten varen, hoopt in het machtige Peking meer steun te kunnen halen, dan bij de twistende, traag betalende Arabische Liga. Het lijkt een politieke wanhoopsdaad. Maar het onoplosbaar lijkende Algerijnse probleem biedt rijke grond voor politie ke wanhoopsdaden. Men zie de dertiende mei en zijn gevolgen. LONDEN (UPI) Premier Tsjoe-en-Lai van communistisch China en een groot aantal van de voornaamste Chinese rege- rings-personen, hebben zondag een dele gatie van de „Algerijnse regering-in-bal- lingschap", die een bezoek aan China brengt, in Peking ontvangen. Volgens een uitzending van radio-Peking heette Tsjoe En Lai de „minister voor Sociale Zaken", Ben-Joessef-Ben-Khedda, de „minister voor de bewapening en bevoorrading", Mahmoed Sjerif en „het hoofd van het ministerie van Voorlichting", Saad Bahlab „van harte welkom". MILAAN (UPI) Zondag heeft de Sca la in Milaan haar operaseizoen voor het eerst sinds zeven jaar geopend zonder dat Maria Meneghini Callas een hoofdrol zong. „La Callas" heeft ruzie gehad met Anto nio Ghh-inghelli, de directeur van de Sca la, en is daarom uit de lijst van mede werkers geschrapt. Zij liet zich tijdens de galavoorstelling van „Turandot" niet zien. De Zweedse sopraan Birgit Nilsson zong de hoofdrol van prinses Turandot, en haar optreden verleidde het verwend Sca la-publiek tot een daverende ovatie, die iets van een demonstratie tegen de tem peramentvolle diva kreeg. Van onze correspondent in Parijs) Generaal Charles de Gaulle, Frankrijks minister-president, is gisteren per vlieg tuig van zijn vierde verblijf in Algerije, dat ditmaal vyf dagen duurde, terugge keerd in Parijs. In een korte radiobood schap heeft hij van zijn optimisme getuigd over de toekomst van Algerije. Over mili taire taken, pacificatie en F.L.N. heeft de generaal niet gesproken. Wel heeft hij aan gekondigd dat alle Algerijnen hun vrij heid, geluk en waardigheid deelachtig zul len worden en dat Frankrijk in staat is die taak te volbrengen in een Frans-Afri kaanse gemeenschap. De ontwikkeling van de oliebronnen van de Sahara, waaraan de generaal ook een bezoek heeft ge bracht, neemt bij dit perspectief een over wegende plaats in. De generaal heeft de menselijke en psychologische elementen van het pro bleem Algerije op de voorgrond geplaatst en de militaire oplossing naar een verdere toekomst verschoven. Hij is de overtui ging toegedaan, dat het Algerijnse vraag stuk uit de wereld is geholpen, zodra de Al gerijnen een menswaardig bestaan is ver zekerd en de oorzaken van hun rebellie zijn opgeheven. Een der officiële doeleinden van de reis was de wens van de generaal kennis te ma ken met de 71 afgevaardigden, die op 30 november in Algerije werden gekozen. Het ogenblik is gekomen, zo liet de generaal de nieuwe députés van Franse en Alge rijnse oorsprong weten, nu ernstig aan het werk te gaan. Zelfs de studentenleider La- gaillarde, die anders niet op zijn fascisti sche mondje is gevallen, moest na afloop van de audiëntie, ietwat bleek om de neus, erkennen dat de generaal ook op hem een diepe indruk had gemaakt. De nieuwe reis van de generaal stond vooral in het teken van het vijftienjaren plan, dat De Gaulle bij zijn vorige bezoek in Constantine had onthuld. De Gaulle heeft nu de nodige schikkingen op langere termijn willen treffen, om de uitvoering van zijn plan te garanderen. Met het oog op zijn aanstaande promotie tot staatschef zal hij in de toekomst nog bezwaarlijker tijd en gelegenheid kunnen vinden Parijs te verlaten. Overigens is er in de omge ving van de generaal al op gewezen, dat de president van de republiek volgens de nieuwe grondwet tevens hoofd van de Franse gemeenschap zal zijn en als zoda nig dus ook in de grote lijnen de leiding van de verdere politieke, militaire en eco nomische ontwikkeling in Algerije in han den kan blijven houden. Duister Over één punt heeft de generaal Frank rijk en Algerije nog in onwetendheid ge laten. Tegen de verwachting in werd het vertrek van generaal Salan op zijn post van regeringsvertegenwoordiger in Algiers, nog altijd niet officieel aangekondigd. In Pa rijs tast men in het duister naar de reden van dit zwijgen. Is Salan De Gaulle opnieuw te slim geweest? Of wenst de premier een aftocht in de stilte, die zich komende dagen zou kunnen voltrekken en waarop De Gaulle tevoren geen speciale aandacht wilde vestigen? Vermoedelijk zal men hierover wel spoedig meer bijzonderheden vernemen. WASHINGTON (Reuter) De Ameri kaanse minister van Buitenlandse Zaken, John Foster Dulles is vrijdagmiddag in het Walter-Reed-ziekenhuis in Washing ton opgenomen wegens een ontsteking aan de dikke darm. Men verwacht even wel dat Dulles de bijeenkomst van de NAVO-raad te Parijs toch zal kunnen bij wonen. Dulles lijdt niet aan het kanker gezwel waarvoor hij twee jaar geleden is geopereerd. De minister is aan de beterende hand, zo is officieel meegedeeld. Het afscheid van de president-direc teur van de Koninklijke Nederlandse Hoogovens en Staalfabrieken n.v. in IJmuiden, ir. A. H. Ingen Housz, heeft ten gevolge dat zijn werkzaamheden door de drie overblijvende directeuren, ir. P. van Delden, P. R. Bentz van den Berg en prof. dr. J. F. Ten Doesschate, zullen worden overgenomen. Ir. P. van Delden zal als oudste directeur optreden als coördinator van het directiebeleid en als woordvoerder voor zaken van alge mene aard. De directie heeft besloten om met in gang van 1 januari 1959 een groter deel van haar taak te delegeren aan degenen die direct onder haar staan. De directie zal terzijde worden gestaan door een „College tot Bedrijfsvoering" (afgekort C.B.) van K.N.H.S., Mekog, Cemy en Breedband. In het college zullen ir. A. Drijver, drs. P. L. Justman Jacob en de heer F. W. E. Spies zitting hebben. Aan dit college wordt de dagelijkse zorg voor de optimale bedrijfs voering van bovengenoemde vennootschap pen opgedragen. Daarnaast zal het C.B. ter zake van de bedrijfsvoering beleidsbeslis singen van de directie voorbereiden. Aan het college worden bevoegdheden verleend wat de uitvoering van de produktiepro- gramma's, het controleren van de produk- tieresultaten en het uitvoeren van de goed gekeurde investeringen betreft. Van de uitvoerende taak van het C.B. zijn tenzij door de directie anders wordt beslist uitgezonderd: de commer- V.l.n.r.: de heren W. A. Drijver, F. W. E. Spieen drs. P. L. Justman Jacob. Ir. AH. Ingen Housz ciële zaken; de personeelszaken; de organi satieaangelegenheden en de woningzaken; de administratieve en financiële zaken; de accountantscontrole en die aangelegenhe den die de meer algemene belangen raken van het IJmuidense concern, zoals aange legenheden die verband houden met de Europese integratie. Overleg Om het C.B. in staat te stellen zijn taak naar behoren te verrichten is het bevoegd overleg te plegen met de hoofden van de niet onder zijn leden ressorterende afde lingen en diensten, die op hun beurt ver plicht zijn inlichtingen en gegevens te ver strekken. De heer Spies zal optreden als voorzitter van het C.B. De heer Van Caste ren zal worden toegevoegd als secretaris. De instelling van dit nieuwe instituut heeft, enige wijzigingen in de bedrijfslei ding van de ijzer- en staalsector van het bedrijvencomplex en in de hoofdafdeling nieuwbouw tot gevolg. Tot hoofd van de IJzer- en Staalsector is benoemd ir. J. van der Woude en tot plaatsvervangend hoofd ir. J. Rijkeboer. Ir. B. Th. W. van Hasselt blijft hoofd van de Hulpdiensten en ir. W. H. Schoenmaker en dr. F. Schonenberger blijven bedrijfsleiders van respectievelijk Mekog en Cemij. In de Hoofdafdeling Nieuwbouw worden ir.P. M. Gunst en ir. D. G. Nijman be noemd tot leiders van de afdeling Con structie en Uitvoering en van de afdeling Voorbereiding. Ir. G. W. van Stein Callen- fels blijft het hoofd van de afdeling Speur werk en Ontwikkeling van Hoogovens en Breedband. Wat de verdeling van de werkzaamhe den van de heer Ingen Housz over de overblijvende directeuren betreft, zal het de ondernemingsraad bijzonder geïnteres seerd hebben dat de heer Van Delden de leiding van de personeelszaken zal over nemen, terwijl de woningvraagstukken en de financiële aspecten van de personeels vraagstukken tot het werkgebied van prof. dr. J. F. ten Doesschate zullen behoren. Onder de heer Justman Jacob zullen ressorteren: drs. J. P. A. van Casteren, drs. J. D. Hooglandt en mr. J. A. Walkate (die per 1 januari a.s. in dienst treedt), die ieder een speciaal gedeelte der Algemene Zaken zullen behartigen; drs. L. A. Pen- nock voor het Secretariaat, de Economische Afdeling en de Public relations (Voorlich tingsdienst). Tot plaatsvervangend chef van de Economische Afdeling wordt be noemd mejuffrouw A. A. Hana, aan wie voorts en als zodanig rechtstreeks onder de heer Justman Jacob een taak in het kader van de Algemene Zaken zal wor den opgedragen; mr. C. P. Vos en mr. A. L. de Wolf voor de Juridische Zaken, met dien verstande dat de heer De Wolf de algemene juridische zaken (Juridische Af deling) zal waarnemen en de heer Vos met de behandeling van de juridische aspecten van nader omschreven speciale onderwer pen wordt belast; de heer G. Prent voor de Centrale Produktieplanning en de heer L. C. A. van Kuijk voor de Propaganda- afdeling. Onder de heer Spies zullen binnenkort ressorteren: ir. J. van der Woude als hoofd van de IJzer- en Staalsector van het be drijf, met als zijn plaatsvervanger ir. J. Rijkeboer; ir. B. Th. W. van Hasselt als hoofd van de Hulpdiensten; ir. W. H. Schoenmaker als bedrijfsleider van Mekog; dr. F. Schonenberger als bedrijfsleider van Cemij; ir. F. W. Santman, als hoofd van de Afdeling Bedrijfsorganisatie. Van het een en ander zijn alle perso neelsleden van de Hoogovens in kennis gesteld. Zondagochtend werd de scheepvaart ge waarschuwd voor een drijvende mijn, wel ke was gesignaleerd nabij Den Helder. Amsterdam. Gemeente Universiteit. Doctoraal examen Engels: mevr. W. H. P. van Es-Jacobs, Haarlem. Kandidaatsexamen economie: K.L.Pe tersen. Th. J. Scheerder. H. H. van Wijk en H. J. Veltman, allen Amsterdam. Kandidaatsexamen pedagogiek: mej. J. G. Meyer, Amsterdam. Kan didaatsexamen psychologie: J. H. v. d. Tol, Heem stede. Ned. Herv. Kerk Aangenomen naar Wilp (Geld.): Th. van Sprang te Zundert; naar Beetsterzwaag (wijkgemeente Nij-Beets): H. K. de Wilde, vicaris te 's Gravenhage. Bedankt voor Bodegraven: H. N. van Hensbergen te Renkum. Geref. Kerken Aangenomen naar Nieuwerkerk a.d. IJsel: J. Niemandsverdriet, kand. te Barendrecht, die bedankte voor Hijlaard, Oldemarkt, Onderdendam, Ottoland en voor Zwarte- waal-Abbenbroek. Chr. Geref. Kerken Beroepen te Westzaan: B. Bijleveld te Noordeloos. Prof. J. F. Ten Doesschate Ir. P. Van Delden P. R. Bentz van den Berg Goeie morgen! Mijn eerste wandeling van iedere dag begint vrijwel steeds met dezelfde route. Brug over, winkelstraat door, schoolplein langs. Hoewe ik die dagelijks loop eigenlijk wel wat mechanisch maak, wil dat beslist niet zeggen, dat de mensen die ik steeds op hetzelfde uur passeer mij onverschillig zijn. Drie kantoordames met een sergeant vormen meestal de kopSchoolkinderen de staart. En daartussen ontmoet ik een nog al dikke heer van middelbare leeftijd die gezellig met zijn tas schommelt, twee kna pen waarvan er één altijd een fiets aan de hand heeft en een juffrouw die al dan niet toevallig juist de andere kant op kijkt als ik passeer. Groeten doet niemand niemand. En toch zien we elkaar iedere dag. Soms, op natte dagen, zou ik best eens zo terloops willen zeggen: „Wat een weertje", of de morgen voor Kerstmis: „Prettige feestdagen", of op de tweede „Gelukkig nieuwjaar". Maar dat gaat nu eenmaal niet, we le ven niet in een dorp, maar in een stad van enige omvang. Alleen bekenden groeten elkaar daar hardop. Toch weet ik dagelijks precies wie ik mis en wat de tegenlopers wel voor kleren aanhebben. Het zijn zwijgende bekenden van mij geworden. Zwijgende, zeg ik. Dat is maar goed ook. Vorige week op een morgen werd de stilte verbroken door een achtergebleven meiske uit een groep kinderen, stuk voor stuk van een grootte die je in turven aan geeft. „Dag, meneer", zei ze plotseling tegen mij en haar blauwe ogen keken wat ver legen onderuit. Ik was er verbaasd van en stond even te kijken, vóór ik antwoordde: „Dag, zusje". Het kind huppelde opgetogen naar het clubje dat een tiental meters voor haar liep. „Ik zei meneer tegen 'em", hijgde het stemmetje, „en hij zei wat terug ook. Hij weet dat ie een meneer is". „Dag meneer!", schetterde het uit vijf, zes keeltjes- Ik liep rustig door, alsof het een ander betrof. „Goeie morgen", heb ik in mezelf ge mompeld. De staart heb ik sindsdien niet meer ge zien. Ach, je moet tenslotte niet altijd dezelfde weg lopen en daarom sla ik vóór het schoolpleintje tegenwoordig maar eens links af. Clemens Pincet Advertentie dan hebben wij weer heerlijke feest dagen. Natuurlijk haalt U voor Uw feestschotels mayonnaise in huis. Wilt U verse mayonnaise, let dan op het achteretiket met datumstempel. Wilt U lekkere mayonnaise, let dan op het vooretiket, want de fijnst» mayonnaise komt van PARIJS (Reuter) De Franse minis ter van Buitenlandse Zaken, Couve de Mur- ville, heeft zaterdag de Marokkaanse zaak gelastigde te Parijs ontboden en er bij hem op aangedrongen dat de Marokkaanse over heid „zeer krachtige maatregelen" neemt tegen de ongeveer twintig Algerijnen, die vrijdag te Casablanca een officier van het Franse vreemdelingenlegioen hebben ge lyncht OSLO (Reuter) De Noorse walvisin dustrie heeft voor een door haar ingediend verzoek om voorwaardelijke aanzegging van terugtrekking uit de internationale overeenkomst voor de walvisvaart groot begrip bij de regering ontmoet, zo heeft Frithjof Bettum, president-commissaris van de Pelages-walvisvaartmaatschappij, in de vergadering van aandeelhouders de zer maatschappij medegedeeld. Hij zeide, dat het vroeger niet moge lijk was de steun van de regering voor dit voorstel te winnen, maar dat de jong ste besprekingen goede resultaten hebben opgeleverd. Bettum, die donderdag als woordvoerder van de walvisindustrie een bespreking heeft gehad met regerings functionarissen, deelde mede, dat er geen beslissing kan worden genomen voor de minister-president en de minister van bui tenlandse zaken terugkeren van hun be zoek naar India, waarvan zij medio-de- cember worden terugverwacht. Van ambtelijke zijde weigerde men van daag commentaar te geven op de mede delingen van Bettum. De Noorse walvisindustrie dringt reeds geruime tijd aan op terugtrekking uit de overeenkomst, in het bijzonder wegens de Russische plannen tot uitbreiding van de walvisexpedities. Volgens de Noorse re ders zijn de Russen niet bereid hun wal visvangst in de Zuidelijke ijszee aan con- zouden onwillig zijn hieraan mede te trole te onderwerpen. Ook de Japanners werken. ROME (Reuter) De Italiaanse regering heeft in de Kamer van Afgevaardigden met 294 tegen 286 stemmen bij twee ont houdingen een vertrouwensstemming ge wonnen. Premier Fanfani had de vertrou wenskwestie gesteld nadat de Kamer voor de tweede maal in een maand een rege ringsvoorstel had verworpen. De volksver tegenwoordiging keurde toen met 314 tegen 263 stemmen een amendement van de rechtse oppositie goed, waarbij de benzine prijs werd verlaagd. De coalitie van chris ten en sociaal-democraten is zes maanden aan de macht. De stemming van donderdag was geheim, die van zaterdag niet Een aantal leden van de regeringspartijen had bij de eerste stemming kennelijk tegen het kabinet gestemd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1958 | | pagina 3